NL9400494A - Menginrichting voor kuilvoer. - Google Patents

Menginrichting voor kuilvoer. Download PDF

Info

Publication number
NL9400494A
NL9400494A NL9400494A NL9400494A NL9400494A NL 9400494 A NL9400494 A NL 9400494A NL 9400494 A NL9400494 A NL 9400494A NL 9400494 A NL9400494 A NL 9400494A NL 9400494 A NL9400494 A NL 9400494A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
mixing
pallet
silage
mixing chamber
mixing device
Prior art date
Application number
NL9400494A
Other languages
English (en)
Inventor
Cornelis Hendricus Liet
Fredericus Liet
Original Assignee
Litech Bv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Priority claimed from NL9400143A external-priority patent/NL9400143A/nl
Application filed by Litech Bv filed Critical Litech Bv
Priority to NL9400494A priority Critical patent/NL9400494A/nl
Priority to EP95906554A priority patent/EP0740501A1/en
Priority to PCT/NL1995/000039 priority patent/WO1995020869A1/en
Publication of NL9400494A publication Critical patent/NL9400494A/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B01PHYSICAL OR CHEMICAL PROCESSES OR APPARATUS IN GENERAL
    • B01FMIXING, e.g. DISSOLVING, EMULSIFYING OR DISPERSING
    • B01F35/00Accessories for mixers; Auxiliary operations or auxiliary devices; Parts or details of general application
    • B01F35/71Feed mechanisms
    • B01F35/717Feed mechanisms characterised by the means for feeding the components to the mixer
    • B01F35/71765Feed mechanisms characterised by the means for feeding the components to the mixer using rakes or plain plates with raking movement
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01FPROCESSING OF HARVESTED PRODUCE; HAY OR STRAW PRESSES; DEVICES FOR STORING AGRICULTURAL OR HORTICULTURAL PRODUCE
    • A01F25/00Storing agricultural or horticultural produce; Hanging-up harvested fruit
    • A01F25/16Arrangements in forage silos
    • A01F25/20Unloading arrangements
    • A01F25/2027Unloading arrangements for trench silos
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01KANIMAL HUSBANDRY; AVICULTURE; APICULTURE; PISCICULTURE; FISHING; REARING OR BREEDING ANIMALS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; NEW BREEDS OF ANIMALS
    • A01K5/00Feeding devices for stock or game ; Feeding wagons; Feeding stacks
    • A01K5/001Fodder distributors with mixer or shredder
    • A01K5/007Fodder distributors with mixer or shredder with mixing or shredding area contained inside an endless chain or belt conveyor
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B01PHYSICAL OR CHEMICAL PROCESSES OR APPARATUS IN GENERAL
    • B01FMIXING, e.g. DISSOLVING, EMULSIFYING OR DISPERSING
    • B01F33/00Other mixers; Mixing plants; Combinations of mixers
    • B01F33/27Mixers having moving endless chains or belts, e.g. provided with paddles, as mixing elements
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B01PHYSICAL OR CHEMICAL PROCESSES OR APPARATUS IN GENERAL
    • B01FMIXING, e.g. DISSOLVING, EMULSIFYING OR DISPERSING
    • B01F33/00Other mixers; Mixing plants; Combinations of mixers
    • B01F33/50Movable or transportable mixing devices or plants
    • B01F33/502Vehicle-mounted mixing devices
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B01PHYSICAL OR CHEMICAL PROCESSES OR APPARATUS IN GENERAL
    • B01FMIXING, e.g. DISSOLVING, EMULSIFYING OR DISPERSING
    • B01F33/00Other mixers; Mixing plants; Combinations of mixers
    • B01F33/50Movable or transportable mixing devices or plants
    • B01F33/502Vehicle-mounted mixing devices
    • B01F33/5021Vehicle-mounted mixing devices the vehicle being self-propelled, e.g. truck mounted, provided with a motor, driven by tracks
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B01PHYSICAL OR CHEMICAL PROCESSES OR APPARATUS IN GENERAL
    • B01FMIXING, e.g. DISSOLVING, EMULSIFYING OR DISPERSING
    • B01F35/00Accessories for mixers; Auxiliary operations or auxiliary devices; Parts or details of general application
    • B01F35/71Feed mechanisms
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B01PHYSICAL OR CHEMICAL PROCESSES OR APPARATUS IN GENERAL
    • B01FMIXING, e.g. DISSOLVING, EMULSIFYING OR DISPERSING
    • B01F35/00Accessories for mixers; Auxiliary operations or auxiliary devices; Parts or details of general application
    • B01F35/75Discharge mechanisms
    • B01F35/751Discharging by opening a gate, e.g. using discharge paddles
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01FPROCESSING OF HARVESTED PRODUCE; HAY OR STRAW PRESSES; DEVICES FOR STORING AGRICULTURAL OR HORTICULTURAL PRODUCE
    • A01F25/00Storing agricultural or horticultural produce; Hanging-up harvested fruit
    • A01F25/16Arrangements in forage silos
    • A01F25/20Unloading arrangements
    • A01F25/2027Unloading arrangements for trench silos
    • A01F2025/2054Machinery for cutting successive parallel layers of material in a trench silo
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B01PHYSICAL OR CHEMICAL PROCESSES OR APPARATUS IN GENERAL
    • B01FMIXING, e.g. DISSOLVING, EMULSIFYING OR DISPERSING
    • B01F2101/00Mixing characterised by the nature of the mixed materials or by the application field
    • B01F2101/06Mixing of food ingredients
    • B01F2101/18Mixing animal food ingredients

