NL8005067A - Cavity anchor. - Google Patents

Cavity anchor. Download PDF

Info

Publication number
NL8005067A
NL8005067A NL8005067A NL8005067A NL8005067A NL 8005067 A NL8005067 A NL 8005067A NL 8005067 A NL8005067 A NL 8005067A NL 8005067 A NL8005067 A NL 8005067A NL 8005067 A NL8005067 A NL 8005067A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
wall
cavity
anchor
wall anchor
members
Prior art date
Application number
NL8005067A
Other languages
Dutch (nl)
Original Assignee
Catnic Components Ltd
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Catnic Components Ltd filed Critical Catnic Components Ltd
Publication of NL8005067A publication Critical patent/NL8005067A/en

Links

Classifications

    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04BGENERAL BUILDING CONSTRUCTIONS; WALLS, e.g. PARTITIONS; ROOFS; FLOORS; CEILINGS; INSULATION OR OTHER PROTECTION OF BUILDINGS
    • E04B1/00Constructions in general; Structures which are not restricted either to walls, e.g. partitions, or floors or ceilings or roofs
    • E04B1/38Connections for building structures in general
    • E04B1/41Connecting devices specially adapted for embedding in concrete or masonry
    • E04B1/4178Masonry wall ties
    • E04B1/4185Masonry wall ties for cavity walls with both wall leaves made of masonry
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04BGENERAL BUILDING CONSTRUCTIONS; WALLS, e.g. PARTITIONS; ROOFS; FLOORS; CEILINGS; INSULATION OR OTHER PROTECTION OF BUILDINGS
    • E04B1/00Constructions in general; Structures which are not restricted either to walls, e.g. partitions, or floors or ceilings or roofs
    • E04B1/38Connections for building structures in general
    • E04B1/41Connecting devices specially adapted for embedding in concrete or masonry
    • E04B1/4178Masonry wall ties

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Architecture (AREA)
  • Physics & Mathematics (AREA)
  • Electromagnetism (AREA)
  • Civil Engineering (AREA)
  • Structural Engineering (AREA)
  • Finishing Walls (AREA)
  • Building Environments (AREA)

Description

* * -1- 21509/CV/mv* * -1- 21509 / CV / pl

Aanvrager: Catnic Components Limited, Caerphilly, Groot-Brittanie.Applicant: Catnic Components Limited, Caerphilly, Great Britain.

Korte aanduiding: Spouwanker.Short designation: Cavity anchor.

De uitvinding heeft betrekking op een spouwanker voor een meer-5 dere bladen omvattende spouwmuur voorzien van een lid voor verankering met een blad van de muur en een verder, roet het genoemde lid verbonden lid voor verankering met een nabij het eerst genoemde “blad gelegen blad van de muur.The invention relates to a multi-blade cavity wall anchor comprising a cavity wall comprising a member for anchoring with a leaf of the wall and a further member connected to the member, soot for anchoring with a leaf located near the first mentioned blade. off the wall.

In gebouwen met een houten frameconstructie, dat wil zeggen 10 gebouwen welke een binnenste houten frame of blad hebben en een buitenste uit stenen of cementblokken of dergelijke bestaand blad krimpt het houten frame in velen gevallen, met het resultaat, dat de relatieve opstellingen van de twee bladen zich kan wijzigen met een mogelijke nadelige beïnvloeding van de stabiliteit van de constructie op een vernieling of beschadiging in 15 een afwerking zoals pleisterwerk. In vele gevallen worden spouwankers toegepast om te trachten een relatieve beweging te voorkomen. Ook bij een steenbekleding of gemetselde spouwmuren is het vaak noodzakèlijk een of meer spouwankers op te nemen ten einde te trachten de twee bladen aan elkaar te bevestigen. Bekende spouwankers hebben echter bet nadeel, 20 jat zij een brtig vormen voor vocht, dat condenseert in de holte tussen de bladen met als resultaat, dat gecondenseerd vocht, dat naar beneden loopt langs het binnenoppervlak van het buitenste blad botst tegen het spouwanker en over dit spouwanker vloeit naar het binnenste blad uit hout, stenen of blokken, hetgeen aanleiding geeft tot vochtigheid van het hinnen-25 ste blad met weer achteruitgang of vernieling van decoratiemateriaal, zoals pleisterwerk en een mogelijk kromtrekken van het houten frame in het geval dat een dergelijk houten frame wordt toegepast.In buildings with a wooden frame construction, i.e. 10 buildings which have an inner wooden frame or top and an outer stone or cement block or similar top, the wooden frame shrinks in many cases, with the result that the relative arrangements of the two blades can change with a possible detrimental effect on the stability of the structure on destruction or damage in a finish such as plaster. In many cases wall anchors are used to try to prevent relative movement. Also with stone cladding or masonry cavity walls, it is often necessary to include one or more cavity anchors in order to attempt to fasten the two blades together. Known wall anchors have the drawback, however, that they form a strong moisture barrier which condenses in the cavity between the blades, resulting in condensed moisture running down the inner surface of the outer blade colliding with the wall anchor and over this cavity anchor flows to the inner top of wood, stones or blocks, which gives rise to moisture in the hollow-out top with deterioration or destruction of decoration material, such as plaster and possible warping of the wooden frame in the event that such a wooden frame is applied.

Verder zijn de bekende spouwankers in het algemeen niet flexibel genoeg, zodat zij enige relatieve beweging tussen de bladen 50 niet kunnen opnemen.Furthermore, the known cavity wall anchors are generally not flexible enough so that they cannot absorb any relative movement between the blades 50.

Het is dan ook een oogmerk van de uitvinding een spouwanker te verkrijgen met behulp waarvan aan bovengenoemde nadelen van de bekende spouwankers kan worden tegemoet gekomen. Volgens de uitvinding kan dit worden bereikt doordat middelen zijn aangebracht ter voorkoming of be~ 55 lemmering van vochtoverdracht langs het spouwanker tijdens gebruik daarvan .It is therefore an object of the invention to obtain a cavity anchor with which the above drawbacks of the known cavity anchors can be overcome. According to the invention this can be achieved in that means are provided for preventing or impeding moisture transfer along the wall anchor during use thereof.

Een voordeel dat bij toepassing van de uitvinding kan worden verkregen is dat een verhoudingsgewijs stijf en toch flexibel spouwanker * t “2- 21509/CV/rav wordt verkregen, dat desondanks bij gebruik geen brug of baan voor vocht vormt tussen naburige bladen van uit meerdere bladen opgebouwde wanden.An advantage that can be obtained when using the invention is that a relatively stiff, yet flexible cavity anchor * 2 21509 / CV / rav is obtained, which nevertheless does not form a bridge or path for moisture between neighboring sheets of several sheets of built-up walls.

De middelen voor het voorkomen of belemmeren van de overdracht van vocht kunnen een of meer bij gebruik naar beneden gerichte lippen 5 omvatten. Dit is een verhoudingsgewijs eenvoudige constructie, welke een baan heeft voor gecondenseerd vocht zodanig dat dit vocht kan worden verzameld bij de lippen en tot druppels kan worden gevormd, welke dan in de holte naar beneden vallen naar een vochtafleidende plaat.The means for preventing or hindering the transfer of moisture may comprise one or more lips 5 which face downwards during use. This is a relatively simple construction, which has a path for condensed moisture such that this moisture can be collected at the lips and formed into droplets, which then drop down into the cavity to a moisture wicking plate.

De of iedere lip kan bij een zijrand van het spouwanker, 10 bij voorkeur bij een de leden verbindend verbindingsstuk zijn gelegen.The or each lip can be located at a side edge of the wall anchor, preferably at a connecting piece connecting the members.

Dit geeft een verhoudingsgewijs eenvoudige constructie, welke betrekkelijk makkelijk te vervaardigen is.This gives a relatively simple construction, which is relatively easy to manufacture.

Het spouwanker kan zijn voorzien van middelen ter verkrijging van een opgevoerde stijfheid van het spouwanker. Dit maakt het mogelijk, dat 15 het spouwanker stijf en toch flexibel is om samendrukking in een althans in hoofdzaak horizontale of verticale richting tegen te gaan en toch torsie buiging kan opnemén, terwijl de naburige bladen van een spouw-•muur waarin het spouwanker is opgenomen in de gewénste relatieve stand ten opzichte van elkaar worden gehouden.The wall anchor can be provided with means for obtaining an increased stiffness of the wall anchor. This allows the wall tie to be rigid yet flexible to counteract compression in an at least substantially horizontal or vertical direction and still accommodate torsional bending while the adjacent blades of a wall cavity incorporating the wall tie. kept in the desired relative position relative to each other.

