NL8300682A - Grondbewerkingsmachine. - Google Patents

Grondbewerkingsmachine. Download PDF

Info

Publication number
NL8300682A
NL8300682A NL8300682A NL8300682A NL8300682A NL 8300682 A NL8300682 A NL 8300682A NL 8300682 A NL8300682 A NL 8300682A NL 8300682 A NL8300682 A NL 8300682A NL 8300682 A NL8300682 A NL 8300682A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
shaft
roller
soil cultivation
machine according
cultivation machine
Prior art date
Application number
NL8300682A
Other languages
English (en)
Other versions
NL191971B (nl
NL191971C (nl
Original Assignee
Lely Nv C Van Der
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Lely Nv C Van Der filed Critical Lely Nv C Van Der
Priority to NL8300682A priority Critical patent/NL191971C/nl
Priority to GB08404400A priority patent/GB2135163B/en
Priority to FR8402665A priority patent/FR2541553B1/fr
Priority to DE19843406468 priority patent/DE3406468A1/de
Priority to IT19800/84A priority patent/IT1173381B/it
Priority to AT0061184A priority patent/AT391785B/de
Priority to JP59032764A priority patent/JPS59162804A/ja
Publication of NL8300682A publication Critical patent/NL8300682A/nl
Publication of NL191971B publication Critical patent/NL191971B/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL191971C publication Critical patent/NL191971C/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01BSOIL WORKING IN AGRICULTURE OR FORESTRY; PARTS, DETAILS, OR ACCESSORIES OF AGRICULTURAL MACHINES OR IMPLEMENTS, IN GENERAL
    • A01B49/00Combined machines
    • A01B49/02Combined machines with two or more soil-working tools of different kind
    • A01B49/022Combined machines with two or more soil-working tools of different kind at least one tool being actively driven
    • A01B49/025Combined machines with two or more soil-working tools of different kind at least one tool being actively driven about a substantially vertical axis

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Soil Sciences (AREA)
  • Environmental Sciences (AREA)
  • Soil Working Implements (AREA)
  • Agricultural Machines (AREA)