Landscapes

  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Chemical Kinetics & Catalysis (AREA)
  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Environmental Sciences (AREA)
  • Birds (AREA)
  • Animal Husbandry (AREA)
  • Biodiversity & Conservation Biology (AREA)
  • Accessories For Mixers (AREA)
  • Processing And Handling Of Plastics And Other Materials For Molding In General (AREA)
  • Apparatuses For Bulk Treatment Of Fruits And Vegetables And Apparatuses For Preparing Feeds (AREA)
  • Mixers Of The Rotary Stirring Type (AREA)

Description

Menginrichting voor kuilvoer
De uitvinding heeft betrekking op een menginrichting voor kuilvoer, voorzien van een mengkamer, een in de mengkamer aanwezig beweegbaar mengelement, dat wordt gevormd door twee rondlopende door meenemers verbonden eindloze elementen, zoals kettingen of dergelijke, en een zich in hoofdzaak verticaal uitstrekkend laadbord voor het in de mengkamer toevoeren van het kuilvoer.
Een dergelijke menginrichting is reeds beschreven in de Franse octrooipublikatie 2.531.602. Het bij deze bekende menginrichting getoonde laadbord is scharnierend aan een draagarm bevestig^, en kan via een invoeropening het te mengen kuilvoer aan de mengkamer (ook laadbak genoemd) toevoeren.
Deze bekende menginrichting bezit een aantal nadelen. Een van de belangrijkste nadelen is, dat in de maximaal ingetrokken stand, waarin het laadbord zich het dichtst bij het mengelement bevindt (hierna mengstand te noemen), tussen het bovenste gedeelte van dit laadbord en het mengelement een grote loze ruimte aanwezig is. Wanneer aan de menginrichting grof vezelachtig kuilvoer wordt toegevoerd, waarin bijvoorbeeld lange grassprieten of stengels aanwezig zijn, bestaat het risico, dat deze kuilvoerdelen verstrengeld raken in de meenemers van het mengelement, en tijdens het voortbewegen van het mengelement klem raken in de kneep tussen het mengelement en het onderste uiteinde van het laadbord. Een ander nadeel is, dat de zich in dwarsrichting van de mengkamer gezien tussen de eindloze elementen uitstrekkende meenemers een belemmering vormen voor het door het laadbord in de mengkamer toevoeren van het kuilvoer. Vanzelfsprekend zal dit nadeel zich sterker doen gelden, naarmate het toegevoerde kuilvoer meer uit vezelachtig materiaal is samengesteld.
Het is thans een doelstelling van de onderhavige uitvinding een menginrichting van het aangeduide type te verschaffen, waarmee deze, en andere, nadelen op eenvoudige, doch niettemin doeltreffende wijze worden opgeheven.
Hiertoe bezit de menginrichting volgens de uitvinding het kenmerk, dat het laadbord in een mengstand een begren- zingswand vormt van de mengkamer en in deze stand over zijn grootste gedeelte nauw aansluit op het mengelement.
In tegenstelling tot de stand van de techniek sluit het laadbord in de mengstand (de stand waarin het laadbord het dichtst bij de mengkamer is gelegen) nauw aan op het mengelement, zodat althans nagenoeg geen loze ruimte tussen dit mengelement en het laadbord aanwezig is. Enerzijds wordt hierdoor voorkomen, dat in het mengelement verstrengeld geraakt kuilvoer tijdens de beweging van het mengelement gedwongen wordt in een zich voortdurend versmallend kanaal naar de kneep tussen het mengelement en het laadbord te bewegen, waardoor een blokkering zou kunnen optreden, terwijl anderzijds reeds door het nauw aansluiten van het laadbord op het mengelement grotendeels wordt gewaarborgd, dat het kuilvoer door het mengelement h'een volledig de mengkamer bereikt. Enerzijds leidt de genoemde constructieve vormgeving tot een goed in de mengkamer toevoeren van het te mengen kuilvoer, terwijl anderzijds tijdens het mengen het laadbord als begrenzingswand van de mengkamer kan fungeren, en geen kuilvoer op onbedoelde wijze buiten het bereik van het mengelement kan raken.
In een gunstige uitvoeringsvorm van de menginrichting volgens de uitvinding geldt, dat het laadbord vlak is en het mengelement ter plaatse van het laadbord een recht baansegment bezit waar het mengelement zich op korte afstand van en evenwijdig aan het laadbord uitstrekt.
Bij deze uitvoeringsvorm wordt een zeer gunstige samenwerking tussen het betreffende baansegment van het mengelement en het laadbord verkregen. Constructief bestaan diverse, op zichzelf bekende, maatregelen om een dergelijk recht baansegment te realiseren. Zo is het bijvoorbeeld mogelijk, dat de eindloze elementen van het mengelement rond keerwielen, keer-rollen of dergelijke lopen, die respectievelijk nabij het bovenste en het onderste uiteinde van het laadbord bij de zijwanden van de mengkamer zijn geplaatst. Evenwel zijn ook andere geleidingsprincipes mogelijk.
