NL8201201A - Houder voor een zwenkbaar scheermes. - Google Patents

Description

Λ, < Ρ & C * * W 1530-48 Ned./dB/wvr

Houder voor een zwenkbaar scheermes.

De uitvinding heeft betrekking op zwenkbare scheermessen van de soort waarbij een roessenpatroon wordt gedragen door een steun door middel van samenwerkende of in elkaar grijpende gebogen flenzen. Gewoonlijk wordt de messenpatroon 5 met de stem verbonden door een tussenorgaan, dat in deze beschrijving houder zal worden genoemd.

De houder dient als verbindingsorgaan tussen de stem en de messenpatroon doordat één zijde van de houder is voorzien van een daaraan gevormde lijst, welke een schuif-10 verbinding kan maken met een kanaal dat is gevormd in de messenpatroon op een welbekende wijze. De andere zijde van de houder is voorzien van een gebogen flens die een zwenkbare en in elkaar grijpende verbinding maakt met een bijbehorende flens aan de stem.

15 Voorbeelden van deze principiële verbindingsconstructie en verbindingswerkwijze zijn beschreven in de Amerikaanse octrooischriften 3.935.639 en 3.938.247. Daarvan ligt de constructie volgens het octrooischrift 3.935.639 het dichtste bij de onderhavige aanvrage. Dit octrooischrift toont (fig.l) 20 een houder 16, die een messenpatroon 12 draagt door de klassieke constructie van in elkaar grijpende lijst en kanaal aan één zijde en waarbij een zwenkverbinding aanwezig is met een steun 14 aan de andere zijde door middel van in elkaar grijpende gebogen flenzen 40.

25 Het octrooischrift 3.938.247 toont een met de hand be- dienbare hefboom voor het kiezen van de hoek waarover de houder kan zwenken.

De onderhavige uitvinding is een verbetering van de bekende constructies in de constructie van de houder, de 30 houdersteun en de houderlijst en in de samenwerking tussen de houder en de houdersteun.

Een bijzonder kenmerk van de uitvinding is het verschaffen van een houder geheel van kunststof, vervaardigd van een minimum aantal onderdelen, zodat de houder gemakkelijk \35 en goedkoop kan worden vervaardigd en gemakkelijk gemonteerd op basis van massaproduktie.

Een verder kenmerk van de uitvinding is het verschaffen van een nieuwe constructie voor de regeling van de zwenk- 8201201 - 2 - <r é bewegingen en de axiale bewegingen van de houder ten opzichte van zijn steun.

Een ander kenmerk betreft een nieuwe veerconstructie voor het voorspannen van de terugkeer van de messenpatroon 5 naar zijn normale of neutrale stand.

Verder omvat de uitvinding een lijstconstructie aan de houder die organen omvat voor het vergrendelen van de patroon aan de houder en waarbij de grendelorganen voor de lijst uit één stuk zijn gegoten met de lijst.

10 Een verder kenmerk van de uitvinding is een enkel, centraal gelegen drukleger voor de houder en 2ijn steun, met de dubbele functie van het beperken (1) de axiale beweging en (2) de zwenkhoek uit de neutrale stand.

Een uitvoeringsvorm volgens de uitvinding kan een 15 enkelvoudige of meervoudige messenpatroon omvatten, gedragen door een houder door middel van een verbinding met lijst en kanaal, waarbij de houder op zijn beurt beweegbaar is gemonteerd in een steun door middel van in elkaar grijpende gebogen flenzen en de houder zwenkbaar is over een hoek aan weers-20 zijden van een neutrale stand om een hartlijn evenwijdig aan een mes, en de houder heen en weer schuifbaar is met een bepaalde Slag langs een baan evenwijdig aan deze hartlijn, terwijl een aantal vensters zijn gevormd in de steun, elk met een aanligvlak, en het druklegerelement uitsteekt van de 25 houder en samenwerkt met het legervlak van een eerste venster voor het beperken van de slag en de hoek, en een veer, gedragen door de houder, bestemd voor aanraking met tweede en derde vensters voor het voorspannen van de houder naar de neutrale stand.

