NL9401198A - Werkwijze en inrichting voor het fileren van de romp van geslacht gevogelte. - Google Patents

Werkwijze en inrichting voor het fileren van de romp van geslacht gevogelte. Download PDF

Info

Publication number
NL9401198A
NL9401198A NL9401198A NL9401198A NL9401198A NL 9401198 A NL9401198 A NL 9401198A NL 9401198 A NL9401198 A NL 9401198A NL 9401198 A NL9401198 A NL 9401198A NL 9401198 A NL9401198 A NL 9401198A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
carrier
shoulder joint
fillet
sternum
front half
Prior art date
Application number
NL9401198A
Other languages
English (en)
Inventor
Petrus Christianus Hen Janssen
Adrianus Josephes V Nieuwelaar
Original Assignee
Stork Pmt
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Family has litigation
First worldwide family litigation filed litigation Critical https://patents.darts-ip.com/?family=19864456&utm_source=***_patent&utm_medium=platform_link&utm_campaign=public_patent_search&patent=NL9401198(A) "Global patent litigation dataset” by Darts-ip is licensed under a Creative Commons Attribution 4.0 International License.
Application filed by Stork Pmt filed Critical Stork Pmt
Priority to NL9401198A priority Critical patent/NL9401198A/nl
Priority to US08/503,978 priority patent/US6007416A/en
Priority to DK04077949.8T priority patent/DK1498036T3/da
Priority to ES95202007T priority patent/ES2227537T3/es
Priority to EP04077949A priority patent/EP1498036B1/en
Priority to EP95202007A priority patent/EP0695506B2/en
Priority to DE69536144T priority patent/DE69536144D1/de
Priority to ES04077949T priority patent/ES2364653T3/es
Priority to DK95202007.1T priority patent/DK0695506T4/da
Priority to DE69533683T priority patent/DE69533683T3/de
Priority to JP7186078A priority patent/JPH08168334A/ja
Publication of NL9401198A publication Critical patent/NL9401198A/nl
Priority to US09/290,212 priority patent/US6142863A/en

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A22BUTCHERING; MEAT TREATMENT; PROCESSING POULTRY OR FISH
    • A22CPROCESSING MEAT, POULTRY, OR FISH
    • A22C21/00Processing poultry
    • A22C21/0023Dividing poultry
    • A22C21/003Filleting poultry, i.e. extracting, cutting or shaping poultry fillets
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A22BUTCHERING; MEAT TREATMENT; PROCESSING POULTRY OR FISH
    • A22CPROCESSING MEAT, POULTRY, OR FISH
    • A22C21/00Processing poultry
    • A22C21/0046Support devices
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A22BUTCHERING; MEAT TREATMENT; PROCESSING POULTRY OR FISH
    • A22CPROCESSING MEAT, POULTRY, OR FISH
    • A22C21/00Processing poultry
    • A22C21/0053Transferring or conveying devices for poultry
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A22BUTCHERING; MEAT TREATMENT; PROCESSING POULTRY OR FISH
    • A22CPROCESSING MEAT, POULTRY, OR FISH
    • A22C21/00Processing poultry
    • A22C21/0092Skinning poultry or parts of poultry

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Wood Science & Technology (AREA)
  • Zoology (AREA)
  • Food Science & Technology (AREA)
  • Processing Of Meat And Fish (AREA)