20 De stijfheid bewerkstelligende middelen kunnen een indrukking omvatten, welke indrukking langgestrekt kan zijn met een ü-vormige dwarsdoorsnede en afgeronde einden. Dit is een eenvoudige en toch effectieve verstijving welke op verhoudingsgewijs eenvoudige wijze tijdens de vervaardiging in het spouwanker kan worden aangebracht.The stiffness-imparting means may comprise an indentation, which indentation may be elongated with a ü-shaped cross section and rounded ends. This is a simple yet effective stiffening which can be applied in the wall anchor in a relatively simple manner during manufacture.

25 Er kunnen middelen zijn voor het verbeteren van de verankering van het spouwanker in de muur en deze middelen kunnen worden gevormd door vervormingen in het (de) lid (en). Bij gebruik grijpen de vervormingen in de mortel -tussen de lagen stenen of blokken van een muurblad.25 There may be means for improving the anchorage of the wall tie in the wall and these means may be formed by deformations in the member (s). In use, the deformations in the mortar - between the layers of bricks or blocks of a wall sheet.

Een lid van het spouwanker kan zich althans nagenoeg haaks 50 uitstrekken ten opzichte van het andere lid, zodat bij gebruik het rechtop staande lid zich kan uitstrekken langs en in contact kan zijn met het binnenste blad van de beide bladen van de muur, waarbij het zich omhoog uitstrekkende lid met behulp van schroeven of nagels is vastgezet, welke schroeven of nagels zich uitstrekken door gaten die de verankering be-35 vorderende middelen Omvatten.A wall anchor member may extend at least substantially perpendicular to the other member, so that in use the upright member may extend along and be in contact with the innermost blade of both blades of the wall, extending upwardly extending member is secured by means of screws or nails, which screws or nails extend through holes comprising the anchoring means.

Volgens een verder aspect volgens de uitvinding is voorzien in een wand uitgerust met althans een wandanker van het boven beschreven type.According to a further aspect according to the invention, a wall is provided with at least a wall anchor of the type described above.

De uitvinding zal hieronder nader worden uiteengezet aan de hand 8005067 * « -3- 21509/CV/iav van enige in bijgaande figuren weergegeven uitvoeringsveorbeelden van spouw-ankers volgens de uitvinding.The invention will be explained in more detail below with reference to 8005067-23509 / CV / iav of some exemplary embodiments of cavity wall anchors according to the invention shown in the accompanying figures.

Fig. 1 toont een bovenaanzicht op een eerste uitvoeringsvoorbeeld van een spouwanker.Fig. 1 shows a top view of a first embodiment of a cavity anchor.

5 Fig. 2 toont een langs doorsnede over het in fig. 1 afgebeelde spouwanker gezien volgens de lijn II-II in fig. 1.FIG. 2 is a longitudinal sectional view of the wall tie shown in FIG. 1, taken along line II-II in FIG. 1.

Fig. 3 toont op grotere schaal een ander aanzicht op een tweede uitvoeringsvoorbeeld van een. spouwanker.Fig. 3 shows on a larger scale another view of a second embodiment of a. wall anchor.

Fig. 4 toont een zijaanzicht op het in fig. 3 afgebeelde spouw- 10 anker.Fig. 4 shows a side view of the cavity anchor shown in FIG. 3.

‘ Fig. 5 toont een vooraanzicht op het in de fig. 3 en 4 weergegeven spouwanker."Fig. 5 shows a front view of the cavity anchor shown in FIGS. 3 and 4.

Fig* 6 toont op een kleinere schaal dan gebruikt in de figuren 3-5 in perspectief een deel van een derde uitvoeringsvoorbeeld van een spouwanker.Fig. 6 is a perspective view of part of a third embodiment of a cavity anchor on a smaller scale than used in Figs. 3-5.

Fig. 7 toont op een kleinere schaal dan in de figuren 3-§ in perspectief een deel van een vierde uitvoeringsvoorbeeld van een spouwanker.Fig. 7 is a perspective view of part of a fourth embodiment of a cavity anchor on a smaller scale than in FIGS.

Fign. 8-11 tonen respectievelijk in perspectief in bovenaanzicht, 20 in zijaanzicht en in onderaanzicht een uitvoeringsvoorbeeld van een vijfde spouwanker.Figs. 8-11 show a perspective view in top view, 20 in side view and in bottom view an embodiment of a fifth cavity anchor.

Fign. 12-16 tonen respectievelijk een bovenaanzicht, een zijaanzicht een onderaanzicht een aanzicht in perspectief en «en eindaanzicht van een zesde uitvoeringevoorbeeld van een spouwanker.Figs. 12-16 show a top view, a side view, a bottom view, a perspective view and an end view of a sixth embodiment of a cavity anchor, respectively.

25 Fign. 17-20 tonen respectievelijk in perspectief, een onder - aanzicht, een bovenaanzicht en een zijaanzicht van een zevende uitvoerings-vcorbeeld van een spouwanker.25 Figs. 17-20 show respectively in perspective, a bottom view, a top view and a side view of a seventh embodiment of a wall tie.

Fign. 21-25 tonen respectievelijk in perspectief een achteraanzicht, in perspectief een vooraanzicht, een vooraanzicht, een zijaanzicht 50 en een bovenaanzicht van een achtste uitvoeringsvocrbeeld van een spouwanker.Figs. 21-25 respectively show a perspective rear view, a perspective front view, a front view, a side view 50 and a top view of an eighth embodiment of a cavity anchor.

Fign. 26-29 tonen respectievelijk in perspectief een vooraanzicht een zijaanzicht, een vooraanzicht en een onderaanzicht van een negende uitvoeringsvoorbeeld van een spouwanker.Figs. 26-29 respectively show in perspective a front view, a side view, a front view and a bottom view of a ninth embodiment of a cavity anchor.

Fign. 30-32 tonen het in de fign. 12-15 afgebeelde spouwanker 55 in de gebruiksstand in een gemetselde spouwmuur, waarbij fig. 30 een zijaanzicht, fig, 31 een doorsnede volgens de lijn A-A en fig. 32 een perspectivisch aanzicht van de muur weergeeft.Figs. 30-32 show it in Figs. 12-15 illustrated cavity anchor 55 in the position of use in a masonry cavity wall, fig. 30 shows a side view, fig. 31 shows a section along the line A-A and fig. 32 shows a perspective view of the wall.

Fign. 33-35 tonen het in de fign. 26-29 afgebeelde spouwanker in -4- 21509/CV/mv de gebruiksstand in een muur met een houten frame waarbij fig. 33 een zijaanzicht, fig. 34 een doorsnede volgens de lijn A-A en fig. 35 een perspectivische weergave van de muur weergeeft.Figs. 33-35 show it in Figs. 26-29 wall anchor shown in -4-21509 / CV / mv the position of use in a wall with a wooden frame, fig. 33 a side view, fig. 34 a section along the line AA and fig. 35 a perspective view of the wall .

De in de figuren weergegeven spouwankers zijn bestemd voor 5 aanbrenging tussen naburige bladen van een meerdere bladen omvattende uit steen vervaardigde en/of een houten frame omvattende spouwmuur, in het bijzonder een spouwmuur met een binnenste blad en een buitenste blad.The cavity anchors shown in the figures are intended for mounting between adjacent blades of a multi-blade comprising a stone wall and / or a wooden frame comprising a cavity wall, in particular a cavity wall with an inner blade and an outer blade.

