NL8501382A

NL8501382A - Absorberend voorwerp.

Info

Publication number: NL8501382A
Application number: NL8501382A
Authority: NL
Original assignee: Moelnlycke Ab
Priority date: 1984-05-15
Filing date: 1985-05-14
Publication date: 1985-12-02
Also published as: DE3517676A1; GB2158721B; SE8402614L; GB8512248D0; US4626254A; NL191878C; FR2564315B1; SE449298B; GB2158721A; JPS6410225B2; DE3517676C2; SE8402614D0; NL191878B; FR2564315A1; JPS60259260A

Description

i i

Absorberend voorwerp.

De uitvinding heeft betrekking op een absorberend voorwerp, zoals maandverband, een luier of zwachtel, van de soort die is voorzien van een voor vloeistof ondoordringbare bovenlaag of bovenblad, die is voorzien van openingen over 5 tenminste een gedeelte van zijn oppervlak en die moet aanliggen tegen het lichaam van de drager, en dat verder is voorzien van een absorberend lichaam, dat onder de bovenlaag is gelegen.

Bij absorberende voorwerpen van deze soort is het bijzonder belangrijk, dat de bovenlaag, die naar de drager toe 10 is gekeerd, droog is, zelfs wanneer het voorwerp gedurende een langere tijdsperiode is gedragen.

Een ernstig bezwaar van de meeste van dergelijke absorberende voorwerpen, die tot nu toe bekend zijn, is, dat zij de neiging hebben de huid te schuren, nadat zij gedurende langere 15 tijdsperioden in aanraking zijn geweest met vloeistof, zoals urine.

Tot nu toe was een algemene oplossing voor dit probleem het toepassen van een bovenblad of bovenlaag die van hydrofccb materiaal is vervaardigd, teneinde door zuiging vocht 20 van de huid in het absorberende lichaam op te nemen. Bij dergelijke absorberende lichamen is echter gebleken, dat wanneer het absorberende lichaam tegen de drager wordt gedrukt, het vocht, dat eerder in het absorberende lichaam is opgenomen, door de dunne hydrofobe laag heen zal dringen en de huid van de drager 25 zal bevochtigen.

Het is waar, dat een goede isolatie tussen de huid van de drager en een absorberend lichaam kan worden bereikt met een betrekkelijk dikke, los gebonden vezellaag. Deze laag geleidt geen vloeistof, maar laat haar direkt door en zodoende "valt" 30 de vloeistof recht door de vezellaag en in het absorberende lichaam, dat daar tegenaan ligt. Dergelijke isolerende lagen brengen echter 8501302 ï ’» - 2 - problemen bij de vervaardiging met zich mee. Eén zo'n vervaardi-gingsprobleem is, dat van de binding van de vezellaag aan de bovenlaag.

In een poging, een bevredigende vloeistofisolatie tot 5 stand te brengen tussen de huid van de drager en de absorberende lichaam is een bovenlaag toegepast, die bestaat uit een hydrofoob niet geweven materiaal, dat is gegaufreerd, teneinde het volume daarvan te vergroten. Een dergelijk vloeistof isolerend absorberend produkt is beschreven in het Amerikaanse octrooischrift 4.041.951. 10 De niet geweven laag is voorzien van een groot aantal neerwaarts gerichte, kraalvormige uitsteeksels, die rusten tegen het platte oppervlak van het absorberende lichaam, terwijl die oppervlakken van de niet geweven laag, die niet zijn ingedrukt, wanneer het voorwerp in gebruik is, tegen de huid van de drager aanliggen. In 15 dit verband is het de bedoeling, aan de bovenlaag voldoende sterkte te geven, om het natte absorberende lichaam op afstand van de huid van de gebruiker te houden, zelfs wanneer het absorberende voorwerp bij gebruik wordt onderworpen aan grote samendrukkende krachten. Een ernstig bezwaar van dergelijke bovenlagen 20 is, dat zij veel te stijf en oncomfortabel zijn.

