NL8005067A - Spouwanker. - Google Patents

Spouwanker. Download PDF

Info

Publication number
NL8005067A
NL8005067A NL8005067A NL8005067A NL8005067A NL 8005067 A NL8005067 A NL 8005067A NL 8005067 A NL8005067 A NL 8005067A NL 8005067 A NL8005067 A NL 8005067A NL 8005067 A NL8005067 A NL 8005067A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
wall
cavity
anchor
wall anchor
members
Prior art date
Application number
NL8005067A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Catnic Components Ltd
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Catnic Components Ltd filed Critical Catnic Components Ltd
Publication of NL8005067A publication Critical patent/NL8005067A/nl

Links

Classifications

    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04BGENERAL BUILDING CONSTRUCTIONS; WALLS, e.g. PARTITIONS; ROOFS; FLOORS; CEILINGS; INSULATION OR OTHER PROTECTION OF BUILDINGS
    • E04B1/00Constructions in general; Structures which are not restricted either to walls, e.g. partitions, or floors or ceilings or roofs
    • E04B1/38Connections for building structures in general
    • E04B1/41Connecting devices specially adapted for embedding in concrete or masonry
    • E04B1/4178Masonry wall ties
    • E04B1/4185Masonry wall ties for cavity walls with both wall leaves made of masonry
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04BGENERAL BUILDING CONSTRUCTIONS; WALLS, e.g. PARTITIONS; ROOFS; FLOORS; CEILINGS; INSULATION OR OTHER PROTECTION OF BUILDINGS
    • E04B1/00Constructions in general; Structures which are not restricted either to walls, e.g. partitions, or floors or ceilings or roofs
    • E04B1/38Connections for building structures in general
    • E04B1/41Connecting devices specially adapted for embedding in concrete or masonry
    • E04B1/4178Masonry wall ties

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Architecture (AREA)
  • Physics & Mathematics (AREA)
  • Electromagnetism (AREA)
  • Civil Engineering (AREA)
  • Structural Engineering (AREA)
  • Finishing Walls (AREA)
  • Building Environments (AREA)