In de fign. 1 en 2 is een spouwanker 1 weergegeven dat althans in hoofdzaak vlak is en is gevormd uit gegalvaniseerd zacht staal. Daar-10 bij omvat het spouwanker een ·' eerste deel 2 voor het verankeren in bijvoorbeeld het buitenste blad van de muur en een tweede deel 3 voor verankering in het andere , dus bijvoorbeeld het binnenste blad van de muur ( de bladen zijn niet weergegeven) . De twee delen 2 en 3 zijn met elkaar verbonden met behulp van eèn verbindingsstuk 4 en middelen in de 13 vorm van twee lippen 5 en 6 bij de zijranden van het verbindingstuk 4 zijn aangebracht voor het voorkomen of belemmeren van een overdracht van vocht tussen de twee bladen van de muur, in het bijzonder vanaf het buitenste blad naar het binnenste blad over de tussen deze bladen gelegen holte. Het verbindingstuk 4 heeft verder middelen, die de stijfheid van 20 het spouwanker bevorderen en wel in de vorm van een langgestrekte in-drukking 7, welke in dwarsdoorsnede U-vormig is en afgeronde einden bezit, waarbij de indruklcing 7 in de gebruiksstand (zoals weergegeven ) zich uitstrekt boven het vlak van de delen 2 en 3.In Figs. 1 and 2, a wall anchor 1 is shown which is at least substantially flat and is made of galvanized mild steel. In addition, the wall anchor comprises a first part 2 for anchoring in, for example, the outer sheet of the wall and a second part 3 for anchoring in the other, so for example the inner sheet of the wall (the sheets are not shown). . The two parts 2 and 3 are connected together by means of a connecting piece 4 and means in the form of two lips 5 and 6 at the side edges of the connecting piece 4 are arranged to prevent or hinder a transfer of moisture between the two sheets from the wall, in particular from the outer sheet to the inner sheet over the cavity between these sheets. The connecting piece 4 further has means which promote the stiffness of the wall anchor in the form of an elongated depression 7, which is U-shaped in cross section and has rounded ends, the impression lcing 7 in the position of use (as shown). ) extends above the plane of parts 2 and 3.

De lippen 5 en 6 omvatten ieder een naar beneden gebogen 25 flens waaruit een halfcirkelvormig deel 8 is uitgeslagen voor het verkrijgen van twee punten 9 en 10 in welke punten het vocht zich kan verzamelen voor het vormen van druppels, welke in de holten tussen de platen naar beneden kan vallen.The lips 5 and 6 each comprise a downwardly bent flange from which a semicircular part 8 has been knocked out to obtain two points 9 and 10 in which points the moisture can accumulate to form droplets, which form in the cavities between the plates can fall down.

Ieder deel 2 en 3 heeft een aantal doorgaande gaten 10 daarin 30 uitgeslagen.Each part 2 and 3 has a number of through holes 10 punched out therein.

Het spouwanker 1 is uit een stuk vervaardigd uit plaatvormig gegalvaniseerd zacht staal waarbij de lippen 5 en 6 het doorgedrukte deel 7 en de gaten 10 worden gevormd met behulp van geschikte metaalbe-werkingsmachines, zoals metaalpons-en vormmachines.The wall anchor 1 is made in one piece from plate-shaped galvanized mild steel, with the lips 5 and 6 forming the pressed-through part 7 and the holes 10 using suitable metalworking machines, such as metal punching and forming machines.

35 In gebruik wordt de spouwmuur opgebouwd. Indien het gewenst is de muur te versterken wordt het spouwanker 1 tussen de in de fign. niet nader weergegeven bladen ingestoken zodat de delen 2 en 3 in een des-• betreffend blad van de muur zoals het binnenblad en het buitenblad zullen 8005067 « « -5- 21509/CV/mv worden opgenomen. Mortel tussen opeenvolgende lagen stenen beweegt door de gaten 10 en 11 en bevorderen het verankeren van het ‘spouwanker in de gewenste stand.35 In use, the cavity wall is built up. If it is desired to reinforce the wall, the wall anchor 1 is placed between those shown in Figs. blades not shown in detail inserted so that parts 2 and 3 will be included in a corresponding • sheet of the wall, such as the inner sheet and the outer sheet, 8005067 -5-21509 / CV / mv. Mortar between successive layers of bricks moves through holes 10 and 11 and aids in anchoring the wall anchor in the desired position.

De afmetingen van het spouwanker zijn zodanig, dat het verbindings-5 stuk 4 in de holten tussen de bladen is gejegen. Eventueel vocht , dat in de holten condenseert loopt langs de lippen 5 en 6 naar beneden en verzamelt zich bij de punten 9 en 10 in druppels, welke dan 'vanaf het spouwanker 1 naar beneden vallen in de holten tussen de beide bladen naar een afbuigorgaan of damptegenhoudplaat, welke het vocht naar de ’ buiten-10 zijde- van de wand afvoert. Het doorgedrükte deel 7 werkt voor het verstijven van het wandanker 1 en om dit wandanker flexibel en toch stijf te maken, zodat het wandanker weerstand biedtaan druk en trekkrachten en tocht torsie wijzigingen kan opnemen.The dimensions of the cavity anchor are such that the connecting piece 4 is inserted into the cavities between the blades. Any moisture that condenses in the cavities runs down the lips 5 and 6 and collects in droplets at points 9 and 10, which then drop from the cavity anchor 1 into the cavities between the two blades to a deflector or vapor retention plate, which transports moisture to the outside of the wall. The pierced part 7 acts to stiffen the wall anchor 1 and to make this wall anchor flexible yet rigid, so that the wall anchor resists pressure and tensile forces and can absorb draft torsional changes.

Het in de figuren 3-5 weergegeven spouwanker 20 komt overeen 15 met het spouwanker 1 behoudens dat het lid 30 is gelegen in een vlak, dat nagenoeg haaks staat op het vlak van het lid 21. De leden 21 en 30 zijn uiteen stuk vervaardigd met en onderling verbonden door een verbindingsstuk 22, dat is voorzien van middelen 23 voor het voorkomen of belemmeren van de overdracht van vocht tussen het buitenste en het binnenste blad 20 en van stijfheid verlenende middelen. De middelen 23 omvatten twee naar beneden gedraaide lippen 24 uit ieder waarvan een halfcirkelvormig ina-teriaalstuk is verwijderd om aan iedere zijde van het horizontale deel (zoals weergegeven) twee punten 25 en 26 te verkrijgen in welke punten het vocht zich kan verzamelen tot druppels.The cavity anchor 20 shown in Figures 3-5 corresponds to the cavity anchor 1 except that the member 30 is located in a plane which is substantially perpendicular to the plane of the member 21. The members 21 and 30 are made in one piece with and interconnected by a connector 22, which is provided with means 23 for preventing or impeding moisture transfer between the outer and inner leaf 20 and stiffening means. The means 23 comprise two downwardly turned lips 24 from each of which a semicircular material piece has been removed to obtain two points 25 and 26 on each side of the horizontal portion (as shown) in which points the moisture can collect to form droplets.

25 De de stijfheid bewerkstelligende middelen omvatten een door gedrukt gedeelte 27, dat zich uitstrekt tot in het (verticale) lid 30.The stiffness-effecting means comprise a pressed-through portion 27, which extends into the (vertical) member 30.

Het lid 21 is voorzien van een aantal cirkelvormige doorgaande gaten 28 en het lid 31 heeft drie langgestrekte gaten 29.The member 21 is provided with a number of circular through-holes 28 and the member 31 has three elongated holes 29.

Dit spouwanker is in het bijzonder bestemd om te worden gebruikt 30 bij houten frameconstructies omvattende muren waarin er een buitenste houten frame of wand is en een buitenste uit stenen of blokken vervaardigde wand die van de eerstgenoemde door een holte is gescheiden.This wall anchor is particularly intended for use in timber frame structures comprising walls in which there is an outer timber frame or wall and an outer brick or block wall separated from the former by a cavity.

Bij gebruik van het spouwanker 20 wordt het lid 21 tussen lagen stenen of blokken van het buitenste blad van de muur geplaatst, zodat 35 mortel tussen de blokken beweegt door de gaten 28 en helpt in het verankeren van het spouwanker aan het buitenste blad.When using the cavity anchor 20, the member 21 is placed between layers of bricks or blocks of the outer sheet of the wall so that mortar moves between the blocks through the holes 28 and aids in anchoring the cavity anchor to the outer sheet.

