NL8202292A - Drukinrichting. - Google Patents

Description

; & * \ \ " " .............." ............................................................ " T/tj/lh/1411

Drukinrichting.

De uitvinding heeft betrekking op een kopieer-of drukinrichting, en in het bijzonder op een drukinrichting van het thermische overdrachttype dat geschikt is voor het vervaardigen van een videokopie op een beelddrager.

5 Kopieerinrichtingen voor het kopieren op een beelddrager staan op dit moment sterk in de aandacht. Derge-lijke inrichtingen worden niet alleen gebruikt als kopieer-inrichting voor documenten maar ook als randapparatuur voor computers en kopieerinrichtingen voor videosignalen.

10 Als druksystemen zijn algemeen bekend een elektro- statisch systeem, een punt-druksysteem of een inktstraal-systeem. A1 deze systemen zijn echter mechanisch gecompli-ceerd.

Een kleurenbeelddrukinrichting wordt nog ingewik-15 kelder van constructie. Het is daarom zeer lastig om een compacte kleurendrukinrichting te verschaffen die toeganke-lijk is voor algemeen gebruik.

Een hoofddoel van de onderhavige uitvinding is het verschaffen van een compacte beelddrukinrichting die 20 beelden op gewoon papier af kan drukken.

Een tweede doel van de onderhavige uitvinding is het verschaffen van een beelddrukinrichting van een nieuw thermisch overdrachttype.

Weer een ander doel van de onderhavige uitvinding 25 is het verschaffen van een stille kleurenbeelddrukinrichting.

Nog een ander doel van de onderhavige uitvinding is het verschaffen van een drukinrichting voor kleurenvideo-beelden van het thermische overdrachttype dat gebruik maakt van een inktlintcassette met een gekleurd inktlint.

30 Volgens de uitvinding wordt een beelddrukinrich- ting verschaft waarbij een thermisch overdrachtlint van het oppervlaktype gebruikt wordt in combinatie met een thermische kop van een een-regeltype.

Het in de onderhavige uitvinding te gebruiken .. 82 02 292 V » -2- inktlint heeft kleurengebieden van cyaan, magenta, en geel voor het afdrukken van een kleurenbeeld op een om een plaat gewikkeld stuk gewoon papier.

Bij elke rotatie van de plaat kan namelijk een 5 beeld van den kleur worden afgedrukt, zodat een vol-kleuren-beeld wordt bereikt door de plaat driemaal te laten roteren.

Het lint heeft richtmerktekens voor elke kleur en elk stel kleuren voor het besturen van de rotatie van de plaat.

10 De kleurendrukinrichting volgens de onderhavige uitvinding kan niet alleen toegepast worden voor een kleurenbeeld met twee niveaus: maar ook op een kleurenbeeld met een grijs schaal.

Figuur 1 is een gedeeltelijke doorsnede van een 15 kleurendrukinrichting volgens een uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding.

Figuur 2 is een perspectivisch aanzicht dat een uitvoeringsvorm toont van de onderhavige uitvinding.

Figuur 3 is een schema dat een lintbesturings-20 schakeling toont.

Figuur 4 is een aanzicht dat verschillende golf-vormen van de door de schakeling van figuur 3 opgewekte signalen weergeeft.

Figuur 1 is een gedeeltelijke doorsnede van een 25 kleurendrukinrichting volgens een uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding. In een huis 1 van de drukinrichting met een deksel 15 zijn een plaat 2, een thermische kop 3, een lint 4 waarop sublimeerbare inkten zijn aangebracht en een lintcassette 5 aangebracht welke lintcassette het lint 30 4 kan doen bewegen. Een voorraadspoel 5a en een opwindspoel 5b van de cassette 5 zijn resp. gekoppeld met niet getoonde motoren voor het aandrijven van deze wanneer de cassette 5 in de cassette 12 is opgenomen. Een van een papiertoevoer-bak 6 via een papiergeleiding 7 toegevoerd blad gewoon papier 35 14 wordt met een papierklem 8 op de plaat vastgehouden. De plaat 2 wordt geroteerd door een motor 9 en door middel van een snaar 10 die langs een snaarschijf 11'is gespannen. Aan ------- het vooreinde 13a van een detectorsteun 13 van metaal zijn 82 0 2 2 9 2 * * -3- later te beschrijven fotodetectoren gemonteerd die merk-tekens op het lint 4 detecteren.