Wellicht overbodig is het om op te merken, dat een dergelijk recht baansegment met corresponderend vlak laadbord niet noodzakelijk is. Ook een gekromd baansegment in combinatie met een qua vorm hieraan aangepast laadbord behoort tot de mogelijkheden. Een nadeel van deze laatste uitvoering is ech ter, dat hiertoe in het algemeen extra geleidingselementen voor de eindloze elementen van het mengelement nodig zijn, die een extra belemmering vormen voor de ongestoorde toevoer van het kuilvoer in de mengkamer.
Ter verkrijging van een uitermate effectieve werking van de menginrichting volgens de uitvinding geniet het de voorkeur, dat het laadbord is bevestigd aan het uiteinde van een telescoperende arm. Met behulp van deze telescoperende arm kan het laadbord voor het toevoeren van het kuilvoer een translatiebeweging uitvoeren, zodat het kuilvoer op regelmatige wijze in de mengkamer wordt gebracht. De toepassing van een dergelijke telescoperende arm sluit echter geenszins de mogelijkheid uit, om het laadbord tevens via een zwenkas scharnierend op het uiteinde van deze telescoperende arm te bevesti- \ gen.
Een andere maatregel, die ter bevordering van de goede toevoer van het kuilvoer in de mengkamer kan worden toegepast, bestaat hieruit, dat het onderste uiteinde van het laadbord samenwerkt met een inloopgeleiding voor het kuilvoer, waarbij de inloopgeleiding evenwijdig loopt aan de telescoperende arm.
Behalve de in het voorgaande genoemde maatregelen zijn ook andere maatregelen denkbaar, om de invoer van het kuilvoer in de mengkamer van de menginrichting te bevorderen. Zo is het mogelijk, dat de onderlinge afstand tussen de meene-mers van het mengelement zo groot is, dat het kuilvoer nagenoeg onbelemmerd in de mengkamer kan worden toegevoerd. Zoals in het voorgaande reeds werd opgemerkt, is dit bij de stand van de techniek (Franse octrooipublikatie 2.531.602) niet het geval, zodat kuilvoer telkens tegen één of een aantal meene-mers wordt gedrukt. Door echter thans de onderlinge afstand tussen de meenemers te vergroten kunnen deze niet of nauwelijks enige belemmering vormen voor de ongestoorde toevoer van het kuilvoer. De specifieke afstand tussen de meenemers zal afhangen van de grootte van het effectieve gedeelte van het laadbord, dat wil zeggen de grootte van het laadbordgedeelte, dat daadwerkelijk deelneemt aan de toevoer van het kuilvoer in de mengkamer.
Bij toepassing van de in het voorgaande genoemde uitvoeringsvorm geniet het verder de voorkeur, dat middelen zijn toegepast om ervoor te zorgen dat het mengelement kan worden stilgezet in een stand, waarin een meenemer zich net onder het onderste uiteinde van het laadbord bevindt. Met name, wanneer het kuilvoer via een inloopgeleiding wordt toegevoerd betekent de genoemde plaatsing van de betreffende meenemer, dat het kuilvoer als het ware over deze meenemer naar binnen wordt geschoven. De naast volgende meenemer bevindt zich dan voldoende hoog boven deze genoemde meenemer om eveneens een ongestoorde toevoer van het kuilvoer te waarborgen.
Zoals reeds eerder werd opgemerkt, is een uitvoeringsvorm denkbaar, waarbij het betreffende aan het laadbord evenwijdige baansegment van het mengelement wordt bepaald door onderste en bovenste keerelementen (keerwielen, keerrollen of dergelijke). Het is thans denkbaar, dat de onderste keerelementen zich onder het niveau van het onderste uiteinde van het laadbord bevinden, zodat de genoemde stand van de betreffende meenemer onder het onderste uiteinde van het laadbord realiseerbaar is.
Verder is het in dit kader van voordeel, indien een automatische ontkoppelvoorziening is toegepast voor het in de genoemde stand plaatsen van de meenemer wanneer het laadbord voor het toevoeren van kuilvoer wordt bekrachtigd. Met name wanneer de menginrichting koppelbaar is achter een trekker en door deze aandrijfbaar is, biedt een dergelijke automatische ontkoppelvoorziening grote voordelen. In het algemeen zal de menginrichting via de aftakas van de trekker gekoppeld zijn aan de krachtbron van de trekker. Door thans bijvoorbeeld een aangedreven wiel van het mengelement te voorzien van een nok, die het mengelement in de telkens gewenste stand van een meenemer (ten opzichte van het onderste uiteinde van het laadbord) van de aftakas ontkoppelt, kan de genoemde automatische ontkoppelvoorziening constructief worden gerealiseerd.
