NL1010841C2 - Werkwijze voor het vervaardigen van een boekje, boekje vervaardigd volgens de werkwijze en boekje. - Google Patents

Description

Werkwijze voor het vervaardigen van een boekje, boekje vervaardigd volgens de werkwijze en boekje

De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het vervaardigen van een boekje, zoals bijvoorbeeld een identiteitsbewijs, welk boekje voorzien is van een aantal bladen van papier en een omslagmateriaal, waarbij 5 elk blad een voorzijde en een achterzijde heeft, en elke zijde twee pagina's bevat, welke werkwijze omvat het met elkaar verbinden van de bladen van papier langs een lijn tussen de pagina's, het bevestigen van het omslagmateriaal aan een buitenkant van het boekje, en het aanbrengen van 10 een vouw in de bladen van papier zodat een rug van het boekje wordt gevormd. In het bijzonder heeft de uitvinding betrekking op een werkwijze om een stijf plaatvormig materiaal of samenstel van materialen (laminaat), althans gedeeltelijk bestaande uit kunststof, duurzaam te bevesti-15 gen in een boekje.

Bij de vervaardiging van paspoorten of andere identiteitsbewijzen in boekvorm, boekjes voor het vastleg-gen van medische gegevens en dergelijke, wordt in sommige gevallen een relatief stijf plaatvormig materiaal of 20 laminaat duurzaam bevestigd in het boekje. Een gebruikelijke werkwijze voor de vervaardiging van deze boekjes is dat bladen papier, die aan twee zijden zijn bedrukt, zodanig dat elke zijde twee pagina's bevat, op elkaar worden gelegd in de juiste volgorde en het juiste aantal *1 0 108 4 1 2 voor de samenstelling van het boekje, en dat de bladen met elkaar worden verbonden door bijvoorbeeld te naaien met een garen, of te nieten, langs een lijn tussen de pagina's. Na het verbinden wordt een omslagmateriaal aange-5 bracht tegen de buitenkant van het boekje, bijvoorbeeld door lijmen, en wordt een vouw aangebracht zodat de rug van het boekje wordt gevormd. Indien nodig wordt het boekje op het juiste formaat gebracht door afsneden te maken langs de niet gevouwen kanten. Bij een bekend type 10 identiteitsbewijs is het gebruikelijk om één pagina te gebruiken voor vermelding van de gegevens van de houder (zoals naam, adres, geboortedatum, een registratienummer, handtekening, pasfoto) en gegevens omtrent het document zelf (zoals uitgevende instantie, documentnummer, datum 15 van uitgifte, geldigheidsduur). Een dergelijke zogenaamde houderpagina moet aan een aantal eisen voldoen. De gegevens moeten duurzaam zijn aangebracht, zodat ze niet beschadigd worden door invloeden tijdens het gebruik. De gegevens mogen niet eenvoudig kunnen worden gewijzigd; dit 20 om onwettig gebruik door vervalsing tegen te gaan. Door de ontwikkeling van de informatietechnologie is" het een voordeel als de gegevens automatisch kunnen worden gelezen. Hiertoe worden onder meer bij paspoorten internationale afspraken gemaakt over de aard van de te vermelden 25 gegevens en de plaats waarop deze gegevens worden aangebracht . De houderpagina wordt aangebracht op een pagina in het boekje, of op de binnenkant van de omslag.

