NL8602972A

NL8602972A - Grondbewerkingsmachine.

Info

Publication number: NL8602972A
Application number: NL8602972A
Authority: NL
Original assignee: Lely Nv C Van Der
Priority date: 1986-11-24
Filing date: 1986-11-24
Publication date: 1988-06-16
Also published as: DE3750213T2; EP0269183B1; EP0269183A1; DE3750213D1

Description

Μ f

C. van der Lely N.V., Maasland GRONDBEWE RKINGSMACKINE

De uitvinding heeft betrekking op een grondbewer-kingsmachine, voorzien van een gestel en om opwaarts _ gerichte assen aandrijfbare bewerkingsorganen die in een zich dwars op de voortbewegingsrichting van de machine uit-5 strekkende rij naast elkaar zijn aangebracht.

Machines van deze soort worden gebruikt voor de bereiding van een zaaibed, waartoe men de bewerkingselementen heeft voorzien van een werkzaam deel dat een voor de bereiding van het zaaibed geëigende stand ten opzichte van de 10 draairichting van het bewerkingsorgaan inneemt. Bij sommige van de bekende machines is het mogelijk, door een omzetten van de bewerkingselementen of door het aanbrengen van speciaal uitgevoerde bewerkingselementen, deze geschikt te maken voor het uitvoeren van een andere grondbewerking, 15 bijvoorbeeld een stoppelbewerking.

Het voor het uitvoeren van deze bewerking geschikt maken van de bekende machines is echter een tijdrovend karwei.

Met behulp van de constructie volgens de uitvinding kan 20 nu op simpele wijze een machine van bovengenoemde soort geschikt worden gemaakt voor het uitvoeren van een stoppelbewerking .

Volgens de uitvinding wordt dit bereikt doordat de machine een ondersteuningsrol omvat en de bewerkingsorganen 25 zijn voorzien van bewerkingselementen, waarvan het werkzame deel zich ten opzichte van een draairichting van de bewerkingsorganen naar achteren uitstrekt en middelen aanwezig zijn met behulp waarvan de draairichting van de bewerkingsorganen omkeerbaar is.

30 Bij toepassing van deze constructie heeft men de moge lijkheid om bij het aanhouden van een zelfde werkdiepte op snelle wijze de machine geschikt te maken voor het uitvoeren van bijvoorbeeld een stoppelbewerking, terwijl omgekeerd snel op een aandrijving voor de bereiding van een zaaibed 860297' * - 2 - kan worden overgegaan.

Een volgend facet van de uitvinding betreft een tandwielbak voor de aandrijving van de bewerkingsorganen, welke tandwielbak is voorzien van aan de voorzijde buiten 5 deze uitstekende aandrijfassen, een en ander zodanig, dat met behulp van de assen de bewerkingsorganen naar keuze in .. twee tegengestelde draairichtingen aandrijfbaar zijn. Bij toepassing van bewerkingsorganen waarvan het werkzaam deel voor de bereiding van een zaaibed slepend ten opzichte van 10 de draairichting is opgesteld, kan men hierbij op simpele wijze een draairichting verkrijgen waarbij het werkzaam deel van de bewerkingselementen ten opzichte van de draairichting van de bewerkingsorganen naar voren is gericht en aldus op effectieve wijze een stoppelbewerking kan worden uitgevoerd.

15 Aan de hand van een in de tekening weergegeven uitvoe- ringsvoorbeeld zal de uitvinding hieronder nader uiteen worden gezet.

Fig. 1 geeft in bovenaanzicht een grondbewerkingsma-chine weer voorzien van een constructie volgens de uit-20 vinding,

Fig. 2 geeft op grotere schaal een aanzicht weer volgens de pijl IX in figuur 1, terwijl

Fig. 3 op grotere schaal een aanzicht weergeeft volgens de lijn III-III in figuur 2.

25 De in de figuren weergegeven inrichting betreft een grondbewerkingsmachine, in het bijzonder voor de bereiding van een zaaibed.

