NL8200614A

NL8200614A - Bedrijfsvoertuig.

Info

Publication number: NL8200614A
Application number: NL8200614A
Authority: NL
Original assignee: Rotterdamsche Droogdok Mij
Priority date: 1982-02-17
Filing date: 1982-02-17
Publication date: 1983-09-16
Also published as: JPS5977977A; EP0086523A1; AU1133383A; US4478308A; ZA83871B

Description

-- 4 fc ** -1- 22364/CV/tl

Korte Aanduiding: 'Bedrijfsvoertuig.

De uitvinding heeft betrekking op een bedrijfsvoertuig voorzien van een door/Loopwielen en/of rupsbanden of dergelijke ondersteund 5 gestel en een door dit gestel ondersteunde bestuurderszitting voorzien van althans een armleuning en een of meer nabij de armleuning verbonden bedieningsorganen voor het regelen van bewegingen van het voertuig en/of van met het voertuig verbonden organen.

Bij dergelijke bedrijfsvoertuigen,zoals bijvoorbeeld graafmachines, 10 bulldozers, landbouwtrekkers of dergelijke,is ’veelal betrekkelijk weinig plaats aanwezig voor het opstellen van de bestuurderszitting. Anderzijds is het gewenst,dat de bestuurder van het voertuig toch gemakkelijk plaats kan nemen op de zitting resp. van de zitting af kan stappen.

Volgens de uitvinding kan dit worden bereikt doordat de armleu-15 ning en het (de) bedieningsorgaan (en) zijn opgesteld nabij het boveneinde van een steunkolom en tesamen met de steunkolom verzwenkbaar en^?enmin-ste twee standen instelbaar zijn om een nabij de onderzijde van de kolom gelegen en zich dwars op de lengteas van de bestuurderszitting uitstrekkende scharnieras.

20 Bij toepassing van de constructie volgens de uitvinding kan de arm leuning met het (de) bedieningsorgaan (en) in een eerste stand worden gebracht,waarin de armleuning een goede ondersteuning kan geven voor de arm van een op de zitting zittend persoon ,terwijl tevens het (de) bedieningsorgaan (en) gemakkelijk binnen handbereik van deze persoon 25 liggen ,en een tweede stand ,waarin de armleuning en het (de) bedieningsorgaan (en) althans het voorste gedeelte van de zitting aan de desbetreffende zijkant vrijgeven,zodat men de zitting gemakkelijk kan verlaten resp. op de zitting kan plaatsnemen.

Volgens een tweede aspect van de uitvinding zijn de armleuning en het· 30 (de) bedieningsorgaan (en) tesamen net de kolom in hoogte- richting instelbaar,waardoor de ligging van de armleuning en het (de) bedieningsorgaan kan worden aangepast aan de lichaamsgrootte -van de het voertuig bedienende persoon,zodat een goed comfort gewaarborgd is.

De uitvinding zal hieronder nader worden uiteengezet aan de hand 35 van een in bijgaande figuren weergegeven uitvoeringsvoorbeeld van de constructie volgens de uitvinding.

8200614 * \ -2- 22364/CV/tl

Fig. 1 toont een vooraanzicht op een bestuurderszitting volgens de uitvinding.

Fig. 2 toont een zijaanzicht op fig.1,gezien volgens de pijl II in fig.1.

5 Fig. 3 toont een zijaanzicht op fig.1, gezien volgens de pijl III in fig.1.

Fig. 4 toont op grotere schaal gedeeltelijk in doorsnede en gedeeltelijk in aanzicht een kolom met een door de kolom ondersteunde armleuning en bedieningsorganen.

10 Fig. 5 toont de in fig.4 afgeheelde kolom met daarmede verbonden bedieningsorganen gezien in de richting volgens pijl V,gedeeltelijk in aanzicht en gedeeltelijk in doorsnede.

Fig. 6 toont een dwarsdoorsnede over de in fig.4 en 5 afgeheelde kolom.

15 Fig. 7 toont een uitvoeringsvoorbeeld van het aatibrengen van een bedieningsorgaan nabij het boveneinde van de kolom.

In de fig.1 - 3 is een bestuurderszitting 1 volgens de uitvinding weergegeven,welke is voorzien van een zitkussen 2 en een rugleuning 3.

