NL1005032C2 - Voorsnijder voor het fileren van poot- of vleugeldelen van gevogelte. - Google Patents

Voorsnijder voor het fileren van poot- of vleugeldelen van gevogelte. Download PDF

Info

Publication number
NL1005032C2
NL1005032C2 NL1005032A NL1005032A NL1005032C2 NL 1005032 C2 NL1005032 C2 NL 1005032C2 NL 1005032 A NL1005032 A NL 1005032A NL 1005032 A NL1005032 A NL 1005032A NL 1005032 C2 NL1005032 C2 NL 1005032C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
cutting
cutting means
bone
filleting
guide
Prior art date
Application number
NL1005032A
Other languages
English (en)
Other versions
NL1005032A1 (nl
Inventor
Jacobus Eliza Hazenbroek
Leendert Izaak Van Vark
Floris Wols
Original Assignee
Systemate Bv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Systemate Bv filed Critical Systemate Bv
Priority to NL1005032A priority Critical patent/NL1005032C2/nl
Priority to DE1998613341 priority patent/DE69813341T2/de
Priority to EP19980200096 priority patent/EP0858739B1/en
Publication of NL1005032A1 publication Critical patent/NL1005032A1/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL1005032C2 publication Critical patent/NL1005032C2/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A22BUTCHERING; MEAT TREATMENT; PROCESSING POULTRY OR FISH
    • A22CPROCESSING MEAT, POULTRY, OR FISH
    • A22C21/00Processing poultry
    • A22C21/0069Deboning poultry or parts of poultry
    • A22C21/0076Deboning poultry legs and drumsticks
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A22BUTCHERING; MEAT TREATMENT; PROCESSING POULTRY OR FISH
    • A22CPROCESSING MEAT, POULTRY, OR FISH
    • A22C21/00Processing poultry
    • A22C21/0069Deboning poultry or parts of poultry
    • A22C21/0084Deboning poultry wings

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Wood Science & Technology (AREA)
  • Zoology (AREA)
  • Food Science & Technology (AREA)
  • Processing Of Meat And Fish (AREA)

