NL8501541A - Drukker met een geleiding voor een insteekbare cassette. - Google Patents

Drukker met een geleiding voor een insteekbare cassette. Download PDF

Info

Publication number
NL8501541A
NL8501541A NL8501541A NL8501541A NL8501541A NL 8501541 A NL8501541 A NL 8501541A NL 8501541 A NL8501541 A NL 8501541A NL 8501541 A NL8501541 A NL 8501541A NL 8501541 A NL8501541 A NL 8501541A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
cassette
printer
strip
axis
gear
Prior art date
Application number
NL8501541A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Philips Nv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Philips Nv filed Critical Philips Nv
Priority to NL8501541A priority Critical patent/NL8501541A/nl
Priority to US06/780,733 priority patent/US4696590A/en
Priority to DE8686200888T priority patent/DE3667939D1/de
Priority to EP86200888A priority patent/EP0203664B1/en
Priority to CA000510039A priority patent/CA1291664C/en
Priority to JP61122376A priority patent/JPS61277478A/ja
Publication of NL8501541A publication Critical patent/NL8501541A/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B41PRINTING; LINING MACHINES; TYPEWRITERS; STAMPS
    • B41JTYPEWRITERS; SELECTIVE PRINTING MECHANISMS, i.e. MECHANISMS PRINTING OTHERWISE THAN FROM A FORME; CORRECTION OF TYPOGRAPHICAL ERRORS
    • B41J35/00Other apparatus or arrangements associated with, or incorporated in, ink-ribbon mechanisms
    • B41J35/28Detachable carriers or holders for ink-ribbon mechanisms
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B41PRINTING; LINING MACHINES; TYPEWRITERS; STAMPS
    • B41JTYPEWRITERS; SELECTIVE PRINTING MECHANISMS, i.e. MECHANISMS PRINTING OTHERWISE THAN FROM A FORME; CORRECTION OF TYPOGRAPHICAL ERRORS
    • B41J11/00Devices or arrangements  of selective printing mechanisms, e.g. ink-jet printers or thermal printers, for supporting or handling copy material in sheet or web form
    • B41J11/58Supply holders for sheets or fan-folded webs, e.g. shelves, tables, scrolls, pile holders
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B41PRINTING; LINING MACHINES; TYPEWRITERS; STAMPS
    • B41JTYPEWRITERS; SELECTIVE PRINTING MECHANISMS, i.e. MECHANISMS PRINTING OTHERWISE THAN FROM A FORME; CORRECTION OF TYPOGRAPHICAL ERRORS
    • B41J17/00Mechanisms for manipulating page-width impression-transfer material, e.g. carbon paper
    • B41J17/32Detachable carriers or holders for impression-transfer material mechanism

Landscapes

  • Electronic Switches (AREA)
  • Handling Of Cut Paper (AREA)
  • Impression-Transfer Materials And Handling Thereof (AREA)

