NL1004995C2 - Inrichting en werkwijze voor het mengen van veevoer. - Google Patents

Inrichting en werkwijze voor het mengen van veevoer. Download PDF

Info

Publication number
NL1004995C2
NL1004995C2 NL1004995A NL1004995A NL1004995C2 NL 1004995 C2 NL1004995 C2 NL 1004995C2 NL 1004995 A NL1004995 A NL 1004995A NL 1004995 A NL1004995 A NL 1004995A NL 1004995 C2 NL1004995 C2 NL 1004995C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
mixing
mixing chamber
mixing elements
track
wall
Prior art date
Application number
NL1004995A
Other languages
English (en)
Inventor
Nicolaas Van Der Plas
Original Assignee
Trioliet Mullos
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Trioliet Mullos filed Critical Trioliet Mullos
Priority to NL1004995A priority Critical patent/NL1004995C2/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL1004995C2 publication Critical patent/NL1004995C2/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01FPROCESSING OF HARVESTED PRODUCE; HAY OR STRAW PRESSES; DEVICES FOR STORING AGRICULTURAL OR HORTICULTURAL PRODUCE
    • A01F25/00Storing agricultural or horticultural produce; Hanging-up harvested fruit
    • A01F25/16Arrangements in forage silos
    • A01F25/20Unloading arrangements
    • A01F25/2027Unloading arrangements for trench silos
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01KANIMAL HUSBANDRY; AVICULTURE; APICULTURE; PISCICULTURE; FISHING; REARING OR BREEDING ANIMALS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; NEW BREEDS OF ANIMALS
    • A01K5/00Feeding devices for stock or game ; Feeding wagons; Feeding stacks
    • A01K5/001Fodder distributors with mixer or shredder
    • A01K5/007Fodder distributors with mixer or shredder with mixing or shredding area contained inside an endless chain or belt conveyor
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01FPROCESSING OF HARVESTED PRODUCE; HAY OR STRAW PRESSES; DEVICES FOR STORING AGRICULTURAL OR HORTICULTURAL PRODUCE
    • A01F25/00Storing agricultural or horticultural produce; Hanging-up harvested fruit
    • A01F25/16Arrangements in forage silos
    • A01F25/20Unloading arrangements
    • A01F25/2027Unloading arrangements for trench silos
    • A01F2025/2054Machinery for cutting successive parallel layers of material in a trench silo

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Environmental Sciences (AREA)
  • Birds (AREA)
  • Animal Husbandry (AREA)
  • Biodiversity & Conservation Biology (AREA)
  • Apparatuses For Bulk Treatment Of Fruits And Vegetables And Apparatuses For Preparing Feeds (AREA)