Description

Voorsnijder voor het fileren van poot- of vleugeldelen van gevogelte
De uitvinding heeft betrekking op een voorsnijder voor het fileren van poot en/of vleugeldelen van gevogelte, in het bijzonder zogenaamde drumsticks van het het bijzonder kalkoenen. De uitvinding heeft voorts be-5 trekking op een fileerinrichting voor poot- of vleugeldelen van gevogelte, die voorzien is van een dergelijke voorsnijder.
Fileerinrichtingen voor poot- of vleugeldelen delen van gevogelte zijn in verscheidene uitvoeringen 10 bekend. In de Amerikaanse octrooischriften 3.672.000, 4.327.463, 4.495.675, 4.736.492, 4.811.456 en 5.173.076 worden inrichtingen voor het fileren of ontbenen van vleugel- of pootdelen, zoals dijbenen en drumsticks, beschreven, die voorzien zijn van schraapmessen of -schij-15 ven, die een opening begrenzen waardoorheen het te fileren deel gevoerd wordt om daarbij het vlees af te schrapen van het bot.
Andere dergelijke fileerinrichtingen zijn verkrijgbaar bij aanvraagster onder de type-aanduiding MK40, 20 MK80, D25, D30, D40 en D90. Deze automatische machines werken met behulp van het zogenaamde diafragma-principe, waarin het bot met behulp van een pen uit het vlees geduwd wordt.
In de niet-vóórgepubliceerde Europese octrooi-25 aanvrage 97.200.019.4 op naam van aanvraagster, waarvan de 1 00 50 32 2 inhoud hier als ingelast beschouwd dient te worden, wordt een verbeterde fileerinrichting voor pootdelen, in het bijzonder dijbenen en drumsticks, van grote vogels, zoals kalkoenen beschreven. Deze inrichting omvat een in een 5 verticaal vlak omlopende, kettingvormige transporteur, die voorzien is van een reeks dwars op de transportrichting staande gootjes. De transporteur loopt over een klein en een op afstand daarvan gelegen groot tandwiel, en vormt tussen beide tandwielen een inlegtraject, waar met de hand 10 de pootdelen in de gootjes geplaatst kunnen worden.
Bij elk gootje is een schuifsamenstel geplaatst, omvattend een schuifpen voor het in dwarsrichting wegdrukken van het bot en een schuifhuls voor het in dwarsrichting wegdrukken van het vlees. Het grote tandwiel is 15 voorzien van een reeks synchroon met de gootjes omlopende reeks vleesschrapers, elk gevormd door een van een door-voeropening voor het bot voorziene schraapschijf. Het grote tandwiel is voorts voorzien van een trommel met cur-vebanen, waarmee de beweging in dwarsrichting van de 20 schuifpen en van de schuifhuls geregeld wordt. Tijdens het omlopen om het grote tandwiel, in het fileertraject, wordt door de loop van de curvebanen bewerkstelligd, dat de schuifhuls en de schuifpen het op het gootje liggende pootdeel tegen de schraapschijf drukken. Vervolgens wordt 25 de schuifpen verder in dwarsrichting gedwongen om het bot - op de diafragmawijze - door de doorvoer- of schraapope-ning te dwingen. Het vlees wordt dan geklemd gehouden tussen de schraapschijf en de schuifhuls.
Nadat aldus het vlees van het bot is gescheiden 30 worden de gootjes onderlangs teruggevoerd naar het kleine tandwiel om daardoor weer naar het inlegtraject gebracht te worden.
Hoewel de bekende fileermachines betrouwbaar kunnen werken bij het fileren van de meeste delen van 35 poten (drieledig) en vleugels (tweeledig), komt het voor dat moeilijkheden optreden bij het fileren van drumsticks van grote vogels zoals kalkoenen. De reden hiervoor is dat 1005032 3 de aanhechting van het spierweefsel aan het bot zodanig is, dat de schraapwerking langs het bot onvoldoende is om het vlees volledig van het bot te scheiden. In die gevallen wordt tijdens het inleggen met de hand een voorsnede 5 aangebracht. Dit vormt echter een complicerende factor voor het inlegproces, dat daardoor meer tijd vergt. Bovendien brengt de voorsnijhandeling een potentieel verwon-dingsgevaar met zich mee voor de arbeider.
Een hoofddoel van de uitvinding is om te voor-10 zien in een daarin verbeterde fileerinrichting waarmee losse pootdelen in het bijzonder drumsticks en dijbenen van gevogelte ontbeend worden, in het bijzonder van kalkoenen. Aldus verschaft de uitvinding een inrichting voor het fileren van poot- en vleugeldelen van gevogelte, in 15 het bijzonder kalkoenen, omvattende een eindloze transporteur voor de genoemde delen, welke transporteur voorzien is van een aantal steunen, een voor elk van die delen, welke deelsteunen dwars op de transportrichting gelegen zijn, en een inlegtraject, een fileertraject en een re-20 tourtraject omvat, waarbij de fileerinrichting voorts voorzien is van met de transporteur meebewegende fileer-middelen, die -in procesrichting beschouwd- opzij van de deelsteunen gelegen zijn, en van middelen voor het in aangrijping met de fileermiddelen brengen van de genoemde 25 delen, waarbij de fileerinrichting voorts voorzien is van een voorsnij-inrichting volgens de uitvinding, ter plaatse van de overgang tussen het inlegtraject en het fileertraject, voorzien is van een inrichting voor het voorsnijden van de losse pootdelen in voorbereiding op het fileren 30 daarvan, omvattend middelen voor het dwars doorsnijden van de spieren, in het bijzonder de pezen daarvan, nabij hun bevestigingseind op het bot van het pootdeel de drumstick.
Met de inrichting volgens de uitvinding worden de drumsticks tijdens voortbeweging in procesrichting 35 zodanig voorgesneden dat het langs het bot afschrapen van het vlees daarna op betrouwbare wijze plaats kan vinden, in een doorlopend proces.
1 00 50 32 4
Bij voorkeur zijn de doorsnijmiddelen ingericht voor het dwars en rondom doorsnijden van de spieren aan het bot van de drumstick. De spieren komen daardoor aan het boteind geheel los van het bot te liggen, waardoor het 5 afschrapen zeer gemakkelijk en zeker kan geschieden.