De machine omvat een kokervormig gesteldeel 1, dat zich dwars op de voortbewegingsrichting A uitstrekt en althans 30 nagenoeg horizontaal is gelegen. In het gesteldeel 1 zijn op onderling gelijke afstand van bij voorkeur 25 cm de opwaarts gerichte, bij voorkeur althans nagenoeg verticale assen 2 gelegerd van bewerkingsorganen 3. Elk van de bewerkingsorganen 3 omvat een drager 4 die op het onder uit 35 het gesteldeel 1 stekende einde van de as 2 is aangebracht en zich althans nagenoeg in horizontale richting uitstrekt.

Aan de einden is elke drager 4 voorzien van zich naar beneden uitstrekkende bewerkingselementen 5 in de vorm van _____Λ 8602972 ¥ - 3 - tanden. De bewerkingselementen 5 zijn door middel van een bevestigingsdeel 6 aangebracht en elk voorzien van een werkzaam deel 7, waarvan de langshartlijn een hoek van ongeveer 8° insluit met de langshartlijn van het bevesti-5 gingsdeel, een en ander zodanig, dat de werkzame delen van twee tegenover elkaar gelegen tanden zich althans nagenoeg „ evenwijdig aan elkaar uitstrekken en in bovenaanzicht althans nagenoeg tangentiaal zijn opgesteld. De einden van het kokervormig gesteldeel 1 zijn afgesloten door middel van 10 platen 8 die zich in opwaartse richting uitstrekken en althans nagenoeg evenwijdig zijn gelegen aan een verticaal vlak in de voortbewegingsrichting A van de machine. Nabij de voorzijde is elk van de platen 8 voorzien van een zich dwars op de voortbewegingsrichting A uitstrekkende as 9, waarom 15 een zich langs de binnenzijde van de plaat 8 naar achteren uitstrekkende arm 10 vrij verzwenkbaar is. De assen 9 zijn in eikaars verlengde gelegen. Tussen de achtereinden van de armen 10 is achter de rij bewerkingsorganen 3 vrij draaibaar een rol 11 aangebracht, die in dit uitvoeringsvoorbeeld is 20 uitgevoerd als een kooirol; echter kan deze rol ook zijn uitgevoerd als een pakkerrol. Tussen de achterzijde van het kokervormig gesteldeel 1 en elk van de armen 10 is een verstelinrichting 12 aangebracht, een en ander zodanig, dat hiermee de stand van de rol 11 ten opzichte van het gestel-25 deel 1 kan worden gewijzigd en aldus de werkdiepte van de bewerkingsorganen 3 instelbaar is. De verstelinrichting 12 is bij dit uitvoeringsvoorbeeld uitgevoerd als een schroef-spindel. Binnen het kokervormig gesteldeel 1 is op elk van de assen 2 van de bewerkingsorganen 3 een tandwiel 13 aange-30 bracht, dat een rechte vertanding heeft, een en ander zodanig, dat de tandwielen op de assen van naast elkaar gelegen bewerkingsorganen met elkaar in aandrijvende verbinding zijn. Nabij het midden heeft de as 2 van een bewerkingsorgaan 3 een verlenging 14, die naar boven is 35 gericht en reikt tot in een tandwielkast 15. De tandwielkast 15 is door middel van een steun 16 op de bovenzijde van het kokervormig gesteldeel 1 bevestigd. Aan de bovenzijde van de verlenging 14 is binnen de tandwielkast 15 een konisch 8602972 'ψ - 4 - v · tandwiel 17 aangebracht, dat in aandrijvende verbinding staat met een konisch tandwiel 18 op een zich in de voort-bewegingsrichting A uitstrekkende, in de wanden van de tandwielkast 15 gelegerde as 19. De as 19 reikt aan de 5 achterzijde tot in het huis van een toerenvariator 20, waarbinnen de as door middel van uitwisselbare tandwielen 21 _ en 22 in aandrijvende verbinding staat met een daarboven gelegen, zich eveneens in de voortbewegingsrichtig A uitstrekkende, as 23. De opstelling van de assen 19 en 23 is 10 zodanig, dat zij zich evenwijdig aan elkaar uitstrekken en in bovenaanzicht naast elkaar zijn gelegen, waarbij de as 23 zich althans nagenoeg nabij het midden van de machine bevindt. In de voortbewegingsrichting A van de machine gezien, sluit een vlak door de langshartlijnen van de assen 15 19 en 23 een hoek van ongeveer 30° in met het horizontale vlak. Aan de bovenzijde is de tandwielkast 15 voorzien van achter elkaar gelegen zich althans nagenoeg evenwijdig aan elkaar uitstrekkende koelribben 24. De as 19 steekt evenals de as 23 aan de voorzijde buiten de tandwielkast 15 uit. De 20 as 23 steekt bovendien aan de achterzijde buiten het huis van de toerenvariator 20 uit, een en ander zodanig, dat vanaf dit einde van de as een ander werktuig, zoals een pneumatische zaaimachine, kan worden aangedreven. De voorzijde van het gesteldeel 1 is voorzien van een driehoekige 25 bok 25, een en ander zodanig, dat de tandwielkast 15 tussen de benen van de bok is gelegen. De bok 25 is aan de voorzijde voorzien van een driepuntsbevestiging voor aankoppe-ling van de machine aan de driepuntshefinrichting van een trekker.