Description

, t 3379
INRICHTING EN WERKWIJZE VOOR HET MENGEN VAN VEEVOER
5 De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het mengen van veevoer, voorzien van een mengkamer met een bodem en wanden en een mengorgaan dat voorzien is van mengelementen die in een eindloze baan worden voortbewogen, in welke baan de mengelementen over de bodem en vervolgens 10 langs een wand omhoog worden bewogen.
Een dergelijke inrichting voor het mengen van veevoer, kan zijn voorzien van middelen om veevoer van een voorraad af te snijden en in de mengkamer van de inrichting te brengen. 15 Een dergelijke inrichting kan zijn voorzien van wielen zodat de inrichting als aanhangwagen achter een trekker gekoppeld kan worden. Het is ook mogelijk een dergelijke inrichting op te hangen aan de driepuntsophanging van een trekker. Het is gebruikelijk om de aandrijving van de 20 mengelementen te laten plaatsvinden via de aftakas van de trekker.
Naast middelen voor het vullen van de mengkamer kan een dergelijke inrichting zijn voorzien van middelen om het 25 gemengde veevoer af te geven op de plaats waar het vee het veevoer tot zich neemt. Het mengen en het losmaken van het veevoer kan dan plaats vinden tijdens het transport tussen de plaats waar de mengkamer wordt gevuld en de plaats waar het gemengde veevoer wordt afgegeven.
30
Bij het mengen van het veevoer worden vaak verschillende bestanddelen samengevoegd, welke bestanddelen tot een homogene massa moeten worden gemengd. Daarbij is het van belang dat het mengen efficiënt plaats vindt zonder dat de 35 structuur van het veevoer wordt aangetast. In de praktijk is gebleken dat een goede menging van het veevoer plaats kan vinden door het veevoer langs een wand van de mengkamer omhoog te bewegen, waarna het onder invloed van de 1004995 2 zwaartekracht naar beneden valt. Dit heeft een intensieve mengwerking tot gevolg waarbij de mechanische belasting van het veevoer tot een minimum beperkt wordt, waardoor de structuur van het materiaal in stand blijft. Met name wordt 5 er door een dergelijke bewerking voorkomen dat het meng-orgaan een kneedwerking uitvoert of een andere bewerking waarbij het materiaal van het veevoer aan hoge plaatselijke krachten wordt onderworpen.
10 Uit WO95/20869 is een inrichting bekend waarbij de meng-elementen nadat zij over de bodem van de mengkamer zijn bewogen langs een wand van de mengkamer schuin omhoog lopen om vervolgens langs de bovenkant van de mengkamer in tegengestelde richting te worden verplaatst naar de andere kant 15 van de mengkamer waar de mengelementen weer naar beneden, naar de bodem van de mengkamer worden bewogen. In een dergelijke mengkamer vindt een goede menging van veevoer plaats zolang de hoeveelheid veevoer in de mengkamer beperkt is. Wanneer de mengkamer echter meer veevoer bevat 20 wordt niet alleen het effect van het mengen verminderd, maar blijkt bovendien dat de structuur van het veevoer is aangetast. Het blijkt dat het gemengde veevoer delen bevat met een beschadigde structuur doordat het veevoer een kneedwerking heeft ondergaan.
25
Bij onderzoek is gebleken dat de structuur van het veevoer met name wordt aangetast wanneer de baan van de mengelementen een scherpe bocht maakt, waarbij de mengelementen een relatief geringe onderlinge afstand hebben, en op de 30 plaatsen waar de mengelementen zich naar beneden bewegen.
De uitvinding beoogt een inrichting waarin veevoer op een efficiënte wijze kan worden gemengd, waarbij de mechanische belasting van het veevoer tot een minimum wordt beperkt en 35 waarbij wordt voorkomen dat het veevoer aan ongewenste en onnodige belastingen en bewerkingen wordt onderworpen.
1004995 3
Hiertoe wordt volgens de uitvinding de baan van de meng-elementen binnen de mengkamer tot een minimum beperkt, waarbij de mengelementen over de bodem en vervolgens langs een wand omhoog worden bewogen, en ligt het overige deel 5 van de baan buiten de mengkamer, in welk deel van de baan de mengelementen omlaag en vervolgens onder de bodem worden bewogen om daarna weer over de bodem te bewegen naar genoemde wand. Door een gedeelte van de baan van de mengelementen buiten de mengkamer te leggen is het mogelijk om 10 de baan van de mengelementen binnen de mengkamer te beperken tot een baan waarin de feitelijke mengwerking wordt uitgeoefend. Dit is een baan die zich uitstrekt over de bodem van de mengkamer en in opwaartse richting langs een wand. i 5
Volgens een nader kenmerk van de uitvinding omvat het raeng-orgaan twee eindloze kettingen en mengelementen in de vorm van staven waarvan de uiteinden aan de kettingen zijn bevestigd. Bij voorkeur is de mengkamer aan de bovenzijde 20 in hoofdzaak open, zodat het veevoer tijdens het mengen niet mechanisch belast wordt wanneer het plaatselijk naar boven wordt bewogen, terwijl bovendien dit de mogelijkheid geeft voor de bestuurder van de trekker om in de mengkamer te kunnen kijken.
