NL8802290A - Inrichting voor het verwijderen van de nek van een geplukte, van de kop ontdane vogel. - Google Patents

Description

Inrichting voor het verwijderen van de nek van een geplukte, van de kop ontdane vogel

De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het verwijderen van de nek van een geplukte, van de kop ontdane vogel, die met de poten aan een draaghaak van een transporteur is opgehangen, met ten minste één met de transporteur meebewegende, de nek van de vogel opnemende opening en een bij de voortbeweging van de transporteur ten opzichte van de opneemopening bewegend drukorgaan voor het scheiden van de nekwervels van het overige gedeelte van de wervelkolom van de vogel zonder beschadiging van het nekvel.

Een dergelijke inrichting is bekend uit het Nederlandse octrooi 176.329. Bij deze bekende inrichting is de de nek van de vogel opnemende opening gevormd als een ten opzichte van de transporteur op en neer beweegbaar vorkvormig klemorgaan. Tevens bezit deze bekende inrichting een ten opzichte van de opening van het klemorgaan bewegende drukarm. Voor het scheiden van de nekwervels van het overige gedeelte van de wervelkolom van de vogel voeren deze onderdelen van de bekende inrichting een door curvebanen bepaalde beweging uit.

Deze bekende inrichting bezit weliswaar een goede en betrouwbare werking, doch is wat betreft zijn vormgeving tamelijk gecompliceerd. Dit brengt met zich mee, dat deze inrichting veel onderhoud vergt, terwijl tevens de fabrikage-kosten vrij hoog zullen zijn.

De uitvinding beoogt een inrichting van het in de aanhef genoemde type te verschaffen, waarbij deze nadelen niet optreden.

Hiertoe bezit de inrichting volgens de uitvinding het kenmerk, dat het drukorgaan stationair is uitgevoerd en op een zodanige afstand onder het vlak van de opneemopening is gelegen, dat de minimaal optredende afstand tussen de achterrand van de opneemopening en het drukorgaanm slechts voldoende is voor het laten passeren van het nekvel van de vogel, terwijl de nekwervels door de gecombineerde werking van het stationaire drukorgaan en de achterrand van de opneemopening uit het nekvel worden verwijderd.

De inrichting volgens de uitvinding bezit voor het scheiden van de nekwervels van het overige gedeelte van de wervelkolom in principe slechts twee werkzame onderdelen, namelijk de met de transporteur meebewegende, de nek van de vogel opnemende opening en het stationair uitgevoerde drukorgaan. De gecombineerde werking van beide onderdelen is voldoende om een effectief verwijderen van de nek te bewerkstelligen. De nek van de te behandelen vogel wordt in de opening aangebracht wanneer het drukorgaan zich nog op enige afstand van de achterrand van de opneemopening bevindt. Pas wanneer het drukorgaan de achterrand van de opening bereikt treedt de gecombineerde werking van deze onderdelen op en wordt de nek automatisch verwijderd. Het voorgaande houdt in, dat de relatieve beweging tussen het drukorgaan en de opneemopening continu kan plaatsvinden en deze beide onderdelen geen gecompliceerde onderlinge bewegingen dienen uit te voeren, zoals dit bij de bekende inrichting het geval is.

Volgens een voorkeursuitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding omvat het drukorgaan een met de achterrand van de opneemopening samenwerkend en zich in hoofdzaak dwars op de bewegingsrichting daarvan uitstrekkend stangdeel waarop een, de nek van de vogel in de opneemopening positionerende, geleiding aansluit.

De geleiding zorgt voor een correct positioneren van de nek van de te behandelen vogel in de opneemopening. Doordat het drukorgaan aansluit op deze geleiding gaat dit positioneren traploos over in het verwijderen van de nek, wanneer de achterrand van de opneemopening het stangdeel bereikt.

In een gunstige uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding bestaan de openingen uit V-vormige uitsparingen aan de omtrek van een roterende plaat, waarvan de omtrekssnelheid nagenoeg overeenkomt met de transportsnelheid van de transporteur.

