BE1010015A3 - Inrichting voor het toevoeren van perslucht aan een hoofdblazer van een weefmachine. - Google Patents

Inrichting voor het toevoeren van perslucht aan een hoofdblazer van een weefmachine. Download PDF

Info

Publication number
BE1010015A3
BE1010015A3 BE9600116A BE9600116A BE1010015A3 BE 1010015 A3 BE1010015 A3 BE 1010015A3 BE 9600116 A BE9600116 A BE 9600116A BE 9600116 A BE9600116 A BE 9600116A BE 1010015 A3 BE1010015 A3 BE 1010015A3
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
air supply
supply block
valve
pressure
compressed air
Prior art date
Application number
BE9600116A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Picanol Nv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Picanol Nv filed Critical Picanol Nv
Priority to BE9600116A priority Critical patent/BE1010015A3/nl
Priority to US09/117,544 priority patent/US6062273A/en
Priority to EP97901077A priority patent/EP0879307B1/de
Priority to JP52809397A priority patent/JP4177896B2/ja
Priority to DE59707418T priority patent/DE59707418D1/de
Priority to PCT/EP1997/000303 priority patent/WO1997029231A1/de
Application granted granted Critical
Publication of BE1010015A3 publication Critical patent/BE1010015A3/nl

Links

Classifications

    • DTEXTILES; PAPER
    • D03WEAVING
    • D03DWOVEN FABRICS; METHODS OF WEAVING; LOOMS
    • D03D47/00Looms in which bulk supply of weft does not pass through shed, e.g. shuttleless looms, gripper shuttle looms, dummy shuttle looms
    • D03D47/28Looms in which bulk supply of weft does not pass through shed, e.g. shuttleless looms, gripper shuttle looms, dummy shuttle looms wherein the weft itself is projected into the shed
    • D03D47/30Looms in which bulk supply of weft does not pass through shed, e.g. shuttleless looms, gripper shuttle looms, dummy shuttle looms wherein the weft itself is projected into the shed by gas jet
    • D03D47/3026Air supply systems
    • D03D47/306Construction or details of parts, e.g. valves, ducts
    • DTEXTILES; PAPER
    • D03WEAVING
    • D03DWOVEN FABRICS; METHODS OF WEAVING; LOOMS
    • D03D47/00Looms in which bulk supply of weft does not pass through shed, e.g. shuttleless looms, gripper shuttle looms, dummy shuttle looms
    • D03D47/28Looms in which bulk supply of weft does not pass through shed, e.g. shuttleless looms, gripper shuttle looms, dummy shuttle looms wherein the weft itself is projected into the shed
    • D03D47/30Looms in which bulk supply of weft does not pass through shed, e.g. shuttleless looms, gripper shuttle looms, dummy shuttle looms wherein the weft itself is projected into the shed by gas jet
    • D03D47/3026Air supply systems
    • D03D47/3053Arrangements or lay out of air supply systems

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Textile Engineering (AREA)
  • Looms (AREA)

Abstract

Inrichting voor het toevoeren van perslucht aan een hoofdblazer (2,3,4) van een weefmachine die een luchttoevoerblok (19) bevat met een tussen een ingang (20) en een uitgang (21) voorziene hoofdleiding (22) waarin een stuurbaar afsluitventiel (23) en/of een stuurbaar smoorventiel (24,58) zijn voorzien, en een omloopleiding (25) waarin een stuurbaar smoorventiel (26) is voorzien, en die toelaat de druk van de perslucht correct in te stellen.