^ Ë ά.
Volgens een nader kenmerk van de uitvinding zijn aan de kant van de inrichting waar genoemde wand zich bevindt middelen aanwezig om de inrichting met een trekker te verbinden en is althans een deel van de wand van de meng-30 kamer doorzichtig, zodat de bestuurder van de trekker een goed zicht in de mengkamer heeft. De wand van de mengkamer kan bijvoorbeeld plaatselijk bestaan uit plexiglas, gaas of een geperforeerde metalen plaat. Wanneer de mengkamer zowel open is aan de bovenzijde als voorzien is van een door-35 zichtig gedeelte van de wand wordt bereikt dat de bestuurder van de trekker een optimaal zicht heeft in de mengkamer.
1004995 4
Volgens een nader kenmerk van de uitvinding loopt de baan vanaf de bodem onder een hoek van minder dan 45° omhoog en wordt een deel van genoemde wand gevormd door een klep waaronder een lopende band is aangebracht waarop het ge-5 mengde veevoer kan vallen wanneer de klep is geopend.
Door bediening van deze doseerklep kan een bepaalde hoeveelheid van het gemengde veevoer op de lopende band worden gebracht, waarna het wordt getransporteerd naar de plaats waar het vee het voer tot zich neemt. Een dergelijke 10 lopende band is vaak in dwarsrichting aangebracht, zodat het veevoer zowel links als rechts van de inrichting kan worden afgevoerd. Door de kleine hoek waarmee de baan omhoog beweegt is het mogelijk om de hoeveelheid veevoer dat wordt afgevoerd nauwkeurig te regelen, terwijl het daarbij 15 mogelijk is om het veevoer op efficiënte wijze op de lopende band te deponeren.
Volgens een nader kenmerk van de uitvinding is de klep nabij zijn bovenrand scharnierbaar bevestigd in de in-20 richting en heeft de klep, evenals de opening waardoorheen het veevoer kan vallen, een vorm met aan weerszijden een naar het midden schuin naar beneden lopende onderrand. Daardoor verlaat het veevoer de mengkamer voornamelijk in het centrale gedeelte van de wand waarin de klep is aan-25 gebracht, waardoor het enerzijds op de gewenste plaats op de lopende band terecht komt, terwijl anderzijds het veevoer in dat middengedeelte een betere mengwerking heeft ondergaan dan het veevoer buiten dat middengedeelte.
30 Volgens een verder kenmerk van de uitvinding loopt de baan vanaf de bodem onder een hoek schuin omhoog in de richting waarin de mengelementen zich over de bodem bewegen en vervolgens onder een hoek schuin omhoog in tegengestelde richting. In de praktijk is gebleken dat een optimale meng-35 bewerking van het veevoer wordt verkregen in het gebied van de mengkamer waar de baan van de mengelementen op deze wijze, in twee richtingen omhoog loopt. In een voorkeurs- 1004995 5 uitvoering is de inrichting voorzien van een doorzichtige wand waar de mengelementen in genoemde tegengestelde richting schuin omhoog bewegen, hetgeen een gunstige plaats is voor de doorzichtige wand die de bestuurder van een 5 trekker zicht in de mengkamer moet geven.
De genoemde hoeken waaronder de baan schuin omhoog loopt kunnen tussen 20° en 70° liggen en liggen bij voorkeur tussen 30° en 60°. Hierbij wordt de hoek bedoeld tussen de 10 richting van de baan en de horizontale richting.
In een voorkeursuitvoering is de onderlinge afstand tussen de mengelementen ongeveer gelijk of groter dan de lengte van het deel van de baan dat schuin omhoog loopt in 15 genoemde richting of in genoemde tegengestelde richting. Wanneer de mengelementen dichter bij elkaar zijn gelegen kan een mengelement de mengwerking van een ander meng-element belemmeren. Zoals eerder gezegd vindt de optimale mengwerking plaats doordat het te mengen materiaal on-2G belemmerd beweegt nadat een mengelement het in opwaartse beweging heeft gebracht.
In een voorkeursuitvoering is de afstand tussen de baan en de wand, ter plaatse waar de baan in genoemde richting 25 schuin omhoog loopt kleiner dan ter plaatse waar de baan in genoemde tegengestelde richting schuin omhoog loopt. Daardoor wordt de ruimte die het veevoer heeft tussen de wand en de baan bij het omhoog bewegen vergroot, waarmee wordt voorkomen dat het veevoer op een ongewenste wijze wordt 30 platgedrukt waarmee het aan een ongewenste kneedbewerking zou worden onderworpen.
In een voorkeursuitvoering wordt een deel van genoemde wand gevormd door een klep waaronder een lopende band is aan-35 gebracht waarop het gemengde veevoer kan vallen wanneer de klep is geopend, welke klep nabij zijn bovenrand scharnier-baar in de inrichting is bevestigd, waarbij de scharnieras 1004995 6 zich in hoofdzaak horizontaal en dwars ten opzichte van de baan uitstrekt nabij de plaats waar de baan schuin omhoog loopt en overgaat van de genoemde richting naar de genoemde tegengestelde richting.
5