Description

4 ' '} PHN 11.384 1 N.V. Philips’ Gloeilampenfabrieken te Eindhoven.
Drukker net een geleiding voor een insteekbare cassette.
De uitvinding heeft betrekking op een drukker met een geleiding voor een insteekbare cassette waarin zich een ten opzichte van een drukkop verplaatsbare informatiestrcok bevindt en waarbij de cassette is voorzien van ten minste een toegangsvenster voor transportorganen 5 van de genoemde strook.
Bij een uit het Amerikaanse octrooiscbrift 4 1 61 749 in een videocamera opgestelde drukker van de in de aanhef genoemde soort is de cassette voorzien van een buiten een voorraad gedeelte uitstekende gekrolde geleiding voor de informatiestrook en een kleuroverdrachtsstrook.
10 Deze geleiding volgt de ontrek van een buiten de cassette opgestelde transportrol voor de Informatiestrook en reikt tot aan de plaats waar de drukkop zich bevindt. Voordat een bladvormige informatiestrook kan worden bedrukt moeten de beide stroken door middel van de in toegangs-vensters van de cassette stekende handbediende transportorganen in 15 de gekronde geleiding worden gebracht. Daarna wordt het transport van de informatiestrook overgenoren door de genoemde transportrol. Tijdens het drukken bevindt de kleuroverdrachtsstrook zich in een vaste positie ten opzichte van de drukkop en de transportrol. De bekende drukker voor een videocamera betreft een kleurendrukker met een informatiestrook en een 20 kleuroverdrachtsstrook waarop de verschillende basiskleuren aanwezig zijn.
Een bezwaar van de bekende kleurendrukker is dat verschillende transportorganen noodzakelijk zijn voor het buiten de cassette brengen van de kleuroverdrachtsstrook respectievelijk informatiestrook ter 25 voorbereiding van het drukken en het transport van de informatiestrook tijdens het drukken. Verder bestaat het risico dat bij het transport vanuit de cassette naar de gekromde geleiding niet een maar meerdere informatiestroken worden meegenoten.
Het doel van de uitvinding is een zowel voor zwart-wit druk 30 als kleurendruk geschikte drukker te verschaffen waarin de genoende bezwaren worden vertreden en waarmee het transport van informatiestrook of informatiestrook en kleuroverdrachtsstrook in relatief ver gaarde mate is geautomatiseerd.
C;r * 5 4 1 I f PUN 11.384 2
De uitvinding heeft daartoe tot kenmerk, dat een door een initiële translatie van de cassette in de drukker deblokkeerbare vergrendeling een cm een vaste as zwenkbare, cylindervormige transportrol vrijgeeft die na een verdere translatie van de cassette een zwenking 5 tot in een cassettevenster 'ondergaat vanaf een eerste cassettezijde en daardoor in drukcontact komt met de drukkop aan een tegenover de eerste cassettezijde gelegen tweede cassettezijde, waarbij de informatiestrook tijdens het drukken ligt ingeklemd tussen de transportrol en de drukkop.
Opgemerkt wordt dat uit de Europese octrooiaanvrage 0086661 een 10 kleurendrukker bekend is waarin zowel het transport van de kleuroverdrachtsstrook als dat van de informatiestrook automatisch plaatsvindt.
De transportmechanismen voor de stroken zijn hier echter volledig gescheiden, terwijl het transport ook niet plaatsvindt in een cassette waarin zowel een kleuroverdrachtsstrook als een informatiestrook kunnen 15 worden getransporteerd. Dit leidt niet alleen tot extra transportmiddelen, maar heeft ook tot gevolg dat het infcarengen van de stroken relatief omslachtig is en meet plaatsvinden bij geopende kleurendrukker.
Verder is uit de Britse octrooiaanvrage 2100673 een kleurendrukker bekend waarbij het transport van de kleuroverdrachtsstrook 20 eveneens volledig gescheiden is van het transport van de informatie-strook. Het transport van de kleuroverdrachtsstrook vindt plaats in de cassette, terwijl het transport van de informatiestrook geheel buiten de cassette wordt bewerkstelligd. Ook in dit geval zijn derhalve extra transportmiddelen noodzakelijk.
25 Een bijzondere uitvoeringsvorm van de drukker waarin voor de aandrijving van een in de cassette opgestelde informatiestrook en overdrachtsstrook gebruik wordt gemaakt van een enkele electromotor heeft verder tot kenmerk, dat de cassette is voorzien van een informatiestrook en een overdrachtsstrook die bij gezwenkte transportrol beide 30 liggen ingeklemd tussen de transportrol en de drukkop en waarbij een in de drukker opgestelde electromotor via een eerste tandwieltrein is gekoppeld met de transportrol voor het transport van de informatiestrook en via een tweede tandwieltrein met een in de cassette opgestelde opwikkel-rol voor het transport van de overdrachtsstrook.
35 Een verdere uitvoeringsvorm van de drukker waarbij de over drachtsstrook met een steeds constante snelheid kan worden getransporteerd heeft tot kenmerk, dat een tot de eerste tandwieltrein behorend tandwiel door middel van een wrijvingskoppeling gekoppeld is met een tot de tweede 85 01 5 4 ^ * * PHN 11.384 3 tandwieltrein behorend tandwiel.
Een. nog verdere uitvoeringsvorm van de drukker waarin net behulp van een functieschijf zowel de positie van de cassette ten opzichte van de drukkop wordt gedefinieerd als voor een juiste aandruk-5 kracht wordt gezorgd van de drukkop tegen de informatiedrager heeft verder tot kenmerk, dat de drukker is voorzien van een draaibare functieschijf met een eerste en een tweede geleidingsgrcef, waarbij de eerste groef in ingrijping is met een eerste volgpen die is gekoppeld met een eerste hefboomsteisel voor het zwenken van een paar aandrukrollen 10 tegen de transportrol en voor het positioneren van de cassette ten opzichte van de drukkop, terwijl de tweede groef in ingrijping is met een tweede volgpen die is gekoppeld met een tweede hefbooms teisel voor het zwenken van een onder veerkracht tegen de drukkop liggende aandrukplaat.
15 Een weer verdere uitvoeringsvorm van de drukker waarin de kans op uitsmeren van de af te drukken tekens relatief klein is heeft tot kenmerk, dat de eerste en de tweede tandwieltrein door middel van een stapmechanisme zijn gekoppeld met de electromotor.
Een voorkeursuitvoeringsvorm van de drukker met een relatief 20 eenvoudige en betrouwbare aandrijving voor het stapsgewijs transporteren van de informatiestrook respectievelijk inforraatiestrook en kleuroverdrachtsstrook heeft verder tot kenmerk, dat het stapmechanisme een door de electromotor continu draaibaar eerste tandwiel bevat en een stapsgewijs draaibaar tweede tandwiel, waarbij het continu draaibare 25 eerste tandwiel door middel van een éénrichtingskqppeling koppelbaar is met en ontkoppelbaar is van een nokschijf die in ingrijping is met een aan de drukkop bevestigde nokvolger, terwijl het stapsgewijs draaibare tweede tandwiel in ingrijping is met een tandwiel dat zowel tot de eerste als de tweede tandwieltrein behoort.
30 Een voorkeursuitvoeringsvorm van een cassette voor een drukker volgens conclusie 1 waarbij voor de aandrijving van de in de drukker opgestelde transportrol en het transport van de in de cassette opgestelde overdrachtsstrook gebruik wordt gemaakt van een enkele electromotor heeft tot kenmerk, dat de cassette een on een eerste as draaibare afwikkel-35 rol voor een overdrachtsstrook bevat, alsmede een cm een tweede, aan de eerste as evenwijdige as draaibare opwikkelrol voor de overdrachtsstrook, waarbij de opwikkelrol is voorzien van een aandrijf orgaan dat koppelbaar is met een externe, in de drukker ppgestelde motoraandrijving. e Λ A. £ Λ *1 ^ ï 1 ü *T i 'vf ^ **
Ir ί PHN 11.384 4
Een verdere uitvoeringsvorm van een cassette waarin de overdrachtsstrook op eenvoudige wijze steeds onder trekspanning wordt gehouden heeft tot kenmerk, dat de eerste as is voorzien van een wrijvingskoppeling die tijdens het drukken bij rotatie van de eerste as 5 en de tweede as in een met de transportrichting van de informatiestrook of overdrachtsstrook overeenkomende richting een continue wrijvings-kracht uitoefent op de eerste as en na het drukken bij stilstand van de tweede as een kortstondige rotatie van de eerste as bewerkstelligt in een richting tegengesteld aan de rotatierichting van de eerste as tijdens 10 het drukken.
Een nog verdere uitvoeringsvorm van een cassette met een bij massafabricage relatief goedkope wrijvingskoppeling heeft tot kenmerk, dat de wrijvingskoppeling een over de eerste as geschoven schroef veer bevat met een tegen een wand in de cassette afgesteund eerste uiteinde 15 en een vrij tweede uiteinde, waarbij een eerste deel van de schroefveer aan zijn binnenzijde aanligt tegen een deel van de eerste as met een relatief grote diameter, terwijl een twaede deel van de schroefveer vrij ligt van een deel van de eerste as met een relatief kleine diameter.
20 Een weer verdere uitvoeringsvorm van de cassette waarbij de informatiestrook is beveiligd tegen ongewenst transport bij uit de drukker genomen cassette heeft tot kenmerk, dat de cassette is voorzien van een rem voor de informatiestrook die tijdens het drukken is uitgeschakeld en voor en na het drukken in de ingeschakelde toestand een rem-25 kracht uitoefent op de informatiestrook.