30 De werking van de in het voorgaande beschreven machine is als volgt:

Tijdens het bedrijf is de machine door middel van de bok 25 met de driepuntshef inrichting van de trekker gekoppeld en worden bij de voortbeweging van de machine in 35 de richting volgens pijl A de bewerkingsorganen vanaf de aftakas van de trekker via een met de bovenste as 23 verbonden tussenas 26 en de in het voorgaande beschreven overbrenging aangedreven in richtingen zoals met pijlen in de 8602972 - 5 - * •r figuur 1 is weergegeven- Hierbij roteren naast elkaar gelegen bewerkingsorganen 3 in tegengestelde zin en zodanig, dat de werkzame delen 7 van de bewerkingselementen 5 ten opzichte van de individuele draairichting slepend staan, 5 zodat naast elkaar gelegen bewerkingsorganen voor een zaai-bedbereiding met hun bewerkingselementen 5 ten minste aan _ elkaar grenzende stroken grond bewerken. Zoals reeds ver meld, kan de werkdiepte van de bewerkingsorganen 3 worden ingesteld met behulp van de achter de bewerkingsorganen 10 gelegen rol 11. Hiertoe kunnen de armen 10 door middel van de schroef spindels 12 in hoogterichting worden versteld. Met behulp van de toerenvariator 20 kan men de bewerkingsorganen 3 een andere rotatiesnelheid geven. De toerenvariator 20 is aan de achterzijde voorzien van een venster 27, voorzien van 15 een markering waardoor men kan vaststellen welke over-brengverhouding er tussen de tandwielen in de toerenvariator bestaat. Indien men de machine wil inzetten voor een andere grondbewerking dan een zaaibedbereiding, bijvoorbeeld voor een stoppelbewerking, kan men de tussenas 26 van de bovenste 20 as 23 loskoppelen en verbinden met het aan de voorzijde uit de tandwielkast stekende, van spiebanen voorziene, einde van de onderste as 19. Hierbij worden de bewerkingsorganen 3 aangedreven in tegengestelde zin, zodat de werkzame delen 7 van de bewerkingselementen 3 van de respectievelijke 25 bewerkingsorganen 5 naar voren zijn gericht ten opzichte van de rotatierichting waarbij op effectieve wijze de grond kan worden losgescheurd en de stoppels naar boven worden gebracht. Bij deze aandrijving kan men met slechts één toerental volstaan. Tijdens het bedrijf zijn de vrije 30 einddelen van de assen 19 en 23 die buiten de tandwielkast 15 uitsteken door middel van een niet-weergegeven schermkap afgedekt.