Het Amerikaanse octrooischrift 3.814.101 beschrijft een absorberend voorwerp, waarvan de bovenlaag bestaat uit een vel van voor vloeistof ondoordringbaar kunststof materiaal, waarin meerdere sleuven zijn gevormd. In de bovenlaag zijn ook 25 een groot aantal indrukkingen of kraters gevormd. Terwijl deze indrukkingen worden gevormd, wordt het daarin gelegen materiaal en ook het daaromheen gelegen materiaal, gestrekt, teneinde de sleuven te verwijden en vloeistof daardoorheen te laten stromen. Het idee achter dit ontwerp is, dat wanneer het absorberende 30 lichaam wordt verzadigd met lichaamsvloeistof, het zal zwellen en zodoende de indrukkingen zal terugdrukken in een stand, waarin de sleuven gesloten zijn. Een bezwaar van een produkt met deze constructie is echter, dat het vereiste aantal sleuven om te ^ ! vi r. I V . < je·' *»/ <>J u 'Ji L· * 4 - 3 - zorgen voor een bevredigende doorstroming van vloeistof, zo groot is, dat de bovenlaag buitengewoon bros en gevoelig bij het dragen wordt gemaakt. Eén reden voor het gebruik van een kunststof vel in plaats van een vezellag is het verkrijgen van een 5 sterkere bovenlaag. Dit wordt vanzelfsprekend niet bereikt met een van sleuven voorzien kunststof vel. Een ander inherent bezwaar van een absorberend lichaam, dat overeenkomstig het genoemde Amerikaanse octrooischrift is vervaardigd, is dat er groot gevaar bestaat, dat lichaamsvloeistoffen niet door de 10 sleuven en in het absorberende lichaam kunnen stromen en in plaats daarvan langs de zijkanten lekken.

Het Amerikaanse octrooischrift 3.929.135 beschrijft een kunststof vel, dat is voorzien van konische capillaire holten, die toelaten, dat vloeistof van de gebruiker 15 vrij wordt ondergebracht in het absorberende lichaam, terwijl zij tegelijkertijd stroming in de tegenover gestelde richting verhinderen. Omdat een dergelijke bovenlaag een oppervlak vormt, dat wanneer het in aanraking is met de huid van de gebruiker, veel droger is dan die eerder toegepaste bovenlagen, kan een 20 dergelijke bovenlaag worden beschouwd als een doorbraak in het gebruik van bovenlagen voor absorberende voorwerpen van de beschreven soort. Het nauwste deel van de betreffende konische capillaire holten is naar het absorberende lichaam gericht, hetgeen tot gevolg heeft, dat vloeistof, aanwezig in het buiten-25 oppervlak van de bovenlaag, door zuiging snel in het absorberende lichaam wordt getrokken, terwijl tegelijkertijd vloeistofoverdracht in de tegenover gestelde richting doelmatig wordt verhinderd.

Het gebruik van een dergelijk kunststofvel als de bovenlaag van een absorberend voorwerp, vereist echter, dat het 30 totale specifieke oppervlak van de doorstroomopening behoorlijk groot is, teneinde een bevredigende doorstroming van vloeistof te verkrijgen. Als gevolg van het vereiste grote aantal openingen wordt de bovenlaag doorzichtig en heeft onder andere het negatieve ft Li -* o J ς; i.

i · - 4 - effect, dat de bovenlaag nat lijkt, zelfs ofschoon hij droog is.

Dit bezwaar doet zich in het bijzonder gevoelen, wanneer de transparante bovenlaag, die naar de huid van de drager moet worden gericht, deel uitmaakt van een maandverband of een 5 zwachtel.

Ofschoon de bovenlaag, voorzien van konische capillaire holten overeenkomstig het Amerikaanse octrooischrift 3.929.135, superieur is aan alle bekende bovenlagen met betrekking tot het opnieuw natmaken van de huid, is de bovenlaag desalniettemin niet 10 in staat, het opnieuw nat maken van de huid te verhinderen, dat voorkomt als gevolg van grote drukkrachten, waaraan het absorberende voorwerp, dat is voorzien van een dergelijke bovenlaag, bij gebruik onvermijdelijk wordt blootgesteld.

