BE1012032A3 - Luchttoevoerblok voor een weefmachine. - Google Patents

Luchttoevoerblok voor een weefmachine. Download PDF

Info

Publication number
BE1012032A3
BE1012032A3 BE9800447A BE9800447A BE1012032A3 BE 1012032 A3 BE1012032 A3 BE 1012032A3 BE 9800447 A BE9800447 A BE 9800447A BE 9800447 A BE9800447 A BE 9800447A BE 1012032 A3 BE1012032 A3 BE 1012032A3
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
air supply
supply block
block according
valves
shut
Prior art date
Application number
BE9800447A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Picanol Nv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Family has litigation
First worldwide family litigation filed litigation Critical https://patents.darts-ip.com/?family=3891297&utm_source=***_patent&utm_medium=platform_link&utm_campaign=public_patent_search&patent=BE1012032(A3) "Global patent litigation dataset” by Darts-ip is licensed under a Creative Commons Attribution 4.0 International License.
Application filed by Picanol Nv filed Critical Picanol Nv
Priority to BE9800447A priority Critical patent/BE1012032A3/nl
Priority to EP99926451A priority patent/EP1086265B2/de
Priority to PCT/EP1999/003687 priority patent/WO1999064651A1/de
Priority to DE59901871T priority patent/DE59901871D1/de
Priority to CN99807149A priority patent/CN1097107C/zh
Priority to KR10-2000-7013137A priority patent/KR100528079B1/ko
Priority to JP2000553639A priority patent/JP4662627B2/ja
Priority to US09/701,579 priority patent/US6305433B1/en
Application granted granted Critical
Publication of BE1012032A3 publication Critical patent/BE1012032A3/nl

Links

Classifications

    • DTEXTILES; PAPER
    • D03WEAVING
    • D03DWOVEN FABRICS; METHODS OF WEAVING; LOOMS
    • D03D47/00Looms in which bulk supply of weft does not pass through shed, e.g. shuttleless looms, gripper shuttle looms, dummy shuttle looms
    • D03D47/28Looms in which bulk supply of weft does not pass through shed, e.g. shuttleless looms, gripper shuttle looms, dummy shuttle looms wherein the weft itself is projected into the shed
    • D03D47/30Looms in which bulk supply of weft does not pass through shed, e.g. shuttleless looms, gripper shuttle looms, dummy shuttle looms wherein the weft itself is projected into the shed by gas jet
    • DTEXTILES; PAPER
    • D03WEAVING
    • D03DWOVEN FABRICS; METHODS OF WEAVING; LOOMS
    • D03D47/00Looms in which bulk supply of weft does not pass through shed, e.g. shuttleless looms, gripper shuttle looms, dummy shuttle looms
    • D03D47/28Looms in which bulk supply of weft does not pass through shed, e.g. shuttleless looms, gripper shuttle looms, dummy shuttle looms wherein the weft itself is projected into the shed
    • D03D47/30Looms in which bulk supply of weft does not pass through shed, e.g. shuttleless looms, gripper shuttle looms, dummy shuttle looms wherein the weft itself is projected into the shed by gas jet
    • D03D47/3026Air supply systems
    • D03D47/306Construction or details of parts, e.g. valves, ducts
    • DTEXTILES; PAPER
    • D03WEAVING
    • D03DWOVEN FABRICS; METHODS OF WEAVING; LOOMS
    • D03D47/00Looms in which bulk supply of weft does not pass through shed, e.g. shuttleless looms, gripper shuttle looms, dummy shuttle looms
    • D03D47/28Looms in which bulk supply of weft does not pass through shed, e.g. shuttleless looms, gripper shuttle looms, dummy shuttle looms wherein the weft itself is projected into the shed
    • D03D47/30Looms in which bulk supply of weft does not pass through shed, e.g. shuttleless looms, gripper shuttle looms, dummy shuttle looms wherein the weft itself is projected into the shed by gas jet
    • D03D47/3026Air supply systems
    • D03D47/3053Arrangements or lay out of air supply systems

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Textile Engineering (AREA)
  • Looms (AREA)
  • Multiple-Way Valves (AREA)

Abstract

Luchttoevoerblok voor een weefmachine waarbij minstens één ingang (2,3), twee uitgangen (5,6) en de kanalen (8,9,10,11,12,13), die een ingang (2,3) met een uitgang (5,6) verbinden, hoofdzakelijk in een langsvlak (24) van de luchttoeverblok (1) zijn gelegen.

Description


   <Desc/Clms Page number 1> 
 
 EMI1.1 
 



  Luchttoevoerblok voor een weefmachine. 