De uitvinding is niet beperkt tot het vorenstaande, doch betreft tevens alle details van de figuren al of niet beschreven.

8602972

Claims

1. Grondbewerkingsmachine voorzien van een gestel en om opwaarts gerichte assen aandrijfbare bewerkingsorganen die in een zich dwars op de voortbewegingsrichting van de machine uitstrekkende rij naast elkaar zijn aangebracht, met - 5 het kenmerk, dat de machine een ondersteuningsrol omvat en de bewerkingsorganen zijn voorzien van bewerkingselementen, waarvan het werkzame deel zich ten opzichte van een draairichting van de bewerkingsorganen naar achteren uitstrekt en middelen aanwezig zijn met behulp waarvan de draairichting 10 van de bewerkingsorganen omkeerbaar is.

2. Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de aandrijving voor de bewerkingsorganen een tandwielbak omvat, voorzien van zich in de voortbewegings-richting uitstrekkende assen die aan de voorzijde buiten de 15 tandwielkast uitsteken, een en ander zodanig, dat met behulp van de assen de bewerkingsorganen naar keuze in een andere richting aandrijfbaar zijn.

< 3. Grondbewerkingsmachine voorzien van een gestel en een aantal om opwaarts gerichte assen aandrijfbare bewerkings-20 organen die in een zich dwars op de voortbewegingsrichting van de machine uitstrekkende rij zijn aangebracht, met het kenmerk, dat de aandrijving een tandwielbak omvat, die is voorzien van aan de voorzijde buiten de tandwielkast uitstekende aandrijfassen, een en ander zodanig, dat met 25 behulp van de assen de bewerkingsorganen naar keuze in twee tegengestelde draairichtingen aandrijfbaar zijn.

4. Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 2 of 3, met het kenmerk, dat de assen in de tandwielkast op verschillende hoogten zijn gelegerd.

5. Grondbewerkingsmachine volgens een der conclusies 2 - 4, met het kenmerk, dat in bovenaanzicht gezien de assen naast elkaar zijn gelegen.

6. Grondbewerkingsmachine volgens een der conclusies 2 - 5, met het kenmerk, dat in de voortbewegingsrichting 35 gezien, een vlak door de langshartlijnen van de assen een scherpe hoek met het horizontale vlak insluit. 8602972 - 7 - 3

7. Grondbewerkingsmachine volgens een der conclusies 4 - 6, met het kenmerk, dat de bovenste as dient voor de aandrijving van de bewerkingsorganen in een richting zodanig, dat de werkzame delen van de bewerkingselementen slepend 5 staan.

8. Grondbewerkingsmachine volgens een der conclusies 4 - 7, met het kenmerk, dat de onderste as via een konische tandwieloverbrenging met de as van een bewerkingsorgaan in aandrijvende verbinding staat, een en ander zodanig dat de 10 bewerkingsorganen aandrijfbaar zijn in een richting waarbij de werkzame delen van de bewerkingselementen naar voren zijn gericht.

9. Grondbewerkingsmachine volgens een der conclusies 4 - 8, met het kenmerk, dat de assen met elkaar in aandrijvende 15 verbinding staan via een toerenvariator.

10. Grondbewerkingsmachine volgens een der conclusies 4 - 9, met het kenmerk, dat de bovenste as aan de achterzijde buiten de tandwielkast uitsteekt en is voorzien van een einde voor aandrijving van andere werktuigen.

11. Grondbewerkingsmachine volgens een der conclusifes 2 - 10, met het kenmerk, dat het vooreinde van elk van de assen door middel van een tussenas met de aftakas van een trekker koppelbaar is.

12. Grondbewerkingsmachine zoals beschreven in het voor-25 gaande en weergegeven in de figuren. 8602972