De inrichting kan bij voorkeur voorzien zijn van een vulopening aan de zijde die tegenover genoemde wand ligt, waarbij een laadbord aanwezig is waarmee veevoer in de mengkamer kan worden gebracht, waarbij althans een deel van 10 de opening door althans een deel van het laadbord kan worden afgesloten. Wanneer de inrichting achter een trekker is bevestigd kan daarbij genoemde wand aan de kant van de trekker zijn gelegen en kan de vulopening van de mengkamer zijn gelegen aan de van de trekker afgekeerde zijde van de 15 inrichting, zodat de trekker met de inrichting achteruit kan rijden tot nabij een voorraad veevoer, teneinde dat veevoer door middel van het laadbord in de mengkamer te brengen.
20 Het laadbord kan aan zijn bovenrand zijn bevestigd aan een arm die in een verticaal vlak scharnierbaar aan de inrichting is bevestigd, waarbij althans een deel van de arm, vanaf de plaats waar de arm is bevestigd aan de inrichting, bestaat uit twee delen, die zich aan weerszijden van de 25 mengkamer uitstrekken. Daardoor bevindt de arm zich niet of nauwelijks boven de mengkamer waardoor het zicht in de mengkamer niet wordt belemmerd en het veevoer tijdens het mengen onbelemmerd plaatselijk omhoog kan worden bewogen. Bovendien kan de arm bij bevestiging aan weerszijden van de 30 inrichting stabieler worden aangebracht, terwijl bovendien de scharnieras waaromheen de arm ten opzichte van de inrichting draait lager kan zijn aangebracht dan de bovenkant van de inrichting.
35 In een andere voorkeursuitvoering loopt de bodem van de mengkamer schuin omhoog op de plaats waar de baan van de mengelementen over de bodem begint, zodat de mengelementen 04998 - 7 bij het bewegen over de bodem eerst schuin naar beneden bewegen. Vooral als er veel veevoer in de mengkamer aanwezig is vormt dit hoger gelegen deel van de bodem een drempel die ertoe bijdraagt dat het veevoer in de mengkamer 5 de gewenste bewegingen uitvoert. Bovendien kan dit verhoogde gedeelte van de vloer aansluiten aan de onderrand van het laadbord wanneer dat laadbord de vulopening van de mengkamer afsluit. Daarbij kan het laadbord in een schuine stand zijn gebracht, zodat de onderrand hoger ligt dan 10 wanneer het laadbord in een verticale stand staat.
In een andere voorkeursuitvoering zijn binnen de mengkamer snij organen zodanig aangebracht dat de mengelementen veevoer tegen die snij organen drukken. De snij organen kunnen 15 zijn voorzien van ten minste een liggend mes dat is aangebracht in een vlak dat zich in hoofdzaak evenwijdig aan het vlak van de baan uitstrekt. Dit liggende mes is bij voorkeur aangebracht nabij de baan waar de baan over de bodem loopt of waar de baan schuin omhoog loopt. Daarbij 20 kan in de zijwand van de mengkamer een opening zijn aangebracht waardoor het liggende mes kan reiken, waarbij dat mes verder of minder ver in de mengkamer kan worden geschoven. Daarmee kan de snijwerking worden vergroot of verkleind. Liggende messen kunnen zijn aangebracht waar de 25 baan schuin omhoog loopt nabij de eerder genoemde klep, en wel aan weerszijden van die klep, waarbij de klep zich in hoofdzaak tussen die liggende messen, in het centrale deel van de wand bevindt.
30 In een voorkeursuitvoering kan een liggend mes zodanig scharnierbaar zijn aangebracht dat het kan worden weggeklapt tot een positie tegen een zijwand van de mengkamer, zodat de werking van het mes kan worden ingesteld zonder dat het mes via een opening in de wand tot buiten de meng-35 kamer wordt gebracht.
1004995 8
In een andere voorkeursuitvoering zijn de snijorganen voorzien van een opstaand mes dat is aangebracht in een vlak dat zich in hoofdzaak loodrecht op de baan van de meng-elementen uitstrekt in de richting waarin de mengelementen 5 zich bewegen. Daarbij kunnen een aantal opstaande messen naast elkaar, over de breedte van de baan verdeeld, gezamenlijk een snijelement vormen dat roteerbaar is om een as die zich evenwijdig aan de baan en loodrecht op de bewegingsrichting van de mengelementen uitstrekt. De op-10 staande messen kunnen daarbij zodanig zijn gevormd dat zij door het roteren van het snijelement in een sterker of minder sterk werkende positie kunnen worden gebracht. Ook is het mogelijk de opstaande messen via openingen in de wand van de mengkamer verder en minder ver in de mengkamer 15 te laten reiken teneinde de werking van de messen te beïnvloeden. Wanneer de baan van de mengelementen ter plaatse van de omhoog lopende wand op voldoende afstand van deze wand is aangebracht kan een snijorgaan zijn aangebracht aan de van de mengkamer afgekeerde zijde van de 20 baan.
De uitvinding heeft voorts betrekking op een werkwijze voor het mengen van veevoer waarbij het veevoer wordt gemengd zoals beschreven en nog zal worden beschreven aan de hand 25 van de figuren en in de conclusies.
