NL8802075A - Werkwijze en inrichting voor het in een houder rangschikken van voorwerpen. - Google Patents

Description

Werkwijze en inrichting voor het in een houder rangschikkenvan voorwerpen

De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor hetin een houder rangschikken van voorwerpen, zoals verpakkingenvoor een produkt, waarbij de voorwerpen één voor één ofgroepsgewijs volgens een toevoerrichting worden aangevoerd.

Bij het verpakken van voorwerpen komt het veelvuldigvoor dat de voorwerpen in een bepaalde rangschikking in eenhouder, bijv. doos moeten worden geplaatst, welke doos laterdient als 'display' bij het verkooppunt, bijv. een super¬markt, waarbij de rangschikking zodanig is dat het produktvoor de klant optimaal zichtbaar is. De klant pakt dan hetvoorwerp direkt uit deze houder of doos. Het is tot nu toegebruikelijk om de voorwerpen eerst afzonderlijk te stapelenen de stapels één voor één of groepsgewijs in de houder aante brengen.

De uitvinding beoogt deze werkwijze te verbeteren waar¬door het verpakken van moeilijk verpakbare produkten, bijv.ronde dozen e.d., eenvoudig en flexibel kan plaatsvinden.

De werkwijze volgens de uitvinding onderscheidt zichdoordat de te vullen houder in een bewegingsrichting wordtgevoerd, welke een hoek insluit met de toevoerrichting van devoorwerpen.

Dankzij deze hoekinsluiting van de twee bewegingsrich¬tingen is het mogelijk om de stand van de te vullen houderaan te passen aan de vorm en soort van verpakking van devoorwerpen, de voorwerpen direkt in de houder op elkaar kun¬nen worden gestapeld, waarbij de zwaartekracht kan worden ge¬bruikt om de voorwerpen in de houder volgens rijen en/of ko¬lommen te rangschikken, één en ander zodanig dat dezevoorwerpen in een stand liggen die de verkoop direct uit dehouder bevorderd.

Volgens een uitvoeringsvorm is de bewegingsrichting vande houder vertikaal, hetgeen het stapelen van de voorwerpenmet name afgeknot kegelvormige, vereenvoudigt.

De uitvinding heeft bovendien betrekking op een inrich¬ting voor het uitvoeren van de bovenvermelde werkwijze. Deinrichting volgens de uitvinding kenmerkt zich door een eer¬ ste transporteur voor het op afstand van elkaar toevoeren vande voorwerpen, en een tweede transporteur voor het verplaat¬sen van de houder, waarbij de hoek van de afvoerinrichtingbij het afloopeinde van de eerste transporteur loodrechtstaat op de voortbewegingsrichting van de tweede transporteurvoor de houder.

De uitvinding wordt nader toegelicht in de hieronder-staande figuurbeschrijving van een tweetal uitvoeringsvoor-beelden. In de tekening toont:

Fig. 1 een schematisch bovenaanzicht van een eerste uit¬voeringsvorm van een inrichting werkend volgens de principesvan de uitvinding,

Fig. 2 een schematisch staand zijaanzicht volgens delijn II-II in fig. T,

Fig. 3 een met fig. 2 overeenkomend staand zijaanzichtvan een tweede uitvoeringsvorm van de inrichting volgens deuitvinding,

Fig. 4 een perspektivisch bovenaanzicht van een als dis¬play uitgevoerde doos met daarin volgens de uitvinding ge¬rangschikte voorwerpen.

De in fig. 1 en 2 getoonde uitvoeringsvorm bestaat uiteen eerste transporteur 1 voor het toevoeren van de te behan¬delen voorwerpen V en een tweede transporteur 2, welke op hetwerkzame part 3 achter elkaar houders 4 aanvoert waarin devoorwerpen dienen te worden gerangschikt.

Op de transporteur 1 is op het bovenpart een aantalvoorwerpen V geplaatst en wel in rijen van vier, waartoe deeerste transporteur is voorzien van een viertal eindloze ban¬den 5. Het bovenpart van de eindloze band is gekromd bij 6 enverloopt zodanig dat de aanvoerrichting van de voorwerpen on¬der een hellende hoek omlaag staat, zie pijl P1. Tussen deaflooprand van de eerste transporteur 1 en de tweede trans¬porteur 2 is een tweetal leiplatenn 7, 7' aangebracht. Deplaat 7' is door middel van een cilinder terugtrekbaar. Hetbovenpart 3 van de tweede transporteur 2 verloopt eveneensonder een hoek met de horizontaal en de hoek tussen de toe-voerrichting P1 en de voortbewegingsrichting P2 van het bo¬venpart 3 van transporteur 2 is in de getoonde uitvoerings- vorm 900 .