Description

4 C. van der Lely JT.V., Maasland Gr ondb ewerkingsmachine
De uitvinding heeft betrekking op een grondbewerkings-maehine, voorzien van een gestel waarin een aantal in een rij gelegen aangedreven bewerkingsorganen is aangebracht en het gestel door een zich dwars op de voortbewegingsrichting 5 van de machine uitstrekkende rol is ondersteund,
Grondbewerkingsmachines van deze soort hebben meestal een relatief groot vermogen nodig om vooral op zware gronden de gewenste zaaibedbereiding te kunnen uitvoeren.
De uitvinding beoogt nu een deel van het benodigd 10 vermogen toe te voeren aan een ondersteuning voor de machine zonder dat hierbij de overbrenging voor dit vermogen een belemmering vormt voor een positieverandering van de door een rol gevormde ondersteuning voor de machine.
Volgens de uitvinding wordt dit bereikt doordat de 15 rol vanaf één einde door middel van een aandrijving die een as met kruiskoppelingen omvat aandrijf baar is. Met behulp van deze constructie wordt een verstelling van de rol ten opzichte van het gestel van de machine en daarmede een werkdiepteverandering 'voor de werktuigen mogelijk zonder dat 20 de aandrijving voor de rol een belemmerende factor vormt.
De uitvinding zal aan de hand van enkele uitvoerings-voorbeelden die in de figuren zijn weergegeven, nader uiteen worden gezet. ;
Pig. 1 geeft in bovenaanzicht een grondbewerkings-25 machine weer voorzien van een constructie volgens de uitvinding,
Pig. 2 geeft op grotere schaal een aanzicht weer volgens de pijl II in fig. 1,
Pig. 3 geeft een aanzicht weer volgens de lijn III-III 30 in fig. 1,
Pig. 4 geeft een bovenaanzicht weer van een grond-bewerkingsmachine voorzien van een tweede uitvoeringsvoorbeeld van de constructie volgens de uitvinding, 2 1 *
Pig. 5 geeft een aanzicht weer volgens de lijn V-V in fig. 4,
Pig. 6 geeft een bovenaanzicht weer van een grond-bewerkingsmachine voorzien van een derde uitvoeringsvoorbeeld 5 van de constructie volgens de uitvinding,
Pi'g· 7 geeft op grotere schaal een aanzicht weer volgens de pijl VII 'in fig. 6.
De in de figuren weergegeven inrichting betreft een grondbewerkingsmachine, in het bijzonder bestemd'voor het 10 bereiden van een zaaibed. De machine omvat een zich dwars op de voortbewegingsrichting A uitstrekkend kokervormig gesteldeel 1 waarin op onderling gelijke afstanden van bij voorkeur + 25 cm de opwaarts gerichte, bij voorkeur verticaal gelegen, assen 2 van rotors 3 zijn gelegerd. De rotors 3 15 omvatten elk een onder het gesteldeel 1 op de aan de onderzijde uit het gesteldeel 1 stekende as 2 aangebrachte althans nagenoeg horizontale drager 4 die aan de einden is voorzien van zich naar beneden uitstrekkende bewer kings organen 5, die bij voorkeur als tanden zijn uitgevoerd. De einden van het 20 kokervormig gesteldeel 1 zijn afgesloten door platen 6, die zich in opwaartse richting en althans nagenoeg evenwijdig aan de voortbewegingsrichting A van de machine uitstrekken.
Zoals uit fig. 2 blijkt steken de platen 6 aan de voor- en achterzijde en vooral aan de bovenzijde relatief ver buiten 25 de omtrek van het gesteldeel uit. Nabij de voorzijde is aan de bovenzijde van elke plaat 6 een tap 7 aangebracht waarom een zich langs de binnenzijde van de platen naar achteren uitstrekkende arm 8 verzwenkbaar is aangebracht. Nabij het achtereinde van elke plaat 6 gaat het zich vanaf de tap 7 30 naar achteren uitstrekkende deel van elke arm 8 via een knik over in een schuin naar beneden en naar achteren gericht recht deel dat op zijn beurt via een knik overgaat in een zich naar achteren uitstrekkend gedeelte dat evenwijdig is gelegen aan het eerstgenoemde gedeelte van de arm. Het 35 laatstgenoemde gedeelte van de arm 8 is voorzien van een plaatvormige steun 9, die zich schuin naar·' achteren en naar beneden uitstrekt. Tussen de ondereinden van de plaatvormige steunen 9 is door middel van een as 10 resp. 11 en in 3 legerbui zen onder gebrachte legers een rol -12 ondersteund.
De rol 12 omvat een buisvormig deel 13 dat aan de einden is voorzien van de assen 10 en 11 die op de genoemde wijze zijn ondersteund. Het buisvormige deel 13 is bij dit uit-5 voeringsvoorbeeld voorzien van mesvormige tanden 14 die in groepen van drie in evenwijdig aan elkaar gelegen draai ings-vlakken zijn aangebracht. De tanden 14 zijn op omtrekshoeken van + 120° van elkaar gelegen en bij naast elkaar gelegen draaiingsvlakken ten opzichte van de langshartlijn van het 10 buisvormig deel 13, die de draaiingsas a van de rol 12 vormt over + 90° ten opzichte van elkaar verdraaid (zie fig. 1).