De zitting 1 kan op geeigende en op zich bekende wijze worden bevestigd 20 aan een geschikt gesteldeel van een bedrijfsvoertuig.

Aan weerszijden van het zitgedeelte 2 zijn zich omhoog uitstrekkende min of meer kokervormige kolommen 4 en 5 aangebracht. Aan iedere kolom is het uiteinde bevestigd van een zich vanaf de kolom naar achteren toe uitstrekkende armleuning 6 resp. 7 .

25 In het weergegeven uitvoeringsvoorbeeld is een van de kolommen, namelijk de kolom 5 ten opzichte van de bestuurderszitting 1 verzwenk-baar om eén zich horeontaal en loodrecht op de lengteas van de zitting 1 uitstrekkende scharnieras 8 verzwenkbaar opgesteld,zodanig,dat de kolom 5 met de armleuning 7 vanuit uit de in fig.2 met getrokken lijnen 30 weergegeven stand over een hoek ^ van in het weergegeven uitvoeringsvoorbeeld - 45° naar achteren in de richting van de rugleuning 3 kan worden verzwenkt tot in de met stippellijnen weergegeven stand .Het zal duidelijk zijn,dat indien de kolom met de armleuning in de in gestippelde lijnen weergegeven stand is opgesteld althans het voorste ge-35 deelte van het zitgedeelte 2 ook aan* de zijkant grotendeels is vrijgegeven, zodat men gemakkelijk op de zitting plaats kan nemen indien de 8200614 1 · / i -3- 22364/CV/tl kolom 5 met de daaraan bevestigde armleuning 7 in de in fig.2 met stippellijnen weergegeven stand is verzwenkt. Nadat men heeft plaatsgenomen kan men de kolom 5 en de daaraan bevestigde armleuning 7 weer terug ver-zwenken in de in fig.2 met getrokken lijnen weergegeven normale be-5 drijfsstand.

De constructieve uitvoering van de verzwenkbare kolom en de daarmee samenhangende onderdelen zal hieronder nu nader worden uiteengezet aan de hand van de fig.4 - 6.

Zoals in het bijzonder uit fig.4 en 6 blijkt heeft de kolom 5 een 10 althans in hafdzaak kokervormige opbouw ,waarbij de kolom is voorzien van een voorwand 9 ,een tweetal zich evenwijdig aan elkaar uitstrekkende zijwanden 10 en 11 en een achterwand 12.

In de kolom 5 zijn een tweetal zich in de lengterichting van de kolom uitstrekkende U-vormige balken 13 er 14 gelegen,zodanig,dat de 15 zich evenwijdig aan elkaar uitstrekkende benen van de balken zijn gericht naar de dichtsbij gelegen zijwand. Tussen de benen van de U- vormige balken 13 en 14 zijn met de U-vormige balken 13 en 14 samenwerkende, kogels 15 omvattende geleidingsrails 16 gelegen,welke gelei-dingsrails aan de zijwanden van de kolom 5 zijn bevestigd,een en ander 20 zodanig,dat de koker· 5 in de lengterichting van de U-profielen 13 en 14 ten opzichte van deze U-profielen verschuifbaar is.

Om de koker 5 in een gewenste stand ten opzichte van de U-profielen vast te kunnen zetten is een met een uiteinde buiten de koker uitstekende grendelpen 17 aangebracht,welke is omgeven door een veer 18, 25 welke tracht de grendelpen 17 gezien in fig.4 naar links te dringen tot een aan de pen bevestigde aanslag 19 aanligt tegen een borst 20 van een aan de koker bevestigde huls 21 waarin de grendelpen is opgenomen. In deze in fig.4 weergegeven stand steekt het buiten de huls uitstekende uiteinde van de grendelpen in een gat,dat is aangebracht in een aan ..de 30 balk''13 bevestigde strip 23. In de strip 23 zijn gezien in fig.4, meerdere boven elkaar gelegen gaten aangebracht,en het in de koker 5 gelegen uiteinde van de grendelpen kan naar keus in een van deze gaten worden gestoken om de koker 5 in een gewenste hoogteligging ten opzichte van de balken 13 en 14 te blokkeren.

35 Zoals verder uit fig.4 blijkt zijn de ondereinden van de U-vormige balken 13 en 14 bevestigd aan een zich loodrecht op deze balken 13 en 8200614 ΐ. ft -4- 22364/CV/tl 14 uitstrekkende balk 25. Het buiten de kolom 5 uitstekende uiteinde van de balk 25 is verdraaibaar om de vast aan het de bestuurderszitting 1 ondersteunende gestel bevestigde as 8.