Wanneer met behulp van het laadbord het kuilvoer in de mengkamer is toegevoerd, is het van belang, dat de koppeling met de aftakas van de trekker slechts wordt gerealiseerd, wanneer het laadbord zich in de genoemde mengstand bevindt. Derhalve geldt in een voorkeursuitvoeringsvorm van een menginrichting volgens de uitvinding, dat de ontkoppelvoorziening slechts opnieuw kan worden gekoppeld wanneer het laadbord zich in de mengstand bevindt.
Verder kan de toevoer van het kuilvoer aan de mengkamer tevens worden bevorderd, wanneer gezien in dwarsrichting van de mengkamer de breedte van het laadbord kleiner is dan de afstand tussen de eindloze elementen van het mengelement. Op deze wijze vormen de eindloze elementen van het mengelement zelf geen belemmering tijdens de toevoer van het kuilvoer.
Het laadbord kan zijn uitgevoerd als snijbord en aan zijn onderzijde tenminste één zijsnijorgaan dragen teneinde het aan de mengkamer toe te voeren kuilvoer uit een kuilvoer-voorraad los te snijden. In een dergelijk geval geniet het overeenkomstig de uitvinding de voorkeur, dat elk zijsnijor-gaan aan de van de mengkamer afgekeerde zijde van het laadbord is bevestigd. Op deze wijze kan het laadbord in de mengstand dicht tegen het mengelement worden geplaatst zonder dat de
N
zijsnijorganen in botsing komen met de meenemers van het mengelement. Evenwel is het ook denkbaar, dat de zijsnijorganen zich aan de andere zijde van het laadbord (aan de zijde van het mengelement) bevinden en naar binnen of naar buiten zwenkbaar zijn wanneer het laadbord in de richting van het mengelement beweegt.
Verder wordt een uitvoeringsvorm van de menginrich-ting genoemd, waarbij de door de meenemers van het mengelement doorlopen baan ter plaatse van de bodem van de mengkamer evenwijdig loopt aan de snijrand van het laadbord. Ook hierdoor kan de werking van de menginrichting gunstig worden bevorderd.
Tenslotte zal de mengkamer van de menginrichting in het algemeen aan zijn tegenover het laadbord gelegen zijde voorzien zijn van een losklep. In een dergelijk geval geniet het de voorkeur, dat de losklep scharnierbaar is om een buiten de begrenzing van de mengkamer gelegen scharnierpunt. Op deze wijze kan worden voorkomen, dat het kuilvoer tijdens het lossen beklemd raakt tussen deze losklep en de meenemers van het mengelement.
De uitvinding wordt hierna nader toegelicht aan de hand van de tekening, waarin twee uitvoeringsvormen van de menginrichting volgens de uitvinding zijn weergegeven.
Fig. l toont een schematisch zijaanzicht van een uitvoeringsvorm van een achter een trekker gekoppelde menginrichting volgens de uitvinding.
Fig. 2 toont een gedeeltelijk opengewerkt bovenaanzicht van de in fig. 1 getoonde menginrichting.
Fig. 3 toont een met fig. 1 overeenkomend zijaanzicht van een tweede uitvoeringsvorm van de menginrichting volgens de uitvinding.
Fig. 4 toont een detail van de menginrichting uit fig. 3 op grotere schaal.
De in fig. 1 getoonde menginrichting of menger is achter een trekker 1 gekoppeld en voor zijn aandrijving gekoppeld met de aftakas van de trekker. Via deze aftakas 2 worden de diverse bewegingsfuncties van de menginrichting, die later zullen worden beschreven, mechanisch, elektrisch en/of hydraulisch bekrachtigd.
De menginrichting bestaat in hoofdzaak uit een mengkamer of laadbak '3 en een in deze mengkamer 3 aanwezig menge-lement 4. De mengkamer 3 wordt zijdelings begrensd door wanden 5 (zie fig. 2), aan de voorzijde door een losklep 6 en aan de achterzijde door een laadbord 7. Verder is er een niet nader aangeduide bodem. Aan een geschikt frame 8 (slechts schematisch aangeduid) is een onderstel 9 opgehangen, terwijl tevens een later nader te beschrijven telescoperende arm 10 met het frame 8 is verbonden.
Het mengelement 4 bestaat in de getoonde uitvoeringsvorm uit twee, naast de wanden 5 om keerelementen 11 respectievelijk geleidingen 12 rondlopende eindloze elementen 13, zoals kettingen of dergelijke. Voor de aandrijving van deze elementen 13 is met behulp van een drijfketting of drijfriem 14 een verbinding gecreëerd met een met de aftakas 2 gekoppelde overbrengingskast 15.
Het mengelement 4 bezit verder zich tussen de twee rondlopende eindloze elementen 13, in de dwarsrichting van de menginrichting, uitstrekkende meenemers 16. Dergelijke meene-mers zijn op zichzelf bekend en behoeven geen nadere toelichting.
Wanneer in de mengkamer 3 kuilvoer aanwezig is (waarbij dit kuilvoer in het algemeen zal bestaan uit diverse kuil-voersoorten, die moeten worden gemengd) en de eindloze elementen 13 worden aangedreven in de door pijlen 17 aangeduide richting zal een innige vermenging van het kuilvoer in de mengkamer optreden.