Description

Korte aanduiding: Werkwijze en inrichting voor het fileren van de romp van geslacht gevogelte.
De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze en inrichting voor het verwijderen van tenminste de binnenfilets van de romp van geslacht gevogelte. De binnenfilets, ook wel haasjes genoemd, zijn een door consumenten bijzonder gewaardeerd deel van de vogel en derhalve waardevol, mits zij van goede kwaliteit zijn. De binnenfilets blijven gewoonlijk achter op het karkas wanneer de buitenfilets, ook wel eenvoudig aangeduid als borstfilets, van het karkas zijn verwijderd.
In de stand van de techniek zijn verscheidene werkwijzen en inrichtingen bekend voor het verwijderen van met name de binnenfilets van een vogelkarkas.
Het dokument US-A-4 477 942 beschrijft hoe de binnenfilets, nadat vooraf de buitenfilets mechanisch zijn afgepeld, eerst in de buurt van de schoudergewrichten worden losgesneden, waarna de binnenfilets met de hand worden losgetrokken van het karkas.
In het dokument US-A-4 648 155 is beschreven hoe na het verwijderen van de vleugels en de buitenfilets de binnenfilets van de ribbenkast worden verwijderd door de binnenfilets eerst mechanisch los te snijden en van de ribbenkast weg te duwen met behulp van een paar schuin uitstaande messen die aan weerszijden van het sternum snijden, en vervolgens de binnenfilets met behulp van een paar schrapers van het karkas te schrapen. De schrapers zijn voorzien van rubber inlegstukken, waarvan de randen de schraapwerking uitoefenen. De losgeschraapte binnenfilets worden in een bak opgevangen.
Het dokument US-A-4 827 570 beschrijft, dat de binnenfilets, na het verwijderen van de buitenfilets, mechanisch worden verwijderd door in de eerste plaats de verbindingen tussen de clavicula, het karkas en de binnenfilets naast de clavicula met messen in te snijden. Vervolgens worden de binnenfilets verder van de clavicula losgemaakt door middel van twee achtereenvolgende stellen pelvingers, waarna de binnenfilets vanaf het schoudergewricht van het karkas in de richting van de buikzijde daarvan met behulp van schraapele-menten geheel worden losgeploegd van het karkas.
Het dokument US-A-4 937 918 beschrijft hoe de membranen die de binnenfilets vasthouden aan het karkas, mechanisch van het karkas worden verwijderd door deze na het verwijderen van de buitenfilets met behulp van roterende messen door te snijden. Vervolgens worden de binnenfilets gedeeltelijk losgeploegd van het karkas d.m.v. schijven, en tenslotte vindt een handmatige verwijdering van de binnenfilets van het karkas plaats.
In het dokument EP-A-0 168 865 wordt uitgegaan van een andere werkwijze: voorafgaand aan het verwijderen van het borstvlees, d.w.z. de buitenfilets en de binnenfilets, wordt een gedeelte van de clavicula verwijderd. Bij het verwijderen van het borstvlees wordt gebruik gemaakt van schraapelementen.
Een bezwaar van de werkwijzen en inrichtingen volgens de stand van de techniek is dat de daarin uitgevoerde mechanische schraapbewerking de binnenfilets in de lengterichting daarvan min of meer in elkaar drukt, waardoor de vleesstruktuur van de binnenfilets wordt beschadigd. Dit heeft tot gevolg, dat het uiterlijk van de aldus gewonnen binnenfilets minder aantrekkelijk is voor de consument, en dat sneller bederf optreedt.
Een ander bezwaar van de stand van de techniek is dat het vlies van de binnenfilets wordt beschadigd of op het karkas achterblijft, waardoor op de plaats waar het vlies in de natuurlijke toestand aan de binnenfilets is vastgehecht, een rafelige vleesoppervlaktestruktuur ontstaat die de kwaliteit van het vlees op soortgelijke wijze als hierboven is beschreven nadelig beïnvloedt.
Bij de gebruikelijke werkwijzen blijft nabij de clavicula een klein gedeelte van het vlees van de binnenfilets op het karkas achter na het verwijderen van de binnenfilets, doordat deze met inachtneming van een veilige afstand tot de clavicula van het sternum losgesneden moeten worden. Bij een te kleine afstand is de kans namelijk groot, dat de clavicula door een snij- of afschraaporgaan wordt geraakt, en botsplinters of delen van de clavicula in de binnenfilets achterblijven. Dit kan uit oogpunt van produktkwaliteit en produktaansprakelijk-heid niet getolereerd worden. Het gevolg van een en ander is, dat op het karkas na het verwijderen van de binnenfilets niet verwaarloosbare hoeveelheden vlees achterblijven.
Als volgend bezwaar dient nog vermeld te worden, dat de binnenfilets in de werkwijzen volgens de stand van de techniek veelvuldig zodanig van het karkas worden losgemaakt, dat op het scheidingsoppervlak aanzienlijke vleesoppervlaktestruk-tuurbeschadigingen ontstaan.
De uitvinding beoogt een werkwijze en een inrichting te verschaffen waarmee in de eerste plaats binnenfilets mechanisch en automatisch van het karkas van een vogel verwijderd kunnen worden, waarbij een zo groot mogelijke hoeveelheid vlees wordt gewonnen.
De werkwijze volgens de uitvinding, die de stappen omvat van het aanbrengen van tenminste een insnijding in een schoudergewricht, waarbij de verbinding tussen de filet en de bijbehorende humerus in hoofdzaak intact blijft, en het losscheuren van de filet van de romp door aan te grijpen op de humerus, is voor het bereiken van het voornoemde doel daardoor gekenmerkt, dat men bij de insnijding in het schoudergewricht de processus acrocoracoideus doorsnijdt voor het openen van de canalis triosseus. Door het aldus openen van de canalis trios-seus kan de daarin opgesloten peesverbinding tussen de humerus en de bijbehorende binnenfilet de canalis triosseus verlaten wanneer de humerus of de vleugel waarvan de humerus deel uitmaakt wordt gebruikt om de filet van de romp van het gevogelte af te trekken. Dankzij het doorsnijden van de processus acrocoracoideus is het voor de eerste maal mogelijk, een buitenfilet tegelijk met de daaronder liggende binnenfilet door middel van de peesverbindingen daarvan naar de humerus met behulp van de humerus of de vleugel los te scheuren van de romp. Er zij hier opgemerkt, dat voor het winnen van een zo groot mogelijke hoeveelheid vlees ook een insnijding in de schouder langs het schouderblad kan worden aangebracht voorafgaand aan het van de romp lostrekken van de filets. Deze schoudersnede is echter reeds algemeen bekend voor het met behulp van de humerus of de vleugel uitsluitend lostrekken van de buitenfilets van gevogelte.
De doorsnijding van de processus acrocoracoideus in het schoudergewricht wordt aanzienlijk vergemakkelijkt en de betrouwbaarheid daarvan aanzienlijk verhoogd, indien men voorafgaand aan de insnijding in het schoudergewricht op de humerus een kracht uitoefent voor het in de canalis triosseus aan de naar het sternum gerichte zijde daarvan plaatsen van de pees die de humerus met de binnenfilet verbindt. Met de laatstgenoemde maatregel brengt men de caput humeri van de humerus van het schoudergewricht vandaan, waardoor een snijorgaan de gewenste doorsnijding van de processus acrocoracoideus op eenvoudige wijze kan maken. Het risico dat de peesverbinding tussen de humerus en de binnenfilets door het snijorgaan wordt geraakt, wordt met deze maatregel sterk verminderd.
Een zeer betrouwbare wijze van verplaatsing van de humerus in de gewenste richting wordt verkregen wanneer men de caput humeri in de richting van de ribben drukt ten opzichte van de scapula en de coracoideum.
Teneinde beschadiging van de binnenfilets bij het losscheuren in de nabijheid van het plaatje van de clavicula en de sternumpunt te voorkomen, verwijdert men voorafgaand aan het fileren de clavicula. In de stand van de techniek zijn voor dit doel verscheidene inrichtingen bekend. Tevens kan in dit geval bij het doorsnijden van de processus acrocoracoideus de clavicula niet ongewild geraakt worden.
Volgens de uitvinding omvat een inrichting voor het verwijderen van tenminste een binnenfilets van de romp van geslacht gevogelte een drager voor het daarop fixeren van een deel van de vogel, tenminste omvattende de borstkas met aangehechte binnenfilets, welke inrichting is gekenmerkt door schoudergewrichtpositioneermiddelen voor het positioneren van een schoudergewricht ten opzichte van een snij orgaan voor het doorsnijden van de processus acrocoracoideus van het schoudergewricht .
In een voorkeursuitvoeringsvorm maakt de drager deel uit van een transporteur, en is de drager gevormd door een lang werpig conusvormig steunelement dat is ingericht om het vogel-deel met de borstkas of de rugzijde daarvan in de transport-richting van de transporteur te verplaatsen. Bij voorkeur is het snijorgaan hierbij langs de baan van de drager opgesteld, en omvatten de schoudergewrichtpositioneermiddelen een geleiding welke zich in hoofdzaak evenwijdig aan de baan van de drager uitstrekt en is ingericht om kontakt te maken met het schoudergewricht aan de van de humerus afgekeerde zijde, waarbij de snijmiddelen zijn ingericht om vanaf de zijde van de humerus te snijden.
In een volgende voorkeursuitvoeringsvorm omvat de inrichting humeruspositioneermiddelen voor het in de richting van de ribben verplaatsen van de humerus ten opzichte van de rest van het schoudergewricht, welke humeruspositioneermiddelen een geleiding kunnen omvatten welke zich in hoofdzaak evenwijdig aan de baan van de drager uitstrekt, en is ingericht om kontakt te maken met de caput humeri en deze neerwaarts te verplaatsen. In deze uitvoering kan het snijorgaan op eenvoudige wijze in hoofdzaak dwars op de baan van de drager en in horizontale richting werkzaam zijn.
Een volgende werkwijze volgens de uitvinding, die de stappen omvat van het losmaken van de verbinding tussen een binnenfilet en de clavicula, alsmede althans een gedeelte van de verbinding tussen de binnenfilet en het sternum, en het af schrapen van de binnenfilet van de romp, is voor het bereiken van het eerdergenoemde doel daardoor gekenmerkt, dat bij het losmaken van de verbinding tussen de binnenfilet en de clavicula een scheiding wordt gemaakt in de door de clavicula en het sternum begrensde opening. Het aanbrengen van een scheiding op deze plaats leidt ertoe, dat hoegenaamd geen vleesresten achterblijven op het karkas na het verwijderen van de binnenfilets.
Bij voorkeur wordt voorafgaand aan het afschrapen van de binnenfilet van de romp, de verbinding tussen het membraan van de binnenfilet en het sternum in het gebied van de coracoideum losgemaakt. Deze bewerking kan zowel voorafgaand aan als na het losmaken van de verbinding tussen de binnenfilet en de clavicula zoals hierboven is beschreven, worden uitgevoerd in het geval van vers geslachte produkten. Indien het produkt bestorven en derhalve kwetsbaarder is, prefereert men de uitvoering van deze bewerking na het losmaken van de verbinding tussen de binnenfilet en de clavicula.
Teneinde het membraan van de binnenfilet zo veel mogelijk intact të laten, wordt de binnenfilet slechts gedeeltelijk van de romp afgeschraapt, waarna het reeds afgeschraapte gedeelte wordt vastgegrepen en de binnenfilet in hoofdzaak frontaal voor de borst van de vogel wordt losgetrokken van de romp. Door het membraan intact te laten blijft de vleesoppervlakte-struktuur daaronder intact, zodat de binnenfilet een aantrekkelijk uiterlijk heeft en lang houdbaar is.
