NL8006958A

NL8006958A - Spuitgiet- of persvorm.

Info

Publication number: NL8006958A
Application number: NL8006958A
Authority: NL
Original assignee: Hasco Normalien Hasenclever Co
Priority date: 1980-01-11
Filing date: 1980-12-22
Publication date: 1981-08-03
Also published as: BE887029A; JPS56120324A; NL187792B; SG51985G; US4403810A; IT8119062A0; DE3000798C2; NL187792C; FR2473404B1; GB2067458A; GB2067458B; SE432382B; ATA616080A; JPS6037778B2; SE8008926L; FR2473404A1; IT1134978B; AT367683B; DE3000798A1; HU181257B

Description

V' * * =* ^s- . · \ - -1- ___JL................. ' - 'L '__________________________________________________ _________________________________

Spuitgiet- of persvorm t

De uitvinding betreft een spuitgiet-, in het bijzonder een kunststofspuitgiet- of persvorm voorzien van tenminte een inrichting voor het vergrendelen en ontgrendelen van in tenminste twee scheidingstrajecten naar elkaar toe 5 en van elkaar af beweeegbare werktuigplaten, een met zijn ene eind star aan een eerste werktuigplaat bevestigde stuurlijst, een aan de stuurlijst tegengesteld gerichte met zijn ene eind aan een derde werktuigplaat bevestigde kqppelingslijst, en een tussen een eerste en derde werktuigplaat 10 op een tweede werktuigplaat in de bewegingsrichting van de platen trek- en drukvast aangebrachte veerbelaste ver-sperringsgrendel, die tenminste een met tenminste een vlak versperringsvlak van de koppelingslijst samenwerkend contra-versperringsvlak en tenminste een met elk van de ten opzichte 15 van de werktuigscheidingsvlakken schuinstaande vlakke stuurvlakken van de stuurlijst samenwerkend contrastuurvlak bezit.

Deze békende inrichting voor het vergrendelen en ontgrendelen bij spuitgiet-, in het bijzonder kunststofspuitgiet- of persvormen is beschreven in de Duitse openbaargemaakte 20 octrooiaanvrage 2.215.506. Bij de bekende inrichting gaan de koppelingsli j sten en de op een ander hoogteniveau aangebrachte stuurlijsten door een geleidingsgroef van een aan de tweede werktuigplaat, bijvoorbeeld aan de tweede vormplaat bevestigd geleidingsbldfe. ^n het geleidingsblok bevestigde 25 draaiende grendel in de vorm van een cirkelsegment steekt j met een vergrendelings-stuurnok onder veerbelasting in de geleidingsgroef. Voor het ontgrendelen drukt ëën van de ongeveer dakvormig aangebrachte stuurvlakken van de stuurlijst tegen de stuumok en drukt deze onder draaiing van de grendel 30 tegen de terugstelkracht van een veer naar binnen, waarbij de stuumok tevens uit de koppelingsuitsparing van de koppelings-— lijst, die de doorsnede van een ongelijkzijdige driehoek bezit, 80 069 5 8 > .

-2- onder het ontkoppelen, hiervan naar buiten kan bewegen.

De werking van de bekende inrichting is als volgt: het uifcelkaarljewegen van de werktuigplaten wordt ingeleid via de derde werktuigplaat, die in beweging kont.

5 Hierbij wordt allereerst een eerste scheidLngstraject tussen de eerste en tweede werktuigplaat geopend, omdat de beweging van de tweede werktuigplaat door de direct hieraan bevestigde draaiende grendel via de koppelingsuitsparing vgn de kcppelings-lijst is verbonden met de beweging van de derde werktuigplaat.

10 De eerste werktuigplaat is daarentegen vast aangebracht.

De beweging van de tweede en derde werktuigplaat is zo lang met elkaar verbonden, tot het stuurvlak van de stuurlijst aanligt tegen het door de stuumck van de grendel gevormd contrastuurvlak. Wanneer nu de tweede werktuigplaat verder 15 wordt bewogen, rolt de rand, die het stuurvlak van de stuurlijst aan de buitenzijde begrenst, lijnvormig af op het contrastuurvlak van de stuumckjcle draaiende grendel.

Tijdens de verdere beweging wordt de draaiende grendel zo ver gedraaid, dat de stuumok buiten ingüjping koot 20 met de koppelingsuitsparing, waarbij de tweede werktuigplaat wordt tegengehouden en de derde werktuigplaat tezamen met de koppelingslijst onder het openen van het tweede scheidings-traject verder kan bewegen.

