NL8600154A - Scheerapparaat. - Google Patents

Description

«t PHN 11.627 1 N.V. Philips' Gloeilampenfabrieken te Eindhoven.

Scheerapparaat.

De uitvinding heeft betrekking op een scheerapparaat met een huis voorzien van een houder voor tenminste één knipeenheid, welke knipeenheid een uitwendig kniporgaan met haarvangopeningen en een ten opzichte van het uitwendige kniporgaan aandrijfbaar inwendig knip-5 orgaan omvat en met een binnen de houder gelegen opsluitplaat waaraan het uitwendig kniporgaan is bevestigd.

Een dergelijk scheerapparaat is bekend uit de Nederlandse octrooiaanvrage 76 07 258 (PHN 8436). De hierin beschreven opsluitplaat vereenvoudigt in het algemeen de montage en demontage van de knipeen-10 heid voor bijvoorbeeld reinigingsdoeleinden, vooral als meerdere knip-eenheden in het apparaat zijn toegepast.

Een nadeel echter is dat een afzonderlijke positionering van de knipeenheden ten opzichte van de houder, zoals bijvoorbeeld bekend is uit het Amerikaanse octrooi US-PS 4.318.223 (PHN 9600) bij de 15 uitvoeringsvorm volgens Nederlandse octrooiaanvrage 75 07 258 niet mogelijk is.

De uitvinding heeft als doel voor dit probleem een oplossing te verschaffen en wordt daardoor gekenmerkt, dat de opsluitplaat met behulp van tenminste één verend element verplaatsbaar in de 20 houder is gemonteerd en de houder is voorzien van een instelorgaan waarmee de positie van de opsluitplaat ten opzichte van de houder kan worden gevarieerd.

Bijzondere uitvoeringsvormen zijn onderwerp van de onder-conclusies.

25 De uitvinding zal hierna worden toegelicht met behulp van een beschrijving van een in de figuren weergegeven uitvoeringsvoorbeeld.

Figuur 1 toont een frontaanzicht van een scheerapparaat volgens de uitvinding.

Figuur 2 toont een zijaanzicht van het scheerapparaat van 30 figuur 1.

Figuur 3 is een doorsnede volgens de lijn III-III in figuur 1.

8200104 •i C' t f PHN 11.627 2

Figuur 4 is een gedeeltelijk bovenaanzicht van de opsluitplaat van de uitvoering van figuur 3.

Figuur 5 is een zijaanzicht volgens pijl P in figuur 4.

Figuur 6 is een bovenaanzicht van de elastische band van 5 het scheerapparaat van de voorgaande figuren.

Het in de figuren weergegeven scheerapparaat omvat een huis 1 met een houder 2 voor drie knipeenheden 3. Een knipeenheid 3 bestaat uit een uitwendig kniporgaan 4 met haarvangopeningen 5 en een ten opzichte van het uitwendige kniporgaan roterend aandrijfbaar 10 inwendig kniporgaan 6. Voor de aandrijving van de inwendige kniporganen kan een elektromotor worden gebruikt welke in het huis is ondergebracht en welke op bekende wijze met de inwendige kniporganen is gekoppeld. Eenvoudigheidshalve is deze aandrijving in de figuren niet weergegeven.

Binnen de houder 2 is een opsluitplaat 7 gelegen waaraan 15 de uitwendige kniporganen 4 zijn bevestigd. De opsluitplaat 7 is hiertoe voorzien van een afzonderlijke metalen klemplaat 8 met verende armen 9 met lippen 10. De uitwendige kniporganen 4 zijn tussen de opsluitplaat 7 en de lippen 10 vastgeklerad. Bovendien is het inwendige kniporgaan 6 tussen de opsluitplaat en het bijbehorende uitwendige kniporgaan 4 opge-20 sloten.

De houder 2 is voorzien van een centrale pen 11 welke door een centrale opening 12 in de opsluitplaat 7 steekt. Op het uiteinde van de centrale pen 11 is een bevestigingsknop 13 geschroefd terwijl tussen de opsluitplaat 7 en de bevestigingsknop 13 een verend 25 element in de vorm van een schroefveer 14 is gespannen. Op deze wijze is in beperkte mate de opsluitplaat 7 in de lengterichting van de centrale pen 11 ten opzichte van de houder verplaatsbaar. De positie van de opsluitplaat 7 in de houder 2 zal in het algemeen zodanig zijn dat een deel van ieder uitwendige kniporgaan 4 buiten de houder uitsteekt.

