BE1021877B1 - Reiniginssysteem voor maaidorser - Google Patents

Reiniginssysteem voor maaidorser Download PDF

Info

Publication number
BE1021877B1
BE1021877B1 BE2014/0368A BE201400368A BE1021877B1 BE 1021877 B1 BE1021877 B1 BE 1021877B1 BE 2014/0368 A BE2014/0368 A BE 2014/0368A BE 201400368 A BE201400368 A BE 201400368A BE 1021877 B1 BE1021877 B1 BE 1021877B1
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
slats
movement
screen
cleaning system
sieve
Prior art date
Application number
BE2014/0368A
Other languages
English (en)
Inventor
Bart M.A. Missotten
Original Assignee
Cnh Industrial Belgium Nv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Cnh Industrial Belgium Nv filed Critical Cnh Industrial Belgium Nv
Priority to BE2014/0368A priority Critical patent/BE1021877B1/nl
Priority to EP15719247.7A priority patent/EP3142477B1/en
Priority to BR112016026155-0A priority patent/BR112016026155B1/pt
Priority to PCT/EP2015/059814 priority patent/WO2015173067A1/en
Priority to US15/309,657 priority patent/US10314237B2/en
Application granted granted Critical
Publication of BE1021877B1 publication Critical patent/BE1021877B1/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01FPROCESSING OF HARVESTED PRODUCE; HAY OR STRAW PRESSES; DEVICES FOR STORING AGRICULTURAL OR HORTICULTURAL PRODUCE
    • A01F12/00Parts or details of threshing apparatus
    • A01F12/44Grain cleaners; Grain separators
    • A01F12/446Sieving means
    • A01F12/448Sieve adjusting means
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01DHARVESTING; MOWING
    • A01D41/00Combines, i.e. harvesters or mowers combined with threshing devices
    • A01D41/12Details of combines
    • A01D41/127Control or measuring arrangements specially adapted for combines
    • A01D41/1276Control or measuring arrangements specially adapted for combines for cleaning mechanisms
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01FPROCESSING OF HARVESTED PRODUCE; HAY OR STRAW PRESSES; DEVICES FOR STORING AGRICULTURAL OR HORTICULTURAL PRODUCE
    • A01F12/00Parts or details of threshing apparatus
    • A01F12/44Grain cleaners; Grain separators
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01FPROCESSING OF HARVESTED PRODUCE; HAY OR STRAW PRESSES; DEVICES FOR STORING AGRICULTURAL OR HORTICULTURAL PRODUCE
    • A01F12/00Parts or details of threshing apparatus
    • A01F12/44Grain cleaners; Grain separators
    • A01F12/444Fanning means
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01FPROCESSING OF HARVESTED PRODUCE; HAY OR STRAW PRESSES; DEVICES FOR STORING AGRICULTURAL OR HORTICULTURAL PRODUCE
    • A01F12/00Parts or details of threshing apparatus
    • A01F12/44Grain cleaners; Grain separators
    • A01F12/446Sieving means

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Environmental Sciences (AREA)
  • Threshing Machine Elements (AREA)
  • Combined Means For Separation Of Solids (AREA)

Abstract

Reinigingssysteem (100) voor een maaidorser, die een zeefgeheel (110), een zeefaandrijving en een lataandrijving bevat (370). Het zeefgeheel (110) bevat minstens één zeef (110.1, 110.2, 110.3) om een stroom geoogst en gedorst gewas te ontvangen, de zeef een geheel van meerdere met tussenruimten geplaatste latten (120, 210, 310) bevat waardoor openingen worden gevormd om graan uit de stroom geoogst gewas af te scheiden waarbij de latten zich uitstrekken in een richting die in wezen loodrecht staat op de stroom geoogst gewas. De zeefaandrijving is zo aangebracht dat een heen-en-weer-gaande zeefbeweging wordt opgelegd, met een eerste frequentie fl, aan de zeef (110.1, 110.2,110.3) om de gewasstroom vanuit een voorste uiteinde van de zeef naar een achterste uiteinde van de zeef (110.1 110.2, 110.3) voort te stuwen naar een achterste uiteinde van de zeef (110.1, 110.2, 110.3). De lataandrijving (370) is geconfigureerd om een heen-en-weer-gaande latbeweging aan de latten ( 120 , 210 , 310 ) op te leggen met een tweede frequentie f2 , waarbij f2 > f1.