Het zal duidelijk zijn dat het aantal tanden per groep kan variëren, zo kunnen ook slechts twee tanden of meer dan drie tanden per groep aanwezig zijn. Eveneens kunnen enkele tanden -15 individueel in parallele draaiingsvlakken zijn aangebracht.
De tanden 14 zijn plaatvormig en strekken zich althans nagenoeg evenwijdig uit aan een vlak loodrecht op de draaiingsas a van de rol I2. Elk van de tanden 14 heeft een zijde die ten opzichte van de draaiingsas a van de rol 12 althans 20 nagenoeg radiaal verloopt en een zijde die althans nagenoeg tangentieel is gelegen. De betreffende zijden zijn met elkaar verbonden door een zijde die praktisch op een cirkel is gelegen met middelpunt op de draaiingsas a en het einde van een tand vormt. De diameter van het buisvormig deel 13 is + 40 25 cm, terwijl de hoogte van elk van de tanden 14 ongeveer 5 cm bedraagt, zodat de hoogte van een mestand 1/5 van de diameter van de rol of kleiner is dan de diameter. Tussen de achtereinden van de armen 8 is een verbindingsbalk 15 aangebracht die nabij het midden is voorzien van twee op afstand van 30 elkaar gelegen oren 16. Tussen de oren is verzwenkbaar een ver bindings stang 17 aangebracht die met zijn andere einde verzwenkbaar is aangebracht tussen plaatvormige steunen 18 die nabij de bovenzijde aan de achterzijde van een bok 19 zijn bevestigd. De bok 19 is nabij de voorzijde en nabij 35 het midden van het kokervormig gesteldeel 1 aangebracht en aan de voorzijde voorzien van aankoppelmiddelen voor aan-koppeling aan de driepuntsbevestiging van een trekker.
Bij het weergegeven uitvoeringsvoorbeeld is de lengte van de i 4 -* 4 verbindingsstang 17 door middel van een wartel instelbaar, een en ander zodanig dat hierdoor de hoogte van de rol 12 en daarmede de werkdiepte van de rotors 3 instelbaar is. Het zal duidelijk zijn dat in plaats van de in lengte verstelbare 5 verbindingsstang 17 een andere verstelmogelijkheid voor de rol 12 aanwezig kan zijn. Zo kan de verbindingsstang zijn uitgevoerd als een schroef spindel of kan een verstelmogeli jkheid aanwezig zijn, die door middel van schroef spindels voor elk van de armen 8 is verkregen. Binnen het kokervormig 10 gesteldeel 1 is op elke as 2 van een rotor 3 een tandwiel 20 met rechte vertanding aangebracht, een en ander zodanig dat twee naast elkaar gelegen rotors tijdens het bedrijf in tegengestelde zin worden aangedreven (fig. 1). Nabij het midden van de rij rotors is de as van een rotor 3 naar boven 15 verlengd en reikt tot in een tandwielkast 21 die binnen de omtrek van de bok 19 op de bovenzijde van het gesteldeel 1 is aangebracht. Binnen de tandwielkast 21 is op de verlenging een conisch tandwiel 22 bevestigd dat in aandrijvende verbinding is met een conisch tandwiel 23 op een as 24 die 20 in de tandwielkast 21 is gelegerd en zich althans nagenoeg in de voortbewegingsrichting A uitstrekt. De as 24 steekt aan de voorzijde buiten de tandwielkast uit en is door middel van een tussenas 25 met de aftakas van een trekker koppelbaar. De as 24 steekt eveneens aan de achterzijde buiten de tand-25 wielkast 21 uit en reikt hierbij in een aan de achterzijde op de tandwielkast aangebrachte tandwielkast 26. Binnen de tandwielkast 26 is de as 24 voorzien van een conisch tandwiel 27 dat in aandrijvende verbinding staat met een conisch tandwiel 28, welk conisch tandwiel een grotere diameter 30 heeft en is aangebracht op een as 29 die zich althans nagenoeg in horizontale richting en dwars op de voortbewegingsrichting A uitstrekt. De as 29 is in de tandwielkast 26 gelegerd en steekt aan tegenover elkaar gelegen zijden buiten de tandwielkast uit. Binnen de tandwielkast 26 is onder de as 29 35 oen as 30 gelegen die zich althans nagenoeg evenwijdig aan de as 29 en eveneens met beide einden buiten de tandwielkast uitstrekt. De beide assen 29 en 30 staan aan een einde met elkaar in aandrijvende verbinding via uitwisselbare tandwielen V ^ 5 31 en 32, die een verschillende diameter hebben en zijn ondergebracht in een huis dat zich bevindt aan de zijkant van de tandwielkast 26. Het huis met de verwisselbare tandwielen 31 