Een doel van de onderhavige uitvinding is daarom het 15 verschaffen van een kunststof vel, dat is voorzien van daarin aangebrachte doorstroomopeningen en dat is bedoeld voor absorberende voorwerpen van de bovengenoemde soort, welk kunststof vel, wanneer het wordt gebruikt als de bovenlaag op de genoemde voorwerpen, behalve voor een droog oppervlak tegen de huid van de drager, 20 zorgt voor een betere bescherming tegen opnieuw nat maken, en dat ondoorzichtig is. Tot dit doel is het absorberende voorwerp volgens de uitvinding gekenmerkt, doordat de openingen zijn gelegen in bijbehorende indrukkingen, die zijn aangebracht in de bovenlaag en in die wanddelen van de indrukkingen, die, gezien vanaf de 25 betreffende uitmondingen daarvan, tenminste een rechte hoek insluiten met het vlak van de bovenlaag,· en doordat de bodems van de indrukkingen, geprojecteerd loodrecht op het genoemde vlak, de uitmondingen van de indrukkingen in dat vlak in hoofdzaak bedekken.

30 De uitvinding zal nu meer gedetailleerd worden beschre ven aan de hand van de tekeningen, die voorbeelden van verschillende geschikte uitvoeringsvormen van absorberende voorwerpen, geconstrueerd overeenkomstig de uitvinding, tonen.

+¾ ;*j -** ΙϊΛ

V: .1¾ : - ·'* ^ J

S ·-' *· ‘\si ·* *- - 5 - « « o

In de tekening, fig. 1 is een bovenaanzicht van een maandverband, voorzien van een bovenlaag volgens de uitvinding; fig. 2 is een doorsnede van het maandverband volgens 5 fig. 1, volgens de lijn II-II in fig. 1; fig. 3 is een detailaanzicht op een grotere schaal en toont de constructie van de openingen, die toelaten, dat vloeistof door de bovenlaag van het maandverband stroomt; en de figuren 4 t/m 9 tonen andere uitvoeringsvormen 10 van doorstroomopeningen in de bovenlaag van een absorberend voorwerp, geconstrueerd overeenkomstig de uitvinding.

Bij het maandverband, dat in fig. 1 is getekend, is slechts een centraal gedeelte 2 van de bovenlaag 3 van het maandverband voorzien van openingen voor het doorstromen van 15 menstruatievloeistof, welke bovenlaag naar het lichaam van de gebruikster toe moet zijn gekeerd, wanneer het maandverband wordt gedragen. De bovenlaag 3 is vervaardigd van kunststoffoelie en is langs twee eindranden 5 en 6 van het maandverband en langs de zijranden 7 en 8 daarvan verbonden met een voor vloeistof 20 ondoordringbare onderlaag 4 van kunststoffoelie, zoals duidelijker in fig. 2 is getekend. De twee buitenlagen 3 en 4 omsluiten daartussen een absorberend lichaam 9, dat bij voorkeur bestaat uit mechanische of chemische donspulp.

Fig. 3 toont het uiterlijk van de bovenlaag 3.

25 Binnen het centrale gedeelte 2 van deze bovenlaag zijn indrukkingen of kraters 10 in de vorm van een rechthoekig parallellepipedum aangebracht. Deze indrukkingen zijn begrensd door een van vloeistof ondoordringbare bodem 11, twee tegenover elkaar liggende voor vloeistof ondoordringbare zijwanden 12 en 13 en twee tegenover 30 elkaar liggende open zijwanden 14 en 15, welke laatsgenoemde openingen werkzaam zijn als vloeistofdoorstroomopeningen. Zoals uit fig. 3’blijkt, vertoont de bovenlaag ook gladde, platte gebieden 16 tussen de indrukkingen, welke gebieden het oppervlak ö S Λ *! ' ,'. ,\ •r* “ r . 4 -* f ^ ^ ÏJ i - 6 - vormen, dat wanneer het voorwerp wordt gebruikt, tegen het lichaam van de gebruiker aanligt. Omdat de openingen zijn gevormd in de betreffende zijwanden 14 en 15 van de indrukkingen en omdat deze wanden loodrecht op het platte vlak van de bovenlaag staan, 5 zal die bovenlaag ondoorzichtig zijn, vooropgesteld natuurlijk, dat het materiaal, waarvan de bovenlaag is vervaardigd zelf ondoorzichtig is. Een belangrijk voordeel, dat door wordt verkregen, is, dat de bodems van de indrukkingen 10 de gehele bijbehorende uitmondingen in het vlak van de bovenlaag, gevormd door de snij-10 punten van de betreffende indrukkingen met dat vlak, bedekken, waardoor die uitmondingen geheel worden gesloten en daardoor terugstroming van vloeistof uit het absorptielichaam, zodanig dat de huid van de drager opnieuw nat wordt gemaakt, praktisch geheel wordt verhinderd, zelfs wanneer het absorberende lichaam door 15 het lichaam van de drager wordt onderworpen aan grote samendrukkende krachten.