De uitvinding zal nader worden toegelicht aan de hand van de tekening, waarin : figuur 1 een perspectivisch aanzicht toont van de drukker op een moment juist voor het inbrengen van de cassette, 30 figuur 2 een bovenaanzicht respectievelijk zijaanzicht toont van de drukker volgens figuur 1, figuur 3 een perspectivisch aanzicht toont van een deel van de drukker volgens figuur 1 in de toestand corresponderende net die bij een verwijderde cassette, 35 figuur 4 een perspectivisch aanzicht toont van een deel van de drukker volgens figuur 1 in de toestand corresponderend met die bij een ingebrachte cassette, figuur 5 een doorsnede toont van een deel van de drukker 85 0 1 54 1 « « PEN 11.384 5 volgens figuur 1, figuur 6 een perspectivisch aanzicht toont van een deel van de drukker volgens figuur 1, figuur 7 een perspectivisch aanzicht toont van een deel van 5 de drukker volgens figuur 1, waarbij de functieschijf is gedemonteerd/ figuur 8 een perspectivisch aanzicht toont van de in een drukker volgens figuur 1 toegepaste êénrichtingskoppeling voor de aandrijving van de drukkop, figuur 9 een perspectivisch bovenaanzicht toont van een in de 10 drukker volgens figuur 1 toegepaste cassette/ figuur 10 een perspectivisch onderaanzicht toont van de cassette volgens figuur 9, figuur 11 een perspectivisch bovenaanzicht toont van een gedeeltelijk gedemonteerde cassette volgens figuur 9, 15 figuur 12 een perspectivisch bovenaanzicht toont van een gedeeltelijk gedemonteerde cassette volgens figuur 9, figuur 13 een perspectivisch bovenaanzicht toont van een gedeeltelijk gemonteerde cassette volgens figuur 9/ figuur 14 een langsdoorsnede toont van de cassette volgens 20 figuur 9 juist voor het positioneren in de drukker, figuur 15 een langsdoorsnede toont van de cassette volgens figuur 9 na het positioneren in de drukker, figuur 16 een bovenaanzicht toont van de cassette volgens figuur 15, 25 figuur 17 een vooraanzicht toont van de cassette volgens figuur 15.
De met figuur 1 geïllustreerde voorkeursuitvoeringsvorm van een drukker 1 betreft een kleurendrukker met een informatiestrook en een kleur-overdrachtsstrook met verschillende basiskleuren (geel, magenta, cyaan) 30 in opeenvolgende velden. De drukker bevat een huis met een bcdem 3 en twee loodrecht op de bodem 3 staande evenwijdige zijwanden 5 en 7. Ter versteviging van het huis zijn de zijwanden 5 en 7 met elkaar verbonden door een verbindingsstang 9 en een verbindingsplaat 11. Aan de zijwanden 5 en 7 zijn respectievelijk evenwijdige, horizontale rails 13, 35 15 en 16 (zie figuren 4 en 7) bevestigd voor de geleiding van een cassette 17. De plaatvoonige cassette 17 kan over de rails 13, 15 en 16 geheel in het huis van de kleurendrukker 1 worden geschoven. Zoals blijkt uit de figuren 1 en 2 is de drukker 1 voorzien van een in een ^ - n *· * ' 4 s? v j v 1 3 » ♦ PHN 11.384 6 horizontaal vlak, in een richting loodrecht op de insteekrichting van de cassette 17 heen en veer beweegbare drukkop 19. De plaatvormige drukkop 19 bezit aan zijn onderzijde een rij op zichzelf bekende thermische drukelementen 20 (zichtbaar in het zijaanzicht van figuur 1) die in 5 drukcontact moeten worden gebracht met de kleuroverdrachtsstrook en de informatiedrager, hetgeen in het navolgende nog nader zal worden toegelicht. Aan de in dwarsdoorsnede L-vormige verbindingsstang 9 zijn twee L-vormige lippen 21 en 23 gevormd waarvan de in een verticaal vlak gelegen, opstaande wanden 25 en 27 een geleiding vormen voor twee 10 losse, schijf vormige rollen 29 en 31. In de drukkop 19 zijn twee rechthoekige vensters 33 en 35 aangebracht met randen 37 en 39 die eveneens een geleiding vormen voor de rollen 29 en 31. Door middel van een trekveer 41 die aan zijn ene uiteinde is vastgehaakt in de verbindingsstang 9 en aan zijn andere uiteinde in een lip 43 aan de drukkop 19 worden 15 de rollen 29 en 31 aangedrukt gehouden tegen respectievelijk de wand 25 en de rand 37 en tegen de wand 27 en de rand 39. Een derde, op een as 45 bevestigde rol 47 is draaibaar gelagerd in twee lippen 49 en 51 die zijn gevormd aan de drukkop 19 (zie figuur 2). De derde rol 47 is tijdens het drukken geleid op het horizontale vlak van de L-vormige 20 verbindingsstang 9. Op een flap 53 van de drukkop 19 zijn twee draaibare rollen 55 en 57 gelagerd die dienen als nokvolgers. De nokvolgers 55 en 57 rollen af over een draaibare nokschijf 59 die wordt aangedreven met behulp van gelijkstroommotor 61 via een tandwiel 63. De aandrijving van de nokschijf 59 zal in het navolgende nog nader worden toegelicht 25 aan de hand van de figuren 1, 2, 5, 7 en 8.
Zoals getoond wordt in figuur 5 is de drukker voorzien van een cylindrische transportrol 65 met een om een kern 66 vrij draaibare rubber mantel 67. De langsas van de transportrol 65 is gelegen in een horizontaal vlak en strekt zich uit in een richting loodrecht op de 30 transportrichting van de cassette 17. Door middel van aseinden 69 en 71 die deel uitmaken van de kern 66 en lagers 73 en 75 is de trans-portol 65 draaibaar ondersteund in hefbomen 77 en 79. De hefboom 77 is draaibaar om een as 81 die is bevestigd in de zijwand 5, terwijl de hefboom 79 draaibaar is om een as 83 die bevestigd is in een^stel-35 plaat 85. De as 83 is gestoken in een boring 87 van een relatief dikke as 89 waarop aan het ene uiteinde een vertanding respectievelijk tandwiel 91 is gevormd en aan het andere uiteinde een vertanding respectievelijk tandwiel 93. De as 89 is draaibaar belagerd in de zijwand 7 en 850 1 54 1 PEN 11.384 7 kan tevens draaien cm de as 83. Het tandwiel 91 is In ingrijping net een tandwiel 95 dat draaibaar is cm een in de hefboom 79 bevestigde as 97 en vormt een geheel met een verder tandwiel 99 dat eveneens draaibaar is om de as 97. Ctn een in de hefboom 79 bevestigde as 101 is een tand-5 wiel 103 draaibaar dat in ingrijping is met het tandwiel 99. Een tandwiel 105 vormt een geheel met het tandwiel 103 en draait daarmee samen cm de as 101. Het tandwiel 105 is in ingrijping met een vast op het aseind 71 bevestigd tandwiel 107. Qm de as 97 is tevens een tandwiel 109 draaibaar dat wordt aangedreven door het tandwiel 95 via een wrijvings-10 koppeling in de vorm van een ring 111 die van een materiaal met een relatief hoge wrijvingscoëfficient, zoals een polyester elastomeer is vervaardigd.
Op de uitgaande as van de motor 61 bevindt zich een rondsel 113 (zie figuren 3 en 4) dat in ingrijping is met het tandwiel 63 (zie 15 figuren 1, 5 en 6). Zoals blijkt uit figuur 5 is het tandwiel 63 voorzien van een pen 115 waarmee een op zichzelf bekend Maltheser kruis 117 stapsgewijs wordt aangedreven. Op het Maltheser kruis 117 is een tandwiel 119 bevestigd dat samen met het Maltheser kruis 117 stapsgewijs draait om een in de zijwand 7 gemonteerde as 121. Verder is het tandwiel 63 20 door middel van een vrijloopkoppeling gekoppeld met de nokschijf 59.
Het tandwiel 119 is in ingrijping met het tandwiel 93. De in figuur 8 schematisch getoonde vrijloopkoppeling bevat een eerste, met het tandwiel 63 geïntegreerde koppelingshelft 123 en een tweede, om een in de zijwand 7 bevestigde as 125 draaibare koppelingshelft 127 die is ge-25 integreerd met de nokschijf 59. De vrijloopkoppeling bevat verder een draadveer 129 met een eerste haaks ongebogen uiteinde 131 dat is gestoken in een gat 133 in de eerste koppelingshelft 123 en een tweede haaks ongebogen uiteinde 135 dat is gestoken door twee slobgaten 137 (slechts een slobgat 137 is zichtbaar in figuur 8) die zich bevinden in lippen 139 30 en 141. De lippen 139 en 141 staan loodrecht op het vlak van de eerste koppelingshelft 123 en begrenzen een spleet waarin een kam of rug 143 loopt die is gevormd aan de tweede koppelingshelft 127. Bij rotatie van de eerste koppelingshelft 123 in de vrijlooprichting volgt het uiteinde 135 van de veer 129 vanaf een bepaald ogenblik de kam 143.
35 De veer 129 wordt dan gespannen bij gelijktijdige verplaatsing van het uiteinde 135 in de slobgaten 137. Bij verdere rotatie van de eerste koppelingshelft 123 valt het uiteinde 135 van de veer 129 achter een aan de kam 143 gevormde borst 145 en ontspant de veer. Als vervolgens de 85 0 1 5 4 ! ΡΗΝ Π.384 8 draairichting van de eerste koppelingshelft 123 wordt omgekeerd (sper-richting) gaat het uiteinde 135 van de veer 129 aanliggen tegen de borst 145 en neemt de tweede koppelingshelft 127 en dus de nokschijf 59 mee in de sperrichting. Op de nokschijf 59 bevindt zich een kam of 5 rug 147 die mathematisch kan worden beschreven met een zgn. vijfdegraads polynocm. De rollen 57 (zie figuur 2) volgen de kam 147 zodat een heen-en weer gaande translatiebeweging wordt opgelegd aan de drukkop 19.