Description

Inrichting voor het toevoeren van perslucht aan een hoofdblazer van een weefmachine.
De uitvinding betreft een inrichting voor het toevoeren van perslucht aan een hoofdblazer van een weefmachine.
Een inrichting voor het toevoeren van perslucht aan een hoofdblazer is bekend uit US 5086812 van de aanvraagster. Hierbij wordt perslucht op hoge of op lage druk aan twee hoofdblazers van een weefmachine toegevoerd. De perslucht wordt ofwel vanaf een buffervat of een verdeelreservoir via een afsluitventiel en een smoorventiel op hoge druk aan de hoofdblazers toegevoerd, ofwel via een smoorventiel op lage druk aan de hoofdblazers toegevoerd. Het smoorventiel voor de hoge druk is hierbij elektrisch regelbaar en is voorzien tussen het afsluitventiel en de hoofdblazers. De druk van de in het verdeelreservoir aanwezige perslucht wordt geregeld via een smoorventiel dat tussen de persluchttoevoer en het verdeelreservoir is opgesteld. Deze druk wordt gemeten door een drukmeter die ter hoogte van het verdeelreservoir is opgesteld. Dergelijke inrichtingen hebben als nadeel dat ze vele tussenleidingen vertonen die drukverliezen in de hand werken en die de reactietijd vergroten tussen het ogenblik dat het afsluitventiel geopend wordt en het ogenblik dat effectief perslucht op hoge druk aan de hoofdblazers wordt toegevoerd. Hierdoor hebben dergelijke inrichtingen ook als nadeel dat de druk en het drukverloop van de aan de hoofdblazers toegevoerde perslucht niet gekend is. Dergelijke inrichtingen met vele tussenleidingen nemen tevens veel plaats in en zijn onoverzichtelijk. Dit is vooral nadelig bij weefmachines waarbij meerdere dergelijke inrichtingen zijn voorzien. Hierbij zijn dergelijke inrichtingen ook moeilijk toegankelijk voor het herstellen en het onderhouden ervan.
Het doel van de uitvinding is een inrichting die de voornoemde nadelen niet vertoont, die op een eenvoudige manier toelaat de druk van de aan een hoofdblazer toegevoerde perslucht in te stellen en/of te controleren, en die compact is.
Tot dit doel bevat de inrichting volgens de uitvinding een luchttoevoerblok met een ingang en een uitgang voor perslucht, een tussen de ingang en de uitgang in de luchttoevoerblok voorziene hoofdleiding waarin een stuurbaar afsluitventiel en/of een stuurbaar smoorventiel zijn voorzien, en een tussen de ingang en de uitgang in de luchttoevoerblok voorziene omloopleiding waarin een stuurbaar smoorventiel is voorzien.
Dit biedt als voordeel dat de druk van de aan een hoofdblazer toegevoerde perslucht met behulp van een compacte inrichting eenvoudig en correct kan ingesteld worden.
Volgens een voorkeurdragende uitvoeringsvorm bevat de inrichting in de luchttoevoerblok voorziene middelen die kunnen samenwerken met een elektrische druksensor die toelaten de druk te meten op een plaats tussen de uitgang van de luchttoevoerblok en volgens de luchtstromingsrichting voorbij de stuurbare smoorventielen. De druksensor kan bevestigd worden aan de luchttoevoerblok. Dit laat toe op een eenvoudige manier de druk te meten, hetgeen toelaat de druk correct in te stellen.
Volgens een voorkeurdragende uitvoeringsvorm sluit de ingang van de omloopleiding aan op de hoofdleiding tussen de ingang van de luchttoevoerblok en het afsluitventiel, en mondt de uitgang van de omloopleiding uit in de hoofdleiding tussen het afsluitventiel en de uitgang van de luchttoevoerblok.
Volgens een uitvoeringsvorm bevatten de stuurbare smoorventielen een plunjer en aandrijfmiddelen die bestaan uit een stuurbare stappenmotor. Deze uitvoeringsvorm laat toe de smoring van de smoorventielen op een eenvoudige manier in te stellen.
De aandrijfmiddelen van de stuurbare smoorventielen en de aandrijfmiddelen van het stuurbaar afsluitventiel worden bij voorkeur bevestigd aan de luchttoevoerblok. Deze uitvoeringsvorm laat toe de aandrijfmiddelen compact op te stellen.
Teneinde de kenmerken van de uitvinding duidelijker naar voor te brengen wordt de uitvinding hieronder nader toegelicht aan de hand van tekeningen met uitvoeringsvoorbeelden, waarin : figuur 1 schematisch een weefmachine met inrichtingen volgens de uitvinding weergeeft; figuur 2 in doorsnede een inrichting volgens de uitvinding weergeeft; figuur 3 een mogelijk drukverloop van de perslucht weergeeft; figuur 4 een variante van figuur 2 weergeeft; figuur 5 nog een variante van figuur 2 weergeeft.
De in figuur 1 weergegeven weefmachine bevat een weeflade 1 waarop hoofdblazers 2, 3 en 4 en een U-vormig profielriet 5 zijn bevestigd. De weefmachine bevat tevens een verdeel-reservoir 6 waarop inrichtingen 7, 8 en 9 volgens de uitvinding zijn voorzien die respectievelijk via leidingen 10, 11 en 12 met een hoofdblazer 2, 3 en 4 zijn verbonden. Eventueel kunnen de leidingen 10, 11 en 12 tevens verbonden worden met zogenaamde hulphoofdblazers 13, 14 en 15 die vast op een niet weergegeven freem zijn bevestigd, waarbij de hoofdblazers 2, 3 en 4 en de hulphoofdblazers 13, 14 en 15 twee aan twee respectievelijk samenwerken met inslagdraden 16, 17 en 18.
