NL191949C

NL191949C - Spouwanker met draagfunctie voor isolatiemateriaal

Info

Publication number: NL191949C
Application number: NL8601353A
Authority: NL
Original assignee: Bodegraven Bv
Priority date: 1986-05-27
Filing date: 1986-05-27
Publication date: 1997-11-18
Also published as: NL191949B; GB2190938A; GB2190938B; BE1000061A6; NL8601353A; DE3717563A1; DE3717563C2; GB8712452D0

Description

Spouwanker met draagfunctie voor isolatiemateriaal

De uitvinding heeft betrekking op een spouwanker met draagfunctie voor in een spouw aan te brengen isolatiemateriaal, welk spouwanker een als platte strook uitgevoerd, met verankeringsmiddelen in de vorm 5 van openingen en uitsparingen uitgerust eerste einddeel omvat, dat ten minste ten dele in een lijmvoeg van een binnenspouwblad plaatsbaar is, een daarop aansluitend ten minste ten dele rondgezet middendeel en een tweede einddeel, dat in een voeg van een buitenspouwblad verankerbaar is.

Een dergelijk spouwanker is bekend uit het Nederlandse octrooischrift 160901. Het einddeel daarvan, dat in een voeg van een buitenspouwblad kan worden aangebracht, is plat en relatief breed uitgevoerd. De 10 buitenste randgebieden van dit einddeel vormen uitbuigbare lippen, die aan weerszijden langs het rongezette middendeel doorlopen tot in de platte strook, die in een voeg van een binnenspouwblad aanbrengbaar is. Dit betekende spouwanker is uitstekend geschikt voor relatief zachte en gemakkelijk te doorsteken isolatiematerialen, zoals bijvoorbeeld glaswoldekens. Bij relatief harde isolatiematerialen treden problemen op, omdat de punt van het einddeel te breed is en niet gemakkelijk door het harde isolatiemate-15 riaal kan snijden. Bij het over het spouwanker schuiven van dergelijk isolatiemateriaal treedt een grote schuifweerstand op, zodat het lastig is het isolatiemateriaal over het spouwanker te verschuiven totdat het isolatiemateriaal aanligt tegen de naar de spouw toegekeerde wand van het binnenspouwblad. Bij het aanbrengen van isolatiemateriaal op dit bekende spouwanker wordt het spouwanker in axiale richting op knik belast. De knikwaarde van het platte einddeel van het spouwanker blijkt, althans bij harde isolatiemate- H 20 rialen te laag te zijn.

De uitvinding beoogt een spouwanker te verschaffen, waarbij deze bezwaren zijn ondervangen. Het spouwanker volgens de uitvinding is daartoe gekenmerkt, doordat het tweede einddeel vanuit een aanvankelijk geheel rondgezette vorm is afgeplat in een richting, loodrecht op het vlak van de platte strook, terwijl in het afgeplatte einddeel aan boven- en onderzijde in dwarsrichting verlopende, op gelijke onderlinge 25 afstand gelegen groeven zijn aangebracht, waarbij de aan de onderzijde gelegen groeven over een halve steekafstand zijn verschoven ten opzichte van de aan de bovenzijde gelegen groeven.

Door het rondgezette middendeel en het afgeplatte, gegolfde einddeel, heeft het spouwanker, in plaats van een relatief brede platte strook, thans de vorm van een scherpe rand, die gemakkelijk door relatief H harde isolatiematerialen kan worden gestoken. De schuifweerstand is aanzienlijk verlaagd, terwijl de 30 knikwaarde van het uiteinde van het spouwanker in axiale richting belangrijk is verhoogd. Door de scherpe rand treedt bovendien een minimale beschadiging van het isolatiemateriaal op.

H Door de afgeplatte gegolfde vorm van het einddeel is dit nog voldoende dun om te worden opgenomen H in een cementvoeg van een buitenspouwblad, terwijl het bolvormige oppervlak tussen twee naburige, aan de onderzijde van het einddeel gelegen dwarsgroeven een uitstekende druppelvormer is, die een goede H 35 vochtafvoer levert in de luchtspleet tussen de binnenwand van het buitenspouwblad en het naar die wand gekeerde oppervlak van het isolatiemateriaal.

Een uitvoeringsvorm van het spouwanker volgens de uitvinding wordt aan de hand van de tekening nader toegelicht. Hierin toont: H 40 figuur 1 een onderaanzicht van het spouwanker; figuur 2 een zijaanzicht van het spouwanker volgens figuur 1, aangebracht in een binnen- en een H buitenspouwblad, waarbij een laag isolatiemateriaal op het spouwanker is geschoven; figuur 3 een doorsnede volgens de lijn UI—III van figuur 1, en H figuur 4 een spouwanker aangebracht in binnenmuren van verschillende dikte.

