NL1001281C2 - Werkwijze en inrichting voor het fileren van het borststuk van gevogelte. - Google Patents

Description

\

Werkwijze en inrichting voor het fileren van het borststuk van gevogelte

De uitvinding heeft op de eerste plaats betrekking op een werkwijze voor het fileren van het borststuk van gevogelte, waarbij het vel van het borststuk wordt verwijderd.

Voor het in het kader van het fileren van het borst-5 stuk van gevogelte verwijderen van het vel bestaan diverse mogelijkheden. Het is bekend om hierbij gebruik te maken van paren pelassen, die het vel in de tussen hen gedefinieerde kneep trekken. Met behulp van dergelijke pelassen kan het vel weliswaar grondig worden verwijderd, maar tegelijkertijd 10 wordt het vel dusdanig beschadigd, dat het daarna niet meer nuttig gebruikt kan worden. Een andere methode om het vel van het borststuk te verwijderen is, om het vel ter plaatse van de voorzijde van het borststuk vast te grijpen en in achterwaartse richting in zijn geheel van het borststuk los 15 te trekken. Een nadeel van deze methode is echter, dat zich ter plaatse van de vleugelgewrichten (die nabij de voorzijde van het borststuk liggen) vlak onder het vel pezen bevinden die het vel aldaar uitermate stevig met het onderliggende vlees verbinden. Pogingen om het vel op de beschreven wijze 20 van het borststuk los te trekken resulteren dan veelal in het eveneens van het borststuk lostrekken van grote stukken vlees. Het hierdoor optredende vleesverlies is uiteraard ongewenst. Tevens krijgt het resulterende borstfilet hierdoor een onaantrekkelijk uiterlijk.

25 De uitvinding beoogt thans een werkwijze voor het fileren van het borststuk van gevogelte te verschaffen, waarbij de genoemde nadelen niet optreden.

Hiertoe bezit de werkwijze volgens de uitvinding het kenmerk, dat het vel, uitgaande van de borstpunt, in achter-30 waartse richting van het borststuk wordt losgetrokken, waarbij voorafgaande aan het lostrekken van het vel in de nabij -heid van de vleugelgewrichten een snede in het vel wordt gemaakt. Door middel van de snede wordt ter plaatse van elk vleugelgewricht de zich aldaar bevindende pees die het vel 35 stevig verbindt met het onderliggende vlees doorgesneden, zodat het daaropvolgend lostrekken van het vel eenvoudig kan 1001281 2 worden uitgevoerd zonder dat vlees wordt meegetrokken. Tevens blijkt op deze wijze het vel als één geheel te kunnen worden verwijderd, zodat dit ook bruikbaar blijft voor andere toepassingen.

5 Overeenkomstig een met voordeel toe te passen uitvoe- ringsvariant bezit de werkwijze volgens de uitvinding het kenmerk, dat de snede een boogvormig verloop bezit met de holle zijde naar de borstzijde gericht. In de praktijk blijkt, dat een aldus gevormd boogvormig verloop van de sne-10 de een optimaal resultaat ten aanzien van het doorsnijden van de genoemde pees oplevert.

Opgemerkt wordt, dat binnen het kader van de onderhavige uitvinding met de term "borstpunt" of "voorzijde van het borststuk" die zijde van het borststuk wordt aangeduid, 15 alwaar zich de vleugelgewrichten bevinden. Derhalve is de "achterzijde van het borststuk" de staartzijde. Verder wordt met "borstzijde" het voorste gedeelte van de borstkas, ter plaatse van het borstbeen, bedoeld.

De uitvinding heeft tevens betrekking op een inrich-20 ting voor het fileren van het borststuk van gevogelte, met een het borststuk transporterende transporteur en aan de transporteur grenzende ontvelorganen voor het van het borststuk verwijderen van het vel.