Bevestigïngsorganen, zoals spijkers of schroeven worden ingestoken door de gaten 29 in het houten frame waartegen het gezien in fig. 4 -6- 21509/CV/rav rechteroppervlak van het lid 30 aanligt. De langgestrekte aard van de gaten 29 maakt het mogelijk de stand van het spouwanker tijdens het aanbrengen in te stellen en maakt ook het opnemen van een verticale beweging van het binnenste blad na de installatie mogelijk, terwijl toch het spouwanker 5 verankerd blijft aan het binnenste blad respectievelijk een houten frame-constructie. Het doorgedrukte deel 27 strekt zich in beide leden 29 en 30 uit en heeft een U-vormige dwarsdoorsnede en afgeronde einden, waarbij onder het handhaven van de flexibiliteit een verstijving van het spouwanker is verkregen. Het spouwanker 20 verbindt dus het binnenste en het buitenste blad met elkaar, in het bijzonder indien het binnenste door een houten frame gevormde blad krimpt waardoor de relatieve opstellingen van de bladen wordt gehandhaafd, terwijl het spouwanker toch flexibel is , zodat lichte zijdelingse torsie of verticale bewegingen kunnen worden opgenomen onder het handhaven van de samenhang van de constructie of de af-werking zoals pleisterwerk.Fasteners, such as nails or screws, are inserted through the holes 29 in the wooden frame against which it abuts the right surface of the member 30 seen in Fig. 4-6-21509 / CV / rav. The elongated nature of the holes 29 allows the position of the cavity anchor to be adjusted during installation and also allows for vertical movement of the inner leaf after installation while still allowing the cavity anchor 5 to be anchored to the inner leaf respectively a wooden frame construction. The pressed-through part 27 extends in both members 29 and 30 and has a U-shaped cross-section and rounded ends, whereby a stiffening of the wall anchor is obtained while maintaining flexibility. Thus, the cavity anchor 20 connects the inner and the outer blade together, especially if the inner blade formed by a wooden frame shrinks thereby maintaining the relative arrangement of the blades while still allowing the cavity anchor to have slight lateral torsion or vertical movements can be incorporated while maintaining the cohesion of the construction or finish such as plaster.

in de fign. 6 en 7 zijn de verankering bevorderende middelen in de vorm van tanden 31 en 32 , die uit de delen 2 of 21 zijn uitgeslagen weergegeven, De tanden 31 en 32 kunnen in ieder van de beschreven uitvoerings-voorbeelden worden toegepast. In fig. 6 steken de tanden 31 naar beneden 20 toe uit terwijl in fig. 7 ze naar boven toe uitsteken en wel onder een hoek ten opzichte van het \flak van het deel 2 respectievelijk 21. De tanden 31 en 32 worden bij gebruik ingebed in de mortel tussen de lagen of blok ken en helpen in het verankeren van het spouwanker 1 respectievelijk 20 in de gewenste stand. De tanden 31 en 32 worden uitgeslagen in een pons 25 of vormbehandeling tijdens de vervaardiging van het spouwanker.in Figs. 6 and 7 are shown the anchoring promoters in the form of teeth 31 and 32, which are unfolded from parts 2 or 21. The teeth 31 and 32 can be used in any of the embodiments described. In Fig. 6, the teeth 31 protrude downwardly, while in Fig. 7 they protrude upwards at an angle to the plane of the part 2 and 21 respectively. The teeth 31 and 32 are embedded in use in the mortar between the layers or blocks and assist in anchoring the wall anchor 1 and 20 respectively in the desired position. The teeth 31 and 32 are knocked out in a punch 25 or mold treatment during the manufacture of the cavity anchor.

Het in de fign. 8-11 weergegeven spouwanker 40 is in het bijzonder bestemd voor gebruik in een met stenen of blokken of gemetselde spouwmuur Het spouwanker 40 heeft een deel of lid 41 bestemd om te worden ingestoken in een blad, bijvoorbeeld het buitenste blad en een deel of lid 42 om te 50 worden ingestoken in het andere blad, dus bijvoorbeeld het binnenste blad van de spouwmuur. De twee leden 41 en 42 zijn met elkaar verbonden met behulp van een verbindingsstuk 43 ter verkrijging van een uit een stuk bestaande constructie. De twee leden 41 en 42 lopen in de richting van het verbindingsstuk 43 taps toe, waarbij zij tevens zijn verdraaid en gekromd naar 55 beneden verlopen voor het verkrijgen van lippen 44 en 45 uit ieder waarvan een halfcirkelvormig deel is geslagen ter verkrijging van twee punten 46 en 47 waar vocht zich kan verzamelen voor het vormen van druppels, die in de holten tussen de muurbladen naar beneden kunnen vallen. De lippen 44 en 8005067 • * » -7- 21509/CV/mv 45 zijn, gezien in fig. 10 beide concaaf.It in Figs. 8-11 shown cavity anchor 40 is in particular intended for use in a brick or block or masonry cavity wall. Cavity anchor 40 has a part or paragraph 41 intended to be inserted into a leaf, for example the outer leaf and a part or paragraph 42 to be inserted into the other sheet, so for example the inner sheet of the cavity wall. The two members 41 and 42 are joined together by means of a connecting piece 43 to obtain a one-piece construction. The two members 41 and 42 taper towards connector 43, also being twisted and curved downwardly 55 to obtain lips 44 and 45 from each of which a semicircular portion is punched to obtain two points 46 and 47 where moisture may collect to form droplets which may fall into the cavities between the wall blades. Lips 44 and 8005067 21509 / CV / mv 45 are both concave as seen in Figure 10.

Het spouwanker omvat eveneens middelen voor het verkrijgen van stijfheid en wel in de vorm van een uitstekend element 48 met een IJ-vor-mige dwarsdoorsnede, welke zich boven het verbindingsstuk 43 tot in ieder 5 lid 41 en 42 uitstrekt en wel met delen 49 van het element 48, die smaller en lager (fig. 10) zijn dan het middelste gedeelte van het element 48. Ieder lid 41 en 42 heeft symmetrisch opgestelde vervormigen of doorgedrukte delen 50 met een cirkelvormige vorm, welke gezien in fig. 10 zich vanaf het vlak van ieder desbetreffend lid naar beneden toe 10 uitstrekken. De vervormigen 50 zijn "blind" en hebben dus de vorm van kommen. Ieder lid 41 en 42 is verder voorzien van drie naar boven gesloten zich dwars uitstrekkende langge strek te vervormigen of doorgezette delen 51, die in doorsnede U-vormig zijn en zich vanuit het vlak van het desbetreffende lid gezien in fig. 10 naar boven toe uitstrekken. Iedere vervorming 51 is 15 van dezelfde hoogte als de delen 49. De vervormigen 51 zijn versprongen ten opzichte van de vervormingen 50 „gezien in de lengterichting van de desbetreffende delen.Bij gebruik van het spouwanker 40 wordt de spouwmuur tot op een gewenste hoogte opgebouwd. Indien het gewenste is de spouwmuur te versterken, wordt het spouwanker op zijn plaats gelegd over de holte* 20 zodat het lid 41 terecht komt op een speciebed van het buitenste blad en het lid 42 op het speciebed van het binnenste blad, welke beide specie-bedden zich op dezelfde hoogte moeten bevinden. Het verbindingsstuk 43 ligt dan in de holte zodanig dat de lippen 44 en 45 nagenoeg centraal in de holte zijn opgesteld. De muur wordt dan verder opgebouwd, waarbij meer 25 specie op de leden 41 en 42 wordt opgebracht. De vervormingen 50 en 51 bedden zich in in de specie zowel boven als onder het vlak van de leden en voorzien in een zeer stevige verankering van het spouwanker in de muur. De lippen 45 en 46 verzamelen eventueel water dat tracht de holte* te overbruggen door langs het spouwanker te lopen waardoor de lippen de 50 doorgang van vocht van het buitenste blad naar het binnenste blad voorkomen of belemmeren. Het binnenste blad wordt zodoende beschermd tegen inwerking door vocht, terwijl dit binnenste blad tegelijkertijd aan het buitenste blad is bevestigd. Het verzamelde vocht valt uiteindelijk af van de punten 46 en 47.The wall anchor also comprises means for obtaining stiffness, in the form of a protruding element 48 with an IJ-shaped cross-section, which extends above the connecting piece 43 into each member 41 and 42, with parts 49 of the element 48, which are narrower and lower (fig. 10) than the middle part of the element 48. Each member 41 and 42 has symmetrically arranged deformation or pressed-through parts 50 of a circular shape, which, seen in fig. 10, extend from the extend downwardly from each member. The deformers 50 are "blind" and thus have the shape of bowls. Each member 41 and 42 is further provided with three upwardly closed transversely extending elongated deformation or press-through portions 51 which are U-shaped in section and extend upwardly from the plane of the respective member in FIG. . Each deformation 51 is of the same height as the parts 49. The deformations 51 are offset from the deformations 50, viewed in the longitudinal direction of the respective parts. When using the cavity anchor 40, the cavity wall is built up to a desired height. If it is desired to reinforce the cavity wall, the cavity anchor is laid in place over the cavity * 20 so that the member 41 lands on a grout bed of the outer sheet and the member 42 on the grout bed of the inner sheet, both of which grout. beds must be at the same height. The connecting piece 43 then lies in the cavity such that the lips 44 and 45 are arranged almost centrally in the cavity. The wall is then built up further, with more mortar being applied to the members 41 and 42. The deformations 50 and 51 embed themselves in the mortar both above and below the plane of the members and provide a very strong anchoring of the wall anchor in the wall. Lips 45 and 46 collect any water that attempts to bridge the cavity * by running along the wall anchor, thereby preventing or obstructing the passage of moisture from the outer leaf to the inner leaf. The inner sheet is thus protected against the action of moisture, while this inner sheet is simultaneously attached to the outer sheet. The accumulated moisture eventually falls off from points 46 and 47.