Op voordelige wijze omvatten de doorsnijmiddelen eerste snijmiddelen voor het doorsnijden van de spieren aan een eerste deel van de omtrek van het bot en tweede snij middelen voor het doorsnijden van de spieren aan een 10 complementair tweede deel van de omtrek van het bot. Hierdoor wordt een transportdoorgang vrijgelaten voor de drumsticks, zodat het voorsnijden plaats kan vinden tijdens het transport van de drumsticks naar de fileermachi-ne. De eerste snijmiddelen zijn daarbij bij voorkeur 15 opgesteld om althans een onderste deel van de omtrek van het bot aan te grijpen en de tweede snijmiddelen opgesteld zijn om althans een bovenste deel van het bot aan te grijpen .
Bij voorkeur zijn de eerste en de tweede sni j -20 middelen gevormd door twee cirkelmessen, die in een verticaal vlak - in procesrichting beschouwd - na elkaar opgesteld zijn en boven elkaar opgesteld zijn. De cirkelmessen bepalen zo - in procesrichting beschouwd - een min of meer zig-zagvormige doorgang voor een drumstickuiteinde, zodat 25 dat bij het langsvoeren langs de messen als vanzelf ingesneden wordt. Bij voorkeur zijn de messen zodanig opgesteld, dat zij beide door eenzelfde vlak doorsneden worden, dat evenwijdig is aan de aanvoertransportrichting van de drumsticks, in het bijzonder een horizontaal vlak.
30 Op voordelige wijze is bij althans een van de cirkelmessen een op radiale afstand daarvan gelegen geleider opgesteld voor het aandrukken van de drumstick tegen het betreffende cirkelmes. Hierdoor kan de aangrijpings-druk en -duur worden verlengd. Het eerste snijmiddel kan -35 in procesrichting beschouwd- bovenstrooms opgesteld zijn en lager liggen dan het tweede snijmiddel, waarbij de genoemde geleider opgesteld is bij het eerste snijmiddel.
1005032 5
Deze aangrijping wordt verder verbeterd indien de geleider onder de inwerking van een veer gespannen is naar het betreffende snijmiddel tot een bepaalde minimum afstand daartoe. Het heeft daarbij de voorkeur indien de geleider 5 zich uitstrekt over althans een gedeelte van het deel van de omtrek van het cirkelmes van het eerste snijmiddel dat naar het tweede snijmiddel gekeerd is.
Op voordelige wijze is de geleider gebogen met een kromming, waarvan het teken gelijk is aan die van de 10 kromming van het betreffende cirkelmes.
Opgemerkt wordt dat uit de Europese octrooiaanvrage 0.427.707 een stationaire inrichting bekend is voor het afzonderlijk fileren van delen, zoals waarschijnlijk pootdelen, waarbij eerst het ene boteind verwijderd wordt 15 en vervolgens met behulp van naar elkaar toe spanbare messen de pezen nabij de andere botknokkel doorgesneden worden. De messen worden hierbij dwars op de hoofdrichting van het bot bewogen. De messen worden daarna in de richting evenwijdig aan de hoofdrichting van het bot bewogen 20 om het vlees af te schrapen.
In de stationaire inrichting volgens Amerikaans octrooischrift 4.380.849 wordt met behulp van drie omlopende cirkelmessen een omlopende snede gemaakt in het pootdeel, nabij het distale eind daarvan. De cirkelmessen 25 snijden totdat één van hen het bot geraakt heeft.
De fileerinrichting volgens de uitvinding is niet uitsluitend bestemd voor het fileren van drumsticks, maar is daar wel geschikt voor. Op voordelige wijze is de voorsnij-inrichting volgens de uitvinding zodanig aange-30 bracht in de fileerinrichting, dat deze buiten de baan van de te fileren delen gebracht kan worden indien de te bewerken delen geen drumsticks zijn. De voorsnij-inrichting kan daartoe aangebracht zijn op een apart, wegklap-baar of weghaalbaar frame.
35 In het geval dat in de f ileerinrichting het fileertraject oploopt ten opzichte van het inlegtraject, omvat deze bij voorkeur een voorsnij- inrichting zoals 1005032 6 eerder omschreven, waarbij eerste snijmiddel -in procesrichting beschouwd- bovenstrooms opgesteld is en lager ligt dan het tweede snijmiddel, waarbij de genoemde geleider opgesteld is bij het eerste snijmiddel en het tweede 5 snijmiddel opgesteld is om werkzaam te zijn in het concave gebied van de genoemde overgang. Hierdoor worden de drumsticks langs een groot deel van de omtrek van het cirkel-mes van het tweede snijmiddel gevoerd, en wordt verzekerd dat ook de naar boven en achter gekeerde gebieden van de 10 spieren doorgesneden worden.
De snijmiddelen zullen zodanig opgesteld moeten zijn, dat zij niet in conflict komen met de transporteur, in het bijzonder de steunen voor de delen of drumsticks. Bij het inleggen van de drumsticks in de steunen zal er 15 daarom voor moeten worden gezorgd, dat deze ver genoeg opzij uitsteken om aangegrepen te kunnen worden door de snijmiddelen. Nadat zij voorgesneden zijn kunnen die uitstekende gedeelten echter in conflict komen met de onderdelen van de daarachter gelegen fileermachine, zoals 20 bijvoorbeeld de hierboven genoemde schraapmessen en/of het ruimtebeslag in dwarsrichting nodeloos groot maken.
Om hiervoor een oplossing te bieden verschaft de uitvinding, vanuit een ander aspect, een fileerinrichting zoals eerder omschreven op bladzijde 4, regels 32 en 25 verder, voorts voorzien van middelen voor het verschuiven van een pootdeel, in het bijzonder drumstick, op de betreffende steun van een dwars van de steun uitstekende positie naar een teruggetrokken, niet of nauwelijks uitstekende positie.
30 Op voordelige wijze is de transporteur voorzien van middelen voor bediening van de verschuivingsmiddelen. Hierdoor kan het ruimtebeslag in dwarsrichting ter plaatse van de verschuivingsmiddelen beperkt gehouden worden.
De verschuivingsmiddelen zijn bij voorkeur 35 stationair opgesteld ten opzichte van de transporteur en voorzien van een aandrukplaat die omklapbaar is van een buitenwaarts gekantelde, non-actieve positie naar een 1 00 50 32 7 binnenwaarts gekantelde, actieve positie.