De transporteur 2 is eveneens uitgevoerd als eindlozeband 8, welke is voorzien van stroken 9 voor het ondersteunenvan telkens een drager 4. De drager 4 komt van een verzamel-resp. vouwstation 10, die is uitgevoerd met een kantelbaarplatform 11 welke in de richting van de pijl P3 kantelbaar ismet een stand aangegeven met de onderbroken lijn 12 in fig.

2. Onder invloed van de zwaartekracht zal een drager 4 tegeneen strook 9 stoten, waarbij de geleiding door middel van eengeleidestrook 13 wordt bevorderd. Zodra een drager 4 tegeneen strook 9 ligt, kan de strook 9 tot aan de geleideplaat 7worden gebracht, waarna het vullen van de voorwerpen in dedrager kan plaatsvinden. Daartoe wordt de transporteur 1 inde richting van de pijl P1 aangezet en vallen de voorwerpenonder invloed van de zwaartekracht telkens één voor één in dedrager 4. Telkens als een voorwerp V in de drager is terecht¬gekomen wordt deze over een afstand tenminste gelijk aan dehoogte van het voorwerp V omlaag verplaatst in de richtingvan de Pijl»P2. Een houder 4 kan aldus geheel worden gevuldmet een rij voorwerpen V, zie onder in fig. 2, waarna bij eenvolledig vullen de drager met de voorwerpen in de richtingvan de pijl P4 kan worden afgevoerd op een afvoertransporteur15. Voordat de gevulde houder wordt verwijderd van band 8wordt eerst een plaat 7' teruggetrokken.

In de getoonde uitvoeringsvorm zijn telkens vier endlozebanden 5 aangebracht, zodat een houder 4 gelijktijdig metvier voorwerpen naast elkaar kan worden gevuld zodat vierrijen voorwerpen in een drager kunnen worden gevormd.

Anderzijds is het mogelijk om telkens twee houders viernaast elkaar met twee rijen voorwerpen te vullen hetgeen infig. 1 is getoond.

In fig. 3 is een uitvoeringsvorm getoond waarbij dezelf¬de onderdelen met dezelfde referentiecijfers zijn aangegeven.

De eerste transporteur 1 strekt zich hier in horizon¬tale zin uit, zodat ook de toevoerrichting van de voorwerpenV, aangegeven met de pijl P1 zich in horizontale zin uit¬strekt.

De transporteur 2 voor de houder 4 werkt in de richtingvan de pijl P2 en wel vertikaal naar beneden.

Tussen de afvoerrand van de eerste transporteur 1 is eendraagvlak 7 opgenomen, dat zich eveneens horizontaal uit¬strekt. Teneinde het transport van de voorwerpen V over hetdraagvlak 7 op nauwkeurige wijze en op afstand van elkaar tebewerkstelligen, is een transportsysteem 20 boven het vlak 7'aangebracht.