Om tegemoet te komen aan de wens om de beveiliging tegen vervalsing verder te verhogen, en om gebruik te 30 kunnen maken van de nieuwste ontwikkelingen op het gebied van gegevensopslag en gegevenscommunicatie, is gepoogd om ook bij documenten in boek-vorm gebruik te maken van de ontwikkelingen op het gebied van identiteitskaarten. Deze kaarten, die althans gedeeltelijk zijn vervaardigd van 35 kunststof, kunnen voor gegevensopslag zijn voorzien van een magneetstrook, een elektronische geïntegreerde micro-schakeling (IC of chip), die is voorzien van contacten of •1 0 1084 1 3 een antenne, een laag voor optische gegevensopslag, een streep- of puntcode of combinaties van deze media. Zowel voor het uitlezen van deze opslagmedia, als voor bescherming tegen gebruiksinvloeden (buigen, vouwen) is het 5 noodzakelijk dat ze worden toegepast op of in een materiaal dat aanmerkelijk gladder, stijver en (in het geval van IC's) dikker is dan de papieren bladen in het paspoort. Daarbij komt dat de kunststofkaarten kunnen worden voorzien van visueel leesbare teksten en beelden, die op deze 10 wijze beter tegen vervalsing zijn beveiligd dan bij aanbrengen op papier. Het zou dus een voordeel zijn als een dergelijke kunststofkaart in een boekje kan worden aangebracht . De kaarten kunnen echter niet worden bevestigd aan de papieren bladen van het paspoort, op de manier waarmee 15 deze papieren bladen aan elkaar zijn bevestigd, omdat ze niet kunnen worden genaaid, geniet en gevouwen. Een bekende oplossing is om de kaarten dunner te maken in het gebied waar wordt genaaid en gevouwen. Door de geringere dikte is het materiaal buigzamer. Dit is echter geen goede 20 oplossing doordat door het naaien, nieten en vouwen een zodanige verzwakking kan optreden dat te snel inscheuren of breuk optreedt. Doordat de kunststof toch aanmerkelijk stijver is dan papier is het een verder nadeel dat het boekje niet kan worden gesloten.

25 Het is een doel van de onderhavige uitvinding een werkwijze voor het vervaardigen van een boekje, zoals bijvoorbeeld een identiteitsbewijs, te verschaffen waardoor de nadelen van de bekende stand der techniek opgeheven worden.

30 Hiertoe wordt een werkwijze van de boven be schreven soort volgens de onderhavige uitvinding gekenmerkt doordat de werkwijze verder omvat het bevestigen in het boekje van een strook, die in het boekje kan worden bevestigd op dezelfde wijze waarop de papieren bladen aan 35 elkaar zijn bevestigd, en het op mechanische wijze bevestigen van een plaat aan de strook, waarbij de plaat althans gedeeltelijk van kunststof is, en een voorzijde en P»1 01084 1 4 een achterzijde heeft, waarbij elke zijde één pagina bevat. Volgens de inventieve werkwijze wordt de plaat bevestigd aan een strook van een materiaal dat wel geschikt is om te worden meegenaaid in het boekje of om 5 daaraan vastgeniet te worden, en dat veelvuldig kan worden gevouwen zonder dat breuk of inscheuren optreedt. De samenstelling van plaat en strook wordt tussengevoegd in de stapel te naaien bladen, en na het naaien is de plaat in het boekje bevestigd. In plaats van het tussenvoegen 10 van de samenstelling van plaat en strook, kan ook alleen de strook worden tussengevoegd, en door middel van naaien in het boekje worden bevestigd. Ook dan is de plaat in het boekje bevestigd. De verbinding tussen plaat en strook is mechanisch van aard; waardoor er nagenoeg volledige vrij-15 heid bestaat in de materiaalkeuze van de beide onderdelen. Dit is anders dan bij een verbinding die fysisch en/of chemisch van aard is, zoals een li jmverbinding of een : verbinding door samensmelten. In deze laatste gevallen moeten de materialen tenminste op elkaar zijn afgestemd om 20 ze met elkaar te kunnen verbinden. De vrijheid van materi- ^ aalkeuze is belangrijk, omdat de gewenste eigenschappen van de plaat en de strook op een aantal punten tegenstrijdig zijn.

Een voorkeursvorm van een werkwijze volgens de 25 uitvinding wordt gekenmerkt doordat het op mechanische wijze bevestigen tot stand komt door klemming/opsluiting, door het aanbrengen van perforaties in de strook, het voorzien van een strip van kunststof en het aanbrengen van plaatselijke verdikkingen op de kunststofstrip, waarbij de 30 kunststof strip aan de ene zijde van de strook is ge plaatst, en de plaat aan de andere zijde, en waarbij de plaatselijke verdikkingen van de strip op chemische of fysische wijze worden verbonden met de plaat. Alternatief komt het op mechanische wijze bevestigen tot stand door 35 het aanbrengen van perforaties in de strook, het voorzien van een strip van kunststof, en het aanbrengen van plaatselijke verdikkingen op de plaat, waarbij de kunststof- P1 01084 1 5 strip aan de ene zijde van de strook is geplaatst, en de plaat aan de andere zijde, en waarbij de plaatselijke verdikkingen van de plaat op chemische of fysische wijze worden verbonden met de strip.