Het naar elkaar toe bewegen van de werktuig-25 platen vindt op omgekeerde wijze plaats. Hierbij staat de tweede, dat wil zeggen de middelste werktuigplaat tezamen met het geleidingsblok, dat de draaiende grendel cmvat, allereerst stil. Terwijl bij de teruggaande slag allereerst het tweede scheidingstraject sluit, kant de koppelingslijst 30 zo ver in de geleidingsgroef van het geleidingsblok, tot de derde werktuigplaat kant aan te liggen tegen de middelste werktuigplaat en deze voor zich. uit schuift, waarmee een beweging van het geleidingsblok ten opzichte van de stuurlijst is verbonden. Tijdens deze relatieve beweging rolt de buitenrand, 35 die het stuurvlak van de stuurlijst begrenst, onder ontlasting 8006958 Λ. '* -3-.

van de terugstelkracht van de veer zo lang qp het contrastuur-vlak van de stuumok af, tot de stuumok ingrijpt in de koppelingsuitsparing van de koppelingslij st. Bij een verdere teruggaande slag langs de stuurlijst sluit ook het eerste 5 sdieidingstraject, waarmee het uitgangspunt van de beschrijving van de werking wederom bereikt is.

De bekende inrichting wordt in samsnhang met * een spuit- of drukgietvorm gebruikt, waarbij allereerst een kern wordt getrokken (eerste scheidlngstraject) en vervolgens 10 voor het uitwerpen van het voorwerp de beneden- en bovenvorm van elkaar worden gescheiden (tweede scheidingstraj eet \.

Bij de bekende inrichting is als een nadeel ervaren dat de grendelnok alleen door het aanwenden van een aanzienlijke terugstelkracht van een veer gehouden kan 15 worden in de koppelingsuitsparing van de koppelxngslijst.

Anderzijds moet deze aanzienlijke terugstelkracht van de veer overwonnen worden tijdens de voorgenoemde stuurhandeling. Doordat namelijk de rand, die aan de buitenzijde het stuurvlak van de stuurlijst begrenst, onder overwinning van de 20 aanzienlijke terugstelkracht lijnvormig afrolt op het door de grendelnok gevormd cantrastuurvlak, ontstaat een ongewoon , grote vlaktedruk met als nadelig gevolg een bovenmatige slijtage.

Uitgaande van de hierboven beschreven inrichting 25 (Duitse openbaargemaakte octrooiaanvrage 2.215.5061 beoogt de uitvinding met vermijding van de nadelen van de bekende inrichting een inrichting voor het vergrendelen en ontgrendelen te verschaffen, die zo veel mogelijk zonder slijtage werkt.

I Overeenkomstig de uitvinding wordt dit doel hierdoor bereikt, 30 doordat de versperringsgrendel een bouwdeel is, dat in hoofdzaak dwars ten opzichte van de bewegingsrichting van de platen translerend wordt geleid, waarvan het contraversperringsvlak als ook het cantrastuurvlak telkens onafhankelijk van de slag van de werktuigplaten steeds evenwijdig aan het betreffend __35 versperrings- als ook het stuurvlak lopen.

____________________________________________Overeenkomstig de uitvinding is er voorzien in een 80 0695 8 *. * , -4- translerend geleid iversperringsgrendel. Deze versperringsgrendel draag tenminste een cxsntraversperringsvlak als ook tenminste een contrastuurvlak, die onafhankelijk van de slag van de werktuigplaten steeds evenwijdig aan het betreffend ver-5 sperringsvlak van de kqppelingslij st als ook het betreffend stuurvlak van de stuurlijst lopen- . Doordat de betreffende versperrings- en cxmtraversperringsvlakken, respectievelijk de stuur- en contrastuurvlakken in hoofdzaak vlak tegen elkaar aanliggen, wordt de vlaktedruk en aldus de slijtage tot een 10 minimum teruggebracht. Dit voordeel wordt in het bijzonder merkbaar bij de stuur- en oontrastuurvlakken, die tijdens de stuurhandeling tegen elkaar schuiven, omdat door deze stuurhandeling de versperringsgrendel tegen de terugstelkracht van een veer uit de koppelingsuitsparing van de koppelings-15 lijst naar buiten bewogen of in de koppelingsuitsparing gebracht moet worden.