In deze beschrijving genoemde aspecten en kenmerken zijn soms niet alleen toepasbaar in combinatie met een meng-inrichting waarbij de baan van de mengelementen ge-30 deeltelijk buiten de mengkamer ligt, maar kunnen als uitvindingen worden beschouwd die ook toepasbaar zijn op andere menginrichtingen waarbij mengelementen zich in een eindloze baan door de mengkamer bewegen. Met name zijn als afzonderlijke uitvindingen te beschouwen de wijze waarop de 35 baan van de mengelementen omhoog loopt, de vorm van de klep voor het afvoeren van het veevoer, het toepassen van een doorzichtige wand om het zicht in de mengkamer te ver-
Iu0499§ 9 beteren, de relatief grote onderlinge afstand tussen de mengelementen, de vorm van de arm waarmee het laadbord wordt bewogen en de snijorganen en de wijze waarop de snijorganen zijn uitgevoerd en functioneren.
5
Om een en ander te illustreren zal aan de hand van de tekeningen ook een uitvoeringsvoorbeeld worden gegeven waarbij de gehele baan van de mengelementen binnen de mengkamer is gelegen.
10
Ter verduidelijking van de uitvinding zullen uitvoerings-voorbeelden van de uitvinding worden beschreven aan de hand van figuren.
15 Figuur 1 toont een zijaanzicht van een menginrichting, en figuur 2 toont deze menginrichting in bovenaanzicht.
Figuur 3 toont een menginrichting in zijaanzicht, en figuur 4 toont deze menginrichting in bovenaanzicht.
20 De figuren zijn slechts schematische weergaven van de inrichting waarbij overeenkomende onderdelen met gelijke verwijzingscijfers zijn aangegeven. In de figuren zijn onderdelen weggelaten of slechts gedeeltelijk weergegeven, danwel transparant of schematisch weergegeven, teneinde de 25 aspecten van de uitvinding duidelijk te maken.
Figuur 1 toont een inrichting voorzien van koppelings-middelen 1 waarmee de inrichting met een trekker kan worden verbonden. De aftakas van de trekker kan worden verbonden 30 met aandrijfmiddelen 2 voor het aandrijven van de verschillende onderdelen van de inrichting. De inrichting is voorts voorzien van wielen 3 waarmee de inrichting over de bodem 4 kan rijden. De wielen 3 kunnen door middel van hydraulische cilinders 5 ten opzichte van de inrichting in 35 verticale richting worden bewogen, zodat de onderkant van de inrichting tot op de bodem 4 kan worden gebracht.
1004995 10
De inrichting is voorzien van een mengkamer 6 waarin meng-elementen 7 kunnen worden bewogen in een baan 8 die met een streeplijn is weergegeven in figuur 1. Aan weerszijden van de mengkamer bevindt zich een eindloze ketting die zich in 5 baan 8 beweegt en waartussen de mengelementen 7 zijn aangebracht . De eindloze ketting wordt geleid over omkeer-wielen 9,10, waarbij omkeerwiel 10 wordt aangedreven via aandrijfmiddelen 2, zoals aangegeven met de streeplijn 11 in figuur 1, in figuur 2 aangegeven met een getrokken lijn io ii.
De baan 8 waarin de mengelementen 7 zich bewegen loopt vanaf omkeerwiel 9 eerste schuin naar beneden en vervolgens over de bodem 12 van de mengkamer. Vervolgens loopt de baan 15 schuin omhoog, aangegeven met verwijzingscijfer 13, waarna de baan schuin omhoog loopt in de tegengestelde richting, aangegeven met verwijzingscijfer 14. Vervolgens worden de mengelementen 7 via omkeerwiel 10 naar een baan buiten de mengkamer 6 gebracht, welke baan 8 weer naar omkeerwiel 9 2C loopt. De baan 8 loopt daarbij onder een lopende band 15 die gemengd veevoer aan weerszijden van de inrichting kan afvoeren.
De inrichting is voorzien van een klep 16 die een opening 25 in de wand van de mengkamer kan afsluiten en openen teneinde gemengd veevoer uit de mengkamer op de lopende band 15 te deponeren. De bediening van klep 16 vindt plaats door middel van hydraulische cilinder 17 en de hefboom 18 die scharnierbaar om as 19 aan de inrichting is bevestigd.
30 Hefboom 18 is door middel van verbindingsstang 20 verbonden met de klep 16.
De inrichting is volgens figuur 1 en 2 voorts voorzien van een laadbord 21 die aan zijn onderrand snijmiddelen heeft 35 om veevoer van een voorraad af te snijden. Laadbord 21 is scharnierbaar bevestigd aan arm 22 die, zoals blijkt uit 1 0 0 4 9 9 S ' 11 figuur 2, uit twee delen bestaat, en aan weerszijden van de inrichting scharnierbaar om as 23 aan de inrichting is bevestigd. Door middel van hydraulische cilinder 24 kan het laadbord 21 scharnieren ten opzichte van arm 22 en door 5 middel van hydraulische cilinder 26 kan arm 22 worden gezwenkt.
Volgens figuur 1 is de inrichting voorzien van een schuin omhooglopende plaat 25 waarover het veevoer kan worden ge-10 schoven dat door middel van laadbord 21 wordt verplaatst naar de mengkamer. Door het omhoog bewegen van wielen 3 kan plaat 25 tot op de bodem 4 worden verplaatst.