De steunen zijn op voordelige wijze elk voorzien van een bedieningsmiddel voor de omklapplaat, waarbij de omklapplaat opgesteld is om onder de invloed van zwaarte-5 kracht te kantelen van de actieve naar de non-actieve stand. De omklapplaat is daarbij bij voorkeur voorzien van een omgezet eindgedeelte voor het tegen opwaartse verplaatsing ten opzichte van de steun tegenhouden van de drumstick.
10 De uitvinding heeft voorts betrekking op een voorsnij-inrichting zoals omschreven in de conclusies 18-25, welke hier als ingelast moeten worden beschouwd
De uitvinding zal nu worden toegelicht aan de hand van een in de bijgevoegde tekeningen weergegeven 15 voorbeelduitvoering. Getoond wordt in: figuur 1 een overzicht van een fileerinrichting voor onder meer drumsticks van gevogelte, waarin de voorsnij - inrichting volgens de uitvinding opgenomen kan zijn; figuur 2 een schematisch aanzicht op een voor-20 snij - inrichting volgens de uitvinding; figuur 3 een schematische weergave van de voorsnij - inrichting van figuur 2, tijdens het voorsnijden; figuur 4 een voorbeelduitvoering van een inrichting volgens de uitvinding voor het terugschuiven van 25 voorgesneden drumsticks op een steun,- en figuur 5 een schematisch aanzicht op een drumstick dat bewerkt kan worden met de inrichtingen volgens de uitvinding.
De fileer- of ontbeenmachine 1 die weergegeven 3 0 is in figuur 1 omvat een frame 2 dat opgebouwd is uit stalen staanders en regels 3 en waarin een klein tandwiel 4 en een groot tandwiel 9 aangebracht zijn, waaroverheen een eindloze transportketting 6 bewogen wordt in de richtingen A en C. De weergegeven transporteur is tevens 35 onderwerp van de niet-vóórgepubliceerde Europese octrooiaanvrage 97.200.019.4. Het frame 2 omvat verder een platform 3a, dat bedoeld is om werklieden te ondersteunen, die 1005032 8 via trap 11 naar het platform kunnen komen.
De ketting 6 loopt om via een inlegtraject P, een overgangstraject Q, een fileertraject R en een retour-traject U, bijvoorbeeld met een snelheid van 40 schal-5 men/minuut.
Met het grote tandwiel 9 roteren mee in de richting C een aantal diafragma-vormende schraperschijven 10, die - op de tekening gezien - vóór de transportketting 6 gelegen zijn, en een gelijk aantal klem/botuitduwsamen-10 stellen, die aan de andere zijde van de transportketting 6 gelegen zijn. De klem/uitdrijfsamenstellen zijn voorzien van nokken, die radiaal naar binnen toe uitsteken en in curvebanen op een vaste trommel 5 grijpen. De nokken en de daarmee verbonden onderdelen van de klem/uitdrijfsamen-15 stellen zijn zodanig aangebracht, dat zij loodrecht op het vlak van tekening verschuifbaar zijn, naar de schraap-schijven 10 heen en weer daarvan af. Ook dit wordt uitvoerig omschreven in de voornoemde Europese octrooiaanvrage van aanvraagster.
20 De transportketting 6 is voorzien van blokken of schalmen 14, waarop dwarsgoten 8 ondersteund zijn. Deze dwarsgoten 8 dienen voor ondersteuning van telkens één deel van een poot of een vleugel van gevogelte. In het onderhavige geval gaat het hierbij om ondersteuning van 25 een drukstick 100 (zie bijvoorbeeld figuur 3) in het bijzonder van een kalkoen. Deze drumsticks 100 worden gekenmerkt door een relatief dik proximaal eind en een relatief dun distaai eind. Zoals in figuur 5 weergegeven is, bevinden zich bij het distale eind 100a achtereenvol-30 gens, in omtreksrichting gezien, een stel trosspieren 101, die relatief flexibel zijn, een brede spier 102a en nog een brede spier 102b. Met de voorsnij- inrichting volgens de uitvinding wordt beoogd om al deze spieren nabij het dunne uiteinde dwars door te snijden, zodat het scheiden 35 van het vlees van het bot van de drumstick 100, bijvoorbeeld met de fileermachine weergegeven in figuur 1, op betrouwbare wijze plaatsvindt. Zoals in figuur 5 te zien is, 1 00 50 32 9 worden de drumsticks met hun dunne langszijde op de goten 8 gelegd.
De in figuur 1 weergegeven fileermachine is daartoe voorzien van een voorsnij-inrichting 50, die 5 aangebracht is op een frame 20, dat om een horizontale as scharnierbaar bevestigd is aan het gestel 2 ter plaatse van draaibus 21 (zie figuur 2) . Wanneer met de machine 1 geen drumsticks behandeld worden kan het frame 20 horizontaal weggezwaaid worden of eventueel van het gestel 2 10 weggehaald worden, in welk geval het frame 20 verwijderbaar aangebracht is op het frame 2.
Op het frame 20 zijn onder meer bevestigd een eerste cirkelmes 12 en een tweede cirkelmes 13, die respectievelijk in de richtingen D en E verdraaibaar zijn 15 door middel van aandrijfassen 12a, 13a. Deze worden res pectievelijk aangedreven door motoren 12b en 13b. De cirkelmessen 12 en 13 zijn zodanig opgesteld, dat zij met hun snijrand het horizontale vlak S (zie figuur 2) snijden of raken. De cirkelmessen en hun aandrijvingen zijn zoda-20 nig gemonteerd aan het frame 20, dat hun positie in hoogte verstelbaar is om een optimale stand in te nemen voor elk formaat drukstick. Boven het vooraan en ondergelegen eerste cirkelmes 12 is een geleiding 14 aangebracht, die een kromming vertoont die ongeveer overeenkomt met de 25 kromming van de rand van een cirkelmes 12 en die ter plaatse van 15 dooi- middel van een torsieveer neerwaarts tegen opwaartse verplaatsing in de richting F gespannen is. Hierdoor wordt bereikt dat, bij geschikte basisinstelling van de afstand tussen de geleider 14 en de rand van 30 het cirkelmes 12, zowel dikke als dunne drumstickuiteinden 100a op de juiste wijze voorgesneden zullen worden met mes 12, en dat de uiteinden 100a enigszins tegen het cirkelmes 12 gedwongen worden, zodat ook de achterzijde bereikbaar is voor het mes. Neerwaartse beweging van de geleider 14 35 voorbij de uitgangsstand wordt belemmerd door de aanslag 70: hierdoor is een bepaalde minimale afatand tussen mesrand en geleider verzekerd. Voorts zijn beschermstaven 1 0 0 5 0 32 10 17 en 18 aangebracht voor de veiligheid.