Description

* * -1- 21509/CV/mv
Aanvrager: Catnic Components Limited, Caerphilly, Groot-Brittanie.
Korte aanduiding: Spouwanker.
De uitvinding heeft betrekking op een spouwanker voor een meer-5 dere bladen omvattende spouwmuur voorzien van een lid voor verankering met een blad van de muur en een verder, roet het genoemde lid verbonden lid voor verankering met een nabij het eerst genoemde “blad gelegen blad van de muur.
In gebouwen met een houten frameconstructie, dat wil zeggen 10 gebouwen welke een binnenste houten frame of blad hebben en een buitenste uit stenen of cementblokken of dergelijke bestaand blad krimpt het houten frame in velen gevallen, met het resultaat, dat de relatieve opstellingen van de twee bladen zich kan wijzigen met een mogelijke nadelige beïnvloeding van de stabiliteit van de constructie op een vernieling of beschadiging in 15 een afwerking zoals pleisterwerk. In vele gevallen worden spouwankers toegepast om te trachten een relatieve beweging te voorkomen. Ook bij een steenbekleding of gemetselde spouwmuren is het vaak noodzakèlijk een of meer spouwankers op te nemen ten einde te trachten de twee bladen aan elkaar te bevestigen. Bekende spouwankers hebben echter bet nadeel, 20 jat zij een brtig vormen voor vocht, dat condenseert in de holte tussen de bladen met als resultaat, dat gecondenseerd vocht, dat naar beneden loopt langs het binnenoppervlak van het buitenste blad botst tegen het spouwanker en over dit spouwanker vloeit naar het binnenste blad uit hout, stenen of blokken, hetgeen aanleiding geeft tot vochtigheid van het hinnen-25 ste blad met weer achteruitgang of vernieling van decoratiemateriaal, zoals pleisterwerk en een mogelijk kromtrekken van het houten frame in het geval dat een dergelijk houten frame wordt toegepast.
Verder zijn de bekende spouwankers in het algemeen niet flexibel genoeg, zodat zij enige relatieve beweging tussen de bladen 50 niet kunnen opnemen.
Het is dan ook een oogmerk van de uitvinding een spouwanker te verkrijgen met behulp waarvan aan bovengenoemde nadelen van de bekende spouwankers kan worden tegemoet gekomen. Volgens de uitvinding kan dit worden bereikt doordat middelen zijn aangebracht ter voorkoming of be~ 55 lemmering van vochtoverdracht langs het spouwanker tijdens gebruik daarvan .
Een voordeel dat bij toepassing van de uitvinding kan worden verkregen is dat een verhoudingsgewijs stijf en toch flexibel spouwanker * t “2- 21509/CV/rav wordt verkregen, dat desondanks bij gebruik geen brug of baan voor vocht vormt tussen naburige bladen van uit meerdere bladen opgebouwde wanden.
De middelen voor het voorkomen of belemmeren van de overdracht van vocht kunnen een of meer bij gebruik naar beneden gerichte lippen 5 omvatten. Dit is een verhoudingsgewijs eenvoudige constructie, welke een baan heeft voor gecondenseerd vocht zodanig dat dit vocht kan worden verzameld bij de lippen en tot druppels kan worden gevormd, welke dan in de holte naar beneden vallen naar een vochtafleidende plaat.
De of iedere lip kan bij een zijrand van het spouwanker, 10 bij voorkeur bij een de leden verbindend verbindingsstuk zijn gelegen.
Dit geeft een verhoudingsgewijs eenvoudige constructie, welke betrekkelijk makkelijk te vervaardigen is.
Het spouwanker kan zijn voorzien van middelen ter verkrijging van een opgevoerde stijfheid van het spouwanker. Dit maakt het mogelijk, dat 15 het spouwanker stijf en toch flexibel is om samendrukking in een althans in hoofdzaak horizontale of verticale richting tegen te gaan en toch torsie buiging kan opnemén, terwijl de naburige bladen van een spouw-•muur waarin het spouwanker is opgenomen in de gewénste relatieve stand ten opzichte van elkaar worden gehouden.
20 De stijfheid bewerkstelligende middelen kunnen een indrukking omvatten, welke indrukking langgestrekt kan zijn met een ü-vormige dwarsdoorsnede en afgeronde einden. Dit is een eenvoudige en toch effectieve verstijving welke op verhoudingsgewijs eenvoudige wijze tijdens de vervaardiging in het spouwanker kan worden aangebracht.
25 Er kunnen middelen zijn voor het verbeteren van de verankering van het spouwanker in de muur en deze middelen kunnen worden gevormd door vervormingen in het (de) lid (en). Bij gebruik grijpen de vervormingen in de mortel -tussen de lagen stenen of blokken van een muurblad.
Een lid van het spouwanker kan zich althans nagenoeg haaks 50 uitstrekken ten opzichte van het andere lid, zodat bij gebruik het rechtop staande lid zich kan uitstrekken langs en in contact kan zijn met het binnenste blad van de beide bladen van de muur, waarbij het zich omhoog uitstrekkende lid met behulp van schroeven of nagels is vastgezet, welke schroeven of nagels zich uitstrekken door gaten die de verankering be-35 vorderende middelen Omvatten.
Volgens een verder aspect volgens de uitvinding is voorzien in een wand uitgerust met althans een wandanker van het boven beschreven type.
De uitvinding zal hieronder nader worden uiteengezet aan de hand 8005067 * « -3- 21509/CV/iav van enige in bijgaande figuren weergegeven uitvoeringsveorbeelden van spouw-ankers volgens de uitvinding.
Fig. 1 toont een bovenaanzicht op een eerste uitvoeringsvoorbeeld van een spouwanker.
5 Fig. 2 toont een langs doorsnede over het in fig. 1 afgebeelde spouwanker gezien volgens de lijn II-II in fig. 1.
Fig. 3 toont op grotere schaal een ander aanzicht op een tweede uitvoeringsvoorbeeld van een. spouwanker.
Fig. 4 toont een zijaanzicht op het in fig. 3 afgebeelde spouw- 10 anker.
‘ Fig. 5 toont een vooraanzicht op het in de fig. 3 en 4 weergegeven spouwanker.
Fig* 6 toont op een kleinere schaal dan gebruikt in de figuren 3-5 in perspectief een deel van een derde uitvoeringsvoorbeeld van een spouwanker.