De arm 22 kan telescopisch uitschuifbaar zijn, maar in dit 15 uitvoeringsvoorbeeld heeft arm 22 een vaste lengte. Die lengte komt overeen met de kleinste radius waarmee het veevoer door middel van laadbord 21 kan worden afgesneden. Bij het in de mengkamer 6 verplaatsen van dat veevoer zwenkt laadbord 21, waarbij de onderrand ervan omhoog 20 beweegt tot boven omkeerwiei 9. Op deze wijze is een voordelige, eenvoudige constructie verkregen met een arm 22 met een vaste lengte en een naar boven zwenkend laadbord 21, waarvan de onderrand aansluit op het verhoogte deel van de bodem 12 ter plaatse van omkeerwiei 9.
25
De inrichting volgens figuur 1 en 2 is voorzien van een doorzichtige wand 27, zodat de bestuurder van de trekker waarachter de inrichting in is gekoppeld gemakkelijk in de mengkamer kan kijken. De doorzichtige wand 27 is aan-30 gebracht ter plaatse van het schuin omhoog bewegende deel 14 van de baan 8 van de mengelementen 7.
In de figuren 1 en 2 zijn snijorganen schematisch weergegeven. De liggende messen 28 strekken zich evenwijdig aan 1004995 12 de baan 8 uit en kunnen via openingen in de zijwand aeheel of gedeeltelijk tot buiten de mengkamer worden gezwenkt door rotatie om zwenkas 30. Ook is een liggend mes 29 in figuur 2 weergegeven, welke mes om een in de richting van 5 de baan gelegen zwenkas kan zwenken naar een verticale stand tegen de wand, bij welke stand het liggende mes 29 buiten werking kan worden gesteld.
Ook zijn in de figuren 1 en 2 opstaande messen 31 10 weergegeven waarvan er een aantal zich op een rij in dwarsrichting van de inrichting zijn geplaatst. Ze zijn daarbij bijvoorbeeld op een gemeenschappelijke as 33 be_ vestigd waaromheen zij kunnen roteren om hun werking te vergroten of te verkleinen. De opstaande messen 32 kunnen 15 via openingen in de wand verder of minder ver in de mengkamer reiken door bediening met hydraulische cilinder 34
De snijbewerking door middel van de snijorganen 28, 29, ^ i 32 vindt plaats doordat de mengelementen 7 het veevoer 20 tegen deze snijorganen duwen. Deze snijorganen kunnen in of buiten bedrijf worden gesteld afhankelijk van de noodzaak om een snijbewerking van het te mengen veevoer uit te voeren. Dit snijden kan van belang zijn wanneer bestanddelen van het veevoer bestaat uit lange vezels die door hun 25 lengte het mengproces nadelig beïnvloeden of waarvoor het om andere redenen van belang is de vezellengte te verkorten .
Een voordeel van de inrichting volgens figuren 1 en 2 is 30 voorts dat door middel van het laadbord 21 veevoer in de mengkamer 6 kan worden gebracht in de richting waarin de mengelementen 7 over de bodem 12 worden verplaatst, zonder dat het veevoer de baan van de mengelementen 7 hoeft te kruizen.
1004995 13
De figuren 3 en 4 tonen een inrichting waarbij de baan 8 van de mengelementen 7 geheel binnen de mengkamer 6 loopt. De inrichting is voorzien van koppelingsmiddelen 1 om achter een trekker gekoppeld te worden en van aandrijf-5 middelen 2 die verbonden kunnen worden met de aftakas van de trekker. De inrichting is voorts voorzien van wielen 3.
De mengelementen 7 zijn onderling verbonden door middel van twee kettingen 40 aan weerszijden van de inrichting, welke 10 eindeloze kettingen 40 de baan 8 bepalen waarin de mengelementen 7 zich bewegen. De kettingen 40 worden aangedreven door middel van kettingwielen 41. De baan 8 van de mengelementen 7 loopt over de bodem 12 van de mengkamer en vervolgens schuin omhoog zoals aangegeven met verwijzings-15 cijfer 13 om vervolgens schuin omhoog te lopen in tegengestelde richting, zoals aangegeven met verwijzinqscijfer 14. Nabij het eerstegenoemde schuin omhooglopende deel 13 is een klep 16 aangebracht die kan worden geopend teneinde gemengd veevoer te deponeren op lopende band 15 teneinde te 20 worden afgevoerd uit de inrichting. Kiep 1c wordt bediend door middel van hydraulische cilinder 17 die hefboom 18 kan laten scharnieren om zwenkas 19. Daarbij wordt kiep 16 bewogen doordat klep 16 met hefboom 18 is verbonden door middel van verbindingsstang 20.
25
De inrichting volgens figuren 3 en 4 is voorzien van een doorzichtige wand 27 waardoor de bestuurder van de trekker in de mengkamer kan kijken.
30 De inrichting volgens de figuren 3 en 4 is voorts voorzien van snijorganen 28, 29, 32. De liggende messen 28 strekken zich evenwijdig aan de baan 7 uit en kunnen worden gezwenkt om zwenkas 30 teneinde via een opening in de wand van de mengkamer binnen of gedeeltelijk buiten de mengkamer te 1004995 14 worden gebracht. Liggend mes 29 kan worden opgeklapt tot een positie tegen de wand van de mengkamer, zodat op deze wijze de werking van mes 29 kan worden geregeld.
5 De opstaande messen 32 zijn in een rij, verdeeld over de breedte van de baan 7 aangebracht en kunnen reiken door openingen in de wand van de mengkamer, zodat zij in meerdere of mindere mate in de mengkamer kunnen worden geschoven, zoals aangegeven met de pijlen 42.
10
De weergegeven uitvoeringsvormen zijn slechts voorbeelden voor het toepassen van de uitvinding, ook vele andere toepassingen zijn binnen het kader van de uitvinding mogelij k.
1004995

