NL1017176C1

NL1017176C1 - Verpakkingsinrichting.

Info

Publication number: NL1017176C1
Application number: NL1017176A
Authority: NL
Inventors: Frank Marcus; Lambertus Antonius Jo Lunteren
Original assignee: L A J Van Lunteren Beheer B V; Frank Marcus
Priority date: 2001-01-23
Filing date: 2001-01-23
Publication date: 2002-07-25
Also published as: EP1225128A2; EP1225128A3

Description

VERPAKKINGSINRICHTING

De laatste jaren zijn kitpatronen een veelgebruikt artikel geworden voor zowel professionele bouwbedrijven als doehetzelvers. Deze kitpatronen, ook wel kit-kokers genoemd worden in verschillende hoeveelheden 5 verpakt in dozen. Deze hoeveelheden worden bepaald door de wensen van de klanten en zijn gevarieerd. Er zijn machines die de verpakkingswerkzaamheden kunnen ver lichten op de markt. Deze machines zijn echter gecompliceerd van constructie en daardoor duur. Tevens zijn vele 10 handelingen noodzakelijk.

Tevens is het met de huidige machines niet mogelijk om bepaalde types van dezerpatronen te verpakken. Het gaat hierbij onder meer om patronen mat lange vaste spuitmonden.

15 .De onderhavige uitvinding verschaft een inrichting voor het in een doos verpakken van een aantal voorwerpen, omvattende: -zich in hoofdzaak recht uitstrekkende geleidemiddelen voor het daar in hoofdzaak langs geleiden 20 en ondersteunen van een doos tijdens verpakkingshandelingen van de inrichting, -eerste transportmiddelen voor toevoertransport van de voorwerpen, -schikmiddelen voor het rangschikken van de 25 voorwerpen in een of meer rijen van een vooraf bepaald aantal voorwerpen boven elkaar, -tweede transportmiddelen voor aanvoertransport van een doos in planotoestand, -oprichtmiddelen voor het oprichten van de 3 0 doos, en -derde transportmiddelen voor invoertransport van de voorwerpen in de doos.

De onderhavige uitvinding voorziet in het uitvoeren van alle verpakkingshandelingen in een rechte 35 lijn waardoor de opzet van de machine eenvoudig is.

2

Een verdere voorkeursuitvoering voorziet in de vierde transportmiddelen voor het tijdens het vullen en sluiten in een rechte lijn horizontaal transporteren van een opgerichte doos over de geleidemiddelen. Transport 5 door middel van deze transportmiddelen over de geleidingsmiddelen is eveneens een voordeel dat een eenvoudige opzet mogelijk maakt.

Verdere aspecten van de uitvinding is dat de vierde transportmiddelen tevens inklemmiddelen omvatten 10 voor het opgericht en vormvast houden van een opgerichte doos door middel van het langs twee zijden verticaal inklemmen en ingeklemd houden van de doos tijdens transport daarvan. Doordat een opgerichte volle doos vormvast wordt ingeklemd door deze transportmiddelen 15 tijdens het transport is de eenvoudige opzet van deze uitvoering mogelijk. Het inklemmen houdt een doos tijdens het transport in een rechte lijn stevig waardoor het mogelijk is de doos tijdens het transport te sluiten en dicht te maken.

20 Een verdere voorkeursuitvoering voorziet erin dat de inklemafstand van de inklemmiddelen variabel instelbaar is voor verschillende doosmaten. Hierdoor is de inrichting te gebruiken voor een veelheid van doosmaten met gebruikmaking van de andere voordelen van 25 de uitvinding.

Een uitvoering is verder voorzien van dichtvouwmiddelen voor het dichtvouwen van flappen van de doos met gebruikmaking van de transportbeweging van de vierde transportmiddelen en van afsluitmiddelen voor het 30 afsluiten van een dichtgevouwen doos. Deze hulpmiddelen bij het verpakken kunnen zodanig worden aangebracht langs de geleidemiddelen dat het transport in een rechte lijn automatisch de juiste werking van de inrichting effectueert.

35 De afsluitmiddelen kunnen zijn uitgevoerd als plakmiddelen voor het afsluiten van de doos met gebruikmaking van plakband of lijm. Plaatsing van deze afsluitmiddelen langs de geleidemiddelen maakt deze zeer 3 eenvoudig bereikbaar en derhalve is het vernieuwen van rollen plakband erg eenvoudig en vlot uit te voeren.