en 32 vormt een iDScemsziator of vrisseUrijfweik 33. Hat arneie 5 einde van de onderste as 30 dat buiten de tandwielkast 26 uitsteekt is via een universeelkoppeling 34 verbonden met een as 35 die via een universeelkoppeling 34 is gekoppeld met een as 36. De as 36 strekt zich dwars op de voortbewe-gingsrichting A uit en is althans nagenoeg horizontaal 10 gelegen. De as 36 reikt tot in een kast 37 die op de binnenzijde van een arm 8 is aangebracht. De universeelkoppelingen 34 zijn bij voorkeur als kruiskoppelingen uitgevoerd. Binnen Γ de kast 37 is de as voorzien van een kettingwiel 38. Het 1 kettingwiel 38 staat via een ketting 39 in aandrijvende i '15 verbinding met een kettingwiel 40 op de tap 11 van de rol 14.
Het kettingwiel 38 heeft zoals uit fig. 1 blijkt, een grotere diameter dan het kettingwiel 38.
De werking van de in het voorgaande beschreven machine is als volgt.
20 Tijdens het bedrijf is de machine door middel van de bok 19 met de driepuntshefinrichting van een trekker verbonden en kunnen via de tussenas 35 en de in het voorgaande beschreven overbrenging de respectieve rotors 3 en de achter de rotors aangebrachte rol 12 vanaf de af takas v «y· 25 de trekker worden aangedreven. Zoals reeds vermeld roteren de , respectieve rotors 3 tijdens de voortbeweging van de machine in een richting volgens pijl A in tegengestelde zin (fig. 1), * ’ waarbij de tanden 5 van twee naast elkaar gelegen rotors ten minste aan elkaar grenzende stroken grond bewerken. De 30 werkdiepte van de rotors 3 wordt bepaald door middel van de ^ rol 12, waarvan de stand ten opzichte van het gesteldeel 1 met behulp van de verbindingsstang 17 instelbaar is. De aandrijving van de rol 12 is zodanig dat deze tijdens het bedrijf in de richting volgens pijl B in draaiing wordt 35 gebracht. Hierbij kan door middel van de uitwisselbare ·;^ tandwielen 31 en 32 van de toerenvariator of het wissel- ’r . drijfwerk 33 aan de rol 12 verschillende draaisnelheden worden gegeven. Zo kan de rol 12 worden aangedreven met een » * β omtrekssnelheid die althans nagenoeg overeenstemt met de voort-bewegingssnelheid van de machine. Echter is het ook mogelijk de rol met een kleinere of met een grotere omtrekssnelheid aan te drijven. Doordat de tanden 14 zijn voorzien van een al-5 thans nagenoeg tangentiaal verlopende zijde die zich ten opzichte van de draairichting 33 die de rol tijdens het bedrijf krijgt aan de voorzijde is gelegen kan naast een stuwwerking tevens een effektieve nabewerking van de grond worden verkregen, verder is een zelfreinigende werking aanwezig. Hierbij '10 is de mogelijkheid voor het aanhangen van aarde verder verkleind doordat de tanden in opvolgende draaiingsvlakken over + 90° ten opzichte van elkaar zijn verdraaid en hierbij slechts een beperkt aantal tanden aanwezig is. Door middel van de aangedreven rol 14 kan een deel van het voor de voortbeweging 15 benodigd vermogen via de aftakas van de trekker worden geleverd. Door de aandrijvende verbinding tussen de tandwielkasten 26 en 27 die wordt gevormd door een van kruiskoppelingen voorziene as 35j welke zich althans nagenoeg dwars op de voortbe-wegingsriehting A en althans nagenoeg horizontaal ter hoogte 20 van de bovenzijde van het gesteldeel uitstrekt, wordt bereikt dat elke mogelijke verstelling van de rol 12 kan worden uitgevoerd zonder dat hierdoor de aandrijving wordt bemoeilijkt. Bovendien kan geen slip ontstaan en is een compact geheel mogelijk. De toerenvariator of het wisseldrijfwerk 33 is goed 25 toegankelijk zodat na afname van het deksel van het huis, de aanwezige tandwielen 31 en 32 gemakkelijk kunnen worden verwisseld en/of vervangen door andere.
In de fig. 4 en 5 is een tweede uitvoeringsvoorbeeld weergegeven. Voor met het eerste uitvoeringsvoorbeeld overeen-30 komende onderdelen zijn dezelfde verwijzingscijfers gebruikt. Bij dit uitvoeringsvoorbeeld bevinden de as 29 en de tandwielen 27 en 28 zich in een tandwielkast 26A aan de achterzijde van de tandwielkast 21. De toerenvariator of het wiss el drijfwerk 33 A is aan de buitenzijde van een arm 8 aangebracht. De toe-35 renvariator 33A omvat een as 39A die op de arm 8 is ondersteund en via de kruiskoppeling 34 met de as 35 is verbonden. Binnen het huis van de toerenvariator staat de as 39 via de uitwisselbare tandwielen 31 en 32 in verbinding met de as 40 % 7 γ/aarop binnen de kast 37 bet kettingwiel 38 is aangebracht.