Zoals verduidelijkt in figuur 2 bevat de inrichting 7 een luchttoevoerblok 19 met een ingang 20 en een uitgang 21 voor perslucht. Tussen de ingang 20 en de uitgang 21 is een hoofdleiding 22 in de luchttoevoerblok 19 voorzien om perslucht volgens de luchtstromingsrichting van de ingang 20 naar de uitgang 21 te geleiden. Deze hoofdleiding 22 wordt gevormd door twee loodrecht op elkaar staande boringen die in de luchttoevoerblok 19 zijn voorzien. In de hoofdleiding 22 zijn een stuurbaar afsluitventiel 23 en een eerste stuurbaar smoorventiel 24 voorzien. Tussen de ingang 20 en de uitgang 21 is tevens een omloopleiding 25 voorzien in de luchttoevoerblok 19 waarin een tweede stuurbaar smoorventiel 26 is voorzien. De ingang van de omloopleiding 25 sluit hierbij aan op de hoofdleiding 22 tussen de ingang 20 van de luchttoevoerblok 19 en het afsluitventiel 23, terwijl de uitgang van de omloopleiding 25 uitmondt in de hoofdleiding 22 tussen het afsluitventiel 23 en de uitgang 21 van de luchttoevoerblok 19. De omloopleiding 25 wordt ook gevormd door twee loodrecht op elkaar staande boringen die in de luchttoevoerblok 19 zijn voorzien en die aan de ingang en de uitgang van de omloopleiding 25 loodrecht staan op de boringen die de hoofdleiding 22 vormen.
Het eerste smoorventiel 24 bevindt zich volgens de luchtstromingsrichting net na het afsluitventiel 23. Dit biedt als voordeel dat het luchtdebiet dat bij een bepaalde doorstroom-opening doorheen het afsluitventiel 23 kan stromen, groter is dan wanneer het eerste smoorventiel 24 zich volgens de lucht-stromingsrichting voor het afsluitventiel 23 zou bevinden.
Door het smoorventiel 24 dicht bij het afsluitventiel 23 te voorzien, kan tevens bij het openen van het afsluitventiel 23 de drukopbouw aan de uitgang 21 van de luchttoevoerblok 19 sneller gebeuren, of kan deze druk vlugger een gewenste waarde die ingesteld is door het smoorventiel 24 bereiken. Het gedeelte van de hoofdleiding 22 voor het afsluitventiel 23 mag ruim uitgevoerd worden om de luchtweerstand aldaar verwaarloosbaar klein te maken. Het gedeelte van de hoofdleiding 22 na het afsluitventiel 23 vertoont liefst geen groot volume teneinde de drukopbouw sneller te laten gebeuren. Om geen bijkomende luchtweerstand te vormen, wordt dit gedeelte van de hoofdleiding 22 bij voorkeur recht uitgevoerd.
Het afsluitventiel 23 bestaat uit een plunjer 27 die door elektrische aandrijfmiddelen 28 axiaal heen en weer kan bewogen worden. Deze aandrijfmiddelen 28 bestaan bijvoorbeeld uit een stuurbare elektromagneet die de plunjer 27 afhankelijk van de aangelegde spanning in een bepaalde richting kan bevelen. De aandrijfmiddelen 28 worden bevestigd met niet weergegeven bevestigingsmiddelen aan de luchttoevoerblok 19. De luchttoevoerblok 19 kan tevens een dichtingsring 29 bevatten teneinde de doorstroming van perslucht langsheen de hoofdleiding 22 af te sluiten wanneer de plunjer 27 met de dichtingsring 29 contact maakt. Tevens is een dichtingsring 30 voorzien om te verhinderen dat perslucht langsheen het afsluitventiel 23 kan ontsnappen.
Het eerste smoorventiel 24 dat bedoeld is voor het instellen van de hoge druk of de weefdruk, bevat een plunjer 31 die door aandrijfmiddelen 32 heen en weer kan bevolen worden. De aandrijfmiddelen 32 bestaan bijvoorbeeld uit een stuurbare stappenmotor van het type waarbij een draaibeweging omgezet wordt in een lineaire beweging van een stang 33 die verbonden is met de plunjer 31. Deze aandrijfmiddelen 32 worden met niet weergegeven bevestigingsmiddelen bevestigd aan de luchttoevoerblok 19. Op de plunjer 31 is een dichtingsring 34 voorzien om te verhinderen dat perslucht langsheen de plunjer 31 kan ontsnappen. De plunjer 31 is verplaatsbaar in een boring van de luchttoevoerblok 19. De smoring van de perslucht wordt bekomen door de plunjer 31 die zich uitstrekt tot in de hoofdleiding 22 en zodoende de doorstroomopening van de hoofdleiding 22 plaatselijk beperkt.
Het tweede smoorventiel 26 dat bedoeld is voor het instellen van de lage druk, bevat een plunjer 35 die door aandrijfmiddelen 36 heen en weer kan bevolen worden en die samenwerkt met een zitting 37. De aandrijfmiddelen 36 bestaan bijvoorbeeld uit een stuurbare stappenmotor van het type waarbij een draaibeweging omgezet wordt in een lineaire beweging van een stang 38 die verbonden is met de plunjer 35. Deze aandrijfmiddelen 36 worden met niet weergegeven bevestigingsmiddelen bevestigd aan de luchttoevoerblok 19. Op de plunjer 35 is een dichtingsring 39 voorzien om te verhinderen dat perslucht langsheen de plunjer 35 kan ontsnappen. De smoring wordt bekomen door de doorstroomopening tussen de plunjer 35 en de zitting 37 te wijzigen door de plunjer 35 te verplaatsen. De plunjer 35 kan nog een dichtingsring 40 bevatten die kan samenwerken met de zitting 37 teneinde te verhinderen dat perslucht langsheen de omloopleiding 25 kan stromen wanneer de plunjer 35 zich nagenoeg volledig in de zitting 37 bevindt. De plunjer 35 is verplaatsbaar en de zitting 37 is vast bevestigd in een boring van de luchttoevoerblok 19.
De opstelling van het afsluitventiel 23, de smoorventielen 24 en 26, de hoofdleiding 22 en de omloopleiding 25 is zodanig dat hiertoe slechts een beperkt aantal boringen in de luchttoevoerblok 19 voorzien moeten worden. Om te verhinderen dat perslucht op een andere plaats dan de uitgang 21 uit de luchttoevoerblok 19 zou kunnen ontsnappen worden nog dichtingspluggen 41, 42 en 53 voorzien ter hoogte van boringen in de luchttoevoerblok 19.
Het gebruik van stappenmotoren van het type waarbij een draaibeweging omgezet wordt in een lineaire beweging van een stang 33, 38 laat toe de plunjer 31 of 35 in zeer kleine stappen te verplaatsen zodat de smoring van de smoorventielen 24 of 26 op een eenvoudige manier volgens veel waarden kan ingesteld worden.
De elektrische leidingen 43, 44 en 45 voor de aandrijf-middelen 28, 32 en 36 worden bij voorkeur geleid naar een niet in detail weergegeven plug 46 die bevestigd is aan de luchttoevoerblok 19 en waarop, zoals weergegeven in figuur 1, een elektrische leiding 47, 48 of 49 kan aangesloten worden die naar de stuureenheid 50 van de weefmachine wordt geleid.