Bij een bekende inrichting van dit type bestaan de 25 ontvelorganen, zoals eerder reeds werd opgemerkt, bijvoorbeeld uit samenwerkende pelassen. Overeenkomstig de uitvinding echter wordt de inrichting voor het fileren van het borststuk gekenmerkt door het feit, dat de ontvelorganen bestaan uit middelen voor het van het borststuk lostrekken 30 van het vel alsmede daarvoor naast de transporteur geplaatste snij-organen voor het ter plaatse van de vleugelgewrichten in het vel aanbrengen van een snede.

Een door de inrichting passerend borststuk bereikt eerst, door de transporteur voortbewogen, de snij-organen 35 die ter plaatse van de vleugelgewrichten de genoemde snedes in het vel aanbrengen. Wanneer het aldus voorbereide borststuk vervolgens de velaftrekmiddelen bereikt kan het vel als één geheel eenvoudig van het borststuk worden losgetrokken.

Met betrekking tot de snij-organen bestaat een aantal 1001281 3 mogelijkheden. Zo is het mogelijk, dat de snij-organen stationair zijn en de snede wordt verkregen ten gevolge van de relatieve beweging tussen de transporteur en de snij-organen. Evenwel wordt overeenkomstig een de voorkeur genietende 5 uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding voorgesteld, dat de snij-organen ten opzichte van de transporteur beweegbaar zijn. Ten gevolge van een dergelijke beweging is het mogelijk om aan de snede het meest optimale verloop te verschaffen, zoals een boogvormig verloop met ;de 10 holle zijde naar de borstzijde gericht. Hierdoor wordt de snede optimaal aangepast aan de anatomie van de door te snijden pees.

Een dergelijke beweging van de snij-organen kan op talloze wijzen worden bewerkstelligd, bijvoorbeeld door mid-15 del van een cilinder-zuigersamenstel, door met een curvebaan samenwerkende nokken etc. In principe is het zelfs denkbaar, dat de snij-organen op zichzelf stationair zijn, doch dat door een geschikte beweging aan het borststuk te verschaffen (in aanvulling op de door de transporteur veroorzaakte bewe-20 ging) de gewenste vorm van de snedes kan worden verkregen.

Ten slotte bezit een eenvoudige uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding het kenmerk, dat elk snij-orgaan bestaat uit een haakvormig mes met een tegen de transportrichting van de transporteur in gerichte punt. Een 25 dergelijk mes dringt door de in de genoemde richting wijzende punt eenvoudig door het vel heen. Een op de punt aansluitende snij rand kan vervolgens de gewenste snede aanbrengen.

De uitvinding wordt hierna nader toegelicht aan de hand van de tekening, waarin een uitvoeringsvorm van de in-30 richting volgens de uitvinding is weergegeven.

Fig. 1 toont, schematisch, een gedeelte van een uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding in zijaanzicht, en fig. 2 toont een bovenaanzicht, behorende bij fig. 1. 35 In de figuren is een gedeelte van een eindloze trans porteur l zichtbaar, die op regelmatige afstanden is voorzien van sledes 2 (waarvan er in de figuren slechts één zichtbaar is). De sledes 2 bezitten aan een bovenzijde een met de vorm van een borststuk 3 overeenkomende vormgeving.

1001281 4

Op deze wijze kan het borststuk aan diverse bewerkingen worden onderworpen, terwijl het stevig ondersteund wordt. Middelen om het borststuk 3 op de slede 2 op te spannen en vast te houden zijn eenvoudigheidshalve niet weergegeven.

5 De transportrichting van de transporteur l is aange duid door pij 1 4.

Naast de transporteur 1 bevinden zich twee snij-organen 5. In de getoonde uitvoeringsvorm zijn de snij-organen 5 bevestigd op verticale stangen 6 die met behulp van niet-; 10 nader getoonde aandrijforganen op en neer beweegbaar zijn overeenkomstig de dubbele pijl 7. Aan de bovenzijde van de stangen 6 zijn verder in de getoonde uitvoeringsvorm gelei-dingsblokken 8 gevormd, die behulpzaam kunnen zijn bij het uitoefenen van de snijwerking door de snij-organen 5. Derge-15 lijke geleidingsblokken 8 zijn echter niet noodzakelijk.