  ------------------------------------- De uitvinding betreft een luchttoevoerblok voor een weefmachine, waarin een klepinrichting is voorzien. 



  Uit WO 9729231 is een dergelijke luchttoevoerblok gekend, die tussen een   persluchttoevoer   en een stel hoofdblazers, die eenzelfde inslagdraad inbrengen, wordt opgesteld. Een dergelijke luchttoevoerblok bevat een aan een persluchttoevoer aangesloten ingang en een aan een stel hoofdblazers aangesloten uitgang. Hierbij worden de ingang en de uitgang verbonden door in de luchttoevoerblok voorziene kanalen waarin een klepinrichting is aangebracht, die een schakelbaar afsluitventiel en/of een instelbaar smoorventiel bevat. 



  Indien een weefmachine een groot aantal verschillende inslagdraden dient te verweven, zijn een groot aantal voornoemde stellen hoofdblazers en zodoende ook een groot aantal bijhorende klepinrichtingen vereist. 



  Het doel van de uitvinding is een dergelijke luchttoevoerblok te verbeteren, zodat de mogelijkheid geboden wordt meerdere klepinrichtingen in een beperkt volume te voorzien. 



  Tot dit doel bevat de luchttoevoerblok minstens   een   ingang voor perslucht, twee aan een langszijde van de luchttoevoerblok voorziene uitgangen voor perslucht, en kanalen waarin een klepinrichting is aangebracht, die een ingang met een uitgang verbinden. 



  De luchttoevoerblok volgens de uitvinding biedt als voordeel dat twee klepinrichtingen samen in een beperkt volume kunnen voorzien worden, waardoor een dergelijke luchttoevoerblok bijzonder geschikt is om toegepast te worden bij luchtweefmachines, waarbij verschillende inslagdraden worden verweven. 

 <Desc/Clms Page number 2> 

 



  Het voorzien van de ingangen en de uitgangen aan twee tegenover elkaar gelegen langszijden laat tevens toe meerdere luchttoevoerblokken naast of tegen elkaar op te stellen. 



  Volgens een voorkeurdragende uitvoeringsvorm zijn de minstens   een   ingang, de twee uitgangen en de kanalen hoofdzakelijk in een langsvlak van de luchttoevoerblok gelegen, dat nagenoeg loodrecht op de voornoemde langszijde is gelegen. Dit laat toe de breedte van de luchttoevoerblok volgens de dwarsrichting te beperken. Hierdoor kunnen in een beperkt volume een groot aantal dergelijke luchttoevoerblokken met klepinrichtingen voorzien worden. 



  De conclusies 3 tot 12 bevatten uitvoeringsvormen, die voordelig zijn om toe te laten meerdere klepinrichtingen in een beperkt volume te voorzien. 



  Teneinde de kenmerken van de uitvinding duidelijker naar voor te brengen wordt de uitvinding hieronder nader toegelicht aan de hand van tekeningen met uitvoeringsvoorbeelden, waarin : figuur 1 een bovenaanzicht van meerdere naast elkaar opgestelde luchttoevoerblokken volgens de uitvinding weergeeft ; figuur 2 een doorsnede volgens lijn II-II in figuur 1 weergeeft ; figuur 3 een doorsnede volgens lijn III-III in figuur 2 weergeeft ; figuur 4 de doorsnede van figuur 2 voor een variante uitvoeringsvorm weergeeft ; figuur 5 de doorsnede van figuur 2 voor nog een variante uitvoeringsvorm weergeeft ; figuur 6 een doorsnede volgens lijn VI-VI in figuur 5 weergeeft ; figuur 7 de doorsnede van figuur 2 voor nog een variante 

 <Desc/Clms Page number 3> 

 uitvoeringsvorm weergeeft ; tiguur 8 de doorsnede van figuur 7 voor een variante uitvoeringsvorm weergeeft ;

   figuur 9 de doorsnede van figuur 7 voor nog een variante uitvoeringsvorm weergeeft ; figuur 10 de doorsnede van figuur 2 voor nog een variante uitvoeringsvorm weergeeft. 



  De in figuren 1 tot 3 weergegeven luchttoevoerblok 1 voor een luchtweefmachine bevat twee ingangen 2 en 3 voor perslucht die voorzien zijn aan een eerste langszijde 4, en twee uitgangen 5 en 6 voor perslucht die voorzien zijn aan een tweede langszijde 7, die tegenover de eerste langszijde 4 is gelegen. De eerste langszijde 4 vormt bij de weergegeven uitvoeringsvorm de onderzijde van de luchttoevoerblok 1, terwijl de tweede langszijde 7 de bovenzijde van de luchttoevoerblok 1 vormt. Verder bevat de luchttoevoerblok 1 kanalen 8,9 en 10 die de ingang 2 met de uitgang 5 verbinden, en kanalen 11,12 en 13 die de ingang 3 met de uitgang 6 verbinden.