De werking van de inrichting volgens de uitvinding wordt hierna beschreven. Wanneer men een inslagdraad wil inbrengen wordt het afsluitventiel 23 geopend en stroomt perslucht vanaf het verdeelreservoir 6 via de tussen de ingang 20 en de uitgang 21 gelegen hoofdleiding 22 volgens de luchstroom-richting naar de betreffende hoofdblazer. De druk van de perslucht aan de uitgang 21 wordt bepaald door de positie van de plunjer 31 van het eerste smoorventiel 24. Door die positie te wijzigen kan men de voornoemde druk wijzigen. Wanneer een inslagdraad reeds gedeeltelijk ingebracht is wordt het afsluitventiel 23 gesloten en stroomt perslucht vanaf het verdeelreservoir 6 via de omloopleiding 25 naar de betreffende hoofdblazers. De druk van de perslucht aan de uitgang 21 wordt bepaald door de positie van de plunjer 35 van het tweede smoorventiel 26. De druk die bepaald wordt door het tweede smoorventiel 26 is laag en is zodanig dat er juist voldoende perslucht naar de hoofdblazers stroomt om te vermijden dat een inslagdraad uit de hoofdblazer zou vallen.
Volgens een voorkeurdragende uitvoeringsvorm zijn middelen 51 voorzien in de luchttoevoerblok 19 die kunnen samenwerken met een elektrische druksensor 52 en die toelaten de druk te meten op een plaats tussen de uitgang 21 van de luchttoevoerblok 19 en volgens de luchtstromingsrichting voorbij de beide stuurbare smoorventielen 24 en 26. De elektrische druksensor 52 is bijvoorbeeld van het type dat een elektrisch signaal levert in functie van de gemeten druk en dat toelaat het drukverloop in functie van de tijd op te meten. Deze middelen 51 bestaan uit boringen die voorzien zijn in de luchttoevoerblok 19 en die uitmonden in de hoofdleiding 22 nabij de uitgang 21. Om te vermijden dat perslucht langsheen één van deze boringen kan uitstromen is ook een dichtingsplug 53 voorzien. Verder bevatten de middelen 51 een inplugsysteem 54 dat vast bevestigd is aan de luchttoevoerblok 19 en waarmee een druksensor 52 aan de luchttoevoerblok 19 kan bevestigd worden. Dit inplugsysteem 54 bevat niet nader weergegeven afdichtingen die verhinderen dat perslucht via dit inplugsysteem 54 kan ontsnappen wanneer de druksensor 52 verwijderd wordt. De druksensor 52 kan via een elektrische geleider 55 verbonden worden met de plug 46 die op haar beurt elektrisch verbonden is met de stuureenheid 50 van de weefmachine. Volgens een variante kan de geleider 55 ook rechtstreeks verbonden worden met de stuureenheid 50.
De druksensor 52 meet de druk van de perslucht op een plaats die volgens de luchtstromingsrichting voorbij de smoorven-tielen 24 en 26 gelegen is, en meet zodoende een druk die nagenoeg gelijk is aan de druk die heerst aan de uitgang 21 van de luchttoevoerblok 19, dit is de druk die bepaald wordt door de instelling van de smoorventielen 24 of 26 en waaronder de perslucht toegevoerd wordt aan de hoofdblazers. De inrichting volgens de uitvinding leent zich hiertoe bijzonder goed om de smoorventielen 24 en 26 correct in te stellen aan de hand van een drukmeting met de druksensor 52. Daar de smoorventielen 24 en 26 elektrisch stuurbaar zijn met behulp van de stuureenheid 50 van de weefmachine is het mogelijk de gewenste drukken via een ingaveeenheid 56 aan de stuureenheid 50 door te geven en automatisch de aandrijf-middelen 32 en 36 van de smoorventielen 24 en 26 te sturen zodat de werkelijk aanwezige druk overeen komt met de ingegeven druk.
Daar bij het weven de druk bijvoorbeeld verloopt zoals weergegeven in figuur 3, is het mogelijk dit drukverloop 66 van de door de elektrische druksensor 52 gemeten druk P in functie van de tijd T weer te geven via een weergaveeenheid 57 die gekoppeld is met de stuureenheid 50. Dergelijke elektrische druksensor 52 die in staat is het drukverloop in functie van de tijd te meten, biedt als voordeel ten opzichte van een klassieke manometer, dat de druk en het drukverloop tijdens het weven kunnen bepaald worden, dit betekent zonder dat de weefmachine hoeft stilgezet te worden. Dit drukverloop 66 bevat een minimale druk die door het smoorventiel 26 wordt bepaald en een maximale druk die door het smoorventiel 24 wordt bepaald. Tevens kan de stuureenheid 50 middelen bevatten die de maximale waarde en de minimale waarde van de druk op de weergaveeenheid 57 brengen. Eveneens kan een reactietijd van drukopbouw of van drukafval van de inrichting weergegeven worden op de weergaveeenheid 57. De mogelijke reactietijd van drukopbouw is de tijd tussen het aansturen van de aandrijfmiddelen 28 van het afsluitventiel 23 om het afsluitventiel 23 te openen en het ogenblik dat de druk bijvoorbeeld 90% van zijn maximale waarde bereikt, terwijl een mogelijke reactietijd van drukafbouw de tijd is tussen het aansturen van de aandrijfmiddelen 28 van het afsluitventiel 23 om het afsluitventiel 23 te sluiten en het ogenblik dat de druk bijvoorbeeld 50% van zijn maxiale waarde bereikt. Het bepalen van deze tijden geeft een aanduiding van de goede werking van het afsluitventiel 23. Verder kunnen de reactietijden en het drukverloop over een langere tijd door de stuureenheid 50 bewaakt worden, teneinde afwijkingen ten opzichte van de oorspronkelijke waarden te kunnen vaststellen. Dit laat bijvoorbeeld toe de sleet van het afsluitventiel 23 en/of de smoorventielen 24, 26 te bepalen.