30 De uitvinding zal hieronder nader worden toegelicht aan de hand van de tekening van een uitvoeringsvoorbeeld van het scheermes volgens de uitvinding.

Fig. 1 is een aanzicht in perspectief van een compleet scheermes met steun, houder en messenpatroon.

35 Fig. 2 toont de houder van fig.1, bevestigd aan zijn \ steun, maar zonder messenpatroon.

Fig. 3 toont alle elementen van het scheermes van fig.1 in uiteengenomen stand, namelijk de steun, het houder-lichaam, de houderkap en met de messenpatroon met streep- 8201201 - 3 - % - 4»

Stiplijnen.

Fig. 3A is een vergroot aanzicht van het bovendeel van de steun.

Fig. 4 is een bovenaanzicht van de houderkap.

5 Fig. 5 is een zijaanzicht van de houderkap.

Fig. 6 is een bovenaanzicht van het houderlichaam.

Fig. 7 is een zijaanzicht van het houderlichaam.

Fig. S is een eindaanzicht, gezien van rechts van fig.7.

10 Fig. 9 is een aanzicht met gedeeltelijke doorsnede van houderkap en houderlichaam, gemonteerd in de steun.

Fig. 10 is een bovenaanzicht van het samenstel van fig.

9, waarbij voor de duidelijkheid bepaalde delen zijn weggenomen .

15 Fig.11 is een eindaanzicht van rechts in fig.10, waar bij delen zijn weggenomen voor het tonen van de plaatsen van cfe veer en de druklegerelementen wanneer de houder en de patroon in de neutrale stand staan.

Fig.llA toont de stand van de veer en de drukleger-20 elementen ten opzichte van elkaar en ten opzichte van de steunvensters in de neutrale stand.

Fig.12 en 12A komen overeen met fig.11 en 11a en tonen de houder en de patroon gezwenkt volgens de klok naar de uiterst rechtse stand.

25 Fig.13 en 13A tonen de toestand waarbij de houder'en de patroon tegen de klok zijn geroteerd naar de uiterst linkse stand.

In fig.1-3 zijn de hoofdonderdelen van het zwenkbare scheermes volgens de uitvinding weergegeven, namelijk een 30 handgreep of steun 11,een houder 12 en een messenpatroon 13.

Fig. 2 toont de houder 12 gemonteerd aan de steun 11 en fig.3 toont dat de houder 12 bestaat uit twee delen namelijk een houderlichaam 24 en een houderkap 26. Ook blijkt dat het houderlichaam 24 een lijst 27 heeft die grijpt in 35 een bijbehorend kanaal 26, gevormd aan de messenpatroon 13, waardoor de patroon op bekende wijze met de houder kan \ worden verbonden.

\ Pe constructie van de messenpatroon kan zijn voor * één of twee mesjes en de totale vorm en constructie zijn niet 8201201 * * - 4 - kritisch voor de uitvinding zolang de patroon 16 maar op geschikte wijze met de houder 12 kan worden verbonden.

In fig.3 en 3A is te zien dat de steun 11 een gebogen vlak 14 heeft, voorzien van zakken of vensters 16, 17 en 18 5 waarvan het doel hieronder zal blijken.

Het gebogen vlak 14 heeft aan elk einde gebogen flenzen 19, 21 die passen of grijpen in samenwerkende flenzen 22, 23, gevormd aan het houderlichaam, teneinde een zwenkver-binding te verkrijgen van het type volgens het genoemde 10 Amerikaanse octrooischrift 3.935.639.

Opgemerkt wordt dat het houderlichaam 24 als afzonderlijk onderdeel, dus zonder de bijbehorende houderkap 26, zodanig is geconstrueerd dat hoewel dit lichaam zwenkbaar kan worden verbonden met de steun 11 door de in elkaar 15 grijpende flenzen, het vrij kan roteren tot in en buiten in-grijping met de houder 11 in de beide rotatierichtingen aangegeven met de dubbele pijl 29 in fig.3.