55 Het element 48, 49 werkt voor het verstijven van het spouwanker zodat dit spouwanker door de beweging van de muur daarop aangebrachte druk- en trekkrachten, in het bijzonder van het binnenste blad, welke zich neigt te zetten, zal weerstaan onder het opnemen van torsiewijzigingen.55 The element 48, 49 acts to stiffen the cavity anchor so that it will resist compressive and tensile forces applied to it by the movement of the wall, in particular of the inner blade, which tends to settle, while absorbing torsional changes .

λ λ λ c n a 7 -8- 21500/CV/tovλ λ λ c n a 7 -8- 21500 / CV / relative

Het in de fign. 12-16 weergegeven spouwanker is in constructie en gebruik overeenkomend met het in de fign, 8-11 weergegeven spouw- anker , zodat terwille van de overzichtelijkheid in deze figuren een aantal verwïjzingscijfers is weggelaten. De belangrijkste verschillen 5 zijn, dat de leden 41 en 42 van het spouwanker 60 zijn voorzien van golfr vormige randen, welke de hechting in de specie bevorderen, terwijl het verbindingsstuk 43 smaller is dan het in de fign. 8-11 toegepaste verbindingsstuk. Daarbij is het verbindingsstuk uitgevoerd als het element 48 voor het verkrijgen van stijfheid, welke element zich uitstrekt tussen de twee 10 leden 41 en 42 en hier een constante dwarsdoorsnede geeft en in zijn midden hoger is uitgevoerd dan aan zijn uiteinden, zodat dit verstijvings-element 48 in zijaanzicht (fig. 14) gezien een driehoekige vorm heeft, waarvan de top 61 nagenoeg in het midden van het spouwanker boven de punten 46 en 47 is gelegen. Dit smalle gevouwen verbindingsstuk bevordert de 13 sterkte van het spouwanker 60, terwijl de uitvoering van het element 48 eveneens een doorgang van vocht langs de lengte van het spouwanker voorkomt of belemmmert doordat dit element 48 een hellend opwaarts verlopend obstakel vormt. De verhoudingsgewijs kleine breedte van het verbLndingstuk 48 evenals de omhooggerichte driehoekige vorm waarborgen, dat vallende 20 specie niet wordt aangemoedigd om zich aan het spouwanker 60 te hechten indien de specie op het anker valt tijdens het opbouwen van een muur waarin het spouwanker is opgenomen. De specie glijdt dan van het spouwanker af en bouwt zich daarop niet op voor het verkrijgen van een brug voor het vocht. De zijdelingse breedte van het het verbindingstuk vormende element 25 48 in het spouwanker 60 is kleiner dan de lengte van de vervormingen 51.It in Figs. 12-16 shown wall anchor is in construction and use corresponding to the wall anchor shown in Figs. 8-11, so that for the sake of clarity a number of reference numbers have been omitted in these figures. The main differences 5 are that the members 41 and 42 of the wall anchor 60 are provided with corrugated edges, which promote adhesion in the mortar, while the connecting piece 43 is narrower than that in Figs. 8-11 connector used. The connecting piece is designed as the element 48 for obtaining stiffness, which element extends between the two members 41 and 42 and here gives a constant cross-section and is made higher in its center than at its ends, so that this stiffening element 48, viewed in side view (fig. 14), has a triangular shape, the top 61 of which is located substantially in the middle of the cavity anchor above points 46 and 47. This narrow folded connector enhances the strength of the wall anchor 60, while the design of the element 48 also prevents or hinders a passage of moisture along the length of the wall anchor because this element 48 forms an inclined upwardly sloping obstacle. The relatively small width of the extension piece 48 as well as the upwardly triangular shape ensure that falling mortar is not encouraged to adhere to the wall anchor 60 if the mortar falls on the anchor while building a wall incorporating the wall anchor. The grout then slips off the wall anchor and does not build up on it to provide a bridge for the moisture. The lateral width of the element 48 forming the connecting piece in the wall anchor 60 is smaller than the length of the deformations 51.

Het in de fign.17-20 weergegeven spouwanker 70 komt eveneens althans in constructie en gebruik grotendeels overeen met het in de fign. 12-16 weergegeven spouwanker,zodat ook in deze fign. 17-20 een aantal verwijzings-cijfers is weggelaten terwille van de overzichtelijkheid.The cavity anchor 70 shown in Figs. 17-20 also corresponds at least in construction and use to a large extent similar to that in Figs. 12-16 wall anchor shown, so that also in this fig. 17-20 a number of reference numbers have been omitted for the sake of clarity.

30 Het in de fign.21-25 weergegeven spouwanker 80 is in het bijzonder bestemd voor het gebruik in een houten framewand en komt althans grotendeels in constructie en gebruik overeen met het in de fign, 3 en 4 afge-beelde spouwanker. Het spouwanker 80 heeft een deel of lid 81, dat bij gebruik .wordt bevestigd aan een houten frame van een middens te blad van een 35 muur en een deel 82 dat zich althans nagenoeg haaks uitstrekt op het vlak van het lid 81. Bij gebruik wordt het lid 82 opgenomen in een specie-laag in een buitenste uit steen opgebouwd blad van de muur. De twee leden 81-^en 82 zijn uit een stuk vervaardigd met en verbonden door een verbindings- 8005067 Λ · Λ -9- 21509/CV/mv stuk 83, dat middelen omvat in de vorm van lippen 84 en 85 voor het voorkomen of belemmeren van een overdracht van vocht vanaf het buitenste blad naar het binnenste blad en verder van een verstijving bewerkstelligende middelen in de vorm van een omhoog uitstekend kanaalvormig element 86. De 5 twee leden 81 en 82 zijn gedraaid en verlopen gekromd naar binnen en naar beneden voor het vormen van de lippen 84 en 85 in ieder waarvan een gekromd deel is uitgeélagen voor het verkrijgen van twee punten 87 en 88 (fig. 24) waar zich vocht kan verzamelen voor het vormen van druppels.The cavity anchor 80 shown in Figs. 21-25 is particularly intended for use in a wooden frame wall and at least largely corresponds in construction and use to the cavity anchor shown in Figs. 3 and 4. The wall anchor 80 has a part or member 81 which, when used, is attached to a wooden frame of a center sheet of a wall and a part 82 which extends at least substantially perpendicular to the plane of the member 81. When used the member 82 incorporated in a grout layer in an outer stone-built sheet of the wall. The two members 81- ^ and 82 are made in one piece with and connected by a connection 8005067 9 · Λ -9- 21509 / CV / mv piece 83, comprising means in the form of lips 84 and 85 for preventing or inhibit moisture transfer from the outer leaf to the inner leaf and further a stiffening effecting means in the form of an upwardly projecting channel element 86. The two two members 81 and 82 are rotated and curved inward and downwardly for forming the lips 84 and 85 in each of which a curved portion is deflected to obtain two points 87 and 88 (Fig. 24) where moisture can accumulate to form droplets.