In figuur 4 is een inrichting 8 volgens de uitvinding weergegeven waarbij de plunjers 31 en 35 in een verschillende boring in de luchttoevoerblok 19 zijn voorzien. De plunjer 31 mondt volgens de luchtstromingsrichting uit op een plaats in de hoofdleiding 22 die voor de omloopleiding 25 is gelegen. Dit biedt als voordeel dat de maximale en de minimale waarde van de druk respectievelijk alleen bepaald worden door het smoorventiel 24 en het smoorventiel 26. Hierbij is de druksensor 52 ook rechtstreeks met behulp van bevestigingsmiddelen verbonden met de luchttoevoerblok 19. De plunjer 31 is hierbij in een positie weergegeven waarbij die een zekere afstand in de hoofdleiding 22 binnendringt, terwijl de plunjer 35 zich dichter van de zitting 37 bevindt dan de in figuur 2 weergegeven plunjer 35.
In figuur 5 is een inrichting 9 volgens de uitvinding weergegeven waarbij in de hoofdleiding 22 naast het smoorventiel 24 nog een smoorventiel 58 is voorzien dat volgens de lucht-stromingsrichting voor het afsluitventiel 23 uitmondt in de hoofdleiding 22. Dit smoorventiel 58 bevat een plunjer 59 die via een stang 60 door aandrijfmiddelen 61 wordt bevolen. De aandrijfmiddelen 61 zijn analoog als de aandrijfmiddelen 32 van het smoorventiel 24 uitgevoerd en worden via een elektrische leiding 62 met de plug 46 gekoppeld. Om te vermijden dat perslucht langsheen de plunjer 59 zou stromen wordt in de luchttoevoerblok een dichtingsplug 63 voorzien. De plunjers 59 en 31 bevinden zich hierbij in de hoofdleiding 22. Hierbij zijn de middelen 51 gevormd door een boring die loodrecht op de hoofdleiding 22 staat en die uitmondt nabij de druksensor 52 die, zoals weergegeven in figuur 1, zijdelings aan de luchttoevoerblok van de inrichting 9 is bevestigd.
Zoals weergegeven in figuur 1 kunnen de inrichtingen 7, 8 en 9 volgens de uitvinding op een overzichtelijke manier naast elkaar opgesteld worden, hetgeen de compactheid van het geheel ook bevordert. Tevens kunnen alle inrichtingen 7, 8 en 9 eenvoudig op het verdeelreservoir 6 bevestigd worden, hetgeen vele tussenleidingen uitschakelt. Door het smoorventiel 24 kan de druk van de aan de hoofdblazers 2, 3 en 4 toegevoerde perslucht per hoofdblazer verschillend ingesteld worden, zelfs in geval de perslucht van het verdeelreservoir 6 voor alle hoofdblazers gelijk is. Het voorzien van een plug 46 op elke inrichting 7, 8 of 9 volgens de uitvinding laat ook toe de elektrische leidingen 47, 48 en 49 op een eenvoudige manier te ordenen.
In geval een druksensor 52 rechtstreeks bevestigd is aan de luchttoevoerblok 19 van de inrichtingen 7, 8 en 9 geniet het de voorkeur ter hoogte van elke luchttoevoerblok 19 een druksensor 52 te voorzien. Indien de druksensor 52 via een inplugsysteem 54 bevestigd wordt aan de luchttoevoerblok 19 is het mogelijk één enkele druksensor 52 te voorzien die met de luchttoevoerblok 19 van elke inrichting 7, 8 of 9 kan gekoppeld worden. Via de ingaveeenheid 56 kan aan de stuureenheid 50 medegedeeld worden van welke inrichting 7, 8 of 9 de druk en/of het drukverloop gemeten wordt.
Zoals verder verduidelijkt in figuren 2, 4 en 5 wordt de luchttoevoerblok 19 met niet weergegeven bouten bevestigd tegen het verdeelreservoir 6. Tussen de luchttoevoerblok 19 en het verdeelreservoir 6 kan een dichtingsring 64 voorzien worden om te vermijden dat perslucht aldaar uitstroomt. Het rechtstreeks bevestigen van de luchttoevoerblok 19 aan het verdeelreservoir 6 biedt als voordeel dat er geen leiding tussen het verdeelreservoir 6 en de luchttoevoerblok 19 aanwezig is, hetgeen voordelig is voor de stromingsverliezen en voor de compactheid van de inrichting volgens de uitvinding. Verder is ter hoogte van de uitgang 21 van de luchttoevoerblok 19 een koppelsysteem 65 voorzien waarop een leiding 10, 11 of 12 kan aangesloten worden. Het verdeelreservoir 6 kan ook nog voorzien worden van openingen waarop geen inrichting volgens de uitvinding is aangesloten en die zoals weergegeven in figuur 1 door middel van een afdichtingsplug 67 worden afgedicht.
Niettegenstaande de inrichtingen 7, 8 en 9 in de weergegeven uitvoeringsvormen verschillend zijn uitgevoerd, is het duidelijk dat die bij een bepaalde weefmachine identiek kunnen uitgevoerd worden.
Volgens een variante kunnen meerdere verdeelreservoirs voorzien worden die met respectievelijke inrichtingen volgens de uitvinding in verbinding staan. Elk verdeelreservoir kan via een toevoerleiding en eventueel een drukregelaar met een persluchtbron in verbinding staan.
Volgens een niet weergegeven variante is het mogelijk dat het smoorventiel 24 en het afsluitventiel 23 door een enkel ventiel worden gevormd. Hierbij kan ofwel de plunjer 31 van het smoorventiel 24 een zodanige vorm vertonen en over een zodanige afstand beweegbaar zijn, dat de plunjer 31 de hoofdleiding 22 volledig kan afsluiten. Volgens een variante kan de positie van de plunjer 27 van het afsluitventiel 23 bij een geopend afsluitventiel 23 stuurbaar zijn, zodanig dat ter hoogte van de plunjer 27 in functie van de positie van deze plunjer 27 in geopende toestand een gewenste smoring van de perslucht wordt bekomen. Dit betekent dat een enkel ventiel voorzien wordt dat zowel de functie van het afsluit-ventiel 23 als van het smoorventiel 24 vervult, meer speciaal dat dit ventiel de hoofdleiding 22 kan afsluiten en de doorheen de hoofdleiding 22 stromende perslucht gepast kan smoren.
De inrichting volgens de uitvinding beperkt zich uiteraard niet tot de als voorbeeld beschreven en in de figuren weergegeven uitvoeringsvormen maar kan binnen het kader van de uitvinding volgens verschillende varianten uitgevoerd worden.