Fig. 7 toont op een kleinere schaal dan in de figuren 3-§ in perspectief een deel van een vierde uitvoeringsvoorbeeld van een spouwanker.
Fign. 8-11 tonen respectievelijk in perspectief in bovenaanzicht, 20 in zijaanzicht en in onderaanzicht een uitvoeringsvoorbeeld van een vijfde spouwanker.
Fign. 12-16 tonen respectievelijk een bovenaanzicht, een zijaanzicht een onderaanzicht een aanzicht in perspectief en «en eindaanzicht van een zesde uitvoeringevoorbeeld van een spouwanker.
25 Fign. 17-20 tonen respectievelijk in perspectief, een onder - aanzicht, een bovenaanzicht en een zijaanzicht van een zevende uitvoerings-vcorbeeld van een spouwanker.
Fign. 21-25 tonen respectievelijk in perspectief een achteraanzicht, in perspectief een vooraanzicht, een vooraanzicht, een zijaanzicht 50 en een bovenaanzicht van een achtste uitvoeringsvocrbeeld van een spouwanker.
Fign. 26-29 tonen respectievelijk in perspectief een vooraanzicht een zijaanzicht, een vooraanzicht en een onderaanzicht van een negende uitvoeringsvoorbeeld van een spouwanker.
Fign. 30-32 tonen het in de fign. 12-15 afgebeelde spouwanker 55 in de gebruiksstand in een gemetselde spouwmuur, waarbij fig. 30 een zijaanzicht, fig, 31 een doorsnede volgens de lijn A-A en fig. 32 een perspectivisch aanzicht van de muur weergeeft.
Fign. 33-35 tonen het in de fign. 26-29 afgebeelde spouwanker in -4- 21509/CV/mv de gebruiksstand in een muur met een houten frame waarbij fig. 33 een zijaanzicht, fig. 34 een doorsnede volgens de lijn A-A en fig. 35 een perspectivische weergave van de muur weergeeft.
De in de figuren weergegeven spouwankers zijn bestemd voor 5 aanbrenging tussen naburige bladen van een meerdere bladen omvattende uit steen vervaardigde en/of een houten frame omvattende spouwmuur, in het bijzonder een spouwmuur met een binnenste blad en een buitenste blad.
In de fign. 1 en 2 is een spouwanker 1 weergegeven dat althans in hoofdzaak vlak is en is gevormd uit gegalvaniseerd zacht staal. Daar-10 bij omvat het spouwanker een ·' eerste deel 2 voor het verankeren in bijvoorbeeld het buitenste blad van de muur en een tweede deel 3 voor verankering in het andere , dus bijvoorbeeld het binnenste blad van de muur ( de bladen zijn niet weergegeven) . De twee delen 2 en 3 zijn met elkaar verbonden met behulp van eèn verbindingsstuk 4 en middelen in de 13 vorm van twee lippen 5 en 6 bij de zijranden van het verbindingstuk 4 zijn aangebracht voor het voorkomen of belemmeren van een overdracht van vocht tussen de twee bladen van de muur, in het bijzonder vanaf het buitenste blad naar het binnenste blad over de tussen deze bladen gelegen holte. Het verbindingstuk 4 heeft verder middelen, die de stijfheid van 20 het spouwanker bevorderen en wel in de vorm van een langgestrekte in-drukking 7, welke in dwarsdoorsnede U-vormig is en afgeronde einden bezit, waarbij de indruklcing 7 in de gebruiksstand (zoals weergegeven ) zich uitstrekt boven het vlak van de delen 2 en 3.
De lippen 5 en 6 omvatten ieder een naar beneden gebogen 25 flens waaruit een halfcirkelvormig deel 8 is uitgeslagen voor het verkrijgen van twee punten 9 en 10 in welke punten het vocht zich kan verzamelen voor het vormen van druppels, welke in de holten tussen de platen naar beneden kan vallen.
Ieder deel 2 en 3 heeft een aantal doorgaande gaten 10 daarin 30 uitgeslagen.
Het spouwanker 1 is uit een stuk vervaardigd uit plaatvormig gegalvaniseerd zacht staal waarbij de lippen 5 en 6 het doorgedrukte deel 7 en de gaten 10 worden gevormd met behulp van geschikte metaalbe-werkingsmachines, zoals metaalpons-en vormmachines.
35 In gebruik wordt de spouwmuur opgebouwd. Indien het gewenst is de muur te versterken wordt het spouwanker 1 tussen de in de fign. niet nader weergegeven bladen ingestoken zodat de delen 2 en 3 in een des-• betreffend blad van de muur zoals het binnenblad en het buitenblad zullen 8005067 « « -5- 21509/CV/mv worden opgenomen. Mortel tussen opeenvolgende lagen stenen beweegt door de gaten 10 en 11 en bevorderen het verankeren van het ‘spouwanker in de gewenste stand.
De afmetingen van het spouwanker zijn zodanig, dat het verbindings-5 stuk 4 in de holten tussen de bladen is gejegen. Eventueel vocht , dat in de holten condenseert loopt langs de lippen 5 en 6 naar beneden en verzamelt zich bij de punten 9 en 10 in druppels, welke dan 'vanaf het spouwanker 1 naar beneden vallen in de holten tussen de beide bladen naar een afbuigorgaan of damptegenhoudplaat, welke het vocht naar de ’ buiten-10 zijde- van de wand afvoert. Het doorgedrükte deel 7 werkt voor het verstijven van het wandanker 1 en om dit wandanker flexibel en toch stijf te maken, zodat het wandanker weerstand biedtaan druk en trekkrachten en tocht torsie wijzigingen kan opnemen.
Het in de figuren 3-5 weergegeven spouwanker 20 komt overeen 15 met het spouwanker 1 behoudens dat het lid 30 is gelegen in een vlak, dat nagenoeg haaks staat op het vlak van het lid 21. De leden 21 en 30 zijn uiteen stuk vervaardigd met en onderling verbonden door een verbindingsstuk 22, dat is voorzien van middelen 23 voor het voorkomen of belemmeren van de overdracht van vocht tussen het buitenste en het binnenste blad 20 en van stijfheid verlenende middelen. De middelen 23 omvatten twee naar beneden gedraaide lippen 24 uit ieder waarvan een halfcirkelvormig ina-teriaalstuk is verwijderd om aan iedere zijde van het horizontale deel (zoals weergegeven) twee punten 25 en 26 te verkrijgen in welke punten het vocht zich kan verzamelen tot druppels.
25 De de stijfheid bewerkstelligende middelen omvatten een door gedrukt gedeelte 27, dat zich uitstrekt tot in het (verticale) lid 30.
Het lid 21 is voorzien van een aantal cirkelvormige doorgaande gaten 28 en het lid 31 heeft drie langgestrekte gaten 29.