Claims (28)

1. Inrichting voor het mengen van veevoer voorzien van een mengkamer met een bodem en wanden en een meng- 5 orgaan dat voorzien is van mengelementen die in een eindloze baan worden voortbewogen, in welke baan de mengelementen over de bodem en vervolgens langs een wand omhoog worden bewogen, waarna de mengelementen buiten de mengkamer omlaag en vervolgens onder de 10 bodem worden bewogen om daarna weer over de bodem te bewegen naar genoemde wand.
2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het mengorgaan twee eindloze kettingen omvat en meng- 15 elementen in de vorm van staven waarvan de uiteinden aan de kettingen zijn bevestigd.
3. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de mengkamer aan de bovenzijde in 20 hoofdzaak open is.
4. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat aan de kant van de inrichting waar genoemde wand zich bevindt middelen aanwezig zijn om 25 de inrichting met een trekker te verbinden en dat al thans een deel van de wand van de mengkamer doorzichtig is, bijvoorbeeld bestaat uit geperforeerde metalen plaat, zodat de bestuurder van de trekker in de mengkamer kan kijken. 3 0
5. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de baan vanaf de bodem onder een hoek van minder dan 45° omhoog loopt en dat een deel van genoemde wand gevormd wordt door een klep waar- 35 onder een lopende band is aangebracht waarop het gemengde veevoer kan vallen wanneer de klep is geopend. 1004995
6. Inrichting volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat de klep nabij zijn bovenrand scharnierbaar is bevestigd in de inrichting en dat de klep, evenals de opening waardoorheen het veevoer kan vallen, een vorm 5 heeft met aan weerszijden een naar het midden schuin naar beneden lopende onderrand.
7. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de baan vanaf de bodem onder een 10 hoek schuin omhoog loopt in de richting waarin de mengelementen zich over de bodem bewegen en vervolgens onder een hoek schuin omhoog in tegengestelde richting.
8. Inrichting volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat de inrichting is voorzien van een doorzichtige wand waar de mengelementen in genoemde tegengestelde richting schuin omhoog bewegen.
9. Inrichting volgens conclusie 7 of 8, met het kenmerk, dat genoemde hoeken tussen 20° en 70° liggen, bij voorkeur tussen 30° en 60°.
10. Inrichting volgens een der conclusies 7-9, met het 25 kenmerk, dat de onderlinge afstand tussen de meng elementen ongeveer gelijk of groter is dan de lengte van het deel van de baan dat schuin omhoog loopt in genoemde richting of in genoemde tegengestelde richting. 30
11. Inrichting volgens een der conclusies 7-10, met het kenmerk, dat de afstand tussen de baan en de wand, ter plaatse waar de baan in genoemde richting schuin omhoog loopt, kleiner is dan ter plaatse waar de baan 35 in genoemde tegengestelde richting schuin omhoog loopt. 1004995
12. Inrichting volgens een der conclusies 7-11, met het kenmerk, dat een deel van genoemde wand gevormd wordt door een klep waaronder een lopende band is aangebracht waarop het gemengde veevoer kan vallen 5 wanneer de klep is geopend, welke klep nabij zijn bovenrand scharnierbaar in de inrichting is bevestigd, waarbij de scharnieras zich in hoofdzaak horizontaal en dwars ten opzichte van de baan uit-strekt nabij de plaats waar de baan schuin omhoog 10 loopt en overgaat van de genoemde richting naar de genoemde tegengestelde richting.
13. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de mengkamer een vulopening heeft 15 aan de zijde die tegenover genoemde wand ligt en dat een laadbord aanwezig waarmee veevoer in de mengkamer kan worden gebracht, waarbij althans een deel van de opening door althans een deel van het laadbord kan worden afgesloten. 20
14. Inrichting volgens conclusie 13, met het kenmerk, dat het laadbord aan zijn bovenrand is bevestigd aan een arm die in een verticaal vlak scharnierbaar aan de inrichting is bevestigd, waarbij althans een deel van 25 de arm, vanaf de plaats waar de arm is bevestigd aan de inrichting, bestaat uit twee delen, die zich aan weerszijden van de mengkamer uitstrekken. 1004995
15. Inrichting volgens conclusie 13 of 14, met het kenmerk, dat het laadbord zwenkbaar is bevestigd aan een arm die in een verticaal vlak scharnierbaar aan de inrichting is bevestigd, waarbij het laadbord in 5 hoofdzaak verticaal kan staan wanneer het veevoer van een voorraad wordt gesneden en waarbij de arm zodanig lang is dat het laadbord in een schuine stand kan worden gezwenkt om het veevoer binnen de mengkamer te brengen, in welke schuine stand de onderrand van het 10 laadbord in hoofdzaak boven keerwielen ligt die de mengelementen in hun eindloze baan binnen de mengkamer brengen.
16. Inrichting volgens conclusie 15, met het kenmerk, dat 15 de arm een vaste lengte heeft.
17. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de bodem van de mengkamer schuin omhoog loopt op de plaats waar de baan van de meng- 20 elementen over de bodem begint, zodat de meng elementen bij het bewegen over de bodem eerst schuin naar beneden bewegen.
18. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met 25 het kenmerk, dat binnen de mengkamer snijorganen zo danig zijn aangebracht dat de mengelementen veevoer tegen die snijorganen drukken.
19. Inrichting volgens conclusie 18, met het kenmerk, dat 30 de snijorganen zijn voorzien van messen die aan grenzend aan de baan van de mengelementen zijn aangebracht.
20. Inrichting volgens conclusie 19, met het kenmerk, dat 35 de snijorganen zijn aangebracht aangrenzend aan de baan van de mengelementen waar die baan langs de bodem loopt en/of langs een wand schuin omhoog loopt. 1004895
21. Inrichting volgens conclusie 20, met het kenmerk, dat de snijorganen zijn voorzien van ten minste een liggend mes dat is aangebracht in een vlak dat zich in hoofdzaak evenwijdig aan het vlak van de baan 5 uitstrekt.
22. Inrichting volgens conclusie 21, met het kenmerk, dat in een zijwand van de mengkamer een opening is aangebracht, waardoor een liggend mes kan reiken, waar- 10 bij dat mes verder of minder ver in de mengkamer kan worden geschoven.
23. Inrichting volgens een der conclusies 18-22, met het kenmerk, dat de snijorganen zijn aangebracht aan de 15 naar de mengkamer toegekeerde zijde van de baan, waar de baan zich boven de bodem bevindt en/of waar de baan vanaf de bodem schuin omhoog loopt.
24. Inrichting volgens een der conclusies 18-23, met het 20 kenmerk, dat de snijorganen zijn voorzien van ten minste een opstaand mes dat is aangebracht in een vlak dat zich in hoofdzaak loodrecht op de baan van de mengelementen uitstrekt in de richting waarin de mengelementen zich bewegen. 25
25. Inrichting volgens conclusie 24, met het kenmerk, dat een aantal opstaande messen naast elkaar, over de breedte van de baan verdeeld, gezamenlijk een snij-element vormen dat roteerbaar is om een as die zich 30 evenwijdig aan de baan en loodrecht op de bewegings richting van de mengelementen uitstrekt.
26. Inrichting volgens conclusie 24 of 25, met het kenmerk, dat de snijorganen zijn aangebracht aan de van 35 de mengkamer afgekeerde zijde van de baan, waar de baan schuin omhoog loopt en waar de baan op afstand van de wand is gelegen. 1004995
27. Werkwijze voor het mengen van veevoer, waarbij het veevoer in een mengkamer wordt gebracht en door middel van mengelementen, die zich in een eindloze baan bewegen, wordt gemengd, waarbij de baan van de meng- 5 elementen zich in horizontale richting over de bodem van de mengkamer uitstrekt en vervolgens in schuin opwaartse richting en daarna buiten de mengkamer.
28. Werkwijze voor het mengen van veevoer, waarbij het 10 veevoer in een mengkamer wordt gebracht en door middel van menelementen, die zich in een eindloze baan bewegen, wordt gemengd, waarbij de baan van de mengelementen zich in horizontale richting over de bodem van de mengkamer uitstrekt en vervolgens in 15 schuin opwaartse richting, waarbij het veevoer aan een snij bewerking wordt onderworpen door middel van snijorganen die langs genoemde baan van de mengelementen zijn aangebracht. 1004995
NL1004995A 1997-01-14 1997-01-14 Inrichting en werkwijze voor het mengen van veevoer. NL1004995C2 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1004995A NL1004995C2 (nl) 1997-01-14 1997-01-14 Inrichting en werkwijze voor het mengen van veevoer.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1004995 1997-01-14
NL1004995A NL1004995C2 (nl) 1997-01-14 1997-01-14 Inrichting en werkwijze voor het mengen van veevoer.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1004995C2 true NL1004995C2 (nl) 1998-07-15

