NL8601087A

NL8601087A - Borstontveller.

Info

Publication number: NL8601087A
Application number: NL8601087A
Authority: NL
Original assignee: Stork Pmt
Priority date: 1986-04-28
Filing date: 1986-04-28
Publication date: 1987-11-16
Also published as: EP0244887A1; DK211987D0; DE3761179D1; DK211987A; EP0244887B1; BR8702034A; JPS62257337A; ES2012081B3

Description

Korte aanduiding; Borstontveller

865032/Ti/AP

De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het verwijderen van het borstvel van een gevogeltekarkas dat met de borst naar voren en met de poten hangend aan een transportbaan wordt aangevoerd.

• 5 Binnen het kader van de steeds verder voortschrijdende mechanisatie van het opdelen van gevogeltekarkassen - waarbij het karkas, hangend aan de poten, langs een aantal elkaar opvolgende bewerkingsstations wordt gevoerd en daar wordt onderworpen aan opdeelbewerkingen, bestaat behoefte aan een inrichting 10 waarmee op betrouwbare wijze het borstvel van het karkas kan worden verwijderd. De uitvinding beoogt een dergelijke inrichting te verschaffen.

De volgens de uitvinding hiertoe voorgestelde inrichting wordt gekenmerkt door een onder de transportbaan opgesteld, 15 naar de transportbaan open V-vormig geleidevlak voor de borst van het karkas en twee daarboven en symmetrisch ten opzichte van het middenlangsvlak daarvan opgestelde V-vormige met de punten tegen de transportrichting in gerichte borstvelsepara-tieorganen waarvan de vlakken onderling een scherpe hoek in-20 sluiten, met aan het bovenachtereinde van elk der separatie-organen een buiten het vlak daarvan gelegen en naar het geleidevlak gericht langwerpig snijorgaan met tegen de transportrichting in gericht snijvlak, in de transportrichting gevolgd door tenminste een stel, onder het geleidevlak gelegen, tegen-25 gesteld roterend aangedreven en van in elkaar grijpende langs-vertanding voorziene trekrollen.

Voorkeursuitvoeringsvormen van deze inrichting zijn beschreven in de conclusies 2 tot en met 7 in verband waarmee wordt opgemerkt dat de toepassing van twee stellen trekrollen, zoals 30 genboemd in conclusie 6 het voordeel heeft dat de inrichting karkassen van verschillend formaat kan verwerken: wanneer van kleine karkassen het borstvel niet door het eerste stel rollen wordt gegrepen, wordt het in ieder geval gegrepen door het tweede stel.

35 Opgemerkt wordt dat de toepassing van twee trekrollen voor het aangrijpen en lostrekken van het borstvel van een karkasdeel van welke rollen tenminste een is voorzien van schroeflijnvormige groeven op zich bekend is. uit de Nederlandse 860 1 087 -2- octrooiaanvrage 8302207 ten name van aanvraagster; deze bekende inrichting is echter uitsluitend geschikt voor het verwijderen van het borstvel van een borststuk zonder poten en vleugels waarvan het vel dus reeds op verschillende plaatsen is 5 ingesneden.

De uitvinding wordt toegelicht aan de hand van de tekeningen.

Figuur 1 is een perspectivisch aangezicht van de complete inrichting volgens de uitvinding.

10 Figuur 2 toont op vergrote schaal de borstgeleiding met separatieorganen.

Figuur 3 is een bovenaanzicht van de borstgeleiding met separatieorganen.

Figuur 4 is een vooraanzicht van de borstgeleiding met 15 separatieorganen aan de hand waarvan de separatiewerking wordt toegelicht.

De inrichting volgens de uitvinding, in figuur 1 in zijn geheel aangegeven met het verwijzingscijfer 2, zal in het algemeen gebruikt worden als onderdeel van een installatie waarin 20 een gevogeltekarkas aan een aantal opdeelbewerkingen wordt onderworpen. De gevogeltekarkassen, zoals aangegeven met de cijfers 4a, 4b, 4c en 4d worden daarbij door de installatie gevoerd waarbij zij met de poten hangen aan een transportbaan 6, die bijvoorbeeld is van de soort zoals beschreven in de 25 Europese octrooiaanvrage 85200366.4.

De afgeheelde installatie bestaat uit een borstgeleidings-element 8 met nog nader te beschrijven separatieorganen, een in de transportrichting daarop volgend eerste stel trekrollen 10a, 10b elk voorzien van schroeflijnvormige in langsrichting 30 verlopende in elkaar grijpende tanden 12a, 12b en in tegengestelde richting roterend aangedreven door middel van een niet getekende aandrijving, in de transportrichting aangegeven met de pijl 13 gevolgd door een tweede stel trekrollen 14a, 14b eveneens voorzien van vertanding 16a, 16b en tegengesteld rote-35 rend aangedreven. De trekrollen 10a, 10b respectievelijk 14a, 14b liggen op een lager niveau dan het hoogste punt van de borstgeleiding 8 waarbij de afstand van de trekrollen 14a, 14b tot de transportbaan 6 kleiner is dan de afstand der trekrollen 10a, 10b ten opzichte van deze transportbaan.

- ' 'i 1 : ; 7 * -3-

Boven de rollen 10a, 10b, 14a en 14b bevinden zich twee vleugelgeleidestangen 18a en 18b.

De opbouw van de borstgeleiding en de daarop aangebrachte separatieorganen blijkt uit de figuren 3 en 4. In de afgeheelde uitvoeringsvorm wordt de borstgeleiding 8 gevormd door een 5 blok kunsstof waarin een kwart cirkelvormige, V-vormige gelei-degroef 20 is gevormd. Uiteraard is ook een andere dan deze cirkelvormige configuratie mogelijk en kan het borstgeleideorgaan 8 bijvoorbeeld zijn vervaardigd uit plaatmateriaal. Nabij het hoogste punt 20a van de groef 20 is aan weerskanten van het 10 middenlangsvlak van deze groef een borstvelseparatieorgaan 22a, 22b opgesteld; elk separatieorgaan is via een bevesti-gingsbeugel 24a, 24b bevestigd aan het borstgeleideorgaan 8.