Door het aanbrenger van de toerenvariator 33A aan de buitenzijde van een verzwenkbare arm 8 wordt het geheel nog beter toegankelijk terwijl desondanks een compacte constructie kan 5 worden gehandhaafd.
Bij het in de fig. 6 en 7 weergegeven uitvoerings-voorbeeld van een constructie volgens de uitvinding zijn met de ia de voorgaancte beschreven uitvoeringsvoorbeelden overeenkomende onderdelen met dezelfde verwijzingscijfers 10 aangegeven. Bij dit uitvoeringsvoorbeeld waarbij de rotors 3 vanaf de aftakas van de trekker via een tandwielkast 41 en een toerenvariator 42 in dezelfde richting als bij de voorgaande uitvoeringsvoorbeelden worden aangedreven, is voor de rol 14 een afwijkende aandrijving aanwezig, die van de as van een '15 achterwiel van de trekker is afgeleid. Hiertoe is aan één zijde van de rol 14 een aan de buitenzijde van een arm 8 aangebrachte kast 43 aanwezig. Binnen de kast 43 bevindt zich een kettingaandrijving die een op de as 10 van de rol 14 bevestigd kettingwiel 44, een ketting 45 en een kettingwiel 20 46 omvat. Het kettingwiel 46 is aangebracht op een as 47 cLie zich althans nagenoeg dwars op de voortbewegingsrichting A en in horizontale richthg uitstrekt. De as 47 reikt tot in een aan de balk 15 aangebrachte tandwielkast 48. Binnen deze tandwielkast 48 is de as 47 voorzien van een conisch tandwiel 25 49 dat in aandrijvende verbinding staat met een groter conisch tandv/iel 50 op een as 51· De as 51 is in de tandwielkast 48 gelegerd en steekt aan de voorzijde buiten de tandwielkast uit. Het uit de tandwielkast 48 stekende einde van de as 51 is via een universeel-, in het bijzonder een 30 kruiskoppeling 52 in aandrijvende verbinding met een telescopische naar voren verlopende as 53. De as 53 is via een universeelkoppeling in het bijzonder een kruiskoppeling 52 verbonden met een as 54 in een tandwielkast 55. Binnen de tandwielkast 55 staat de as 54 via een conisch tandwiel 56 35 in aandrijvende verbinding met een groter conisch tandwiel 57· Het conisch tandwiel 57 is bevestigd op een as 58 die hol kan zijn uitgevoerd, een en ander zodanig dat deze as kan worden geschoven op het einde van de achterste loopwielas 8 » * * 59 van een trekker. Hierbij kan het huis van de tandwielkast 60 door middel van een op het loopwiel te bevestigen flens draaibaar ten opzichte van het wiel zijn aangebracht. De bovenzijde van de tandwielkast 55 is voorzien van een steun 60 die boven 5 de as is gelegen en zich naar achteren uitstrekt en die kan worden aangebracht onder een beugel 61 op de bovenzijde van de tandwielkast 48. De steun :60 voorkomt een verdraaiing van de tandwielkast 55. De werking van de machine volgens de fig. 6 en 7 is gelijk aan die van de machine volgens de .10 voorgaande uitvoeringsvoorbeelden, echter wordt bij dit uit- voeringsvoorbeeld voor de aandrijving van de rol 14 die ook : in de richting B wordt aangedreven een drievoudige vertraging mogelijk en wel: een. veitragjrg "via de vertragiigsbak mn de trekker, een vertraging binnen de tandwielkast 55 die op het aseinde van |15 de loopwielas 59 is geschoven en een vertraging binnen de tandwielkast 48. Bij deze constructie kan men door middel van kruiskoppelingen en een telescopische as 53 en een op het einde van de as 59 van een achterwiel van een trekker schuifbare tandwielkast 55 op simpele wijze een aandrijving 20 voor de rol 14 verkrijgen die de rol een omtrekssnelheid kan geven die kleiner of groter óf gelijk is aan de voort-bewegingssnelheid van de machine. Door middel van de omtreks-snelheid van de rol kan men indien gewenst bij de weergegeven constructies het gevaar voor aanhangen van aarde nog verklei-25 nen. Zo kan men de rol een grotere rotatiesnelheid geven dan behoort bij de voortbewegingssnelheid van de machine waardoor mede door de specifieke opstelling van de tanden 14 een aanmerkelijke zelfreinigende werking kan worden verkregen. Een trekker waarbij ten minste een loopwielas is voorzien van 30 aandrijfmiddelen als de boven beschreven tandwielkast kan vanzelfsprekend door middel van deze aandrijfmiddelen ook andere machines dan de boven beschreven machine aandrijven.
De uitvinding is niet beperkt tot het bovenstaande doch betreft tevens alle details van de figuren al of niet 35 beschreven.
Conclusies

