NL7907946A

NL7907946A - Scheerapparaat.

Info

Publication number: NL7907946A
Application number: NL7907946A
Authority: NL
Original assignee: Philips Nv
Priority date: 1979-10-30
Filing date: 1979-10-30
Publication date: 1981-06-01
Also published as: IT1134048B; DE3040308C2; ES8107081A1; ATA529680A; AT375861B; DE3040308A1; US4318223A; GB2061168B; FR2468447A1; CA1152309A; FR2468447B1; ES496318A0; IT8025586A0; CH650442A5; JPS6366223B2; JPS5672889A; GB2061168A

Description

-τ* PHN 9600 1 N.V. Philips' Gloeilampenfabrieken te Eindhoven.

"Scheerapparaat".

De uitvinding betreft een scheerapparaat met een huis, een scheerkop met tenminste een scheereenheid, welke scheereenheid een stationnair snijorgaan en een door middel van een motor en een koppelas aandrijfbaar snijorgaan om-5 vat, een opsluitorgaan voor het opsluiten van de onderdelen van de snijeenheid in de scheerkop, waarbij het huis plaatselijk aan de rand van het stationnaire snijorgaan is voorzien van een instelbare aanslag en het stationnaire snijorgaan op een andere plaats aan de rand wordt ondersteund 10 door een verend element waarbij het stationnaire snijorgaan kantelbaar is om de aanslag tegen de werking van het verend element in.

Een dergelijk scheerapparaat is bijvoorbeeld bekend uit de Nederlandse octrooiaanvrage 7704475 (PHN 8748).

15 De uitvinding heeft ten doel een constructie te verschaffen waarbij de onderdelen gering in aantal zijn en goedkoop zijn te vervaardigen en waarbij de montage eenvoudig is zodat het apparaat geschikt is voor massafabri-cage.

20 Het scheerapparaat volgens de uitvinding heeft het kenmerk, dat de aanslag is uitgevoerd als een in de lengterichting verstelbare pen waarvan het, van het stationnaire snijorgaan af gerichte uiteinde aanligt tegen een hellend steunvlak van een flexibele band, welke flexibele 25 band door middel van een bedieningsarm en een bedienings-knop op de huiswand verplaatsbaar is in een richting in hoofdzaak dwars op de lengterichting van de pen.

Een bijzondere uitvoeringsvorm wordt daardoor gekenmerkt, dat een afzonderlijk eerste opsluitorgaan voor 30 het stationnaire snijorgaan en een afzonderlijk tweede opsluitorgaan voor het aandrijfbare snijorgaan en het als bladveer uitgevoerde verende element tot een losneembaar onderdeel zijn samengevoegd.

790 7 9 46 * 1 - ^ PHN 9600 2

Een andere bijzondere uitvoeringsvorm wordt daardoor gekenmerkt, dat aan het losneembare onderdeel tevens een bevestigingsorgaan draaibaar is bevestigd, welk bevesti-gingsorgaan tezamen met een corresponderende stift aan de 5 scheerkop^bevestigingsmiddelen voor het losneembare orgaan aan de scheerkop vormen.

Een bij voorkeur toe te passen uitvoeringsvorm wordt daardoor gekenmerkt, dat het eerste opsluitorgaan wordt gevormd door een plaatvormig lichaam met een aantal 10 openingen dat correspondeert met het aantal scheereenheden, terwijl het tweede opsluitorgaan is uitgevoerd als een vorm-stuk van kunststof met openingen voor de koppelassen terwijl de verende elementen één geheel vormen met een in hoofdzaak veelhoekig raam van veerkrachtig plaatmateriaal en de 15 verende elementen uit het vlak van dit raam zijn gebogen, waarbij het raam tussen het eerste en het tweede opsluitorgaan is vastgeklemd terwijl op het tweede opsluitorgaan tevens het bevestigingsorgaan draaibaar is bevestigd.

Een andere bij voorkeur toe te passen uitvoerings-20 vorm wordt daardoor gekenmerkt, dat het bevestigingsorgaan is voorzien van een doorgaande opening van driehoekige vorm en de stift een overeenkomstig gevormd uiteinde heeft waarbij het opsluitorgaan door verdraaien vergrendelbaar is achter haakvormige delen aan het uiteinde van de stift.