De in elkaar grijpende flenzen 19 en 22 links resp.

2 en 23 rechts hebben zodanige afmetingen dat er een vrij 20 grote speling is waardoor relatieve beweging mogelijk is zijwaarts tussen het houderlichaam 24 en de steun 11 volgens een baan evenwijdig aan de dubbele pijl 30.

De constructie en de werking van de organen voor het regelen van de rotatiebeweging en zijwaartse bewegingen 25 van het houderlichaam 24 en dus van de houder 12 ten opzichte van de steun 11 zullen hieronder blijken.

Uit fig.4 en 5 blijkt dat de houderkap 26 een langwerpig lichaam 32 heeft met een centraal gelegen drukleger-element 31 en aan de beide einden buigzame vingers 33, 34 30 heeft, die elk eindigen in een klauW 35, 36 voor het maken van een permanente verbinding met bijbehorende elementen aan het houderlichaam 24.

Fig.6, 7 en 8 tonen dat het houderlichaam, voorzien van de lijst 27, een paar langwerpige, tegengesteld gerichte 35 bladveren 37, 38 draagt, die elk verankerd zijn aan het houderlichaam bij 39 en 41 en elk eindigen aan het vrije J einde in een bedieningspen 42, 43.

\ Een deel van de lijst 27 vormt een buigzame wand 44 \ die een knop of uitsteeksel 46 draagt, dat uit één stuk met 8201201 *. * - 5 - het houderlichaam 24 ia gevormd of gegoten,zodat het lichaam 24 als weergegeven in fig. 6-8. een enkel onderdeel is,

De knop 46 wordt opgenomen in een niet-weergegeven bijbehorende verdieping, gevormd in het kanaal 28 van de messen-5 patroon, voor het centraal plaatsen van de patroon ten opzichte van de steun 11.

Uit fig.9 en 10 blijkt het verband tussen de houder 12 en de steun 11 in gemonteerde toestand nader. De gebogen flenzen 19, 22 zijn links met elkaar vergrendeld, terwijl de 10 flenzen 21 en 23 rechts met elkaar zijn vergrendeld, waardoor het houderlichaam is verbonden met de steun 11. De houderkap 26 maakt een verbinding met het houderlichaam 24 doordat de kap wordt opgenomen in een opening 51, gevormd in het lichaam, terwijl buigzame vingers 33-33 en 34-34 15 grijpen aan weerszijden van de bladveren 37 resp. 38.

Hoewel slechts twee buigzame vingers 33-33 links en twee vingers 34-34 rechts zijn weergegeven kan ook binnen het kader van de uitvinding een enkele vinger aan elke zijde worden toegepast.

20 Wanneer de houderkap in het lichaam wordt gestoken buigen de vingers 33-33 en 34-34 naar binnen terwijl zij schuiven langs wanden 52, 53 totdat de klauwen de bodem bereiken van de wanden, waarna de klauwen 35, 36 naar binnen snappen en zich vergrendelen met schouders 54 en 56. Het 25 binnengaan van de kap 26 in het lichaam 24 wordt begrensd doordat lippen 57, 58 van de kap aankomen tegen uitsteeksels 59, 61\an het lichaam. Het houderlichaam 24 is zodanig geplaatst ten opzichte van de steun (fig.9) dat de bedienings-pennen 42, 43 van de bladveren 37, 38 worden opgenomen in 30 de zakken of vensters 16 resp. 18, Op overeenkomstige wijze wordt het druklegereleroent 31 opgenomen in het centrale venster 17 en heeft dan de dubbele werking van het regelen of beperken van de axiale beweging en van de zwenkhoek.

De houder volgens de uitvinding werkt op de volgende 35 wijze als reactie op krachten die ontstaan tijdens nat Y scheren met het scheerroes.