Claims (29)

1. Grondbev/erkingsmachine, voorzien van een gestel, waarin een aantal in een rij gelegen, aangedreven bewerkings-organen is aangebracht en bet gestel door een zicb dwars op de voortbewegingsrienting van de machine uitstrekkende rol 5 is ondersteund, met het kenmerk, dat de rol vanaf één einde door middel van een aandrijving die een as met kruiskoppelingen omvat aandrijfbaar is.
2. Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de aandrijving voor de rol een wisseldrijf- 10 werk omvat.
3. Grondbewerkingsmachine, voorzien van een gestel, waarin een aantal in een rij gelegen, aangedreven bewerkings- r organen is aangebracht en het gestel door een zich dwars op de voorthewegingsrichting van de machine uitstrekkende rol - 15 is onderstend, met het kenmerk, dat een. aandrijving voor de rol aanwezig is die een wisseldrijfwerk omvat.
4. Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de aandrijving voor de rol een as met kruiskoppelingen omvat, welke as vanaf het loopwiel van een 20 trekker aandrijfbaar is.
5. Grondbewerkingsmachine voorzien van een gestel, waarin een aantal in een rij gelegen, aangedreven bewerkings-organen is aangebracht en het gestel door een zich dwars op jk-. de voorthewegingsrichting van de machine uitstrekkende rol 25 is ondersteund, met het kenmerk, dat voor de rol een aandrij- r ving aanwezig is die een as met kruiskoppelingen omvat, welke — f as vanaf het loopwiel van een trekker aandrijfbaar is.
6. Grondbewerkingsmachine volgens een der conclusies 1-3» met het kenmerk, dat de as met kruiskoppelingen in 30 aandrijvende verbinding staat met een overbrenging voor de aandrijving van de bewerkingsorganen.
7. Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de as met kruiskoppelingen zich althans ^ nagenoeg vanaf het midden van de machine, naar een einde i /· 35 van de rol uitstrskt. ^ t.
8. Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 6 of 7, met het kenmerk, dat de as met kruiskoppelingen ter hoogte van een de bewerkingsorganen ondersteunend gesteldeel is gelegen. Λ *· »
9. Grondbewerkingsmachine volgens een der conclusies 6-8, met bet kenmerk, dat de as met kruiskoppelingen zich althans nagenoeg dwars op de voortbewegingsrichting van de machine en in althans nagenoeg horizontale richting uitstrekt.
10. Grondbewerkingsmachine volgens een der conclusies 6-9, met het kenmerk, dat de as met kruiskoppelingen aan de zijde van de rol een kettingsoverbrenging aandrijft.
11. Grondbewerkingsmachine volgens een der conclusies 6-10, met het kenmerk, dat de as met kruiskoppelingen via 10 een wisseldrijfwerk aandrijfbaar is, welk wisseldrijfwerk tussen een met de aftakas van een trekker te koppelen as en de as met kruiskoppelingen is aangebracht.
12. Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 11, met het kenmerk, dat het wisseldrijfwerk zich tussen de as met 15 kruiskoppelingen en de kettingoverbrenging bevindt.
13· Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 12, met het kenmerk, dat het wisseldrijfwerk uitwisselbare tandwielen omvat.
14. Grondbewerkingsmachine volgens een der voorgaande 20 conclusies, met het kenmerk, dat het wisseldrijfwerk twee boven elkaar gelegen assen omvat, waarbij de bovenste as direct vanaf de aftakas van een trekker aandrijfbaar is, terwijl de onderste as in aandrijvende verbinding staat met de as met kruiskoppelihgen. 25
15· Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 4 of 5, met het kenmerk, dat een tandwielbak aanwezig is, die los- !·: neembaar op de as van het loopwiel aanbrengbaar is en een as omvat waarmee de as met kruiskoppelingen is verbonden.
16. Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 15, met 30 het kenmerk, dat de tandwielkast een holle as omvat die op de loopwielas schuifbaar .is.
17. Grondbewerkingsmachine volgens conclusie.16, met het kenmerk, dat de tandwielkast verdraaibaar ten opzichte van het loopwiel aanbrengbaar is. 35
18, Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 15 - 17, met het kenmerk, dat een steun aanwezig is die met het gestel van de machine verbindbaar is, een en ander zodanig dat een verdraaien van de tandwielkast tijdens bedrijf wordt tegengegaan. *
19. Grondbewerkingsmachine volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de rol is voorzien van mes-tanden die individueel in verschillende draaiingsvlakken zijn aangebracht.
20. Grondbewerkingsmachine voorzien van een gestel viaarin een aantal in een rij gelegen aangedreven bewerkings-organen is aangebracht en het gestel door een zich dwars op de voortbewegingsrichting van de machine ui ts trekkende rol is ondersteund, met het kenmerk, dat de rol is voorzien van 10 mestanden, die individueel in verschillende draaiingsvlakken zijn aangebracht.
21. Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 19 of 20, met het kenmerk, dat de mestanden een hoogte hebben die + l/5 of kleiner is dan de diameter van de rol.
22. Grondbewerkingsmachine voorzien van een gestel waarin een aantal in een rij gelegen aangedreven bewerkings-organen is aangebracht en het gestel door een zich dwars op de voortbewegingsrichting van de machine uitstrekkende rol is ondersteund, met het kenmerk, dat voor de rol een aandrij-20 ving aanwezig is en de rol is voorzien van mestanden, die een hoogte hebben die 1/5 of kleiner is dan de diameter van de rol.
23« Grondbewerkingsmachine volgens een der conclusies 19 - 22, met het kenmerk, dat de mestanden zijn gevormd uit 25 plaat en zich althans nagenoeg evenwijdig aan een vlak loodrecht op de draaiingsas van de rol uitstrekken.
24. Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 23, met het kenmerk, dat de mestanden in naast elkaar gelegen draaiingsvlakken over + 90° ten opzichte van elkaar om de draai- 30 ingsas van de rol zijn verdraaid.
25. Grondbewerkingsmachine volgens een der conclusies 19 - 24, met het kenmerk, dat een mestand een althans nagenoeg radiale zijde en een althans nagenoeg tangentiale zijde heeft.
26. Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 25, met het kenmerk, dat de althans nagenoeg tangentiale zijde zich aan de ten opzichte van de draairichting van de rol voorste zijde van de tand bevindt.
27. Grondbewerkingsmachine zoals beschreven in het Vt- voorgaande en weergegeven in de figuren.
28. Landbouwtrekker bestemd om te worden gebruikt bij een machine volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de as van ten minste één loopwiel is voor- 5 zien van middelen via welke een aandrijving voor de machine realiseerbaar is.
29. Landbouwtrekker voorzien van ten minste twee aangedreven loopwielen, met het kenmerk, dat de as van ten minste één loopwiel is voorzien van middelen voor het aan- 10 drijven van met de trekker te koppelen machines. -0--0-0-0-0-
NL8300682A 1983-02-24 1983-02-24 Rotorkopeg. NL191971C (nl)