Claims (9)

1. Inrichting voor het toevoeren van perslucht aan een hoofdblazer (2,3,4) van een weefmachine, daardoor gekenmerkt dat de inrichting een luchttoevoerblok (19) bevat met een ingang (20) en een uitgang (21) voor perslucht, een tussen de ingang (20) en de uitgang (21) in de luchttoevoerblok (19) voorziene hoofdleiding (22) waarin een stuurbaar afsluitventiel (23) en/of een stuurbaar smoorventiel (24,58) zijn voorzien, en een tussen de ingang (20) en de uitgang (21) in de luchttoevoerblok (19) voorziene omloopleiding (25) waarin een stuurbaar smoorventiel (26) is voorzien.
2. Inrichting volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat de inrichting in de luchttoevoerblok (19) voorziene middelen (51) bevat die kunnen samenwerken met een elektrische druksensor (52) en die toelaten de druk te meten op een plaats tussen de uitgang (21) van de luchttoevoerblok (19) en volgens de luchtstromingsrichting voorbij de stuurbare smoorventielen (24,26,58).
3. Inrichting volgens conclusie 2, daardoor gekenmerkt dat de middelen (51) bestaan uit een in de luchttoevoerblok (19) voorziene boring.
4. Inrichting volgens conclusie 2 of 3, daardoor gekenmerkt dat de druksensor (52) rechtstreeks of via een inplugsysteem (54) bevestigd is aan de luchttoevoerblok (19).
5. Inrichting volgens één der conclusies 1 tot 4, daardoor gekenmerkt dat de ingang van de omloopleiding (25) aansluit op de hoofdleiding (22) tussen de ingang (20) van de luchttoevoerblok (19) en het afsluitventiel (23), en de uitgang (21) van de omloopleiding (25) uitmondt in de hoofdleiding (22) tussen het afsluitventiel (23) en de uitgang (21) van de luchttoevoerblok (19).
6. Inrichting volgens één der conclusies 1 tot 5, daardoor gekenmerkt dat de stuurbare smoorventielen (24,26,58) een plunjer (31,35,59) en stuurbare aandrijfmiddelen (32,36,61) bevatten.
7. Inrichting volgens conclusie 6, daardoor gekenmerkt dat de stuurbare aandrijfmiddelen (32,36,61) bestaan uit een stuurbare stappenmotor.
8. Inrichting volgens één der conclusies 1 tot 7, daardoor gekenmerkt dat de aandrijfmiddelen (32,36,61) van de stuurbare smoorventielen (24,26,58) en de aandrijfmiddelen (28) van het stuurbaar afsluitventiel (23) bevestigd worden aan de luchttoevoerblok (19).
9. Inrichting volgens één der conclusies 1 tot 8, daardoor gekenmerkt dat de elektrische druksensor (52) een elektrisch signaal levert in functie van de gemeten druk.
BE9600116A 1996-02-09 1996-02-09 Inrichting voor het toevoeren van perslucht aan een hoofdblazer van een weefmachine. BE1010015A3 (nl)