Volgens de uitvinding omvat een inrichting voor het verwijderen van de binnenfilets van een karkas van een geslachte vogel een drager voor het daarop fixeren van een deel van de vogel, tenminste omvattende de borstkas met aangehechte binnenfilets, en afschraapmiddelen voor het afschrapen van een binnenfilet van de romp, en is deze inrichting gekenmerkt door scheidingsorganen voor een stel binnenfilets die zijn bestemd om aan weerskanten van het sternum in de door de clavicula en het sternum begrensde openingen te worden gestoken voor het losmaken van de verbinding tussen de binnenfilets en de clavicula. De drager maakt gewoonlijk deel uit van een transporteur. Het kan bijvoorbeeld zijn uitgevoerd zoals is beschreven in het dokument EP-A-0 551 156. In een dergelijk geval kunnen de afschraapmiddelen en de scheidingsorganen - zonodig beweegbaar - langs de baan van de transporteur zijn opgesteld. Het is uiteraard ook mogelijk de drager op een vaste plaats op te stellen en de afschraapmiddelen en scheidingsorganen beweegbaar uit te voeren.
In een voorkeursuitvoeringsvorm omvat de inrichting volgens de uitvinding membraanseparatiemiddelen voor het losmaken van de verbinding tussen het membraan van de binnenfilets en het sternum in het gebied van de coracoideum. Het membraan blijft aldus het buitenoppervlak van de binnenfilets bedekken, ook na van de romp te zijn verwijderd, hetgeen het uiterlijk en de houdbaarheid van de binnenfilets ten goede komt.
In een volgende voorkeursuitvoeringsvorm omvat de inrichting volgens de uitvinding binnenfiletafneemmiddelen voor het vastgrijpen van de binnenfilet en het in hoofdzaak frontaal voor de borst van de vogel lostrekken van de binnenf ilet van de romp.
Doelmatig bestaan de scheidingsorganen voor een stel binnenfilets uit twee naar elkaar toegekeerde, in hoofdzaak parallelle platen met een vrij uiteinde die verend ten opzichte van elkaar en ten opzichte van een houder zijn opgesteld, welke houder op bestuurbare wijze beweegbaar is ten opzichte van de drager. De uiteinden van de platen hebben zodanige afmetingen, dat zij de door de clavicula en het sternum begrensde openingen zonder moeite kunnen passeren. Om de contour van het sternum zo goed mogelijk te kunnen volgen is de onderlinge afstand van de platen kleiner dan de grootste breedte van het sternum. Verder zorgen de verende verbindingen tussen de houder en de platen ervoor, dat de platen de contouren van het sternum gemakkelijk en precies kunnen volgen. De rand van de vrije uiteinden van de platen is stomp, eventueel met uitzondering van de voorzijde, waardoor wordt voorkomen dat botsplinters van het sternum of de clavicula worden afgestoken en in de binnenfilets terecht komen.
In een voordelige uitvoeringsvorm omvatten de membraanse-paratiemiddelen voor een stel binnenfilets twee zich in eenzelfde vlak uitstrekkende roteerbare schijven. Door de schijven langs de ribbenkast van de vogel aan de onderzijde van de binnenfilets te laten bewegen, worden de binnenfilets omhoog gestuwd en kan daarmee de verbinding tussen het membraan van de binnenfilets en het sternum in het gebied van de coracoi-deum worden losgemaakt. Een goede opstuwende werking van de schijven wordt verkregen door de omtreksrand daarvan afgeknot kegelvormig uit te voeren. Bij voorkeur is de omtreksrand van de schijven voorzien van tenminste één radiaal uitstekend mes voor een aanvullende gecontroleerde scheiding van het membraan van de binnenfilet van het sternum.
In een voorkeursuitvoeringsvorm bestaan de afschraapmid-delen voor een stel binnenfilets uit twee onder een hoek ten opzichte van elkaar en ten opzichte van een houder verend opgestelde schraapplaten, welke houder op een bestuurbare wijze beweegbaar is ten opzichte van de drager, waarbij de schraapplaten zijn bestemd om aan weerskanten van de clavicula en aansluitend daarop geplaatst te worden en langs het sternum van de clavicula af verplaatst te worden. Bij voorkeur is de onderlinge afstand van de schraapplaten kleiner dan de grootste breedte van het sternum. Met de voornoemde maatregelen wordt een schraapwerking verkregen, die zich uitstrekt over de gehele oppervlakte waarover de binnenfilets de ribbenkast bedekt.
In een doelmatige en eenvoudige uitvoeringsvorm maken de dragers deel uit van een transporteur, langs de baan waarvan de scheidingsorganen, de separatiemiddelen en de afschraapmid-delen zijn opgesteld.
Ter voorbereiding op een fileerbewerking wordt een voor-helft van een geslachte vogel volgens de uitvinding op een drager aangebracht door achtereenvolgens een geslachte, uitgehaalde vogel met de poten aan een ophangelement op te hangen; de voorhelft, omvattende de borstkas, van de achterhelft, omvattende de heupen en de poten, te scheiden, op een verbinding tussen de voorhelft en de achterhelft aan de rugzijde na; waarna de borstkas op de drager wordt aangebracht en de genoemde verbinding wordt verbroken. Door in eerste instantie een verbinding tussen de voorhelft en de achterhelft aan de rugzijde in stand te houden, komt de voorhelft met de borstzijde naar beneden gericht onder de onderhelft te hangen. Boven het sternum bevindt zich dan de door de scheiding van de achterhelft van de voorhelft teweeggebrachte opening van het lichaam, waarin gemakkelijk automatisch een drager kan worden aangebracht, welke drager de voorhelft eveneens automatisch kan fixeren en meenemen nadat de resterende verbinding tussen de achterhelft en de voorhelft is verbroken.
Bij voorkeur wordt de voorhelft langs een eerste baan getransporteerd met de borst in de transportrichting, en wordt de drager langs een tweede baan getransporteerd, waarbij de voorhelft en de drager zich langs de eerste resp. tweede baan naar elkaar toe bewegen en ten minste totdat de voorhelft zich op de drager bevindt. Men heeft aldus een grote vrijheid bij het transporteren van geslachte vogels waarbij de voorhelft op de rugverbinding na is losgesneden van de achterhelft, en het transporteren van de losgemaakte voorhelften op dragers. De eerste en de tweede baan behoeven uitsluitend bij elkaar te komen in het gebied waarin de voorhelft op de drager wordt gebracht.
Volgens de uitvinding is de inrichting voor het aanbrengen van een voorhelft van geslacht gevogelte op een drager zodanig uitgevoerd, dat de drager deel uitmaakt van een eerste transporteur en is gevormd door een langwerpig conusvormig steunelement dat is ingericht om met het uiteinde daarvan onder een hoek met de vertikaal naar het scheidingsvlak van de voorhelft gericht te zijn. Bij voorkeur maakt het ophangele-ment deel uit van een tweede transporteur, waarbij de eerste transporteur is ingericht voor bedrijf met een hogere snelheid in de transportrichting daarvan dan die van de tweede transporteur in dezelfde richting. Het conusvormige steunelement of een willekeurige andere geschikte drager vangt de voorhelft dankzij het snelheidsverschil tussen de eerste en de tweede transporteur op. Genoemd snelheidsverschil zorgt ervoor dat de voorhelft vast op de drager wordt getrokken, waarna de voorhelft desgewenst verder gefixeerd wordt en de rugverbinding door de daarop uitgeoefende krachten breekt, of met behulp van een snijorgaan op gecontroleerde wijze wordt verbroken. De eerste transporteur en de tweede transporteur kunnen in dezelfde richting bewegen, waarbij de eerste transporteur langzamer beweegt dan de tweede transporteur, maar het is ook mogelijk dat de eerste en de tweede transporteur in tegengestelde richting bewegen. Eveneens kan de eerste of de tweede transporteur bij het aanbrengen van een voorhelft op de drager stilstaan, waarbij de andere transporteur in beweging is.
De uitvinding wordt toegelicht aan de hand van de tekening, waarin: fig. 1 een vooraanzicht is van een schoudergewricht van een vogel, waarbij slechts één pees schematisch is weergegeven; fig. 2 en 3 in voor- resp. zijaanzicht schematisch een station voor het aanbrengen van een schouderinsnijding tonen langs een transporteur met dragers, waarbij uitsluitend in fig. 2 op een drager een voorhelft is getoond; fig. 4 een schematisch zijaanzicht toont van een uitvoeringsvorm van een fileerstation volgens de uitvinding; fig. 4a schematisch een dwarsdoorsnede toont van de inrichting van fig. 4 langs de lijn IVa-IVa; fig. 5 een schematisch zijaanzicht toont van een alternatieve uitvoeringsvorm van een station van de inrichting volgens fig. 4; fig. 6a een schematisch aanzicht in perspectief toont van een onderdeel van de in fig. 4 getoonde inrichting; fig. 6b een schematisch frontaal aanzicht is van een karkasdeel van een vogel met binnenfilets ter illustratie van een eerste bewerking; fig. 7 een schematisch aanzicht in perspectief van het karkasdeel van fig. 6b ter illustratie van een tweede bewerking; fig. 8 een schematisch aanzicht in perspectief toont van het karkasdeel van fig. 6b ter illustratie een derde daarop uitgevoerde bewerking; fig. 9 een zijaanzicht toont van een transporteur met een ophanghaak waaraan een geslachte, uitgehaalde vogel is opgehangen; fig. 10 een uit te voeren scheidingsbewerking voor het scheiden van de achterhelft van de voorhelft illustreert; en fig. 11a en 11b achtereenvolgende stadia van het op een drager aanbrengen van een voorhelft illustreren.
In de verschillende figuren hebben gelijke verwijzings-cijfers betrekking op gelijke delen of delen met gelijke funkties.
Fig. 1 geeft de verbindingen van botten in het schoudergewricht weer, en toont een gedeelte van de clavicula (V-been) 80, de coracoideum (sleutelbeen) 82 met aan een uiteinde daarvan de processus acrocoracoideus 84, de scapula (schouderblad) 86 en de humerus (vleugelbot) 88 met de caput humeri 90. De peesverbinding tussen een binnenfilets en de humerus 88 is door een onderbroken lijn 91 weergegeven, en loopt door de canalis triosseus 92. Volgens de uitvinding wordt de canalis triosseus 92 geopend door de processus acrocoracoideus 84 van de coracoideum 82 af te snijden volgens de streep-puntlijn 94, waardoor de peesverbinding 91 de canalis triosseus 92 kan verlaten, en de binnenfilet losgetrokken kan worden van het karkas door middel van de humerus 88.
Fig. 2 en 3 tonen schoudergewrichtgeleidingen 98, hume-rusgeleidingen 100 en snijorganen 102. De schoudergewrichtgeleidingen 98, de humerusgeleidingen 100 en de snijorganen 102 zijn opgesteld in een niet nader getoond frame aan weerszijden van de baan van een transporteur waarmee dragers 104 voortbewogen kunnen worden in de richting van pijl 106. De snijorganen 102 zijn afgebeeld als door een motor 108 aangedreven roterende messen, maar kunnen ook bestaan uit stationair opgestelde messen.
Bij het passeren van het station worden, zoals fig. 2 weergeeft, de schoudergewrichten van een zich op de drager 104 bevindende voorhelft 110 gepositioneerd door de schoudergelei-dingen 98, die aanliggen tegen de van de humerus 88 afgekeerde zijde van de processus acrocoracoideus 84. De humerusgeleidingen 100 zorgen ervoor, dat de humerus naar beneden wordt gedrukt, waarna de snijorganen 102 de snede 94 (fig. 1) aanbrengen. In een volgend bewerkingsstation kunnen dan de binnenfilets eventueel samen met de buitenfilets door middel van de humerus 88 of de vleugel van het karkas losgescheurd worden. Eventueel wordt voorafgaand aan of direkt na het passeren van het in fig. 2 en 3 getoonde station de clavicula 80 van het karkas verwijderd om het losscheuren van de filets van het karkas te vergemakkelijken en de vleesopbrengst daarbij zo groot mogelijk te doen zijn.
Een andere wijze van fileren wordt hierna aan de hand van fig. 4-8 besproken.