   In de kanalen tussen de ingang 2 en de uitgang 5 is een klepinrichting aangebracht die een schakelbaar afsluitventiel 14 en een regelbaar smoorventiel 15 bevat, terwijl in de kanalen tussen de ingang 3 en de uitgang 6 een klepinrichting is aangebracht die een schakelbaar afsluitventiel 16 en een regelbaar smoorventiel 17 bevat. 



  Verder is zichtbaar dat de twee ingangen 2 en 3, de twee uitgangen 5 en 6, en de verschillende kanalen 8,9, 10,11, 12 en 13 hoofdzakelijk in een langsvlak 24 van de luchttoevoerblok 1 zijn gelegen, dat nagenoeg loodrecht op de voornoemde langszijden 4 en 7 is gelegen. Hierbij zijn de twee uitgangen 5 en 6 op een kleinere afstand van elkaar gelegen dan de twee ingangen 2 en 3. Tevens wordt een centrale as 25 voorgesteld, die nagenoeg loodrecht op de voornoemde langszijden 4 en 7, en in het voornoemde langsvlak 

 <Desc/Clms Page number 4> 

 
 EMI4.1 
 24 is gelegen. Ten opzichte van de centrale as 25 zijn de ingang 2, de uitgang 5 en de kanalen 8, 9 en 10 spiegelsymmetrisch ten opzichte van de ingang 3, de uitgang 6 en de kanalen 11, 12 en 13 gelegen. De kanalen zijn bijvoorbeeld gevormd door boringen in de luchttoevoerblok 1.

   De twee schakelbare afsluitventiclen 16 zijn ter hoogte van de eerste langszijde 4 tussen de ingangen 2 en 3 opgesteld, zijn ook in het voornoemde langsvlak 24 ter hoogte van de langszijde 4 van de ingangen 2 en 3 voorzien, en zijn ook onderling spiegelsymmetrisch ten opzichte van de centrale as 25 opgesteld. 



  De schakelbare afsluitventielen 14 en 16 bevatten elk een zitting 26 die respectievelijk ter hoogte van een kanaal 9 of 12 is aangebracht, een plunjer 18 die samenwerkt met de zitting 26, een veer 19 die de plunjer 18 naar de zitting 26 toe dwingt, teneinde de doortocht voor perslucht vanaf een ingang naar een uitgang af te sluiten, en een elektro-magneet 20 die de plunjer 18 weg van de zitting 26 brengt, teneinde de voornoemde doortocht voor perslucht te openen. Hierbij zijn de schakelbare afsluitventielen 14 en 16 elk in het verlengde van een bijhorende uitgang 5 of 6 en nagenoeg evenwijdig met de voornoemde centrale as 25 opgesteld. 



  De regelbare smoorventielen 15 en 17 bevatten elk een plunjer 21 die door een lineaire motor 22 axiaal verplaatsbaar is, en waarvan het uiteinde 23 van de plunjer 21 respectievelijk uitmondt in het kanaal 10 of 13. Door de positie van de plunjers 21 in de kanalen 10 en 13 te regelen is het mogelijk, zoals beschreven in WO 9729231, de perslucht die van de ingang 2 naar de uitgang 5 of van de ingang 3 naar de uitgang 6 stroomt passend te smoren, door de doorstroomopening van het bijhorende kanaal 10 of 13 te regelen. Deze smoorventielen 15 en 17, en in het bijzonder de plunjers 21, zijn ook in het voornoemde langsvlak 24 voorzien, terwijl die 

 <Desc/Clms Page number 5> 

 tevens onderling spiegelsymmetrisch en nagenoeg loodrecht ten   opzichLe   van de centrale as 25 zijn opgesteld. 



  Verder is een aansluitplug 31 op de behuizing van de motor 22 van het smoorventiel 17 bevestigd. De aansluitplug 31 is   vcrbonden   met elektrische leidingen 32,33, 34 en 35 vanaf de afsluitventielen 14,16 en de smoorventielen 15 en 17. Op de aansluitplug 31 kan een niet weergegeven elektrische kabel aangesloten worden, die zich uitstrekt naar de niet weergegeven stuureenheid van de weefmachine. Het voorzien van   een   enkele aansluitplug 31 voor de beide afsluitventielen 14, 16 en de beide smoorventielen 15, 17 is voordelig om de luchttoevoerblok 1 met de bijhorende onderdelen op een weefmachine te monteren en van de nodige elektrische aansluitingen te kunnen voorzien. Deze elektrische leidingen 32 en 33 lopen elk doorheen een bijhorende boring 36 en 37 in de luchttoevoerblok 1.

