NL7807270A - Grondbewerkingsmachine. - Google Patents

Grondbewerkingsmachine. Download PDF

Info

Publication number
NL7807270A
NL7807270A NL7807270A NL7807270A NL7807270A NL 7807270 A NL7807270 A NL 7807270A NL 7807270 A NL7807270 A NL 7807270A NL 7807270 A NL7807270 A NL 7807270A NL 7807270 A NL7807270 A NL 7807270A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
machine according
soil cultivation
cultivation machine
group
members
Prior art date
Application number
NL7807270A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Patent Concern Nv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Patent Concern Nv filed Critical Patent Concern Nv
Priority to NL7807270A priority Critical patent/NL7807270A/nl
Priority to GB7923043A priority patent/GB2024583A/en
Priority to DE19792926810 priority patent/DE2926810A1/de
Priority to IT24135/79A priority patent/IT1122031B/it
Priority to US06/055,013 priority patent/US4280565A/en
Publication of NL7807270A publication Critical patent/NL7807270A/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01BSOIL WORKING IN AGRICULTURE OR FORESTRY; PARTS, DETAILS, OR ACCESSORIES OF AGRICULTURAL MACHINES OR IMPLEMENTS, IN GENERAL
    • A01B33/00Tilling implements with rotary driven tools, e.g. in combination with fertiliser distributors or seeders, with grubbing chains, with sloping axles, with driven discs
    • A01B33/02Tilling implements with rotary driven tools, e.g. in combination with fertiliser distributors or seeders, with grubbing chains, with sloping axles, with driven discs with tools on horizontal shaft transverse to direction of travel
    • A01B33/021Tilling implements with rotary driven tools, e.g. in combination with fertiliser distributors or seeders, with grubbing chains, with sloping axles, with driven discs with tools on horizontal shaft transverse to direction of travel with rigid tools

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Soil Sciences (AREA)
  • Environmental Sciences (AREA)
  • Soil Working Implements (AREA)
  • Agricultural Machines (AREA)