Fig. 4 en 4a tonen twee spiegelsymmetrische transport-rails 2a en 2b, waartussen glijstukken 4 zijn opgesloten die kunnen bewegen in de lengterichting van de transportrails 2a, 2b, in de richting die met pijl 5 is aangeduid. De glijstukken 4 zijn onderling gekoppeld door middel van een met een streep-punt-lijn aangeduide ketting 3 of dergelijke. Op elk van de glijstukken 4 is een opzetsteun 6 draaibaar en kantelbaar bevestigd. Elke opzetsteun 6, die meer in detail is beschreven in de octrooiaanvrage EP-A-0 551 156, heeft een in hoofdzaak afgeknotte kegelvormig uiteinde waarop een voorhelft 8 van een vogel aangebracht en vastgezet kan worden. Voor de duidelijkheid zijn in fig. 4 van elke voorhelft 8 uitsluitend schematisch de ribbenkast 8a, het sternum 8b, de clavicula 8c en de coracoideum 8d weergegeven; de zich in het overgangsgebied tussen de ribbenkast 8a en het sternum 8b bevindende binnen-filets zijn niet ingetekend om de verschillende onderdelen van de inrichting en de plaats van aangrijpen daarvan op het karkas zo duidelijk mogelijk te kunnen weergeven.
Langs de baan van de opzetsteunen 6 zijn drie bewerkings-stations 10, 20 resp. 30 opgesteld. De bewerkingsstations 10, 20 en 30 zijn voor de duidelijkheid in de tekening zoveel mogelijk ontdaan van steunelementen die zorgen voor een fixatie van het bewerkingsstation ten opzichte van een frame, waarin ook de transportrails 2a en 2b zijn opgenomen.
Het bewerkingsstation 10 bevindt zich centraal boven de transportrails 2a en 2b en omvat twee geleidingsstrips 12, waarvan slechts één zichtbaar is in fig. 4, en welke daartussen een spleet openlaten met een zodanige breedte, dat de opstekende borstpunt van een zich op een opzetsteun 6 bevindende voorhelft 8 daartussen wordt geleid. In de spleet tussen de geleidingsstrips 12 bevindt zich eveneens een uiteinde van een scharnierbaar opgestelde hefboom 14, die een schakelaar 16 bedient wanneer de borstpunt van een voorhelft 8 de hefboom 14 uit de in fig. 4 getoonde positie duwt. Aldus geeft de schakelaar 16 een signaal voor de bediening van het bewerkingsstation 10, waarop hierna nog in detail zal worden teruggekomen. Boven elke geleidingsstrip 12 bevindt zich een van geleidings- sleuven 18a en 18b voorziene plaat 19. Tussen de platen 19 is een houder 21 opgesloten, die meer in detail is getoond in fig. 6a. De houder 21 is voorzien van pennen 22a en 22b, die zijn geleid in de sleuven 18a, resp. 18b. Op de houder 21 zijn buiten het gebied van de platen 19 scheidingsorganen 24 verend bevestigd. De scheidingsorganen 24 zijn elk voorzien van twee gaten die corresponderen met in de houder 21 aangebrachte gaten. Door de gaten zijn pennen gestoken die aan elk van de uiteinden van een prop 26 zijn voorzien voor het opsluiten van veren 28 tussen de proppen 26 en de scheidingsorganen 24, zodat deze zijwaarts kunnen uitwijken. De randen van de scheidingsorganen 24 zijn gewoonlijk geheel stomp uitgevoerd, maar de voorste uiteinden 24a daarvan kunnen van een snijdende rand zijn voorzien. De houder 21 is voorzien van een lip 32 of dergelijke waaraan een hoekstuk 34 vast bevestigd kan worden. Het van de houder 21 af gekeerde uiteinde van het hoekstuk 34 is scharnierbaar verbonden met het uiteinde van een zuiger-stang 36 van een pneumatische dubbelwerkende cylinder-zuiger-eenheid 38. De cylinder-zuigereenheid 38 is aan het van het hoekstuk 34 afgekeerde uiteinde scharnierbaar rond een as 40 verbonden met het frame van de inrichting.
Het bewerkingsstation 20 omvat twee aan weerskanten van de baan van de opzetsteunen 6 opgestelde schijven 42, waarvan in fig. 4 slechts één zichtbaar is, en welke op een zodanige afstand van elkaar zijn geplaatst, dat het sternum 8b van een op een opzetsteun 6 aangebrachte voorhelft 8 daartussen kan passeren in de richting van de pijl 5. De schijven 42 zijn gemonteerd op assen 44 die elk in bedrijf zodanig worden aangedreven, dat het omtreksgebied van de schijven 42 nabij een daartussen passerende voorhelft 8 in de richting van de pijl 5 beweegt. De zijkant van de schijven 42 is afgeknot kegelvormig en staat onder een hoek van ongeveer 10° met de lengterichting van de assen 44. Op een plaats aan de omtrek is aan de onderrand van elke schijf een radiaal uitstekend snij-orgaan 46 aangebracht. De rotatie van de schijven 42 is gesynchroniseerd met de beweging van de opzetsteun 6 in de richting van de pijl 5.
Het bewerkingsstation 30 omvat op gelijksoortige wijze als het bewerkingsstation 10 geleidingsstrips 48. Boven de geleidingsstrips zijn van geleidingssleuven 50a en 50b voorziene geleidingswanden 52 aangebracht, waartussen op gelijksoortige wijze als in het bewerkingsstation 10 een van pennen 54a en 54b voorziene plaatvormige houder 56 verschuifbaar is opgesteld. Twee schraaporganen 58, waarvan de schrapende voorzijde meer in detail is getoond in fig. 8, zijn verend bevestigd aan de houder 56. Zoals fig. 8 toont, zijn de van metaal of kunststof te vervaardigen schrapers 58 op korte afstand van elkaar opgesteld en aan de voorzijde voorzien van zijwaarts gebogen uiteinden 58a. De houder 52 is door middel van een hoekstuk 60 scharnierend verbonden met het uiteinde van een zuigerstang 62 van een pneumatische dubbelwerkende cylinder-zuigereenheid 64. De cylinder-zuigereenheid 64 is aan het van het hoekstuk 60 afgekeerde uiteinde scharnierbaar verbonden met het frame van de inrichting.
De werking van de inrichting volgens de uitvinding zal worden toegelicht aan de hand van fig. 4, 6a, 6b, 7 en 8. In de eerste plaats wordt, zoals fig. 4 toont, een op een opzet-steun 6 gefixeerde voorhelft 8 door het eerste bewerkingsstation 10 gevoerd. De schakelaar 16 signaleert door de bediening van de hefboom 14 door het sternum 8b de aanwezigheid van een voorhelft 8 op de opzetsteun 6, en levert een signaal aan de besturing van de inrichting om, rekening houdend met de voort-bewegingssnelheid van de opzetsteun 6 in de richting van de pijl 5, na een vooraf bepaalde vertragingstijd de cylinder-zuigereenheid 38 te bekrachtigen. Deze bekrachtiging vindt plaats wanneer de omhoog stekende punt van het sternum 8b van de voorhelft 8 de voorzijde 24a van de scheidingsorganen 24 is gepasseerd. De houder 21 van de scheidingsorganen 24 wordt door de geleidingssleuven 18a bij het uit de cylinder-zuigereenheid 38 schuiven van de zuigerstang 36 in de richting van de pijl 5 bewogen en licht naar beneden gekanteld, waarbij de bereikte eindpositie in fig. 4 met streeplijnen is weergegeven. De hieruit resulterende beweging van de scheidingsorganen 24 vindt zeer veel sneller plaats dan de voortbeweging van de opzetsteunen 6. Aldus bewegen de voorzijden 24a van de scheidingsorganen 24 naar beneden langs het sternum en naar voren in de door het sternum 8b en de clavicula 8c begrensde openingen. Dit is verduidelijkt in fig. 6b, waarin pijlen 68 de bewegingsrichting van de voorzijden 24a van de scheidingsorganen 24 illustreren. Binnenfilets 70 worden aldus losgesneden van het sternum onder de clavicula 8c. De scheidingsorganen 24 worden vervolgens teruggetrokken naar de in fig. 4 getoonde uitgangspositie.
Vervolgens passeert de voorhelft met de onder de clavicula 8c van het sternum 8b losgemaakte binnenfilets 70 het tweede bewerkingsstation 20. De afgeknot kegelvormige zijkant van de roterende schijven 42 grijpen aan op de zijkanten van de binnenfilets 70 en stuwen deze omhoog, zoals pijlen 72 in fig. 7 illustreren. Daarbij zorgt het snijorgaan 46 ervoor, dat het membraan van de binnenfilets 70 aan de onderzijde daarvan over enige afstand wordt losgesneden van het sternum 8b.
Vervolgens doorloopt de voorbewerkte voorhelft het derde bewerkingsstation 30, waarin de geleidingsstrippen 48 de in het tweede bewerkingsstation 20 omhoog gestuwde binnenfilets 70 weer naar beneden brengen. Nadat de omhoog stekende punt van het sternum 8b van een voorhelft 8 de uiteinden 58a van de afschraaporganen 58 in het derde bewerkingsstation 30 is gepasseerd, wordt de cylinder-zuigereenheid 64 bekrachtigd. De bewegende zuigerstang 62 neemt de houder 56 en de daarmee verbonden schraaporganen 58 mee in een door de geleidingssleuven 50a en 50b bepaalde beweging in de richting van de pijl 5, waarbij de houder 56 en de afschraaporganen 58 licht naar beneden kantelen. De bereikte eindpositie is in fig. 4 met streeplijnen weergegeven. De beweging van de afschraaporganen 58 vindt zeer veel sneller plaats dan de voortbeweging van de opzetsteunen 6. In de werkzame positie komen de uiteinden 58a van de afschraaporganen 58 aan weerskanten van de clavicula 8c terecht, zoals fig. 8 illustreert, zodat een voortbeweging van de voorhelft 8 op de opzetsteun 6 in de richting van de pijl 5 resulteert in een in hoofdzaak in de richting van pijlen 74 uitgeoefende afschraapkracht op de binnenfilets 70 aan weerskanten van het sternum 8b.
Fig. 5 illustreert een alternatieve uitvoeringsvorm van een eerste bewerkingsstation, waarin een scheiding wordt aangebracht tussen het sternum 8b en de binnenfilets onder de clavicula 8c. Scheidingsorganen 24 zijn op gelijksoortige wijze als aan de hand van fig. 6a is beschreven, verend aangebracht op een hefboom 76 die kan scharnieren rond een draaipunt 78. Het van de scheidingsorganen 24 afgekeerde uiteinde van de hefboom 76 is scharnierbaar verbonden met het uiteinde van de zuigerstang 36 van de cylinder-zuigereenheid 38. Indien bij bekrachtiging van de cylinder-zuigereenheid 38 de zuigerstang 36 in de figuur naar links beweegt, scharniert de hefboom 76 in tegenwijzerrichting en bewegen de voorste uiteinden 24a van de scheidingsorganen 24 langs het sternum 8b en onder de clavicula 8c.
Fig. 9 toont een gedeelte van een rails 120 met een in hoofdzaak omgekeerd T-vormige dwarsdoorsnede, waarlangs op-hangelementen 122 worden voortbewogen in de richting van pijl 124. Nadere details van het ophangelement 122 worden hier niet besproken, aangezien zij voor het begrip van de onderhavige uitvinding irrelevant zijn. Het ophangelement 122 draagt een geslachte, uitgehaalde vogel 126, waarvan de borstzijde in de transportrichting 124 is gekeerd.
Zoals fig. 10 illustreert, passeert de vogel 126 bij het scheiden van het karkas in een voorhelft en een achterhelft twee roteerbaar op assen 128 aangebrachte in hoofdzaak cirkelvormige messen 130, die in hoofdzaak in één vlak op een vooraf bepaalde afstand van elkaar zijn opgesteld. Het karkas wordt aldus niet geheel doorgesneden; er blijven onder het sternum en aan de rugzijde verbindingen tussen de voorhelft 132 en de achterhelft 134 in stand.
Zoals fig. 11a toont, begeeft een eventuele huidverbin-ding onder het sternum het door het gewicht van de voorhelft 132 direkt, terwijl aan de rugzijde van het karkas een verbinding 136 in stand blijft die sterk genoeg is om de voorhelft 132 te dragen. Men brengt nu een drager 138, waarvan een conisch uiteinde naar de voorhelft 132 is gericht, in de baan van de voorhelft 132, en beweegt de drager en de voorhelft naar elkaar toe. De voorhelft 132 wordt, zoals fig. 11 illustreert, als het ware op de drager 138 "gevangen" en daarop vastgetrokken. Op deze wijze komt de voorhelft 132 geheel automatisch op de drager 138 terecht, welke drager de voorhelft 132 na het verbreken van de verbinding 136 onafhankelijk van de achterhelft kan transporteren naar eerder beschreven bewerkingsstations voor het fileren van de voorhelft 132.