25 De uitvinding zal hierna worden toegelicht met be hulp van een beschrijving van een in de figuren weergegeven uitvoeringsvoorbeeld.

Figuur 1 toont in perspectief een scheerapparaat met een scheerkop met drie scheereenheden.

30 Figuren 2 en 3 tonen schematisch een zijdeaanzicht van de scheerkop van het apparaat van figuur 1 met verschillende standen van de scheereenheden.

Figuur b toont een detail van de scheerkop in een doorsnede volgens de lijn IY-IV in figuur 1, 35 Figuur 5 is een doorsnede overeenkomstig figuur ^ waarbij het aandrijfbare snijorgaan en de koppelas zijn weggelaten.

Figuur 6 is een onderaanzicht van het detail van 790 7 9 46 e * -τ - PHN 9600 3 e figuur 4,zonder bevestigingsmiddelen.

Figuur 7 toont in perspectief het scheerapparaat van figuur 1 met opengeklapte scheerkop.

Figuur 8 toont in een zijdeaanzicht het instelme-5 chanisme voor de scheereenheden van het apparaat volgens de voorgaande figuren waarbij het huis schematisch is aangegeven en overige onderdelen zijn weggelaten.

Figuur 9 geeft een onderaanzicht van het instel-mechanisme van figuur 8.

10 Figuur 10 toont een detail van een doorsnede over de bevestigingsmiddelen van het opsluitorgaan voor de scheereenheden in de scheerkop.

Figuur 11 is een onderaanzicht van de bevestigingsmiddelen van figuur 10.

15 Het in de figuren weergegeven scheerapparaat om vat een huis 1 met een scheerkop 2 met drie scheereenheden 3· Iedere scheereenheid 3 is in een opening k in de scheerkop 2 gelegen en bestaat uit een stationnair scheerorgaan 5 met haarintredeopeningen 6 en een roterende aandrijfbaar 20 scheerorgaan 7· Het scheerorgaan 7 is door middel van de koppelas 8 met de elektromotor 9 gekoppeld (fig. 1 t/m 7)·

Het scheerapparaat is voorzien van een instelme-chanisme dat met behulp van de knop 10 op de wand van het huis 1 bediend kan worden. Met dit instelmechanisme, dat 25 hierna zal worden beschreven, kunnen de scheereenheden 3 in verschillende standen ten opzichte van de scheerkop 2 worden geplaatst. In de figuren 2 en 3 zijn twee van dergelijke standen weergegeven waarbij in de stand volgens figuur 2 het apparaat geschikt is voor het scheren van een bol huid-30 oppervlak terwijl in de stand volgens figuur 3 het apparaat geschikt is voor het scheren van een hol huidoppervlak. Bovendien is gebleken dat het zogenaamde schrijnende gevoel dat bij een gevoelige huid na het scheren kan optreden, bij een stand van de scheereenheden volgens figuur 3* aanzien-35 lijk minder of in het geheel niet voorkomt.

In de koppelas 8 (figuur k) bevindt zich een veer 11 waardoor door de koppelas 8 een kracht op de scheereenheid 3 wordt uitgeoefend. Hierdoor wordt de flens 12 van 790 79 46 * Γ *· ί ΡΗΝ 9600 4 het stationnaire snijorgaan 5 tegen twee diametraal ten opzichte van elkaar plegen nokken 13 aan de rand van de opening 4 gedrukt/^. De flens 12 wordt bovendien plaatselijk ondersteund door een instelbare aanslag U en een verend 5 element 15·

Het verend element 15 is met een uiteinde in de groef 16 in de flens 12 gelegen zodat hierdoor wordt verhinderd dat het stationnair scheerorgaan 5 meedraait met het roterend aandrijfbare scheerorgaan 7· Het verend ele-10 ment 15 oefent een kracht uit op het stationnair scheerorgaan waardoor het tegenoverliggende deel van de flens 12 tegen de aanslag 14 wordt gedrukt.

De aanslagen 14 voor de drie scheereenheden zijn gelijktijdig in de richtingen verstelbaar met behulp van 15 een instelmechanisme. De stationnaire scheerorganen 5 kantelen hierbij om de nokken 13 (figuur 5 ©u 6) waardoor deze scheerorganen verschillende standen ten opzichte van de scheerkop 2 kunnen innemen. De aandrijfbare scheerorganen 7 zijn kantelbaar op de koppelas 8 gelegerd terwijl deze 20 koppelassen tevens zelf kantelbaar zijn opgesteld zodat de aandrijfbare scheerorganen 7 de kantelbeweging van de stationnaire scheerorganen 5 kunnen volgen.