   Verder lopen de elektrische leidingen 32,33 en 34 nog in een sleuf 38 die voorzien is ter hoogte van de tweede langszijde 7. 



  Zoals verduidelijkt in figuur 1 worden op een persluchtreservoir 27 meerdere luchttoevoerblokken 1 met bouten 28 bevestigd. Het persluchtreservoir 27 bevat meerdere uitgangen 29 en 30 waarop ingangen 2,3 van een luchttoevoerblok 1 kunnen aansluiten. In de weergegeven uitvoeringsvorm zijn vier luchttoevoerblokken 1 op het persluchtreservoir 27 gemonteerd. De uitgangen 29 en 30 waarop geen luchttoevoerblok 1 wordt gemonteerd, kunnen met afsluitdoppen 43 afgesloten worden. 



  Het is duidelijk dat ter hoogte van de afsluitventielen 14 en 16, en ter hoogte van de smoorventielen 15 en 17 de nodige niet weergegeven afdichtingen zijn aangebracht om te verhinderen dat perslucht langs deze ventielen uit de luchttoevoerblok 1 stroomt. Uiteraard zijn ook de nodige 

 <Desc/Clms Page number 6> 

 bouten 66 voorzien om de verschillende ventielen aan de 1. uchttoevoerblok 1 te bevestigen. Verder zijn ter hoogte van de kanalen 8 en 11 afsluitdoppen 39 en 40 voorzien om te verhinderen dat perslucht uit de luchttoevoerblok 1 stroomt. 



  Ter hoogte van de uitgangen 5 en 6 worden   vorder   schematisch weergegeven aansluitstukken 11 of 42 voorzien, die bijvoorbeeld gekleefd worden aan de luchttoevoerblok 1 en waaraan een niet weergegeven leiding naar een blazer van een weefmachine kan aangesloten worden. Volgens een variante kunnen de aansluitstukken 41,42 schroefdraad bevatten, die in van schroefdraad voorziene ingangen 5,6 kan geschroefd worden. 



  Deze uitvoeringsvorm van de luchttoevoerblok   1,   waarbij de ingangen, de uitgangen, de kanalen en de ventielen nagenoeg in eenzelfde langsvlak 24 zijn gelegen, laat toe een luchttoevoerblok 1 met een beperkte breedte B volgens de dwarsrichting te realiseren, zodat meerdere dergelijke luchttoevoerblokken 1 compact naast elkaar kunnen gemonteerd worden. Bij het aanwenden van klassieke ventielen en doormeters van de ingangen, de uitgangen en de kanalen die vereist zijn voor huidige luchtweefmachines, volstaat een luchttoevoerblok met een breedte B in de orde van grootte van dertig millimeter. 



  De luchttoevoerblokken 1 met twee klepinrichtingen zijn bijzonder geschikt om aangewend te worden bij een luchtweefmachine. Bij een luchtweefmachine is het voordelig een even aantal hoofdblazers te voorzien, gezien eenzelfde type inslagdraad bijvoorbeeld vanaf twee bobijnen kan geleverd worden en zodoende vanaf twee hoofdblazers of twee stellen naeen geschakelde hoofdblazers, zoals gekend uit WO 9729231, in een weefvak kan gebracht worden. In geval toch een oneven aantal klepinrichtingen gewenst zou zijn, is het uiteraard steeds mogelijk   een   van de uitgangen 5 of 6 met een afsluitdop te voorzien, teneinde te vermijden dat perslucht 

 <Desc/Clms Page number 7> 

 langs deze uitgang uit de luchttoevoerblok 1 stroomt. 



  Uiteraard kan ook het bijhorende afsluitventiel 14 of 16 steeds gesloten blijven. 



  De uitgangen 5 en 6 zijn hierbij bijvoorbeeld op een afstand van elkaar gelegen, die nagenocg overeenstemt met de afstand dat de inlaatstukken van de hoofdblazers, die bijvoorbeeld van het type zijn zoals beschreven in de nog niet gepubliceerde Belgische octrooiaanvraag BE 9700465 van de aanvraagster, waardoor de luchttoevoerblokken 1 volgens de uitvinding bijzonder geschikt zijn om toegepast te worden bij hoofdblazerinrichtingen zoals beschreven in de voornoemde Belgische octrooiaanvraag BE 9700465. 