Description

Reinigingssysteem voor maaidorser DOMEIN VAN DE UITVINDING
De uitvinding heeft betrekking op het domein van maaidorsers en meer bepaald op een reinigingssysteem zoals dit wordt toegepast in een maaidorser om graan of dergelijke te scheiden van materiaal dat geen graan is.
ACHTERGROND VAN DE UITVINDING
Deze uitvinding heeft betrekking op een reinigingssysteem dat toegepast kan worden in een maaidorser. Een maaidorser is een landbouwtoestel om graangewassen te oogsten. In het algemeen wordt het gewas geoogst door een maaibewerking, gevolgd door een dorsbewerking en een daaropvolgende scheidingsbewerking waarin het stro wordt gescheiden van een mengsel van graan en materiaal dat geen graan is. Om het graan te scheiden van het materiaal dat geen graan is, is een maaidorser uitgerust met een zogenaamd reinigingssysteem (ook bekend als reinigingsschoen) dat gewoonlijk een of meerdere zeven bevat. Tijdens een transport van het geoogste gewas langs de zeef, kan een scheiding van graan en materiaal dat geen graan is plaats vinden door middel van openingen die in de zeef zijn aangebracht. Gewoonlijk bevat een zeef die toegepast wordt in een reinigingssysteem een geheel van meerdere met tussenruimten geplaatste latten waarbij een ruimte tussen de latten de openingen verschaft.
Om de reinigingscapaciteit van het reinigingssysteem te verhogen, werden luchtblaassystemen toegevoegd om door de openingen van de zeef een opwaartse luchtstroom op te wekken.
Deze uitvinding heeft tot doel een verdere verbetering te verschaffen van de werking van een reinigingssysteem waardoor de reinigingscapaciteit ervan toeneemt.
SAMENVATTING VAN DE UITVINDING
Het zou wenselijk zijn om een verbeterd reinigingssysteem te verschaffen dat toegepast kan worden in een maaidorser. Om dit aan te pakken, wordt in een uitvoeringsvorm van de uitvinding een reinigingssysteem verschaft voor een maaidorser, waarbij het reinigingssysteem het volgende bevat: een zeefgeheel dat geconfigureerd is om een stroom geoogst en gedorst gewas te ontvangen; het zeefgeheel dat minstens één zeef bevat, waarbij de zeef een geheel van meerdere met tussenruimten geplaatste latten bevat die openingen vormen voor het scheiden van graan uit de stroom geoogst gewas, waarbij de latten zich uitstrekken in een richting die in wezen loodrecht staat op de stroom geoogst gewas; een zeefaandrijving die aangebracht is om aan de zeef een heen-en-weer-gaande zeefbeweging voor- en achteruit op te leggen, met een eerste frequentie fl, om de gewasstroom van een voorste uiteinde van de zeef naar een achterste uiteinde van de zeef voort te stuwen; en een lataandrijving die geconfigureerd is om aan de latten een heen-en-weer-gaande beweging met een tweede frequentie f2 op te leggen, waarbij f2 > fl.
De heen-en-weer-gaande beweging van de latten kan geconfigureerd zijn om een grootte van de openingen tussen de latten synchroon te variëren met de heen-en-weer-gaande voor- en achterwaartse zeefbeweging, d.w.z. f2 = fl of f2 is een geheel veelvoud van fl. Als alternatief is de heen-en-weergaande beweging een trilling met een frequentie die wezenlijk hoger is dan de eerste frequentie fl.
Het reinigingssysteem volgens deze uitvinding bevat een zeefgeheel dat minstens één zeef bevat. Zoals toegepast in het reinigingssysteem volgens deze uitvinding bevat de zeef een geheel van meerdere met tussenruimten geplaatste latten. Tijdens de werking maken de ruimten of openingen tussen de latten een scheiding van een bestanddeel uit de stroom geoogst gewas mogelijk.
Het reinigingssysteem bevat verder een zeefaandrijving voor het opleggen van een heen-en-weer-gaande voor- en achterwaartse zeefbeweging om de gewasstroom van een voorste uiteinde van de zeef naar een achterste uiteinde van de zeef voort te stuwen. Gewoonlijk kan zulke zeefbeweging beschreven worden als een cirkelvormige of elliptische beweging die een eerste gedeelte bevat waarbij de zeef voorwaarts wordt bewogen, d.w.z. naar het voorste uiteinde van de zeef (gewoonlijk gecombineerd met een neerwaartse beweging) en een tweede gedeelte waarbij de zeef achterwaarts wordt bewogen (gewoonlijk gecombineerd met een opwaartse beweging). Zulke beweging maakt het mogelijk een stroom geoogst gewas dat toegevoerd wordt aan een voorste uiteinde van de zeef, vanaf het voorste uiteinde naar het achterste uiteinde van de zeef te bewegen of voort te stuwen.
Tijdens zulke beweging van de zeef verplaatst de stroom geoogst gewas (die bv. bestanddelen bevat zoals graan en materiaal dat geen graan is, bv. kaf) zich over de zeef, en kan wegens een verschil in gewicht of grootte van de verschillende bestanddelen, een scheiding van de bestanddelen (bv. de scheiding van graan) verwezenlijkt worden.
In overeenstemming met deze uitvinding bevat het reinigingssysteem verder een lataandrijving om een beweging aan de latten op te leggen.
In een uitvoeringsvorm van deze uitvinding kan de beweging van de latten gesynchroniseerd worden (d.w.z. bewegend met dezelfde frequentie) met de heen-en-weergaande zeefbeweging. In zulke uitvoeringsvorm kan de beweging van de latten een eerste gedeelte bevatten waarbij een grootte van de openingen tussen de latten kleiner is dan een nominale grootte van de openingen, en een tweede gedeelte waarbij de grootte van de openingen tussen de latten groter is dan een nominale grootte van de openingen. In zulke uitvoeringsvorm kan het eerste gedeelte van de beweging van de latten bv. samenvallen met het eerste gedeelte van de zeefbeweging of deze overlappen (wanneer de zeef voorwaarts en naar beneden wordt bewogen), en kan het tweede gedeelte van de beweging van de latten bv. samenvallen met het tweede gedeelte van de zeefbeweging (wanneer de zeef omhoog en achteruit wordt bewogen) of deze overlappen. Zoals bedacht werd door de uitvinders wordt daardoor een "naar zich toe trekkende" beweging of verplaatsing verwezenlijkt tijdens de achterwaartse beweging van de zeef, waardoor het mogelijk is meer graan tussen de latten op te vangen. Tijdens het voorwaartse gedeelte van de beweging, wanneer de latten dichter bij elkaar worden gebracht (d.w.z. dat de grootte van de openingen tussen de latten kleiner is dan een nominale grootte van de opening), wordt het bovenoppervlak van de zeef effener, wat kan leiden tot een snellere voorstuwing van het materiaal dat geen graan is naar het achterste uiteinde van de zeef.