Description

Patent Concern N.V·, Willemstad, Curayao, IT*A· "Grondbewerkingsmachine**
De uitvinding heeft betrekking op een grondbewer-kingsmachine voorzien van een gestel en een aantal in dit gestel gelegerde, om een zich ongeveer dwars op de voortbe-wegingsrichting van de machine uitstrekkende as, draaibare 5 bewerkings organen·
Machines van deze soort hebben veelal een beperkte werkbreedte, waardoor een rationeel gebruik van deze machines in veel gevallen niet mogelijk is*
Met de constructie volgens de uitvinding kan nu de 10 werkbreedte van een machine van.bovengenoemde soort aanzienlijk worden vergroot, doordat volgens de uitvinding de bewerkings organen in ten minste twee naast elkaar gelegen groepen zijn aangebracht, die ten opzichte van elkaar tijdens het bedrijf in hoogterichting beweegbaar zijn· Op deze 15 wijze kan bij een grote werkbreedte niet alleen een goede aanpassing aan de bodemoneffenheden worden verkregen, doch kan tevens op velden, waar harde obstakels zoals stenen in de bodem voorkomen, beschadiging van de bewerkings organen op effectieve wijze worden voorkomen.
7807270 β - 2 -
Aan de hand van enkele uitvoeringsvoorbeelden zal de uitvinding hieronder nader uiteen worden gezet.
Fig. 1 toont een bovenaanzicht van een deel van de machine volgens de uitvinding, bevestigd aan de hef-5 inrichting van een trekker,
Fig. 2 toont een zijaanzicht van de machine volgens de pijl II in fig. 1,
Fig. 3 toont een doorsnede van een deel van de machine volgens de lijnen III - III in fig. 1, 1Q Fig. 4 toont een doorsnede van een deel van de machine volgens de lijnen IV - IV in fig. 1,
Fig. 5 toont een doorsnede van een verder deel van de machine,
Fig. 6 toont een aanzicht van een bewerkingsorgaan, 15 gezien in de langsrichting van de as van het bewerkings-orgaan,
Fig. 7 to.ont een aanzicht van een alternatieve vorm van een bewerkings orgaan, gezien in de langsrichting van de as van het bewerkings orgaan, 20 Fig. 8 toont een doorsnede volgens de li jnen VIII - VIII in fig. 7,
Fig. 9 toont een bovenaanzicht van een deel van de machine volgens de uitvinding in een tweede uitvoeringsvorm, 25 Fig. 10 toont een zijaanzicht van de machine volgens de pijl X in fig. 9,
Fig. 11 toont een bovenaanzicht van de machine in een derde uitvoeringsvorm,
Fig. 12 toont een zijaanzicht volgens de pijl 30 XII in fig. 11 en
Fig. 13 toont een doorsnede volgens de lijnen XIII - XIII in fig. 11.
De in fig. 1 weergegeven inrichting betreft een grondbewerkingsmachine, voorzien van een gestel dat een 35 zich dwars op de voortbewegingsrichting A van de 7807270 - 3 - Η machine uitstrekkende, althans nagenoeg horizontaal gelegen gestelbalk 1 omvat, De gestelbalk 1 is kokervormig en heeft een hoekige, bij voorkeur vierkante, dwarsdoorsnede Nabij de einden is de gestelbalk 1 voorzien van zich naar 5 achteren uitstrekkende lippen 2, terwyl nabij het midden twee op afstand van elkaar gelegen lippen 3 zijn aangebracht· Door middel van scharaierpennen 4, waarvan de langshartlijnen in eikaars verlengde zijn gelegen en zich dwars op de voortbewegingsrichting A uitstrekken, zijn TO -“'•’aan de lippen 2 resp. de lippen 3 zich in opwaartse richting uitstrekkende platen 5 resp. 6 verzwenkbaar aangebracht. De vorm van de platen 5, die aan de einden van de gestelbalk 1 door middel van de lippen 2 en de schamierpennen 4 schamierbaar zijn aangebracht, is in 15 fig. 2 nader weergegeven en is in hoofdzaak ruitvormig.
Een plaat 5 is zodanig opgesteld, dat de voorste punt van de ruit door middel van de scharnierpen 4 verzwenkbaar is aangebracht. De nabij het midden van de gestelbalk 1 door middel van een scharnierpen 4 verzwenkbaar 20 aangebrachte platen 6 zijn lager en hebben aan de bovenzijde een vlakker verloop. Tussen elk paar platen 5 en 6 is een zich dwars op de voortbewegingsrichting A uitstrekkende althans nagenoeg evenwijdig aan de gestelbalk 1 gelegen dragei? draaibaar aangebracht. De drager 7 25 is pijpvormig en heeft bij voorkeur een ronde dwarsdoorsnede. De langshartlijnen van de resp. dragers 7 zijn in eikaars verlengde gelegen. Elke drager 7 heeft aan de van de andere drager Af gekeerde zijde een astap 8, die nabij zijn binneneinde door middel van een in de 30 drager aangebrachte steun 9 en nabij zijn midden door