  In figuur 4 is een variante weergegeven waarbij ter hoogte van de uitgangen 5 en 6 een boring 44 of 45 aansluit, waarop telkens een boring 46 of 47 aansluit. Ten opzichte van de centrale as 25 zijn de boringen 44 en 46 spiegelsymmetrisch ten opzichte van de boringen 45 of 47 gelegen. Ter hoogte van de boringen 44 en 45 worden respectievelijk afsluitdoppen 48 en 49 voorzien om te verhinderen dat perslucht langs de boringen 44 of 45 uit de luchttoevoerblok 1 kan stromen. De boringen 44,45, 46 en 47 zijn tevens hoofdzakelijk in het langsvlak 24 van de luchttoevoerblok 1 gelegen. Ter hoogte van de boringen 46 en 47 worden tevens aansluitstukken 50 en 51 voor een niet weergegeven leiding voorzien, die bijvoorbeeld gekleefd zijn op de luchttoevoerblok 1.

   Ter hoogte van de boringen 46 en 47 kan bijvoorbeeld perslucht op lage druk toegevoerd worden, die via de bijhorende boring 44 of 45 naar de uitgang 5 of 6 kan stromen. Volgens een variante kan ter hoogte van de boringen 46 of 47, analoog als weergegeven in figuur 8, een druksensor voorzien worden, teneinde de druk van de uit de luchttoevoerblok 1 stromende perslucht te meten. 

 <Desc/Clms Page number 8> 

 



  In figuren 5 en 6 is een variante weergegeven waarbij ter hoogte van de uitgang 5 boringen 52,53 en 54 en bijhorende afsluitdoppen 55 en 56 zijn voorzien, die niet in het langsvlak 24 zijn gelegen. Echter gezien de boringen 52, 53 en 54 een kleine doormeter vertonen, hebben die weinig invloed op de breedte van de luchttoevoerblok   1,   daar de voornoemde breedte hoofdzakelijk bepaald wordt door de behuizingen en/of de zittingen 26 van de afsluitventielen 14 en 16. 



  In figuur 7 wordt een variante weergegeven waarbij de luchttoevoerblok 1 voorzien is van twee ingangen 2 en 3, twee uitgangen 5 en 6, en kanalen 62,63 en 64,65 die elk een ingang 2 of 3 met een bijhorende uitgang 5 of 6 verbinden. 



  Deze worden allen in een langsvlak 24 van de luchttoevoerblok 1 en spiegelsymmetrisch ten opzichte van een centrale langsas 25 opgesteld. In de kanalen 62,64 wordt een klepinrichting voorzien die een regelbaar smoorventiel 57 of 58 bevat, dat van een zitting 59 en een door een aandrijfmotor 60 bevolen plunjer 61, die kan samenwerken met de zitting 59, is voorzien. Dergelijk smoorventiel 57 of 58 is bijvoorbeeld van het type zoals beschreven in WO 9608668. 



  De luchttoevoerblok 1 van figuur 7 kan tevens analoog als weergegeven in figuur 1 op een persluchtreservoir 27 voorzien worden. Ter hoogte van de uitgang 5 of 6 wordt telkens een aansluitstuk 41,42 voorzien, waarop bijvoorbeeld een niet weergegeven leiding kan aangesloten worden. Dergelijke leiding kan bijvoorbeeld tevens aan een aansluitstuk 50 of 51 van de luchttoevoerblok 1 van figuur 4 aangesloten worden, teneinde perslucht op lage druk die gesmoord werd door het smoorventiel 57 of 58, vanaf de luchttoevoerblok 1 van figuur 7 naar de uitgang 5 of 6 van de luchttoevoerblok 1 van figuur 4 te geleiden. 

 <Desc/Clms Page number 9> 

 



  In figuur 8 is nog een variante weergegeven waarbij de   luchttoevoerblok], analoog aar   de uitvoeringsvorm van figuur 4, boringen 44,45, 46 en 47 bevat. Ter hoogte van de boringen 46 en 47 wordt bijvoorbeeld een schematisch weergegeven drukopnemer 67 aangebracht, die bijvoorbeeld via een niet weergegeven elektrische leiding gekoppeld is met de aansluitplug 31 en de stuureenheid van de weefmachine, teneinde de druk van de perslucht aan de uitgangen 5 of 6 te kunnen meten. 



  In figuur 9 is een variante weergegeven, waarbij de delen die analoog aan figuur 7 zijn uitgevoerd met gelijke referenties worden aangeduid, en waarbij de luchttoevoerblok 1 een enkele ingang 70 voor perslucht bevat, die in een langsvlak 24 van de luchttoevoerblok 1 ter hoogte van de centrale as 25 is gelegen. Verder bevat de luchttoevoerblok 1 kanalen 68 en 63 die de ingang 70 met de uitgang 5 verbinden, en kanalen 68 en 65 die de ingang 70 met de uitgang 6 verbinden. De ingang 70 is aangesloten op een uitgang 69 van een persluchtreservoir 71. De zittingen 59 zijn in het kanaal 68 aangebracht. 