Dit spouwanker is in het bijzonder bestemd om te worden gebruikt 30 bij houten frameconstructies omvattende muren waarin er een buitenste houten frame of wand is en een buitenste uit stenen of blokken vervaardigde wand die van de eerstgenoemde door een holte is gescheiden.
Bij gebruik van het spouwanker 20 wordt het lid 21 tussen lagen stenen of blokken van het buitenste blad van de muur geplaatst, zodat 35 mortel tussen de blokken beweegt door de gaten 28 en helpt in het verankeren van het spouwanker aan het buitenste blad.
Bevestigïngsorganen, zoals spijkers of schroeven worden ingestoken door de gaten 29 in het houten frame waartegen het gezien in fig. 4 -6- 21509/CV/rav rechteroppervlak van het lid 30 aanligt. De langgestrekte aard van de gaten 29 maakt het mogelijk de stand van het spouwanker tijdens het aanbrengen in te stellen en maakt ook het opnemen van een verticale beweging van het binnenste blad na de installatie mogelijk, terwijl toch het spouwanker 5 verankerd blijft aan het binnenste blad respectievelijk een houten frame-constructie. Het doorgedrukte deel 27 strekt zich in beide leden 29 en 30 uit en heeft een U-vormige dwarsdoorsnede en afgeronde einden, waarbij onder het handhaven van de flexibiliteit een verstijving van het spouwanker is verkregen. Het spouwanker 20 verbindt dus het binnenste en het buitenste blad met elkaar, in het bijzonder indien het binnenste door een houten frame gevormde blad krimpt waardoor de relatieve opstellingen van de bladen wordt gehandhaafd, terwijl het spouwanker toch flexibel is , zodat lichte zijdelingse torsie of verticale bewegingen kunnen worden opgenomen onder het handhaven van de samenhang van de constructie of de af-werking zoals pleisterwerk.
in de fign. 6 en 7 zijn de verankering bevorderende middelen in de vorm van tanden 31 en 32 , die uit de delen 2 of 21 zijn uitgeslagen weergegeven, De tanden 31 en 32 kunnen in ieder van de beschreven uitvoerings-voorbeelden worden toegepast. In fig. 6 steken de tanden 31 naar beneden 20 toe uit terwijl in fig. 7 ze naar boven toe uitsteken en wel onder een hoek ten opzichte van het \flak van het deel 2 respectievelijk 21. De tanden 31 en 32 worden bij gebruik ingebed in de mortel tussen de lagen of blok ken en helpen in het verankeren van het spouwanker 1 respectievelijk 20 in de gewenste stand. De tanden 31 en 32 worden uitgeslagen in een pons 25 of vormbehandeling tijdens de vervaardiging van het spouwanker.
Het in de fign. 8-11 weergegeven spouwanker 40 is in het bijzonder bestemd voor gebruik in een met stenen of blokken of gemetselde spouwmuur Het spouwanker 40 heeft een deel of lid 41 bestemd om te worden ingestoken in een blad, bijvoorbeeld het buitenste blad en een deel of lid 42 om te 50 worden ingestoken in het andere blad, dus bijvoorbeeld het binnenste blad van de spouwmuur. De twee leden 41 en 42 zijn met elkaar verbonden met behulp van een verbindingsstuk 43 ter verkrijging van een uit een stuk bestaande constructie. De twee leden 41 en 42 lopen in de richting van het verbindingsstuk 43 taps toe, waarbij zij tevens zijn verdraaid en gekromd naar 55 beneden verlopen voor het verkrijgen van lippen 44 en 45 uit ieder waarvan een halfcirkelvormig deel is geslagen ter verkrijging van twee punten 46 en 47 waar vocht zich kan verzamelen voor het vormen van druppels, die in de holten tussen de muurbladen naar beneden kunnen vallen. De lippen 44 en 8005067 • * » -7- 21509/CV/mv 45 zijn, gezien in fig. 10 beide concaaf.
Het spouwanker omvat eveneens middelen voor het verkrijgen van stijfheid en wel in de vorm van een uitstekend element 48 met een IJ-vor-mige dwarsdoorsnede, welke zich boven het verbindingsstuk 43 tot in ieder 5 lid 41 en 42 uitstrekt en wel met delen 49 van het element 48, die smaller en lager (fig. 10) zijn dan het middelste gedeelte van het element 48. Ieder lid 41 en 42 heeft symmetrisch opgestelde vervormigen of doorgedrukte delen 50 met een cirkelvormige vorm, welke gezien in fig. 10 zich vanaf het vlak van ieder desbetreffend lid naar beneden toe 10 uitstrekken. De vervormigen 50 zijn "blind" en hebben dus de vorm van kommen. Ieder lid 41 en 42 is verder voorzien van drie naar boven gesloten zich dwars uitstrekkende langge strek te vervormigen of doorgezette delen 51, die in doorsnede U-vormig zijn en zich vanuit het vlak van het desbetreffende lid gezien in fig. 10 naar boven toe uitstrekken. Iedere vervorming 51 is 15 van dezelfde hoogte als de delen 49. De vervormigen 51 zijn versprongen ten opzichte van de vervormingen 50 „gezien in de lengterichting van de desbetreffende delen.Bij gebruik van het spouwanker 40 wordt de spouwmuur tot op een gewenste hoogte opgebouwd. Indien het gewenste is de spouwmuur te versterken, wordt het spouwanker op zijn plaats gelegd over de holte* 20 zodat het lid 41 terecht komt op een speciebed van het buitenste blad en het lid 42 op het speciebed van het binnenste blad, welke beide specie-bedden zich op dezelfde hoogte moeten bevinden. Het verbindingsstuk 43 ligt dan in de holte zodanig dat de lippen 44 en 45 nagenoeg centraal in de holte zijn opgesteld. De muur wordt dan verder opgebouwd, waarbij meer 25 specie op de leden 41 en 42 wordt opgebracht. De vervormingen 50 en 51 bedden zich in in de specie zowel boven als onder het vlak van de leden en voorzien in een zeer stevige verankering van het spouwanker in de muur. De lippen 45 en 46 verzamelen eventueel water dat tracht de holte* te overbruggen door langs het spouwanker te lopen waardoor de lippen de 50 doorgang van vocht van het buitenste blad naar het binnenste blad voorkomen of belemmeren. Het binnenste blad wordt zodoende beschermd tegen inwerking door vocht, terwijl dit binnenste blad tegelijkertijd aan het buitenste blad is bevestigd. Het verzamelde vocht valt uiteindelijk af van de punten 46 en 47.