De transportrol 65 bezit twee eindstanden, namelijk een eerste eindstand bij verwijderde cassette 17 en een tweede eindstand bij 10 ingestoken cassette 17. In de eerste eindstand is de transportrol 65 gearreteerd in een positie die is gelegen onder het geleidingsniveau van de rails 13 en 15 zoals blijkt uit de figuren 1, 3 en 14. De arrêtering van de transportrol 65 geschiedt met behulp van een door een initiële translatie van de cassette 17 over de rails 13 en 15 deblokkeer-15 bare vergrendeling die twee cm assen 149 respectievelijk 151 draaibare hefbomen 153 en 155 bevat (zie ook figuren 4, 6, 7). De as 149 is gelagerd in de zijwand 5 (figuren 1, 6 en 7), terwijl de as 151 is gelagerd in een lip 157 die gestanst is uit de bcdem 3 (figuren 3 en 4). De hefbomen 153 en 155 zijn voorgespannen door respectievelijk om de assen 149 20 (figuur 1) en 151 (figuur 4) gewonden draadveren 159 en 161. Daartoe zijn de uiteinden van de veren 159 en 161 respectievelijk enerzijds vastgehaakt in de zijwand 5 en de lip 157 en anderzijds in de hefbomen 153 en 155 (niet zichtbaar). De voorspanrichting is zo gekozen dat in de eerste eindstand van de hefbomen 153 en 155 aan de hefbomen 25 153 en 155 gevormde lippen 163 en 165 aangedrukt liggen tegen de hefbomen 77 en 79. De lip 163 van de hefboom 153 is alleen zichtbaar in figuur 7 en figuur 14. De hefbomen 77en79 die de transportrol 65 dragen zijn op analoge wijze voorgespannen als de hef boten 153 en 155. In dit geval is de voorspankracht van de betreffende draadveren 30 zo gericht dat na deblokkering door de cassette 17 de transportrol 65 naar boven zwenkt met de hefbomen 77 en 79. Opgemerkt wordt dat de voorspanmomenten van de hefbomen 153 en 155 ter plaatse van de aan-ligging tegen de hefbomen 77 en 79 groter moet zijn dan de voorspan-mcmenten van de hefbomen 77 en 79 in het geval dat de aandrukpunten 35 boven of onder de assen 81 en 83 zijn gelegen. Bij de beschreven uitvoeringsvorm liggen deze aandrukpunten op hetzelfde verticale niveau als de assen 81 en 83 zodat de verhouding van de voorspankrachten niet kritisch is. Zoals blijkt uit de figuren 3 en 14 worden de hefbomen 153 8501541 EHN 11.384 9 en 155 bij een initiële translatie van de cassette 17 in de drukker over de rails 13 en 15 door de voorzijde van de cassette tegen veerkracht in naar achter gedrukt zodat de vergrendeling van de hefbaren 77 en 79 wordt gedeblokkeerd. De hefbomen 77 en 79 zwenken nu onder veerkracht 5 roet de transportrol 65 naar boven. In de cassette 17 bevindt zich een trechtervormig cassettevenster 167 dat zich bij voortgaande translatie van de cassette juist boven de transportrol 65 bevindt als deze het niveau van de rails 13 en 15 bereikt. De hefbomen 77 en 79 zwenken nu automatisch door tot de in figuur 15 aangegeven positie waarbij de transport-10 rol 65 juist boven de cassette 17 uitsteekt. In deze positie kant een met het tandwiel 109 in ingrijping zijnd tandwiel 169 in ingrijping met een tandwiel 171 dat zich in de cassette 17 bevindt en dat is gekoppeld met een opwikkelrol 191 voor de kleuroverdrachtsstrook. Het tandwiel 171 is zichtbaar in de figuren 9, 11, 14, 15 en 16, terwijl 15 het tandwiel 169 alleen zichtbaar is in figuur 15. Het tandwiel 169 is draaibaar gelagerd op de hefboom 79.
In het onderhavige geval is de cassette 17 voorzien van een informatiestrook 175 (normaal papier) en een kleuroverdrachtsstrook 177. De kleuroverdrachtstrcok 177 is van een gebruikelijk soort met 20 drie velden was van verschillende basiskleuren, namelijk geel,magenta en cyaan voor elk kleurenbeeld. Verder kan voor elk te vannen kleurenbeeld nog een vierde veld met was in de kleur zwart aanwezig zijn (zie figuur 11). De uit kunststof vervaardigde cassette 17 bezit een onderbelft 179 en een bovenhelft 181 die aan elkaar zijn geklikt. Zoals 25 blijkt uit de figuren 12 en 13 is de onderhelft 179 voorzien van een drietal compartimenten 183, 185 en 187. In het compartiment 183 bevindt zich het harroonicavonnig opgevouwen papier 175 dat door het cassettevenster 167 heen met een uiteinde tot buiten de cassette is geleid. Het compartiment 185 is voorzien van een afwikkelrol 189 waarop de kleur-30 overdrachtsstrook 177 is gewikkeld (zie figuur 11). De kleuroverdrachtsstrook 177 wordt opgewikkeld op de opwikkelrol 191 die zich in het compartiment 187 bevindt en is geleid in een horizontale baan nabij de bovenzijde van het cassettevenster 167. De kleuroverdrachtsstrook 177 wordt zovel voor als tijdens het drukken strak gehouden op nog 35 nader te beschrijven wijze. Bij het zwenken van de transportrol 65 naar de in figuur 15 aangegeven positie worden zovel het papier 175 als de kleuroverdrachtsstrook 177 tot buiten de cassette gedrukt en gespannen on de transportrol 65.
85 ö154 1 PHN 11.384 10
De transportrol 65 wordt nu gefixeerd regen verplaatsing evenwijdig aan de insteekrichting van de cassette in de tweede eindstand die wordt ingencmen tijdens het drukken met hehulp van een eerste aangedreven hefboomstelsel. Dit eerste hefboomstelsel bevat onder andere 5 twee aan een in de zijwanden 5 en 7 gelagerde, draaibare as 193 bevestigde hefbaren 195 en 197 (zie figuren 1, 2, 4, 6 en 14). Aan hun van de as 193 af gerichte uiteinden zijn de hefbaren 195 en 197 voorzien van vorken 199 en 201 (zie figuur 3). De vorken 199 en 201 grijpen passend om de lagers 73 en 75 ter plaatse van de referentienuirmers 10 203 en 205 in figuur 5. Verder zijn aan de hefbaren 195 en 197 anten 207 en 209 toegevoerd die draaibaar zijn om de as 193. De anten 207 en 209 zijn voorzien van over de hefbaren 195 en 197 heen stekende lippen 211 en 213 waarop een uiteinde rust van om de as 193 heen geslagen draad-veren 215 en 217. Het andere uiteinde van de voorgespannen draadveren 215 15 en 217 is gehaakt onder een uitsteeksel aan de hefbaren 195 en 197.
In figuur 1 is een dergelijk uitsteeksel 219 van de hef boon 197 zichtbaar. Aan de armen 207 en 209 zijn aseinden 221 en 223 bevestigd waarop draaibare, conische aandrukrollen 225 en 227 zijn gelagerd. De buitenzijde van de vorken 199 en 201 past nauwkeurig in de bovenzijde van het 20 cassettevenster 167 zodat ook de cassette 17 met de vorken 199 en 201 kan worden gepositioneerd en gefixeerd. Zoals blijkt uit de figuren 1,2 en 6 wordt een zwenking van de hefbomen 195 en 197 en daarmee dus ook van de armen 207 en 209 verkregen door de as 193 te roteren. Daartoe is aan de as 193 een hefboom 229 bevestigd die is voorzien van een 25 volgpen 231 (zie figuur 6). De volgpen 231 loopt in een groef 233 van een draaibaar in de zijwand 7 gelagerde functieschijf 235. De functieschijf 235 is voorzien van een vertanding 237 waarmee een rondsel 239 in ingrijping is dat wordt aangedreven door een as 241 die is gekoppeld met een in de drukker opgestelde gelijkstroommotor 243 30 (zie figuur 3). Bij rotatie van de functieschijf 235 in de juiste richting zwenken de hefbomen 195 en 197 en de armen 207 en 209 in de richting van de zich nabij de tweede eindstand bevindende transportrol 65. De zwenking van de armen 207 en 209 eindigt op het moment dat de aandrukrollen 225 en 227 met een vooraf bepaalde aandrukkracht 35 komen aan te liggen tegen de on de transportrol 65 gespannen informatie-strook 175 die breder is dan de kleuroverdrachtsstrook 177. De zwenking van de hefbomen 195 en 197 wordt vervolgens bij stilstaande armen 207 en 209 nog voortgezet tot de vorken 199 en 201 passend aanliggen 85 Ö1 5 4 1 PHN 11.384 11 om de lagers 73 en 75. Op dat moment is ook de cassette 17 door de buitenzijde van de vorken 199 en 201 gefixeerd. Tijdens de hierbij optredende relatieve beweging tussen de hefbomen 195 en 197 en de armen 207 en 209 worden de draadveren 215 en 217 verder gespannen.
5 Zoals blijkt uit de figuren 1 en 6 is de functieschijf 235 nog voorzien van een tweede groef 245 waarin een uiteinde van een tweede volgpen 247 is geleid. De tweede volgpen 247 maakt deel uit van een tweede hefbocmstelsel met een hefboom 249 die draaibaar is cm de as 193. Sen boven de drukkop 19 gelegen aandrukplaat 251 waarin een aan-10 drukrol 253 draaibaar is gelagerd bezit een zijwaarts gerichte flap 255 en een benedenwaarts gerichte flap 257. De aandrukplaat 251 is draaibaar om de as 193 en is geborgd tegen verplaatsing in een richting evenwijdig aan de insteekrichting van de cassette 17 door middel van twee tegen de as 193 en tegen lippen 259 en 261 afge-15 steunde draadveren 263 en 265. De benedenwaartse gerichte flap 257 is voorzien van een drietal uitgestanste lippen 267, 269 en 271 waartussen een bladveer 273 is opgelegd. Een taps verlopend uiteinde 275 van de bladveer 273 ligt onder veerkracht aan tegen de volgpen 247.
Door de functieschijf 235 te roteren wordt het aanligpunt van de volgpen 20 247 op de bladveer 273 verplaatst waardoor de aandrukplaat 251 een zwenking ondergaat die naar de drukkop 19 toe gericht is. De aandrukrol 253 komt daarmee tegen de drukkop 19 te liggen net de voor het drukken benodigde aandrukkracht. De drukkop 19 wordt derhalve net de gewenste kracht tegen de cm de transportrol 65 liggende kleuroverdrachtsstrook 25 177 gedrukt.