  In figuur 10 is een variante weergegeven, waarbij de delen die analoog aan figuur 2 zijn uitgevoerd met gelijke referenties worden aangeduid, en waarbij de luchttoevoerblok 1 een enkele ingang 72 voor perslucht bevat, die in een langsvlak 24 van de luchttoevoerblok 1 is gelegen en die aangesloten is op een uitgang 76 van een persluchtreservoir 73. De ingang 72 is via kanalen 74,8, 9 en 10 verbonden met de uitgang 5. De ingang 72 is via kanalen 74,8, 9,75, 12 en 13 verbonden met de uitgang 6. Het kanaal 75 verbindt hierbij het kanaal 9 met het kanaal 12, terwijl het kanaal 74 de ingang 72 met het kanaal 8 verbindt. Ter hoogte van het kanaal 74 wordt nog een afsluitdop 77 voorzien. 



  De luchttoevoerblok volgens de uitvinding beperkt zieh 

 <Desc/Clms Page number 10> 

 
 EMI10.1 
 uiteraard niet tot de als voorbeeld beschreven en in de figuren weergegeven uitvoeringsvormen, maar kan binnen het kader van de uitvinding volgens verschillende varianten uitgevoerd worden.

Claims (12)

  1. Conclusies 1. Luchttoevoerblok voor een weefmachine, waarin een klepinrichting is voorzien, daardoor gekenmerkt dat de luchttoevoerblok (1) minstens een ingang (2, 3 ; 70 ; 72) voor perslucht, twee aan een langszijde (7) van de luchttoevoerblok (1) voorziene uitgangen (5, 6) voor perslucht, en kanalen (8, 9, 10 ; 11, 12, 13 ; 62, 63 ; 64, 65 ; 68 ; 74, 75) bevat, waarin een klepinrichting (14, 15 ; 16, 17 ; 57, 58) is aangebracht en die een ingang (2, 3 ; 70 ; 72) met een uitgang (5, 6) verbinden.
  2. 2. Luchttoevoerblok volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat de minstens een ingang (2, 3), de twee uitgangen (5, 6) en EMI11.1 de kanalen (8, hoofdzakelijk in een langsvlak (24) van de luchttoevoerblok (1) zijn gelegen, dat nagenoeg loodrecht op de voornoemde langszijde (7) is gelegen.
  3. 3. Luchttoevoerblok volgens conclusie 1 of 2, daardoor gekenmerkt dat twee ingangen (2, 3) voorzien zijn aan een langszijde (4) die tegenover de langszijde (7) is gelegen waar de uitgangen (5, 6) zijn voorzien, dat elke ingang (2, 3) verbonden is met een bijhorende uitgang (5, 6) door bijhorende kanalen (8, 9, 10 ; 11, 12, 13 ; 62, 63 ; 64, 65), en dat tussen elke ingang (2, 3) en bijhorende uitgang (5, 6) een klepinrichting (14, 15 ; 16, 17 ; 57, 58) is aangebracht.
  4. 4. Luchttoevoerblok volgens conclusie 3, daardoor gekenmerkt dat de twee uitgangen (5, 6) op een kleinere afstand van elkaar zijn gelegen dan de twee ingangen (2, 3).
  5. 5. Luchttoevoerblok volgens een van de conclusies 1 tot 4, daardoor gekenmerkt dat de ingangen (2, 3), de uitgangen (5, 6) en de bijhorende kanalen (8, 9, 10 ; 11, 12, ]3 ; 62, 63 ; 64, 65 ; 68 ; 74, 75) spiegelsymmetrisch ten opzichte van een centrale as <Desc/Clms Page number 12> (25) zijn opgesteld, die nagenoeg loodrecht op de voornoemde langszijde (7) in het voornoemde langsvlak (24) is gelegen.
  6. 6. Luchttoevoerblok volgens ccn van de conclusies 1 tot 5, daardoor gekenmerkt dat in het voornoemde langsvlak (24) ter hoogte van de langszijde (4) van de minstens een ingang (2, 3 ; 70) twee schakelbare afsluitventielen (14, 16) zijn voorzien, die elk de luchttoevoer vanaf een ingang (2, 3 ; 70) naar een uitgang (5, 6) kunnen afsluiten.
  7. 7. Luchttoevoerblok volgens conclusie 6, daardoor gekenmerkt dat de twee schakelbare afsluitventielen (14, 16) spiegelsymmetrisch ten opzichte van de voornoemde centrale as (25) zijn opgesteld.
  8. 8. Luchttoevoerblok volgens conclusie 6 of 7, daardoor gekenmerkt dat de twee afsluitventielen (14, 16) ter hoogte van de eerste langszijde (4) tussen de ingangen (2, 3) voor perslucht zijn opgesteld.
  9. 9. Luchttoevoerblok volgens een van de conclusies 6 tot 8, daardoor gekenmerkt dat de twee afsluitventielen (14, 16) elk in het verlengde van een bijhorende uitgang (5, 6) zijn opgesteld.
  10. 10. Luchttoevoerblok volgens een van de conclusies 6 tot 9, daardoor gekenmerkt dat de afsluitventielen (14, 16) nagenoeg evenwijdig met de voornoemde centrale as (25) zijn opgesteld.
  11. 11. Luchttoevoerblok volgens een van de conclusies 1 tot 10, daardoor gekenmerkt dat in het voornoemde langsvlak (24) twee EMI12.1 regelbare smoorventielen (15, zijn voorzien, die elk ter hoogte van een kanaal (10, dat een ingang 17 ; 57, 58)(2, 3 ; 70 ; 72) met een bijhorende uitgang (5, 6) verbindt, zijn voorzien. <Desc/Clms Page number 13> EMI13.1
  12. 12. Luchttoevoerblok volgens een van de conclusies 1 tot 11, daardoor gekenmerkt dat de smoorventielcn spiegelsymmetrisch en loodrecht ten opzichte van de voornoemde (25) zijn opgesteld.
BE9800447A 1998-06-10 1998-06-10 Luchttoevoerblok voor een weefmachine. BE1012032A3 (nl)