' In principe zijn bij de onderhavige uitvinding bouwvormen denkbaar, waarbij stuurlijsten en koppelingslijsten op verschillende hoogteniveaus (vergelijk de Duitse operibaar-20 gemaakte octrooiaanvrage 2.251.506} zijn aangebracht. Voor het bereiken van een gunstige platte bouwwijze is het inmiddels doelmatig gebleken de stuurlijsten en koppelingslijsten op eln zich bekende wijze op een zelfde hoogte naast elkaar aan te brengen. In verband hiermee is een uitvoeringsvorm 25 in het bijzonder gunstig, volgens welke de versperringsgrendel een D-vormig, langs zijn ribbe translerend geleid bouwdeel is, waarvan de beide benen de contraversperringsvlakken, respectievelijk de oontrastuurvlakken dragen, waarbij éên been met de stuurlijst en het andere been met de koppelingslijst samenwerkt. 30 Does: het verdelen van de versperrings- en stuurfunctia over twee verschillende delen van de versperringsgrendel, namelijk over de beide benen van de U-vormige versperringsgrendel, ontstaat een gunstige krachtenverdeling, die de bedrijfszekerheid en het verminderen van de slijtage in het bijzonder ten ~35 goede komt.

8006958 <. ' m & -5-

Volgens een andere uitvoeringsvorm van de uitvinding bezit de koppelingsli j st een U-vormige koppelings-groef, waarvan de zijwanden evenwijdig lopen aan de scheidings-vlakken en de versperringsvlakken vormen. Zoals reeds boven 5 is vermeld, is het bij de uitvoering volgens de Duitse openbaargemaakte octrooiaanvrage 2.215.506 nodig, dat de versperringsnok van de draaiende grendel steeds onder aanwending van een relatief grote terugstelkracht van een veer gedrukt wordt in de koppelingsuitsparing om aldus 10 te bereiken dat een onderlinge beweging van de draaiende grendel en de koppelingslijst in stand wordt gehouden.

Dankzij de laatstgenoemde onderhavige uitvoeringsvorm zijn de evenwijdig aan de scheidingsvlakken lopende versperrings-vlakken van de koppelingslijst en de dientengevolge eveneens 15 evenwijdig aan de scheidingsvlakken lopende contraversperrings-vlakken automatisch, vergrendelend. De terugstelkracht wordt bij de onderhavige inrichting alleen hiertoe gebruikt cm de versperrings- en contraversperringsvlakken met een minimale aanwending van krachten te brengen in een versperringsstand, 20 die echter met het oog hierop door de samenwerkende betreffende paren vlakken in wezen automatisch in stand gehouden wordt.

Een voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding zal thans nader worden toegelidit aan de hand van de beschrijving en bijgevoegde tekeningen, waarbij: 25 de fig. 1 tot 4 de werking van de inrichting aan de hand van een schematisch, gedeeltelijk zijaanzicht van een' spuitgietvorm tonen, waarvan de vorm platen O in twee scheidingstrajecten gescheiden, respectievelijk gesloten kunnen worden;

| fig. 5 een doorsnede is volgens de lijn V~V

30 in fig. 3.

In de fig. 1-4 is de bendenhelft van een' horizontaal in een niet weergegeven spuitgietmachine gespannen spuitgietvorm in zijaanzicht weergegeven en is aangeduid met het verwijzings-cijfer 10. De inrichting voor het vergrendelen en ontgrendelen, —35 hierna in het kort koppelingsinrichting genoemd, is in de fig..

80 069 5 8 * · . .

-6— .................. ............... x..............

1-4 net het verwi j zingscij fer 11 aangegeven. De spuitgietvom 10 vertoont een vaste opspanplaat 12 en een opzij van de machine beweegbare opspanplaat 13. De vaste opspanplaat 12 geeft de kant van de gietkop aan, terwijl de beweegbare 5 opspanplaat 13 de uitwerpzijde van de spuitgietvom 10 aangeeft. Met de vaste opspanplaat 12 is een voorplaat 14 vastverbonden, waarin bijvoorbeeld een niet weergegeven vormkem of meerdere vormkemen zich kunnen bevinden. Op de voorplaat 14 sluit een andere voorplaat, de tweede voorplaat 15, aan.

10 Op de voorplaat 15 sluit aan de uitwerpkant de derde vormplaat 14 16 aan. Tussen de voorplaat*en de vormplaat 15 bevindt zich, aangevend een eerste scheldi ngstraject, een schéidingsvlak I, terwijl tussen de voorplaat 15 en de aan de uitwerpzijde gelegen derde vormplaat 16, aangevend het tweede scheidings-15 traject, een eveneens gestippeld weergegeven schéidingsvlak 11 zich uitstrékt.