De kleuroverdrachtsstrook 177 wordt zowel bij een zich buiten de drukker 1 bevindende cassette 17 als bij een in de drukker geschoven cassette strak gehouden met behulp van een wrij vingskoppeling. Daartoe is aan een as 277 van de afwikkelrol 189 (zie figuur 11) een korte as 30 279 op een niet nader aangegeven wijze bevestigd door middel van een verpenning. De as 279 bezit een deel 281 met een relatief grote diameter en een deel 283 met een relatief kleine diameter. Om de as 279 ligt een schrcefveer 285 met een in ontspannen toestand over zijn lengte constante diameter. De schrcefveer 285 is in ontspannen toestand 35 met een lichte schuifpassing over het relatief dikke deel 281 van de as 279 geschoven en ligt vrij van het relatief dunne deel 283. Als tijdens het drukken door de transportrol 65 een trekkracht wordt uitgeoefend op de kleuroverdrachtsstrook 177 wordt een deel 287 van de veer 285 als „M '-£> .Tl f 1 i PHN 11.384 12 het ware opgewikkeld op het deel 281 van de as 279 waardoor een lichte klempassing ontstaat tussen het deel 281 van de as 279 en het deel 287 van de veer 285. De diameter van het deel 287 van de veer 285 wordt dus een weinig verkleind, terwijl de diameter van een cm het 5 deel 283 van de as 279 vrij liggend deel 289 van de veer 285 constant blijft. Tijdens het opspannen van het deel 287 van de veer 285 gaat een uiteinde 291 daarvan aanliggen tegen een wand 293 van de cassette 17. Het andere uiteinde 295 van de veer 285 blijft vrij. Door het opspannen van het deel 287 van de veer 285 oefent deze een wrijvings-10 kracht uit op het deel 281 van de as 279 zodat een constante rem-kracht wordt uitgeoefend op de afwikkelrol 189 en de kleuroverdrachts-strook 177 wordt strak gehouden. Als vervolgens de rotatie van de transportrol 65 wordt gestopt en de cassette 17 uit de drukker 1 wordt verwijderd is de ontspankracht in de veer 285 voldoende om de door 15 de transportrol 65 in de kleuroverdrachtsstrook 177 veroorzaakte boiling strak te trekken. De opwikkelrol 191 wordt tegen terugdraaien geborgd door een in de cassette 17 opgestelde bladveer 297 (zie figuren 14 en 15) die in ingrijping komt met een vertanding van een op een as 301 van de opwikkelrol 191 gemonteerd kartelwiel 303. De veer 285 20 is tegen verschuiven over de as 279 geborgd door een borgveer 305 die in een groef 307 ligt van de as 279. In de onderhelft 179 van de cassette 17 zijn aan weerszijden kamers 309 en 311 gevormd waarin een rem is aangebracht voor de informatiestrook 175 die breder is dan de kleuroverdrachtsstrook 177 (zie figuren 11, 12 en 13). Aan de hand 25 van figuur 18 wordt de werking van de in de kamer 309 aangebrachte rem beschreven. De rem voor de kamer 311 is identiek aan die voor de kamer 309. In de kamer 309 bevindt zich een schuif 313 die verplaatsbaar is tegen de kracht in van een veer 315 die bij uit de drukker genomen cassette onbelast is. De schuif 313 is geleid langs de 30 wanden van de kamer 309. Aan de schuif 313 is een met rubber beklede pen 317 bevestigd die is geleid langs een helling 319 van een schot 321 in de cassette 17. De vorken 199 en. 201 aan de uiteinden van de hefbomen 195 en 197 zijn zodanig bemeten dat de achterzijde daarvan na zwenking van de hefbomen 195 en 197 tegen de schuif 313 drukt in de richting 35 van een pijl 323 in figuur 18. De pen 317 neemt dan zijn laagste positie op de helling 319 zodat de informatiestrook 175 vrij ligt van de pen 317 tijdens het drukken. Bij het uitnemen van de cassette 17 uit de drukker 1 ontspant de veer 315 zich zodat de pen 317 zijn hoogste 85 0 1 5« 1 PHN 11.384 13 positie op de helling 319 gaat innemen. In deze laatste positie drukt de pen 317 de informatiestrook 175 tegen de onderzijde van de bovenhelft 181 van de cassette 17 en functioneert dan als rem. Op deze wijze wordt verhinderd dat de informatiestrook 175 ongewild kan worden ver-5 plaatst door te trekken aan het buiten de cassette 17 stekende deel.
De informatiestrook 175 steekt namelijk steeds met een deel buiten de cassette 17 door het cassettevenster 167 heen. Door de remkracht op de informatiestrook 175 kan deze tevens op eenvoudige wijze worden af gescheurd.
10 Opgemerkt wordt dat de vorken 199 en 201 een drieledige functie bezitten, namelijk : - het positioneren van de cassette 17 ten opzichte van de drukkop 19, - het positioneren van de transportrol 65 ten opzichte van de drukkop 19, - het uitschakelen van de rem op de informatiestrook 175.
15 In het navolgende zal de werking van de drukker 1 worden be schreven, waarbij ervan wordt uitgegaan dat de casette 17 is ingébracht en gepositioneerd door de vorken 199 en 201 en dat de aandruk-plaat 251 de drukkop 19 aangedrukt houdt tegen de om de transportrol 65 liggende informatiestrook 175 en kleuroverdrachtsstrook 177. Via 20 het rondsel 113 wordt door de motor 61 het tandwiel 63 aangedreven en de daarmee geïntegreerde koppelingshelft 123. Verondersteld wordt dat de rotatierichting van het tandwiel 63 zo is dat de veer 125 aangedrukt ligt tegen de borst 145 van de kam 143 op de koppelingshelft 127 waardoor de daarmee geïntegreerde nckschijf 59 in rotatie wordt 25 gebracht. De op de drukkop 19 draaibaar gelagerde rollen 55 en 57 rollen daarbij af over de kam 147 van de nokschijf 59 zodat een heen en weer gaande translatiebeweging wordt opgelegd aan de drukkop 19 die onder wrijving over de kleuroverdrachtsstrook 177 schuift net zijn rij drukelenenten 20. Tijdens de heen en weer gaande translatie van 30 drukkop 19 staan de kleuroverdrachtsstrook 177 en de informatiestrook 175 stil, hetgeen uit het navolgende duidelijk wordt. Het transport van de informatiestrook 175 en de kleuroverdrachtsstrook 177 vindt namelijk op intermitterende wijze plaats. De aandrukrollen 225 en 227 drukken de informatiestrook 175 aan de zijkanten tegen twee op de 35 aseinden 69 en 71 bevestigde schijven 324 en 326 die zijn voorzien van een ruw wrijvingscppervlak en die het transport van de informatiestrook 175 in eerste instantie bewerkstelligen. De informatiestrook 175 wordt in breedte richting strak gehouden doordat de aandrukrollen 225 850 1 54 1 FHN 11.384 14 en 227 conisch zijn. De kleuroverdrachtsstrook 177 wordt getransporteerd door de opwikkelrol 191 in de cassette 17 en bezit een breedte die niet groter is dan de breedte van de om de kern 66 draaibare rubber mantel 67. De mantel 67 heeft dus geen transportfunctie maar dient voor 5 de aandrukking van de beide stroken tegen de drukelementen 20. In tweede instantie wordt het transport van de informatiestrook verkregen door de wrijvingskracht die de kleuroverdrachtsstrook uitoefent of de informatiestrook. Door bekrachtiging op een gebruikelijke wijze van de thermische drukelementen 20 op de drukkop 19 wordt tijdens de 10 eerste heengaande slag van de drukkop 19 een rij punten afgedrukt van het te vormen beeld op de informatiedrager 175. De beeldpunten van de eerste rij bezitten de kleur geel en worden gevormd door het oversmelten van een kleine hoeveelheid gele was uit een rechthoekig veld van gele was op de onderzijde van de kleuroverdrachtsstrook 177. Nadat de drukkop 15 19 is teruggekeerd in de uitgangspositie worden de beide stroken 175 en 177 getransporteerd over een lijnafstand van het te vormen beeld.
Bij voortgaande rotatie van het tandwiel 63 kont de pen 115 in ingrijping met het Maltheser kruis 117 waardoor een staprotatie van het tandwiel 119 wordt verkregen (zie figuur 5). Via de tandwielen 93 en 91 roteert 20 nu ook het tandwiel 19 over êén stap. Het tandwiel 95 behoort tot een eerste tandwiel trein waartoe verder nog de tandwielen 99/ 103, 105 en 107 behoren, zodat ook de transportrol 65 roteert over één stap. Het tandwiel 95 behoort tevens tot een tweede tandwieltrein waarmee de opwikkelrol 191 voor de kleuroverdrachtsstrook stapsgewijs wordt aan-25 gedreven. Daartoe is tussen het tandwiel 95 en het tandwiel 109 de wrijvingsring 111 opgesteld die een aandrijfkoppel uitoefent op het tandwiel 109. Zoals blijkt uit figuur 15 is het tandwiel 109 in ingrijping met het tandwiel 169 dat op zijn beurt in ingrijping is met het aan de opwikkelrol 191 bevestigde tandwiel 171. Tot de tweede 30 tandwieltrein behoren dus de tandwielen 95, 109, 169 en 171. De wrijvingskracht tussen de stroken 175 en 177 is groter dan de wrijvingskracht tussen de kleuroverdrachtsstrook 177 en de drukelementen 20.
Verder is de verhouding van de overbrengingen van de eerste en de tweede tandwieltrein zo gekozen dat zelfs bij het begin van opwikkelen 35 van de kleuroverdrachtsstrook 177 op de opwikkelrol 191 de cmtreksnel-heid daarvan een weinig groter zou zijn dan de amtreksnelheid van de schijven 324 en 326 als geen slip zou optreden tussen de wrijvingsring 111 en het tandwiel 109. In werkelijkheid treedt slip op tussen de 8501541 PHN 11.384 15 tiarijvingsring 111 en het tandwiel 109 omdat de diameter waarover de wrijvingsring 111 aanligt tegen het tandwiel 1 09 kleiner is dan de diameter waarover de wrijvingsring 111 aanligt tegen het tandwiel 95.
De slipsnelheid van de wrijvingsring 111 over het tandwiel 109 wordt 5 groter naarmate de opwikkelroldiameter van de opwikkelrol 191 toeneemt. Hiermee is dus verzekerd dat per tijdseenheid gelijke lengten van de heide stroken 175 en 177 langs de denkelementen 20 worden getransporteerd bij een toenemende opwikkeldiameter van de opwikkelrol 191.