Aan het buiten de kolom 5 uitstekende uiteinde van de balk 25 is 5 verder een zich dwars op deze balk uitstrekkende arm 26 bevestigd. Aan het van de balk 25 afgekeerde uiteinde van de arm 26 is een bus 27 bevestigd. In de bus 27 ligt een met een uiteinde buiten de bus 27 uitstekende grendelpen 28 ,die in de in fig.6 weergegeven stand met een in de bus gelegen verdikt gedeelte aanligt tegen een bij het desbetreffende 10 uiteinde van de bus 27 gevormde borst 29. In de bus 27 is verder een drukveer 30 gelegen,die ligt opgesloten tussen de grendelpen 28 en een aan een uiteinde van de bus 27 bevestigde ring 31. Met een een trapsgewijs verlopende buitenomtrek bezittende klembus 32 is tegen de ring een steunplaat 33 vastgeklemd.

15 In het klemstuk 32 is een doortocht 34 aangebracht,welke zich in een van het inwendige van de bus 27 afgekeerde richting trompetvormig verwijdt«Door deze doortocht 34 is het uiteinde gevoerd van een binnen-kabel 35 van een^owdenkabel. Dit uiteinde van de binnenkabel 35 is met behulp van een draadstuk 36 gekoppeld met de grendelpen 28.

20 Een uiteinde van de buitenkabel 37 van de Bowdenkcbel is met behulp van een verbirdingsbus 38 vastgezet aan een aan de plaat 33 gelast oor 39. De BowdenkabeLstrekt zich door het inwendige van de kolom 5 omhoog uit en het boveneinde van de buitenkabel van de Bowdenkabel is vastgezet aan het uiteinde van een boven op de kolom aangebracht buisstuk 40. Het 25 boveneinde vam de binnenkabel van de Bowdenkabel bevestigd aan een in het buisstuk verschuifbaar opgenomen uiteinde van een boven het pijpstuk uitstekende handgreep 4l.(fig.5).

Aan het pijpstuk 40 is verder nog een uiteinde van een min of meer U-vormig gebogen beugel 42 bevestigd,waarbij het andere van een knop 43 30 voorziene uiteinde boven de handgreep 41 is gelegen.

Het zal duidelijk zijn,dat een op de zitting zittend persoon zijn hand op de knop 43 kan leggen en dan met een tweetal vingers de handgreep 41 omhoog kan trekken ten gevolge waarvan via de binnenkabel van de 3oT-Henka.bel de grendelpen 28 tegen de werking van de veer 30 in geheel in 35 de bus 27 kan worden teruggetrokken.* Indien men de handgreep 41 los laat zal de grendelpen onder invloed van de veerkracht weer naar buiten bewegen.

8200614 m * -5- 22364/CV/tl ( »

In de stand,waarin het uiteinde van de grendelpen 28 buiten de bus 27 uitsteekt zal het uitstekende uiteinde kunnen zijn gelegen in een van een tweetal gaten 44 of 45 ,die zijn aangebracht in een aan het gestel van de bestuurderszitting resp. van het voertuig .aangebrachte plaat 46.

5 Daarbij liggen de gaten 44 en 45 op een cirkel waarvan het middelpunt op het hart van de as 8 is gelegen,terwijl de hoekafstand tussen deze gaten omgeveer 45° bedraagt. In de normale bedrijfsstand van de kolom 5 met de daaraan bevestigde arnjleuning zal de grendelpen in het bovenste gat zijn gelegen ,zoals afgebeeld in fig.4 en in de verzwenkte 10 .stand zal de grendelpen in het onderste gat zijn gelegen. In beide standen is een effectieve vergrendeling van de kolom 5 verkregen, zodat de kolom 5 dan niet om de as 8 verzwenkbaar is.

Het in de kolom gelegen gedeelte van de Bowdenkabelheeft een voldoende lengte om een dergelijke verdraaiing van de kolom toe te staan.

15 Daarbij 'kan de binnenkabel zich gemakkelijk aan de verdraaibewegingen aanpassen ter plaatse van de ombuiging in het klemstuk 22 gezien het trompetvormige verloop van het gat 36.

