NL1006543C2

NL1006543C2 - Elektrische actuator en remklauw met een dergelijke actuator.

Info

Publication number: NL1006543C2
Application number: NL1006543A
Authority: NL
Inventors: Hendrikus Jan Kapaan; Alexander Jan Carel De Vries; Johannes Albertus Van Winden; Clair Druet; Armin Herbert Emil Olschewski; Roland Haas
Original assignee: Skf Ind Trading & Dev
Priority date: 1997-07-10
Filing date: 1997-07-10
Publication date: 1999-01-12
Also published as: JP2001509574A; CN1262726A; DE69809052D1; KR100544081B1; EP0993564A1; WO1999002883A1; KR20010021586A; DE69809052T2; US6325180B1; AU8132598A; CN1143064C; EP0993564B1

Description

Elektrische actuator en remklauw met een dergeliike actuator

De uitvinding betreft een elektrische actuator, omvattende een huis dat een schroefmechanisme en een elektrische motor omvat die 5 aandrijfbaar verbonden is met het schroefmechanisme dat een lineaire beweging verschaft in reactie op een draaibeweging van de elektrische motor, welk schroefmechanisme een schroef en een moer omvat waarvan één draaibaar is ondersteund met betrekking tot het huis door middel van een hoekcontactkogellager, welk hoekcontactkogellager twee paren 10 contactpunten omvat waarvan de werklijnen elkaar snijden.

Een dergelijke actuator is bekend uit W0-A-9603301. Het schroef-orgaan daarvan steekt uit een huis, in welk huis dat schroeforgaan door middel van een paar steunen verschuifbaar is geleid. In de meeste toepassingen functioneert die bekende actuator naar tevredenheid voor 15 het verschaffen van een rechtlijnige beweging. Het juiste gedrag daarvan kan echter slechts gegarandeerd worden ingeval die beweging en ook de belastingen strikt zijn uitgelijnd met betrekking tot de hartlijn en het schroeforgaan. Voor toepassingen waarbij het schroeforgaan in dwarsrichting wordt belast, en/of in dwarsrichting wordt verplaatst 20 ten gevolge van uitwendige invloeden uitgeoefend door een uitwendig bedienbaar orgaan, zal de actuator geblokkeerd raken en uiteindelijk vernietigd worden.

Het doel van de uitvinding is een actuator van dit soort te verschaffen dat een betere ondersteuning van de moer biedt, en daarmee 25 van het schroeforgaan, met betrekking tot dwarsbelastingen en/of verplaatsingen. Dat doel wordt bereikt doordat één paar contactpunten een werklijn bezit waarvan de hoek met betrekking tot de hartlijn van het lager kleiner is dan de overeenkomstige hoek van de andere werklijn.

Bij de actuator volgens de uitvinding wordt de moer bijzonder 30 goed ondersteund met betrekking tot axiale belastingen in één richting, dat wil zeggen in de richting van de krachten die een belasting uitoefenen op het paar contactpunten met een werklijn met een kleinere hoek met betrekking tot de hartlijn. In de andere richting is een beperkte belasting ook mogelijk. De stabiliteit van het lager met 35 betrekking tot buigmomenten wordt in belangrijke mate gehandhaafd, en ook met betrekking tot combinaties van dergelijke momenten met het oog op axiale en radiale belastingen.

Volgens een eerste mogelijkheid is de moer draaibaar ondersteund 1 00 6 5 4 3 2 en aandrijfbaar verbonden met de elektrische motor, en omvat het schroefmechanisme een holle schroef die een centrale boring bezit welke uitmondt aan één eind van de schroef en waarin een bedie-nlngsorgaan is opgenomen, welk bedieningsorgaan uit het open eind 5 steekt en is verbonden aan de schroef in de boring op afstand van dat open eind.

Het bedieningsorgaan van de actuator volgens deze uitvoering kan worden verbonden met een externe component, hetgeen betekent dat eventuele dwarskrachten die worden uitgeoefend op, en/of verplaatsingen 10 van, een dergelijke externe component geen directe invloed op het schroeforgaan zullen hebben. Dat schroeforgaan zal derhalve hoofdzakelijk worden blootgesteld aan axiale belastingen, die zijn juiste werking garanderen.