Claims (32)

1. Werkwijze voor het automatisch verwijderen van tenminste een binnenfilet van de romp van geslacht gevogelte met althans een gedeélte van de vleugels, omvattende de volgende stappen: aanbrengen van de romp op een drager; aanbrengen van tenminste een insnijding in een schoudergewricht van de romp; en verwijderen van de binnenfilet van de romp, net het kenmerk, dat men, na het aanbrengen van de romp op de drager en voorafgaand aan het aanbrengen van de insnijding in het schoudergewricht, het schoudergewricht ten opzichte van een snijorgaan positioneert tegen een aanslag die aangrijpt op het schoudergewricht aan de van de humerus afgekeerde zijde.
2. Werkwijze volgens conclusie 1, waarbij bij het aanbrengen van de insnijding in het schoudergewricht de verbinding tussen de filet en de bijbehorende humerus in hoofdzaak intact blijft, en de filet wordt losgescheurd van de romp door aan te grijpen op de humerus, met het kenmerk, dat men bij de insnijding in het schoudergewricht de processus acrocoracoideus doorsnijdt voor het openen van de canalis triosseus.
3. Werkwijze volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat men voorafgaand aan de insnijding in het schoudergewricht op de humerus een kracht uitoefent voor het in de canalis triosseus aan de naar het sternum gerichte zijde daarvan plaatsen van de pees die de humerus met de binnenfilet verbindt.
4. Werkwijze volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat men de caput humeri in de richting van de ribben drukt ten opzichte van de scapula en de coracoideum.
5. Werkwijze volgens conclusie 1, waarbij bij het aanbrengen van de insnijding in het schoudergewricht de verbinding tussen de filet en de bijbehorende humerus in hoofdzaak wordt verbroken, en de filet van de romp wordt af geschraapt, met het kenmerk, dat men voorafgaand aan het af schrapen van de binnenfi- let van de romp de membrana sternocoracoclavicularis tussen de binnenfilet en de clavicula losmaakt door een scheiding te maken in de door de clavicula en het sternum begrensde opening.
6. Werkwijze volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat voorafgaand aan het afschrapen van de binnenfilet van de romp, de verbinding tussen het membraan van de binnenfilet en het sternum in het gebied van de coracoideum wordt losgemaakt.
7. Werkwijze volgens conclusie 5 of 6, met het kenmerk, dat de binnenfilet slechts gedeeltelijk van de romp worden af geschraapt, waarna het reeds afgeschraapte gedeelte wordt vastgegrepen en de binnenfilet in hoofdzaak frontaal voor de borst van de vogel wordt losgetrokken van de romp.
8. Werkwijze volgens een van de conclusies 1-7, met het kenmerk, dat men voorafgaand aan het fileren de clavicula verwijdert.
9. Werkwijze volgens één van de conclusies 1-8, met het kenmerk, dat de romp van het geslachte gevogelte op een drager wordt geplaatst door het uitvoeren van de volgende stappen: ophangen van een geslachte, uitgehaalde vogel met de poten aan een ophangelement; scheiden van de voorhelft, omvattende de borstkas, van de achterhelft, omvattende de heupen en de poten, op een verbinding tussen de voorhelft en de achterhelft aan de rugzijde na; aanbrengen van de borstkas op de drager; en verbreken van genoemde verbinding.
10. Werkwijze volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat de voorhelft langs een eerste baan wordt getransporteerd en de drager langs een tweede baan wordt getransporteerd, waarbij de voorhelft en de drager met in hoofdzaak gelijke snelheid naast elkaar bewegen en de borstzijde van de voorhelft naar de drager is toegekeerd, waarbij de eerste baan en de tweede baan convergeren ten minste totdat de voorhelft zich op de drager bevindt.
11. Werkwijze volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat de voorhelft langs een eerste baan wordt getransporteerd met de borstzijde in de transportrichting en dat de drager langs een tweede baan wordt getransporteerd, waarbij de voorhelft en de drager zich langs de eerste resp. tweede baan naar elkaar toe bewegen ten minste totdat de voorhelft zich op de drager bevindt.
12. Werkwijze volgens een van de conclusies 1-11, met het kenmerk, dat men na het aanbrengen van tenminste een insnijding in het schoudergewricht en voorafgaand aan het verwijderen van de binnenfilet van de romp het vel althans nagenoeg geheel doorsnijdt tussen de bovenzijde van het schoudergewricht en de vleugeloksel, dat men vervolgens het vel van de zijkant van de romp verwijdert, en dat men vervolgens het vel van de borst verwijdert.
13. Inrichting voor het uitvoeren van de werkwijze volgens conclusie 2, omvattende: een drager voor het daarop fixeren van een deel van de vogel, tenminste omvattende de borstkas met althans een gedeelte van de vleugels en met aangehechte binnenfilets, gekenmerkt door schoudergewrichtpositioneermiddelen voor het positioneren van een schoudergewricht ten opzichte van een snijorgaan voor het doorsnijden van de processus acrocoracoideus van het schoudergewricht.
14. Inrichting volgens conclusie 13, waarbij de drager deel uitmaakt van een transporteur en is gevormd door een langwerpig conusvormig steunelement, dat is ingericht om het vogel-deel met de borstkas of de rugzijde daarvan in de transport-richting van de transporteur te verplaatsen, met het kenmerk, dat het snij orgaan langs de baan van de drager is opgesteld, en dat de schoudergewrichtpositioneermiddelen een geleiding omvatten welke zich in hoofdzaak evenwijdig aan de baan van de drager uitstrekt en is ingericht om kontakt te maken met het schoudergewricht aan de van de humerus afgekeerde zijde, waarbij de snijmiddelen zijn ingericht om vanaf de zijde van de humerus te snijden.
15. Inrichting volgens conclusie 13, gekenmerkt door humerus-positioneermiddelen voor het in de richting van de ribben verplaatsen van de humerus ten opzichte van de rest van het schoudergewricht.
16. Inrichting volgens conclusie 15, met het kenmerk, dat de humeruspositioneermiddelen een geleiding omvatten welke zich in hoofdzaak evenwijdig aan de baan van de drager uitstrekt, en is ingericht om kontakt te maken met de caput humeri en deze neerwaarts te verplaatsen.
17. Inrichting volgens conclusie 16, met bet kenmerk, dat het snij orgaan in hoofdzaak dwars op de baan van de drager en in horizontale richting werkzaam is.
18. Inrichting voor het uitvoeren van de werkwijze volgens conclusie 5, omvattende: een drager voor het daarop fixeren van een deel van de vogel, tenminste omvattende de borstkas met aangehechte bin-nenfilets; en afschraapmiddelen voor het afschrapen van een binnenfilet van de romp, gekenmerkt door een scheidingsorgaan voor een stel binnenfilets die zijn bestemd om aan weerskanten van het sternum in de door de clavicula en het sternum begrensde opening te worden gestoken voor het losmaken van de membrana sternocoracoclavicularis tussen de binnenfilet en de clavicula.
19. Inrichting volgens conclusie 18, gekenmerkt door mem-braanseparatiemiddelen voor het losmaken van de verbinding tussen het membraan van de binnenfilet en het sternum in het gebied van de coracoideum.
20. Inrichting volgens conclusie 18 of 19, gekenmerkt door binnenfiletafneemmiddelen voor het vastgrijpen van de binnenfilet en het in hoofdzaak frontaal voor de borst van de vogel lostrekken van de binnenfilet van de romp.
21. Inrichting volgens een van de conclusies 18-20, met het kenmerk, dat de scheidingsorganen voor een stel binnenfilets bestaan uit twee naar elkaar toegekeerde, in hoofdzaak parallelle platen met een vrij uiteinde die verend ten opzichte van elkaar en ten opzichte van een houder zijn opgesteld, welke houder op bestuurbare wijze beweegbaar is ten opzichte van de drager.
22. Inrichting volgens conclusie 21, met het kenmerk, dat de onderlinge afstand van de platen kleiner is dan de grootste breedte van het sternum.
23. Inrichting volgens conclusie 21 of 22, met het kenmerk, dat de vrije uiteinden van de platen zijn voorzien van stompe randen.
24. Inrichting volgens conclusie 19, met het kenmerk, dat de membraanseparatiemiddelen voor een stel binnenfilets twee zich in eenzelfde vlak uitstrekkende roteerbare schijven omvatten.
25. Inrichting volgens conclusie 24, met het kenmerk, dat de omtreksrand van de schijven afgeknot kegelvormig is.
26. Inrichting volgens conclusie 24 of 25, met het kenmerk, dat de omtreksrand van de schijven is voorzien van tenminste één radiaal uitstekend mes.
27. Inrichting volgens een van de conclusies 18-27, met het kenmerk, dat de afschraapmiddelen voor een stel binnenfilets bestaan uit twee onder een hoek ten opzichte van elkaar en ten opzichte van een houder verend opgestelde schraapplaten, welke houder op een bestuurbare wijze beweegbaar is ten opzichte van de drager, waarbij de schraapplaten zijn bestemd om aan weerskanten van de clavicula en aansluitend daarop geplaatst te worden en langs het sternum van de clavicula af verplaatst te worden.
28. Inrichting volgens conclusie 27, met het kenmerk, dat de onderlinge afstand van de schraapplaten kleiner is dan de grootste breedte van het sternum.
29. Inrichting volgens conclusie 19, met het kenmerk, dat de dragers deel uitmaken van een transporteur, langs de baan waarvan de scheidingsorganen, de membraanseparatiemiddelen en de afschraapmiddelen zijn opgesteld.
30. Inrichting voor het uitvoeren van de werkwijze volgens conclusie 10 of 11, waarbij de drager deel uitmaakt van een eerste transporteur en is gevormd door een langwerpig conus-vormig steunelement dat is ingericht om met het uiteinde daarvan onder een hoek met de vertikaal naar het scheidings-vlak van de voorhelft gericht te zijn.
31. Inrichting voor het uitvoeren van de werkwijze volgens conclusie 11, met het kenmerk, dat het ophangelement deel uitmaakt van een tweede transporteur, waarbij de eerste transporteur is ingericht voor bedrijf met een lagere snelheid in de transportrichting daarvan dan die van de tweede transporteur in dezelfde richting of in tegengestelde richting.
32. Inrichting voor het uitvoeren van de werkwijze volgens conclusie 12, omvattende: een drager voor het daarop fixeren van een deel van de vogel, tenminste omvattende de borstkas met althans een gedeelte van de vleugels en met aangehechte binnenfilets, welke drager deel uitmaakt van een transporteur en in een eerste stand gebracht kan worden waarin de borstzijde van de vogel dwars op de transportrichting van de transporteur is gericht, en in een tweede stand gebracht kan worden waarin de borstzijde of de rugzijde van de vogel in de transportrichting is gericht, waarbij de drager achtereenvolgens: in de eerste stand daarvan langs de baan van de drager opgestelde snijmiddelen passeert voor het aanbrengen van de insnijding in het vel tussen de bovenzijde van het schoudergewricht en de vleugeloksel; in de tweede stand daarvan een stel parallel aan de baan van de drager opgestelde velverwijderingsschroefrollen passeert voor het onder de vleugel verwijderen van het vel van de zijkant van de romp; en in de eerste stand daarvan een stel parallel aan de baan van de drager opgestelde velverwijderingsschroefrollen passeert voor het nabij het sternum verwijderen van het vel van de borst.
NL9401198A 1994-07-21 1994-07-21 Werkwijze en inrichting voor het fileren van de romp van geslacht gevogelte. NL9401198A (nl)