Priority Applications (8)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE9800447A BE1012032A3 (nl) 1998-06-10 1998-06-10 Luchttoevoerblok voor een weefmachine.
EP99926451A EP1086265B2 (de) 1998-06-10 1999-05-28 Luftzuführblock für eine webmaschine
PCT/EP1999/003687 WO1999064651A1 (de) 1998-06-10 1999-05-28 Luftzuführblock für eine webmaschine
DE59901871T DE59901871D1 (de) 1998-06-10 1999-05-28 Luftzuführblock für eine webmaschine
CN99807149A CN1097107C (zh) 1998-06-10 1999-05-28 织机的供气部件
KR10-2000-7013137A KR100528079B1 (ko) 1998-06-10 1999-05-28 직조기의 공기 공급 블럭
JP2000553639A JP4662627B2 (ja) 1998-06-10 1999-05-28 織機用空気供給ブロック
US09/701,579 US6305433B1 (en) 1998-06-10 1999-05-28 Air feed block for a mechanical loom

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE9800447A BE1012032A3 (nl) 1998-06-10 1998-06-10 Luchttoevoerblok voor een weefmachine.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
BE1012032A3 true BE1012032A3 (nl) 2000-04-04

Family

ID=3891297

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE9800447A BE1012032A3 (nl) 1998-06-10 1998-06-10 Luchttoevoerblok voor een weefmachine.

Country Status (8)

Country Link
US (1) US6305433B1 (nl)
EP (1) EP1086265B2 (nl)
JP (1) JP4662627B2 (nl)
KR (1) KR100528079B1 (nl)
CN (1) CN1097107C (nl)
BE (1) BE1012032A3 (nl)
DE (1) DE59901871D1 (nl)
WO (1) WO1999064651A1 (nl)

Families Citing this family (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
JP3820994B2 (ja) * 2002-01-16 2006-09-13 株式会社豊田自動織機 ジェットルームにおける緯入れ装置
DE102005004064A1 (de) * 2005-01-21 2006-07-27 Picanol N.V. Vorrichtung zum Eintragen von Schussfäden bei einer Luftdüsenwebmaschine
BE1016504A3 (nl) * 2005-04-25 2006-12-05 Picanol Nv Werkwijze voor het inbrengen van een inslagdraad bij een weefmachine.
BE1019803A3 (nl) 2011-04-06 2012-12-04 Picanol Luchttoevoereenheid en werkwijze voor het toepassen van een luchttoevoereenheid.