Zoals te zien is in figuur 5 worden de drumsticks zodanig in de goten 8 gelegd, dat de trosspieren 101 naar boven en naar beneden toe gekeerd zijn. Doordat 5 ook de geleider 14 het uiteinde 100a enigszins tegen de rand van het cirkelmes 12 aandrukt, wordt bereikt dat deze trosspieren voor het grootste deel daarvan doorgesneden worden bij passage langs cirkelmes 12, in vlak T (zie figuur 4). Bovendien wordt, zoals weergegeven in figuur 2, 10 de brede spier 102a door het cirkelmes 12 doorgesneden. Door het tweede cirkelmes 13 wordt daarna het bovenste gedeelte van de trosspier 101 doorgesneden en vervolgens de tweede brede spier 102b. Het doorsnijden van de spieren die achteraan, boven gelegen zijn wordt verder bevorderd, 15 doordat de transportketting, anders dan is weergegeven in figuur 1, in het overgangstraject Q omgelegd wordt en zich niet meer in de richting A doch schuin omhoog in de richting B (zie figuur 2). Deze baan valt vrijwel direct samen met de omlopende baan C van het grote tandwiel.
2 0 In het overgangsgebied tussen de baan in de richting A en de baan in de richting B, direct na het tweede cirkelmes 13, bevindt zich een mechanisme waarmee het drumstickuiteinde 100a, dat tijdens het voorsnijden uitsteekt van de eindrand van de goot 8, weer teruggeduwd 25 kan worden.
Bij het - in het inlegtraject P - plaatsen van de drumsticks in de goten 8, zodanig dat de uiteinden 100a ver genoeg uitsteken om aangegrepen te kunnen worden door de cirkelmessen 12 en 13, kan gebruik gemaakt worden van 30 een hulpmiddel dat gevormd is door een instelbare aanslag bevestigd op een regel 3 van het frame 2, welke regel zich vóór en evenwijdig aan de transportketting 6 uitstrekt, ter plaatse van het horizontale inlegtraject. Deze aanslag kan bijvoorbeeld gevormd worden door een hoekprofiel 60 35 (zie figuur 3), dat voorzien is van een paar dwarsgleuven 61 (één is weergegeven) waardoorheen pennen 62 steken, die reiken in gaten in het voornoemde regeldeel 3 en waarmee 1 0 0 5 0 32 11 het profiel 60 vastgezet kan worden. Het omgezette, neerwaarts hangende gedeelte van het hoekprofiel dient dan als aanslag. Tijdens het inleggen van de drumsticks plaatst de arbeider het eind 100a tegen het gedeelte 60a van het 5 hoekprofiel en laat dan vervolgens het dikke uiteinde van de drumstick neerwaarts kantelen tot in de goot 8, met de dunne langszijde neerwaarts.
De schalmen 7 van de transportketting 6, waarop de goten 8 bevestigd zijn, zijn, zoals weergegeven in 10 figuur 4, aan een naar de bedieningszijde gekeerde zijde voorzien van een vaste pal 18. Deze pal 18 reikt ver genoeg om aan te komen tegen een stationaire hefboom 31, die voor meeverdraaiing vast bevestigd is aan een verticale pen 3 2 van omklapmechanisme 30, dat op een qua ruimte-15 beslag voordelige wijze in hoofdzaak beneden de baan van de drumsticks en de gootjes gelegen is. De draaipen 32 is gelegerd in blok 35, dat vast bevestigd is aan het frame 20, zodat het opklapmechanisme het lot volgt van de hiervoor besproken voorsnij-inrichting. De draaipen 32 is aan 20 zijn ondereind voorzien van een kegelvormig tandwiel 33, dat ingrijpt in kegelvormig tandwiel 34, dat bevestigd is op een horizontale draaipen 41, die eveneens gelagerd is in het blok 35. Op de draaipen 41 is verder op een voor rotatie vaste wijze een roestvrij stalen plaat 36 beves-25 tigd, die gewoonlijk, onder de invloed van zwaartekracht, gelegen is in de met getrokken lijnen weergegeven stand en dan rust op vaste steun 39.
Wanneer een steun 8 met een drumstick 100 net voorbij het tweede cirkelmes 13 geraakt is, en het drum-30 stickuiteinde 100a net achter de eindknobbel doorgesneden is om de spieren los te maken van het bot (volgens schematisch weergegeven snijvlak T, zoals weergegeven in figuur 4) , dan zal de pal 18 aankomen tegen hefboom 13 en deze, door de aandrijfkracht uitgeoefend op de transportketting 35 6, meenemen, zodat de draaipen 32 verdraaid wordt en, via
de kegelvormige tandwielen 33 en 34, ook de horizontale draaipen 41, en daarmee zal de plaat 36 in de richting G
1 00 5 0 32 12 omhoog gezwaaid worden, totdat deze tegen vaste aanslag 40 aankomt. Tijdens die beweging zal plaatdeel 37 aankomen tegen het uiteinde van het drumstickuiteinde 100a en de drumstick 100 in de richting H verder op goot 8 schuiven.
5 De aanslag 40 zorgt er hierbij voor dat het plaatdeel 37 niet aankomt tegen de voortbewegende goot 8. De plaat 36 is voorts aan het uiteinde voorzien van een omgezet eind-gedeelte 38, waarmee voorkomen wordt dat het uiteinde 100a van de drumstick 100 boven de bovenranden van de goot 8 10 kan komen en dan, als gevolg van de wrijving tussen drumstick 100 en plaat 36, schuin met het eind 100a naar achter toe komt te liggen op/in de goot 8, in welk geval de positie van de drumstick 100 onjuist is voor de verdere behandeling in de fileermachine.
15 In de met streep-puntlijnen weergegeven stand van de plaat 36 is de hefboom 31 zo ver verdraaid, dat de pal 18 daarlangs kan bewegen. Verder is van belang dat het plaatgedeelte 37 zo lang (in het vlak van tekening) en breed (loodrecht op het vlak van tekening) is, dat een 20 enige mate schuin opgaande beweging, in het overgangsgebied van richting A naar richting B, geen verminderde aangrijping tussen het plaatgedeelte 37 en het uiteinde 100a tot gevolg heeft.
'1 00 5 0 32