De stijfheid bewerkstelligende middelen omvatten een kanaalvormig element 10 of vervorming 86, welke naar voren uitstefekt, dat wil zeggen gezien in fig. 22 naar rechts. De vervorming 86 strekt zich uit tot in beide leden 81 en 82 en langs het verbindingstuk 83.The stiffness-enhancing means includes a channel-shaped member 10 or deformation 86 which protrudes forward, i.e. seen to the right in Fig. 22. The deformation 86 extends into both members 81 and 82 and along the connector 83.

Het lid 86 is voorzien van bevestigingsmiddelen in de vorm van gaten 89, waardoor heen pennen, schroeven of dergelijke in het houten 15 frame kunnen worden ingestoken. Het lid 82 heeft acht symmetrisch opgestelde komvormig gesloten vervormingen 90 welke zich vanaf het vlak van het lid in neerwaartse richting (fig. 24) uitstrekken. Verder zijn er vier op afstand van elkaar gelegen zich omhoog uitstrekkende langge-strekte vervormingen 91 aangebracht, welke zich dwars ten «.opzichte van 20 de lengteas van het lid 82 uitstrekken. De vervormingen 90 en 91 voorzien in een stevige verankering van het lid 82 in een specielaag in het buitenste blad van de muur.The member 86 is provided with fasteners in the form of holes 89, through which pins, screws or the like can be inserted into the wooden frame. The member 82 has eight symmetrically disposed cup-shaped closed deformations 90 which extend downward from the plane of the member (Fig. 24). Furthermore, there are four spaced upwardly extending elongated deformations 91 which extend transversely of the longitudinal axis of member 82. The deformations 90 and 91 provide a solid anchoring of the member 82 in a grout layer in the outer sheet of the wall.

Bij gebruik van het spouwanker 80 wordt de muur opgebouwd tot een gewenste hoogte en wordt het lid 82 geplaatst op een speciebed, zodanig 25 dat het verbindingsstuk 83 de hólte overspant en het achteroppervlak (links gezien in fig. 22) van het lid 81 zich evenwijdig aan en in contact met het houten frame zal uitstrekken. Bevestigingsmiddelen zoals nagels worden in de gaten 89 gestoken en in het hout ingedreven voor het bevestigen van het lid 81 in de gewenste stand. Daarop wordt het stenen 50 buiten blad dan opgebouwd tot de gewenste hoogte waarbij het lid 82 wordt opgesloten in dit blad. De vervormingen 90 en 91 voorzien in een veranke· ~ ring in de specie van het buitenblad. Het element 86, dat afgeronde einden bezit voorziet in een stijfheid, terwijl toch de nodige flexibiliteit wordt bewaard. Het spouwanker 80 verbindt dan het binnenblad met het buitenblad 55 in het bijzonder indien het binnenste houten frame krimpt onder het handhaven van de relatieve opstellingen van het binnenblad en het buitenblad, waarbij echter het spouwanker flexibel is, zodat torsiebewegingen of verticale bewegingen kunnen worden opgenomen waardoor de samenhang van de -10- 21509/CV/rav constructie en de afwerking zoals pleisterwerk wordt gehandhaafd.When using the cavity anchor 80, the wall is built up to a desired height and the member 82 is placed on a mortar bed, such that the connector 83 spans the hole and the rear surface (seen on the left in Fig. 22) of the member 81 is parallel on and in contact with the wooden frame. Fasteners such as nails are inserted into holes 89 and driven into the wood to fix member 81 in the desired position. The stone 50 outer blade is then built up to the desired height, the member 82 being enclosed in this blade. The deformations 90 and 91 provide an anchoring in the grout of the outer sheet. The element 86, which has rounded ends, provides rigidity while still retaining the necessary flexibility. The wall anchor 80 then connects the inner leaf to the outer leaf 55 especially if the inner wooden frame shrinks while maintaining the relative arrangements of the inner leaf and the outer leaf, however the wall anchor is flexible so that torsional or vertical movements can be accommodated thereby the consistency of the -10-21509 / CV / rav construction and the finish such as plaster is maintained.

Het in de figuren 2&"29 weergegeven spouwanker 100 is eveneens in het bijzonder bestemd om te worden gebruikt in spouwmuren met een houten frame. Het spouwanker 100 heeft een lid 101 voor bevestiging aan een door een 5 houten geraamte gevormd binnenblad en een deel of lid 102 voor verankering in een stenen buitenblad van een spouwmuur. Het lid 102 heeft omhoog gerichte vervormingen 103 en naar beneden gerichte cirkelvormige komvormige vervormingen 104 (fig. 27) voor het bevorderen van de verankering. De ver-vormigen zijn opgesteld in twee evenwijdige rijen langs de randen van het lid 102 waarbij de vervorming in bovenaanzicht althans in hoofdzaak cirkelvormig is en een deel van de omtrek daarvan de naburige rand onderr schept. De twee leden 101 en 102 zijn verbonden met behulp van een verbindingsstuk 105, dat is voorzien van naar binnen gekromde platen of delen 106, welke een aanvankelijk neerwaarts deel 107 en dan een zich omhoog 15 uitstrekkend deel 108 omvatten tussen het vlak van het lid 102 en de basis van het lid 101(fig. 27). Een gekromd leel is uit deze delen geslagen voor het verkrijgen van punten 109 en 110, van welke punten het vocht kan afdruipen. De opwaartse kromming 108 van het deel 106 (naar links, gezien in fig. 27) geeft een obstakel voor de doorgang van vocht van ^ rechts naar links gezien in fig. 26 en 27. De delen 106 omvatten zodoende middelen voor het voorkomen of beleimteren van de overdracht van vocht van het buitenste naar het binnenste blad.The cavity anchor 100 shown in Figures 2 & "29 is also particularly intended for use in cavity walls with a wooden frame. The cavity anchor 100 has a member 101 for attachment to an inner leaf formed by a wooden frame and a part or member 102 for anchoring in a brick outer wall of a cavity wall The member 102 has upwardly distorted deformations 103 and downwardly directed circular cup-shaped deformations 104 (Fig. 27) for promoting the anchoring The deformations are arranged in two parallel rows along the edges of the member 102 with the deformation in plan view at least substantially circular and part of the circumference thereof intercepting the adjacent edge The two members 101 and 102 are connected by means of a connecting piece 105, which is provided with inwardly curved plates or parts 106, which comprise an initial downward part 107 and then an upwardly extending part 108 between the plane of the et paragraph 102 and the basis of paragraph 101 (fig. 27). A curved blade is knocked out of these parts to obtain points 109 and 110, from which points the moisture can drip off. The upward curvature 108 of the part 106 (to the left, as seen in Fig. 27) presents an obstacle to the passage of moisture from the right to the left as seen in Figs. 26 and 27. The parts 106 thus comprise means for preventing or limiting of the transfer of moisture from the outer to the inner leaf.

Het verbindingsorgaan 105 omvat verder een element of vervorming 111 welk in dwarsdoorsnede kanaalvormig en naar beneden toe open is in de ^5 gebruikstand van het spouwanker 100. De vervorming 111 is langgestrekt en heeft een zich van het vlak van het lid 102 onder een scherpe hoek omhoog naar een plaats tussen de uiteinden van de vervorming 111 uitstrekkend deel 112. Een tweede deel 113 vormt een voortzetting naar het lid 101 waarop het tweede deel 103 aansluit bij of nabij de basis 114 van dit lid, 50 welkebasis inde gebruiksstand is gelegen in een vlak boven het vlhk 102.The connecting member 105 further comprises an element or deformation 111 which is channel-shaped in cross-section and open downwards in the position of use of the wall anchor 100. The deformation 111 is elongated and has an angle from the plane of the member 102 at an acute angle. upwardly to a location between the ends of the deformation 111 extending part 112. A second part 113 forms a continuation to the member 101 to which the second part 103 connects at or near the base 114 of this member, 50 which base is located in a position of use just above the vlhk 102.

