NL8401122A - Inrichting voor het afscheiden van de staartstomp van geslacht gevogelte. - Google Patents

Description

$ -> 845037/Ti/vL _________ ___________________________ ___________ _________________________ -1-

Korte aanduidingr Inrichting voor het afscheiden van de staart- stomp van geslacht gevogelte

De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het afscheiden van de staartstomp van geslacht gevogelte dat met de poten hangend aan een transportbaan wordt voortbewogen»

Het mechanisch door middel van een aantal achtereenvol-5 gens langs een. transportbaan opgestelde bewerkingsinrichtingen tot delen verwerken van geslacht gevogelte is een techniek die de laatste jaten sterk in opkomst is. Tijdens deze bewerkingen worden bijvoorbeeld achtereenvolgens de vleugels van de vogel verwijderd,* en het karkas gescheiden in een voordeel met borst-10 stuk en een achterdeel met de poten.

Het kan gewenst zijn tijdens deze bewerkingen de staartstomp van het achterdeel te verwijderen. De uitvinding beoogt een inrichting te verschaffen waarmee deze bewerking mechanisch kan worden uitgevoerd.

15 De inrichting volgens de uitvinding is hiertoe gekenmerkt door een onder de transportbaan vast opgesteld snijmes met een V-vormige snijkant, gedragen door een geleider voor het lijf van de vogel.

Met een constructief eenvoudige, gemakkelijk in een be-20 staande installatie op te nemen inrichting wordt op zekere wijze de staartstomp van de vogel afgescheiden.

In een voorkeursuitvoeringsvorm is in de bewegingsrichting gezien voor elk der snijkantranden een niet-snijdend positionerend inloopdeel aangebracht. Deze maatregel heeft het voordeel 25 dat de, niet snijdende, inloopdelen het gedeelte van de vogel waar de snede moet worden gevormd,, dus de overgang tussen staart en lijf, positioneren ten opzichte van de snijkantranden zodat de snede steeds op de juiste plaats wordt gevormd.

In een uitvoeringsvorm volgens de uitvinding bestemd voor 30 het verwerken van gevogeltedelen zoals een achterdeel met poten is onder het snijmes een onder naar het snijmes gerichte veer-druk staand afgerond drukorgaan met aan weerskanten daarvan in de transportrichting van het gevogelte verlopende geleidingen opgesteld. Dit drukorgaan is bij voorkeur uitgevoerd met een in 8401122 -2- omtreksrichting verlopende positioneringsgroef. Bij voorkeur is het aangebracht aan. het ene einde van een met het andere einde vast ondersteunde ü-vormige bladveer.

. De geleidingen worden bij voorkeur gevormd door steunpla-5 ten terwijl bij voorkeur onder, het drukorgaan een in hoogte instelbare vaste aanslag is- aangebracht»

Voorts sluiten bij voorkeur de beide benen der V-vormige snijkant in een richting dwars op de bewegingsrichting van het gevogelte een. met de punt. naar boven gerichte stompe hoek in.

10 Hierdoor wordt een aanpassing aan de vorm.van het gevogelte voor en ter plaatse van.de staart bereikt.

De uitvinding wordt toegelicht aan de hand van de tekening.

Fig. 1 is een schematisch zijaanzicht van de inrichting volgens de uitvinding; 15 fig. 2 is een schematisch bovenaanzicht van deze uitvoe ringsvorm; fig. 3 is een perspektivische afbeelding van de uitvoeringsvorm volgens de fig. 1 en 2.

De in de figuren afgebeelde uitvoeringsvorm van de inrich- 20 ting volgens de uitvinding omvat een snijmes 1 met een V-vor- mige snijkant 2 aangebracht aan het einde van een puntig toelo- % pende geleiding 3. De snijkant 2 bestaat uit de beide snijkant-delen 2a, 2b, elk voorafgegaan door een niet snijdende positio-neringskant 2c resp. 2d. De delen 2a, 2c enerzijds en 2b, 2d 25 anderzijds sluiten onderling een stompe hoek in. Onder het snijmes 1 is opgesteld, een afgerond aandrukorgaan 4 met een in om-treksrichting verlopende groef 4a dat is aangebracht aan het einde 5 van een ü-vormige bladveer 6 die met het andere einde 7 vast is bevestigd aan een vaste ondersteuning 8. Deze onder-30 steuning draagt tevens een aan het einde van de schroefdraad voorziene stang 9 waarvan het andere einde een aanslag 10 draagt, gelegen op korte afstand onder het aandrukorgaan 4. Deze afstand is instelbaar.

Aan weerskanten van het aandrukorgaan 4 en boven het ein-35 de 5 van de bladveer β zijn plaatvormige ondersteuningen 11a, 11b aangebracht. Het geheel wordt gedragen door de draagstang 12.

8401122 * ¥ ^ - >- 'j» -3-

De werking van de inrichting is als volgtt Het karkas 13 van het gevogelte waarvan de staart 14 moet worden afgesneden wordt aangevoerd met de poten 15 hangend aan een geschikte transportbaan 1.6 en. bewegend in de richting van 5 de pijl 17. In de figuur, is een karkas getekend waarvan in voorafgaande.bewerkingsstations reeds het borststuk en de vleugels zijn verwijderd zodat de borstzijde van het karkas open is. Het gevogelte komt met het karkas, tussen het mes 1 en de steunen 11a, 11b waarbij de inloopdelen 2c, 2d de plaats waar 10 de snede moet worden gevormd positioneren ten opzichte van de snijkanten 2a, 2b en wordt tijdens zijn beweging gecentreerd door het aandrukorgaan 4, doordat, de, niet getekende, rugge-graat valt in de groef #4a. Door de snijkanten 2a, 2b wordt de staartstomp 14 van het karkas afgescheiden.

8401122

Claims (4)

1. Inrichting voor het afscheiden van de staartstomp van geslacht gevogelte dat met de poten hangend aan. een transportbaan wordt voortbewogen, gekenmerkt door een onder de transportbaan vast opgesteld snijmes met een V-vormige snij-5 kant, gedragen, door een geleider voor het lijf van de vogel. 2o. . Inrichting volgens conclusie 1 met het k e n-m e. r k dat in de bewegingsrichting gezien voor elk der snij-kantranden een niet-snijdend.positionerend inloopdeel is aangebracht» 10 3.. Inrichting volgens conclusie 1 of 2 gekenmerkt door een.onder het snijmes opgesteld, onder naar het snijmes gerichte veerdruk staand afgerond drukorgaan met aan weerskanten daarvan in. de transportrichting van het gevogelte verlopende geleidingen. 15. o Inrichting volgens conclusie 3 met het kenmerk dat het drukorgaan is uitgevoerd met een. in omtreksrich-ting verlopende positioneringsgroef.

5. Inrichting volgens conclusies 3-4 met het ken merk dat het drukorgaan is aangebracht aan het ene einde 20 van een met het andere einde vast ondersteunde U-vormige blad- veer. 6c Inrichting volgens conclusie 1 of 2 m e t h e t k e n-m e. r k dat de geleidingen worden gevormd door steunplaten.

7. Inrichting volgens conclusies 1-3 gekenmerkt 25 door een onder het drukorgaan aangebrachte, in hoogte instelbare, vaste aanslag.

8. Inrichting volgens conclusies 1-7 met het kenmerk dat de beide delen der V-vormige snijkant in een richting dwars.op de bewegingsrichting van het gevogelte aan met 30 de punt naar boven gerichte stompe hoek insluiten. 8401122