Op het uiteinde van de telescoperende arm 10 is het reeds genoemde laadbord 7 bevestigd. Dit laadbord kan met behulp van de telescoperende arm 10 vanaf de mengkamer 3 naar achteren of in omgekeerde richting naar de mengkamer 3 toe worden bewogen. In de in fig. 1 getoonde stand, welke hier mengstand wordt genoemd, sluit het op kuilvoer aangrijpende gedeelte van het laadbord 7 (aan de linkerzijde gelegen) nauw aan op een zich tussen twee keerelementen 11 uitstrekkend baansegment van het mengelement 4. Tevens is duidelijk zichtbaar, dat zich weliswaar ter plaatse van de betreffende twee keerelementen 11 meenemers 16 bevinden, doch dat de eindloze elementen 13 in de getoonde situatie tussen deze twee keerelementen 11 geen meenemers 16 dragen. Wanneer derhalve de eindloze elementen 13 stilstaan in de in fig. 1 getoonde stand kan \ met behulp van het laadbord eenvoudig kuilvoer in de mengkamer 3 worden toegevoerd, zonder dat de meenemers 16 een belemmering vormen.
Doordat het laadbord 7 nauw aansluit op en evenwijdig loopt aan het nabij gelegen baansegment van het mengelement 4 kan geen vastklemmen van kuilvoer tussen dit mengelement 4 en het laadbord 7 optreden. Tevens wordt door het laadbord 7 het kuilvoer reeds nagenoeg volledig voorbij het mengelement 4 in de mengkamer 3 gedrukt. Tijdens het mengen van het kuilvoer vormt het laadbord 7 de achterste begrenzing van de mengkamer 3.
Aan de achterzijde van de menginrichting is verder een inloopgeleiding 18 zichtbaar die voor het toevoeren van het kuilvoer samenwerkt met het uiteinde van het laadbord 7.
In de in fig. 1 getoonde stand loopt de inloopgeleiding 18 evenwijdig aan de telescoperende arm 10. Hierdoor zal tijdens de verplaatsing van het laadbord de afstand tussen het uiteinde daarvan en de inloopgeleiding 18 niet veranderen.
In de speciale in fig. 1 getoonde uitvoeringsvorm van de menginrichting volgens de uitvinding bevindt het aan de achterzijde gelegen onderste keerelement 11 zich op een zodanige laag niveau, dat het nagenoeg onder het onderste uiteinde van het laadbord 7, of beter gezegd onder het door de inloopgeleiding 18 bepaalde vlak, is gelegen. Hierdoor wordt de invoer van het kuilvoer in de mengkamer 3 bevorderd.
Zoals duidelijk blijkt uit fig. 2 bezit het laadbord 7 tevens een breedte (gezien in dwarsrichting van de mengin-richting) die kleiner is dan de afstand tussen de eindloze elementen 13. Hierdoor kan het laadbord 7 het kuilvoer eenvoudig tussen de eindloze elementen in de mengkamer 3 toevoeren zonder een belemmering van de eindloze elementen 13 te ervaren.
In fig. 1 is verder zichtbaar, dat de telescoperende arm 10 ter plaatse van een dwars (loodrecht op het vlak van de tekening) gerichte scharnieras 19 verzwenkbaar met het frame 8 is verbonden. Hierdoor kan de telescoperende arm 10 door een aandrijfelement 20 (bijvoorbeeld cilinder-zuigersamenstel) worden verzwenkt. Dit kan bijvoorbeeld nodig zijn wanneer het laadbord 7, zoals in het algemeen het geval zal zijn, tevens \ als snijbord werkzaam is voor het van een kuilvoervoorraad lossnijden van kuilvoer. In een dergelijk geval wordt het van het laadbord 7 voorziene uiteinde van de telescoperende arm 10 omhoog gezwenkt, de telescoperende arm 10 uitgeschoven en vervolgens het laadbord 7 door een omlaag gerichte verzwenking van de arm 10 omlaag in de kuilvoervoorraad bewogen. Voor het lossnijden van het kuilvoer uit een dergelijke kuilvoervoorraad is het laadbord 7 in het algemeen uitgevoerd als snijbord dat aan zijn ondereinde is voorzien van tenminste één heen en weer beweegbaar niet nader weergegeven snijmes. Voorts is het laadbord 7 aan zijn onderzijde voorzien van geschikte, op zichzelf bekende, zijsnijorganen die gewoonlijk eveneens met tenminste één snijmes zijn uitgevoerd. Een dergelijk snijor-gaan is in fig. 1 zichtbaar en schematisch aangeduid door het verwijzingscijfer 21. Zoals uit fig. 1 blijkt, bevindt het snijorgaan 21 zich in de getoonde uitvoeringsvorm aan de van de mengkamer 3 afgekeerde zijde van het laadbord 7. Op deze wijze kan het laadbord 7 door het inschuiven van de arm 10 dicht naar de mengkamer 3 worden toebewogen zonder dat het snijorgaan een belemmering vormt voor de passage van de meene-mers 16.