Zowel met de aan de uitwerpzijde gelegen derde vormplaat 16 als ook met de aan de uitwerpzijde gelegen beweegbare opspanplaat 13 is een tussenplaat -17 vastverbonden. 20 De koppelingsinrichting 11 vertoont onder andere een stuurlijst 18, een koppelingslijst 19 en een geleidingsblok 20 met een in een U-voonige geleidingsgroef 21 dwars ten opzichte van de bewegingsrichting x van de platen translerend verschuifbare ü-voonige versperringsgrendel 22 met twee 25 benen 23, 24 als ook met een ribbe 25. De stuurlijst 18 is in het in de fig. 1-4 naar links wijzend gedeelte star bevestigd aan de voorplaat 14, de zogenaamde eerste vormplaat. De koppelingslijst 19, die zich met de stuurlijst 18 bevindt in één en hetzelfde verticale, respectievelijk niveauvlak, 30 is met zijn in de fig. 1-4 naar rechts wijzend gedeelte star bevestigd aan de vormplaat 16, de zogenaamde derde plaat.

Het geleidingsblok 20 is door middel van bouten 26 star bevestigd aan de vormplaat 15, de zogenaamde tweede vormplaat. De schroefbevestiging van de stuurlijst 18 en van 35 de koppelingslijst 19 is in de fig. 1-4 aangegeven met 8006958 « t

V

-7- het verwijzingscijfer 27.

Zoals uit fig. 5 blijkt, grijpt onder het geleidingsblok 20 een voetplaat 28 en is tezamen hiermee door middel van de bout 26 bevestigd aan de vormplaat 15. Om de 5 werking van de inrichting beter weer te geven werd in de fig. 2-4 een gedeelte van het geleidingsblok 20, en wel het gedeelte 29 van de ribbe hiervan, gedeeltelijk weggebreken, zodat (ook in samenhang met fig. 5) de opzij gelegen geleidings-blokken 30, 31 te zien zijn.

.10 De stuurlijst 18 bezit aan zijn vrije eind langs een gedeelte van zijn dikte een stuumbk 32 met stuurvlakken 33, 34 en een vasthoudvlak 35. In overeenstemming met het stuurvlak 34 is op het been 23 van de versperrings-grendel 22 een cmtrastuurvlak 36 aanwazig. Het stuurvlak 34 15 en het oontrastuurvlak 36 lopen schuin ten opzichte van de bewegingsrichting x van de platen, respectievelijk ten opzichte van de scheidingsvlakken I en H onder een hoek van ongeveer 45°, bij voorkeur kleiner dan 45°.

De koppelingslijst 19 is voorzien van een in 20 hoofdzaak U-groefvonnige koppelingsuitsparing 37, waarvan de groefwanden 38 evenwijdig lopen aan de scheidingsvlakken I, II. De groefwanden 38 vormen versperringsvlakken, die corresponderen met de cxmtraversperringsvlakken 39 op het been 24 van de versperringsgrendel 22. Ook de contraversperrings-25 vlakken 39 lopen evenwijdig aan de scheidingsvlakken I, II.

Aan de buitenzijde van het been 24 van de versperringsgrendel 22 bevindt zich een drukveer-element 40 binnen het geleidingsblok 31 van het geleidingsblok 20 en kan door middel van een schroefbout 41 op druk instelbaar gehouden ' 30 worden.

Overeenkomstig fig. 1 bevindt zich de spuitgietvorm 10 in zijn gesloten stand. Wanneer nu de aan de uitwerpzijde gelegen opspanplaaf 13 naar rechts wordt bewogen (fig. 21, gaat het eerste scheidingstraject open volgens het seheidingsvlak I, —35 zodat bijvoorbeeld de niet weergegeven kernen getrokken kunnen 8 0 069 5 8 -8- woeden. Hierbij wordt onder andere een geleidingsbout 42 zichtbaar. Tot aan de toestand volgens fig. 2 glijdt het vlakker, vlak 43 van de stuurlijst 18 over het eveneens vlakke en hieraan evenwijdig lopend vlak 44 op het been 5 23 van de versperringsgrendel 22. Bovendien is uit fig.