55 Het element 48, 49 werkt voor het verstijven van het spouwanker zodat dit spouwanker door de beweging van de muur daarop aangebrachte druk- en trekkrachten, in het bijzonder van het binnenste blad, welke zich neigt te zetten, zal weerstaan onder het opnemen van torsiewijzigingen.
λ λ λ c n a 7 -8- 21500/CV/tov
Het in de fign. 12-16 weergegeven spouwanker is in constructie en gebruik overeenkomend met het in de fign, 8-11 weergegeven spouw- anker , zodat terwille van de overzichtelijkheid in deze figuren een aantal verwïjzingscijfers is weggelaten. De belangrijkste verschillen 5 zijn, dat de leden 41 en 42 van het spouwanker 60 zijn voorzien van golfr vormige randen, welke de hechting in de specie bevorderen, terwijl het verbindingsstuk 43 smaller is dan het in de fign. 8-11 toegepaste verbindingsstuk. Daarbij is het verbindingsstuk uitgevoerd als het element 48 voor het verkrijgen van stijfheid, welke element zich uitstrekt tussen de twee 10 leden 41 en 42 en hier een constante dwarsdoorsnede geeft en in zijn midden hoger is uitgevoerd dan aan zijn uiteinden, zodat dit verstijvings-element 48 in zijaanzicht (fig. 14) gezien een driehoekige vorm heeft, waarvan de top 61 nagenoeg in het midden van het spouwanker boven de punten 46 en 47 is gelegen. Dit smalle gevouwen verbindingsstuk bevordert de 13 sterkte van het spouwanker 60, terwijl de uitvoering van het element 48 eveneens een doorgang van vocht langs de lengte van het spouwanker voorkomt of belemmmert doordat dit element 48 een hellend opwaarts verlopend obstakel vormt. De verhoudingsgewijs kleine breedte van het verbLndingstuk 48 evenals de omhooggerichte driehoekige vorm waarborgen, dat vallende 20 specie niet wordt aangemoedigd om zich aan het spouwanker 60 te hechten indien de specie op het anker valt tijdens het opbouwen van een muur waarin het spouwanker is opgenomen. De specie glijdt dan van het spouwanker af en bouwt zich daarop niet op voor het verkrijgen van een brug voor het vocht. De zijdelingse breedte van het het verbindingstuk vormende element 25 48 in het spouwanker 60 is kleiner dan de lengte van de vervormingen 51.
Het in de fign.17-20 weergegeven spouwanker 70 komt eveneens althans in constructie en gebruik grotendeels overeen met het in de fign. 12-16 weergegeven spouwanker,zodat ook in deze fign. 17-20 een aantal verwijzings-cijfers is weggelaten terwille van de overzichtelijkheid.
30 Het in de fign.21-25 weergegeven spouwanker 80 is in het bijzonder bestemd voor het gebruik in een houten framewand en komt althans grotendeels in constructie en gebruik overeen met het in de fign, 3 en 4 afge-beelde spouwanker. Het spouwanker 80 heeft een deel of lid 81, dat bij gebruik .wordt bevestigd aan een houten frame van een middens te blad van een 35 muur en een deel 82 dat zich althans nagenoeg haaks uitstrekt op het vlak van het lid 81. Bij gebruik wordt het lid 82 opgenomen in een specie-laag in een buitenste uit steen opgebouwd blad van de muur. De twee leden 81-^en 82 zijn uit een stuk vervaardigd met en verbonden door een verbindings- 8005067 Λ · Λ -9- 21509/CV/mv stuk 83, dat middelen omvat in de vorm van lippen 84 en 85 voor het voorkomen of belemmeren van een overdracht van vocht vanaf het buitenste blad naar het binnenste blad en verder van een verstijving bewerkstelligende middelen in de vorm van een omhoog uitstekend kanaalvormig element 86. De 5 twee leden 81 en 82 zijn gedraaid en verlopen gekromd naar binnen en naar beneden voor het vormen van de lippen 84 en 85 in ieder waarvan een gekromd deel is uitgeélagen voor het verkrijgen van twee punten 87 en 88 (fig. 24) waar zich vocht kan verzamelen voor het vormen van druppels.
De stijfheid bewerkstelligende middelen omvatten een kanaalvormig element 10 of vervorming 86, welke naar voren uitstefekt, dat wil zeggen gezien in fig. 22 naar rechts. De vervorming 86 strekt zich uit tot in beide leden 81 en 82 en langs het verbindingstuk 83.
Het lid 86 is voorzien van bevestigingsmiddelen in de vorm van gaten 89, waardoor heen pennen, schroeven of dergelijke in het houten 15 frame kunnen worden ingestoken. Het lid 82 heeft acht symmetrisch opgestelde komvormig gesloten vervormingen 90 welke zich vanaf het vlak van het lid in neerwaartse richting (fig. 24) uitstrekken. Verder zijn er vier op afstand van elkaar gelegen zich omhoog uitstrekkende langge-strekte vervormingen 91 aangebracht, welke zich dwars ten «.opzichte van 20 de lengteas van het lid 82 uitstrekken. De vervormingen 90 en 91 voorzien in een stevige verankering van het lid 82 in een specielaag in het buitenste blad van de muur.
Bij gebruik van het spouwanker 80 wordt de muur opgebouwd tot een gewenste hoogte en wordt het lid 82 geplaatst op een speciebed, zodanig 25 dat het verbindingsstuk 83 de hólte overspant en het achteroppervlak (links gezien in fig. 22) van het lid 81 zich evenwijdig aan en in contact met het houten frame zal uitstrekken. Bevestigingsmiddelen zoals nagels worden in de gaten 89 gestoken en in het hout ingedreven voor het bevestigen van het lid 81 in de gewenste stand. Daarop wordt het stenen 50 buiten blad dan opgebouwd tot de gewenste hoogte waarbij het lid 82 wordt opgesloten in dit blad. De vervormingen 90 en 91 voorzien in een veranke· ~ ring in de specie van het buitenblad. Het element 86, dat afgeronde einden bezit voorziet in een stijfheid, terwijl toch de nodige flexibiliteit wordt bewaard. Het spouwanker 80 verbindt dan het binnenblad met het buitenblad 55 in het bijzonder indien het binnenste houten frame krimpt onder het handhaven van de relatieve opstellingen van het binnenblad en het buitenblad, waarbij echter het spouwanker flexibel is, zodat torsiebewegingen of verticale bewegingen kunnen worden opgenomen waardoor de samenhang van de -10- 21509/CV/rav constructie en de afwerking zoals pleisterwerk wordt gehandhaafd.