In plaats van de in fig. 1 getoonde uitvoeringsvorm, waarbij het snijorgaan 21 zich aan de van de mengkamer 3 afgekeerde zijde bevindt, is ook een uitvoeringsvorm denkbaar, waarbij het snijorgaan 21 zich aan de andere zijde van het laadbord 7 bevindt. In een dergelijk geval moeten dan maatre gelen zijn genomen om de snijorganen 21 naar binnen of naar buiten weg te zwenken, teneinde in de in fig. 1 getoonde stand van het laadbord 7 niet in aanraking te komen met passerende meenemers 16 van het mengelement 4.
Zoals in het voorgaande werd opgemerkt, staat het mengelement 4 stil, wanneer met behulp van het laadbord kuil-voer in de mengkamer 3 wordt toegevoerd. Teneinde te waarborgen, dat in een dergelijke stand de meenemers 16 zich in de in fig. 1 getoonde stand bevinden (waarbij de onderste meenemer 16 zich onder het onderste uiteinde van het laadbord 7 bevindt) kan bijvoorbeeld in de overbrengingskast 15 een automatische ontkoppelvoorziening worden toegepast, waarmee het mengelement op het juiste moment van de aftakas 2 van de trekker 1 wordt ontkoppeld. Tevens kunnen maatregelen zijn \ genomen om ervoor te zorgen dat de koppeling tussen het mengelement 4 en de aftakas 2 opnieuw wordt hersteld, wanneer het laadbord 7 zich in de in fig. 1 getoonde stand bevindt.
Het aandrijven van het mengelement 4 is in het algemeen ongewenst, wanneer het laadbord 7 de achterzijde van de mengkamer 3 niet afsluit, aangezien in een dergelijk geval op ongewenste wijze kuilvoer uit de mengkamer 3 naar buiten zou kunnen treden dan wel schade aan het mengelement 4 zou kunnen optreden.
Voor een gecontroleerde afvoer van het gemengde kuilvoer bezit de mengkamer aan zijn voorzijde een om een dwarsge-richte scharnieras 22 scharnierbare losklep 6. Door de plaatsing van de scharnieras 22 buiten de begrenzing van de mengkamer 3 wordt bewerkstelligd, dat in de losstand van de losklep 6 (gestippeld aangeduid) geen vastklemmen van kuilvoer tussen deze losklep en het aan de bovenzijde weergegeven keerelement 11 kan optreden.
Onder de losklep 6 bevindt zich een, in het onderhavige geval in dwarsrichting lopende, lostransporteur 23.
In fig. 3 is een tweede uitvoeringsvorm van de meng-inrichting weergegeven, die in hoofdzaak overeenkomt met de menginrichting uit fig. 1. Bij deze uitvoeringsvorm zijn in plaats van de onderste keerelementen 11 en de geleidingen 12 voor het geleiden van de eindloze elementen 13 geleidingen 24 toegepast, die de baan van de eindloze elementen 13 bepalen vanaf de aan de achterzijde gelegen bovenste keerelementen 11 tot nabij de losklep 6. Op deze wijze wordt een nauwkeurige geleiding van de elementen 13 langs het laadbord 7 bereikt, wanneer het laadbord zich in de maximaal ingetrokken stand of mengstand bevindt.
Zoals uit het detail in fig. 4 blijkt, sluit de in-loopgeleiding 18 via een boogstuk 25 aan op de bodem 26 van de mengkamer 3. Bij de uitvoeringsvorm volgens de fig. 3 en 4 bevindt de onderste snijrand 27 van het laadbord 7 zich in de maximaal ingetrokken mengstand voorbij de aansluiting van de inloopgeleiding 18 op het boogstuk 25. Doordat de meenemers 16 tijdens het mengen in de richting van de pijl 17 bewegen, kan eventueel kuilvoer dat tussen de snijrand 27 en de inloopgeleiding 18 is blijven steken gemakkelijk door de meenemers 16 worden losgetrokken. Dit is in het bijzonder bij vezelig materiaal van groot belang.
Voorts i's in de inloopgeleiding 18 een sleuf 28 voor elk zijsnijorgaan aangebracht, zodat het laadbord 7 in de mengstand ook over de diepte van de sleuf ten opzichte van de inloopgeleiding 18 omlaag kan worden bewogen. Hierbij worden de snijmessen van het laadbord 7 en elk zijsnijorgaan 21 aangedreven, zodat eventueel onder het laadbord 7 aanwezig kuilvoer met zekerheid wordt doorgesneden. Hierdoor wordt vastlopen van de meenemers 16 op eventueel nog tussen het laadbord 7 en de inloopgeleiding 18 aanwezig kuilvoer met zekerheid vermeden.
Als alternatief is het mogelijk in de inloopgeleiding 18 een sleuf aan te brengen, waarin de onderste snijrand 27 van het laadbord 7 kan worden opgenomen. Ook in deze uitvoering kan het laadbord 7 over de diepte van de sleuf voor het laadbord en de sleuf (sleuven) voor de zijsnijorganen 21 omlaag worden bewogen, waarbij de snijmessen worden aangedreven zodat eventueel onder het laadbord 7 aanwezig kuilvoer met zekerheid wordt doorgesneden. In dit geval loopt de inloopgeleiding 18 bij voorkeur door tot grenzend aan de baan van de eindloze elementen 13, zodat het laadbord 7 zo dicht mogelijk bij deze baan ligt.
De uitvinding is niet beperkt tot de in het voorgaande beschreven uitvoeringsvormen, die binnen het door de conclusies bepaalde kader der uitvinding op velerlei wijze kunnen worden gevarieerd.