De werking van de in figuur 1 getoonde drukinrich-ting zal nu uiteen worden gezet. Een blad gewoon papier 14 5 dat in de papiertoevoerbak 6 wordt geplaatst, wordt door de papiergeleiding :7 geleid en vervolgens stevig op de plaat 2 vastgehouden door de papierklem 8.

Wanneer de motor 9 wordt aangedreven door een startschakelaar (niet getoond) in deze toestand in te drukken, 10 begint de plaat 2 in de door de pijl aangegeven richting te roteren. De rotatie van de plaat 2 heeft tot gevolg dat het blad gewone papier 14 in kontakt komt met de thermische kop 3, zodat het lint 4 in de cassette 5 tussen de thermische kop 3 en het om de plaat 2 gewikkelde blad gewoon papier 15 wordt vastgeknepen. Het gevolg is dat het lint 4 van de voorraadspoel 5a van de cassette 5 wordt afgetrokken en op-gewikkeld wordt op de opwindspoel 5b bij rotatie van de plaat 2. Wanneer de thermische kop 3 verhit Wordt bij het daarop aanleggen van een met videosignalen overeenkomende 20 spanning, verdampt de in kontakt met de thermische kop 3 verkerende sublimeerbare inkt op het lint 4 en wordt deze inkt overgebracht op het gewone papier 14. De positie van het lint 4 wordt zodanig gekontroleerd dat een van de inkten van de drie primaire kleuren voor een afdruk, dat wil zeggen 25 geel (Y), magenta (M) en cyaan (C) in kontakt wordt gebracht met het blad gewoon papier 4 bij elka rotatie van de plaat 2. Wanneer de plaat 2 dus driemaal wordt geroteerd wordt een vol-kleurenbeeld afgedrukt met de primaire kleuren geel, magenta en cyaan.

30 Figuur 2 is een perspectivisch aanzicht dat de onderlinge opstelling van de thermische kop 3, het lint 4, het blad gewoon papier 14 en de plaat 2 toont teneinde de bovenbeschreven drukbewerking verder gedetaileerd uiteen te zetten.

35 Aan het vooreinde van de thermische kop 3 is een aantal verwarmingselementen 3a aangebracht. Het aantal ver-warmingselementen komt overeen met het aantal beeldelementen ..... in een kolom van een te kopieren televisiebeeld. Aan de - 8202292 -4-

€ V

resp. verwarmingselementen 3a worden kleurensignalen toege-voerd die verkregen worden door kleurenvideosignalen in de drie primaire kleuren bestaande uit Y, M en C te ontleden, met behulp van een niet getoonde schakeling. Meer in het 5 bijzonder worden kleurenvideosignalen van een ingangsaan-t sluiting 60 ontleed in de signalen resp. Y, M en C door een signaalbewerkingsschakeling 65. De ontlede signalen worden via een platte kabel 66 in beeldvolgorde naar de thermische kop 2 gezonden.

10 Het met de vooroppervlakken van de verwarmings elementen 3a in kontakt verkerende lint 4 bestaat uit een folie met een reeks kleurvlakken 4a waarin sublimeerbare inkt is aangebracht. Drie opeenvolgende vlakken vormen een blok overeenkomend met de drie primaire kleuren geel (Y), 15 magenta (M) en cyaan (.C) . Op het lint 4 zijn kleurenmerk-tekens 4c aangebracht, voor het aangeven van de posities van de resp. kleurenvlakken 4a en de blokmerktekens 4b voor het aangeven van de resp. kleurenblokken.

Deze kleurenmerktekens 4c en blokmerktekens 4b 20 worden gedetecteerd door fotodetectoren 40a en 40b die over-eenkomstig elektrische signalen opwekken. Zoals later beschreven zal worden besturen de elektrische signalen de motoren voor het aandrijven van de opwindspoel 5b en de voorraadspoel 5a van de cassette 5 zodanig dat een gekozen 25 kleurenvlak 4a voor elke omwenteling van de plaat 2 in positie komt. Het zal duidelijk zijn dat de merktekens niet gedrhkt behoeven te zijn maar ook magnetische of elektrisch geleidende merktekens kunnen zijn.