In een andere uitvoeringsvorm van deze uitvinding heeft de beweging van de latten een hogere frequentie dan de frequentie van de zeefbeweging waardoor de latten een trillende beweging uitvoeren. In een uitvoeringsvorm kan de beweging van de latten bv. een trillende beweging of een scharnierende beweging zijn. Daardoor kunnen korrels die zich boven op de zeef bevinden geheroriënteerd worden bij contact met de trillende latten, zodat de korrels sneller door de openingen tussen de latten kunnen vallen. In een uitvoeringsvorm is de frequentie van de heen-en-weergaande beweging ongeveer minstens tweemaal de frequentie van de zeefbeweging.
In een uitvoeringsvorm kan het reinigingssysteem verder een ventilator bevatten om een luchtstroom door de zeef op te wekken. In een uitvoeringsvorm wordt de luchtstroom zoals die opgewekt wordt door de ventilator gemoduleerd zodat de lucht door de latten synchroon stroomt met de frequentie van de beweging van de latten.
In een uitvoeringsvorm is het reinigingssysteem uitgerust met een sensor die geconfigureerd is om een signaal op te wekken dat representatief is voor het scheidingsrendement van het zeefgeheel. Zulke sensor kan bv. een camera bevatten. Door een beeld van de camera te verwerken (bv. om van de grootte van de deeltjes / bestanddelen te bepalen zoals ze weergegeven worden op het beeld), kan een indicatie van het scheidingsrendement van het zeefgeheel verkregen worden. Als alternatief of daarenboven kan de sensor één of meer piëzo-elektrische sensors bevatten die een signaal opwekken wanneer ze geraakt worden door een deeltje of een bestanddeel van de stroom geoogst gewas.
In een uitvoeringsvorm bevat de sensor een reeks sensors die langs de zeef opgesteld zijn.
In een uitvoeringsvorm bevat de lataandrijving een controller die geconfigureerd is om een parameter van de beweging van de latten te regelen. Mogelijke parameters die geregeld kunnen worden, zijn de amplitude of de frequentie van de beweging van de latten.
In een uitvoeringsvorm is de controller uitgerust met een ingangsklem voor het ontvangen van een rendementssignaal van een sensor, waarbij de controller geconfigureerd is om de parameter van de beweging van de latten te regelen op basis van het rendementssignaal.
Deze en andere aspecten van de uitvinding zullen gemakkelijker gewaardeerd worden als ze beter begrepen worden door verwijzing naar de volgende gedetailleerde beschrijving in combinatie met de bijbehorende tekeningen waarin soortgelijke referentiesymbolen soortgelijke onderdelen aanduiden. KORTE BESCHRIJVING VAN DE TEKENINGEN:
Figuur 1 stelt een reinigingssysteem voor volgens een uitvoeringsvorm van deze uitvinding.
Figuur 2 stelt een zeef voor die toegepast kan worden in een reinigingssysteem volgens deze uitvinding.
Figuur 3 stelt een gedetailleerd zijaanzicht voor van een zeef zoals die toegepast kan worden in een reinigingssysteem volgens deze uitvinding.
Figuur 4 toont een beweging van de latten zoals die toegepast kan worden op een zeef van een reinigingssysteem volgens deze uitvinding.
Figuur 5 toont een opstelling van latten die tegengewichten bevatten om aan de latten een beweging op te leggen.
GEDETAILLEERDE BESCHRIJVING VAN UITVOERINGSVORMEN
Figuur 1 stelt een uitvoeringsvorm voor van een reinigingssysteem 100 volgens deze uitvinding. Het reinigingssysteem kan bv. gebruikt worden in een maaidorser volgens deze uitvinding. Het reinigingssysteem bevat verder een zeefgeheel 110 dat drie zeven 110.1, 110.2 en 110.3 bevat. De zeven 110.1,110.2 en 110.3 van het zeefgeheel bevatten een geheel van meerdere latten 120 die met tussenruimten geplaatst zijn om ruimten of openingen ertussen te vormen waardoor een bestanddeel van het geoogste gewas kan vallen, en daarbij het bestanddeel van het resterende deel van het geoogste gewas scheidt. De scheiding van de bestanddelen vindt plaats tijdens een transport (aangeduid door de pijlen 130) van het geoogste gewas langs een bovenoppervlak van de zeven. In de getoonde uitvoeringsvorm wordt het gescheiden bestanddeel dat door de zeef gevallen is getransporteerd naar een vijzel 140 (zoals aangegeven door de pijl 145) die bv. het bestanddeel naar een graantank kan transporteren. De rest van het geoogste gewas (materiaal dat geen graan is, kaf) dat niet door de onderste zeef valt (110.3), wordt naar een tweede vijzel 150 getransporteerd (zoals aangegeven door de pijl 155).
De uitvoeringsvorm zoals getoond in Figuur 1 bevat verder een ventilator 160 die geconfigureerd om een luchtstroom opwaarts door de zeven van het zeefgeheel 110 op te wekken. Pijlen 165 duiden schematisch de luchtstroom door de zeven aan die opgewekt kan worden door de ventilator. Een opwaartse luchtstroom door de zeef of zeven van het zeefgeheel bevordert de scheiding van de verschillende bestanddelen van de stroom geoogst gewas. Afhankelijk van het bestanddeel dat afgescheiden moet worden, kan een optimale snelheid van het luchtdebiet door de zeef bepaald worden.
Figuur 1 toont verder een transporteur 105 die geconfigureerd is om een stroom geoogst gewas te ontvangen en het geoogste gewas (aangegeven door de pijl 106) naar het reinigingssysteem te transporteren, meer bepaald het zeefgeheel 110. Zulke transporteur kan bv. transportbrand of een transportsysteem van het type vijzel of een op een plaat gelijkende structuur die een lineaire, gebogen, cirkelvormige of elliptische beweging uitvoert om een ontvangen stroom geoogst gewas te transporteren.