De wrijvingskracnt van de wrijvingsring 111 op het tandwiel 109 is 10 steeds zodanig dat de kleuroverdrachtsstrook 177 wordt strak gehouden tussen de transportrol 55 en de opwikkelrol 191. Doordat de kleuroverdrachtsstrook 177 wordt strak gehouden is men er tevens van verzekerd, dat de stroken 175 en 177 van elkaar los worden getrokken in het geval dat hechting optreedt tussen de stroken tijdens het overbrengen en 15 drogen van de was op de informatiestrook 175. Nadat de informatiestrook 175 over een afstand langs de drukelementen 20 is getransporteerd die gelijk is aan de afstand tussen twee opeenvolgende rijen afgedrukte punten in de basiskleur geel is de pen 115 buiten ingrijping met het Maltheser kruis 117 en is het transport van de beide stroken gestept.
20 De volgende lijn punten in de kleur geel wordt nu gedrukt bij voortgaande rotatie van het tandwiel 63. De vorm van de kam 147 is zodanig dat de drukkep 19 start met een volgende heengaande translatie juist nadat het transport van de stroken 175 en 177 is gestopt. Op de beschreven wijze worden alle volgende lijnen met beeldpunten in de 25 kleur geel gedrukt. Het drukken vindt uitsluitend plaats tijdens de heengaande translatie van de drukkop 19. De informatiestrook 175 is aan het begin van elk beeldveld voorzien van een merkteken dat wordt gedetecteerd met een daartoe geschikte eerste detector. De kleuroverdrachtsstrook 175 is aan het begin van elk geel veld met was voor-30 zien van een merkteken dat wordt gedetecteerd met een daartoe geschikte tweede detector. Bij het begin van drukken stonden dus beide merktekens tegenover de betreffende detectoren. Nadat alle lijnen met beeldpunten in de kleur geel zijn gedrukt worden de beide stroken over een bepaalde afstand verder getransporteerd. Deze afstand is zo gekozen dat men 35 ervan verzekerd is dat het volgende veld met was in de tweede basiskleur magenta tegenover de drukelementen 20 staat. De motor 61 wordt automatisch gestopt na transport van de beMe stroken over de genoemde afstand. Het is derhalve niet nodig dat hierbij merktekens worden ge- u Λ ii « ’» W > i PHN 11.384 16 detecteerd. Vervolgens wordt net behulp van de motor 243 de functie-schijf 235 aangedreven in een richting tegengesteld aan die voor het activeren van de aandrukplaat 251. Daarbij lopen de pennen 231 en 247 respectievelijk in de groeven 233 en 245. Omdat de pen 247 groef 245 5 volgt wordt door de pen 247 een baan doorlopen met een in grootte geleidelijk afnemende straal zcdat de aandrukplaat 251 wordt geheven.
De hefboom 249 draait daarbij om de as 193. De pen 231 volgt echter een baan met constante straal omdat het begin van de groef 233 cirkel-vormig is. De pen 231 blijft derhalve een vaste positie innemen zcdat 10 ook de hefboom 229 en de as 193 niet worden geroteerd. De motor 243 wordt gestopt voordat de pen 231 het cirkelvormige deel van de groef 233 verlaat. De positionering van de transportrol 65, de cassette 17 en de aandrukrollen 225 en 227 blijft dus gehandhaafd. Vervolgens wordt met de motor 61 het tandwiel 63 aangedreven in een richting 15 tegengesteld aan de draairichting die correspondeert met het transport van de beide stroken 175 en 177 over de beeldlijnafstand als reeds is beschreven. Dit betekent dat de veer 129 over de kam 143 gaat lopen zodat de koppelingshelften 123 en 127 zijn ontkoppeld en de nok-schijf 59 stil staat. De drukkop 19 wordt dus in deze fase niet 20 aangedreven. Het transport van de kleuroverdrachtsstrook 177 wordt geblokkeerd door de bladveer 297 die in ingrijping komt met het kartel-wiel 303 (zie figuren 14 en 15). Daardoor gaat de wrijvingsring 111 slippen over het nu stilstaande tandwiel 109. De informatiestrook 175 wordt in een aantal stappen intermitterend teruggetransporteerd naar 25 de beginpositie die wordt herkend met behulp van de eerste detector. Deze detector levert een stopsignaal voor de motor 61 op het moment dat het reeds genoende merkteken op de informatiestrook 175 wordt gedetecteerd. Omdat het veld met was van de tweede basiskleur magenta van de kleuroverdrachtsstrook 177 zich reeds onder de drukelementen 30 20. .bevindt kan nu worden gestart met het drukken van de beeldpunten in de kleur magenta nadat eerst nog met behulp van de functieschijf 235 de aandrukplaat 251 tegen de drukkop 19 is gedrukt. De beeldpunten in de kleur magenta worden nu over de reeds afgedrukte beeldpunten in de kleur geel gedrukt. Nadat alle beeldpunten in de kleur magenta 35 zijn gedrukt worden op analoge wijze de beeldpunten in de derde basiskleur cyaan gedrukt . Eventueel worden ook nog beeldpunten in de kleur zwart gedrukt. De verschillende kleurschakeringen van de beeldpunten waarin zich was bevindt van de drie verschillende basiskleuren worden . j -¾ .1 s" · 41 u 0 ** i 3 ^ ï PHN 11.384 17 verkregen door de hoeveelheden was die worden overgesmolten te variëren. Bit kan op een op zichzelf gebruikelijke wijze door aan de drukelementen 20 stuursignalen toe te voeren waarvan de pulsbreedte is gemoduleerd. Nadat het complete beeld is gedrukt kan een volgend beeld op de 5 informatiedrager worden gedrukt. Ook kan het deel van de informatiedrager net het reeds gedrukte beeld worden af gescheurd. De lengte van de beide stroken is zodanig dat een aantal heelden na elkaar kan warden af gedrukt. Indien gewenst kan de cassette 17 uit de drukker 1 warden verwijderd.
10 Zoals blijkt uit figuur 7 is de functieschijf 235 voorzien van een derde groef 325 die een geleiding vormt voor een derde volgpen 327 die is bevestigd aan een draaibaar cm een as 329 in de zijwand 7 gelagerde hefboom 330. De groef 325 bevindt zich aan de naar de zijwand 7 toe gekeerde zijde van de functieschijf 235. Aan de hefboom 15 330 is een uitwerppen 331 bevestigd die is geleid in een sleuf 333 in de zijwand 7. Bij ingeschoven cassette 17 ligt de uitwerppen 331 tegen de voorzijde van de cassette (niet zichtbaar in de figuren).
Door de functieschijf 235 te roteren kan dus via de hefboom 330 de cassette 17 met de uitwerppen 331 over een bepaalde lengte uit de 20 drukker worden geschoven. De cassette kan dan met de hand worden verwijderd. Aan de zijwand 7 van de drukker zijn twee micro-schakelaars 335 en 337 bevestigd waarvan schakelnokken 339 en 341 aanliggen tegen een kam 343 op de funtieschijf 235. De schakelaars 335 en 337 dienen voor de begrenzing van de rotaties van de functieschijf 235 in beide 25 draairichtingen.
Met behoud van het in het voorgaande, aan de hand van een bijzondere uitvoeringsvorm van de drukker, beschreven principe van een zwenkbare transportrol voor het transport van de informatiestrook zijn een aantal alternatieven mogelijk. In feite zijn de beschreven 30 drukker en de cassette multifunctioneel. Hiermee wordt bedoeld dat drukker en cassette geschikt zijn voor zowel zwart-wit druk als kleurendruk. Bij zwart-wit druk zijn er twee mogelijkheden, nairelijk : - het drukken met een combinatie van een informatiestrook en een over-drachtsstrock die alleen de kleur zwart bevat, 35 - het drukken met uitsluitend een informatiestrook.
In beide gevallen is het terugtransporteren van de informatiestrook niet meer nodig. Als uitsluitend gebruik wordt gemaakt van een informatiestrook bevat de cassette uiteraard alleen een informatiestrook.
8501541 PHN 11.384 18
Deze kan bestaan uit hittegevoelig papier als de drukkop 19 thermische drukelenenten 20 bevat zoals in het onderhavige geval. De drukkop 19 kan echter van een geheel ander type zijn. In aanmerking komen bijvoorbeeld electrostatische drukkoppen, drukkoppen met slagelementen zoals 5 drukstiften, drukkoppen werkend met inktdruppel generatoren, magnetische drukkoppen en optische drukkoppen werkend met een lichtgevoelige laag op de informatiestrook. Dergelijke drukkoppen en de daarbij gebruikte informatiestroken zijn op zichzelf bekend. Ook kan gebruik worden gemaakt van een informatiestrook met een hittegevoelige laag waarin een kleur-10 omslag wordt bewerkstelligd door thermische drukelenenten. Het transport van de informatiestrook en/of overdrachtsstrook kan zowel intermitterend zijn als beschreven, als continue. De drukkop kan ook vast zijn opgesteld. Bij gebruik van thermische drukelementen is dan een relatief groot aantal van relatief kleine drukelementen nocdzakelijk.
15 Hoewel de drukker is beschreven aan de hand van een druk- principe waarbij de punten van verschillende basiskleur over elkaar heen worden gedrukt kunnen ook andere configuraties van de punten in verschillende basiskleur worden gekozen. De punten kunnen zowel in driehoeksconfiguratie als in lijnconfiguratie worden gedrukt. Derge-20 lijke configuraties zijn op zichzelf bekend. Op de kleuroverdrachts-strook kunnen de basiskleur en zijn gevormd in rechthoekige velden, evenwijdige opeenvolgende smalle stroken of in driehoeksconfiguratie.
De vergrendeling van de transportrol in de eerste eindstand (bij uitgenomen cassette) kan op diverse wijzen geschieden bijvoorbeeld door 25 middel van een electromagneet die met een schakelaar wordt geactiveerd bij het insteken van de cassette. Door de constructie met een zwenkbare transportrol wordt een drukker verkregen met een relatief kleine bouwhoogte.
30 35 8501 54 '1