Op deze wijze wordt de continue relatieve beweging tussen de opneemopeningen en het drukorgaan op eenvoudige wijze gerealiseerd. De transporteur kan hierbij een baan beschrijven, die over een gedeelte overeenkomt met de omtreksbaan van de roterende plaat. Evenwel is het ook mogelijk, dat de transporteur een rechte baan beschrijft, welke nagenoeg raakt aan de omtrek van de roterende plaat ter plaatse van het stationaire drukorgaan.

De uitvinding wordt hierna nader toegelicht aan de hand van de tekening, waarin een uitvoeringsvoorbeeld van de inrichting volgens de uitvinding is weergegeven.

Fig. 1 toont in perspectivisch aanzicht en gedeeltelijk schematisch een uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding, en

Fig. 2 en 3 tonen schematisch het werkingsprincipe van de inrichting volgens fig. 1.

In fig. 1 zijn een aantal geplukte, van de kop ontdane vogels 1, 2 en 3 zichtbaar, die elk met de poten aan een draagbaak 4 van een, slechts schematisch door een streep-puntlijn aangeduide, transporteur 5 zijn opgehangen.

Onder de transporteur 5 is een om een vertikale as 6 roterende plaat 7 geplaatst. Deze plaat 7 bezit aan zijn omtrek een aantal V-vormige uitsparingen 8, die opneemopeningen vormen voor het opnemen van de nek van de te bewerken vogels.

De onderlinge plaatsing van de transporteur 5 en de plaat 7 is zodanig, dat de door de vogels doorlopen baan nagenoeg raakt aan de omtrek van de plaat 7. Vanzelfsprekend is echter tevens een uitvoeringsvorm denkbaar, waarbij de transporteur 5 in plaats van de in fig. 1 weergegeven rechte baan een gedeelte van een cirkelbaan doorloopt, welke overeenkomt met een gedeelte van de omtrek van de plaat 7. Een dergelijk gedeeltelijk cirkelvormige baan van de transporteur 5 is op zichzelf bekend uit diverse panklaarmachines voor het bewerken van vogels.

Onder de roterende plaat 7 is een stationair drukorgaan 9 aangebracht, dat een zich in hoofdzaak radiaal ten opzichte van de plaat 7 uitstrekkend stangdeel 10 omvat, dat is bevestigd aan een stationaire plaat 11 die zich evenwijdig aan de roterende plaat 7 uitstrekt. De bovenzijde van het stangdeel 10 en de bovenzijde van de stationaire plaat 11 zijn althans nagenoeg in hetzelfde vlak gelegen (dit is duidelijk zichtbaar in fig. 2 en 3).

Op het stangdeel 10 sluit een geleiding 12 aan, waarvan het buitenste uiteinde buiten de omtrek van de roterende plaat 7 is gelegen. Deze geleiding 12 kruist de door de vogels 1, 2 en 3 doorlopen baan en geleidt de nek van deze vogels in de uitsparingen 8 van de roterende plaat 7.

Tijdens het naderen van de roterende plaat 7 bereikt de omlaag hangende nek 13 van de vogels 1, 2 en 3 de geleiding 12. De synchronisatie tussen de transporteur 5 en de roterende plaat 7 is zodanig, dat deze nek 13 door de ge-geleiding 12 in een uitsparing 8 van de roterende plaat 7 wordt geleid. Hierbij wordt opgemerkt, dat de transportsnelheid van de transporteur 5 nagenoeg overeenkomt met de omtreksnelheid van de roterende plaat 7.

Aangezien de roterende plaat 7 ten opzichte van het stangdeel 10 van het stationaire drukorgaan 9 roteert zal de achterrand 14 van de uitsparing 8 die zonet een nek 13 heeft opgenomen, op een bepaald moment boven het stangdeel 10 passeren. Hierbij is ervoor gezorgd, dat de minimaal optredende afstand tussen deze achterrand 14 van de uitsparing 8 en het stangdeel 10 van het drukorgaan 9 slechts voldoende is voor het passeren van het nekvel van de betreffende vogel. De zich in het nekvel bevindende nekwervels 15 zijn te groot om tussen de genoemde achterrand 14 en het stangdeel 10 te passeren, zodat deze nekwervels door de gecombineerde werking van beide onderdelen uit het nekvel worden verwijderd. In fig. 1 zijn bij vogel 1 de nekwervels 15 reeds uit de nek 13 verwijderd.