Priority Applications (12)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL9401198A NL9401198A (nl) 1994-07-21 1994-07-21 Werkwijze en inrichting voor het fileren van de romp van geslacht gevogelte.
US08/503,978 US6007416A (en) 1994-07-21 1995-07-19 Method and apparatus for filleting the body of slaughtered poultry
DE69533683T DE69533683T3 (de) 1994-07-21 1995-07-20 Verfahren und Vorrichtung zum Filetieren des Körpers von Schlachtgeflügel
EP04077949A EP1498036B1 (en) 1994-07-21 1995-07-20 Placing a part of poultry on a carrier
ES95202007T ES2227537T3 (es) 1994-07-21 1995-07-20 Procedimiento y aparato para filetear el cuerpo de un ave de corral.
DK04077949.8T DK1498036T3 (da) 1994-07-21 1995-07-20 Anbringelse af fjerkrædele på en bærer
EP95202007A EP0695506B2 (en) 1994-07-21 1995-07-20 Method and apparatus for filleting the body of slaughtered poultry
DE69536144T DE69536144D1 (de) 1994-07-21 1995-07-20 Aufstellung von Geflügelteilen auf einem Träger
ES04077949T ES2364653T3 (es) 1994-07-21 1995-07-20 Colocación de una parte de un ave de corral sobre un soporte.
DK95202007.1T DK0695506T4 (da) 1994-07-21 1995-07-20 Fremgangsmåde og apparat til at filetere kroppen af slagtet fjerkræ
JP7186078A JPH08168334A (ja) 1994-07-21 1995-07-21 畜殺された家禽の胴体からヒレ肉を取り除く方法および装置
US09/290,212 US6142863A (en) 1994-07-21 1999-04-13 Method and apparatus for placing slaughtered poultry on a carrier and for removing the skin from the slaughtered poultry

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL9401198 1994-07-21
NL9401198A NL9401198A (nl) 1994-07-21 1994-07-21 Werkwijze en inrichting voor het fileren van de romp van geslacht gevogelte.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL9401198A true NL9401198A (nl) 1996-03-01

Family

ID=19864456

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL9401198A NL9401198A (nl) 1994-07-21 1994-07-21 Werkwijze en inrichting voor het fileren van de romp van geslacht gevogelte.