Een ander belangri jk voordeel, bewerkstelligd door de plaatsing van de vloeistofdoorstroomopeningen in vlakken, die loodrecht staan op het oppervlak, dat tegen de huid van de 20 gebruiker aanligt, is, dat lucht kan binnenstromen onder de indrukkingen, zodanig dat deze de huid bereikt over een betrekkelijk groot deel van het oppervlak, dat direkt tegen de huid van de drager aanligt. Als gevolg daarvan kan de bovenlaag, die deel uitmaakt van een absorberend voorwerp, dat overeenkomstig 25 de uitvinding is vervaardigd en dat tegen de huid van de gebruiker aanligt, nooit aanvoelen als een kunststof materiaal.

De grootte van de indrukkingen 10 in het vlak van de bovenlaag 3 ligt bij voorkeur in de orde van grootte van 0,1 tot 6,0 mm. De grootte van deze indrukkingen wordt gekozen over-30 eenkomstig de lichaamsvloeistof, die door het voorwerp moet worden geabsorbeerd. Ofschoon de figuren 1 t/m 3 uitvoeringsvormen tonen van een maandverband, dat overeenkomstig de uitvinding is geconstrueerd, zal het duidelijk zijn, dat het oppervlaktemateriaal, 85 Of.? 52 * % - 7 - dat volgens de uitvinding is vervaardigd ook kan worden gebruikt bij luiers en zwachtels. De keuze van de grootte van de indrukkingen en de afstand, waarover zij van elkaar liggen, is afhankelijk van de druppelgrootte van de te absorberen lichaamsvloeistof. In dit 5 verband mag de tussenruimte tussen aan elkaar grenzende indruk kingen niet zo groot zijn, dat druppels kunnen blijven liggen op het gladde gebied 16, dat tussen aan elkaar grenzende indrukkingen 10 is gelegen.

De grootte van de openingen 14 en 15 in de wanden 10 van de indrukkingenligt bij voorkeur tussen 0.05 en 2,5 mm.

Meer in het bijzonder wordt de keuze van de grootte van de openingen met betrekking tot de grootte van de indrukkingen in het vlak van de bovenlaag 3 zodanig gemaakt, dat vloeistofdruppels, die de indrukkingen 10 bereiken, door de openingen 14 en 15, 15 die in de wanden van de indrukkinge zijn gelegen, in het absorberende lichaam 9 naar binnen worden gekozen.

Fig. 4 toont een alternatieve uitvoeringsvorm van de indrukkingen, die in fig. 3 zijn getekend. De indrukkingen bij de uitvoeringsvorm volgens fig. 4 zijn cilindrisch en hebben 20 een ronde bodem 16. In de cilindrische wanden zijn drie relatief grote gaten 17 aangebracht, en van de feitelijke wanden van elke indrukkingen blijven slechts drie stroken 18 over. Het terugslag-klepeffect van deze uitvoeringsvorm is bijzonder doelmatig gebleken.

De wandstroken 18 zullen meegeven, zelfs wanneer de druk tussen 25 het absorberende lichaam en de gebruiker betrekkelijk klein is, waardoor de uitmondingen van de indrukkingen in het vlak van de bovenlaag 3 met behulp van de bodems 16 worden gesloten, welke bodems onmiddellijk gemakkelijk terugkeren in de oorspronkelijke standen, wanneer de vloeistofdruk, die vanaf de bovenzijde van 30 het absorberende voorwerp werkt, de druk, die door het absorberende lichaam wordt uitgeoefend, overschrijdt.