Bij voorkeur is het bedieningsorgaan met radiale speling opgeno-15 men in de holle schroef. Deze radiale speling kan afgestemd worden op de te verwachten dwarsverplaatsingen.

De actuator kan op verschillende manieren aan de holle schroef worden bevestigd. Het eind van de actuator zou bijvoorbeeld kunnen worden bevestigd aan de inwendige eindwand van een bodem die de inwen-20 dige holle ruimte van de schroef afsluit. In het bijzonder kan het bedieningsorgaan aan de schroef worden bevestigd door middel van een huls die tussen dat orgaan en de schroef past, welke huls zich op een afstand bevindt van het open eind en korter is dan dat orgaan en de boring.

25 Volgens een tweede mogelijkheid kan de schroef draaibaar onder steund en aandrijfbaar worden verbonden aan de elektrische motor en kan de moer worden verbonden aan de rembloksteun.

In het bijzonder kan de schroef worden bevestigd aan een concentrische bevestigingshuls, welke bevestigingshuls de schroef ten minste 30 gedeeltelijk omgeeft en is verbonden aan de binnenring van het hoek-contactkogellager, waarbij de moer ten minste gedeeltelijk is opgenomen tussen de bevestigingshuls en de schroef.

De schroef kan een holle spindel of een kogelspindel omvatten. Een bijzonder de voorkeur genietende uitvoering, die weinig ruimte 35 nodig heeft, wordt verkregen ingeval de moer van de spindel een integraal deel van de binnenste lagerring van een axiaal druklager vormt.

Het hoekcontactkogellager kan ofwel een enkelrijig vierpuntscon-tactkogellager zijn, danwel een tweerijig hoekcontactkogellager.

1 00 6 5 43 3

De actuator volgens de uitvinding kan op verschillende manieren worden toegepast. In het bijzonder is die actuator echter geschikt voor een remklauw, omvattende een klauwstuk met twee tegenover liggende remblokken alsmede een elektrische actuator volgens een van de 5 voorgaande conclusies, welke actuator een elektrische motor alsmede een schroefmechanisme omvat dat aandrijfbaar is verbonden met de elektrische motor ter verschaffing van een lineaire beweging in reactie op een draaibeweging van de elektrische motor, welk schroefmechanisme een schroef en een moer omvat die draaibaar is ondersteund met betrekking 10 tot het huis door middel van een hoekcontactkogellager, welk hoekcon-tactkogellager twee paren contactpunten omvat waarvan de werklijnen elkaar snijden. Een dergelijke remklauw is ook bekend uit W0-A-9603301.

In een remklauw wordt de actuator hoofdzakelijk belast in een en 15 dezelfde richting, dat wil zeggen in de richting waarin de remblokken op de remschijf worden gedrukt. Volgens de uitvinding wordt op voordelige wijze gebruik gemaakt van de hiervoor beschreven actuator, doordat een paar contactpunten een werklijn bezit waarvan de hoek met betrekking tot de hartlijn van het lager kleiner is dan de overeenkom-20 stige hoek van de andere werklijn.

In het bijzonder wordt het paar contactpunten met een werklijn die een hoek heeft met betrekking tot de hartlijn van het lager kleiner dan de overeenkomstige hoek van de andere werklijn, belast door de door de remblokken uitgeoefende remkracht.

25 Bij voorkeur bezit de buitenring van het vierpunts- hoekcontactkogellager twee axiale helften, die tegen elkaar gedrukt worden door axiale krachten voor het verschaffen van de gewenste lagervoorbelas ting.

De werklijn van het paar contactpunten dat belast wordt door de 30 remkracht uitgeoefend op de remblokken, kan een hoek met betrekking tot de hartlijn van het lager hebben die kleiner is dan 45*·

In een voorkeursuitvoering kan het schroefmechanisme een holle schroef omvatten voorzien van een centrale boring die aan één eind van de schroef uitmondt en waarin een bedieningsorgaan is opgenomen, welk 35 bedieningsorgaan uit het open eind steekt en in de boring is verbonden aan de schroef op een afstand van dat open eind, waarbij het bedieningsorgaan samenwerkt met een van de remblokken en het schroefmechanisme samenwerkt met het tegenover liggende remblok.