5 Hoewel de strook en de plaat op mechanische wijze aan elkaar bevestigd worden, heeft het de voorkeur dat het materiaal waarvan de plaat vervaardigd is en het materiaal waarvan de strip vervaardigd is, dezelfde grondstof bevat, en dat de verbinding tussen beide tot stand 10 komt door samensmelten. Alternatief is dat de verbinding tussen plaat en de strip tot stand komt door verlijmen. Deze verbindingstechniek biedt tevens de mogelijkheid om voor de plaat en de strip materialen te gebruiken, die uit verschillende grondstoffen zijn vervaardigd.

15 De uitvinding heeft verder betrekking op een boekje, zoals een identiteitsbewijs, vervaardigd volgens een werkwijze volgens de uitvinding.

Verder heeft de uitvinding betrekking op een boekje, zoals een identiteitsbewijs, welk boekje voorzien 20 is van een aantal bladen van papier en een omslagmateri-aal, waarbij elk blad een voorzijde en een achterzijde heeft, en elke zijde twee pagina's bevat, waarbij de bladen van papier langs een lijn tussen de pagina's met elkaar verbonden zijn, waarbij het omslagmateriaal beves-25 tigd is aan een buitenkant van het boekje, waarbij een vouw in de bladen van papier is aangebracht, zodat een rug van het boekje wordt gevormd, met het kenmerk, dat het boekje verder voorzien is van een strook, die in het boekje bevestigd is op dezelfde wijze waarop de papieren 30 bladen aan elkaar zijn bevestigd, en van een plaat, waarbij de plaat op mechanische wijze bevestigd is aan de strook, waarbij de plaat althans gedeeltelijk van kunststof is, en een voorzijde en een achterzijde heeft, waarbij elke zijde één pagina bevat.

35 Aan de hand van een voorbeeld en de bijbehorende tekeningen wordt een beschrijving van een werkwijze en een boekje volgens de uitvinding gegeven. Hierin toont: *1 0 1084 1 6

Figuur 1 een boekje, bijvoorbeeld een paspoort, volgens de uitvinding in geopende toestand,

Figuur 2 een doorsnede loodrecht op de lijn AB waarlangs het boekje is gebonden, 5 Figuur 3 de totstandkoming van de verbinding tussen een plaat van kunststof en een strook van kunststof, waarbij figuur 3a de situatie is voor het verbinden en figuur 3b de situatie nadat de verbinding tot stand gekomen is, 10 Figuur 4 een andere uitvoeringsvorm van een werkwijze volgens de uitvinding weer, waarbij figuur 4a de situatie is voor het verbinden en figuur 4b de situatie nadat de verbinding tot stand gekomen is, en

Figuren 5 en 6 vergrote deeltekeningen van de 15 strook en de strip met respectievelijk de perforaties en de plaatselijke verdikkingen.

In figuur 1 wordt een boekje, in het onderhavige geval een paspoort, vervaardigd volgens de werkwijze van de onderhavige uitvinding getoond. Het boekje bevat een , 20 plaat l, bijvoorbeeld vervaardigd van een kunststoflami naat, bij voorkeur van polycarbonaatfolies, waarop de houderpagina is aangebracht. De houderpagina is voorzien - van teksten, een pasfoto en een handtekening, bij voorkeur door middel van beschrijven met een laser. De combinatie 25 van de grondstof en de werkwijze voor het beschrijven levert een goede beveiliging tegen vervalsen. Het boekje bevat verder een strook 2, bijvoorbeeld van een kunststof, die geschikt is om te worden genaaid en die bestand is tegen frequent buigen; bij voorkeur van polypropeen. De = 3 0 strook 2 is bevestigd aan het laminaat 1, en door middel van naaien langs de lijn AB verbonden met de overige papieren bladen 4 van het boekje. Verder is het boekje voorzien van een omslag 3.