Claims (11)

1. Drukker met een geleiding voor een insteekbare cassette waarin zich een ten opzichte van een drukkop verplaatsbare informatiestrook bevindt en waarbij de cassette is voorzien van ten minste een toegangs-venster voor transportorganen van de genoemde strook, met het kenmerk, 5 dat een door een initiële translatie van de cassette in de drukker deblokkeerbare vergrendeling een cm een vaste as zwenkbare, cylinder-vormige transportrol vrijgeeft die na een verdere translatie van de cassette een zwenking tot in een cassette venster ondergaat vanaf een eerste cassettezijde en daardoor in drukcontact kcmt met de drukkop 10 aan een tegenover de eerste cassettezijde gelegen tweede cassettezijde, waarbij de informatiestrook tijdens het drukken ligt ingeklemd tussen de transportrol en de drukkop.
2. Drukker volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de cassette is voorzien van een informatiestrook en een overdrachtsstrook die bij 15 gezwenkte transportrol beide liggen ingeklemd tussen de transportrol en de drukkop en waarbij een in de drukker opgestelde electromotor via een eerste tandwieltrein is gekoppeld met de transportrol voor het transport van de informatiestrook en via een tweede tandwieltein met een in de cassette opgestelde opwikkelrol voor het transport van de over-20 drachtsstrook.
3. Drukker volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat een tot de eerste tandwieltrein behorend tandwiel door middel van een wrijvings-koppeling gekoppeld is met een tot de tweede tandwieltrein behorend tandwiel.
4. Drukker volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de drukker is voorzien van een draaibare functieschijf met een eerste en een tweede geleidingsgroef, waarbij de eerste groef in ingrijping is met een eerste volgpen die is gekoppeld met een eerste hefboomstelsel voor het zwenken van een paar aandrukrollen tegen de transportrol en voor 30 het positioneren van de cassette ten opzichte van de drukkop, terwijl de tweede groef in ingrijping is met een tweede volgpen die is gekoppeld met een tweede hefboomstelsel voor het zwenken van een onder veerkracht tegen de drukkop liggende aandrukplaat.
5. Drukker volgens conclusie 1, net het kenmerk, dat de eerste 35 en de tweede tandwieltrein door middel van een stapmechanisme zijn gekoppeld met de electromotor.
6. Drukker volgens conclusie 2 en 5, met het kenmerk, dat het stapmechanisme een door de electromotor continu draaibaar eerste tandwiel C wvr - “* - PHN 11.384 20 bevat en een stapsgewijs draaibaar tweede tandwiel, waarbij het continu draaibare eerste tandwiel door middel van een êênrichtingskoppeling koppel-baar is met en ontkoppelbaar is van een nokschijf die in ingrijping is met een aan de drukkop bevestigde nokvolger, terwijl het stapsgewijs 5 draaibare tweede tandwiel in ingrijping is met een tandwiel dat zowel tot de eerste als de tweede tandwieltrein behoort.
7. Cassette voor een drukker volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de cassette een cm een eerste as draaibare afwikkelrol voor een over-drachtsstrook bevat, alsmede een om een tweede, aan de eerste as even- 10 wijdige as draaibare opwikkelrol voor de overdrachsstrook, waarbij de opwikkelrol is voorzien van een aandrijforgaan dat koppelbaar is met een externe, in de drukker opgestelde motoraandrijving.
8. Cassette volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat de eerste as is voorzien van een wrijvingskoppeling die tijdens het drukken bij 15 rotatie van de eerste as en de tweede as in een met de transportrichting van de informatiestrook of overdrachtsstrook overeenkomende richting een continue wrijvingskracht uitoefent op de eerste as en na het drukken bij stilstand van de tweede as een kortstondige rotatie van de eerste as bewerkstelligt in een richting tegengesteld aan de rotatierichting 20 van de eerste as tijdens het drukken.
9. Cassette volgens conclusie 8, met het kennerk, dat de wrijvingskoppeling een over de eerste as geschoven scbroefveer bevat met een tegen een wand in de cassette afgesteund eerste uiteinde en een vrij tweede uiteinde, waarbij een eerste deel van de schroefveer aan zijn binnen- 25 zijde aanligt tegen een deel van de eerste as met een relatief grote diameter, terwijl een tweede deel van de schroefveer vrij ligt van een deel van de eerste as met een relatief kleine diameter.
10. Cassette volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat de cassette is voorzien van een rem voor de informatiestrook die tijdens het drukken 30 is uitgeschakeld en voor en na het drukken in de ingeschakelde toestand een remkracht uitoefent op de informatiestrook.
11. Drukker met een geleiding voor een insteekbare cassette waarin zich een te bedrukken informatiedrager bevindt, met het kenmerk, dat de drukker een door een kracht evenwijdig aan de geleidingsrichting van 35. de cassette deblokkeerbare vergrendeling bevat die bij deblokkering een om een vaste as zwenkbare, cylindervormige en om de cylinder as draaibare transportrol vrijgeeft, welke cylinder as bij zwenking van de transportrol vanuit een eerste eindstand naar een tweede eindstand een aan 35 01ΐ m PHN 11.384 21 zichzelf evenwijdige verplaatsing ondergaat. 5 10 15 20 25 » 30 35 λ Q *; ’ ' Vi? -J *
NL8501541A 1985-05-30 1985-05-30 Drukker met een geleiding voor een insteekbare cassette. NL8501541A (nl)