H 45

Het spouwanker bestaat uit een platte strook 1, dat het eerste einddeel vormt, een daarop aansluitend, rondgezet middendeel 5 en een tweede einddeel 6. De platte strook 1 is voorzien van verankeringsmiddelen 2, 3, bestaande uit doordiepingen 2 en halfronde randuitsparingen 3. Deze verankeringsmiddelen 2,3 geven een in een binnenspouwblad ingemetseide platte strook 1 van het spouwanker een hoge trekwaarde.

50 Het tweede einddeel 6 van het spouwanker heeft in doorsnede nagenoeg dezelfde vorm als het rondgezette middendeel 5, is echter enigermate platgedrukt om het einddeel 6 gemakkelijker te kunnen opnemen in een voeg 10 van het buitenspouwblad 14. De hoogte van het einddeel 5 is geringer dan de diameter van het rongezette middendeel 5. De draagfunctie van het spouwanker wordt geleverd door het middendeel 5 en eventueel een kort, daarop aansluitend gebied van het einddeel 6, een en ander 55 afhankelijk van de dikte van de isolatie. De isolatielaag 12 mag de spouw niet volledig opvullen; er moet een luchtspleet 13 van 2 a 3 cm aanwezig blijven voor ventilatie en afwatering. Het tweede einddeel 6 wordt afgeplat door het daarin aanbrengen van dwarsgroeven 7 aan de onderzijde en overeenkomstige dwars-

Claims

11. De groeven 7, 8 zorgen verder voor een goede verankering van het tweede einddeel 6 in de voeg 10 van het buitenspouwblad 14, waardoor het tweede einddeel 6 van het spouwanker eveneens een hoge uittrekwaarde bezit. In figuur 3 is een detail van de verankering in het binnenspouwblad weergegeven. Binnenspouwbladen 10 bestaan doorgaans uit kalkzandsteenblokken, die op elkaar worden verlijmd. De dikte van de lijmvoeg is + 2 mm. De dikte van het spouwanker ter plaatse van de doordieping 2 bedraagt 1 mm. Het platte einddeel 1 van het spouwanker wordt op een lijmstrook geplaatst, waarbij een deel van de lijm door een opening in de doordieping 2 dringt, en een druppel 15 vormt. Door het plaatsen van een volgend kalkzandsteenblok wordt H lijmdruppel 15 platgedrukt en raakt de doordieping 2 met lijm gevuld.

15 In figuur 4 zijn een viertal spouwankers weergegeven, aangebracht in binnenspouwbladen van verschil-lende dikte en uitvoering. Deze dikte is minimaal 100 mm en maximaal 150. De lengte van de platte strook 1 van het spouwanker bedraagt 90 mm, zodat de lijmvoeg bij minimale spouwbladdikte vrijwel geheel en bij maximale spouwbladdikte nog voor meer dan de helft in spouwankerrichting is gevuld. Door deze lengte is de mogelijkheid tot het kantelen van het op het spouwanker geplaatste kalkzandsteenblok in een richting 20 dwars op het spouwanker weggenomen. Door de grote lengte van de platte strook 1 kan het spouwanker ook worden toegepast bij kalkzandsteenblokken die van een bolle richel 16 zijn voorzien, zodat de noodzaak voor verschillende binnenspouwbladen spouwankers van andere lengte toe te passen, aanzienlijk is verkleind. Spouwanker met draagfunctie voor in een spouw aan te brengen isolatiemateriaal, welk spouwanker een als H platte strook uitgevoerd, met verankeringsmiddelen in de vorm van openingen en uitsparingen uitgerust 30 eerste einddeel omvat, dat ten minste ten dele in een lijmvoeg van een binnenspouwblad plaatsbaar is, een daarop aansluitend ten minste ten dele rondgezet middendeel en een tweede einddeel, dat in een voeg van een buitenspouwblad verankerbaar is, met het kenmerk, dat het tweede einddeel (6) vanuit een aanvankelijk H geheel rondgezette vorm is afgeplat in een richting, loodrecht op het vlak van de platte strook (1), terwijl in het afgeplatte einddeel (6) aan boven- en onderzijde in dwarsrichting verlopende, op gelijke onderlinge 35 afstand gelegen groeven (7, 8) zijn aangebracht, waarbij de aan de onderzijde gelegen groeven (7) over een halve steekafstand zijn verschoven ten opzichte van de aan de bovenzijde gelegen groeven (8). H Hierbij 2 bladen tekening