Priority Applications (7)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8300682A NL191971C (nl) 1983-02-24 1983-02-24 Rotorkopeg.
GB08404400A GB2135163B (en) 1983-02-24 1984-02-20 Soil cultivating implements
FR8402665A FR2541553B1 (fr) 1983-02-24 1984-02-22 Herse rotative munie d'un rouleau entraine
DE19843406468 DE3406468A1 (de) 1983-02-24 1984-02-23 Bodenbearbeitungsmaschine, insbesondere kreiselegge
IT19800/84A IT1173381B (it) 1983-02-24 1984-02-24 Attrezzo per la coltivazione del terreno con rullo a contatto del terreno comandato in rotazione dal trattore
AT0061184A AT391785B (de) 1983-02-24 1984-02-24 Bodenbearbeitungsmaschine, insbesondere kreiselegge
JP59032764A JPS59162804A (ja) 1983-02-24 1984-02-24 耕土器具

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8300682 1983-02-24
NL8300682A NL191971C (nl) 1983-02-24 1983-02-24 Rotorkopeg.

Publications (3)

Publication Number Publication Date
NL8300682A true NL8300682A (nl) 1984-09-17
NL191971B NL191971B (nl) 1996-08-01
NL191971C NL191971C (nl) 1996-12-03

Family

ID=19841464

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8300682A NL191971C (nl) 1983-02-24 1983-02-24 Rotorkopeg.

Country Status (7)

Country Link
JP (1) JPS59162804A (nl)
AT (1) AT391785B (nl)
DE (1) DE3406468A1 (nl)
FR (1) FR2541553B1 (nl)
GB (1) GB2135163B (nl)
IT (1) IT1173381B (nl)
NL (1) NL191971C (nl)

Families Citing this family (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR2589311B1 (fr) * 1985-11-05 1988-12-30 Pradier Mathieu Herse a rouleau freine
DE19943208C2 (de) * 1999-09-09 2003-06-18 Walterscheid Gmbh Gkn Antriebsanordnung mit einer Stellvorrichtung
PL3317553T3 (pl) 2015-06-30 2023-07-31 Saint-Gobain Performance Plastics Corporation Łożysko ślizgowe
JP7233693B2 (ja) * 2019-04-08 2023-03-07 小橋工業株式会社 農作業機