Eerst worden met geel Y overeenkomende kleuren-30 signalen uit een stilstaand televisiebeeldsignaal onttrokken. Deze signalen worden langs iddere aftastbeeldregel van het televisiebeeld bemonsterd teneinde een groep beeldelement-signalen te verkrijgen. Een groep beeldelementsignalen wordt parallel aan de verwarmingselementen 3 toegevoerd. Tegelijker-35 tijd wordt de plaat 2 eenmaal in een positie geroteerd tegen-over het gele kleurenveld4a, terwijl het lint 4 omhoog beweegt in de door de pijl aangegeven richting, waarbij de — sublimeerbare inkt op het kleurenveB 4a overgebracht wordt ·-“= 82 02 2 92 4 . · -5- op het blad papier 14. Het gele beeld wordt bij een omwente-ling van de plaat op het blad gewoon papier 14 gedrukt. Vervolgens worden met magenta overeenkomende kleurensignalen aan de kleurentelevisiebeeldsignalen onttrokken en toege-5 voerd aan de verwarmingselementen 3a. Wanneer de plaat 2 nogmaals in een positie wordt geroteerd waarin het magenta-kleurenveld 4a van het lint 4 in kontakt is met de thermische kop 3 wordt een magentabeeld over het in geel gedrukte beeld aangebracht. Een uiteindelijke kleurenafdruk wordt 10 verkregen door vervolgens op overeenkomstige wijze een beeld in de laatste kleur,. dat wil zeggen cyaan af te drukken.

.. Een bron voor het leven van videosignaien van een stilstaand beeld kan zijn de signalen die van een magne-tische registratieschijf wordt gereproduceerd of in een 15 geheugen opgeslagen signalen. Ook kunnen signalen worden verkregen door op bekende wijze een gedrukt beeld af te tasten.

Een voorbeeld voor een rotatiebesturing voor de plaat 2 en een besturingsschakeling voor het lint 4 in de 20 cassette 5 zal hierna aan de hand van figuur 3 en 4 uiteen worden gezet.

Eerst zal aan de hand van figuur 3 de motor 9 voor het aandrijven van de plaat 2 worden beschreven. Het verwijzingssymbool Hs betreft een ingangsaansluiting voor .

25 televisiebeeldsynchronisatiepulsen die worden toegevoerd aan een vergelijkingsschakeling 21. Een foutspanning van de vergelijkingsschakeling 21 wordt toegevoerd aan een aandrijf-schakeling 22 die de motor 9 aandrijft. Een van een sleuf voorziene schijf 23 roteert synchroon met de motor 9. De 30 in de omtrek van de sleuvenschijf 23 gevormde s-Leuven 23b worden gedetecteerd door een fotodetector 23a. De fotodetec-tor 23a werkt uitgangspulsen op die via een versterker 24 toegevoerd worden aan de andere ingangsaansluiting van de vergelijkingsschakeling 21.

35 Deze schakeling vormt dus een servoschakeling voor de motor 9 die stapsgewijze roteert synchroon met een televisiebeeldsignaal.

De stuurschakeling voor de plaat 2 en het lint 4 -= 8202 292

4 V

' .....’......................................”™'~:...........................-6-................................. .....

zal riu worden beschreven. Met de plaat 2 is direkt een rote-rende schijf 30 verbonden voor het detecteren van de positie van de plaat 2. In de roterende schijf 30 is in een hoek-stand die overeenkomt met een van de papierklem 8 van de 5 plaat 2 voorziene uitsparing 2a een uitsparing 30a \gevormd. In de stopstand, dat wil zeggen de ruststand van de plaat 2 is een opening 30a gevormd.

De opwindspoel 5b en de voorraadspoel 5a van de cassette 5 worden resp. de motoren 31 en 32 aangedreven.