De aanslagen 14 zijn door middel van elastische armen 16 (figuur 8 en 9) bevestigd aan een gemeenschappe-25 lijke plaat 17 en steken aan het van het stationnaire scheerorgaan afgerichte uiteinde met een nok 18 onder de plaat uit. Het instelmechanisme omvat een flexibele band 19 zonder einde. Deze band 19 is voorzien van hellende steun-vlakken 20 waartegen de nokken 18 aanliggen. De band 19 is 30 door een buigzame strip 21 verbonden met de knop 10 op de wand van het huis 1. Door verschuiven van de knop 10 wordt via de strip 21 de band 19 in de richtingen P^ verschoven waardoor de hellende steunvlakken 20 langs de nokken 18 glijden. De aanslagen 14 worden hierdoor in de richtingen 35 P-j versteld.

De aanslagen 14 strekken zich via openingen in een in het huis 1 gelegen tussenwand 22 (figuur 7) uit tot binnen het bereik van de stationnaire scheerorganen 5. De 790 7 9 46 C - _1 * PHN 9600 5 tussenwand 22 begrenst een opvangruimte 23 voor afgeschoren haardeeitjes onder de scheereenheden 3·

Aan de gemeenschappelijke plaat 17 is tevens door middel van de elastische armen 24 een pen 25 bevestigd 5 (figuur 8 en 9)· In de gesloten, bedrijfsklare positie van de scheerkop 2 ten opzichte van het huis ligt de pen 25 aan tegen een nok 26 van de scheerkop 2. In deze positie is de scheerkop 2 door een op zich bekende klikverbinding gearre-teerd. Door indrukken van de drukknop 27 in de wand van huis 10 1 kan via de hefboom 28 de pen 25 in de richting P^ worden bewogen waardoor de klikverbinding wordt verbroken en de scheerkop wordt opengedrukt (figuur 7)·

De scheerkop 2 is veelal scharnierend aan het huis 1 verbonden. In de geopende positie van de scheerkop 2 15 blijven de stationnaire scheerorganen en de aandrijfbare scheerorganen opgesloten in de scheerkop door een eerste op-sluitorgaan 29 respectievelijk een tweede opsluitorgaan 3O·

Het eerste opsluitorgaan 29 dat tevens een aanslag vormt dat de bewegingen van de scheereenheden begrenst, wordt gevormd 20 door een plaatvormig lichaam met drie openingen 3"· .

In de gesloten positie van de scheerkop 2 rust het eerste opsluitorgaan 29 tevens op de rand 32 van de haarka-mer waardoor een goede afdichting tussen het huis 1 en de scheerkop 2 wordt verkregen. Bovendien worden de krachten 25 die de stationnaire scheerorganen eventueel op het eerste opsluitorgaan 29 uitoefenen hierdoor rechtstreeks op het huis overgedragen en niet via eventuele afzonderlijke beves-tiginsmiddelen van het opsluitorgaan aan de scheerkop. Het tweede opsluitorgaan 30 is uitgevoerd als een vormstuk van 30 kunststof met drie openingen 33 voor de koppelassen 8. De openingen 33 zijn voorzien van trechtervormige wanddelen jk, waardoor als de scheerkop 2 wordt gesloten de koppelassen 8 gemakkelijker in de openingen 33 terecht komen. De verende elementen 15 vormen een geheel met een in hoofdzaak veel-35 hoekig raam 33 van veerkrachtig plaatmateriaal, waarbij de verende elementen 15 uit het vlak van dit raam 35 zijn gebogen. Het tweede opsluitorgaan 30 is bijvoorbeeld door thermische deformatie van verbindingsstompen aan het eerste 790 7 9 46 ♦ s ·* 1 PHN 9600 6 opsluitorgaan 29 bevestigd waarbij het raam 35 tussen de organen 29 en 30 is vastgeklemd.