middel van een flens 10, die aan het einde van de drager is gelast, wordt ondersteund (Fig. 3)· De astap 8 wordt ten opzichte van een plaat 5 door middel van een kogelleger 11 ondersteund, dat is onder gebracht in een 35 legerhuis 12, dat door middel van bouten 13 aan de plaat 5 7807270 *> * - 4 - is bevestigd. Het legerbuis 12 omvat tevens een kap 14 die aan de omtrek is voorzien van een naar binnen gebogen rand, die tot voorbij de flens 10 reikt en aldus met deze flens 10 een afscherming vormt die een vervui-/5 ling van het leger tijdens het bedrijf van de machine tegengaat. Het andere einde van de drager 7 heeft een astap 15 die wordt ondersteund door twee op afstand van elkaar gelegen in de drager aangebrachte steunplaten 16, waarvan er één nabij het binneneinde en één vanaf het 10 binneneinde gerekend juist voorbij het midden is aangebracht (Fig. 4). Het naar buiten gerichte einde van een astap 15 is ondersteund door middel van een kogelleger 17 dat is ondergebraeht in een legerbuis 18. Het leger-huis 18 is door middel van bouten 19 bevestigd aan een 15 binnenste plaat '6. De platen 6 zijn elk ter hoogte van de bevestiging van een legerbuis 18 voorzien van een instulping, een en ander zodanig, dat tussen de platen een ruimte ontstaat, voor het opnemen van bouten 19.
Tussen het legerhuis 18 en een plaat 6 is een kap 20 ge-20 klemd die een naar binnen gebogen rand heeft, die tot voorbij een aan het einde van de drager 7 gelaste flens 21 reikt, zodat ook hier een afscherming voer het leger 17 van de astap 15 aanwezig is. Elk van de pijpvormige dragers 7 is voorzien van een aantal op onderling gelijke 25 afstand van elkaar gelegen, op de buitenzijde van de drager gelaste ringen 22. De ringen 22 zijn voorzien van gaten voor het bevestigen van over althans nagenoeg een halve cirkel verlopende sectorvormige platen 23, die bewerkingselementen vormen van een schijfvormig 30 bewerkingsorgaan 24. De gaten in opvolgende ringen 22 zijn telkens over omtrekshoeken van 45° ten opzichte van elkaar om de langshartlijn van de drager 7 verdraaid.
Aan elke zijde van een ring 22 zijn door middel van bouten 22A spiegelbeeldig telkens twee identieke sec tor vormige fce-25 werkingselementen 23 aangebracht, die via een S-vormig 78 0 7 2 7 ff - 5 - * verlopende begrenzing op elkaar aansluiten (fig. 6). Elk van de bewerkingselementen 23 omvat een bevestigingsdeel 25 voor de bevestiging op een ring 22, welk deel overgaat in een schuin verlopend recht deel 26, dat althans tot 5 nabij het midden van een bewerkingselement reikt. Het deel 26 gaat over in een deel 27, dat tot de omtrek van een element 23 reikt, en in hoofdzaak evenwijdig verloopt aan het deel 25. Het deel 27 is voorzien van twee insnijdingen 27A die ten opzichte van de draairichting B 10 die een schijfvormig bewerkings orgaan 24 tijdens het bedrijf heeft naar achteren hellen. De drie door de insnijdingen 27A ontstane identieke werkzame delen 28 zijn telkens naar een verschillende zijde afgebogen en aan de einden afgerond. Althans nagenoeg midden tussen 15 de einden zijn de sectorvormige delen 28 voorzien van een in hoofdzaak Wvormige uitsparing 29 die ten opzichte van de draairichting B die een schijfvormig bewerkings-orgaan 24 tijdens het bedrijf krijgt, enigszins naar achteren helt, een en ander zodanig, dat de zijden van 20 de V-vormige uitsparing 29 althans nagenoeg evenwijdig aan de genoemde insnijdingen 27A zijn gelegen. Elke V-vormige uitsparing 29 is aan de binnenzijde afgerond,
De opvolgende in tegengestelde richting afgebogen sectorvormige delen 28 van de elementen 23 van een 25 bewerkings orgaan 24 vormen volgens een zaagtand-patroon opgestelde, aan de omtrek van het bewerkings orgaan gelegen werkzame delen waarvan de vrije einden evenwijdig aan de draaiingsas van een drager 7 gezien, althans nagenoeg een gesloten cirkel vormen.
30 Zoals uit fig. 4 blijkt verlopen de delen 26 aan weerszijden van een ring 22 aangebrachte bewerkingselementen 23 van elkaar af. Een drager 7 met de schijf vormige bewerkingsorganen 24 vormt een groep bewerkings organen met een werkbreedte van 1,50 m -35 2,25 m.
7807270 % * - Ö “