Claims (25)

1. Inrichting voor het fileren van poot- of vleugeldelen van gevogelte, in het bijzonder kalkoenen, omvattende een eindloze transporteur voor de genoemde delen, welke transporteur voorzien is van een aantal 5 steunen, een voor elk deel, welke steunen dwars op de transportrichting gelegen zijn, en een inlegtraject, een fileertraject en een retourtrajeet omvat, waarbij de fileerinrichting voorts voorzien is van met de transporteur meebewegende fileermiddelen, die -in procesrichting 10 beschouwd- opzij van de steunen gelegen zijn, en van middelen voor het in aangrijping met de fileermiddelen brengen van de (poot)delen, waarbij de fileerinrichting voorts een ter plaatse van de overgang tussen het inlegtraject en het fileertraject voorzien is van een inrich-15 ting voor het voorsnijden van de aparte, losse (poot) -delen, in voorbereiding op het fileren daarvan, omvattend middelen voor het dwars doorsnijden van de spieren, in het bijzonder de pezen daarvan, nabij hun bevestigingseind op het bot van het pootdeel, in het bijzonder drumstick.
2. Inrichting volgens conclusie 1, waarbij de doorsnijmiddelen ingericht zijn voor het dwars en rondom doorsnijden van de spieren aan het bot van het pootdeel, in het bijzonder nabij het distale eind daarvan.
3. Inrichting volgens conclusie 2, waarbij de 25 doorsnijmiddelen omvatten eerste snijmiddelen voor het doorsnijden van de spieren aan een eerste deel van de omtrek van het bot en tweede snijmiddelen voor het doorsnijden van de spieren aan een complementair tweede deel van de omtrek van het bot.
4. Inrichting volgens conclusie 3, waarbij de eerste snijmiddelen opgesteld zijn om althans een onderste 1 00 5 0 32 deel van de omtrek van het bot aan te grijpen en de tweede snijmiddelen opgesteld zijn om althans een bovenste deel van het bot aan te grijpen.
5. Inrichting volgens conclusie 4, waarbij de 5 eerste en de tweede snijmiddelen gevormd zijn door twee cirkelmessen, die in een verticaal vlak -in procesrichting beschouwd- na elkaar opgesteld zijn en boven elkaar opgesteld zijn en bij voorkeur zodanig, dat beide messen door eenzelfde horizontaal vlak geraakt of doorsneden worden.
6. Inrichting volgens conclusie 5, waarbij bij althans een van de cirkelmessen een op radiale afstand daarvan gelegen geleider opgesteld is, voor het aandrukken van het pootdeel tegen het betreffende cirkelmes.
7. Inrichting volgens conclusie 6, waarbij het 15 eerste snijmiddel -in procesrichting beschouwd- boven- strooms opgesteld is en lager ligt dan het tweede snijmiddel, en waarbij de genoemde geleider opgesteld is boven het eerste snijmiddel.
8. Inrichting volgens conclusie 6 of 7, waarbij 2 0 de geleider onder de inwerking van een veer gespannen is naar het betreffende snijmiddel tot een bepaalde minimum afstand daartoe.
9. Inrichting volgens conclusie 8, waarbij de geleider zich in procesrichting tot voorbij de draai-as 25 van het eerste snijmiddel, bij voorkeur zich uitstrekt voor althans een gedeelte van het deel van de omtrek van het cirkelmes van het eerste snijmiddel dat naar het tweede snijmiddel gekeerd is.
10. Inrichting volgens een der conclusies 6-9, 30 waarbij de geleider gebogen is met een kromming, waarvan het teken gelijk is aan die van de kromming van het betreffende cirkelmes.
11. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het fileertraject oploopt ten opzichte 35 van het inlegtrajeet, omvattend een voorsnij- inrichting volgens conclusie 7.
12. Inrichting volgens conclusie 11, waarbij het 1 00 5 0 32 tweede snijmiddel opgesteld is om werkzaam te zijn in het concave gebied van de genoemde overgang.
13. Inrichting volgens conclusie 11 of 12, voorts voorzien van middelen voor het verschuiven van een 5 pootdeel, in het bijzonder drumstick op de betreffende steun van een dwars van de steun uitstekende positie naar een teruggetrokken positie.
14. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de transporteur voorzien is van middelen 10 voor bediening van de verschuivingsmiddelen.
15. Inrichting volgens conclusie 14, waarbij de verschuivingsmiddelen stationair zijn opgesteld ten opzichte van de transporteur en voorzien zijn van een aan-drukplaat die omklapbaar is van een buitenwaarts gekantel- 15 de, non-actieve positie naar een binnenwaarts gekantelde, actieve positie.
16. Inrichting volgens conclusie 15, waarbij de steunen elk direct of indirect voorzien zijn van een bedieningsmiddel voor de omklapplaat en waarbij de omklap- 20 plaat opgesteld is om onder de invloed van zwaartekracht te kantelen van de actieve naar de non-actieve stand.
17. Inrichting volgens conclusie 15 of 16, waarbij de omklapplaat voorzien is van een omgezet eindge-deelte voor het tegen opwaartse verplaatsing ten opzichte 25 van de dijbeensteun tegenhouden van het pootdeel.
18. Een inrichting voor het voorsnijden van aparte, losse pootdelen, in het bijzonder drumsticks, van gevogelte, in het bijzonder groot gevogelte, zoals kalkoenen, in voorbereiding op het fileren daarvan, omvattend 30 middelen voor het dwars doorsnijden van de spieren, in het bijzonder de pezen daarvan, nabij hun bevestigingseind op het bot van het pootdeel, in het bijzonder drumstick, waarbij de doorsnijmiddelen ingericht zijn voor het dwars en rondom doorsnijden van de spieren aan het bot van het 35 pootdeel, in het bijzonder nabij het distale eind daarvan, en waarbij de doorsnijmiddelen omvatten eerste snijmidde-len voor het doorsnijden van de spieren aan een eerste 1 00 5 0 32 deel van de omtrek van het bot en tweede snijmiddelen voor het doorsnijden van de spieren aan een complementair tweede deel van de omtrek van het bot.
19. Inrichting volgens conclusie 18, waarbij de 5 eerste snijmiddelen opgesteld zijn om althans een onderste deel van de omtrek van het bot aan te grijpen en de tweede snijmiddelen opgesteld zijn om althans een bovenste deel van het bot aan te grijpen.
20. Inrichting volgens conclusie 19, waarbij de 10 eerste en de tweede snijmiddelen gevormd zijn door twee cirkelmessen, die in een verticaal vlak -in procesrichting beschouwd- na elkaar opgesteld zijn en boven elkaar opgesteld zijn en bij voorkeur zodanig, dat beide messen door eenzelfde horizontaal vlak geraakt of doorsneden worden.
21. Inrichting volgens conclusie 20, waarbij bij althans een van de cirkelmessen een op radiale afstand daarvan gelegen geleider opgesteld is, voor het aandrukken van het pootdeel tegen het betreffende cirkelmes.
22. Inrichting volgens conclusie 21, waarbij het 20 eerste snijmiddel -in procesrichting beschouwd- boven- strooms opgesteld is en lager ligt dan het tweede snijmiddel, en waarbij de genoemde geleider opgesteld is boven het eerste snijmiddel.
23. Inrichting volgens conclusie 21 of 22, waar-25 bij de geleider onder de inwerking van een veer gespannen is naar het betreffende snijmiddel tot een bepaalde minimum afstand daartoe.
24. Inrichting volgens conclusie 23, waarbij de geleider zich in procesrichting tot voorbij de draai-as 30 van het eerste snijmiddel, bij voorkeur zich uitstrekt voor althans een gedeelte van het deel van de omtrek van het cirkelmes van het eerste snijmiddel dat naar het tweede snijmiddel gekeerd is.
25. Inrichting volgens een der conclusies 21-24, 35 waarbij de geleider gebogen is met een kromming, waarvan het teken gelijk is aan die van de kromming van het betreffende cirkelmes. AF/KP 10050 32
NL1005032A 1997-01-17 1997-01-17 Voorsnijder voor het fileren van poot- of vleugeldelen van gevogelte. NL1005032C2 (nl)