1 00 6 5 43 4

Zoals gebruikelijk is bij schijfremmen, bezitten de blokken daarvan enige dwarsspeling binnen het klauwstuk, welke speling optreedt zodra die blokken op de draaiende schijf, die geremd moet worden, worden gedrukt. Het bedieningsorgaan van de actuator volgens deze 5 uitvoering is zeer geschikt voor het opnemen van een dergelijke speling, waardoor verhinderd wordt dat het schroefmechanisme geblokkeerd raakt.

De stator van de elektrische motor kan aan het klauwstuk zijn bevestigd, en het draaibare deel van die motor kan aan het schroefme- 10 chanisme zijn bevestigd. Verder kan de elektrische motor worden opgenomen op een steunstuk dat draaibaar is ondersteund in het klauwstuk, en dat samenwerkt met de moer van een rollenspindel of een kogelspin-del.

Bij voorkeur is het schroefmechanisme van de remklauw een rollen- 15 spindel of een kogelspindel; de moer van de spindel kan een integraal deel van de binnenste lagerring van een axiaal druklager zijn.

Vervolgens zal de uitvinding verder worden beschreven onder verwijzing naar uitvoeringen van een remklauw zoals weergegeven in de figuren.

20 Figuur 1 toont een eerste uitvoeringsvorm.

Figuur 2 toont een tweede uitvoeringsvorm.

Figuur 3 toont een derde uitvoeringsvorm.

Figuren 4 en 5 tonen alternatieve lageruitvoeringen voor deze ui tvoeringsvormen.

25 De in figuur 1 weergegeven remklauw bezit een klauwstuk 1, dat op gebruikelijke wijze twee remblokken 2, 3 omvat. Remblok 2 is bevestigd aan flens 4 van het klauwstuk 1; door middel van steun 22, is remblok 3 bevestigd aan een elektrische actuator, die in zijn geheel met 13 is aangeduid.

30 De elektrische actuator 13 omvat een elektrische motor 5. waarvan de stator 6 is bevestigd aan het huisgedeelte 7 van het klauwstuk 1.

Het draaibare deel 8 van de elektrische motor 5 Is bevestigd aan een asstuk 9. dat door middel van lager 10 draaibaar is ondersteund in het huisgedeelte 7 van klauwstuk 1.

35 De actuator 4 bevat verder een schroefmechanisme 11, dat onder andere een holle schroef 12 en een moerorgaan 33 bevat. Het moerorgaan 33 en het schroeforgaan 12 werken samen door middel van rollen 14, en vormen een op zich bekende rollenspindel.

1 00 6 5 4 3 5

Het draaibare deel 8 van de elektrische motor 5 is aandrijfbaar bevestigd aan het moerorgaan 33. zodanig dat bij rotatie daarvan het schroeforgaan 12 via de rollen 14 in axiale richting wordt verplaatst.

Het holle schroeforgaan 12, waarvan de holle ruimte is aangeduid 5 met 15, bevat een bedieningsorgaan 16 dat zich uitstrekt van het gesloten bodemeind 17 van het holle schroeforgaan 12, en dat uit het open eind daarvan steekt.

Het bedieningsorgaan 16 is bevestigd aan het schroeforgaan 12 nabij het bodemeind 17 daarvan, door middel van klemhuls 18.

10 Aan zijn uitstekende eind, bevat het bedieningsorgaan een bedie- ningskop 19, die tegen steun 22 van remblok 3 rust. Deze bedieningskop is afgedicht met betrekking tot het huisstuk 7 van klauwstuk 1 door middel van een op zich bekende balg 20. Zoals genoemd bevindt zich tussen het remblok 3 en de bedieningskop 19 een steunorgaan 22, dat 15 door middel van pen 21 in draairichting vast is met betrekking tot die bedieningskop 19.

Zoals gebruikelijk bezitten de remblokken 2, 3 enige speling in een dwarsrichting met betrekking tot de hartlijn van het schroeforgaan 12. Bij het aandrukken van de remblokken 2, 3 op een (niet-getoonde) 20 schijfrem, zullen die blokken dus enige dwarsbeweging met betrekking tot het schroeforgaan 12 vertonen. Vanwege het feit dat het bedieningsorgaan 16 niet stijf is bevestigd aan het schroeforgaan 12, zal de laatste niet worden blootgesteld aan die dwarsbewegingen of belastingen. In plaats daarvan zal het bedieningsorgaan 16 wat verbuigen 25 binnen de holle ruimte 15 van het holle schroeforgaan 12, welke buig-beweging mogelijk is ten gevolge van de radiale speling die voorkomt tussen het bedieningsorgaan 16 en de inwendige wand van de holle ruimte 15.