10 Aan de motoren 31 en 32 worden spanningen V2 en toegevoerd die ingesteld worden met variabele weerstanden 34-36 via een besturingsschakeling (hierna de CS schakeling genoemd). Aan de uitgangsaansluitingen A en B wekt de CS schakeling 33 de spanning (ongeveer 2 V) op, zoals in 15· figuur 4A en 4B wordt getoond, wanneer een signaal aanligtU·· aan een spanningsaansluiting T daarvan. Wanneer een signaal aanwezig is op een snel-doorspoelaansluiting P van de CS schakeling 33 wordt de spanning (ongeveer 10 V) geleverd aan de uitgangsaansluiting A en de spanning (ongeveer 20 0,1 V) aan de uitgangsaansluiting B. Wanneer een signaal aanwezig is op een terugspoelaansluiting R, wordt de spanning geleverd aan de uitgangsaansluiting A en de spanning aan de uitgangsaansluiting B.

' De fotodetectoren 40a en 40b dienen om de merk- 25 tekens op het lint 4 te detecteren en de fotodetectoren 40c en 40d zijn aangebracht om de uitsparing 30a en de opening 30b van de roterende schijf 30 te detecteren. De uitgangs-signalen van deze fotodetectoren 40a-40c zijn verbonden met een bewerkingsschakeling die omkeerelementen 41,42 en 30 43; SR flip-flops 44,45 en 46; een GF-poort 47; poorten 48 en 49; en tellers 50 en 51 omvat.

De werking van de schakeling is als volgt. De plaat 2 wordt door de motor 9 vanuit de ruststand synchroon met de beeldsignalen geroteerd bij het bedienen van de 35 startschakelaar (niet getoond). Wanneer de uitsparing 30a van de roterende schijf 30 wegbeweegt van de fotodetector 40c wordt aan het omkeerorgaan 41 een signaal toegevoerd.

--------- Wanneer dit signaal wordt verbonden met de spanningsaanslui- 8202292 -7- * ting T wordt bij de uitgangsaansluitingen A en B van de CS schakeling 33 op de boven beschreven wijze de spanning V2 gegenereerd welke toegevoerd wordt aan zowel de motor 31 voor de opwindspoel 5bals de motor 32 voor de voorraad-5 spoel 5a. De motoren 31 en 32 worden altijd in tegengestelde richting aangedreven teneinde een juiste spanning op het lint 4 te verkrijgen. Terwijl de plaat 2 roteert wordt het lint 4 in de cassette 5 opgenomen op de opwindspoel 5b waar-bij de juiste spanning in deze blijft gehandhaafd.(gedurende 10 de periode van figuur 4).

Wanneer beeldsignalen aan de thermische kop 3 worden toegevoerd wordt eerst een geel beeld op het om de plaat 2 gewikkelde blad gewoon papier 14 gedrukt. Wanneer de plaat 2 §dn omwenteling vrijwel heeft voltooid en de druk-15 bewerking in geel klaar is, bevindt de fotodetector 40c zich tegenover de uitsparing 30a. Wanneer de fotodetector 40c een detectiesignaal genereerd stelt het signaal de RS flip-flop 44 via de poort 48. De stelsignaaluitgang wordt toegevoerd aan-lsnel-doorspoelaansluiting F van de CS schakeling 33.

20 Het gevolg is dat de spanningen en V^, zoals weergegeven door de periode T2 van figuur 4 aan resp. de uitgangsaansluitingen A en B worden gegenereerd. Deze spanningen worden toegevoerd aan de motor 31 voor de opwindspoel 5b en de motor 32 voor de opwindspoel 5a. Daar hoger is dan 25 wordt het koppel van de motor 31 voor de opwindspoel 5b groter dan dat van de motor 32 en daardoor vindt de opwind-werking plaats. Op dit moment bevindt de lint 4 zich tegenover het getrapte gedeelte 2a van de plaat 2 en wordt dit niet tegen de thermische kop 3 aangedrukt. Het lint 4 wordt 30 derhalve snel doorgespoeld naar de opwindspoel 5b. Wanneer het volgende kleurenmerkteken 4c door de fotodetector 40a wordt gedetecteerd tengevolge van deze opwikkelwerking, wordt de RS flip-flop 44 teruggesteld en wordt niet langer een spanning aan de motoren 31 en 32 toegevoerd voor het 35 stilzetten van het lint 4. In deze toestand staat het van de sublimeerbare magenta-inkt voorziene kleurenveld 4a gereed voor de volgende drukbewerking (de periode in ......- figuur 4). Bij een volgende rotatie van de plaat 2 wordt het — 8202292 .-8- drukken in magenta aangevangen waarbij de uitsparing 30a v/eer wegbeweegt van de fotodetector 40c. Het signaal wordt dus toegevoerd aan de spanningsaansluiting T en de spanning wordt weer op het lint 4 uitgeoefend, welk lint op de opwind-5 spoel 5b. wordt opgenomen bij de rotatie van de plaat 2 (de periode van figuur 4).