Country Status (7)

Country Link
US (2) US6007416A (nl)
EP (2) EP0695506B2 (nl)
JP (1) JPH08168334A (nl)
DE (2) DE69536144D1 (nl)
DK (2) DK0695506T4 (nl)
ES (2) ES2364653T3 (nl)
NL (1) NL9401198A (nl)

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US5827116A (en) * 1996-04-10 1998-10-27 Machinefabriek Meyn B.V. Apparatus for filleting the breast piece of slaughtered poultry

Families Citing this family (68)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL1000935C2 (nl) * 1995-08-04 1997-02-06 Stork Pmt Inrichting en werkwijze voor het bewerken van een slachtdier.
GB9525446D0 (en) * 1995-12-13 1996-02-14 Sun Valley Poultry Improvements relating to de-boning poultry
EP1266574B1 (en) * 1996-06-21 2008-01-16 Mayekawa Manufacturing Co., Ltd. System of automatically loading parts of poultry carcasses to a plurality of apparatus
GB9712015D0 (en) * 1997-06-11 1997-08-06 Filar Limited Procedure and apparatus for deboning poultry
JP3960699B2 (ja) * 1998-01-21 2007-08-15 株式会社前川製作所 鶏肉屠体上半身の脱骨自動処理方法とその装置
DE19848498A1 (de) * 1998-10-21 2000-05-04 Nordischer Maschinenbau Filetiervorrichtung
NL1014845C1 (nl) 1999-06-11 2000-12-12 Stork Pmt Inrichting voor het verwerken van een slachtproduct.
NL1012683C2 (nl) * 1999-07-23 2001-01-24 Stork Pmt Werkwijze voor het winnen van een binnenfilet van een gevogeltekarkasdeel, en inrichting voor het bewerken van het gevogeltekarkasdeel.
NL1015614C2 (nl) * 2000-07-05 2002-01-08 Systemate Group Bv Ontveller voor karkassen van gevogelte.
US6929541B2 (en) 2002-03-28 2005-08-16 V.H. Cooper & Company, Inc. Method for making a fowl wing cut and the resultant product
DK2258202T3 (en) * 2002-12-20 2015-03-02 Marel Stork Poultry Proc Bv Method and device for working a body part of slaughtered poultry
NL1022418C2 (nl) 2003-01-17 2004-07-20 Stork Pmt Werkwijze en inrichting voor het bewerken van een karkasdeel van geslacht gevogelte.
NL1022858C2 (nl) * 2003-03-06 2004-09-16 Meyn Food Proc Technology Bv Fileerstraat voor gevogelte.
US7175517B1 (en) 2003-07-24 2007-02-13 Perdue Holdings, Inc. Semi-boneless poultry product
US7335095B2 (en) * 2004-03-31 2008-02-26 Mayekawa Mfg. Co., Ltd. Apparatus and method for separating wings from breast meat of poultry
NL1027426C2 (nl) * 2004-11-05 2006-05-15 Systemate Group Bv Fileermachine voor gevogelte.
NL1029227C2 (nl) 2005-06-10 2006-12-12 Meyn Food Proc Technology Bv Werkwijze en inrichting voor het oogsten van een binnenfilet van gevogelte.
DK2332418T3 (en) 2005-12-09 2018-05-28 Marel Stork Poultry Proc Bv Method and apparatus for treating a body part from slaughtered poultry
NL1033122C2 (nl) * 2006-12-22 2008-06-24 Stork P M T B V Werkwijze en inrichting voor het gescheiden oogsten van rugvel en rugvlees van een karkasdeel van geslacht gevogelte.
FR2919473A1 (fr) * 2007-08-01 2009-02-06 Durand Internat Soc Par Action Sciage de carcasses de porc ou analogue
FR2921545A1 (fr) * 2007-09-28 2009-04-03 Durand Internat Sa Entrainement d'un chariot porte outil de fente d'une machine a fendre les carcasses d'animaux
EP2305045B1 (en) 2008-03-20 2018-09-05 Meyn Food Processing Technology B.V. A gizzard processing device
FR2939011B1 (fr) * 2008-12-02 2011-11-25 J P Bayle Ets Dispositif autorisant la decoupe des filets de volaille integre dans une installation de decoupe automatique des volailles
US9687006B1 (en) * 2009-01-30 2017-06-27 Hormel Foods Corporation Loin back-rib auto-saw
NL1036646C2 (en) * 2009-02-13 2010-08-16 Meijn Food Proc Technology B V Filleting device and method for harvesting fillets.
NL2003384C2 (en) * 2009-08-24 2011-02-28 Meijn Food Proc Technology B V Method and device for processing a carcass-part of slaughtered poultry.
NL2003900C2 (en) * 2009-12-03 2011-06-06 Stork P M T B V Device and method for processing a carcass part of slaughtered poultry.
US8632380B2 (en) 2010-01-26 2014-01-21 Foodmate B.V. Method and apparatus for removing a sleeve of meat from an animal part having bone with knuckles on each of its opposite ends
US8157625B2 (en) 2010-01-26 2012-04-17 Foodmate Bv Method and apparatus for collecting meat from an animal part
US8789684B2 (en) 2010-04-19 2014-07-29 Foodmate Bv Rotatable article support for a conveyor
NL2004573C2 (en) 2010-04-19 2011-10-20 Foodmate B V Turning block alignment.
NL2006075C2 (en) 2011-01-26 2012-07-30 Foodmate B V Rotationally indexed article support for a conveyor system having an alignment station.
US8757354B2 (en) 2010-04-19 2014-06-24 Foodmate Bv Turning block alignment
NL2004574C2 (en) 2010-04-19 2011-10-20 Foodmate B V Rotatable article support for a conveyor.
DE102010035387A1 (de) * 2010-08-20 2012-02-23 Nordischer Maschinenbau Rud. Baader Gmbh + Co Kg Vorrichtung und Verfahren zum automatisierten Schneiden der Flügel von Geflügelkörpern
DE102010047660B4 (de) * 2010-09-30 2016-09-01 Nordischer Maschinenbau Rud. Baader Gmbh + Co. Kg Vorrichtung und Verfahren zum vollständigen Lösen zumindest eines Teils des Brustknorpels von einer vom Brustfleisch befreiten Geflügelkarkasse
US8727839B2 (en) 2011-01-21 2014-05-20 Foodmate Bv Poultry wing cutter for narrow pitch poultry lines
US8267241B2 (en) 2011-01-26 2012-09-18 Foodmate Bv Rotationally indexed article support for a conveyor system having an alignment station
US8882571B2 (en) 2011-01-26 2014-11-11 Foodmate Bv Method of deboning animal thighs for separating and collecting meat therefrom and apparatus for performing the method
DK2667728T3 (en) 2011-01-26 2015-10-19 Foodmate Bv Process for bone dyrelår of separation and collection of meat thence and device for performing the method
US8430728B2 (en) * 2011-02-14 2013-04-30 Foodmate Bv Special cut poultry wing cutter
NL2006313C2 (en) * 2011-02-28 2012-08-29 Meyn Food Proc Technology Bv Method and apparatus for harvesting a backmeat of a carcass or carcass part of slaughtered poultry.
NL2006312C2 (en) * 2011-02-28 2012-08-29 Meyn Food Proc Technology Bv Method and apparatus for processing a wing of a poultry carcass while the wing is attached to said poultry carcass.
DE102011107067B3 (de) 2011-07-11 2012-12-20 Nordischer Maschinenbau Rud. Baader Gmbh + Co Kg Vorrichtung und Verfahren zum Abtrennen des Gabelbeins von entweideten Geflügelkörpern
NL2007329C2 (en) 2011-09-01 2013-03-04 Marel Stork Poultry Proc Bv Method and installation for processing slaughtered poultry.
PL2599387T3 (pl) * 2011-12-02 2019-10-31 Nordischer Maschinenbau Urządzenie pomiarowe do indywidualnego odczytu cech transportowanych w szeregu tusz zwierzęcych i urządzenie obrabiające, zawierające co najmniej jedno takie urządzenie pomiarowe
NL2008001C2 (en) * 2011-12-20 2013-06-24 Meyn Food Proc Technology Bv Method and scraper for releasing tissue connections between a fillet and a carcass of slaughtered poultry.
DK2606735T3 (en) * 2011-12-23 2015-01-19 Nordischer Maschinenbau Device and method for the complete separation of the breast fillets already partially removed from the hull of a cleaned poultry body
US8342919B1 (en) * 2012-06-11 2013-01-01 Mauer James E Method and apparatus for cutting the second joint of a poultry wing and product therefrom
NL2009033C2 (en) 2012-06-19 2013-12-23 Foodmate B V Weighing method and apparatus.
US8535124B1 (en) 2012-10-17 2013-09-17 Remington Holdings Llc Poultry tender tendon clipper
NL2009718C2 (en) 2012-10-29 2014-05-01 Foodmate B V Method of mechanically removing skin from animal parts.
US8808068B2 (en) 2012-10-29 2014-08-19 Foodmate Bv Method of and system for automatically removing meat from an animal extremity
NL2009782C2 (en) * 2012-11-09 2014-05-12 Marel Stork Poultry Proc Bv Device and method for processing carcass parts of slaughtered poultry.
US9078453B2 (en) 2013-11-01 2015-07-14 Foodmate B.V. Method and system for automatically deboning poultry breast caps containing meat and a skeletal structure to obtain breast fillets therefrom
US8961274B1 (en) 2013-12-18 2015-02-24 Foodmate Bv Selective tendon cutter and method
CN106659173B (zh) * 2014-06-18 2019-10-25 马雷尔斯托克家禽加工有限公司 用于处理脱羽的全腿家禽产品的方法和***
WO2016002631A1 (ja) * 2014-06-30 2016-01-07 株式会社前川製作所 肩筋入れ装置及び肩筋入れ方法
AU2015285485B2 (en) * 2014-06-30 2018-05-17 Mayekawa Mfg. Co., Ltd. Scapula incision device
NL2015235B1 (en) * 2015-07-29 2017-02-20 Marel Stork Poultry Proc Bv Device and method for separating a wishbone from a poultry carcass.
ES2732731T3 (es) * 2016-02-12 2019-11-25 Linco Food Systems As Dispositivo de corte de alas y procedimiento para separar alas o partes de ala
NL2016478B1 (en) * 2016-03-23 2017-10-06 Marel Stork Poultry Proc Bv System for separating breast meat from at least a part of a keel bone of a carcass part of slaughtered poultry.
NL2016700B1 (en) * 2016-04-29 2017-11-16 Marel Stork Poultry Proc Bv System and method for measuring a shoulder joint position of a carcass part of slaughtered poultry.
NL2017997B1 (en) * 2016-12-14 2018-06-26 Meyn Food Processing Tech Bv Vent cutter and method for cutting loose tissue around a vent of poultry
BR102019000099A2 (pt) * 2018-01-03 2019-08-27 Remington Holdings Llc aparelho e método para desossar peitos de aves
DE102019119665B3 (de) * 2019-07-19 2020-06-25 Nordischer Maschinenbau Rud. Baader Gmbh + Co. Kg Vorrichtung zum Messen der Schultergelenkposition kontinuierlich geförderter Geflügelkörper, Anordnung zum Filetieren von Geflügelkörpern sowie entsprechende Verfahren
BR112022017683A2 (pt) 2020-03-04 2022-11-16 Foodmate Us Llc Método e aparelho para remover pele de partes animais
JP2024021263A (ja) * 2022-08-03 2024-02-16 株式会社前川製作所 食鳥処理装置