Het reinigingssysteem 100 bevat verder een zeefaandrijving (niet weergegeven) die aangebracht is om een heen-en-weer-gaande zeefbeweging op te leggen, met een eerste frequentie fl, aan de zeven 110.1,110.2 en 110.3, om de gewasstroom vanuit een voorste uiteinde van de zeef naar een achterste uiteinde van de zeef voort te stuwen (d.w.z. langs het bovenoppervlak zoals opgegeven). De heen-en-weer-gaande zeefbeweging kan bv. verkregen worden door de zeven aan te drijven door middel van een excentrisch aandrijfmechanisme. In zulke opstelling kan de zeefbeweging worden beschreven als een lineaire, gebogen, cirkelvormige of elliptische beweging die een eerste gedeelte bevat waarbij de zeef voorwaarts en naar beneden wordt bewogen en een tweede gedeelte waarbij de zeef achterwaarts en opwaarts wordt bewogen. Zulke beweging maakt het mogelijk een stroom geoogst gewas toe te voeren aan een voorste uiteinde van de zeef om van het voorste uiteinde van de zeef naar het achterste uiteinde te worden bewogen of voortgestuwd. In overeenstemming met deze uitvinding gebeurt de heen-en-weer-gaande beweging zoals die opgelegd wordt door de zeefaandrijving met een eerste frequentie fl. In een uitvoeringsvorm kan de transporteur 105 ook aangedreven worden door de zeefaandrijving op een vergelijkbare manier als de één of meer zeven van het zeefgeheel.
In overeenstemming met deze uitvinding verwijst de uitdrukking "voorste uiteinde van de zeef' naar het deel van de zeef waar de stroom geoogst gewas wordt ontvangen, en verwijst het "achterste uiteinde van de zeef' naar het deel van de zeef waar de rest van de stroom geoogst gewas de zeef verlaat.
Gewoonlijk wanneer het reinigingssysteem op een maaidorser is aangebracht, wijst het voorste uiteinde van de zeefpunten naar het voorste uiteinde van de oogstmachine. In zulke opstelling wordt een beweging beschouwd als een voorwaartse beweging wanneer de beweging naar het voorste uiteinde van de oogstmachine verloopt. Een achterwaartse beweging is dus een beweging naar de achterkant van de oogstmachine en naar het achterste uiteinde van de zeef.
Het reinigingssysteem volgens deze uitvinding bevat verder een lataandrijving (niet weergegeven) om een beweging met een tweede frequentie f2 aan de latten op te leggen, waarbij f2 gelijk kan zijn aan fl of groter dan fl.
Als dusdanig worden in deze uitvinding twee bewegingen (een heen-en-weer-gaande zeefbeweging en een beweging van de latten) op elkaar gesuperponeerd. In een uitvoeringsvorm kan het geheel van meerdere latten van een zeef bv. aangebracht worden op een frame van de zeef, waarbij de zeefaandrijving inwerkt op het frame van de zeef (om de heen-en-weer-gaande zeefbeweging op te leggen aan het frame en de erop aangebrachte latten) en werkt de lataandrijving in op het geheel van meerdere latten om de beweging van de latten tot stand te brengen.
De uitvinders hebben bedacht dat het scheidingsrendement van een zeef verhoogd kan worden door een combinatie van een zeefbeweging en een beweging van de latten toe te passen. Binnen de betekenis van deze uitvinding, wordt scheidingsrendement gebruikt om de doeltreffendheid van een zeef aan te duiden. Het kan bv. uitgedrukt worden als een percentage materiaal van een specifiek bestanddeel dat tijdens de werking van de zeef wordt afgescheiden.
De uitvinders hebben bedacht dat er verschillende types lattenbewegingen zijn die een gunstig effect hebben op het scheidingsrendement van een zeef.
Figuur 2 toont schematisch een meer gedetailleerd aanzicht van een zeef zoals die kan worden toegepast in een uitvoeringsvorm van een reinigingssysteem volgens deze uitvinding. Figuur 2 (a) toont schematisch een bovenaanzicht van een zeef 200 die een geheel van meerdere latten 210 bevat die aangebracht zijn op een frame 220 van de zeef 200. Pijl 230 geeft de stromingsrichting aan van geoogst gewas langs de zeef vanaf een voorste uiteinde 240 van de zeef naar een achterste uiteinde 250 van de zeef. De latten 210 zijn aangrenzend aan elkaar gepositioneerd en strekken zich uit in een richting die in wezen loodrecht staat op de stromingsrichting 230. Zoals te zien is in het zijaanzicht van Figuur 2 (b), zijn de latten 210 met tussenruimten geplaatst met een spleet 260 tussen aangrenzende latten. In de getoonde uitvoeringsvorm hebben de latten een bovenste gedeelte 210.1 dat naar het achterste uiteinde 250 van de zeef wijst. In zulke opstelling kunnen de latten 210 bv. schamierbaar aangebracht zijn op het frame 220, waardoor de latten over een as 280 scharnieren.
Gewoonlijk kan de spleet of opening 260 tussen naburige latten zo aangepast worden dat een goede zeefwerking voor verschillende gewastypes kan worden verkregen. In Figuur 2b is een rail 270 schematisch weergegeven, waarbij de rail verbonden is met de bodemgedeeltes 210.2 van de latten 210. Een lineaire aandrijving of een aandrijving van het spindeltype (niet weergegeven) kan bv. verbonden zijn met de rail om de rail 270 langs de horizontale richting 290 te verplaatsen om de spleet 260 tussen de latten 210 te verstellen.
In overeenstemming met deze uitvinding is, in plaats van een louter instellen of kiezen van een specifieke spleet 260 tussen naburige latten, een beweging van de latten gesuperponeerd op de zeefbeweging tijdens de werking van het reinigingssysteem.
In een eerste uitvoeringsvorm is de beweging van de latten een trillende beweging met een frequentie f2 die groter is dan fl. Bij voorkeur is de frequentie f2 groter dan tweemaal de frequentie f 1.
Figuur 3 toont schematisch een opstelling van een geheel van meerdere latten 310 van een zeef 300, waarbij de latten 310 op een verplaatsbare manier aangebracht zijn op een frame 320 in verbindingspunten 380, waarbij de latten 310 zo met tussenruimten geplaatst zijn dat er een spleet 360 tussen wordt gevormd. Met de stippellijn 340 is de zeefbeweging aangeduid die bv. opgelegd kan worden aan de zeef door een zeefaandrijving, zoals een excentrische zeefaandrijving. Zulke zeefbeweging kan bv. lineair, cirkelvormig, elliptisch of gebogen zijn. In overeenstemming met deze uitvinding wordt een beweging van de latten opgelegd om de latten ten opzichte van de zeef te verplaatsen tijdens de heen-en-weergaande zeefbeweging. Als voorbeeld geeft Figuur 3 verder met dubbele pijl 345 een trillende beweging aan van de latten van de zeef. Bij voorkeur heeft de beweging van de latten zoals opgelegd met een frequentie f2 een component in de verticale richting, nl. in de Z-richting zoals aangegeven. Dit kan gerealiseerd worden door ofwel de latten 310 (ten opzichte van het frame 320 of dergelijke) in een wezenlijk verticale richting te verplaatsen of door een scharnierende beweging aan de latten 310 op te leggen, bv. rond een as die evenwijdig loopt met de overlangse richting van de latten. Als voorbeeld van dit laatste geval kan verbindingspunt 380 bv. een schamierbaar verbindingspunt zijn.