Voor de afscherming van het grendelmechanisme met behulp waarvan de kolom 5 tegen verzwenking om de as 8 te vergrendelen is is een ter 20 wille van de overzichtelijkheid slechts in fig.4 weergegeven afscherm-kap 47 aangebracht.

Om de hoogteverstelling van de kolom 5 te vergemakkelijken is tussen een uiteinde van een aan de gestelbalk 25 bevestigde arm 48 en een vast met de kolom 5 verbonden scharnieras 49 een gasveer 50 aangebracht, 25 welke zodanig uitgevoerd is,dat tijdens de verplaatsing van de kolom met de armleuning het gewicht van dit verplaatsbare samenstel althans . nagenoeg wordt gecompenseerd door de gasveer 50.

Op het boveneinde van de kolom 5 is verder nog een bedieningsknup-pel 51' aangebracht welke ter. opzichte van de kolom verstelbaar is en 30 bijvoorbeeld is gekoppeld met een klep of dergelijke voor het bedienen van middelen voor de vooruit beweging van het voertuig ,voor de besturing van het voertuig en/of voor de bediening van met het voertuig verbonden organen,zoals bijvoorbeeld een graafarm,een graafemmer of dergelijke.

35 Verder zijn in het weergegeven‘uitvoeringsvoorbeeld in de armleu ning nog tuimelschakelaars 52ringebouwd met behulp waarvan verdere bedie- 8200614 -6- 22364/CV/tl * w «ι nings en/of stuursignalen door de bestuurder van het voertuig kunnen worden afgegeven.

Het zal duidelijk zijn,dat door de mogelijkheid tot verzwenken van de kolom met de door deze kolom gedragen armleuning en bedieningsor-5 nen het plaatsnemen resp. zich verwijderen van de bestuurderszitting, ook in die omstandigheden,waarin de bestuurderszitting is ingebouwd in een betrekkelijk weinig plaatsbiedend bestuurderscompartiment,gemakkelijk en snel kan geschieden. Doordat tevens de kolom 5 met de daarmede verbonden organen in hoogterichting insüdbaar is kunnen de armleuning en de 10 met de kolom en de armleuning verbonden bedieningsorganen steeds afhankelijk van de lichaamsbouw van de bestuurder van het voertuig in de meest gunstige stand worden gebracht.

Veelal zal het voldoende zijn indien hetzij de rechts van de zitting gelegen hetzij de links van de zitting, gelegen kolom 4 resp.5 ten 15 opzichte van de bestuurderszitting verzwenkbaar is uitgevoerd. Afhankelijk van de verdere opbouw van het voertuig zal men hiervoor of de rechter of de linker kolom kunnen kiezen. In het beschreven uitvoerings-voorbeeld is de kolom 5 verzwenkbaar uitgevoerd. De kolom 4 is niet verzwenkbaar uitgevoerd maar verder wel op soortgelijke wijze uitgevoerd als 20 de kolom 5,zodat ook de kolom 4 op soortgelijke wijze als beschreven voor de kolom 5 in hoogterichting instelbaar is.

In het weergegeven uitvoeringsvoorbeeld strekt zich boven de kolom 4 nog een bedieningshefboom 51 voor een met het voertuig verbonden bull-dozerblad uit. Zoals in fig.7 is weergegeven omvat de beiieningshefboora 25 51 een zich langs een cirkelboog uitstrekkend verbindingsstuk 52 ,dat met zijn ondereinde is bevestigd aan een am 53. Het van het verbindingsstuk 52 afgekeerde uiteinde van de arm 53 is bevestigd aan een om een zich dwars op de lengterichting van het voertuig uitstrekkende horizontale scharnieras 54 verdraaibaar tuimelstuk 55. Het tuimelstuk 55 werkt via 30 een tweetal aan weerszijden van de scharnieras 54 gelegen veren 56 en stelstiften 57 in op het inwendige van een in de kolom 4 gemonteerde klep 58 met behulp waarvan de toe- en/of afvoer van onder druk staande vloeistof naar de verstelorganen voor het bulldozerblad te regelen is.

Het middelpunt van de kromtestraal van het verbindingsstuk 52 is 35 gelegen op de scharnieras 54 en zodoende is voor de doorvoer van dit verbindingsstuk door de bovenwand 59 van de kolom 4 slechts een betrekkelijk 8200614 -7- 22364/CV/tl *- c* •U ·.« kleine opening 60 nodig.