Tussen elk paar platen 5 en 6 is een drager 7 met de erop aangebrachte schijf vormige bewerkings-organen 24 die een diameter van + 30 cm hebben, aan de bovenzijde omgeven door een schermkap 31» die aan de 5 respectieve platen is bevestigd. Aan de achterzijde is elk van de platen 5 en 6 van een paar voorzien van een zich naar achteren uitstrekkende arm 32, tussen de achtereinden waarvan vrij draaibaar een rol 33 is aangebracht. De rol 33 omvat aan zijn omtrek een aantal 10 schroeflijn-vormig verlopende, zich in de lengterichting van de rol uitstrekkende langselementen 34» die door middel van plaatvormige steunen 35 zijn ondersteund.
Elk van de armen 32 is ten opzichte van een plaat 5 resp. 6 door middel van een bout 35A en een aantal in 15 de plaat aangebrachte gaten 36 in meerdere standen brengbaar en vastzetbaar, een en ander zodanig, dat met behulp van de rol 33 de werkdiepte van een groep bewerkingsorganen kan worden ingesteld. Voor het aanbrengen van de armen 32, die de naar elkaar toegekeerde 20 einden van de rollen 33 ondersteunen, zijn de platen 6 nabij hun achterzijde voorzien van een instulping, een en ander zodanig, dat de aan de platen bevestigde armen tegen elkaar zijn gelegen (zie fig. 5)· Nabij het midden is elke schermkap 31 voorzien van een paar lippen 25 37 waar tussen aan de achterzijde een verbindingsstuk 38 is aangebraeht, waardoor een stang 39 is gestoken.
De stang 39 is met zijn boveneinde scharnierend aangebracht aan het einde van een zich dwars op de voort-bewegingsrichting A uitstrekkende gestelbalk 40, die 30 boven de gestelbalk 1 is gelegen en hiermee door steunen 41 is verbonden. Tussen het verbindingsstuk 38 en een op het ondereinde van de stang 39 aangebrachte aanslag is om de stang een drukveer 42 gelegen, een en ander zodanig, dat een neerwaarts bewegen van een groep bewerkings-35 organen door middel van een verende aanslag wordt tegenge- 7807270 * - 7 - gaan. Elk van de aan de buitenzijden van een pijpvormige drager 7 aangebrachte astappen 8 reikt tot in een scherm-kast 43» &ie op de buitenzijde van een plaat 5 is aangebracht en binnen deze schermkast is voorzien van een tand-5 wiel 44 met rechte vertanding. Het tandwiel 44 staat in aandrijvende verbinding met een identiek tandwiel 45 op een astap 45A, die aan een plaat 5 is bevestigd, welk tandwiel op zijn beurt in aandrijvende verbinding staat met een identiek tandwiel 46 op een astap 47· De astap 45A is 10 ondersteund door middel van twee naast elkaar gelegen ko~ gellegers 48, die in een door middel van bouten 49 op een plaat 5 vastgezet legerbuis 50 zijn ondergebracht. Het uit de schermkast 43 stekende naar binnen gerichte einde van de astap 47 is voorzien van spiebanen, waarop één 15 einde is geschoven van een universeel koppeling 51, die deel uitmaakt van een telescopische as 52. Het andere einde van de telescopische as 52 is voorzien van een universeel koppeling 53, die is geschoven over een van spiebanen voorzien einde van een as 53A, die in een tandwiel-20 kast 54 is gelegerd, welke tandwielkast aan de onderzij de van de balk 40 is bevestigd. Binnen de tandwielkast 54 staat de as 53A door middel van een niet nader weergegeven konische tandwieloverbrenging in aandrijvende verbinding met een as 55 die aan de voorzijde uit de tand-25 wielkast steekt. De aan de voorzijde uit de tandwielkast 54 stekende as 55 is voorzien van een uitwisselbaar tandwiel 56, dat deel uitmaakt van een aan de voorzijde van de tandwielkast gelegen toerenvariator 57· De toerenvaria-tor 57 heeft een'èvenwi jdig aan de as 55 gelegen as 58, waarop 30 een uitwisselbaar tandwiel 59 ie aangebracht dat met het tandwiel 56 kan samenwerken. De as 58 kan door middel van een tussenas met een aftakas van een de inrichting voortbewegende trekker worden verbonden. De telescopische assen 52 maken deel uit van een aandrijfas, die nabij zijn mid-35 den in verbinding staat met een haakse overbrenging.
7807270 ♦ - 8 -
Aan de onderzijde is de gestelbalk 1 op gelijke afstand van het midden voorzien van paren lippen 60 voor de aankoppeling van de onderste armen van de hef inrichting van een trekker, terwijl aan de balk 40 nabij het midden 5 zich naar voren uitstrekkende lippen 61 zijn aangebracht, waartussen de bovenste arm van de hefinrichting van een trekker aanbrengbaar is.
De werking van de in het voorgaande beschreven machine is als volgt.