De dikte van het kunststof laminaat 1, is bij 35 voorkeur gelegen tussen ongeveer 0,25 mm en ongeveer 0,90 mm. De dikte van de kunststofstrook is gelegen tussen ongeveer 0,10 mm en ongeveer 0,40 mm. Andere mogelijke *1 010 8 4 1' 7 grondstoffen voor het kunststoflaminaat 1 zijn polyvinylchloride, acrylonitrilbutadieenstyreen, polyetheenterefta-laat en copolyester PETG. Voor de strook 2 kunnen behalve polypropeen alle materialen worden gebruikt die voldoen 5 aan de gewenste eigenschappen van sterkte en flexibiliteit; behalve kunststoffen kunnen onder meer geweven structuren of vezelvliesstructuren (non-wovens) worden toegepast,

In figuur 2 geeft 5 de plaats aan waar een 10 binnenblad 6 van de omslag, de kunsstof strook 2 en de overige bladen 4 van het paspoort met elkaar worden verbonden door garen. De buitenkant van de omslag wordt gevormd door boekbindmateriaal en is door bijvoorbeeld lijm verbonden met het binnenblad 6.

15 Volgens de uitvinding komt de mechanische ver binding tot stand door middel van een strip 8 (figuren 3a en 3b), die is voorzien van plaatselijke verdikkingen 10. Deze verdikkingen 10 passen in perforaties 9 die in de kunststofstrook 2 zijn aangebracht. De verdikkingen 10 en 20 de perforaties 9 zijn bij voorkeur cirkelvormig of ovaal (zie figuur 5 en 6) . De hoogte van de verdikkingen 10 is gelijk aan de dikte van de kunststofstrook 2. De vlakjes a en b (figuren 3 en 4) zijn de plaatsen waar een verbinding tussen de strip 8 en het laminaat 1 tot stand komt door 25 middel van verlijmen of samensmelten. In figuur 3b is de plaats waar de verbinding tot stand gekomen is, weergegeven door de stippellijn 11.

Figuur 4 geeft een andere uitvoeringsvorm van de werkwijze en het boekje volgens de uitvinding weer, waar-30 bij uit het kunststof laminaat 1 een deel is weggefreesd, ter dikte van de strook 2 en de strip 8. De strip 8 heeft buiten de verdikkingen 10 een dikte met een waarde gelegen tussen die van de strook 2, tot ongeveer twee keer zo dik. Het materiaal voor de strip 8 is bij voorkeur gelijk aan 35 het materiaal van het laminaat 1, zodat een verbinding tot stand kan komen door samensmelten, bijvoorbeeld door ultrasoon lassen. Alternatief kan een ander materiaal voor P1 01084 1 a de strip 8 worden gebruikt, maar dit moet dan geschikt zijn om op andere wijze een verbinding met het laminaat 1 te kunnen vormen, bijvoorbeeld door verlijmen.

Volgens de beschreven werkwijze is het niet 5 noodzakelijk dat er een rechtstreekse fysische of chemische binding tot stand komt tussen strook 2 en laminaat 1 om beide delen aan elkaar te bevestigen.

De figuren 5 en 6 zijn vergrote deeltekeningen van de strook 2 en de strip 8 met respectievelijk de 10 perforaties 9 en de plaatselijke verdikkingen 10. Het zal duidelijk zijn dat de verdikkingen alternatief op het laminaat 1 aangebracht kunnen zijn. Met deze wijze wordt een mechanische verbinding, in het weergegeven geval een klemming/opsluiting, van de strook 2 en het laminaat 1 15 verkregen.

«1 0 10 8 4 1

Claims (11)

1. Werkwijze voor het vervaardigen van een boekje, zoals bijvoorbeeld een identiteitsbewijs, welk boekje voorzien is van een aantal bladen van papier en een omslagmateriaal, waarbij elk blad een voorzijde en een 5 achterzijde heeft, en elke zijde twee pagina's bevat, welke werkwijze omvat: het met elkaar verbinden van de bladen van papier langs een lijn tussen de pagina's, het bevestigen van het omslagmateriaal aan een 10 buitenkant van het boekje, en het aanbrengen van een vouw in de bladen van papier zodat een rug van het boekje wordt gevormd, met het kenmerk, dat de werkwijze verder omvat: het bevestigen van een strook, die in het boekje 15 kan worden bevestigd op dezelfde wijze waarop de papieren bladen aan elkaar zijn bevestigd, en het op mechanische wijze bevestigen van een plaat aan de strook, waarbij de plaat althans gedeeltelijk van kunststof is, en een voorzijde en een achterzijde 20 heeft, waarbij elke zijde één pagina bevat.