Family Cites Families (24)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE336162C (de) * 1921-04-25 Heinrich Kook Kofferverschluss
FR388331A (fr) * 1908-03-19 1908-08-08 Daimler Motoren Système d'allumage à rupteur pour moteurs à explosion
DE380714C (de) * 1922-11-25 1923-09-14 Bertalan Kucsera Dr Verschluss fuer die obere Zylinderoeffnung von aerztlichen Spritzen
US4477942A (en) * 1983-05-12 1984-10-23 Victor F. Weaver, Inc. Poultry breast de-boning machine and processing method
NL8402165A (nl) * 1984-07-06 1986-02-03 Meyn Pieter Werkwijze en inrichting voor het verwijderen van borstvlees van een gevogeltekarkas.
US4648155A (en) * 1986-03-18 1987-03-10 Burnett T J Chicken deboning apparatus and method
NL8601087A (nl) * 1986-04-28 1987-11-16 Stork Pmt Borstontveller.
DE3736401C1 (de) * 1987-10-28 1989-03-02 Nordischer Maschinenbau Vorrichtung zum Enthaeuten von Gefluegelkoerpern
US4873746A (en) * 1988-01-25 1989-10-17 Simon-Johnson Company Method and apparatus for removing breast meat from poultry carcass
US4827570A (en) * 1988-01-25 1989-05-09 Simon-Johnson, Inc. Method and apparatus for removing breast meat from poultry carcass
US4937918A (en) * 1988-05-31 1990-07-03 Foodcraft Equipment Company Inline breast deboner
ATE79516T1 (de) * 1989-01-28 1992-09-15 Nordischer Maschinenbau Verfahren zum maschinellen gewinnen des fleisches von gefluegelkoerpern und vorrichtung zur durchfuehrung des verfahrens.
DE3939340C1 (nl) * 1989-11-29 1991-06-06 Nordischer Maschinenbau Rud. Baader Gmbh + Co Kg, 2400 Luebeck, De
US5035673A (en) * 1990-01-31 1991-07-30 Hazenbroek Jacobus R On-line breast halver
DE4008719A1 (de) * 1990-03-19 1991-09-26 Nordischer Maschinenbau Verfahren zum filetieren von gefluegelkoerpern
US5269722A (en) * 1990-03-19 1993-12-14 Diesing Karl Heinz Method for filleting poultry bodies
NL9200037A (nl) * 1992-01-10 1993-08-02 Stork Pmt Werkwijze en inrichting voor het fileren van de romp van een geslachte vogel.
US5194035A (en) * 1992-01-17 1993-03-16 Meyn Usa, Inc. Automatic poultry processor and method
US5411434A (en) * 1992-03-24 1995-05-02 Kays Engineering Poultry shoulder and breast severing machine
DE4234040C2 (de) * 1992-10-09 1997-05-22 Nordischer Maschinenbau Verfahren zum maschinellen Gewinnen des Fleisches von Geflügelkörpern und Einrichtung zur Durchführung des Verfahrens
US5314374A (en) * 1993-06-14 1994-05-24 Jay Koch Apparatus for removing tenders from a poultry carcass
US5374214A (en) * 1993-07-29 1994-12-20 Foodcraft Equipment Company Breast processor
US5368520A (en) * 1994-01-18 1994-11-29 Koch; Jay Apparatus and method for separating wings and attached breasts from poultry carcasses
US5562535A (en) * 1995-08-04 1996-10-08 Puppolo; Celeste Method of processing shark cartilage

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US5827116A (en) * 1996-04-10 1998-10-27 Machinefabriek Meyn B.V. Apparatus for filleting the breast piece of slaughtered poultry

Also Published As

Publication number Publication date
US6007416A (en) 1999-12-28
DE69533683T2 (de) 2005-10-27
EP1498036A1 (en) 2005-01-19
EP0695506B1 (en) 2004-10-27
ES2227537T3 (es) 2005-04-01
EP0695506B2 (en) 2011-01-19
DK0695506T4 (da) 2011-04-26
DE69533683T3 (de) 2011-09-15
JPH08168334A (ja) 1996-07-02
EP0695506A3 (en) 1999-04-07
DE69536144D1 (de) 2011-04-07
US6142863A (en) 2000-11-07
DK0695506T3 (da) 2005-02-14
EP1498036B1 (en) 2011-02-23
DE69533683D1 (de) 2004-12-02
EP0695506A2 (en) 1996-02-07
DK1498036T3 (da) 2011-06-06
ES2364653T3 (es) 2011-09-08

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL9401198A (nl) Werkwijze en inrichting voor het fileren van de romp van geslacht gevogelte.
NL1012683C2 (nl) Werkwijze voor het winnen van een binnenfilet van een gevogeltekarkasdeel, en inrichting voor het bewerken van het gevogeltekarkasdeel.
NL1000935C2 (nl) Inrichting en werkwijze voor het bewerken van een slachtdier.
NL1028561C2 (nl) Bewerken van karkasdelen van geslacht gevogelte.
NL2003900C2 (en) Device and method for processing a carcass part of slaughtered poultry.
NL1033122C2 (nl) Werkwijze en inrichting voor het gescheiden oogsten van rugvel en rugvlees van een karkasdeel van geslacht gevogelte.
NL1022858C2 (nl) Fileerstraat voor gevogelte.
US5019013A (en) On line breast halver and processor
NL1029227C2 (nl) Werkwijze en inrichting voor het oogsten van een binnenfilet van gevogelte.
NL1033604C2 (nl) Systeem en werkwijze voor het bewerken van een karkasdeel van geslacht gevogelte.
NL9001246A (nl) Werkwijze en inrichting voor het van een rompdeel scheiden van de poten van geslacht gevogelte.
NL1019293C1 (nl) Werkwijze en inrichting voor het verwijderen van een bot uit een extremiteit van een slachtdier.
NL1003626C1 (nl) Fileerinrichting voor de borst van gevogelte.
US4557017A (en) Apparatus for filleting meat from poultry breast sections
JPH04126033A (ja) 家禽ボディーから機械的に肉を得る方法および装置
NL9200037A (nl) Werkwijze en inrichting voor het fileren van de romp van een geslachte vogel.
HU217527B (hu) Eljárás és berendezés húsnak szárnyasok testéről való gépi lefejtésére
US10477872B1 (en) Method and apparatus for removing wings from a poultry carcass
US5466185A (en) Removing breast meat from poultry
NL9200733A (nl) Inrichting en werkwijzen voor het losnemen en/of verwijderen van vlees en dergelijke van dierkoppen.
KR20180053324A (ko) 가금류의 브레스트 캡들로부터 창사골을 제거하기 위한 장치, 시스템 및 방법
NL8303683A (nl) Inrichting voor het scheiden van de poten en het rugstuk van geslachte vogels.
US5472377A (en) Poultry processing method, apparatus, and product
NL1030671C2 (nl) Werkwijze en inrichting voor het bewerken van een karkasdeel van geslacht gevogelte.
NL1001281C2 (nl) Werkwijze en inrichting voor het fileren van het borststuk van gevogelte.

Legal Events

Date Code Title Description
BV The patent application has lapsed