Op overeenkomstige wijze wordt de volgende druk·^ bewerking in cyaan voltooid. (gedurende de perioden van tot in figuur 4). Wanneer de. plaat 4 op deze wijze drie-10 maal is ger&teerd, vormt een teller 50 die de uitgangssigna-len van de fotodetector 40d voor het detecteren van de opening 30b telt een uitgangssignaal voor het sluiten van de poort 48 en het stellen van de RS flip-flop 46. Het stel-uitgangssignaal van de RS flip-flop 46 wordt toegevoerd aan 15 de terugSpoelaansluiting R van de CS schakeling 33 via de poort 49, waardoor de CS schakeling 33 de spanning levert aan de uitgangsaansluiting A en de spanning aan de uitgangsaansluiting B, edn en ander zoals hierboven beschre-ven (de periode Tg van figuur 4. Het lint 4 wordt daardoor 20 . aanfgedreven doordat de spanning toegevoerd wordt aan de motor 32 teneinde de voorraadspoel 5a in de met de gestippel-de pijl aangegeven richting te roteren, en op de voorraadspoel 5a teruggewikkeld. Wanneer de kleurenvelden 4a van het lint 4 edn blok teruggewikkeld zijn wordt het blokmerk-25 teken 4b door de fotodetector 40b gedetecteerd en het detec-tiesignaal daarvan stelt de RS flipr'flop 46 terug. Dan gaat het signaal bij de terugspoelaansluiting R naar het logische niveau "0" .en wordt het lint 4 gestopt op het punt waar het blok merkteken 4b gedetecteerd is (periode van figuur 4). 30 Deze stoptoestand valt samen m£t de positie waarin de drukbewerking aanvankelijk is gestart, zodat het volgende te drukken beeld wordt gevormd met het opnieuw gebruiken van dezelfde kleurenvelden 4a van het lint 4. Alhoewel dit niet wordt getoond dient het uitgangssignaal 35 van de teller 50 als een signaal voor het stoppen van de motor 9 om een stopschakelaar te activeren en de plaat 2 in zijn ruststand stil te zetten.

Op deze wijze wordt volgens de onderhavige uit-

' ........................... I

.·»·: 8202 292 , .....* .............. .....“ ...... ........... ...........-9- ' .................... ‘ ..............

vinding via het met inkten bedekte lint 4 een kleurenbeeld gedrukt waarna het lint 4 automatisch teruggevoerd wordt tot zijn uitgangsstand ter voorbereiding van de volgende drukbewerking. Daarom wordt van het lint 4 een kleinere 5 hoeveelheid verbruikt.

Het herhaalde gebruik van het lint 4 heeft echter een geleidelijk verlies van de sublimeerbare inkten tot gevolg. Het gevolg is dat de vervaardigde kopieen ongelijkmatig gekleurd kunnen worden. Teneinde deze.onregel-10 matige resultaten te elimineren wordt volgens de uitvinding een teller 51 toegepast die de uitgangssignalen van de teller 50 telt. Nadat bijvoorbeeld de drukbewerking vier-maal is herhaald kan de teller 51 een uitgangssignaal leveren dat ervoor zorgt dat de poort 49 het signaal van de 15 terugspoelaansluiting R afsluit en tegelijkertijd de RS flip-flop 45 stelt. Het stel-uitgangssignaal wordt via de OF-poort 47 toegevoerd aan de snel-doorspoelaansluiting F, zodat de bovenbeschreven snel-doorspoelbewerking wordt uitgevoerd. Teneinde de positie van een nieuw kleurenveld 4a 20 van het door deze snel^doorspoelwerking getransporteerde lint 4 te detecteren is het voldoende dat het volgende blok-werk 4b door de fotodetector 40b wordt gedetecteerd. Het daardoor verkregen detectiesignaal stelt de RS flip-flop 45 terug teneinde de sne1-doorspoelwerking te stoppen. Opge-25 merkt .moet worden dat de snel-doorspoelsignaal indien nodig verkregen kan worden met de schakelaar 52, term.jl de kwali-teit van de kopieen wordt beschouwd.