Een voorkeursuitvoering van de onderhavige uitvinding is geschikt voor het verpakken van voorwerpen 5 die langgerekte en of cilindervormige voorwerpen zijn.

Dit kunnen dan bijvoorbeeld kitpatronen of spuitbussen zijn.

Een volgend aspect van de uitvinding voorziet in een rangschikinrichting voor hetr rangschikken van 10 voorwerpen, omvattende: -hefmiddelen voor het heffen van door de eerste transportmiddelen nieuw toegevoerde rijen voorwerpen, ondersteuningsmiddelen voor het aan de onderzijde ondersteunen van geheven rijen voorwerpen, en 15 -bijeenhoudmiddelen voor het aan de beide zijden bijeenhouden van een of meer rijen voorwerpen hiervan omvatten. Voordelen hiervan zijn dat een hoeveelheid kokers die worden aangevoerd via de eerste transportmiddelen automatisch worden gerangschikt om 20 zodanig in één beweging automatisch te kunnen worden ingevoerd in een doos door de derdertransportmiddelen.

De ondersteuningsmiddelen kunnen dan twee, zich tegenover elkaar bevindende en in de lengterichting van de voorwerpen in en uitschuifbare, rijen 25 ondersteuningspennen omvatten die: -in een eerste positie voldoende ver ingeschoven zijn om een rij door de hefmiddelen naar boven geheven pennen aan weerszijden aan de onderzijde te ondersteunen, en die 30 -in een tweede positie voldoende ver zijn uitgeschoven om de hefmiddelen niet te hinderen een nieuwe rij voorwerpen te laten heffen. Voordelen hiervan zijn dat het mogelijk is om een veelheid van rijen kokers te rangschikken. Als een eerdere rij is opgeheven en de 35 pennen deze omhoog houden kan een latere rij, die in dezelfde doos moet worden verpakt, worden aangevoerd tot onder de eerdere rij. Deze manier van rangschikken is 4 zeer effectief en maakt ook het rangschikken van kokers met vaste spuitmonden mogelijk.

Een ander aspect van deze uitvoering is dat de *' bijeenhoudmiddelen twee verticaal geplaatste evenwijdige 5 platen zijn. Deze platen houden tijdens het rangschikken de kokers vast die niet vanzelf door de pennen bijeen worden gehouden. Dit geld in het bijzonder voor de buitenste kokers van de, van onderaf gezien, tweede rij van de reeds geheven rij en de buitenste twee kokers van 10 de, van onderaf gezien, derde rij van de reeds geheven kokers; etc.

Een verdere uitvoeringsvorm van de uitvinding voorziet in derde transportmiddelen die een of meer verwisselbare platen omvatten. Afhankelijk van het aantal 15 rijen en het aantal kokers per rij is een andere vorm nodig van de plaat die de kokers in de dozen schuift.

Door per reeks van dozen een andere uitwisselbare plaat te gebruiken is in deze behoefte te voorzien.

Een verdere voorkeursvorm van de uitvinding 20 voorziet in oprichtmiddelen die 180 graden draaibaar om een draaipunt zijn. Dit biedt als voordeel dat dozen met opdruk van twee kanten in de inrichting kunnen worden ingevoerd hetgeen de gebruiksflexibiliteit van de inrichting vergroot. Verder zijn deze oprichtmiddelen 25 voorzien van zuigmiddelen voor het uitoefenen van kracht op de doos voor het oprichten.

Een verdere voorkeursuitvoering van de uitvinding is een Spuitmonddoseerinrichting voor gebruik met de inrichting, omvattende: 30 -telmiddelen voor het aftellen van spuitmonden, en/of -spuitmondplaatsingsmiddelen voor het plaatsen van afgetelde spuitmonden in en dal tussen twee aaneenliggende voorwerpen op een moment dat deze zich nog 35 op de eerste transportmiddelen bevinden. Het is voordelig dat indien er kitpatronen worden verpakt met losse spuitmonden deze automatisch mee kunnen worden verpakt.

5

Deze inrichting voorziet daarin door het automatisch aftellen en plaatsen van de spuitmonden.

Het toepassen van deze uitvoering voor het toevoegen van losse spuitmonden biedt als vernieuwend 5 voordeel dat het verpakken van dezelfde hoeveelheid kokers van verschillende maten met verschillende typen van spuitmonden in één doos mogelijk wordt. Tot nu toe ontstonden er problemen, als de dozen van een zekere overmaat zijn, met het richten van reeds ingepakte 10 kokers. Deze vallen in zo'n geval door elkaar heen en dit heeft tot gevolg dat er tussen de kokers geen netjes gevormde gaten meer zijn waar losse spuitmonden in kunnen worden gebracht.