Vanzelfsprekend geldt dat zowel het stangdeel 10 alsmede de achterrand 14 van de uitsparingen 8 enigszins zijn afgerond, zodat de nekwervels kunnen worden verwijderd zonder beschadiging van het nekvel. Verder wordt opgemerkt, dat de nekwervels reeds door een voorafgaande breekbewerking zijn losgemaakt van het overige gedeelte van de wervelkolom van de vogel.

In fig. 1 is verder zichtbaar, dat de roterende plaat 7 aan zijn, tussen de uitsparingen 8 gelegen omtreksge-deelten 16 enigszins omlaag is gebogen. Hierdoor wordt de gecombineerde werking van de achterrand van de uitsparingen 8 en het stangdeel 10 van het drukorgaan 9 verder verbeterd.

In fig. 2 en fig. 3 is de gecombineerde werking van de achterrand 14 en het stangdeel 10 nogmaals schematisch aangeduid. In fig. 3 is de nek 13 met zich daarin bevindende nekwervels 15 van een vogel 17 in een uitsparing 8 van de roterende plaat 7 geplaatst. Het stangdeel 10 bevindt zich nog op enige afstand van de achterrand 14 van de uitsparing 8. In fig. 2 is de situatie getoond, waarbij de achterrand 14 het stangdeel 10 reeds is gepasseerd en de nekwervels 15 uit de nek 13 van de vogel zijn verwijderd. De afstand tussen het stangdeel 10 en de roterende plaat 7 is zodanig, dat de nek 13 hiertussen kan passeren, doch de nekwervels 15 hiertoe niet in staat zijn en derhalve uit de nek 13 worden verwijderd.

De uitvinding is niet beperkt tot de in het voorgaande beschreven uitvoeringsvorm, die binnen het kader der uitvinding op velerlei wijzen kan worden gevarieerd.

Claims (5)

1. Inrichting voor het verwijderen van de nek van een geplukte, van de kop ontdane vogel, die met de poten aan een draaghaak van een transporteur is opgehangen, met ten minste één met de transporteur meebewegende, de nek van de i vogel opnemende opening en een bij de voortbeweging van de transporteur ten opzichte van de opneemopening bewegend druk-orgaan voor het scheiden van de nekwervels van het overige gedeelte van de wervelkolom van de vogel zonder beschadiging van het nekvel, met het kenmerk, dat het drukor-• gaan stationair is uitgevoerd en op een zodanige afstand onder het vlak van de opneemopening is gelegen, dat de minimaal optredende afstand tussen de achterrand van de opneemopening en het drukorgaanm slechts voldoende is voor het laten passeren van het nekvel van de vogel, terwijl de nekwervels door de gecombineerde werking van het stationaire drukorgaan en de achterrand van de opneemopening uit het nekvel worden verwijderd.

2. Inrichitng volgens conclusie 1, m e t het kenmerk, dat het drukorgaan een met de achterrand van de opneemopening samenwerkend en zich in hoofdzaak dwars op de bewegingsrichting daarvan uitstrekkend stangdeel omvat, waarop een, de nek van de vogel in de opneemopening positionerende, geleiding aansluit.

3. Inrichting volgens conclusie 1 of 2, met h e t kenmerk, dat in buitenwaartse richting van de opening de afstand tussen de achterrand van de opening en het drukorgaan enigszins afneemt.

4. Inrichting volgens conclusie 1, 2 of 3, met het kenmerk, dat de openingen bestaan uit V-vormige uitsparingen aan de omtrek van een roterende plaat, waarvan de omtrekssnelheid nagenoeg overeenkomt met de transportsnelheid van de transporteur.

5. Inrichting volgens conclusie 3 èn 4, met het kenmerk, dat de plaat aan zijn, tussen de uit-uitsparingen gelegen, omtreksgedeelten enigszins omlaag is gebogen.