Op deze wijze kunnen voor de opsluitorganen en de verende elementen verschillende materialen worden gekozen 5 die door hun specifieke eigenschappen in het bijzonder geschikt zijn voor het desbetreffende element. Deze elementen zijn daarna tot een enkel losneembaar onderdeel 36 samengevoegd. Dit onderdeel 36 kan bijvoorbeeld aan de scheerkop 2 worden bevestigd door middel van een stift 37 aan de scheer-10 kop en een bevestigingsorgaan 38 (figuur 10 en 11). De stift is voorzien van een uiteinde 39 met een driehoekige doorsnede. Het bevestigingsorgaan 38 is draaibaar aan het tweede opsluitorgaan 30 bevestigd en voorzien van een corresponderende driehoekige opening 4θ. Is de opening 4θ in lijn 15 met het uiteinde 39 dan kan het onderdeel 36 over de stift 37 worden geschoven tot de opening 40 zich ter hoogte van de cilindrische hals 41 van de stift 37 bevindt. Het bevestigingsorgaan 38 kan nu 60° verdraaid worden waarbij haakvormige delen 42 van het driehoekige uiteinde 39 van de 20 stift 37 achter wanddelen 43 van het bevestigingsorgaan grijpen waardoor dit orgaan is vergrendeld.

25 30 35 790 79 46

Claims

1. Scheerapparaat met een huis, een scheerkop met tenminste een scheereenheid, welke scheereenheid een sta-tionnair snijorgaan en een door middel van een motor en een koppelas aandrijfbaar snijorgaan omvat, een opsluitorgaan 0 voor het opsluiten van de onderdelen van de snijeenheid in de scheerkop, waarbij het huis plaatselijk aan de rand van het stationnaire snijorgaan is voorzien van een instelbare aanslag en het stationnaire snijorgaan op een ander plaats 10 aan de rand wordt ondersteund door een verend element waarbij het stationnaire snijorgaan kantelbaar is om de aanslag tegen de werking van het verend element in, met het kenmerk, dat de aanslag is uitgevoerd als een in de lengterichting verstelbare pen waarvan het, van het stationnaire 15 snijorgaan af gerichte uiteinde aanligt tegen een hellend steunvlak van een flexibele band, welke flexibele band door middel van een bedieningsarm en een bedieningsknop op de huiswand verplaatsbaar is in een richting in hoofdzaak dwars op de lengterichting van de pen.

2. Scheerapparaat volgens conclusie 1, met het ken merk, dat een afzonderlijk eerste opsluitorgaan voor het stationnaire snijorgaan en een afzonderlijk tweede opsluitorgaan voor het aandrijfbare snijorgaan en het als bladveer uitgevoerde verende element tot een losneembaar onderdeel 25 zijn samengevoegd.

3. Scheerapparaat volgens conclusie 2, met het ken- 'merk, dat aan het losneembare onderdeel tevens een beves-tigingsorgaan draaibaar is bevestigd, welk bevestigings-orgaan tezamen met een corresponderende stift aan de scheer-30 kop, bevestigingsmiddelen voor het losneembare orgaan aan de scheerkop vormen. k. Scheerapparaat volgens conclusie 3 met een scheer kop met twee of meer scheereenheden met het kenmerk, dat het eerste opsluitorgaan wordt gevormd door een plaatvormig 35 lichaam met een aantal openingen dat correspondeert met het aantal scheereenheden, terwijl het tweede opsluitorgaan is uitgevoerd als een vormstuk van kunststof met openingen voor de koppelassen terwijl de verende elementen één geheel 79079 46 PHN 9600 8 * X- c 5 vormen met een in hoofdzaak veelhoekig raam van veerkrachtig plaatmateriaal en de verende elementen uit het vlak van dit raam zijn gebogen, waarbij het raam tussen het eerste en het tweede opsluitorgaan is vastgeklemd, terwijl op het tweede 5 opsluitorgaan tevens het bevestigingsorgaan draaibaar is bevestigd.

5· Scheerapparaat volgens conclusie 3 of 4, met het kenmerk, dat het bevestigingsorgaan is voorzien van een doorgaande opening van driehoekige vorm en de stift een 10 overeenkomstig gevormd uiteinde heeft waarbij het opsluitorgaan door verdraaien vergrendelbaar is achter haakvormige delen aan het uiteinde van de stift. 15 20 25 30 35 790 7 9 46