Priority Applications (3)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1005032A NL1005032C2 (nl) 1997-01-17 1997-01-17 Voorsnijder voor het fileren van poot- of vleugeldelen van gevogelte.
DE1998613341 DE69813341T2 (de) 1997-01-17 1998-01-16 Vorschneider zum Entbeinen der Beine oder Flügel von Schlachtgeflügel
EP19980200096 EP0858739B1 (en) 1997-01-17 1998-01-16 Pre-cutter for deboning leg or wing parts of poultry

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1005032A NL1005032C2 (nl) 1997-01-17 1997-01-17 Voorsnijder voor het fileren van poot- of vleugeldelen van gevogelte.
NL1005032 1997-01-17

Publications (2)

Publication Number Publication Date
NL1005032A1 NL1005032A1 (nl) 1998-07-20
NL1005032C2 true NL1005032C2 (nl) 1998-08-03

Family

ID=19764237

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1005032A NL1005032C2 (nl) 1997-01-17 1997-01-17 Voorsnijder voor het fileren van poot- of vleugeldelen van gevogelte.

Country Status (3)

Country Link
EP (1) EP0858739B1 (nl)
DE (1) DE69813341T2 (nl)
NL (1) NL1005032C2 (nl)

Families Citing this family (8)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL1012703C2 (nl) * 1999-04-06 2000-10-09 Stork Pmt Werkwijze en inrichting voor het bewerken van een gevogeltepoot.
FR2843528B1 (fr) * 2002-08-13 2006-01-13 Duc Procede de preparation industriel de volaille prete pour la decoupe en morceaux et volaille ainsi preparee
US8882571B2 (en) 2011-01-26 2014-11-11 Foodmate Bv Method of deboning animal thighs for separating and collecting meat therefrom and apparatus for performing the method
DK2667728T3 (en) 2011-01-26 2015-10-19 Foodmate Bv Process for bone dyrelår of separation and collection of meat thence and device for performing the method
US9078453B2 (en) 2013-11-01 2015-07-14 Foodmate B.V. Method and system for automatically deboning poultry breast caps containing meat and a skeletal structure to obtain breast fillets therefrom
US8961274B1 (en) 2013-12-18 2015-02-24 Foodmate Bv Selective tendon cutter and method
JP7013232B2 (ja) * 2017-12-25 2022-01-31 株式会社前川製作所 骨付き肉の切断装置及び切断方法
CN112641491B (zh) * 2020-12-17 2022-05-06 北京大学第三医院(北京大学第三临床医学院) 一种肌腱修整器

Citations (9)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4041572A (en) * 1976-09-27 1977-08-16 Victor F. Weaver, Inc. Anatomical section de-boning machine
FR2530928A1 (fr) * 1982-07-27 1984-02-03 Mayer Oskar Foods Appareil a enlever la viande de pilons de volailles
US4736492A (en) * 1985-05-13 1988-04-12 Systemate Holland B.V. Apparatus for boning animal legs, like thighs of slaughtered chickens
EP0427707A2 (en) * 1987-01-07 1991-05-15 Matforsk Norsk Institutt For Naeringsmiddelforskning Process for filleting of meat
EP0439784A1 (en) * 1990-01-31 1991-08-07 Jacobus E. Hazenbroek Revolving poultry thigh deboner
US5173076A (en) * 1992-01-22 1992-12-22 Hazenbroek Jacobus E Thigh deboner with tray conveyor
DE9300745U1 (de) * 1992-01-25 1993-05-06 Lindert, Heinrich, 4802 Halle Vorrichtung zum Entfernen von Restfleisch von Brustbeinen o.dgl. von Geflügel
WO1993009675A1 (en) * 1991-11-19 1993-05-27 Foodcraft Holdings, Inc. Dark meat deboner with leg scraper
US5277649A (en) * 1992-12-01 1994-01-11 Systemate Holland B.V. Method and apparatus for removing meat from poultry legs and thighs