Gewoonlijk hebben de latten van de zeef een schuine nominale positie, waarbij een topgedeelte 310.1 van de latten 310 naar het achterste uiteinde 350 van de zeef wijst. Door een scharnierende beweging aan de latten op te leggen, oefent het bovenste gedeelte 310.1 van de latten dat contact maakt met de stroom geoogst gewas terwijl dit zich over de zeef voortbeweegt, een opwaartse kracht uit op de gewasstroom. Men neemt aan dat zulke bekrachtiging van de stroom geoogst gewas kan zorgen voor een heroriëntering van het bestanddeel (bv. graan of dergelijke) van het geoogste gewas dat gescheiden moet worden. Zulke heroriëntering kan nadien het transport van het bestanddeel door de openingen van de zeef vergemakkelijken.
Om de latten 310 op de beschreven manier te verplaatsen, bestaan er verschillende opties.
Als eerste voorbeeld kunnen de bodemgedeelten 310.2 van de latten verbonden worden met een gemeenschappelijke rail (bv. op een manier zoals getoond in Figuur 2 door een rail 270), waarbij een actuator zoals een lineaire actuator toegepast wordt om de rail in een in wezen horizontale positie te verplaatsen en daarbij de latten te draaien of te laten scharnieren rond de verbindingspunten 380 en zodoende de beweging van de latten te verschaffen die aangeduid is door de dubbele pijl 345.
Als tweede voorbeeld kan een elektromagnetisch relais worden aangebracht om de latten te verplaatsen. Zulk relais of zulke relais 370 kunnen bv. geconfigureerd worden in de buurt van de bodemgedeelten 310.2 van de latten om de bodemgedeelten 310.2 te verplaatsen in een richting zoals aangegeven door de dubbele pijl 390.
In zulke opstelling kan elke individuele lat uitgerust zijn met een relais of kunnen meerdere latten verbonden zijn met een gemeenschappelijke rail, waarbij de rail aangedreven wordt door het of de relais.
In een tweede uitvoeringsvorm beweegt de lat scharnierend langs een lengteas van de latten, met een frequentie f2 die in wezen gelijk is aan fl, d.w.z. dat de beweging van de latten een beweging is die gesynchroniseerd is met de zeefbeweging. In zulke uitvoeringsvorm kan de beweging van de latten bv. een eerste gedeelte bevatten waarbij de grootte van de openingen tussen de latten groter is dan een nominale grootte van de openingen, en een tweede gedeelte waarbij de grootte van de openingen tussen de latten kleiner is dan een nominale grootte van de openingen. In zulke opstelling kan het voordelig zijn om de beweging van de latten te synchroniseren met een heen-en-weer-gaande zeefbeweging, waarbij de heen-en-weer-gaande zeefbeweging een eerste gedeelte bevat waarbij de zeef naar het voorste uiteinde (van de zeef) en naar beneden wordt verplaatst, en een tweede gedeelte waarbij de zeef naar het achterste uiteinde (van de zeef) en omhoog wordt verplaatst. In zulke opstelling kan het eerste gedeelte van de beweging van de latten het eerste gedeelte van de heen-en-weer-gaande zeefbeweging overlappen of ermee samenvallen, en overlapt het tweede gedeelte van de beweging van de latten het tweede gedeelte van de heen-en-weer-gaande zeefbeweging of valt ermee samen.
Dit wordt schematisch geïllustreerd in Figuur 4.
Figuur 4 (a) toont schematisch een zijaanzicht van een zeef die een geheel van meerdere latten 410 bevat die op een verplaatsbare manier op een frame 420 zijn aangebracht, bv. verplaatsbaar rond verbindingspunten 480. De heen-en-weer-gaande zeefbeweging zoals die opgelegd wordt tijdens het gebruik van de zeef is aangeduid met ellips 440. Het eerste gedeelte van de zeefbeweging kan beschouwd worden te bestaan uit een verplaatsing (met de wijzers van de klok mee) van de zeef van A naar B op de ellips, waarbij zulke verplaatsing een voorwaartse en neerwaartse beweging is. Het tweede gedeelte van de zeefbeweging kan daarna beschouwd worden als bestaande uit een verplaatsing (met de wijzers van de klok mee) van de zeef van B naar A op de ellips, waarbij deze verplaatsing een achterwaartse (naar het achterste uiteinde 450 van de zeef) en een neerwaartse beweging is. Figuren 4 (b) en 4 (c) geven schematisch de overeenkomstige beweging van de latten weer tijdens het eerste en tweede gedeelte van de heen-en-weer-gaande zeefbeweging. Zoals te zien is, is tijdens het eerste gedeelte van de zeefbeweging (Figuur 4 (b)) de beweging van de latten zo dat de grootte van de openingen tussen naburige latten kleiner is dan een nominale grootte van de openingen (de nominale positie van de latten is bv. zoals aangegeven in Figuui 4 (a) en aangeduid in stippellijn in Figuren 4 (b) en 4 (c)), terwijl tijdens het eerste gedeelte van de zeefbeweging (Figuur 4 (c)) de beweging van de latten zo is dat een grootte van de openingen tussen naburige latten groter is dan de nominale grootte van de openingen.
Ingeval het reinigingssysteem een ventilator bevat voor het opwekken van een opwaartse luchtstroom door de openingen van de zeef (zie bv. ventilator 160 van Figuur 1), kan het voordelig zijn om de door de ventilator opgewekte luchtstroom synchroon te maken met de beweging van de latten. Zoals hierboven vermeld kan een optimale snelheid van de luchtstroom door de zeef bepaald worden voor het afscheiden van een specifiek bestanddeel van het geoogste gewas. Door de ruimten tussen de latten van een zeef te veranderen, verandert ook de weerstand tegen de luchtstroom van de zeef. Op zich zou de beweging van de latten zoals bv. geïllustreerd in Figuren 4 (b) en 4 (c) leiden tot een gewijzigde stromingssnelheid door de zeef ingeval de ventilatorsnelheid (bv. uitgedrukt in liter/seconde) niet wordt aangepast. Om deze snelheidsverandering te beperken of te elimineren, kan de mate van ventilatie van de ventilator synchroon met de beweging van de latten worden versteld. Daardoor kan de snelheid van de luchtstroom door de openingen tussen de latten in wezen constant worden gehouden. Om de beweging van de latten zoals geïllustreerd in Figuur 4 te verwezenlijken, kan ook een aandrijfopstelling die gelijkaardig is aan die welke hierboven werd besproken toegepast worden. Als alternatief kan de beweging van de latten ook verwezenlijkt worden door op de latten tegengewichten aan te brengen. Een voorbeeld van zulke opstelling is schematisch weergegeven in Figuur 5. Figuur 5 toont een geheel van meerdere latten 510 die aangebracht zijn op een frame 520 van een zeef 500, waarbij de latten 510 scharnierbaar zijn rond verbindingspunten 580.