Claims (14)

1. Menginrichting voor kuilvoer, voorzien van een mengkamer, een in de mengkamer aanwezig beweegbaar meng-element, dat wordt gevormd door twee rondlopende door meene-mers verbonden eindloze elementen, zoals kettingen of dergelijke, en een zich in hoofdzaak verticaal uitstrekkend laad-bord voor het in de mengkamer toevoeren van het kuilvoer, met het kenmerk, dat het laadbord in een mengstand een begren-zingswand vormt van de mengkamer en in deze stand over zijn grootste gedeelte nauw aansluit op het mengelement.
2. Menginrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het laadbord vlak is en het mengelement ter plaatse \ van het laadbord een recht baansegment bezit waar het mengelement zich op korte afstand van en evenwijdig aan het laadbord uitstrekt.
3. Menginrichting volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat het laadbord is bevestigd aan het uiteinde van een telescoperende arm.
4. Menginrichting volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat het onderste uiteinde van het laadbord samenwerkt met een inloopgeleiding voor het kuilvoer, waarbij de inloop-geleiding in de mengstand van het laadbord ongeveer evenwijdig loopt aan de telescoperende arm.
5. Menginrichting volgens bij voorkeur één der conclusies 1-4, met het kenmerk, dat de onderlinge afstand tussen de meenemers van het mengelement zo groot is, dat het kuilvoer nagenoeg onbelemmerd in de mengkamer kan worden toegevoerd.
6. Menginrichting volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat middelen zijn toegepast om er voor te zorgen dat het mengelement kan worden stilgezet in een stand, waarin een mee-nemer zich net onder het onderste uiteinde van het laadbord bevindt.
7. Menginrichting volgens conclusie 6, die koppelbaar is achter een trekker en door deze aandrijfbaar is, met het kenmerk, dat een automatische ontkoppelvoorziening is toegepast voor het in de genoemde stand plaatsen van de meenemer wanneer het laadbord voor het toevoeren van kuilvoer wordt bekrachtigd.
8. Menginrichting volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat de ontkoppelvoorziening slechts opnieuw kan worden gekoppeld wanneer het laadbord zich in de mengstand bevindt.
9. Menginrichting volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat gezien in dwarsrichting van de mengkamer de breedte van het laadbord kleiner is dan de afstand tussen de eindloze elementen van het mengelement.
10. Menginrichting volgens één der voorgaande conclusies, waarbij het laadbord is uitgevoerd als snijbord en aan zijn onderzijde tenminste één zijsnijorgaan draagt, met het kenmerk, dat elk zijsnijorgaan aan de van de mengkamer afgekeerde zijde van het laadbord is bevestigd.
11. Menginrichting volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat de door de meenemers van het mengelement doorlo- \ pen baan ter plaatse van de bodem van de mengkamer evenwijdig loopt aan de snijrand van het laadbord.
12. Menginrichting volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de mengkamer aan zijn tegenover het laadbord gelegen zijde is voorzien van een losklep, met het kenmerk, dat de losklep scharnierbaar is om een buiten de begrenzing van de mengkamer gelegen scharnierpunt.
13. Menginrichting volgens één der voorgaande conclusies 4-12, met het kenmerk, dat de onderrand van het laadbord in de mengstand het op de bodem van de mengkamer aansluitende uiteinde van de inloopgeleiding is gepasseerd.
14. Menginrichting volgens één der conclusies 10-13, met het kenmerk, dat de inloopgeleiding aan de op de bodem van de mengkamer aansluitende zijde voor elk zijsnijorgaan is voorzien van een sleuf voor het opnemen van het bijbehorende zijsnijorgaan en eventueel van een sleuf voor het opnemen van de snijrand van het laadbord, waarbij in de mengstand van het laadbord elk zijsnijorgaan respectievelijk de snijrand van het laadbord in de bijbehorende sleuf is opgenomen.
NL9400494A 1994-01-28 1994-03-29 Menginrichting voor kuilvoer. NL9400494A (nl)