2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het op mechanische wijze bevestigen tot stand komt door het aanbrengen van perforaties in de strook, het voorzien van een strip van kunststof en het aanbrengen van 25 plaatselijke verdikkingen op de kunststofstrip, waarbij de kunststof strip aan de ene zijde van de strook is geplaatst, en de plaat aan de andere zijde, en waarbij de plaatselijke verdikkingen van de strip op chemische of fysische wijze worden verbonden met de plaat.

3 0 3. Werkwijze volgens conclusie 1, met het ken merk, dat het op mechanische wijze bevestigen tot stand »1 0108 4 1 komt door het aanbrengen van perforaties in de strook, het voorzien van een strip van kunststof, en het aanbrengen van plaatselijke verdikkingen op de plaat, waarbij de kunststof strip aan de ene zijde van de strook is ge-5 plaatst, en de plaat aan de andere zijde, en waarbij de plaatselijke verdikkingen van de plaat op chemische of fysische wijze worden verbonden met de strip.

4. Werkwijze volgens conclusie 2 of 3, met het kenmerk, dat het materiaal waarvan de plaat vervaardigd is 10 en het materiaal waarvan de strip vervaardigd is, dezelfde grondstof bevat, en dat de verbinding tussen beide tot stand komt door samensmelten.

5. Werkwijze volgens conclusie 2 of 3, met het kenmerk, dat de plaat en de strip zijn verbonden door 15 verlijmen.

6. Boekje, zoals een identiteitsbewijzen, vervaardigd volgens een van de conclusies 1 tot en met 5.

7. Boekje, zoals een identiteitsbewijs, welk boekje voorzien is van een aantal bladen van papier en een 20 omslagmateriaal, waarbij elk blad een voorzijde en een achterzijde heeft, en elke zijde twee pagina's bevat, waarbij de bladen van papier langs een lijn tussen de pagina's met elkaar verbonden zijn, waarbij het omslagmateriaal bevestigd is aan een buitenkant van het boekje, 2. waarbij een vouw in de bladen van papier is aangebracht, zodat een rug van het boekje wordt gevormd, met het kenmerk, dat het boekje verder voorzien is van een strook, die in het boekje bevestigd is op dezelfde wijze waarop de papieren bladen aan elkaar zijn bevestigd, en van een 30 plaat, waarbij de plaat op mechanische wijze bevestigd is aan de strook, waarbij de plaat althans gedeeltelijk van kunststof is, en een voorzijde en een achterzijde heeft, waarbij elke zijde één pagina bevat.

8. Boekje volgens conclusie 7, met het kenmerk, 35 dat de strook voorzien is van perforaties, dat het boekje ί verder voorzien is van een strip van kunststof bevattende plaatselijke verdikkingen, waarbij de kunststofstrip aan >"1 01084 1 # de ene zijde van de strook is geplaatst, en de plaat aan de andere zijde, en waarbij de plaatselijke verdikkingen van de strip op chemische of fysische wijze verbonden zijn met de plaat.

9. Boekje volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat de strook voorzien is van perforaties, dat het boekje verder voorzien is van een strip van kunststof, dat de plaat voorzien is van plaatselijke verdikkingen, waarbij de kunststof strip aan de ene zijde van de strook is ge- 10 plaatst, en de plaat aan de andere zijde, en waarbij de plaatselijke verdikkingen van de plaat op chemische of fysische wijze zijn verbonden met de strip.

10. Boekje volgens conclusie 8 of 9, met het kenmerk, dat het materiaal waarvan de plaat vervaardigd is 15 en het materiaal waarvan de strip vervaardigd is, dezelfde grondstof bevat, en dat beide door samensmelten met elkaar verbonden zijn.

11. Boekje volgens conclusie 8 of 9, met het kenmerk, dat de plaat en de strip van verschillende grond- 20 stoffen zijn vervaardigd, en beide met elkaar verlijmd zi jn. -o-o-o-o-o-o-o-o- '"l 010 8 4 1