Volgens de uitvinding is een vierpuntscontactkogellager 31 toege-30 past. Dat lager kan een gesplitste binnenring of een gesplitste buitenring bezitten. Dit vierpuntscontactkogellager 31 omvat een reeks rollende kogels 32, en een binnenring 33 die een eenheid vormt met het moerorgaan van het schroefmechanisme 11, en een buitenring 3^ die twee buitenringhelften 35, 36 omvat. Deze buitenringhelften 35, 36 bepalen 35 samen een loopbaan 37, 38; de binnenring 33 bepaalt een loopbaan 39*

De loopbanen 37“39 zijn zodanig gevormd dat de vier contactpunten zijn verkregen, omvattende twee paren die elk een werklijn 40, 4l bepalen.

1 00 6 5 4 3 6

Volgens de uitvinding zijn de loopbanen 37”39 zodanig gevormd dat de werklijnen 40-41 de hartlijn van het lager 31 onder wederzijds verschillende hoek snijden. Werklijn 40 snijdt de hartlijn 42 onder een grotere hoek dan werklijn 4l. Het vierpuntscontactkogellager 31 5 volgens de uitvinding is derhalve in het bijzonder geschikt voor het opnemen van de door de remblokken 2, 3 uitgeoefende axiale lasten, wanneer deze op de (niet-getoonde) remschijf worden gedrukt.

De bijzondere oriëntatie van de werklijnen 40, 4l wordt verkregen door de schuine oriëntatie van de loopbanen 37-39· Deze oriëntatie 10 vloeit voort uit de verhoudingsgewijze grote diameter van het binnen-oppervlak of gebied 43 van de buitenste lagerringhelft 35. en de kleinere diameter van het binnenoppervlak of gebied 44 van de buitenring-helft 36.

Tevens bezit het buitenoppervlak op gebied 45 van de binnenring 15 3^ een diameter die groter is dan een buitenoppervlak of gebied 46 daarvan.

Het vierpuntscontactkogellager 31 bevat verder een sensor 50, waarvan de delen zijn bevestigd aan de buitenringhelft 36 en de binnenring 33· Deze sensor kan basisfuncties zoals het verschaffen van 20 informatie aangaande slijtagecompensatie, onderhoudsaanduiding, rem-krachtterugkoppeling (ABS), aandrijfregeling en dynamische voertuig-functies verschaffen.

De in figuur 2 weergegeven uitvoering is in grote mate identiek aan de uitvoering van figuur 1. Hij bezit een overeenkomstige remklauw 25 1, remblokken 2, 3. steunlagerconfiguratie, flens 4 en een elektrische actuator 13.

De elektrische actuator is bevestigd aan een elektrische motor 5. voorzien van een draaibaar deel 8 en een stator 6 bevestigd aan het huisdeel 7· 30 Het draaibare deel 8 is aandrijf baar verbonden met het holle steunstuk 51. dat door middel van naaldlager 52 en stomp 53 draaibaar is ondersteund met betrekking tot het huis 7· Aan zijn andere eind bezit het steunstuk 51 een zich naar buiten uitstrekkende flens 54, waarop een aantal satelliettandwielen 55 draaibaar is ondersteund. Elk 35 satelliettandwiel 55 werkt samen met een ringtandwiel 56, waarvan het buitenoppervlak is bevestigd aan het huis 7. en waarvan de naar binnen gerichte tanden grijpen in de tanden van planetaire tandwielen 55·

Verder grijpen de tanden van de planetaire tandwielen 55 in de 1 00 6 5 4 3 7 naar buiten gerichte tanden 57 van de binnenring 58 van lager 31·

De binnenring 51 werkt samen met schroeforgaan 59 via de rollen 60, welke zijn opgenomen in kooi 61. Binnenring 58, schroef 59. rol 60 en kooi 61 vormen samen een op zich bekende schroefspindel en zullen 5 niet verder in detail worden beschreven.