Priority Applications (6)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE9600116A BE1010015A3 (nl) 1996-02-09 1996-02-09 Inrichting voor het toevoeren van perslucht aan een hoofdblazer van een weefmachine.
US09/117,544 US6062273A (en) 1996-02-09 1997-01-23 Device for the supply of compressed air to a main jet nozzle of an air shuttle loom
EP97901077A EP0879307B1 (de) 1996-02-09 1997-01-23 Vorrichtung zum zuführen von druckluft zu einer hauptblasdüse einer luftwebmaschine
JP52809397A JP4177896B2 (ja) 1996-02-09 1997-01-23 空気織機の主噴射ノズルへの圧縮空気供給用装置
DE59707418T DE59707418D1 (de) 1996-02-09 1997-01-23 Vorrichtung zum zuführen von druckluft zu einer hauptblasdüse einer luftwebmaschine
PCT/EP1997/000303 WO1997029231A1 (de) 1996-02-09 1997-01-23 Vorrichtung zum zuführen von druckluft zu einer hauptblasdüse einer luftwebmaschine

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE9600116A BE1010015A3 (nl) 1996-02-09 1996-02-09 Inrichting voor het toevoeren van perslucht aan een hoofdblazer van een weefmachine.
BE9600116 1996-02-09

Publications (1)

Publication Number Publication Date
BE1010015A3 true BE1010015A3 (nl) 1997-11-04

Family

ID=3889530

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE9600116A BE1010015A3 (nl) 1996-02-09 1996-02-09 Inrichting voor het toevoeren van perslucht aan een hoofdblazer van een weefmachine.

Country Status (6)

Country Link
US (1) US6062273A (nl)
EP (1) EP0879307B1 (nl)
JP (1) JP4177896B2 (nl)
BE (1) BE1010015A3 (nl)
DE (1) DE59707418D1 (nl)
WO (1) WO1997029231A1 (nl)

Families Citing this family (11)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE29721042U1 (de) * 1997-11-28 1998-02-05 Dornier Gmbh Lindauer Webmaschine, insbesondere Luftdüsenwebmaschine
DE29806552U1 (de) * 1998-04-09 1998-07-09 Dornier Gmbh Lindauer Schußfadeneintragsvorrichtung für eine Luftdüsenwebmaschine
BE1012032A3 (nl) * 1998-06-10 2000-04-04 Picanol Nv Luchttoevoerblok voor een weefmachine.
DE10124290C1 (de) * 2001-05-17 2003-01-23 Dornier Gmbh Lindauer Düsenwebmaschine, insbesondere Lüftdüsenwebmaschnine mit einem Schussfadeneintragsystem
JP2008525726A (ja) 2004-12-24 2008-07-17 ピカノール エヌ. ヴィ. 織機用の絞り弁
DE102005004064A1 (de) 2005-01-21 2006-07-27 Picanol N.V. Vorrichtung zum Eintragen von Schussfäden bei einer Luftdüsenwebmaschine
BE1016504A3 (nl) * 2005-04-25 2006-12-05 Picanol Nv Werkwijze voor het inbrengen van een inslagdraad bij een weefmachine.
EP2319968B1 (en) 2009-11-09 2013-01-02 ITEMA S.p.A. Air control system for inserting a weft yarn in a pneumatic weaving loom
BE1019803A3 (nl) * 2011-04-06 2012-12-04 Picanol Luchttoevoereenheid en werkwijze voor het toepassen van een luchttoevoereenheid.
DE102012208158B3 (de) * 2012-05-15 2013-09-05 Lindauer Dornier Gmbh Luftdüsenwebmaschine mit einer Vorrichtung zur Druckluftversorgung
WO2018049458A1 (en) * 2016-09-16 2018-03-22 Haas Food Equipment Gmbh Food dough extrusion machine

Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE3300934A1 (de) * 1982-01-18 1983-07-21 Rueti Te Strake Bv Verfahren zum eintragen verschiedener schussfaeden von unterschiedlicher garnbeschaffenheit in das webfach einer duesenwebmaschine und duesenwebmaschine zum durchfuehren des verfahrens
EP0186597A2 (en) * 1984-12-25 1986-07-02 Nissan Motor Co., Ltd. Air jet loom
US5086812A (en) * 1990-02-15 1992-02-11 Picanol N.V., Naamloze Vennootschap Weft thread supplying device with rotary throttle valve in airjet weaving machines

Family Cites Families (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CH647017A5 (de) * 1980-10-22 1984-12-28 Rueti Ag Maschf Luftversorgungssystem fuer eine pneumatische webmaschine.
NL8200169A (nl) * 1982-01-18 1983-08-16 Rueti Te Strake Bv Werkwijze voor het weven op een spoelloze weefmachine.
FR2556375B1 (fr) * 1983-12-13 1986-06-20 Saurer Diederichs Sa Dispositif d'alimentation en air comprime pour machine a tisser avec insertion pneumatique d'au moins deux fils de trame

Patent Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE3300934A1 (de) * 1982-01-18 1983-07-21 Rueti Te Strake Bv Verfahren zum eintragen verschiedener schussfaeden von unterschiedlicher garnbeschaffenheit in das webfach einer duesenwebmaschine und duesenwebmaschine zum durchfuehren des verfahrens
EP0186597A2 (en) * 1984-12-25 1986-07-02 Nissan Motor Co., Ltd. Air jet loom
US5086812A (en) * 1990-02-15 1992-02-11 Picanol N.V., Naamloze Vennootschap Weft thread supplying device with rotary throttle valve in airjet weaving machines

Also Published As

Publication number Publication date
WO1997029231A1 (de) 1997-08-14
EP0879307B1 (de) 2002-06-05
EP0879307A1 (de) 1998-11-25
DE59707418D1 (de) 2002-07-11
JP2000504788A (ja) 2000-04-18
JP4177896B2 (ja) 2008-11-05
US6062273A (en) 2000-05-16

Similar Documents

Publication Publication Date Title
BE1010015A3 (nl) Inrichting voor het toevoeren van perslucht aan een hoofdblazer van een weefmachine.
US5605173A (en) Liquid distribution operable by solenoid valves
US4106671A (en) Liquid head control system
US4611590A (en) Arrangement for adding liquid anesthetic to the respiratory gas supplied to a patient
US5924272A (en) Yarn threading and guiding device for false twist texturing machine
US3360986A (en) Flow tester for plastic materials
US4131010A (en) Hydraulic test set
JPH10226931A (ja) 精紡機におけるドラフト機構の空気圧による加重装置の加圧媒体の漏洩を監視するための装置
EP0455663A1 (en) Valve design
DE10208035A1 (de) Verfahren und Vorrichtung zum Überprüfen der Durchgängigkeit von Endoskopkanälen
CA1092585A (en) Fluid flow governing valve means
US3266048A (en) Recorder and inking system therefor
EP0191055A1 (en) Method and apparatus for controlling leaks in pressurized fluid systems
US2968948A (en) Sampling device for bag filling apparatus
DE1558166A1 (de) Verfahren und Vorrichtung zum steuerbaren Giessen
CH669412A5 (nl)
US2999528A (en) Stretch measuring and limiting device for stretching machines
JPH0353063B2 (nl)
BE1012032A3 (nl) Luchttoevoerblok voor een weefmachine.
DE60307446T2 (de) Vorrichtung und Verfahren zum Dosieren einer vorbestimmten Menge kompressible Luft enthaltenden Flüssigkeit
US2625963A (en) Spring assembling machine
JP2545411Y2 (ja) 多孔可変オリフィス弁の制御装置
SU806251A1 (ru) Устройство дл пневматического до-зиРОВАНи РАСплАВА
US1211027A (en) Bottle-filling machine.
US1661186A (en) Air-service equipment

Legal Events

Date Code Title Description
RE Patent lapsed

Effective date: 20040228