Het in de figuren 2&"29 weergegeven spouwanker 100 is eveneens in het bijzonder bestemd om te worden gebruikt in spouwmuren met een houten frame. Het spouwanker 100 heeft een lid 101 voor bevestiging aan een door een 5 houten geraamte gevormd binnenblad en een deel of lid 102 voor verankering in een stenen buitenblad van een spouwmuur. Het lid 102 heeft omhoog gerichte vervormingen 103 en naar beneden gerichte cirkelvormige komvormige vervormingen 104 (fig. 27) voor het bevorderen van de verankering. De ver-vormigen zijn opgesteld in twee evenwijdige rijen langs de randen van het lid 102 waarbij de vervorming in bovenaanzicht althans in hoofdzaak cirkelvormig is en een deel van de omtrek daarvan de naburige rand onderr schept. De twee leden 101 en 102 zijn verbonden met behulp van een verbindingsstuk 105, dat is voorzien van naar binnen gekromde platen of delen 106, welke een aanvankelijk neerwaarts deel 107 en dan een zich omhoog 15 uitstrekkend deel 108 omvatten tussen het vlak van het lid 102 en de basis van het lid 101(fig. 27). Een gekromd leel is uit deze delen geslagen voor het verkrijgen van punten 109 en 110, van welke punten het vocht kan afdruipen. De opwaartse kromming 108 van het deel 106 (naar links, gezien in fig. 27) geeft een obstakel voor de doorgang van vocht van ^ rechts naar links gezien in fig. 26 en 27. De delen 106 omvatten zodoende middelen voor het voorkomen of beleimteren van de overdracht van vocht van het buitenste naar het binnenste blad.
Het verbindingsorgaan 105 omvat verder een element of vervorming 111 welk in dwarsdoorsnede kanaalvormig en naar beneden toe open is in de ^5 gebruikstand van het spouwanker 100. De vervorming 111 is langgestrekt en heeft een zich van het vlak van het lid 102 onder een scherpe hoek omhoog naar een plaats tussen de uiteinden van de vervorming 111 uitstrekkend deel 112. Een tweede deel 113 vormt een voortzetting naar het lid 101 waarop het tweede deel 103 aansluit bij of nabij de basis 114 van dit lid, 50 welkebasis inde gebruiksstand is gelegen in een vlak boven het vlhk 102.
De vervorming 111 geeft een verstijving voor het spouwanker 100. Indien in gebruik het binnenste blad door een of andere oorzaak, zoals krimpen, naar beneden beweegt, kan deze beweging worden opgenomen door de delen 111 en 112 van de V· van de vervorming 111, welke naar elkaar toe bewegen, 55 zodat de hoek bij de top 115 kleiner wordt. Deze beweging handhaaft desalniettemin de opwaartse helling 1112 ter‘voorkoming van een doorgang van water naar het binnenblad. De vervorming 111 verstijft het spouwanker tegen knikken door trek of druk.
a ft 0 5 0 6 7 -11- 21509/CV/mv
Fig. 30-32 tonen het spouwanker 60 ineen stand, voor het verbinden van debla-den van een spouwmuur met een stenen afwerkblad 120 en een uit grote blokken of stenen vervaardigd blad 130 , die door een holte 140 van elkaar zijn gescheiden. Het zal duidelijk zijn, dat beide leden 41 en 42 zijn ingebed 5 in specielagen in ieder blad, welke specielagen althans nagenoeg in het -zelfde horizontale vlak zijn gelegen en dat het verbindingsstuk dat deel van het spouwanker is, dat in de holte 140 is gelegen. Fig. 32 toont het spouwanker ter plaatse voorafgaand aan het daarboven opbouwen van de bladen van de wand.
1° Fign.30-35 tonen het spouwanker 100 in een stand voor het met elkaar verbinden van de bladen van een spouwmuur voofcien van een uit stenen opgebouwde buitenste afwerkblad 150 en een binnenste door een houten frame gevormde blad 160, welke bladen door een holte 170 van elkaar zijn gescheiden. Het houten frame omvat een aantal rechtopstaande op af- 15 stand van elkaar en althans nagenoeg evenwijdig aan elkaar gelegen houten balken 151 waaraan aan de naarde holte toegekeerde zijde uit triplex bes taande afdekking 152 voorzien van een vochtmembraan 153 aan de zijde van de holte is bevestigd. Aan de van de holte 170 afgekeerde zijde van de balken 151. is een gipsplaatbedekking 154 aangebracht.
-0 Het lid 102 is verankerd in een specielaag van het stenen afwerk blad 151 en het lid 101 is bevestigd aan een balk 151 met behulp van door de twee gaten gestoken spijkers of pennen.
De lippen 106 zijn in de holten gelegen, zoals duidelijk is weergegeven.
25 In ieder uitvoeringsvoorbeeld is het aan het buitenste blad ver ankerde lid van voldoende lengte opdat de gaten 10 of 28 of de vervormingen worden bedekt en opdat het verbindingsstuk vrij zal zijn van het binnen-r oppervlak van het buitenste blad.
Het zal duidelijk zijn, dat de hier boven beschreven en in bij-gaande figuren afgebeelde uitvoeringsvoorbeelden van de uitvinding kunnen worden gewijzigd en/of aangevuld op diverse wijzen. De spouwankers kunnen bijvoorbeeld worden vervaardigd uit staal, dat is bedekt met een andere corrosie tegengaande laag dan een gegalvaniseerde laag, bijvoorbeeld een laag uit chloorrubber, zoals polytetrafluorideethyleen, eventueel kunnen de spouwankers ook uit roestvrij staal worden vervaardigd .
Verder kunnen in het uitvoeringsvoorbeeld volgens fign. 3-5 de gaten 29 cirkelvormig zijn.
-12- 21509/CV/mv
In alle uitvoeringsvoorbeelden zijn de spouwankers uit een stuk vervaardigd uit een enkel stuk metaalplaat. Het zal echter duidelijk zijn dat de leden aanvankelijk gescheiden kunnen zijn en dan met elkaar zijn verbonden.
5 Het zal verder duidelijk zijn, dat iedere neerwaartse beweging van het binnenblad,welke er anders tóe zal neigen tofchet verkrijgen van een helling van het spouwanker naar beneden in de richting van dat blad is ondervangen bij de boven beschreven spouwankers omdat de lippen de overdracht van vocht over de holten naar het binnenblad voorkomen.
10 -conclusies- 8005067