\ werking.

Stel dat de messenpatroon, de houder en de steun in de neutrale stand volgens fig.11 staan. Stel verder dat men 8201201 Ψ t - 6 - op het scheermes van fig.1 kijkt van de linker zijde van fig.l.

Fig.llA toont de stand van de veren 37, 38 en van het druklegerelement 31 ten opzichte van elkaar en ten opzichte van de samenwerkende vensters 16, 17 en 18, in de neutrale 5 stand. Het druklegerelement 31 ligt aan tegen legervlakken 20 en 25 van het venster 17, waardoor zijwaartse beweging van de houder evenwijdig aan de baan volgens de dubbele pijl 30 wordt belet. Het legerelement 31 ligt centraal in het venster 17, waaruit blijkt dat er geen zwenking heeft plaats-10 gevonden van de houder 12 ten opzichte van de steun 11. Deze stand geeft de neutrale stand aan.

De veren 37, 38 verlopen in hoofdzaak evenwijdig, terwijl hun bediéningspennen 42 en 43 stevig aanliggen tegen de legervlakken 35 en 40 van de vensters 16 resp. 18.

15 Wanneer scheerkrachten de messenpatroon en de houder doen roteren volgens de klok naar de uiterst rechtse stand ten opzichte van de houder 11, zijn de standen van de patroon en de houder als weergegeven in f.ig.12 en 12A. In deze toestand bevindt zich het legerelement 31 aan het linker einde 20 van het venster 17, aangeduid met het cijfer 45, is de veer 37 onder spanning doordat zijn bedieningspen 42 in het venster 16 (tegen de linker zijde van het legervlak) de veer 37 doet doorbuigen. De veer 38 en zijn bedieningspen 43 zijn vrij om te bewegen door het venster 18 van de stand volgens fig.llA 25 naar de stand volgens fig.l2A. De spanning van de veer 37 drukt de messenpatroon en de houder in de richting van de neutrale stand en wanneer de scheerkrachten ophouden beweegt de messenpatroon naar de neutrale stand.

Overeenkomstig nemen, wanneer de scheerkrachten een 30 rotatie tegen de klok naar de uiterst linkse stand veroorzaken, de betreffende onderdelen de standen in volgens fig.13 en 13A. Dat wil zeggen dat het druklegerelement 31 zich aan de rechterzijde van het venster 17 bevindt, de veer 38 onder spanning staat en de veer 37 vrij is. De spanning van de veer 35 38 drukt de messenpatroon en de houder in de richting van de \ neutrale stand en bij het ophouden van de scheerkrachten \ keert de patroon terug naar de neutrale stand uit zijn tegen de klok geroteerde stand.

8201201

Claims (14)

1. Scheermes met een enkel- of meervoudige messenpatroon van de soort gedragen door een houder, die beweegbaar is gemonteerd in een steun door middel van in elkaar grijpende gebogen flenzen, welke houder zwenkbaar is over een hoek 5 aan weerszijden van een neutrale stand om een hartlijn evenwijdig aan een mesje, en heen en weer verschuifbaar is over een slag volgens een baan evenwijdig aan deze hartlijn, gekenmerkt door een zak of venster, gevormd in de steun, welke zak of venster een legervlak heeft, waarbij een centraal 10 druklegerelement uitsteekt van de houder en samenwerkt met het legervlak van het venster voor het beperken van de genoemde slag en de genoemde hoek.

2.Scheermes met een enkel- of meervoudige messenpatroon van de soort gedragen door een houder, die beweeg-15 baar is gemonteerd in een steun door middel van in elkaar grijpende gebogen flenzen, welke houder zwenkbaar is over een hoek aan weerszijden van een neutrale stand om een hartlijn evenwijdig aan een mesje, en heen en weer verschuifbaar is over een slag volgens een baan evenwijdig aan deze 2o hartlijn, gekenmerkt door een aantal zakken of vensters, gevormd in de steun, waarvan elk venster een legervlak heeft, waarbij een druklegerelement uitsteekt van het venster en samenwerkt met het legervlak van een eerste venster voor het begrenzen van de slag en de hoek, en veerorganen worden 25 gedragen door de houder, welke in aanraking kunnen komen met tweede en derde vensters voor het voorspannen van de houder naar de neutrale stand.