10 Tijdens het bedrijf is de machine met behulp van de paren lippen 60 en 61 met de driepuntshefinrichting van een trekker gekoppeld en kan vanaf de af takas van de trekker via een tussenas en de in het voorgaande beschreven overbrenging elk van de groepen bewerkingsorganen 24 15 vanaf de zijkant worden aangedreven in een richting zoals met de pijl B in de fig. 2 is weergegeven. Alvorens met het werk te beginnen kan met behulp van de rollen 33 elk van de groepen bewerkingsorganen 24 op een bepaalde werk-diepte worden ingesteld. Tijdens het bedrijf worden de 20 roterende schijfvormige bewerkingsorganen 24, die zijn voorzien van in een zaagtand-patroon opgestelde werkzame delen 28, gevormd door de af gebogen delen van de bewerkings-elementen 23, in de voortbewegingsrichting A van de machine door de grond bewogen. Hierbij wordt door het zaagtand-patroon 25 vooral op harde droge gronden een goede verkruimeling ver kregen. Tijdens het bedrijf kan elke groep bewerkingsorganen 24 om een zich dwars op de voortbewegingsrichting A üitstrekkende zwenksas, die vóór een groep en hoger dan de draaiingsas van de groep is gelegen en wordt gevormd 30 door de langshartlijnen van de resp. schamierpennen 4, in hoogterichting uitwijken, zodat elk van de groepen gemakkelijk over zich in de grond bevindende stenen en andere obstakels kan bewegen. Hierbij kunnen de een aaneengesloten strook grond bewerkende groepen bewerkingsorganen 35 24 onafhankelijk ten opzichte van elkaar verzwenken. Door 7807270 * - 9 - de gewicht ontlastende werking van de drukveer 42 om de stang 39 kan een groep gemakkelijk in hoogterichting uitwijken. Elke groep bewerkingsorganen 24 heeft een werk-breedte die tenminste een derde bedraagt van de trans-5 portbreedte van de machine. De identieke bewegingselemen ten 23, die een schijfvormig bewerkings orgaan 24 vormen, kunnen op simpele wijze door drie bouten 22A worden vastgezet en indien noodzakelijk vervangen. Bovendien wordt de slijtage van de schijfvormige bewerkings organen 24, 10 doordat de werkzame delen 28 zich in hoofdzaak aan de omtrek bevinden, hoofdzakelijk tot deze omtrek beperkt.
In fig. 7 en 8 is een uitvoeringsvoorbeeld van bewerkingselementen 62 van een schijfvormig bewerkingsor-gaan weergegeven, waarbij de insnijdingen tussen resp.
15 af gebogen werkzame delen 63 tot het flensvormig deel 25 reiken. Hierbij verlopen de insnijdingen van de afgebogen delen 63 zodanig, dat zij ten opzichte van de draairichting B van een schijfvormig bewerkings orgaan naar achteren hellen, terwijl in het deel 26 de insnijding althans nagenoeg 20 radiaal is gericht ten opzichte van de langshartlijn van een drager 7 van een groep. Bij dit uitvoeringsvoorbeeld zijn de delen 63 niet voorzien van een uitsparing.
Bij het in fig. 9 en 10 weergegeven uitvoeringsvoorbeeld omvat een machine twee zich dwars op de voortbe-25 wegingsrichting Δ uitstrekkende althans nagenoeg horizon taal gelegen achter elkaar aangebraehte gestelbalken 64 en 65, waarvan de einden door middel van zich in de voort-bewegingsrichting A uitstrekkende steunstrippen 66 met elkaar zijn verbonden. Aan de einden van de gestelbalk 64 30 en nabij het midden zijn op dezelfde wijze als bij het voorgaande uitvoeringsvoorbeeld door middel van lippen 2 en 3 en sehamierpennen 4 naast elkaar in hoogterichting beweegbare groqpen bewerkings organen 24 aangebracht, die een identieke uitvoering en opstelling hebben. Aan de ach-35 terzijde van elk van de steunstrippen 66 is een zich in ) 7807270 4.
- 10 - opwaartse richting uitstrekkende plaat 67 aangebracht, waaraan door middel van een schamierpen 68 het midden van een haakvormig naar boven gebogen arm 69 verzwenkbaar is aangebracht· Het boveneinde van de arm 69 kan door mid-5 del van een bout 70 en gaten 71 in een plaat 67 in meer dere standen worden gebracht en vastgezet· Tussen de einden van de zich naar achteren uitstrekkende delen van de armen 69 is vrij draaibaar een rol 72 aangebracht, die aan de dmtrek is voorzien van een aantal schroeflijnvor-10 mig ten opzichte van de rotatieas van de rol verlopende langs elementen 73» die aan de omtrek van plaatvormige steunen 74 zijn aangebracht. Aan de voorzijde is de ge-stelbalk 64 op gelijke afstand van het midden voorzien van paren lippen 75 voor aankoppeling van de onderste ar-15 men van de driepuntshef inrichting van een trekker. Tussen de paren lippen. 75 is op de gestelbalk 64 een zich in opwaartse richting uitstrekkende steun 76 aangebracht, die aan de bovenzijde twee op afstand van elkaar gelegen platen 77 draagt, waartussen de bovenste arm van de hefin-20 richting van een trekker aanbrengbaar' is· De achterzijde van de platen 77 is verbonden met naar beneden divergerende, schuin naar achteren verlopende schoren 78, die zijn verbonden met de achterste gestelbalk 65.