Om een beweging van de latten te genereren zoals bv. geïllustreerd in Figuren 4 (b) en 4 (c), nl. een beweging van de latten die gesynchroniseerd is met de zeefbeweging 540, kunnen tegengewichten 530 aangebracht worden op lager gelegen gedeelten 510.2 van de latten 510. Wanneer een heen-en-weer-gaande zeefbeweging 540 opgelegd wordt aan de zeef 500, zullen de latten een beweging uitvoeren zoals geïllustreerd in Figuur 4, doordat de tegengewichten aangebracht zijn onder de schamierbare verbindingspunten 580.
In plaats van op elke lat apart een tegengewicht aan te brengen, kunnen twee of meer latten 510 verbonden worden (bv. door een rail 270 zoals getoond in Figuur 2) en uitgerust worden met een gemeenschappelijk tegengewicht.
Figuur 5 illustreert verder (voor slechts één van de latten 510) het gebruik van aanslagen 550 om de verplaatsing van de latten te beperken. De aanslagen kunnen bv. aangebracht worden op het frame 520 van de zeef en kunnen geconfigureerd worden om de verplaatsing 560 van het tegengewicht 530 te beperken, en om daarbij dus ook de verplaatsing van de latten 510 te beperken.
In een uitvoeringsvorm zijn de posities van de aanslagen verstelbaar. Daardoor kan de toegestane verplaatsing van de latten, en dus de kleinst mogelijke en grootst mogelijke ruimte tussen de latten ingesteld worden, bv. afhankelijk van het type gewas dat geoogst wordt en de algemene eigenschappen ervan zoals de korrelgrootte, de vochtigheidsgraad enz.
In een uitvoeringsvorm is het reinigingssysteem volgens deze uitvinding uitgerust met één of meer sensors die geconfigureerd zijn om een signaal af te geven dat representatief is voor het rendement van het scheiden van materiaal dat door het zeefgeheel valt. Als voorbeeld kan zulke sensor 600 aangebracht worden op het achterste uiteinde van een zeef en een signaal opwekken dat overeenkomt met de hoeveelheid van een specifiek bestanddeel (bv. het bestanddeel van het geoogste gewas dat afgescheiden moet worden) dat het einde van de zeef verlaat. Het bepalen van deze hoeveelheid kan een maat zijn voor de doeltreffendheid van de zeef om een specifiek bestanddeel af te scheiden. Zulke sensor kan bv. een camera bevatten, bv. een 2D-CCD-camera. Door een beeld van de camera te verwerken (bv. om de grootte van de deeltjes / bestanddelen zoals ze weergegeven worden op het beeld te bepalen), kan een indicatie verkregen worden van het scheidingsrendement van het zeefgeheel. Als alternatief of daarenboven kan de sensor één of meer op piëzo-elektrische sensors bevatten die op druk reageren en een signaal afgeven wanneer ze geraakt worden door een deeltje of bestanddeel van de stroom geoogst gewas.
In een uitvoeringsvorm bevat de sensor een reeks sensors die langs de zeef zijn opgesteld, bv. een eerste sensor aan het voorste uiteinde van de zeef, een tweede sensor aan het einde van de zeef en een derde sensor in de buurt van het midden van de zeef. Op basis van informatie die afkomstig is van de reeks sensors kan de doeltreffendheid van de scheiding langs de zeef worden bepaald.
In een uitvoeringsvorm bevat het reinigingssysteem volgens de uitvinding een controller 700 die geconfigureerd is om een functionele parameter van het reinigingssysteem te regelen. De controller kan bv. geconfigureerd worden om de zeefaandrijving, de lataandrijving of beide te regelen. Meer bepaald kan de controller bv. de frequenties fl en/of f2 van de heen-en-weer-gaande zeefbeweging en de beweging van de latten regelen. Mogelijke te regelen parameters zijn de amplitude of frequentie van de beweging van de latten. De amplitude van de beweging van de latten kan bv. bestuurd worden door de positie te regelen van de aanslagen zoals getoond in de uitvoeringsvorm van Figuur 5.
In een uitvoeringsvorm is de controller 700 uitgerust met een ingangsklem 710 voor het ontvangen van een signaal van één of meerdere van de bovengenoemde sensors bv. sensor 600, waarbij de controller geconfigureerd is om de parameter van de beweging van de latten te regelen op basis van het signaal.
In een uitvoeringsvorm kan de controller ook geconfigureerd worden om een werking van een ventilator van het reinigingssysteem te regelen om een optimale luchtstroom door de zeef of zeven te verkrijgen, afhankelijk van de beweging van de latten. Om zulke regeling te vergemakkelijken, kan het reinigingssysteem uitgerust worden met één of meer druksensors of snelheidssensors om de snelheid te bepalen van de luchtstroom door de ruimten waardoor de latten gescheiden zijn.
Zoals vereist, worden hier gedetailleerde uitvoeringsvormen van deze uitvinding onthuld; het is echter wel te verstaan dat de onthulde uitvoeringsvormen louter voorbeelden zijn van de uitvinding waarvan de uitvoering verschillende vormen kan aannemen. Daarom mogen specifieke structurele en functionele details die hier onthuld worden, niet geïnterpreteerd worden als zijnde beperkend, maar louter als basis voor de conclusies en als een representatieve basis voor het aanleren van iemand die op de hoogte is van de stand van de techniek om op verschillende wijze deze uitvinding op virtueel elke passende detailstructuur te gebruiken. Verder zijn de termen en zinnen die hier gebruikt worden niet bedoeld als zijnde beperkend, maar veeleer om een te begrijpen beschrijving van de uitvinding te verschaffen.
De term "een", zoals hier gebruikt, wordt gedefinieerd als één of meer dan één. De term "meerdere"of "geheel van meerdere", zoals hier gebruikt, is gedefinieerd als twee of meer dan twee. De term "een ander(e)", zoals hier gebruikt, is gedefinieerd als minstens een tweede of meer. De termen "met inbegrip van en/of met" of bevatten(d)", zoals hier gebruikt, zijn gedefinieerd als bevattende of bestaande uit (d.w.z. open taal, niet met uitzondering van andere elementen of stappen). De verwijzingstekens in de conclusies mogen niet geïnterpreteerd worden als beperkend voor de reikwijdte van de conclusies of de uitvinding.
Het loutere feit dat bepaalde maatregelen herhaaldelijk vermeld zijn in onderling verschillende vervolgconclusies betekent niet dat een combinatie van deze maatregelen niet voordelig gebruikt kan worden.