Priority Applications (6)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8501541A NL8501541A (nl) 1985-05-30 1985-05-30 Drukker met een geleiding voor een insteekbare cassette.
US06/780,733 US4696590A (en) 1985-05-30 1985-09-26 Printer having a guide for an insertable cassette which can hold data and transfer strips
DE8686200888T DE3667939D1 (de) 1985-05-30 1986-05-22 Drucker mit fuehrung fuer eine einsteckbare kassette.
EP86200888A EP0203664B1 (en) 1985-05-30 1986-05-22 Printer having a guide for an insertable cassette
CA000510039A CA1291664C (en) 1985-05-30 1986-05-27 Printer having a guide for an insertable cassette
JP61122376A JPS61277478A (ja) 1985-05-30 1986-05-29 プリンタ

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8501541A NL8501541A (nl) 1985-05-30 1985-05-30 Drukker met een geleiding voor een insteekbare cassette.
NL8501541 1985-05-30

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8501541A true NL8501541A (nl) 1986-12-16

Family

ID=19846060

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8501541A NL8501541A (nl) 1985-05-30 1985-05-30 Drukker met een geleiding voor een insteekbare cassette.

Country Status (6)

Country Link
US (1) US4696590A (nl)
EP (1) EP0203664B1 (nl)
JP (1) JPS61277478A (nl)
CA (1) CA1291664C (nl)
DE (1) DE3667939D1 (nl)
NL (1) NL8501541A (nl)

Families Citing this family (13)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
JPS63197159U (nl) * 1987-06-09 1988-12-19
DE315488T1 (de) * 1987-11-06 1989-12-07 Victor Company Of Japan, Ltd., Yokohama, Kanagawa, Jp Anordnung zur thermischen aufzeichnung.
JPH04110172A (ja) * 1990-08-31 1992-04-10 Oki Electric Ind Co Ltd 消耗品カートリッジ及びこれを用いる熱転写式印刷機
DE69113196T2 (de) * 1990-10-05 1996-05-15 Sharp Kk Papierzuführvorrichtung zum schnellen Auswechseln von Aufzeichnungsbögen.
GB2318094A (en) * 1996-10-14 1998-04-15 Esselte Nv Tape cassette with tape printing apparatus
FR2892663B1 (fr) * 2005-10-27 2009-05-15 Sagem Comm Consommable pour dispositif d'impression avec bobineaux verrouilles par des ressorts integres
US8256974B2 (en) * 2006-02-20 2012-09-04 Canon Kabushiki Kaisha Cassette for a printer
US8454252B2 (en) * 2006-02-20 2013-06-04 Canon Kabushiki Kaisha Cassette for a printer
US8465220B2 (en) * 2007-12-07 2013-06-18 Dymo, N.V. Label printing apparatus
US8100595B2 (en) 2007-12-07 2012-01-24 Dymo Label printing apparatus
US8465219B2 (en) * 2007-12-07 2013-06-18 Dymo, N.V. Label printing apparatus
CN203442082U (zh) * 2013-09-10 2014-02-19 大陆汽车电子(芜湖)有限公司 凸轮齿轮和包括该凸轮齿轮的直线驱动装置
CN114654893B (zh) * 2022-03-27 2023-03-14 深圳市普贴科技有限公司 一种具有固定功能的高稳定性打印机

Family Cites Families (18)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US2930465A (en) * 1958-09-09 1960-03-29 Roovers Lotsch Corp Marking device
US3255860A (en) * 1965-03-01 1966-06-14 Dymo Industries Inc Embossing machine having tape drive roll engagement responsive to tape magazine
SE364584B (nl) * 1970-04-13 1974-02-25 Canon Kk
US4040511A (en) * 1975-09-05 1977-08-09 Rockwell International Corporation Paper moving mechanism
US4161749A (en) * 1978-03-30 1979-07-17 Polaroid Corporation Printer for producing print of an electronically recorded image
US4226547A (en) * 1978-07-07 1980-10-07 Kroy Industries Inc. Printing cartridge
JPS5532623A (en) * 1978-08-31 1980-03-07 Ricoh Co Ltd Paper feeding device
US4261527A (en) * 1978-12-18 1981-04-14 Ford Aerospace & Communications Corporation Apparatus for preventing damage to a tape player head
US4360278A (en) * 1979-12-17 1982-11-23 Kroy Inc. Printing apparatus having interchangeable large character type fonts and tape-ribbon cartridge therefor
US4409467A (en) * 1979-12-21 1983-10-11 Casio Computer Co., Ltd. Portable printing electronic calculator using multiple folded recording paper
JPS5766988A (en) * 1980-10-14 1982-04-23 Seiko Epson Corp Desk culculator with printer
JPS5775880A (en) * 1980-10-31 1982-05-12 Seiko Epson Corp Portable electronic calculator equipped with printer
JPS57201686A (en) * 1981-06-05 1982-12-10 Sony Corp Color printer
JPS58140270A (ja) * 1982-02-16 1983-08-19 Toshiba Corp 感熱転写記録装置
JPS59185674A (ja) * 1983-04-07 1984-10-22 Tokyo Electric Co Ltd 紙葉供給装置
JPS6021279A (ja) * 1983-07-15 1985-02-02 Toshiba Corp 画像形成装置
US4557617A (en) * 1983-11-04 1985-12-10 Kroy, Inc. Tape supply cartridge
JPS60165278A (ja) * 1984-02-09 1985-08-28 Toshiba Corp 画像形成装置

Also Published As

Publication number Publication date
US4696590A (en) 1987-09-29
DE3667939D1 (de) 1990-02-08
EP0203664B1 (en) 1990-01-03
JPS61277478A (ja) 1986-12-08
EP0203664A1 (en) 1986-12-03
CA1291664C (en) 1991-11-05

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL8501540A (nl) Multifunctionele cassette voor een drukker.
NL8501541A (nl) Drukker met een geleiding voor een insteekbare cassette.
DE69432652T2 (de) Streifendrucker
US5673076A (en) Card printing and laminating apparatus
US4116747A (en) Hand-held labeler
US6520701B2 (en) Cutter device for cutting sheet and printer having the same
US4639739A (en) Thermal transfer recording method and apparatus
FR2560554A1 (fr) Cartouche de ruban d'impression pour une imprimante et son procede de fabrication
KR100340962B1 (ko) 인화장치및인화방법
US5667316A (en) Card printing apparatus
EP0301075A1 (en) Compliant head loading mechanism for thermal printer
US5966160A (en) In-line flip station for a card printing apparatus
JPS6349638B2 (nl)
US4676680A (en) Printing assembly with coloring system
EP0301076B1 (en) Card ejecting apparatus
US4040108A (en) Magnetic sheet reader
US4787162A (en) Device for the cyclic rearrangement of a pile of rectangular or square sheets
CN1600560A (zh) 卷轴台和采用该卷轴台的记录装置
JP2822390B2 (ja) プリンタ
US5607245A (en) Web supply with non-motorized automatic rewind for removing slack in the web
JP2570854B2 (ja) 記録装置
CA1153617A (en) Hand-held labeler
JPS6076384A (ja) 印刷及びインキ装置
JP2000006485A (ja) プリンタ用記録紙
JP2001030594A (ja) インクリボンカセットの支持構造

Legal Events

Date Code Title Description
A1B A search report has been drawn up
BV The patent application has lapsed