Wanneer een op de slede 2 gespannen borststuk 5 de snij-organen 5 bereikt grijpen de punten van de snij-organen 5 aan op het vel nabij het voorste uiteinde 9 van het borststuk 3. Tijdens het passeren van het borststuk 3 worden de 20 stangen 6 zodanig omlaagbewogen dat in het borststuk 3 de door de dubbele stippellijn 10 aangeduide boogvormige snede ontstaat. Ten overvloede wordt opgemerkt, dat een dergelijke snede 10 zich derhalve aan beide zijden van het borststuk bevindt. Ten gevolge van de in achterwaartse richting enigs-25 zins oplopende onderzijde van het borststuk 3 treden de snij-organen 5 aan het uiteinde van de snede 10 uit het borststuk naar buiten en passeren aldus onder de rest van het borststuk 3, totdat ze voorafgaande aan het arriveren van een volgende slede met borststuk opnieuw naar hun om-30 hoogbewogen uitgangspositie worden bewogen.

Het van de snede 10 voorziene borststuk 3 bereikt vervolgens niet-getoonde vellostrekorganen, die ter plaatse van het voorste uiteinde 9 aangrijpen op het vel en dit in zijn geheel, en eendelig, van het borststuk 3 lostrekken.

35 Het borststuk 3 is vervolgens gereed om te worden gefileerd.

Behalve de getoonde uitvoeringsvorm zijn ook uitvoeringsvormen denkbaar, waarbij de snijorganen 5 een vaste stand bezitten (en de snedes dus niet boogvormig zijn). Echter ook andere bewegingen van de snij-organen 5, bijvoor- 1001281 5 beeld in fig. 1 gezien loodrecht op het vlak van de tekening, zijn denkbaar. De hiervoor benodigde aandrijvingen zijn voor een deskundige eenvoudig realiseerbaar. Ook kunnen de snij-organen anders zijn uitgevoerd dan als haakvormige 5 messen met een tegen de transportrichting van de transporteur in gerichte punt, zoals weergegeven in fig. 2. In dit kader wordt opgemerkt, dat de uitvinding niet beperkt is tot de in het voorgaande beschreven uitvoeringsvorm, die binnen het door de conclusies bepaalde kader op velerlei wijze kan 10 worden gevarieerd.

1001281

Claims (6)

1. Werkwijze voor het fileren van het borststuk van gevogelte, waarbij het vel van het borststuk wordt verwijderd, met het kenmerk, dat het vel, uitgaande van de borstpunt, in achterwaartse richting van het borststuk wordt los- 5 getrokken, waarbij voorafgaande aan het lostrekken van het vel in de nabijheid van de vleugelgewrichten een snede in het vel wordt gemaakt.

2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de snede een boogvormig verloop bezit met de holle zijde 10 naar de borstzijde gericht.

3. Inrichting voor het fileren van het borststuk van gevogelte, met een het borststuk transporterende transporteur en aan de transporteur grenzende ontvelorganen voor het van het borststuk verwijderen van het vel, met het kenmerk, 15 dat de ontvelorganen bestaan uit middelen voor het van het borststuk lostrekken van het vel alsmede daarvoor naast de transporteur geplaatste snij-organen voor het ter plaatse van de vleugelgewrichten in het vel aanbrengen van een snede .

4. Inrichting volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de snij-organen stationair zijn.

5. Inrichting volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de snij-organen ten opzichte van de transporteur beweegbaar zijn.

6. Inrichting volgens een der conclusies 3 tot 5, met het kenmerk, dat elk snij-orgaan bestaat uit een haakvormig mes met een tegen de transportrichting van de transporteur in gerichte punt. 1001281