Family

ID=19764210

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1004995A NL1004995C2 (nl) 1997-01-14 1997-01-14 Inrichting en werkwijze voor het mengen van veevoer.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL1004995C2 (nl)

Citations (10)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR1570253A (nl) * 1968-06-24 1969-06-06
FR2331970A1 (fr) * 1975-11-19 1977-06-17 Storti Ottorino Chariot permettant de diviser, recueillir, melanger, transporter et distribuer des herbes fourrageres prealablement ensilees
FR2501130A1 (fr) * 1981-03-06 1982-09-10 Cacquevel Bernard Remorque distributrice et melangeuse
FR2509956A1 (fr) * 1981-07-23 1983-01-28 Campolo Antoine Appareil pour charger et decharger la paille, l'herbe et produits similaires
DE29507434U1 (de) * 1995-05-04 1995-07-06 B. Strautmann & Söhne GmbH u. Co, 49196 Bad Laer Gerät zum Entnehmen, Transportieren und Verteilen von Futter aus Flachsilos
WO1995020869A1 (en) * 1994-01-28 1995-08-10 Litech B.V. Apparatus for mixing feed
DE29511710U1 (de) * 1994-07-26 1995-09-07 H.A.M. Schrijver B.V., De Broekland Sammel- und Mischvorrichtung für Silage
EP0679329A1 (en) * 1994-04-28 1995-11-02 Trioliet Mullos B.V. A mixing device and a method for mixing fodder
EP0761088A1 (de) * 1995-08-31 1997-03-12 Postevendam B.V. Vorrichtung zum Ausschneiden und/oder Verarbeiten von Viehfutter
DE19544231A1 (de) * 1995-11-28 1997-06-05 Strautmann & Soehne Gerät zur Entnahme, zum Mischen und zum Verteilen von Silagefutter aus Flachsilos

Patent Citations (10)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR1570253A (nl) * 1968-06-24 1969-06-06
FR2331970A1 (fr) * 1975-11-19 1977-06-17 Storti Ottorino Chariot permettant de diviser, recueillir, melanger, transporter et distribuer des herbes fourrageres prealablement ensilees
FR2501130A1 (fr) * 1981-03-06 1982-09-10 Cacquevel Bernard Remorque distributrice et melangeuse
FR2509956A1 (fr) * 1981-07-23 1983-01-28 Campolo Antoine Appareil pour charger et decharger la paille, l'herbe et produits similaires
WO1995020869A1 (en) * 1994-01-28 1995-08-10 Litech B.V. Apparatus for mixing feed
EP0679329A1 (en) * 1994-04-28 1995-11-02 Trioliet Mullos B.V. A mixing device and a method for mixing fodder
DE29511710U1 (de) * 1994-07-26 1995-09-07 H.A.M. Schrijver B.V., De Broekland Sammel- und Mischvorrichtung für Silage
DE29507434U1 (de) * 1995-05-04 1995-07-06 B. Strautmann & Söhne GmbH u. Co, 49196 Bad Laer Gerät zum Entnehmen, Transportieren und Verteilen von Futter aus Flachsilos
EP0761088A1 (de) * 1995-08-31 1997-03-12 Postevendam B.V. Vorrichtung zum Ausschneiden und/oder Verarbeiten von Viehfutter
DE19544231A1 (de) * 1995-11-28 1997-06-05 Strautmann & Soehne Gerät zur Entnahme, zum Mischen und zum Verteilen von Silagefutter aus Flachsilos

Similar Documents

Publication Publication Date Title
CA2217941C (en) Combined dump truck and spreader apparatus
US4190526A (en) Portable screening plant
US5400974A (en) Dump truck with conveyor dispensing system
US4886214A (en) Dump truck with integrated spreader system
US4892259A (en) Apparatus for receiving, transporting, chopping, and dispensing blocks of fodder
US5466112A (en) Combined dump truck and spreader apparatus
NL9401662A (nl) Inrichting en werkwijze voor het mengen van voer.
EP0102406B1 (de) Aufnahme- und Verteilungswagen für Silage, Stroh und dgl. Gut
NL1004995C2 (nl) Inrichting en werkwijze voor het mengen van veevoer.
NZ254680A (en) Round hay bale collecting and cutting machine: bale scooped up on curved conveyor and cut by rotary cutter
NL1010023C2 (nl) Verrijdbare inrichting voor het mengen van voer.
DE3840826C2 (nl)
US8562278B2 (en) Side-discharge chipper body
EP0166653B1 (fr) Désileuse mélangeuse et distributrice
BE1004504A3 (nl) Inrichting voor het in de bodem brengen van vloeibare mest, in het bijzonder mengmest.
NL9002003A (nl) Inrichting voor het mengen en/of gedoseerd afgeven van veevoeder of dergelijke.
NL1011109C2 (nl) Verplaatsbare inrichting voor afgeven van voer en werkwijze voor het afgeven van voer.
NL9400494A (nl) Menginrichting voor kuilvoer.
EP2545767A2 (de) Futtermischwagen
DE19544231A1 (de) Gerät zur Entnahme, zum Mischen und zum Verteilen von Silagefutter aus Flachsilos
NL1002046C2 (nl) Inrichting voor het mengen van veevoer.
US20060086842A1 (en) Grinder and spreader apparatus and method
NL8002821A (nl) Kuilvoerdoseerwagen.
DE19704457A1 (de) Entladeeinrichtung für landwirtschaftliche Fahrzeuge
NL2000293C2 (nl) Inrichting voor het doseren van veevoer.

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
VD1 Lapsed due to non-payment of the annual fee

Effective date: 20010801