Een verdere uitvoering van de uitvinding is een 15 werkwijze voor het in een doos verpakken van een aantal voorwerpen met gebruikmaking van de inrichting volgens een of meer van de voorgaande conclusies, omvattende de volgende stappen: -het toevoeren van de voorwerpen aan de 20 schikmiddelen door de eerste transportmiddelen, -het rangschikken van de toegevoerde voorwerpen in een of meer rijen van een of meer voorwerpen boven elkaar, -het toevoeren van een doos in planotoestand 25 via de geleidemiddelen naar een doos-vulpositie door de vierde transportmiddelen, -het oprichten van de doos door de oprichtmiddelen, -het inklemmen van de doos door de vierde 30 transportmiddelen voor het opgericht houden en vormvast houden tijdens transport, -het in de doos brengen van de gerangschikte voorwerpen.

Een verdere uitvoering van de werkwijze 35 omvatten een stap voor het in een lijn transporteren van de doos door middel van de vierde transportmiddelen.

Een verdere uitvoering van de werkwijze omvatten een stap voor het plaatsen van spuitmonden op de 6 kitkokers door de inrichting volgens conclusie 17 tijdens het transport door de eerste transportmiddelen.

Een verdere uitvoering van de werkwijze omvatten een stap voor het sluiten en/of dichtplakken van 5 de dozen tijdens de beweging van de vierde transportmiddelen.

Een verdere voorkeursuitvoering van de uitvinding omvat een werkwijze voor het schikken door middel van de schikmiddelen de voorwerpen schikken, 10 omvattende de volgende stappen: -het opheffen door de hefmiddelen van een, door de eerste transportmiddelen aangevoerde rij omvattende een of meer voorwerpen, terwijl de ondersteuningspennen zich in de tweede positie bevinden 15 -het naar elkaar toe bewegen van de ondersteuningspennen totdat zij zich in de eerste positie bevinden -het naar beneden bewegen van de hefmiddelen, -het aanvoeren naar de hefmiddelen van een 20 nieuwe rij voorwerpen door de eerste transportmiddelen, -het uit elkaar bewegen van de ondersteuningspennen totdat zij zich in de tweede positie bevinden.

Verdere voordelen, kenmerken en details van de 25 onderhavige uitvinding zullen duidelijk worden aan de hand van de beschrijving van een voorkeursuitvoeringsvorm daarvan met referentie aan de bijgevoegde figuren, waarin:

Figuur 1 een perspectivisch aanzicht van een 30 voorkeursuitvoeringsvorm weergeeft van de onderhavige uitvinding;

Figuur 2 een weergave in perspectief is van een onderdeel van de uitvoering van figuur 1;

Figuur 3 een weergave in perspectief is van 35 twee andere onderdelen van de uitvoering van figuur 1;

Figuur 4 een deels weggebroken weergave in perspectief is van een onderdeel van de uitvoering van 7 figuur 1 en een additioneel onderdeel voor het doseren en plaatsen van spuitmonden;

Figuur 5a. Een weergave is in perspectief van een onderdeel van de uitvoering van figuur 1; 5 Figuur 5b een zijaanzicht is van de uitvoering van figuur 5a,

Figuur 6, een zijaanzicht is van de uitvoering van figuur 5a in een andere positie.

Een voorkeursuitvoeringsvorm (fig. 1) is een 10 kitpatronenverpakkingsmachine 1 die volautomatisch kitpa-tronen in dozen verpakt. Hiertoe is voorzien in een centrale geleiderail 11 waarover de dozen, waarin de kitpatronen zullen worden verpakt, in horizontale richting verplaatst worden van rechts naar links. Een zeer 15 belangrijk voordeel van deze uitvoering is dat tijdens het verpakkingsproces de dozen geen andere beweging hoeven te maken dan deze horizontale schuifbeweging. De geleiderail is voorzien van kleine geleidewieltjes waarover de doos praktisch wrijvingsloos kan schuiven respec-20 tievelijk kan rollen. Verder is onder de geleiderail 11 voorzien in transportzuignappen (niet weergegeven) voor het aanvoeren van een doos in plano-toestand. Deze transport zuignappen zijn geschikt voor het transporteren van een doos van stapel (6a) naar de vul- en oprichtpositie 25 6B van de doos. Hier wordt de doos met behulp van draaiende oprichtzuignappen uitgeklapt, nadat de doos is uitgeklapt door de oprichtmiddelen (2).