Claims (15)

  1. CONCLUSIES:
    1. Graanreinigingssysteem voor een maaidorser, gekenmerkt doordat het reinigingssysteem (100) het volgende bevat: een zeefgeheel (110) dat geconfigureerd is om een stroom geoogst en gedorst gewas te ontvangen; waarbij het zeefgeheel minstens één zeef (110.1,110.2,110.3) bevat en de zeef een geheel van meerdere met tussenruimten geplaatste latten (120,210,310) bevat waardoor openingen worden gevormd voor het afscheiden van graan uit de stroom geoogst gewas, waarbij de latten zich uitstrekken in een richting die in wezen loodrecht staat op de stroom geoogst gewas; een zeefaandrijving die aangebracht is om een heen-en-weer-gaande zeefbeweging vooruit en achteruit op te leggen, met een eerste frequentie fl, aan de zeef (110.1,110.2, 110.3) om de gewasstroom van een voorste uiteinde van de zeef (110.1,110.2,110.3) voort te stuwen naar een achterste uiteinde van de zeef (110.1,110.2,110.3), en een lataandrijving (370) die geconfigureerd is om een heen-en-weer-gaande beweging van de latten aan de latten op te leggen (120,210, 310) met een tweede frequentie f2, waarbij f2 > fl.
  2. 2. Reinigingssysteem (100) volgens conclusie 1, gekenmerkt doordat de lataandrijving (370) geconfigureerd is om de heen-en-weer-gaande beweging van de latten zo op te leggen dat een grootte van de openingen tussen de latten synchroon varieert met de heen-en-weer-gaande zeefbeweging vooruit en achteruit.
  3. 3. Reinigingssysteem volgens conclusie 1 of conclusie 2, gekenmerkt doordat de beweging van de latten een scharnierende beweging rond een lengteas (280, 380) van de latten bevat.
  4. 4. Reinigingssysteem volgens conclusie 2, gekenmerkt doordat de beweging van de latten een eerste gedeelte bevat tijdens hetwelk een grootte van de opening tussen de latten (120,210, 310) kleiner is dan een nominale grootte van de openingen en een tweede gedeelte tijdens hetwelk de ruimte tussen de latten groter is dan de nominale grootte van de openingen.
  5. 5. Reinigingssysteem volgens conclusie 1, gekenmerkt doordat de tweede frequentie f2 ten minste tweemaal de eerste frequentie fl is.
  6. 6. Reinigingssysteem volgens conclusie 5, gekenmerkt doordat de eerste frequentie fl in een bereik van 3 tot 6 Hz ligt en doordat de tweede frequentie f2 in een bereik van 8 tot 12 Hz ligt.
  7. 7. Reinigingssysteem volgens conclusie 4, gekenmerkt doordat het eerste gedeelte van de beweging van de latten het eerste gedeelte van de heen-en-weer-gaande zeefbeweging overlapt of ermee samenvalt, waarbij de zeef naar het voorste uiteinde van de zeef wordt verplaatst en het tweede gedeelte van de beweging van de latten het tweede gedeelte van de heen-en-weer-gaande zeefbeweging overlapt of ermee samenvalt terwijl de zeef naar het achterste uiteinde van de zeef wordt verplaatst.
  8. 8. Reinigingssysteem volgens een of meerdere van de vorige conclusies, die verder een ventilator (160) bevat die geconfigureerd is om een luchtstroom te leveren in opwaartse richting door de met tussenruimten geplaatste latten.
  9. 9. Reinigingssysteem volgens conclusie 8 met verwijzing naar conclusie 2, gekenmerkt doordat de luchtstroom synchroon met de beweging van de latten gemoduleerd wordt.
  10. 10. Reinigingssysteem volgens een of meerdere van de vorige conclusies, dat verder een sensor (600) bevat om een rendementssignaal op te wekken dat representatief is voor een opbrengst van het zeefgeheel en een controller (700) die geconfigureerd is om de lataandrijving te regelen op basis van het rendementssignaal.
  11. 11. Reinigingssysteem volgens conclusie 10, gekenmerkt doordat de sensor (600) een camera of een piëzo-elektrische sensor bevat.
  12. 12. Reinigingssysteem volgens een of meerdere van de vorige conclusies, gekenmerkt doordat de lataandrijving (370) één of meer elektromagnetische relais bevat om in te werken op het geheel van meerdere latten om aldus de beweging van de latten te verkrijgen.
  13. 13. Reinigingssysteem volgens een of meerdere van de vorige conclusies, gekenmerkt doordat de lataandrijving één of meerdere tegengewichten (530) bevat die aangebracht zijn op een onderste gedeelte van de latten om een beweging te verkrijgen van de latten die gesynchroniseerd is met de zeefbeweging.
  14. 14. Reinigingssysteem volgens een of meerdere van de vorige conclusies, gekenmerkt doordat de één of meerdere zeven van het zeefgeheel opgebouwd zijn uit één of meerdere aanslagen (550) om de beweging van de latten te beperken.
  15. 15. Maaidorser die een reinigingssysteem bevat volgens een of meerdere van de vorige conclusies.
BE2014/0368A 2014-05-16 2014-05-16 Reiniginssysteem voor maaidorser BE1021877B1 (nl)