De telwaarden van de tellers 50 en 51 kunnen afhankelijk van de soort drukbewerking op de juiste wijze 30 worden ingesteld. Wanneer bijvoorbeeld een beeld gedrukt moet worden dat alleen letters bevat kan nog steeds een duidelijke kopie worden verkregen wanneer dezelfde kleur-velden 4a van het lint 4 reeds verscheidene tientallen malen zijn gebruikt.

35 De op het lint 4 aangebrachte blokmerktekens 4b zijn niet altijd noodzakelijk, daar de blokken ook gedetecteerd kunnen worden door de kleurenmerktekens 4c te tellen met behulp van een afzonderlijker teller.

8202292 « -10-

Samenvattend is bij de kleurendrukinrichting volgens de onderhavige uitvinding het lint opgenomen in een cassette en daardoor gemakkelijk te hanteren. Daar bovendien het in de cassette opgenomen lint op verschillende manieren 5 wordt bestuurd al naar gelang de drukbewerking, kan de hoe-veelheid verbruikt lint op gunstige wijze worden beperkt.

8202292

Claims (9)

1. Drukinrichting van het thermische over-drachttype voor het op een gewoon papier drukken van beel-den, gekemnerkt door een roteerbaar op een chassis geraonteer-de plaat (2) voor het op de omtrek daarvan dragen van een 5 blad gewoon papier (14), een thermisch inktlint van het overdrachttype met tenminste een inktgebied overeenkomend met een afmeting van een op het gewone papier te vormen gedrukte beeld, een via het inktlint tegen het gewone papier op de plaat te drukken thermische kop (3), welke thermische 10 kop een lengte heeft groot genoeg voor de breedte van het gedrukte beeld, schakelingmiddelen (65) voor het aan de thermische kop toevoeren van beeldsignalen teneinde selec-tief inkt op het gewone papier over te brengen, en middelen ;(9) voor het met een bepaalde snelheid roteren van de plaat.

2. Drukinrichting van het thermische over drachttype volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het thermische inktlint (4) van het overdrachttype verscheidene stellen bepaald igekleurde inkten (Y, M, C) ornvat welke inkten kleurenbeelden op het gewone papier (14) vormen, en waarbij 20 de beeldsignalen achtereenvolgens per beeld overeenkomend met de kleuren inktlint aan de thermische kop (3) worden toegevoerd.

3. Drukinrichting van het thermische overdrachttype volgens concltisie 2, met het kenmerk, dat de bepaalde 25 kleuren inkten tenminste magenta, geel en cyaan omvatten.

4. Drukinrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het thermische inktlint (4) van het overdrachttype opgenomen is in een inktlintcassette (9 ;

5. Drukinrichting volgens conclusie 2, met 30 het kenmerk, dat de plaat (2) verscheidene malen wordt geroteerd en dat bij elke rotatie van de plaat een van de op het inktlint (4) aangebrachte bepaalde kleuren inkt (Y, M, C) wordt overgebracht.

6. Drukinrichting volgens conclusie 1, met 35 het kenmerk, dat het thermische inktlint (4) van het overdrachttype richtmerktekens (4b, 4c) ornvat die gebruikt worden voor het regelen van de stand van het inktlint. 8202292 ' " . -12-

7. Drukinrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat het thermische inktlint van het ©verdracht-type richtmerktekens (4c) omvat die begrenzingen van elk kleureninktgebied aangeven.

8. Drukinrichting volgens conclusie 7, met het';kenmerk, dat het thermische inktlint (4) van het over-drachttype richtmerktekens (4b) omvat die begrenzingen van elk stel kleuren inkten aangeven.

9. Drukinrichting volgens conclusie 8r met 10 het kenmerk/ dat de richtmerktekens (4b) op het inktlint gebruikt worden om de positie van het inktlint (4) in te stellen. 8202292