Priority Applications (3)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL9400494A NL9400494A (nl) 1994-01-28 1994-03-29 Menginrichting voor kuilvoer.
EP95906554A EP0740501A1 (en) 1994-01-28 1995-01-27 Apparatus for mixing feed
PCT/NL1995/000039 WO1995020869A1 (en) 1994-01-28 1995-01-27 Apparatus for mixing feed

Applications Claiming Priority (4)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL9400143 1994-01-28
NL9400143A NL9400143A (nl) 1994-01-28 1994-01-28 Menginrichting voor kuilvoer.
NL9400494A NL9400494A (nl) 1994-01-28 1994-03-29 Menginrichting voor kuilvoer.
NL9400494 1994-03-29

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL9400494A true NL9400494A (nl) 1995-09-01

Family

ID=26647180

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL9400494A NL9400494A (nl) 1994-01-28 1994-03-29 Menginrichting voor kuilvoer.

Country Status (3)

Country Link
EP (1) EP0740501A1 (nl)
NL (1) NL9400494A (nl)
WO (1) WO1995020869A1 (nl)

Families Citing this family (8)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL1001103C1 (nl) * 1995-08-31 1997-03-03 Postevendam B V Inrichting voor het uitsnijden en/of verwerken van veevoer.
NL1003179C2 (nl) * 1996-05-22 1997-11-25 Postevendam B V Inrichting voor het uithalen van veevoer.
NL1004180C2 (nl) * 1996-10-03 1998-04-10 Trioliet Mullos Menginrichting en werkwijze voor het mengen van veevoeder.
NL1004995C2 (nl) * 1997-01-14 1998-07-15 Trioliet Mullos Inrichting en werkwijze voor het mengen van veevoer.
IT1306659B1 (it) * 1999-05-19 2001-10-02 Unifast S R L Carro miscelatore perfezionato.
NL1012436C2 (nl) * 1999-06-25 2000-12-28 Trioliet Mullos Inrichting en werkwijze voor het uitsnijden van silage.
US6505786B2 (en) 2000-06-23 2003-01-14 Trioliet Mullos B.V. Silage cutter
CN115119761A (zh) * 2022-08-31 2022-09-30 北京国科诚泰农牧设备有限公司 一种智能饲喂机器人的推料装置及推料方法

Family Cites Families (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
IT1024503B (it) * 1975-11-19 1978-07-20 Storti Ottorino Carro dessilatore dotato degli apprestamenti atti a sminuzzare erbe foraggere insilate raccoglier le rimescolarle trasportarle e di stribuirle nel posto di utilizzazione
ES8608275A1 (es) * 1984-06-15 1986-06-16 Lucas Georges Ets Desensiladora mezcladora y distribuidora cuyo volquete se carga frontalmente mediante una pala montada sobre un brazo de maniobra
NL9002003A (nl) * 1990-03-22 1991-10-16 Litech Bv Inrichting voor het mengen en/of gedoseerd afgeven van veevoeder of dergelijke.
NL9100384A (nl) * 1991-03-01 1992-10-01 Trioliet Mullos Uithaal-verdeelinrichting voor silagemateriaal.

Also Published As

Publication number Publication date
EP0740501A1 (en) 1996-11-06
WO1995020869A8 (en) 2001-04-19
WO1995020869A1 (en) 1995-08-10

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL9400494A (nl) Menginrichting voor kuilvoer.
US4479347A (en) Loading vehicle for picking up and transporting straw material
NL8402133A (nl) Getrokken of voor de driepuntaansluiting aan de trekker uitgeruste machine voor het oogsten van mais of dergelijk stengelvormig oogstmateriaal.
US5025992A (en) Hay feeding apparatus
US4923128A (en) Bale shredding and dispensing device for use with a tractor
US5333799A (en) Bale cutting machine
CA2191692C (en) Bale processor
EP0706755A1 (en) A device and a method for mixing fodder
US3741051A (en) Stack feeding method and apparatus
NL9400143A (nl) Menginrichting voor kuilvoer.
CA2142116A1 (en) Agricultural machine
NL1001103C1 (nl) Inrichting voor het uitsnijden en/of verwerken van veevoer.
BE897602A (nl) Verrijdbare inrichting voor het keren van twee zwaden hoofdzakelijk parallelle stengels
US3022882A (en) Infeed mechanism
EP0165939A1 (en) A straw conveyor device in a combine harvester
US4478548A (en) Forage accumulator box
US5984217A (en) Bale dispenser
NL9500544A (nl) Inrichting voor het uitsnijden en/of verwerken van veevoer, alsmede snijbord voor een dergelijke inrichting.
EP1080635A1 (en) Discharge conveyor for mobile storage wagon
NL1004180C2 (nl) Menginrichting en werkwijze voor het mengen van veevoeder.
NL9002003A (nl) Inrichting voor het mengen en/of gedoseerd afgeven van veevoeder of dergelijke.
NL1004995C2 (nl) Inrichting en werkwijze voor het mengen van veevoer.
JP2007202460A5 (nl)
AU724286B2 (en) A bale dispenser
CA2167664C (en) Bale separator

Legal Events

Date Code Title Description
BV The patent application has lapsed