Claims (10)

1. Spouwanker voor een meerdere bladen omvattende spouwmuur voorzien van een lid voor verankering met een blad van de muur en een verder 5 met het eerste genoemde lid verbonden lid voor verankering aan een nabij het eerste genoemde iblad gelegen blad van de muur, met het kenmerk, dat middelen (5, 6) zijn aangebracht, ter voorkoming of belemmering van vochtoverdracht lange het spouwanker (1) tijdens gebruik daarvan.
2. Spouwanker volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de 10 middelen ( 5, 6) twee op afstand van elkaar gelegen naar beneden gerichte (gezien tijdens gebruik) lippen ( 5 en 6) van een de leden ( 2, 3) van het spouwanker (1) verbindend verbindingdstuk (4) omvatten.
3. Spouwanker volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat ieder van de lippen (5,6) een naar binnen gekromd lid van het verbindingsstuk 15 (5) omvatten.
4. Spouwanker volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat iedere flens is voorzien van een afhangende punt (9, 10) waar zich vocht kan verzamelen.
5. Spouwanker volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat er twee 20 punten (9, 10) zijn, die van elkaar zijn gescheiden door een halfcirkelvormig randgedeelte (8) van het verbindingsstuk (4) van het spouwanker (1).
6. Spouwanker volgens een der voorgaande conclusies gekenmerkt door middelen (7) voor het verkrijgen van een verhoogde stijfheid van het 25 spouwanker (1).
7. Spouwanker volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de middelen (7) zijn voorzien van een langgestrekte indrukking, welke in dwarsdoorsnede althans in hoofdzaak kanaalvormig is en welke zich bij voorkeur van het ene lid naar het andere uitstrfekt.
8. Spouwanker volgens conclusie 6 of 7, met het kenmerk, dat de middelen (7) in zijaanzicht gezien een althans in hoofdzaak driehoekige vorm bezitten.
9. Spouwanker volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de beide leden ( 21 en 30 ) althans nagenoeg haaks ten opzichte 55 van elkaar verlopen.
• 10, Spouwanker.volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de leden (2, 3) zijn voorzien van middelen (10) ter bevorr dering van de verankering van de leden ( 2 en 3) in een blad van de muur.
NL8005067A 1979-11-02 1980-09-09 Spouwanker. NL8005067A (nl)