De vervorming 111 geeft een verstijving voor het spouwanker 100. Indien in gebruik het binnenste blad door een of andere oorzaak, zoals krimpen, naar beneden beweegt, kan deze beweging worden opgenomen door de delen 111 en 112 van de V· van de vervorming 111, welke naar elkaar toe bewegen, 55 zodat de hoek bij de top 115 kleiner wordt. Deze beweging handhaaft desalniettemin de opwaartse helling 1112 ter‘voorkoming van een doorgang van water naar het binnenblad. De vervorming 111 verstijft het spouwanker tegen knikken door trek of druk.The deformation 111 stiffens the cavity anchor 100. If in use the inner leaf moves down for some reason, such as shrinking, this movement can be absorbed by the parts 111 and 112 of the deformation 111, which move towards each other 55 so that the angle at the top 115 decreases. Nevertheless, this movement maintains the upward slope 1112 to prevent passage of water to the inner leaf. The deformation 111 stiffens the wall anchor against buckling due to tensile or compression.

a ft 0 5 0 6 7 -11- 21509/CV/mva ft 0 5 0 6 7 -11- 21509 / CV / pl

Fig. 30-32 tonen het spouwanker 60 ineen stand, voor het verbinden van debla-den van een spouwmuur met een stenen afwerkblad 120 en een uit grote blokken of stenen vervaardigd blad 130 , die door een holte 140 van elkaar zijn gescheiden. Het zal duidelijk zijn, dat beide leden 41 en 42 zijn ingebed 5 in specielagen in ieder blad, welke specielagen althans nagenoeg in het -zelfde horizontale vlak zijn gelegen en dat het verbindingsstuk dat deel van het spouwanker is, dat in de holte 140 is gelegen. Fig. 32 toont het spouwanker ter plaatse voorafgaand aan het daarboven opbouwen van de bladen van de wand.Fig. 30-32 show the cavity anchor 60 in a position for connecting the sheets of a cavity wall with a stone finishing sheet 120 and a sheet 130 made of large blocks or stones, which are separated from each other by a cavity 140. It will be clear that both members 41 and 42 are embedded in mortar layers in each leaf, which mortar layers are at least substantially in the same horizontal plane and that the connector which is part of the cavity anchor located in the cavity 140 . Fig. 32 shows the wall anchor in place prior to building the blades of the wall above it.

1° Fign.30-35 tonen het spouwanker 100 in een stand voor het met elkaar verbinden van de bladen van een spouwmuur voofcien van een uit stenen opgebouwde buitenste afwerkblad 150 en een binnenste door een houten frame gevormde blad 160, welke bladen door een holte 170 van elkaar zijn gescheiden. Het houten frame omvat een aantal rechtopstaande op af- 15 stand van elkaar en althans nagenoeg evenwijdig aan elkaar gelegen houten balken 151 waaraan aan de naarde holte toegekeerde zijde uit triplex bes taande afdekking 152 voorzien van een vochtmembraan 153 aan de zijde van de holte is bevestigd. Aan de van de holte 170 afgekeerde zijde van de balken 151. is een gipsplaatbedekking 154 aangebracht.1 ° Figs. 30-35 show the wall anchor 100 in a position for joining the sheets of a cavity wall together with an outer finishing stone 150 built from stone and an inner sheet 160 formed by a wooden frame, which sheets through a cavity 170 are separated from each other. The wooden frame comprises a number of upright spaced apart and at least substantially parallel wooden beams 151 to which is attached plywood cover 152 provided with a moisture membrane 153 on the side of the cavity facing the cavity. . Plasterboard covering 154 is provided on the side of beams 151 remote from cavity 170.

-0 Het lid 102 is verankerd in een specielaag van het stenen afwerk blad 151 en het lid 101 is bevestigd aan een balk 151 met behulp van door de twee gaten gestoken spijkers of pennen.-0 The member 102 is anchored in a mortar layer of the stone finishing sheet 151 and the member 101 is attached to a beam 151 using nails or pins inserted through the two holes.

De lippen 106 zijn in de holten gelegen, zoals duidelijk is weergegeven.The lips 106 are located in the cavities as clearly shown.

25 In ieder uitvoeringsvoorbeeld is het aan het buitenste blad ver ankerde lid van voldoende lengte opdat de gaten 10 of 28 of de vervormingen worden bedekt en opdat het verbindingsstuk vrij zal zijn van het binnen-r oppervlak van het buitenste blad.In each exemplary embodiment, the outer leaf anchored member is of sufficient length to cover holes 10 or 28 or the deformations and for the connector to be free from the inner surface of the outer leaf.

Het zal duidelijk zijn, dat de hier boven beschreven en in bij-gaande figuren afgebeelde uitvoeringsvoorbeelden van de uitvinding kunnen worden gewijzigd en/of aangevuld op diverse wijzen. De spouwankers kunnen bijvoorbeeld worden vervaardigd uit staal, dat is bedekt met een andere corrosie tegengaande laag dan een gegalvaniseerde laag, bijvoorbeeld een laag uit chloorrubber, zoals polytetrafluorideethyleen, eventueel kunnen de spouwankers ook uit roestvrij staal worden vervaardigd .It will be clear that the exemplary embodiments of the invention described above and shown in the accompanying figures can be modified and / or supplemented in various ways. The cavity anchors can for instance be made of steel, which is covered with a different anti-corrosion layer than a galvanized layer, for example a layer of chlorinated rubber, such as polytetrafluorideethylene, optionally the cavity anchors can also be made of stainless steel.

Verder kunnen in het uitvoeringsvoorbeeld volgens fign. 3-5 de gaten 29 cirkelvormig zijn.Furthermore, in the exemplary embodiment according to Figs. 3-5 the holes 29 are circular.

-12- 21509/CV/mv-12- 21509 / CV / pl

In alle uitvoeringsvoorbeelden zijn de spouwankers uit een stuk vervaardigd uit een enkel stuk metaalplaat. Het zal echter duidelijk zijn dat de leden aanvankelijk gescheiden kunnen zijn en dan met elkaar zijn verbonden.In all exemplary embodiments, the cavity wall anchors are made in one piece from a single piece of metal sheet. It will be understood, however, that the members may initially be separated and then linked.

5 Het zal verder duidelijk zijn, dat iedere neerwaartse beweging van het binnenblad,welke er anders tóe zal neigen tofchet verkrijgen van een helling van het spouwanker naar beneden in de richting van dat blad is ondervangen bij de boven beschreven spouwankers omdat de lippen de overdracht van vocht over de holten naar het binnenblad voorkomen.It will further be appreciated that any downward movement of the inner blade, which will otherwise tend to obtain a tuff from a cavity of the cavity anchor down towards that blade, is obviated by the cavity anchors described above because the lips transfer prevent moisture over the cavities to the inner leaf.

10 -conclusies- 800506710 conclusions 8005067

Claims (10)

1. Spouwanker voor een meerdere bladen omvattende spouwmuur voorzien van een lid voor verankering met een blad van de muur en een verder 5 met het eerste genoemde lid verbonden lid voor verankering aan een nabij het eerste genoemde iblad gelegen blad van de muur, met het kenmerk, dat middelen (5, 6) zijn aangebracht, ter voorkoming of belemmering van vochtoverdracht lange het spouwanker (1) tijdens gebruik daarvan.1. A multi-walled cavity wall anchor provided with a member for anchoring with a leaf of the wall and a further member connected to the first-mentioned member for anchoring to a leaf of the wall located near the first-mentioned iblad, characterized in that means (5, 6) are provided to prevent or hinder moisture transfer along the wall anchor (1) during use thereof. 2. Spouwanker volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de 10 middelen ( 5, 6) twee op afstand van elkaar gelegen naar beneden gerichte (gezien tijdens gebruik) lippen ( 5 en 6) van een de leden ( 2, 3) van het spouwanker (1) verbindend verbindingdstuk (4) omvatten.Wall anchor according to claim 1, characterized in that the means (5, 6) are two spaced downwardly directed (seen during use) lips (5 and 6) of one of the members (2, 3) of the wall tie (1) connecting connector (4). 3. Spouwanker volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat ieder van de lippen (5,6) een naar binnen gekromd lid van het verbindingsstuk 15 (5) omvatten.Wall tie according to claim 2, characterized in that each of the lips (5,6) comprises an inwardly curved member of the connecting piece 15 (5). 4. Spouwanker volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat iedere flens is voorzien van een afhangende punt (9, 10) waar zich vocht kan verzamelen.Wall tie according to claim 3, characterized in that each flange is provided with a hanging point (9, 10) where moisture can accumulate. 5. Spouwanker volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat er twee 20 punten (9, 10) zijn, die van elkaar zijn gescheiden door een halfcirkelvormig randgedeelte (8) van het verbindingsstuk (4) van het spouwanker (1).Cavity wall anchor according to claim 4, characterized in that there are two points (9, 10) which are separated from each other by a semicircular edge portion (8) of the connecting piece (4) of the cavity wall anchor (1). 6. Spouwanker volgens een der voorgaande conclusies gekenmerkt door middelen (7) voor het verkrijgen van een verhoogde stijfheid van het 25 spouwanker (1).Wall anchor according to any one of the preceding claims, characterized by means (7) for obtaining an increased rigidity of the wall anchor (1). 7. Spouwanker volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de middelen (7) zijn voorzien van een langgestrekte indrukking, welke in dwarsdoorsnede althans in hoofdzaak kanaalvormig is en welke zich bij voorkeur van het ene lid naar het andere uitstrfekt.Cavity wall anchor according to claim 6, characterized in that the means (7) are provided with an elongated depression, which is at least substantially channel-shaped in cross section and which preferably extends from one member to the other. 8. Spouwanker volgens conclusie 6 of 7, met het kenmerk, dat de middelen (7) in zijaanzicht gezien een althans in hoofdzaak driehoekige vorm bezitten.Wall anchor according to claim 6 or 7, characterized in that the means (7) have an at least substantially triangular shape when viewed in side view. 9. Spouwanker volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de beide leden ( 21 en 30 ) althans nagenoeg haaks ten opzichte 55 van elkaar verlopen.Wall tie according to one of the preceding claims, characterized in that the two members (21 and 30) run at least substantially perpendicular to each other. • 10, Spouwanker.volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de leden (2, 3) zijn voorzien van middelen (10) ter bevorr dering van de verankering van de leden ( 2 en 3) in een blad van de muur.10, Wall anchor according to one of the preceding claims, characterized in that the members (2, 3) are provided with means (10) for promoting the anchoring of the members (2 and 3) in a sheet of the wall .
NL8005067A 1979-11-02 1980-09-09 Cavity anchor. NL8005067A (en)