Het transportsysteem 20 bestaat uit een eindloze ketting 21, welke om diverse omkeerrollen is geslagen, en waaraanmeenemers 22 op regelmatige afstand van elkaar zijn aange¬bracht. Elke meenemer 22 is een drukstrook, voorzien van eenarm 23, welke scharnierend bij 24 met de ketting 21 is ver¬bonden. Tussen een scharnierpunt 25 van de arm 23 en de ket¬ting 21 is een trekstang 26 aangebracht, welke bij 27 schar¬nierend met de ketting 21 is verbonden. De funktie van detrekstang 26 is zodanig dat bij de op passende plaatsen aan¬gebrachte omkeerrollen, bijv. 28, 29 en 30, het drukorgaan 22, welke zich boven het vlak 7 vertikaal naar beneden toeuitstrekt, bij de omkeerrol 28 aanvankelijk vertikaal omhoogbeweegt, waardoor het zich van het vlak 7 verwijdert. Na deomkeerrollen 29, 30 in het part naar de volgende omkeerrol 31wijst opnieuw het drukorgaan 22 omlaag, waarna in de daarop¬volgende omkeerrollen 32, 33, 34 het drukorgaan 22 aanvanke¬lijk omhoog en vervolgens naar rechts in fig. 3 wijst. Bijhet meenemen van een voorwerp V op het einde van de transpor¬teur 1 zal bij de omkeerrol 35 het drukorgaan 22 zich achtereen voorwerp V plaatsen en deze meenemen en voortduwen overhet vlak 7, tot in de op de transporteur 2 aangebrachte dra¬ger 4. Telkens als er een voorwerp in de houder 4 is ge¬plaatst, zakt deze over een afstand tenminste gelijk aan dehoogte van het voorwerp naar beneden om het volgende voorwerpop te nemen. Zodra de houder 4 volledig is gevuld, kan dezeworden afgenomen van het omlaagzakkende plateau van transpor¬teur 2, die vervolgens kan worden voorzien van een volgendehouder 4 nadat deze in de uitgangsstand waarbij het plateau 2zich ter hoogte van het vlak 7 bevindt, is teruggesteld.

Het zal duidelijk zijn dat ook in deze uitvoeringsvormmeer dan één rij voorwerpen kan worden aangevoerd, zodat dehouder 4 gelijktijdig in meer rijen gerangschikte voorwerpenkan opnemen.

Het eindresultaat is te zien in fig. 4 waarbij de houder4 is uitgevoerd als een uit karton gevouwen doos, waarvan devoorwand 4' lager is dan de overige zijwanden daarvan. Delage voorwand 4' geeft de gebruiker een vol zicht op de hieraan de zijde van de verpakking van de kleine diameteraangebrachte reklame.

Vanzelfsprekend is ook en omgekeerde rangschikking vande voorwerpen V mogelijk, één en ander zoals getoond in defiguren 2 en 3.

De getoonde voorwerpen kunnen van willekeurige aarden vorm zijn, bijv. kegelvormige kuipjes voor het verpakkenvan boter, margarine en andere smeerbare stoffen.

De uitvinding is niet beperkt tot de hierboven beschre¬ven uitvoeringsvormen.

Λ

Claims (9)

1. Werkwijze voor het in een houder (4) rangschikken vanvoorwerpen (V), zoals verpakkingen van een produkt, waarbijde voorwerpen één voor één of groepsgewijs volgens een toe-voerrichting (Pi) worden aangevoerd, met het kenmerk i dat de te vullen houder (4) in een bewegingsrichting (P2)wordt verplaatst, welke een hoek insluit met de toevoerrich-ting (P1).

2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerkdat de te vullen houder (4) stapsgewijs over een lengte wordtverplaatst welke tenminste overeenkomt met de hoogte van hetvoorwerp.

3. Werkwijze volgens conclusie 1 en 2, met het ken¬merk, dat de bewegingsrichting (P2) van de horizontaal af¬wijkt.

4. Werkwijze volgens conclusie 1-3,met het kenmerkdat de hoek tussen de toevoerrichting (P1) en de bewegings¬richting (P2) 90° is.

5. Werkwijze volgens conclusie 1-4,met het kenmerkdat de bewegingsrichting (P2) vertikaal gericht is.

6. Inrichting voor het uitvoeren van de werkwijze vol¬gens één der voorgaande conclusies, gekenmerkt dooreen eerste toevoertransporteur (1) voor het toevoeren vanvoorwerpen (V), een tweede transporteur (2) voor het stapsge¬wijs verplaatsen van houders (4), waarbij middelen zijn aan¬gebracht voor het separeren van de voorwerpen op de eerstetransporteur.

7. Inrichting volgens conclusie 6, met het kenmerkdat de separatiemiddelen bestaan uit een eindloos aangedreventransportelement, voorzien van op afstand van elkaar aange¬brachte telkens een voorwerp aangrijpend drukorgaan.

8. Inrichting volgens conclusie 7, met het kenmerkdat het eindloze separatie-transportelement de voorwerpen aande achterzijde aangrijpen.

9. Houder voor het opnemen van voorwerpen, welke doormiddel van de werkwijze van de uitvinding zijn gerangschikt,welke houder is gekenmerkt door tenminste een verlaagdeopstaande rand, ter vorming van een display.