Binnenring 58 en buitenringhelft 36 dragen verder ringen die samen een sensor vormen voor het meten van de grootte van de draaiing van de binnenring 58.

De uitvoeringsvorm van figuur 3 is in grote mate identiek aan de 10 uitvoeringsvorm van figuur 1, doch het schroefmechanisme bezit nu een schroef 62 die draaibaar is ondersteund en bevestigd is aan de elektrische motor 5. terwijl de moer 63 niet-draaibaar is ondersteund en bevestigd is aan de remsteun 64.

De schroef is bevestigd aan een concentrische bevestigingshuls 15 65, die de schroef omgeeft en is bevestigd aan de binnenring 33 van het vierpuntscontactkogellager 31· De moer 60 is opgenomen tussen de bevestigingshuls 65 en de schroef 62, en werkt door middel van rollen 60 samen met schroef 62.

Verder werkt het draaibare deel 1 van de elektrische motor 5 20 samen met de bevestigingshuls door middel van het satelliettandwiel-systeem dat satelliettandwielen 55 omvat bevestigd aan de flens 54 van steunstuk 9. ringtandwiel 56 bevestigd aan het huis 7. en tandwiel 57 bevestigd aan de bevestigingshuls 65·

Verder is door middel van een zelfcentrerende bolvormige koppe-25 ling 67 de bevestigingshuls 65 bevestigd aan de handremas 71.

In verband met afdichting en demping, is een afdichtring 66 verschaft tussen de bevestigingshuls 65 en de moer 60.

Verder draagt de bevestigingshuls 65 een dempring 68 met uitwendige tanden 69. welke onderdeel uitmaakt van het satelliettandwielsys-30 teem dat hiervoor is beschreven.

De uitvoeringsvorm van figuur 4 toont een deel van de binnenring 72 van een vlerpuntscontactlager, welke binnenring een eenheid vormt met het steunstuk 73 dat moet worden bevestigd aan een draaibaar deel 8 van de elektrische motor.

35 De uitvoeringsvorm van figuur 5 toont een vlerpuntscontactlager omvattende een een eenheid vormende buitenring 75. en een binnenring bestaande uit twee axiale helften 76, 77·

Axiale helft 77 bezit een inwendige schroefdraad 78, uitwendige 100 6 5 4 3 5 8 tanden 79 welke deel uitmaken van het hiervoor genoemde tandwielsys-teem, en een bevestigingsgroef 80 ter bevestiging van een afdichtbalg. Door middel van las 8l zijn ringhelften 76, 77 onderling bevestigd.

1006543

Claims

1. Elektrische actuator, omvattende een huis dat een schroefme-chanisme (11) en een elektrische motor (5) omvat die aandrijfbaar 5 verbonden is met het schroefmechanisme (11) dat een lineaire beweging verschaft in reactie op een draaibeweging van de elektrische motor (5), welk schroefmechanisme (11) een schroef (12) en een moer (13) omvat waarvan één draaibaar is ondersteund met betrekking tot het huis door middel van een hoekcontactkogellager, welk hoekcontactkogellager 10 (31) twee paren contactpunten omvat waarvan de werklijnen (40, 4l) elkaar snijden, met het kenmerk, dat één paar contactpunten een werk-lijn (4l) bezit waarvan de hoek met betrekking tot de hartlijn (42) van het lager (31) kleiner is dan de overeenkomstige hoek van de andere werklijn (40). 15

2. Actuator volgens conclusie 1, waarbij het paar contactpunten met de werklijn (4l) voorzien van de kleinere hoek met betrekking tot de hartlijn zodanig georiënteerd is dat hij een hoofdbedieningskracht opneemt. 20

3. Actuator volgens conclusie 2, waarbij de buitenring (34) of de binnenring van het hoekcontactkogellager een gedeelde buitenring respectievelijk een gedeelde binnenring is omvattende twee axiale helften (35. 36), die tegen elkaar aangedrukt gehouden worden onder axiale 25 krachten voor het verschaffen van de gewenste lagervoorbelasting.