Family Cites Families (28)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US2669173A (en) * 1947-11-14 1954-02-16 Robert C Chattin Rotary cultivator
US2711125A (en) * 1951-06-25 1955-06-21 Stanley A Szymczak Combined moldboard plow and soil pulverizer
US2973044A (en) * 1957-10-08 1961-02-28 Meredich Mike Combination plow and cutting tool
GB928420A (en) * 1959-10-19 1963-06-12 James Christopher Hetherington Improvements in and relating to tractor ploughs
GB996262A (en) * 1961-12-01 1965-06-23 Stothert & Pitt Ltd Improvements in sheepsfoot rollers
GB1163534A (en) * 1965-11-02 1969-09-10 Agrotiller Ltd Improvements in soil-working machines
US3508617A (en) * 1967-07-10 1970-04-28 William D W Paynter Agricultural soil treating implements
FR2034426A7 (nl) * 1969-03-31 1970-12-11 Brodrene Taul
FR2121575B3 (nl) * 1971-01-04 1974-12-20 Maletti Figlio Pietro
NL166838B (nl) * 1971-03-12 1981-05-15 Eerste Emmeloorer Maschf Nv Grondbewerkingsmachine.
NL167295C (nl) * 1972-06-23 1981-12-16 Lely Nv C Van Der Grondbewerkingsmachine.
AT318267B (de) * 1973-02-19 1974-10-10 Prillinger Landmaschf Hans Vorrichtung zur Bodenbearbeitung
NL7305103A (nl) * 1973-04-12 1974-10-15
NL7400416A (nl) * 1974-01-11 1975-07-15 Zijlstra & Bolhuis Bv Inrichting voor het in de grond brengen van erdelgingsmiddel.
AT329305B (de) * 1974-04-11 1976-05-10 Scherz Karl Saatbeetaufbereitungsgerat
NL7405875A (nl) * 1974-05-02 1975-11-04 Lely Nv C Van Der Grondbewerkingsmachine.
NL7513215A (nl) * 1975-11-12 1977-05-16 Lely Nv C Van Der Grondbewerkingsmachine.
NL7600363A (nl) * 1976-01-15 1977-07-19 Lely Nv C Van Der Grondbewerkingsmachine.
NL7807270A (nl) * 1978-07-05 1980-01-08 Patent Concern Nv Grondbewerkingsmachine.
NL7807271A (nl) * 1978-07-05 1980-01-08 Patent Concern Nv Grondbewerkingsmachine.
DE2839601C3 (de) * 1978-09-12 1993-11-18 Kuhn Sa Bodenbearbeitungsmaschine
DE2915628A1 (de) * 1979-04-18 1980-10-30 Ernst Weichel An einem traktor anbaubare vorrichtung zur bodenlockerung
GB2062432B (en) * 1979-09-01 1983-03-23 Howard Machinery Ltd Rotary cultivating machine
DE2943732A1 (de) * 1979-10-30 1981-05-14 Ernst 7326 Heiningen Weichel Arbeitsgeraet zur saatbettherrichtung
DE3004576A1 (de) * 1980-02-08 1981-08-13 Maschinenfabrik Rau Gmbh, 7315 Weilheim Kombinatsgeraet zur bodenbearbeitung
GB2071972B (en) * 1980-03-11 1983-07-27 Bomford & Evershed Ltd Slow rotor soil cultivating implements
EP0039792A1 (de) * 1980-05-09 1981-11-18 Ernst Weichel Arbeitsgerät zur Saatbettherrichtung
FR2484760A1 (fr) * 1980-06-19 1981-12-24 Grangier Adrien Machine agricole pour la preparation du sol avant culture

Also Published As

Publication number Publication date
NL191971B (nl) 1996-08-01
FR2541553B1 (fr) 1987-08-21
FR2541553A1 (fr) 1984-08-31
GB2135163A (en) 1984-08-30
IT8419800A0 (it) 1984-02-24
IT1173381B (it) 1987-06-24
ATA61184A (de) 1990-06-15
DE3406468C2 (nl) 1988-12-29
DE3406468A1 (de) 1984-08-30
GB2135163B (en) 1986-03-26
JPS59162804A (ja) 1984-09-13
AT391785B (de) 1990-11-26
GB8404400D0 (en) 1984-03-28
NL191971C (nl) 1996-12-03

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL8004448A (nl) Grondbewerkingsmachine.
NL8100993A (nl) Grondbewerkingsmachine.
NL8102052A (nl) Grondbewerkingsmachine.
NL8300682A (nl) Grondbewerkingsmachine.
NL8202359A (nl) Grondbewerkingsmachine.
NL8400269A (nl) Rolconstructie voor een grondbewerkingsmachine.
NL8001383A (nl) Meervoudige machine met vertikale assen voor het bewerken van landbouwgrond met rijen planten.
NL8303381A (nl) Grondbewerkingsmachine.
NL7808608A (nl) Grondbewerkingsmachine.
NL7809814A (nl) Grondbewerkingsmachine.
NL8601048A (nl) Grondbewerkingsmachine.
NL8300154A (nl) Grondbewerkingsmachine.
NL8204655A (nl) Grondbewerkingsmachine.
NL8303382A (nl) Grondbewerkingsmachine.
EP0255751B1 (en) A soil cultivating machine
NL8101312A (nl) Grondbewerkingsmachine.
NL8203047A (nl) Grondbewerkingsmachine.
NL8602972A (nl) Grondbewerkingsmachine.
NL8204259A (nl) Grondbewerkingsmachine.
NL8701010A (nl) Grondbewerkingsmachine.
NL8203045A (nl) Grondbewerkingsmachine.
NL192769C (nl) Grondbewerkingsmachine.
EP0189957B1 (en) Soil cultivating machine
NL8304356A (nl) Grondbewerkingsmachine.
NL8801012A (nl) Grondbewerkingsmachine.

Legal Events

Date Code Title Description
A85 Still pending on 85-01-01
BA A request for search or an international-type search has been filed
BB A search report has been drawn up
BC A request for examination has been filed
V1 Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20020901