Door deze uitvoering zal ook de bedieningshefboom voor het bull-dozerblad steeds goed binnen handbereik van de bestuurder van het voertuig zijn gelegen,zodat ook de bediening van dit bulldozerblad geen on-5 nodige krachtsinspanning zal vereisen.

Λ 8200614

Claims

1. Bedrijfsvoertuig voorzien van een door loopwielen en/of rupsbanden of dergelijk ondersteund gestel en een door dit gestel ondersteunde bestuurderszitting voorzien van althans een armleuning en een of meer nabij de armleuning opgestelde bedieningsorganen voor het regelen van 5 bewegingen van het voertuig en/of van met het voertuig verbonden organen, met het kenmerk,dat de armleuning en het (de) bedieningsorganen zijn opgesteld nabij het boveneinde van een steunkolom en tesamen met de ateunkolom verzwenkbaar en in tenminste twee standen instelbaar zijn om een nabij de onderzijde van de kolom gelegen en zich dwars op de lengte-10 as van de bestuurderszitting uitstrekkende scharnieras.

2. Bedrijfsvoertuig in het bijzonder volgens conclusie 1, met het kenmerk,dat de armleuning en het (de) bedieningsorgaan (en) tesamen met de kolom in hoogterichting instelbaar zijn.

3. Bedrijfsvoertuig volgens conclusie 1 of 2,met het kenmerk,dat 15 nabij de scharnieras een grendelmechanisme is aangebracht met behulp waarvan de kolom tegen verdraaiing om de scharnieras vergradelbaar is, terwijl nabij het boveneinde van de kolom een handgreep voor het bedienen van het grendelmechanisme is opgesteld.

4. Bedrijfsvoertuig volgens conclusie 3, met het kenmerk,dat de voor 20 het bedienen van het grendelmechanisme in hoogterichting te verplaatsen handgreep is opgesteld onder een vast met de kolom verbonden handsteun.

5. Bedrijfsvoertuig volgens conclusie 3 of 4,met het kenmerk,dat het grendelmechanisme een met behulp van een kabel in zijn lengterichting verplaatsbare grendelpen omvat,welke grendelpen in een van een tweetal 25 over een bepaalde hoekafstand ten opzichte van elkaar om de scharnieras verplaatste in een steun aangebrachte gaten kan worden gestoken,waarbij de grendelpen is gelegen in een bus,welke aan een uiteinde is voorzien van een afsluitstuk waardoorheen de kabel is gevoerd,terwij1 dit af-sluitstuk is voorzien van een doortocht,welke zich in een van de gren-30 delpen afgekeerde richting trompetvormig verwijdt.

6. Bedrijfsvoertuig volgens een der voorgaande conclusies,met het kenmerk, dat de kolom hol is uitgevoerd voor het doorvoeren van met de bedieningsorganen verbonden kabels en/of leidingen.

7. Bedrijfsvoertuig volgens een der voorgaande conclusies,met het 35 kenmerk,dat nabij het vooreinde van de armleuning tuimelschakelaars zijn aangebracht. 8200614 - 9- 22364/CV/tl

8. Bedrijfsvoertuig __ volgens een der voorgaande conclusies,met het kenmerk,dat in de kolom een gasveer is aangebracht voor het compenseren van het gewicht van de kolom en de met de kolom in hoogterichting verstelbare delen.

9. Bedrijfsvoertuig volgens een der voorgaande conclusies,met het kenmerk,dat op de kolom een bedieningsorgaan voor een bulldozerblad is aangebracht.

10. Bedrijfsvoertuig volgens een der voorgaande conclusies,met het kenmerk,dat een door een ten opzichte van de kolom verzwenkbare hefboom 10 gevormd bedieningsorgaan,dat draaibaar is om een in het inwendige van de kolom gelegen scharnieras,is voorzien van een gekromd verbindingsstuk, dat door een in de bovenwand van de kolom aangebracht gat is gevoerd, terwijl het middelpunt van de kromtestraal van het gekromde verbindingsstuk is gelegen op de scharnieras waarom de desbetreffende hefboom verzwenkbaar 15 is.

11. Bestuurderszitting kennelijk bestemd voor een bedrijfsvoertuig volgens een der .voorgaande conclusies. 8200614