In de hoofdlijn, midden tussen de geleiderail, is een transportrail (14) aangebracht. Deze transportrail 30 dient voor het geleiden van doorschuif en transportarmen (12) onder gebruikmaking van geleidedeel (13).

Ter hoogte van de plaats waar de doos wordt uitgeklapt, bevindt zich stapel- en schikmechanisme (3). Deze bestaat uit het blad met ribbels 38, een kitkoker-35 toevoerende transportband 33, een kitkoker omhooghouds-armenstel bestaande uit aandrijfeenheden 35 en 36 voor het aandrijven van kitkokeromhooghoudstangen 31 en 32, kitkokerbijeenhoudplaten 37 en 38 en een schuifplaat 34 8 voor het schuiven van de stapel kitkokers in de doos. De werking hiervan is als volgt: de kitkokers worden aangevoerd over transportband (33) tot op hefblad (38). Hefblad (38) heft een van tevoren bepaalde hoeveelheid 5 kitkokers, dat overeenkomt met één laag in de doos, omhoog. Daarna schuiven de kitkoker omhooghoudpennen naar elkaar toe, waardoor de einden hiervan enige afstand onder de kitkokers schuift in de bovenzijde van de tussenruimte tussen de 10 kokers waarbij de beide kitkokerfixeerplaten (37) en (38) de buitenste kokers fixeren tussen hun aanliggende buur-koker en hun aanliggende kokeromhooghoudstang. De aan-drijfmiddelen (35) en (36) veroorzaken de horizontale verschuiving van de kitkokeromhooghoudstangen (31) en 15 (32).

Indien zowel de doos is opgericht en ingeklemd en een stapel van het bij de doos passende aantal rijen van het geschikte aantal kokers zijn opgesteld, schuift kokerschuifplaat (34) de kokers in de doos. Hierbij is 20 tevens voorzien in een tegenhoudplaat (niet weergegeven) die ervoor zorgt dat kokers niet aan de andere kant de doos uitschuiven en dat de kokers allemaal even ver in de doos schuiven. De transportarmen (12) verplaatsen vervolgens de doos in horizontale richting door het doosflap-25 pendichtmaaksysteem (4). Dit systeem bestaat uit de V- vormig naar elkaar toe lopende flapgeleidestangen (41) en (42) die zich paarsgewijze aan weerszijden van de trans-portrail (11) bevinden op zodanige hoogte dat de punt van de V zich in verticale richting in het midden van de doos 30 bevindt of in ieder geval op de hoogte waar de flappen dichtgevouwen bij elkaar komen. Deze hoogte is instelbaar ten behoeve van verschillende formaten dozen. Deze V-vormige stangen zijn geschikt voor het sluiten van de grote buitenste flappen. Voor het sluiten van de kleine 35 binnenste flappen is voorzien in twee geleideplaten (43, 44) aan weerszijden die de eerste flappen die daar langs komen dichtvouwen en is voorzien in aan weerszijden van de doosgeleiderail (11) opgestelde flapdichtduwarmen (45, / 9 45), die worden aangedreven door schuifcylinders (46) voor het dichtvouwen van de andere twee binnenflappen.

Deze andere twee flappen worden zo gauw ze zijn dichtgeklapt door de armen (45) tegengehouden door de 5 twee binnenflappengeleideplaten (43, 44) tot op het moment dat de V-vormige buitenflapdichtschuifstangen (41) en (42) de buitenste flappen hebben dichtgeschoven zodanig dat de doos gesloten is. Hierna schuift de doos over de geleiderail langs de dichtplakinrichting (5). Aan 10 weerszijden van de geleiderail (11) is een op de hoogte ·* van de opening tussen de flappen van de doos een rol tape (51) gemonteerd op de dichtplakinstallatie (5). De dichtplakinstallatie (5) duwt met behulp van rollen (52) de tape met de plakkende zijde tegen de doos en 15 gebruikmakend van de beweging van de doos die wordt veroorzaakt door transportarmen (12) over de geleiderail, wordt de tape als vanzelf over de flappen geplakt. Dit gebeurt ter hoogte van de hoofdpositie 6C.