Bij dit uitvoeringsvoorbeeld kunnen de respec-25 tieve groepen bewerkingsorganen 24, die op dezelfde wijze als bij het voorgaande uitvoeringsvoorbeeld worden aangedreven ten opzichte van het door de rol 72 ondersteunde gestel in hoogterichting verzwenken, waarbij een aanslag een te ver naar beneden bewegen van de respectieve groepen 30 voorkomt. Met behulp van de rol 72 kan ook hier de werk- diepte van de groepen worden ingesteld·
In de fig. 11 - 13 is een derde uitvoeringsvoorbeeld van een grondbewerkingsmachine volgens de uitvinding weergegeven, waarbij het gestel twee zich dwars op de 35 voortbewegingsrichting A uitstrekkende achter elkaar gele- 7807270 - 11 - gen gestelbalken 79 en 80 omvat, waarvan de einden door middel van zich in opwaartse richting uitstrekkende platen 81 met elkaar zijn verbonden. De platen 81 hebben zoals uit fig. 12 blijkt, in zijaanzicht in hoofdzaak een 5 ruitvorm en zijn zodanig opgesteld dat de voorste gestel- balk in een hoekpunt is bevestigd. Tussen da platen 81 is een pijpvormige drager 82 aangebracht van een groep bewerkingsorganen, welke drager 82 aan de einden op dezelfde wijze is ondersteund als de einden van de dragers 10 7 van de respectieve groepen bewerkingsorganen 24 bij de voorgaande uitvoeringsvoorbeelden.
De bewerkingsorganen zijn nagenoeg op dezelfde wijze uitgevoerd, zodat dezelfde verwijzingscijfers zijn gebruikt.
15 Aan de achterzijde van de platen 84 zijn zich naar achteren uitstrekkende armen 83 verzwenkbaar en in meerdere standen vastzetbaar aangebracht. Tussen de achtereinden van de armen 83 is vrij draaibaar een rol 84 aanwezig, die een aantal aan de omtrek gelegen zich in 20 de langsrichting van de rol uitstrekkende schroef lijnvor mig verlopende langselementen 84 omvat die aan de omtrek van plaatvormige dragers 86 zijn ondersteund. Een groep bewerkingsorganen is aan de bovenzijde omgeven door een schermkap 86, die tussen de platen 81 is aangebracht. De 25 aandrijving van een groep bewerkingsorganen vindt vanaf één zijde plaats met behulp van een tandwieloverbrenging die identiek is aan die van de overbrenging bij de voorgaande uitvoerings-voorbeelden. He.t bovenste tandwiel 45 van de tandwieloverbrenging is aangebracht op het ein-30 de van een as 87, die met zijn andere einde is gelegerd in een tandwielkast 88. De as 87 is ondergebracht in een tussen een plaat 81 en de tandwielkast 88 gelegen pijp 89. Binnen de tandwielkast 88 is de as 87 voorzien van een conisch tandwiel 90, dat kan samenwerken met een conisch 35 tandwiel 91 op een as 92, die aan de voorzijde uit de tand- 7807270 - 12 - wielkast 88 steekt en met behulp van een tussenas met de af takas van een trekker koppelbaar is. Aan de voorzijde is de gestelbalk 79 op gelijke afstand van het midden voorzien van paren lippen 93 voor aankoppeling van de on-5 derste armen van de hef inrichting van een trekker, terwijl tussen de lippen op de gestelbalk 79 een zich naar boven uitstrekkende steun 94 is aangebracht, die aan de bovenzijde op afstand van elkaar gelegen platen 95 draagt, waartussen de bovenste arm van de hefinrichting van een 10 trekker aanbrengbaar is. De achterzijde van de platen 95 is door middel van schuin naar beneden verlopende divergerende schoren 98 verbonden met de einden van de achterste gestelbalk 80. Bij dit uitvoeringsvoorbeeld zijn de delen 28 niet voorzien van een V-vormige uitsparing. Tij-15 dens het bedrijf kan de groep bewerkingsorganen niet in hoogterichting ten opzichte van het gestel verzwenken.
Met behulp van de rol 84 kan ook hier de werkdiepte van de groep be workings organen worden ingesteld.
De uitvinding is niet beperkt tot het voren-20 staande. , doch betreft tevens alle details van de figuren al of niet beschreven.
Conclusies - 7807270