Elk separatieorgaan 22a, 22b is in de afgeheelde vorm uitgevoerd als een uit staafmateriaal vervaardigde beugel met een in hoofd-15 zaak evenwijdig aan de transportbaan verlopend bovendeel 26a, 26b, een onder ene scherpe hoek daarmee staand naar de bodem van de geleidegroef 20 verlopend onderstuk 28a, 28b en een dwarsstuk 30a, 30b. Zoals uit de figuren blijkt wordt de hoek, gevormd tussen de vlakken gaande door de beugeldelen 26a, 28a 20 enerzijds, 26b, 28b anderzijds vanaf de invoerpunten 30a, 30b in de transportrichting gezien geleidelijk aan groter en bereikt de maximale waarde ter plaatse van de dwarsverbinding 30a, 30b. Uiteraard kan in plaats van een beugelvormig separatieorgaan ook een uit plaatmateriaal vervaardigd separatieorgaan 25 worden toegepast.

De beugels 28a, 28b dragen voorts onder een hoek van circa 45° met de transportrichting staande snijmessen 32a, 32b.

De werking van de inrichting is (zie ook figuur 4) als volgt: 30 Elk aan de poten hangend karkas, zoals het karkas 4d, bereikt tijdens zijn transport door de inrichting het borst-steunorgaan 8 en neemt, uitgaande van de stand getekend voor het karkas 4d geleidelijk aan de stand van het karkas 4c aan waarbij het karkas dus vrijwel horizontaal onder de transport-35 baan 6 ligt. Bij deze beweging dringen de punten 30a, 30b van de separatieorganen 22a, 22b bij de liezen tussen het vel en het karkas, bij de verdergaande beweging wordt het vel links en rechts van de separatieorganen 22a, 22b opgedrukt en gespannen en wanneer het vel de grootste spanning heeft bij het pas- 33 ö f 087 ΐ - -4- seren van het breedste deel tenslotte doorgesneden door de messen 32a, 32b. Het nu omlaag hangende en nog gedeeltelijk aan het karkas vastzittende borstvel, zoals het borstvel 5 van het karkas 4b komt tussen de trekrollen 10a, 10b en wordt 5 van het karkas afgetrokken; uiteindelijk is de borst 36 van het karkas geheel van het borstvel 34 ontdaan.

Wanneer, zoals bij een kleinere vogel kan gebeuren, het borstvel niet door het eerste stel trekrollen 10a, 10b wordt gegrepen, wordt, het zeker gegrepen door het tweede stel trek-]_q rollen. 14a, 14b en door deze verwijderd.

Uiteraard zijn binnen het kader van de uitvinding verschillende wijzigingen mogelijk. Zo kan het gewenst zijn, in het bijzonder voor het behandelen van kleine vogels, op de bodem van de geleidegroef 20 van het borststeunorgaan 8 nabij ]_5 het hoogste punt daarvan en tussen de separatieorganen 22a, 22b een uit de groef uitstekend drukstuk 38 aan te brengen voor het wat omhoog drukken van het borstbeen van de vogel tijdens het inlopen van de separatieorganen 22a, 22b.

8601087

Claims

1. Inrichting voor het verwijderen van het borstvel van een gevogeltekarkas dat met de borst naar voren en met de poten hangend aan een transportbaan wordt aangevoerd, gekenmerkt door een onder de transportbaan opgesteld, naar de transport- 5 baan open V-vormig geleidevlak voor de borst van het karkas en twee daarboven en symmetrisch ten opzichte van het midden-langsvlak daarvan opgestelde V-vormige met de punten tegen de transportrichting in gerichte borstvelseparatieorganen waarvan de vlakken onderling een scherpe hoek insluiten, met aan 10 het bovenachtereinde van elk separatieorgaan een buiten het vlak daarvan gelegen en naar het geleidevlak gericht langwerpig snijorgaan met tegen de transportrichting irigericht snijvlak in de transportrichting gevolgd door tenminste een stel, onder het geleidevlak gelegen, tegengesteld roterend aangedreven, 15 van in elkaar grijpende langsvertanding voorziene trekrollen.

2. Inrichting volgens conclusie 1 met het kenmerk, dat het V-vormig geleidevlak naar de transportbaan oplopend is uitgevoerd en de separatieorganen zijn aangebracht nabij het hoogste punt daarvan.

3. Inrichting volgens conclusie 1 of 2 met het kenmerk, dat de door de separatieorganen ingesloten hoek vanaf het invoer-einde daarvan in de transportrichting geleidelijk toeneemt.

4. Inrichting volgens conclusie 1 tot 3 gekenmerkt door een nabij het einde der separatieorganen vanuit de bodem van het 25 borstgeleidevlak uitstekend drukstuk.

5. Inrichting volgens conclusie 1 tot 4 met het kenmerk, dat de snijorganen met de transportrichting een hoek van circa 45° insluiten.

6- Inrichting volgens conclusie 1 tot 5 gekenmerkt door een 30 tweede stel, in de transportrichting gezien voorbij het eerste stel en op een hoger niveau dan dit opgestelde trekrollen. ' ' ' T -6-

7. Inrichting volgens conclusie 1 tot -6 gekenmerkt door twee, aan weerskanten van het langsmiddenvlak van de transportinrichting boven de trekrollen aangebrachte vleugelgeleidestangen. BSO 10 87