2 te zien dat het stuurvlak 34 van de stuurnok 32 aanligt tegen het contrastuurvlak 36 van het been 23 van de versperringsgrendel 22.

Wanneer nu de vormplaten, waarvan de beweging 10 gekoppeld is, overeenkomstig fig. 2 van de vaste voorplaat 14 (eerste voorplaat) verder naar rechts zich bewegen, ontstaat tenslotte de toestand volgens fig. 3. De fig.

2 en 3 geven tezamen aan dat door de relatieve beweging tussen het stuurvlak 34 en bet corresponderend contrastuuo- 15 vlak 36 de versperringsgrendel 22 tegen de terugstelkracht van de veer 40 bewogen wordt langs de richtingspij 1 y.

Deze beweging leidt er tevens toe dat de cmtraversperrings-vlakken 39 van het been 24 van de versperringsgrendel 22 buiten samenwerking kunnen kernen met de versperringsvlakken 20 38 van de koppelingsuitsparing 37. De fcoppelingslijst 19 kan dientengevolge tezamen met de platen 13, 17 naar rechts bewegen, terwijl de tweede (middelstel vormplaat 15 tot stilstand is gekomen en in deze stand blijft, waarbij het steunvlak 35 van de stuurnok 32 de versperringsgrendel 25 22 in zijn niet werkzame stand houdt tegen de terugstelkracht van de drukveer 40.

De teruggaande slag naar de gesloten stand van de spuitgietvonn 10 vindt hierdoor plaats doordat de platen 13, 17, 16 tezamen met de hieraan star bevestigde 30 kqppelingslijst 19 naar links bewegen en wel zover, tot de plaat 16 kont aan te liggen tegen de middelste vormplaat 15 en deze laatste als een buffer voor zich uit schuift, waarbij het vlakke vlak 44 van het been 23 van de versperringsgrendel 22 buiten ingrijping komt met het - .35 vasthoudvlak 35 van de versperringsnok 32, zodat de terugstel- 8 0 069 5 8 % -9- kracht van de drukveer 40 de versperringsgrendel 22 met zijn been 24 kan duwen in de koppelingsuitsparing 37. Bij een verdere teruggaande beweging naar links wordt tenslotte de uitgangstoestand volgens fig. 1 bereikt.

5 In afwijking van het normale verloop kan het ook mogelijk zijn dat door het willekeurig handhaven van de spuitgietvom een toestand volgens fig. 4 wordt bereikt, volgens welke het vasthoudvlak 35 van de stuumok 32 buiten ingrijping is met het vlakke vlak 44 van het been 23 van 10 de versperringsgrendel 22. Om bij een teruggaande beweging toch een ongestoorde werking te verzekeren is de koppelings-lijst 19 aan zijn naar het been 24 van de versperringsgrendel 22 toegekeerd vrije eind voorzien van een extra stuurvlak 45, dat met een hieraan evenwijdig lopend cmtrastuurvlak 46 15 op het been 24 zodanig kan samenwerken, dat tijdens de teruggaande slag (de beweging van de koppelingslijst 19 naar links! de versperringsgrendel 22 tegen de terugstelkracht van de drukveer 40 terugverplaatst kan worden naar zijn naar binnen bewogen stand. Bovendien maakt de uitvinding als contrastuk 20 voor het stuurvlak 33 van de stuumok 32 een evenwijdig aan het stuurvlak 33 lopend oontrastuurvlak 47 (in fig. 1 gestippeld weergegeven! op het been 23 van de versperringsgrendel 22 mogelijk. Tijdens de teruggaande slag (de beweging van een middelste vormplaat 15 naar links! is vanwege de veiligheid 25 door het samenwerken van de vlakken 33, 47 het naar binnen brengen van de versperringsgrendel 22 tegen de terugstelkracht van de drukveer 40 verzekerd.

Tenslotte zij nog vermeld dat zowel de stuurlijst als ook de koppelingslijst 19 met een' ruime-· speling 30 s dwars ten opzichte van de bewegingsrichting x van de platen kunnen werken zolang er voor gezorgd is dat de stuumok 32 het been 24 van de versperringsgrendel 22 buiten ingrijping brengt met de koppelingsuitsparing 37 van de koppelingslijst 19. Een diergelijke speling s, die bij het onderwerp van 35 de reeds genoemde Duitse openbaargemaakte Octrooiaanvrage 8 0 069 5 8 w * · -10- 2.215.506 niet mogelijk Is, vergemakkelijkt de vornfaouwer het monteren van de onderhavige inrichting aanzienlijk.