4. Actuator volgens conclusie 1, 2 of 3. waarbij de moer (13) draaibaar ondersteund is en aandrijfbaar verbonden is met de elektrische motor (5). en het schroefmechanisme (11) een holle schroef (12) 30 omvat die een centrale boring (15) bezit welke uitmondt aan één eind van de schroef (12) en waarin een bedieningsorgaan (16) is opgenomen, welk bedieningsorgaan (16) uit het open eind steekt en is verbonden aan de schroef (12) in de boring (15) op afstand van dat open eind. 35

5· Actuator volgens conclusie 4, waarbij het bedieningsorgaan (16) met radiale speling is opgenomen in de holle schroef (12).

6. Actuator volgens conclusie 5. waarbij het bedieningsorgaan 1 00 6 5 43 (16) aan de schroef (12) is verbonden door middel van een huls (18) die tussen dat orgaan (16) en de schroef (12) past, welke huls (18) zich op een afstand bevindt van het open eind en korter is dan dat orgaan (16) en de boring (15). 5

7. Actuator volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de moer (13) een integraal deel vormt van de binnenste lagerring van het hoekcontactkogellager (31).

8. Actuator volgens een van de conclusies 1-3, waarbij de schroef (62) draaibaar is ondersteund en aandrijfbaar is verbonden aan de elektrische motor (5) en de moer (63) is verbonden aan de rembloksteun (64). 15

9· Actuator volgens conclusie 8, waarbij de schroef (62) is ver bonden aan een concentrische bevestigingshuls (65), welke bevesti-gingshuls (65) de schroef (62) ten minste gedeeltelijk omgeeft en is verbonden aan de binnenring (33) van het hoekcontactkogellager (31). waarbij de moer (60) ten minste gedeeltelijk is opgenomen tussen de 20 bevestigingshuls (65) en de schroef (62).

10. Actuator volgens conclusie 9, waarbij een ringelement (66) tussen de bevestigingshuls (65) en de moer (63) is voorzien in verband met afdichting en/of demping. 25

11. Actuator volgens conclusie 9 of 10, waarbij de elektrische motor (5) samenwerkt met de bevestigingshuls (65).

12. Actuator volgens conclusies 9. 10 of 11, waarbij de bevesti- 30 gingshuls (65) en de schroef (62) door middel van een satelliettand- wielsysteem (55~57) is gekoppeld.

13. Actuator volgens conclusies 9. 10, 11 of 12, waarbij de bevestigingshuls (65) is gekoppeld aan een as (71) door middel van een 35 zelfcentrerende bolvormige koppeling (67).

14. Actuator volgens een van de conclusies 1-13, waarbij het schroefmechanisme (11) een rollenspindel of een kogelspindel is. 1 00 6 5 4 3

15* Actuator volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij een sensor is voorzien voor het detecteren van de draaibeweging van het schroefmechanisme (11).

16. Actuator volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij het hoekcontactkogellager een enkelrijig vierpuntscontactkogellager is.

17. Actuator volgens een van de conclusies 1-15, waarbij het 10 hoekcontactkogellager een tweerijig hoekcontactkogellager is.

18. Actuator volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de elektrische motor (5) een draaibaar deel (8) bezit, dat door middel van een planetair tandwielsysteem (55"57) is verbonden aan het 15 schroefmechanisme.

19. Remklauw voor een elektrisch bedienbare schijfrem, omvattende een klauwstuk (1) met twee tegenover liggende remblokken (2, 3) alsmede een elektrische actuator (5, 11) volgens een van de voorgaande 20 conclusies, welke actuator een elektrische motor (5) alsmede een schroefmechanisme (11) omvat dat aandrijfbaar is verbonden met de elektrische motor (5) ter verschaffing van een lineaire beweging in reactie op een draaibeweging van de elektrische motor (5), welk schroefmechanisme (11) een schroef (12) en een moer (13) omvat die 25 draaibaar is ondersteund met betrekking tot het huis door middel van een hoekcontactkogellager, welk hoekcontactkogellager (31) twee paren contactpunten omvat waarvan de werklijnen (40, 4l) elkaar snijden, met het kenmerk, dat een paar contactpunten een werklijn (4l) bezit waarvan de hoek met betrekking tot de hartlijn (42) van het lager (31) 30 kleiner is dan de overeenkomstige hoek van de andere werklijn (40).