Een belangrijk voordeel van deze inrichting is 20 de eenvoud ervan, dat wil zeggen dat deze uitvoeringsvorm door het eenvoudige ontwerp en met gebruikmaking van een eenvoudige werkwijze door een doos te verplaatsen in slechts één horizontale richting snel en efficiënt alle voor het inpakken van de kitpatronen in de doos en het 25 afsluit daarvan in één vloeiende beweging over één enkele rechte lijn uit te voeren. In deze uitvoering wordt aan het einde van de geleiderail (11) de doos weggekanteld door middel van een kantelhoek (61) en komt deze terecht op een afvoertransportband (62) die de dozen van de 30 machine wegvoert.

In figuur 5a zijn de oprichtmiddelen weergegeven. De oprichtmiddelen 2 zijn tussen de geleiderails 11 opgesteld. De oprichtmiddelen bestaan uit zuignappen 21, die zijn verbonden met draaiarmen 22, die draait om een 35 as 24. De draaiarmen 22 worden aangedreven door aandrijf-cilinder 23. De doos bevindt zich tijdens deze handelingen op de vul- en oprichtpositie 6B.

10

In deze positie 6b van de doos klemmen tevens de armen van de transportmiddelen de doos in waarmee transport mogelijk wordt en de doos' vormvast gemaakt wordt tijdens de handelingen van deze inpakmachine. Nadat 5 de doos is dichtgeklapt en dichtgeplakt behoudt deze zonder dat ondersteuning van deze inklemarmen nodig is zijn vorm.

In figuur 5b zijn dezelfde onderdelen weergegeven als in figuur 5a, echter nu vanuit een zijaanzicht.

10 In figuur 6 zijn dezelfde onderdelen weergege ven als in figuur 5b, maar dan in een andere positie.

De doos oprichtmiddelen, zoals weergegeven in de figuren 5 en 6, maken het mogelijk de machine van twee zijden, gespiegeld, te opereren. Dit is voordelig als de 15 aanvoer van de dozen en vooral de kökers moeilijk is te veranderen vanwege bijvoorbeeld de lay-out van het bedrij f waarin de inpakmachine wordt ingezet. Door deze tweezijdigheid kan de doos van beide zijden worden opgezet waardoor de kokers altijd met de juiste richting 20 in de doos gebracht kunnen worden.

f Γ ' - ·

Claims

1. Inrichting voor het in een doos verpakken van een aantal voorwerpen, omvattende: -zich in hoofdzaak recht uitstrekkende geleidemiddelen voor het daar in hoofdzaak langs geleiden 5 en ondersteunen van een doos tijdens verpakkingshandelingen van de inrichting, -eerste transportmiddelen voor toevoertransport van de voorwerpen, -schikmiddelen voor het rangschikken van de 10 voorwerpen in een of meer rijen van een vooraf bepaald aantal voorwerpen boven elkaar, -tweede transportmiddelen voor aanvoertransport van een doos in planotoestand, -oprichtmiddelen voor het oprichten van de 15 doos, en -derde transportmiddelen voor invoertransport. van de voorwerpen in de doos.

2. Inrichting volgens conclusie 1 verder omvattende vierde transportmiddelen voor het tijdens het 20 vullen en sluiten in een rechte lijn horizontaal transporteren van een opgerichte doos over de geleidemiddelen.

3. Inrichting volgens conclusie 1 en/of 2 waarbij de vierde transportmiddelen tevens inklemmiddelen 25 omvatten voor het opgericht en vormvast houden van een opgerichte doos door middel van hetrlangs twee zijden verticaal inklemmen en ingeklemd houden van de doos tijdens transport daarvan.

4. Inrichting volgens conclusie 2 of 3 waarbij 30 de inklemafstand van de inklemmiddelen variabel instelbaar is voor verschillende doosmaten.

5. Inrichting volgens een of meer van de voorgaande conclusies verder voorzien van dichtvouwmiddelen voor het dichtvouwen van flappen van de doos met gebruikmaking van de transportbeweging van de vierde transportmiddelen.

6. Inrichting volgens een of meer van de voorgaande conclusies verder voorzien van afsluitmiddelen 5 voor het afsluiten van een dichtgevouwen doos.

7. Inrichting volgens conclusie 5 waarbij de afsluitmiddelen plakmiddelen zijn voor het afsluiten van de doos met gebruikmaking van plakband of lijm.

8. Inrichting volgens een of meer van de 10 voorgaande conclusies waarbij de voorwerpen langgerekte en of cilindervormige voorwerpen zijn.