Priority Applications (5)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2014/0368A BE1021877B1 (nl) 2014-05-16 2014-05-16 Reiniginssysteem voor maaidorser
EP15719247.7A EP3142477B1 (en) 2014-05-16 2015-05-05 Combine harvester cleaning system
BR112016026155-0A BR112016026155B1 (pt) 2014-05-16 2015-05-05 sistema de limpeza para uma colheitadeira combinada e colheitadeira combinada
PCT/EP2015/059814 WO2015173067A1 (en) 2014-05-16 2015-05-05 Combine harvester cleaning system
US15/309,657 US10314237B2 (en) 2014-05-16 2015-05-05 Combine harvester cleaning system

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2014/0368A BE1021877B1 (nl) 2014-05-16 2014-05-16 Reiniginssysteem voor maaidorser

Publications (1)

Publication Number Publication Date
BE1021877B1 true BE1021877B1 (nl) 2016-01-25

Family

ID=51302579

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE2014/0368A BE1021877B1 (nl) 2014-05-16 2014-05-16 Reiniginssysteem voor maaidorser

Country Status (5)

Country Link
US (1) US10314237B2 (nl)
EP (1) EP3142477B1 (nl)
BE (1) BE1021877B1 (nl)
BR (1) BR112016026155B1 (nl)
WO (1) WO2015173067A1 (nl)

Families Citing this family (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US10238040B2 (en) * 2017-04-06 2019-03-26 Deere & Company Harvester louver rotation
US11765995B2 (en) * 2017-09-18 2023-09-26 Hcc, Inc. Louver position sensing system for a sieve and chaffer of a combine harvester
US10827682B2 (en) * 2018-10-02 2020-11-10 Deere & Company Independent air controlled sieve
CN109479525B (zh) * 2018-10-30 2020-11-20 长沙宁湖机械设备有限公司 一种碎带壳豆壳及豆壳分离装置
GB201820713D0 (en) * 2018-12-19 2019-01-30 Agco Int Gmbh Grain cleaning system and method of controlling such
CN115591770A (zh) * 2022-09-28 2023-01-13 山东理工大学(Cn) 一种不等高鱼鳞筛组合式清选筛结构

Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US6761630B1 (en) * 2003-02-10 2004-07-13 Case, Llc Method of operation of a sieve adjustment control system for an agricultural combine
DE102011007511A1 (de) * 2011-04-15 2012-10-18 Deere & Company Verfahren zur Einstellung einer Reinigungseinrichtung eines Mähdreschers und Reinigungseinrichtung
DE102011085977A1 (de) * 2011-11-09 2013-05-16 Deere & Company Sieb für eine Reinigungseinrichtung eines Mähdreschers

Family Cites Families (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US588468A (en) 1897-08-17 Cut-off conveyer for flour-sifting machines
DE1238707B (de) 1965-10-18 1967-04-13 Friedrich Graepel Lamellensieb fuer Maehdrescher
IT965424B (it) 1971-10-12 1974-01-31 Deere & Co esempio sbattitori a graticcio di trebbiatrici e mietitredisposizione della guarnitura a vaglio di scuotipaglia perbbiatrici
SU816425A1 (ru) * 1979-10-05 1981-03-30 Ponomarev Gennadij V Жалюзийное решето
DE3032861A1 (de) 1980-09-01 1982-05-27 Günther 3210 Elze Heuer Maehdrescher
US20080004092A1 (en) 2006-06-30 2008-01-03 Deere & Company, A Delaware Corporation Remote sieve or chaffer adjustment

Patent Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US6761630B1 (en) * 2003-02-10 2004-07-13 Case, Llc Method of operation of a sieve adjustment control system for an agricultural combine
DE102011007511A1 (de) * 2011-04-15 2012-10-18 Deere & Company Verfahren zur Einstellung einer Reinigungseinrichtung eines Mähdreschers und Reinigungseinrichtung
DE102011085977A1 (de) * 2011-11-09 2013-05-16 Deere & Company Sieb für eine Reinigungseinrichtung eines Mähdreschers

Also Published As

Publication number Publication date
WO2015173067A1 (en) 2015-11-19
EP3142477B1 (en) 2018-04-04
US20170142904A1 (en) 2017-05-25
EP3142477A1 (en) 2017-03-22
BR112016026155B1 (pt) 2020-11-03
US10314237B2 (en) 2019-06-11

Similar Documents

Publication Publication Date Title
BE1021877B1 (nl) Reiniginssysteem voor maaidorser
BE1021136B1 (nl) Maaidorser met verstelbare reinigingsschoenopstelling
BE1021892B1 (nl) Aandrijfgeheel voor het reinigingssysteem van een maaidorser
BE1022310B1 (nl) Maaidorser
BE1021871B1 (nl) Maaidorser.
EP2145528A1 (en) Flexible louver opening adjustment mechanism for a pivoting combine harvester cleaning shoe
BE1023017B1 (nl) Maaidorser met stroschudders met verstelbare helling
US10721869B2 (en) Agricultural harvester with laterally moving grain pan
CA2903364A1 (en) Cleaning assembly for a harvester
BE1022893B1 (nl) Graanreinigingssysteem met verbeterde luchtstroming en aanvullende valstap om de graanreinigingsprestaties te verbeteren
DE102009000797B4 (de) Siebanordnung für einen Mähdrescher
BE1022661B1 (nl) Verbeteringen van of betreffende graanreinigers voor maaidorsers
BE1021147B1 (nl) Dekplaat voor een schoongraanvijzel in een reinigingssysteem van een oogstmachine
BE1021889B1 (nl) Systeem en werkwijze voor het regelen van een reinigingszeef in een oogstmachine
US1026529A (en) Riddling apparatus for separating straw, cavings, chaff, and the like from grain or seeds.
CN206547330U (zh) 联合收割机
US666654A (en) Threshing-machine.
US265398A (en) Grain-screen
US765821A (en) Corn husker and shredder.
US418862A (en) Shoe for thrashing-machines
US177252A (en) Improvement in grain-separators
US10212A (en) Grain thresher and separator
US755441A (en) Chaffer for threshing-machines.
US632271A (en) Threshing-machine.
US1029507A (en) Cleaning-rack for grain-separators.