3. Scheermes volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de houder bestaat uit een lichaam en een kap, welke kap 30 permanent is vergrendeld aan het lichaam, waarbij het druklegerelement uit êén stuk is gegoten met de kap en daarmee een enkel onderdeel vormt.

4. Scheermes volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de houder zwenkbaar is over hoeken aan weerszijden van een a 35 neutrale stand en de veer-^organen ten minste één bladveer ^ omvatten, gedragen door de houder, welke veer in hoofdzaak evenwijdig aan de hartlijn verloopt, welke bladveer een bedieningspen heeft voor samenwerking met een legervlak 8201201 - 8 - * * van een tweede venster, voor het drukken van de houder van de begrenzing van één hoek naar de neutra3.e stand.

5. Scheermes volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de veerorganen twee evenwijdige bladveren omvatten, die elk een bedieningspen hebben behorend bij een legervlak in 5 een tweede resp, derde venster en elke veer afzonderlijk de houder kan drukken van een eindstand van tegengestelde hoeken naar de neutrale stand.

6. Scheermes volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat de bladveren uit één stuk zijn gegoten met het houderlichaam 10 en daarmee een enkel onderdeel vormen.

7. Scheermes volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de bladveren zijn gesteund aan tegenovergestelde einden van het houderlichaam en deze veren ten opzichte van elkaar zijn verschoven in een richting loodrecht op de hartlijn.

8. Scheermes volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat een einde van elke bladveer is verankerd aan het houderlichaam en het andere einde van elke veer ongesteund is en eindigt in een bedieningspen.

9. Scheermes volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat 29 het houderlichaam is voorzien van een doorgaande opening waarvan een deel van de omtrek een grendelrand vormt en de kap is opgenomen in deze opening en is voorzien van ten minste één buigzame vinger die eindigt in een klauw welke in aanraking kan komen met de grendelwand voor het vergrende- 25 len van de kap aan het lichaam.

10. Scheermes volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat de kap en het lichaam van de houder zijn voorzien van samenwerkende schouders voor het beperken van de afstand waarover de kap in de opening kan binnengaan. 9°

11. Scheermes volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat de opening en de kap beide in hoofdzaak rechthoekig 2ijn en - de kap is voorzien van tegenover elkaar gelegen buigzame vingers, die elk eindigen in een klauw voor samenwerking \ met bijbehorende tegenoverliggende grendelranden voor de % 35 vergrendelfunctie.

% 12. Scheermes volgens conclusie 11, met het kenmerk, dat de tegenover elkaar liggende vingers in paren zijn aangebracht en een eerste paar vingers ligt aan weerszijden van 8201201 a. * - 9 - een eerste bladveer en een tweede paar vingers ligt aan weerszijden van een tweede bladveer.

13. Scheermes volgens conclusie 12, met het kenmerk, dat de vingers en de omtrek van de doorgaande opening zijn 5 voorzien van samenwerkende nokvlakken voor het vergemakkelijken van de montage van de houderkap aan het houderlichaam.

14. Scheermes volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de messenpatroon is voorzien van een kanaal bestemd voor ingrijping met een bijbehorende lijst, gevormd aan het 10 houderlichaam, welk kanaal is voorzien van een verdieping, waarbij een deel van de lijst een buigzame wand vormt, die een knop draagt, waarbij de lijst, de wand en de knop alle uit één stuk zijn gegoten met het houderlichaam voor het verschaffen van een enkel onderdeel, waarbij de knop samen-werkt met de verdieping voor het vergrendelen van de messenpatroon in de juiste stand ten opzichte van het houderlichaam. λ 8201201