Applications Claiming Priority (4)

Application Number Priority Date Filing Date Title
GB7938062 1979-11-02
GB7938062 1979-11-02
GB8024170 1980-07-23
GB8024170A GB2063329B (en) 1979-11-02 1980-07-23 Wall-ties

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8005067A true NL8005067A (en) 1981-06-01

Family

ID=26273430

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8005067A NL8005067A (en) 1979-11-02 1980-09-09 Cavity anchor.

Country Status (3)

Country Link
DK (1) DK373680A (en)
GB (1) GB2063329B (en)
NL (1) NL8005067A (en)

Families Citing this family (28)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE3145451A1 (en) * 1981-11-16 1983-05-26 Upat Gmbh & Co, 7830 Emmendingen ANCHOR FOR BRIDGING DISTANCES BETWEEN A SUPPORTING WALL OF CONCRETE, MASONRY OR THE LIKE AND A FACADE IN FRONT OF THIS WALL
GB2131858A (en) * 1982-12-13 1984-06-27 Catnic Components Ltd A cramp
GB8303250D0 (en) * 1983-02-05 1983-03-09 Bat Building Cavity wall tie
GB2143554B (en) * 1983-07-11 1986-05-14 Harris & Edgar Limited Wall tie
GB2161843B (en) * 1984-07-11 1988-12-29 Cd Truline Ltd Improvements in or relating to walls
GB2165275B (en) * 1984-10-04 1988-04-07 Press Bat Holdings Ltd Wall tie
GB2174122A (en) * 1985-03-11 1986-10-29 Harris & Edgar Limited Wall tie
NL191949C (en) * 1986-05-27 1997-11-18 Bodegraven Bv Cavity anchor with support function for insulating material
DE8802748U1 (en) * 1988-03-02 1988-06-30 Hardo-Befestigungen Helmut Hegmann, 5760 Arnsberg Air layer anchor with a supporting part for insulation material
GB2260348B (en) * 1991-05-01 1995-08-09 Ancon Stainless Steel Fixings Wall ties
GB2263291B (en) * 1991-11-14 1995-10-11 Gabriel Lennon A wall tie
DE19519927A1 (en) * 1995-05-31 1996-12-05 Bodegraven Bv Flat steel anchors for masonry
DE19524745A1 (en) * 1995-07-07 1997-01-09 Bodegraven Bv Air layer anchors for masonry and method for its manufacture
DE19619499A1 (en) * 1996-05-14 1997-11-27 Fs Nageltechnik Gmbh Steel rod for masonry
GB2355026B (en) * 1999-10-05 2002-01-23 Zdzislaw Jozef Szewczyk Construction fixings
GB0110850D0 (en) * 2001-05-03 2001-06-27 Acs Stainless Steel Fixings Lt A frame clamp
US7533508B1 (en) * 2002-03-12 2009-05-19 The Steel Network, Inc. Connector for connecting building components
US8387321B2 (en) 2002-03-12 2013-03-05 The Steel Network, Inc. Connector for connecting building components
GB2404385A (en) * 2003-06-28 2005-02-02 Kwok Pun Chan Wall tie with distal mortar engaging formations
EP1584763B1 (en) * 2004-04-07 2011-06-08 BEVER Gesellschaft für Befestigungsteile- Verbindungselemente mbH Cavity wall tie with beads
GB2423532B (en) * 2005-02-23 2010-06-16 Simpson Strong Tie Internat Inc Restraining strap
WO2006103086A1 (en) * 2005-04-01 2006-10-05 C. & E. Fein Gmbh Fastening element and method for fastening a part
EP1880063B1 (en) * 2005-04-26 2012-04-25 Rockwool International A/S A wall anchor and a cavity wall comprising such an anchor
US9534375B2 (en) 2006-10-30 2017-01-03 Michael Hatzinikolas Wall tie apparatus and method
GB2457712A (en) * 2008-02-22 2009-08-26 Simpson Strong Tie Co Inc Angle bracket for fastening a first construction element to a second construction element and method for producing an angle bracket
FR3054847B1 (en) * 2016-08-03 2018-08-03 Bruno Tabur METHOD AND DEVICE FOR MULTI-PERFORMING DOUBLING WITH INTERNAL PERIPHERAL THERMAL INERTIA FOR BUILDING CONSTRUCTION IN WOOD FRAMEWORK
WO2019089829A1 (en) * 2017-10-31 2019-05-09 Simpson Strong-Tie Company, Inc. Brick tie gap connector
US11401709B2 (en) 2017-10-31 2022-08-02 Simpson Strong-Tie Company Inc. Brick tie gap connector

Also Published As

Publication number Publication date
DK373680A (en) 1981-05-03
GB2063329A (en) 1981-06-03
GB2063329B (en) 1983-06-29

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL8005067A (en) Cavity anchor.
US6108995A (en) Block for the mortarless construction of a wall
CZ296001B6 (en) Height-adjustable bridging arrangement
EP0104992B1 (en) Composite floor structures
WO2009021516A1 (en) Wedge set, especially for use in fastening floor joists
EA008991B1 (en) Roofing plate and roofing method
US20060107612A1 (en) Anchoring device
AU2004203734B2 (en) Profiled steel decking
AU2002323719B8 (en) Mine Ventilation Structure and Deck Panels Therefor
WO1994029546A1 (en) Sealing strip
AU784892B2 (en) A composite beam
EP0372980A1 (en) Profiled steel sheet
NL9300535A (en) PROFILE-CAPITAL.
FI117062B (en) Roof covering with concealed fastening
JP7227900B2 (en) deck plate
GB2396630A (en) Joist hanger with releasably connectable strap for securing lengthwise to a joist
NL8304262A (en) Anchorage plate stainless steel tie for cavity wall - comprises flat plate with free end bent up at right angles or rolled up and over to avoid sharp point
CA1137777A (en) Wall-ties
KR0166641B1 (en) Metal form slabs
AU2018358053B2 (en) Brick tie gap connector
RU2239029C2 (en) Profiler joisting for concreting performing (variants)
BE1020020A3 (en) EDGE FORM.
KR20220142069A (en) Corrugated deck for longspan having holder of corrugated plate type
EP0628678A1 (en) Elements for self-levelling cavity floors
AU5193001A (en) A rail device for bricks

Legal Events

Date Code Title Description
BA A request for search or an international-type search has been filed
BB A search report has been drawn up
A85 Still pending on 85-01-01
BV The patent application has lapsed