Claims (36)

1. Grondbewerkingsmachine voorzien van een gestel en een aantal in dit gestel gelegerde om een zich. ongeveer dwars op de voortbewegingsrichting van de machine uitstrekkende as draaibare bewerkingsorganen, met het ken- 5 merk, dat de bewerkings organen in ten minste twee naast elkaar gelegen groepen zijn aangebracht die ten opzichte van elkaar tijdens het bedrijf in hoogterichting beweegbaar zijn·
2. Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 1, met 10 het kenmerk, dat een groep een werkbreedte heeft die ten minste een derde van de transportbreedte van de machine bedraagt.
3· Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat een groep in hoogterichting ver-15 zwenkbaar is aangebracht ten opzichte van het gestel van de machine.
4. Grondbewerkingsmachine voorzien van een gestel en een aantal in dit gestel gelegerde, om een zich ongeveer dwars op de voortbewegingsrichting van de machine uit-20 strekkende as draaibare bewerkingsorganen, met het kenmerk, dat een groep bewerkingsorganen een werkbreedte heeft die ten minste een derde bedraagt van de transportbreedte van de machine en een groep in hoogterichting beweegbaar ten opzichte van het gestel is aangebracht.
5. Grondbewerkingsmachine volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat ten minste twee groepen bewerkingsorganen naast elkaar zijn gelegen.
6. Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat de groepen bewerkingsorganen op elkaar 30 aansluitende stroken grond bewerken en de draaiingsassen van de respectieve groepen bewerkingsorganen in eikaars verlengde zijn gelegen.
7. Grondbewerkingsmachine volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat een zwenkas voor een groep 7807270 k bewerkingsorganen yóót de draaiingsas van de groep is gelegen.
8. Gr ondbewer kingsmachine volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de zwenkas voor een groep 5 bewerkingsorganen hoger is gelegen dan de rotatieas van de groep.
9. Grondbewerkingsmachine volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat een groep bewerkingsorganen in twee op afstand van elkaar gelegen punten ten opzichte 10 van het gestel van de machine verzwenkbaar is ondersteund.
10. Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat de scharnierende ondersteuning tussen een groep en het gestel in eikaars verlengde gelegen schamier-pennen omvat. 15
11· Grondbewerkingsmachine volgens een der conclusies 5-10, met het kenmerk, dat een groep een drager voor de bewerkingsorganen omvat die, draaibaar tussen zich in opwaartse richting uitstrekkende platen is gelegen en de platen aan:; de naar elkaar toegekeerde zijden van de 20 groepen tegen elkaar zijn gelegen.
12. Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 11, met het kenmerk, dat de tegen elkaar gelegen platen zijn voorzien van een instulping, een en ander zodanig, dat een ruimte wordt gevormd voor de bevestiging van een legering 25 voor de drager.
13· Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 11 of 12, met het kenmerk, dat een drager pijpvormig is en aan zijn omtrek is voorzien van op onderling gelijke afstand van elkaar gelegen sehijfvormige bewerkingsorganen, die door 30 middel van een ring zijn aangebracht·
14· Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 13, met het kenmerk, dat de ring aan ten minste één zijde is voorzien van twee sec torvormige op elkaar aansluitende bewerkings elementen die samen een schijfvormig bewerkings- 35 orgaan vormen. 7807270
15· Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 14, met het kenmerk, dat de bewerkings elementen identiek zijn uitgevoerd.
16. Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 14 of 15, 5 met bet kenmerk* dat de bewerkings el emen t en via een S-vormige begrenzing op elkaar aansluiten.
17· Grondbewerkingsmachine volgens conclusies 14 - 16, met bet kenmerk, dat de bewerkings elementen voor bun bevestiging elk zijn voorzien van een bevestigingsdeel, dat 10 aansluit op een schuin af gebogen recht deel dat overgaat in een tot de omtrek van een bewerkings element reikend deel dat in hoofdzaak evenwijdig aan het bevestigingsdeel verloopt.
18. Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 17, met 15 bet kenmerk, dat het laatstgenoemde deel van een bewerkings-element is voorzien van insnijdingen, een en ander zodanig dat drie althans nagenoeg identieke werkzame delen worden gevormd.
19# Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 18, met 20 het kenmerk, dat opvolgende werkzame delen ten opzichte van elkaar naar tegenover elkaar gelegen zijden zijn af gebogen, een en ander zodanig dat de werkzame delen van twee een schijfvormig bewerkings orgaan vormende bewerkings elementen aan de omtrek van het bewerkingsorgaan in een zaagtandpa-25 troon staan opgesteld.
20. Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 18 of 19, met bet kenmerk, dat de insnijdingen ten opzichte van de rotatiericbting van een schijfvormig bewerkingsorgaan over ten minste een deel van hun lengte enigszins naar achteren 30 hellen.
21. Grondbewerkingsmachine volgens een der conclusies 18 - 20, met het kenmerk, dat de overgang van een insnijding naar de om trek van een werkzaam deel is afgerond.
22. Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 21, met 35 het kenmerk, dat een werkzaam deel van een bewerkings- 7807270 element tussen de afrondingen is voorzien van een in hoofdzaak 7-vormige uitsparing die ten opzichte van de rotatierichting van een bewerkings orgaan enigszins naar achteren helt. 5
23· Grondbewerkingsmachine volgens een der voorgaande conclusies 14 - 22, met het kenmerk, dat aan weerszijden van een ring een schijfvormig bewerkingsorgaan is aangebracht, een en ander zodanig dat de respectieve bewer-kingselementen spiegelbeeldig ten opzichte van elkaar zijn 10 opgesteld waarbij de resp· af gebogen delen (28) van de bewerkings elementen divergeren.
24. Grondbewerkingsmachine volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat voor een groep bewerkings-organen een verende aanslag aanwezig is, die een te ver 15 naar beneden bewegen van een groep tegengaat.
25. Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 24, met het kenmerk, dat de verende aanslag een tussen het gestel van de machine en een sehermkap voor een groep bewerkings-organen aangebrachte tegen veerwerking in verschuifbare 20 stang omvat.
26. Grondbewerkingsmachine volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de aandrijving van een groep bewerkings organen vanaf één zijde plaats vindt·
27· Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 26 en 25 een der conclusies 5 - 25, met het kenmerk, dat de aandrijving vanaf van elkaar afgekeerde einden van de respectieve groepen plaats vindt, met behulp van een aandrijfas die nabij het midden een overbrenging omvat·
28· Grondbewerkingsmachine voorzien van een gestel en 30 een aantal in dit gestel gelegerde ; om een zich ongeveer dwars op de voortbewegingsrichting uit strekkende as draaibare bewerkingsorganan, met het kenmerk, dat de bewerkings organen zijn aangebracht op een drager die aan beide einden is verbonden met een aandrijving die een aan-35 drijfas omvat die althans nabij het midden in aandrijvende 7807270 verbinding staat met een overbrenging.
29· Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 2? of 28, met bet kenmerk, dat de aandrijfas twee van universeel koppelingen voorziene telescopische assen omvat·
30. Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 29, met het kenmerk, dat de telescopische assen aan de naar elkaar toegekeerde zijde zijn aangesloten op een as die is ondergebracht In een tandwielkast en die via een toerenvariator vanaf de af takas van een trekker aandrijfbaar is. 10
31· Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 30, met het kenmerk, dat de toerenvariator zich aan de voorzijde van de tandwielkast bevindt.
32. Grondbewerkingsmachine volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat achter een groep bewerkings-15 organen een rol aanwezig is.
33· Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 32 en een der voorgaande conclusies 5-31, met het kenmerk, dat voor elke groep bewerkingsorganen een rol aanwezig is, die te zamen met de groep in hoogterichting verzwenkbaar is. 20
34· Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 33, met het kenmerk, dat de rol ten opzichte van de groep bewerkings-organen in hoogterichting verstelbaar en in meerdere standen vastzetbaar is.
35· Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 32 en een 25 der voorgaande conclusies voor zover afhankelijk van een der conclusies 1-4, met het kenmerk, dat het gestel achter een groep bewerkingsorganen wordt ondersteund door een rol die ten opzichte van het gestel in hoogterichting verstelbaar is.
36. Grondbewerkingsmachine zoals is beschreven in het voorgaande en weergegeven in de figuren. k 7807270
NL7807270A 1978-07-05 1978-07-05 Grondbewerkingsmachine. NL7807270A (nl)