9. Inrichting volgens een of meer van de voorgaande conclusies waarbij de voorwerpen kitkokers zijn.

10. Rangschikinrichting, omvattende: -hefmiddelen voor het heffen van door de eerste transportmiddelen nieuw toegevoerde rijen voorwerpen, ondersteuningsmiddelen voor het aan de onderzijde ondersteunen van geheven rijen voorwerpen, en 20 -bijeenhoudmiddelen voor het aan de beide zijden bijeenhouden van een of meer rijen voorwerpen hiervan omvatten.

11. Inrichting volgens conclusie 10 waarbij de ondersteuningsmiddelen twee, zich tegenover elkaar 25 bevindende en in de lengterichting van de voorwerpen in en uitschuifbare, rijen ondersteuningspennen omvatten die: -in een eerste positie voldoende ver ingeschoven zijn om een rij door de hefmiddelen naar 30 boven geheven pennen aan weerszijden aan de onderzijde te ondersteunen, en die -in een tweede positie voldoende ver zijn uitgeschoven om de hefmiddelen niet te hinderen een nieuwe rij voorwerpen te laten heffen.

12. Inrichting volgens conclusie 10 en/of 11 waarbij de bijeenhoudmiddelen twee verticaal geplaatste evenwijdige platen zijn.

13. Inrichting volgens conclusie 1 waarbij de schikmiddelen een rangschikinrichting volgens conclusie 10-13 omvatten.

14. Inrichting volgens conclusie 1 waarbij de 5 derde transportmiddelen een of meer verwisselbare platen omvat.

15. Inrichting volgens conclusie 1 waarbij de oprichtmiddelen 180 graden draaibaar om een draaipunt zijn.

16. Inrichting volgens conclusie 1 of 15 waarbij de oprichtmiddelen zijn voorzien van zuigmiddelen.

17. Spuitmonddoseerinrichting voor gebruik met de inrichting volgens een of meer van de voorgaande 15 conclusies, omvattende: -telmiddelen voor het aftellen van spuitmonden, en/of -spuitmondplaatsingsmiddelen voor het plaatsen van afgetelde spuitmonden in en dal tussen twee 20 aaneenliggende voorwerpen op een moment dat deze zich nog op de eerste transportmiddelen bevinden.

18. Werkwijze voor het in,een doos verpakken van een aantal voorwerpen met gebruikmaking van de inrichting volgens een of meer van de voorgaande 25 conclusies, omvattende de volgende stappen: -het toevoeren van de voorwerpen aan de schikmiddelen door de eerste transportmiddelen, -het rangschikken van de toegevoerde voorwerpen in een of meer rijen van een of meer voorwerpen boven 30 elkaar, -het toevoeren van een doos in planotoestand via de geleidemiddelen naar een doos-vulpositie door de vierde transportmiddelen, -het oprichten van de doos door de 35 oprichtmiddelen, -het inklemmen van de doos door de vierde transportmiddelen voor het opgericht houden en vormvast houden tijdens transport, -het in de doos brengen van de gerangschikte voorwerpen. r

19. Werkwijze volgens conclusie 18 verder omvattende een stap voor het in een lijn transporteren 5 van de doos door middel van de vierde transportmiddelen.

20. Werkwijze volgens conclusie 18 en/of 19 verder omvattende een stap voor het plaatsen van spuitmonden op de kitkokers door de inrichting volgens conclusie 17 tijdens het transport door de eerste 10 transportmiddelen.

21. Werkwijze volgens een of meer van de conclusies 18-20 verder omvattende een stap voor het sluiten en/of dichtplakken van de dozen tijdens de beweging van de vierde transportmiddelen.

22. Werkwijze volgens een of meer van de conclusies 18-21 waarbij de schikmiddelen de voorwerpen schikken, omvattende de volgende stappen: -het opheffen door de hefmiddelen van een, door de eerste transportmiddelen aangevoerde rij omvattende 20 een of meer voorwerpen, terwijl de ondersteuningspennen zich in de tweede positie bevinden -het naar elkaar toe bewegen van de ondersteuningspennen totdat zij zich in de eerste positie bevinden 25 -het naar beneden bewegen van de hefmiddelen, -het aanvoeren naar de hefmiddelen van een nieuwe rij voorwerpen door de eerste transportmiddelen, -het uit elkaar bewegen van de ondersteuningspennen totdat zij zich in de tweede positie 30