30 De mate waarin de uitwendige kniporganen buiten de houder uitsteken, kan worden veranderd met behulp van een instelorgaan waarmee de positie van de opsluitplaat 7 in de houder 2 kan worden gevarieerd. Dit instelorgaan wordt gevormd door een elastische ringvormige band 15 welke in een groef 16 aan de buitenzijde van de houder 2 is gelegen. De 35 elastische band 15 is voorzien van drie naar binnen gerichte nokken 17 welke door openingen 18 van de houder 2 steken en aangrijpen op de opsluitplaat 7. De opsluitplaat 7 is op corresponderende plaatsen voorzien Q fi \ k

ύΡ v* '* J %J ” J

'i 3*» 'if PHN 11.627 3 % van drie trapvormige uitstekende delen 19 met treden 19f, 19" en 19tn en wordt onder invloed van de drukveer 14 steeds met de uitstekende delen 19 tegen de nokken 17 gedrukt, liggen de nokken 17 tegen de treden 19' dan zal de opsluitplaat 7 een positie innemen waarbij de 5 uitwendige kniporganen 4 maximaal buiten de houder 2 uitsteken. Door verschuiven van de elastische band 15 in de groef 16 kunnen de nokken 17 in aanraking gebracht worden met de treden 19" of 19'" waarbij de uitwendige kniporganen 4 minder ver buiten de houder 2 uitsteken. De band 15 is van een pijl 20 voorzien die bij ieder van de drie betreffende 10 posities van de elastische band 15 een merkteken op het huis 1 aanwijst.

Op deze wijze kan op eenvoudige wijze de scheereigenschappen van het apparaat worden gewijzigd en naar persoonlijke behoefte worden ingesteld.

De elastische band 15 kan eenvoudig worden gemonteerd op het apparaat en biedt een groot aangrijpoppervlak voor het verplaatsen 15 van de band. Ook levert de band een goede grip als de houder in zijn geheel moet worden afgenomen, in het bijzonder als de band is uitgevoerd met in de lengterichting een golfpatroon zoals weergegeven in figuur 6.

In plaats van een trapvormig wanddeel kan de opsluitplaat ook zijn voorzien van een wanddeel met een hellend aanligvlak voor de 20 nokken 17, zodat de positie van de opsluitplaat ten opzichte van de houder binnen beperkte grenzen continu kan worden gevarieerd.

8 Ό -U ···' ; v

Claims (6)

1. Scheerapparaat met een huis voorzien van een houder voor tenminste één knipeenheid, welke knipeenheid een uitwendig knip-orgaan met haarvangopeningen en een ten opzichte van het uitwendige knip-orgaan aandrijfbaar inwendig kniporgaan omvat en met een binnen de 5 houder gelegen opsluitplaat waaraan het uitwendig kniporgaan is bevestigd, met het kenmerk, dat de opsluitplaat met behulp van tenminste één verend element verplaatsbaar in de houder is gemonteerd en de houder is voorzien van een instelorgaan waarmee de positie van de opsluitplaat ten opzichte van de houder kan worden gevarieerd.

2. Scheerapparaat volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het instelorgaan wordt gevormd door een elastische ringvormige band welke verplaatsbaar aan de buitenzijde om de houder is gelegen, welke band is voorzien van een nok welke door een opening van de houder steekt en aangrijpt op de opsluitplaat.

3. Scheerapparaat volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de nok aanligt op een trapvormig wanddeel van de opsluitplaat waarbij door verplaatsing van de nok over het trapvormige wanddeel de positie van de opsluitplaat ten opzichte van de houder en daarmee de mate waarin het uitwendige kniporgaan buiten de houder uitsteekt, kan worden 20 gevarieerd.

4. Scheerapparaat volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het apparaat tenminste twee knipeenheden bevat, waarbij de uitwendige kniporganen aan een gemeenschappelijke opsluitplaat zijn bevestigd.

5. Scheerapparaat volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de opsluitplaat is voorzien van klemmende bevestigingsmiddelen voor de uitwendige kniporganen en de inwendige kniporganen tussen de uitwendige kniporganen en de opsluitplaat zijn opgesloten.

6. Scheerapparaat volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat 30 de elastische band in lengterichting een golfpatroon vertoont. Q -ς λ ^ ’ V 'v ; ..· i