Priority Applications (5)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL7807270A NL7807270A (nl) 1978-07-05 1978-07-05 Grondbewerkingsmachine.
GB7923043A GB2024583A (en) 1978-07-05 1979-07-03 Soil working machine
DE19792926810 DE2926810A1 (de) 1978-07-05 1979-07-03 Bodenbearbeitungsmaschine
IT24135/79A IT1122031B (it) 1978-07-05 1979-07-05 Macchina per la lavorazione del suolo con elementi rotativi su asse orizzontale trasversale
US06/055,013 US4280565A (en) 1978-07-05 1979-07-05 Soil working machine

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL7807270 1978-07-05
NL7807270A NL7807270A (nl) 1978-07-05 1978-07-05 Grondbewerkingsmachine.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL7807270A true NL7807270A (nl) 1980-01-08

Family

ID=19831193

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL7807270A NL7807270A (nl) 1978-07-05 1978-07-05 Grondbewerkingsmachine.

Country Status (3)

Country Link
DE (1) DE2926810A1 (nl)
GB (1) GB2024583A (nl)
NL (1) NL7807270A (nl)

Families Citing this family (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL191971C (nl) * 1983-02-24 1996-12-03 Lely Nv C Van Der Rotorkopeg.
NL8400269A (nl) * 1984-01-30 1985-08-16 Lely Nv C Van Der Rolconstructie voor een grondbewerkingsmachine.

Family Cites Families (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3125166A (en) * 1964-03-17 hines
US2754744A (en) * 1953-02-02 1956-07-17 Harold F Hall Rotary moldboard plow
DE1204443B (de) * 1961-05-22 1965-11-04 Franco Badalini Rotierende Hackmaschine fuer Reihenkulturen
NL170219C (nl) * 1973-04-18 1982-10-18 Lely Nv C Van Der Grondbewerkingsmachine.

Also Published As

Publication number Publication date
GB2024583A (en) 1980-01-16
DE2926810A1 (de) 1980-01-17

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL8004449A (nl) Roterende eg.
NL8100992A (nl) Grondbewerkingsmachine.
NL8301254A (nl) Grondbewerkingsmachine.
NL7903571A (nl) Rol voor het aandrukken van aarde.
NL7807270A (nl) Grondbewerkingsmachine.
NL7906631A (nl) Grondbewerkingsmachine.
NL8300154A (nl) Grondbewerkingsmachine.
NL8303381A (nl) Grondbewerkingsmachine.
NL7906694A (nl) Werkwijze voor het ploegen van een strook grond.
NL7807271A (nl) Grondbewerkingsmachine.
NL8400269A (nl) Rolconstructie voor een grondbewerkingsmachine.
NL8601048A (nl) Grondbewerkingsmachine.
NL8203748A (nl) Ploeg.
US4042042A (en) Soil cultivating machines
NL8602005A (nl) Grondbewerkingsmachine.
NL8203045A (nl) Grondbewerkingsmachine.
NL8403460A (nl) Grondbewerkingsmachine.
NL8402753A (nl) Grondbewerkingsmachine.
NL8403369A (nl) Grondbewerkingsmachine.
NL8204896A (nl) Grondbewerkingsmachine.
NL8402020A (nl) Grondbewerkingsmachine, in het bijzonder geschikt voor de bereiding van een zaaibed.
NL8006603A (nl) Grondbewerkingsmachine.
NL8006776A (nl) Grondbewerkingsmachine.
NL9400568A (nl) Grondbewerkingsmachine.
NL8203749A (nl) Grondbewerkingsinrichting.

Legal Events

Date Code Title Description
A1B A search report has been drawn up
A85 Still pending on 85-01-01
BC A request for examination has been filed
BN A decision not to publish the application has become irrevocable