Citations (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
WO1996008668A1 (de) * 1994-09-16 1996-03-21 Picanol N.V. Drosselventil für druckluft o.dgl. und seine verwendung in einer luftwebmaschine
WO1997029231A1 (de) * 1996-02-09 1997-08-14 Picanol N.V. Vorrichtung zum zuführen von druckluft zu einer hauptblasdüse einer luftwebmaschine

Family Cites Families (11)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
JPS4813259Y1 (nl) * 1968-07-25 1973-04-11
JPS61565U (ja) 1984-06-08 1986-01-06 エスエムシ−株式会社 3位置3ポ−ト弁
JPS62133149A (ja) * 1985-12-03 1987-06-16 株式会社豊田自動織機製作所 流体噴射式織機における複数緯糸の選択緯入れ方法
NL8503439A (nl) * 1985-12-13 1987-07-01 Picanol Nv Apparaat om een inslagdraad aan een hoofdblazer toe te voeren bij weefmachines.
JPS62146066U (nl) 1986-03-10 1987-09-14
JPH0680358B2 (ja) 1986-03-25 1994-10-12 松下電器産業株式会社 流路切換装置
JPS6469878A (en) 1987-09-10 1989-03-15 Diesel Kiki Co Solenoid proportional pressure control valve
JP2838219B2 (ja) * 1989-09-13 1998-12-16 日産テクシス株式会社 空気噴射式織機用の空気供給装置
BE1003686A3 (nl) * 1990-02-15 1992-05-19 Picanol Nv Inrichting voor het toevoeren van inslagdraad bij luchtweefmachines.
BE1006981A3 (nl) * 1993-04-06 1995-02-07 Picanol Nv Insertiesysteem voor weefmachines.
DE29806552U1 (de) * 1998-04-09 1998-07-09 Dornier Gmbh Lindauer Schußfadeneintragsvorrichtung für eine Luftdüsenwebmaschine

Patent Citations (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
WO1996008668A1 (de) * 1994-09-16 1996-03-21 Picanol N.V. Drosselventil für druckluft o.dgl. und seine verwendung in einer luftwebmaschine
WO1997029231A1 (de) * 1996-02-09 1997-08-14 Picanol N.V. Vorrichtung zum zuführen von druckluft zu einer hauptblasdüse einer luftwebmaschine

Also Published As

Publication number Publication date
KR100528079B1 (ko) 2005-11-15
CN1305544A (zh) 2001-07-25
WO1999064651A1 (de) 1999-12-16
KR20010034889A (ko) 2001-04-25
EP1086265A1 (de) 2001-03-28
CN1097107C (zh) 2002-12-25
EP1086265B2 (de) 2007-08-29
EP1086265B1 (de) 2002-06-26
DE59901871D1 (de) 2002-08-01
JP2002517631A (ja) 2002-06-18
US6305433B1 (en) 2001-10-23
JP4662627B2 (ja) 2011-03-30

Similar Documents

Publication Publication Date Title
CN101428608B (zh) 电动气动控制装置特别是载货车压力调节器的电磁阀单元
BE1012032A3 (nl) Luchttoevoerblok voor een weefmachine.
CZ73698A3 (cs) Ventilový systém
EP0888965A2 (de) Injektorluftauslass zur Temperatur- und Rauchgasüberwachung
GB2253466A (en) Electromagnetic valve device
ITBO20070623A1 (it) Apparecchiatura per il controllo di parti meccaniche con dispositivi ottici, e relativi dispositivo e metodo di protezione
EP0391269A1 (de) Magnetventilbatterie
DE102016112487B4 (de) Druckmodulator für ein ABS-System für ein Zweirad
JPS599382A (ja) マグネツトバルブ
BE1010015A3 (nl) Inrichting voor het toevoeren van perslucht aan een hoofdblazer van een weefmachine.
DE4404224A1 (de) Hydraulische Funktionseinheit
SE513115C2 (sv) Ventilrampanordning
BE1011183A3 (nl) Insertiesysteem voor een weefmachine.
CN101589411B (zh) 用于检验片状物的传感器和设备以及传感器维护方法
KR102507730B1 (ko) 차량용 전자제동장치의 유압블럭
US3095002A (en) Dry type hydraulic servo valve
US5197568A (en) Assembling series of distribution and measuring units for a lubricating oil system and for manufacturing the principal components of the series
BE1027262B1 (nl) Geleidingsinrichting voor een grijperstang en grijperweefmachine omvattende een dergelijke geleidingsinrichting
DE102008042153A1 (de) Sensoranordnung zur Bestimmung eines Parameters eines fluiden Mediums
KR930002493B1 (ko) 공기압 설비를 작동하기 위한 장치
DE1943137A1 (de) Bauelement zur Steuerung von Druckmittelkreisen
EP1038750B1 (en) Rolling damping damper for a railroad vehicle and method for damping
US6231170B1 (en) Device for supplying ink to an ink reservoir of a printer
US6786127B2 (en) Fluid-actuated linear drive
JP7340662B1 (ja) ブレーキ制御装置及びブレーキ制御装置の接続方法