Applications Claiming Priority (4)

Application Number Priority Date Filing Date Title
GB7938062 1979-11-02
GB7938062 1979-11-02
GB8024170 1980-07-23
GB8024170A GB2063329B (en) 1979-11-02 1980-07-23 Wall-ties

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8005067A true NL8005067A (nl) 1981-06-01

Family

ID=26273430

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8005067A NL8005067A (nl) 1979-11-02 1980-09-09 Spouwanker.

Country Status (3)

Country Link
DK (1) DK373680A (nl)
GB (1) GB2063329B (nl)
NL (1) NL8005067A (nl)

Families Citing this family (28)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE3145451A1 (de) * 1981-11-16 1983-05-26 Upat Gmbh & Co, 7830 Emmendingen Anker zur ueberbrueckung von abstaenden zwischen einer tragenden wand aus beton, mauerwerk o. dgl. und einer dieser wand vorgesetzten fassade
GB2131858A (en) * 1982-12-13 1984-06-27 Catnic Components Ltd A cramp
GB8303250D0 (en) * 1983-02-05 1983-03-09 Bat Building Cavity wall tie
GB2143554B (en) * 1983-07-11 1986-05-14 Harris & Edgar Limited Wall tie
GB2162217B (en) * 1984-07-11 1988-12-29 Cd Truline Ltd Improvements in or relating to walls
EP0177152A3 (en) * 1984-10-04 1987-02-25 Press-Bat Holdings Limited Timber frame cavity wall tie and method and blank for making the tie
GB2174122A (en) * 1985-03-11 1986-10-29 Harris & Edgar Limited Wall tie
NL191949C (nl) * 1986-05-27 1997-11-18 Bodegraven Bv Spouwanker met draagfunctie voor isolatiemateriaal
DE8802748U1 (de) * 1988-03-02 1988-06-30 Hardo-Befestigungen Helmut Hegmann, 5760 Arnsberg Luftschichtanker mit einem Tragteil für Isolationsmaterial
GB2255358B (en) * 1991-05-01 1995-08-09 Ancon Stainless Steel Fixings Wall ties
GB2263291B (en) * 1991-11-14 1995-10-11 Gabriel Lennon A wall tie
DE19519927A1 (de) * 1995-05-31 1996-12-05 Bodegraven Bv Flachstahlanker für Mauerwerk
DE19524745A1 (de) * 1995-07-07 1997-01-09 Bodegraven Bv Luftschichtanker für Mauerwerk und Verfahren zu seiner Herstellung
DE19619499A1 (de) * 1996-05-14 1997-11-27 Fs Nageltechnik Gmbh Stahlanker für Mauerwerk und Verfahren zur Herstellung eines Stahlankers
GB2355026B (en) * 1999-10-05 2002-01-23 Zdzislaw Jozef Szewczyk Construction fixings
GB0110850D0 (en) * 2001-05-03 2001-06-27 Acs Stainless Steel Fixings Lt A frame clamp
US8387321B2 (en) 2002-03-12 2013-03-05 The Steel Network, Inc. Connector for connecting building components
US7533508B1 (en) * 2002-03-12 2009-05-19 The Steel Network, Inc. Connector for connecting building components
GB2404385A (en) * 2003-06-28 2005-02-02 Kwok Pun Chan Wall tie with distal mortar engaging formations
EP1584763B1 (de) * 2004-04-07 2011-06-08 BEVER Gesellschaft für Befestigungsteile- Verbindungselemente mbH Luftschichtanker mit Sicken
GB2470797B (en) * 2005-02-23 2011-02-02 Simpson Strong Tie Internat Inc Restraining strap
WO2006103086A1 (de) * 2005-04-01 2006-10-05 C. & E. Fein Gmbh Befestigungselement und verfahren zum befestigen eines teils
ES2386458T3 (es) * 2005-04-26 2012-08-21 Rockwool International A/S Un anclaje de pared y una pared de cavidades que comprende tal anclaje
US9534375B2 (en) 2006-10-30 2017-01-03 Michael Hatzinikolas Wall tie apparatus and method
GB2457712A (en) * 2008-02-22 2009-08-26 Simpson Strong Tie Co Inc Angle bracket for fastening a first construction element to a second construction element and method for producing an angle bracket
FR3054847B1 (fr) * 2016-08-03 2018-08-03 Bruno Tabur Procede et dispositif de doublage multi-performant a inertie thermique peripherique interieure, pour la construction de batiment en ossature bois
WO2019089829A1 (en) * 2017-10-31 2019-05-09 Simpson Strong-Tie Company, Inc. Brick tie gap connector
US11401709B2 (en) 2017-10-31 2022-08-02 Simpson Strong-Tie Company Inc. Brick tie gap connector

Also Published As

Publication number Publication date
GB2063329A (en) 1981-06-03
GB2063329B (en) 1983-06-29
DK373680A (da) 1981-05-03

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL8005067A (nl) Spouwanker.
US6108995A (en) Block for the mortarless construction of a wall
CZ296001B6 (cs) Výškově přizpůsobitelné přemostění
EP0104992B1 (en) Composite floor structures
EP2195496A1 (en) Wedge set, especially for use in fastening floor joists
EA008991B1 (ru) Кровельная плита и способ устройства кровли
US20060107612A1 (en) Anchoring device
AU2004203734B2 (en) Profiled steel decking
WO1994029546A1 (en) Sealing strip
US20020078645A1 (en) Weight bearing systems and methods relating to same
AU784892B2 (en) A composite beam
EP0372980A1 (en) Profiled steel sheet
NL9300535A (nl) Profiel-hoofdligger.
FI117062B (fi) Piilokiinnitteinen kate-elementti
JP7227900B2 (ja) デッキプレート
GB2396630A (en) Joist hanger with releasably connectable strap for securing lengthwise to a joist
NL194090C (nl) Samenstel van een hellend dak en een dakgoot, alsmede dakgoot.
NL1015633C2 (nl) Tegelmat voor het opnemen van tegels, tegelbedekking onder toepassing van een dergelijke tegelmat alsmede tegelborgingsonderdeel voor toepassing met een tegelmat.
KR0166641B1 (ko) 건축용 바닥 구조재
AU2018358053B2 (en) Brick tie gap connector
NL8304262A (nl) Spouwanker.
CA1137777A (en) Wall-ties
RU2239029C2 (ru) Система профильных балок для проведения бетонных работ (варианты)
BE1020020A3 (nl) Randbekisting.
KR20220142069A (ko) 골판지형 홀더를 갖는 장스팬용 골형 데크

Legal Events

Date Code Title Description
BA A request for search or an international-type search has been filed
BB A search report has been drawn up
A85 Still pending on 85-01-01
BV The patent application has lapsed