Family Cites Families (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3672000A (en) 1970-08-31 1972-06-27 Victor F Weaver Inc Machine to de-bone chicken thighs
US4327463A (en) 1980-10-10 1982-05-04 Victor F. Weaver, Inc. Single station anatomical section de-boning machine
US4495675A (en) 1982-04-12 1985-01-29 Hill Carl J Method and apparatus for removing meat from the knuckled end of a bone
NL8700213A (nl) 1987-01-28 1988-08-16 Meyn Maschf Inrichting voor het scheiden van het bot en het vlees van de poten van gevogelte of een gedeelte daarvan.
US5782685A (en) 1996-01-23 1998-07-21 Systemate Holland, B. V. Expandable poultry thigh deboner

Patent Citations (9)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4041572A (en) * 1976-09-27 1977-08-16 Victor F. Weaver, Inc. Anatomical section de-boning machine
FR2530928A1 (fr) * 1982-07-27 1984-02-03 Mayer Oskar Foods Appareil a enlever la viande de pilons de volailles
US4736492A (en) * 1985-05-13 1988-04-12 Systemate Holland B.V. Apparatus for boning animal legs, like thighs of slaughtered chickens
EP0427707A2 (en) * 1987-01-07 1991-05-15 Matforsk Norsk Institutt For Naeringsmiddelforskning Process for filleting of meat
EP0439784A1 (en) * 1990-01-31 1991-08-07 Jacobus E. Hazenbroek Revolving poultry thigh deboner
WO1993009675A1 (en) * 1991-11-19 1993-05-27 Foodcraft Holdings, Inc. Dark meat deboner with leg scraper
US5173076A (en) * 1992-01-22 1992-12-22 Hazenbroek Jacobus E Thigh deboner with tray conveyor
DE9300745U1 (de) * 1992-01-25 1993-05-06 Lindert, Heinrich, 4802 Halle Vorrichtung zum Entfernen von Restfleisch von Brustbeinen o.dgl. von Geflügel
US5277649A (en) * 1992-12-01 1994-01-11 Systemate Holland B.V. Method and apparatus for removing meat from poultry legs and thighs

Also Published As

Publication number Publication date
NL1005032A1 (nl) 1998-07-20
DE69813341T2 (de) 2003-12-11
EP0858739A2 (en) 1998-08-19
EP0858739A3 (en) 1999-05-19
EP0858739B1 (en) 2003-04-16
DE69813341D1 (de) 2003-05-22

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US5697837A (en) Poultry breast filleting apparatus
US5833527A (en) Poultry breast filleting apparatus
US7059954B2 (en) Method and device for processing a poultry leg
EP0442554B1 (en) Method and device for performing an accurate cutting operation near the knee joint of a leg of a slaughtered animal
NL8402165A (nl) Werkwijze en inrichting voor het verwijderen van borstvlees van een gevogeltekarkas.
EP0439780B1 (en) On-line thigh deboner
NL1012683C2 (nl) Werkwijze voor het winnen van een binnenfilet van een gevogeltekarkasdeel, en inrichting voor het bewerken van het gevogeltekarkasdeel.
DE69630178T2 (de) Verfahren und Vorrichtung zum Bearbeiten von Schlachtgeflügel
NL9101050A (nl) Werkwijze en inrichting voor het bewerken van de huid van een poot van een geslachte vogel.
NL1033122C2 (nl) Werkwijze en inrichting voor het gescheiden oogsten van rugvel en rugvlees van een karkasdeel van geslacht gevogelte.
US5019013A (en) On line breast halver and processor
NL8300907A (nl) Inrichting voor het afscheiden van de vleesdelen van het borststuk van geslacht gevogelte.
US6024636A (en) Expandable poultry deboner having a pre-cut installation
NL9200037A (nl) Werkwijze en inrichting voor het fileren van de romp van een geslachte vogel.
NL1014469C1 (nl) Pootdeelsnijder.
US4557017A (en) Apparatus for filleting meat from poultry breast sections
JPH0130454B2 (nl)
NL9401198A (nl) Werkwijze en inrichting voor het fileren van de romp van geslacht gevogelte.
NL9001246A (nl) Werkwijze en inrichting voor het van een rompdeel scheiden van de poten van geslacht gevogelte.
NL1005032C2 (nl) Voorsnijder voor het fileren van poot- of vleugeldelen van gevogelte.
NL8102919A (nl) Inrichting voor het overlangs delen van geslacht gevogelte.
NL1013471C2 (nl) Slokdarmsnijder.
NL8401121A (nl) Inrichting voor het afsnijden van de vleugels van geslacht gevogelte.
US4648155A (en) Chicken deboning apparatus and method
NL1009670C2 (nl) Werkwijze en inrichting voor het bewerken van gevogelte.

Legal Events

Date Code Title Description
AD1B A search report has been drawn up
PD2B A search report has been drawn up
VD1 Lapsed due to non-payment of the annual fee

Effective date: 20070801