De beschreven inrichting kan niet alleen zoals aan de hand van het uitvoeringsvoorbeeld is aangegeven 5 gebruikt worden in samehhang met vormplaten van een spuit-giet- of persvorm, maar ook kan de inrichting met dezelfde voordelen gebruikt worden bij een in twee trappen werkende uitwerpinrichting, waarbij bijvoorbeeld tussen twee uit-werpplaten en een andere plaat twee scheidings tra j ecten 10 aanwezig zijn, die achtereenvolgens geopend, respectievelijk gesloten moeten worden.

8 0 06 9 5 8

Claims

1. Spuitgietvorm, In het bijzonder een kunststof spuitgiet- of persvorm voorzien van tenminste een inrichting voor het vergrendelen en ontgrendelen van in tenminste ^ twee scheidingstrajecten naar elkaar toe en van elkaar af 4. beweegbare werktuigenplaten,een met zijn ene eind star iS' aan een eerste werktuigplaat bevestigde stuurlijst, een aan de stuurlijst tegengesteld gerichte met zijn ene eind aan een derde werktuigplaat bevestigde koppelingslij st, en een tussen een eerste en derde werktuigplaat qp een tweede 10 werktuigplaat in de bewegingsrichting van de platen trék- en drukvaat aangebrachte veerbelaste versperringsgrendel, die tenminste een met tenminste één vlak versperringsvlak van de koppelingslijst samenwerkend cmtraversperringsvlak en tenminste een met elk van de ten opzichte van de werktuig-15 scheidingsvlakken schuinstaande vlakke stuurvlakken van de stuurlijst samenwerkend oontrastuurvlak bezit, mét hét 'kenmerk, dat de versperringsgrendel (22) een in hoofdzaak dwars ten opzichte van de bewegingsrichting (x) van de platen translerend geleid bouwdeel is, waarvan het contraversperringsvlak (391 20 als ook het oontrastuurvlak (361 hiervan telkens onafhankelijk van de slag van de wsrktuigplaten steeds evenwijdig lopen aan het corresponderend versperrings- als ook stuurvlak (38 en 341.

2. Spuitgietvorm volgens conclusie i met hét kenmerk, dat de stuurlijst (18} en de koppelingslijst (191 op in zich 25 békende wijze op gelijke hoogteniveaus naast elkaar zijn aangebracht.

3. Spuitgietvorm volgens conclusie 1 of 2 net het kenmerk, dat de versperringsgrendel (221 een U-vormig, langs zijn ribbe (251 translerend geleid bouwelement is, 30 waarvan beide benen (24, 231 het contraversperringsvlak (391, respectievelijk het oontrastuurvlak (36) dragen, waarbij één been (231 samenwerkt met de stuurlijst (181 én het andere been (241 samenwerkt met de koppelingsli jst (191.

4. Spuitgietvorm volgens conclusie 1 of één der $ 80 069 5 8 |» 4 * > ' · -12- volgende conclusies met het kenmerk/ dat de koppelingslij st (19) een U-vormige koppelingsgroef (371 vertoont, waarvan de zijwanden evenwijdig lopen aan de scheidingsvlakken (I, Hl en de versperringsvlakken (38) vormen.

5. Spuitgietvorm volgens één der voorgaande conclusies met het kenmerk, dat de koppelingslij st (191 bovendien aan zijn vrije eind een schuin ten opzichte van de scheidingsvlakken (I, H) lopend stuurvlak (451 vertoont, dat samenwerkt met een hieraan evenwijdig lopend contra-' 10 stuurvlak (46) op de versperringsgrendel (22).

6. Spuitgietvorm volgens één der voorgaande conclusies met het kenmerk, dat de versperringsgrendel (221 geleid wordt in een geleidingsgroef (211 , die met zijn langsas zich dwars ten opzichte van de bewegingsrichting (xl 15 van de platen uitstrekt en tenminste direct vast is aangebracht op de tweede werktuigplaat (151 ·

7. Spuitgietvorm volgens conclusie 6 met het Kenmerk/ dat de geleidingsgroef (211 een bestanddeel is van een qp de ^ tweede werktuigplaat (151 bevestigd, 4»; zich békend geleidings- 20 blok (201.

8. Spuitgietvorm in hoofdzaak zoals beschreven in de beschrijving en/of weergegeven in de tekeningen. * _________« 80 069 5 8