20. Remklauw volgens conclusie 19, waarbij het paar contactpunten met een werklijn (4l) die een hoek heeft met betrekking tot de hartlijn (42) van het lager kleiner dan de overeenkomstige hoek van de 35 andere werklijn (40), belast wordt door de door de remblokken (42) uitgeoefende remkracht.

21. Remklauw volgens conclusie 20, waarbij de buitenring (34) van 100 6 543 het hoekcontactkogellager twee axiale helften (35. 36) omvat, die tegen elkaar aangedrukt gehouden worden onder axiale krachten voor het verschaffen van de gewenste lagervoorbelasting.

22. Remklauw volgens conclusie 21, waarbij de werklijn (4l) van het paar contactpunten dat belast wordt door de op de remblokken (2, 3. uitgeoefende remkracht, een hoek met betrekking tot de hartlijn van het lager bezit kleiner dan 45*. 10

23· Remklauw volgens een van de voorgaande conclusies 19-22, waarbij de stator (6) van de elektrische motor (5) is verbonden aan het klauwstuk (1, 7) en het draaibare deel van die motor is verbonden aan het schroefmechanisme (11).

24. Remklauw volgens een der conclusies 19-23, waarbij het schroefmechanisme een holle schroef (12) omvat voorzien van een centrale boring (15) die aan één eind van de schroef (12) uitmondt en waarin een bedieningsorgaan (16) is opgenomen, welk bedieningsorgaan (16) uit het open eind steekt en in de boring (15) is verbonden aan de 20 schroef (12) op een afstand van dat open eind, waarbij het bedieningsorgaan (16) samenwerkt met een van de remblokken (2) en het schroefmechanisme samenwerkt met het tegenover liggende remblok.

25. Remklauw volgens conclusie 24, waarbij het draaibare deel (8) 25 van de elektrische motor (5) is opgenomen op een steunstuk (9) dat draaibaar is ondersteund in het klauwstuk en dat samenwerkt met de moer (13) van een rollenspindel of een kogelspindel.

26. Remklauw volgens een van de conclusies 19-23, waarbij de 30 schroef (62) draaibaar is ondersteund en aandrijfbaar is verbonden met de elektrische motor (5) en de moer (63) is verbonden met een remblok-steun (64).

27. Remklauw volgens conclusie 26, waarbij de schroef (62) is 35 verbonden aan een concentrische bevestigingshuls (65) welke bevesti- gingshuls (65) de schroef (62) ten minste gedeeltelijk omgeeft en die is verbonden aan de binnenring (33) van het hoekcontactkogellager (31), welke moer (60) ten minste gedeeltelijk is opgenomen tussen de 1 00 6 5 4 3 bevestigingshuls {65) en de schroef (62).

28. Remklauw volgens conclusie 27, waarbij tussen de bevestigingshuls (65) en de moer (63) een ringelement (66) is voorzien voor 5 afdichting en/of demping.

29. Remklauw volgens conclusie 27 of 28, waarbij de elektrische motor (5) samenwerkt met de bevestigingshuls (65).

30. Remklauw volgens conclusie 27, 28 of 29, waarbij de bevesti gingshuls (65) en de schroef (62) door middel van een satelliettand-wielsysteem (55_57) zijn gekoppeld.

31. Remklauw volgens een van de conclusies 19-31» waarbij de 15 bevestigingshuls (65) door middel van een zelfcentrerende bolvormige koppeling (67) is gekoppeld aan een as (71).

32. Remklauw volgens een der conclusies 18-29, waarbij de elektrische motor (9) een draaibaar deel (8) bezit dat aan het schroefme- 20 chanisme is verbonden door middel van een planetair tandwielsysteem (55-57).

33· Remklauw volgens een van de conclusies 19"32, waarbij het schroefmechanisme (11) een rollenspindel of een kogelspindel is. 25

34. Remklauw volgens conclusie 33. waarbij de moer (13) van de spindel een integraal deel vormt van de binnenste lagerring van het hoekcontactkogellager (31) en/of het planetaire tandwielsysteem. 30

35· Remklauw volgens een van de conclusies 19_3^. waarbij een sensor is voorzien voor het detecteren van de draaibeweging van het schroefmechanisme (11).

36. Remklauw volgens conclusie 21, waarbij de ringhelften zijn 35 verbonden door mechanische middelen (cirkelvormige klem), lijmen of een door een hoge energiestraal verkregen las. 100 6 543