Als stijvere, cilindrische indrukkingen met een minder uitgesproken terugslagklepeffect gewenst zijn, kunnen de ^ ï» Ό *f ? t* λ·· O ^ o v* · · ** / « * - 8 - cilindrische wanden 20 van de indrukkingen worden voorzien van een enkele opening 19, overeenkomstig de uitvoeringsvorm die in fig. 5 is getekend. Bij deze uitvoeringsvorm komt de grootte van een betreffende bodem 21 overeen met de uitmonding van een 5 betreffende indrukking in het vlak van de bovenlaag 3.

Bij de uitvoeringsvorm volgens fig. 6 hebben de indrukkingen een driehoekige dwarsdoorsnedevorm en bestaan uit twee wanden 23 en 24, uit een doorstroomopening 25 en uit een bodem 22.

10 De uitvoeringsvorm van de indrukkingen, die in fig. 7 zijn getekend, verschilt van de eerder beschreven uitvoeringsvormen, doordat de bodems 26 van de indrukkingen bij deze uitvoeringsvorm van de bovenrand 27 in het vlak van de bovenlaag 3 naar beneden hellen naar de onderrand van een vertikale wandopening 28. Door 15 indrukking krijgt op deze wijze twee vertikale, driehoekige wanden 29. Deze uitvoeringsvorm vertoont goede terugslagklepeffecten.

De uitvoeringsvorm, die in fig. 7 is getekend, kan worden gewijzigd om de uitvoeringsvorm te verkrijgen, die in fig. 8 is getekend, bij welke laatste uitvoeringsvorm het terug-20 slagklepeffect meer uitgesproken is.

Bij de uitvoeringsvorm volgens fig. 8 heeft de vertikale opening 30 de vorm van een cirkelsegment en de diepte van de indrukking neemt vanaf de onderrand van de opening in de richting van het tegenover liggende einde van de indrukking voort-25 durend af. Op deze wijze krijgt de indrukking, gezien in het vlak evenwijdig aan de opening 30, de vorm van een cirkelsegment.

Omdat de bodem 31 gekromd is en er geen vertikale wanden zijn, is het terugslagklepeffeet, dat met deze uitvoeringsvorm wordt geproduceerd, bijzonder uitgesproken, zoals hierboven reeds is 30 opgemerkt.

Bij de uitvoeringsvorm volgens fig. 9 is de indrukking rechthoekig in het vlak van de bovenlaag 3 en heeft twee tegenover elkaar liggen, vertikale, cirkelsegmentvormige wandopeningen PO t ? 5 ï - 'isf ia' o' - ^ i * - 9 - 32 en 33. De vorm van de bodem 34 over zijn gehele breedte valt samen met de krommingen van de openingen.

Zoals hierboven reeds is beschreven zijn bij de uitvoeringsvorm volgens de figuren 1 t/m 3 de openingen in de 5 zijwanden van de indrukkingen kleiner dan de uitmondingen van de indrukkingen in het vlak van de bovenlaag 3, waardoor een zuig-effect wordt geproduceerd, door middel waarvan vloeistof, die de indrukkingen bereikt, in het absorberende lichaam wordt gezogen.

Dit zuigeffect kan verder worden versterkt door het aanbrengen van 10 een dunne laag vezels op het binnenoppervlak van de bovenlaag.

Deze vezels zullen de vertikale wandopeningen van de indrukkingen zodanig kruisen, dat de werkzame grootte van die openingen kleiner wordt, met een versterkt zuigeffect als resultaat daarvan.

De bovengenoemde kunststof bovenlaag, die is voor-15 zien van indrukkingen en van doorstroomopeningen, kan op geschikte wijze worden vervaardigd door vacuumvormen tegen een matrijs, die de gewenste configuratie van het voorwerp heeft. In dit verband kunnen de openingen bijvoorbeeld worden gevormd door middel van snij oppervlakken die op de matrijs zijn gelegen, of met 20 behulp van een stromend medium, dat tegen de bovenlaag en de matrijs wordt gericht.

De uitvinding is niet beperkt tot de bovenbeschreven uitvoeringsvormen, omdat binnen de omvang de bijgaande conclusies een aantal wijzigingen kunnen worden aangebracht.

25 Zo kunnen bijvoorbeeld de wanden van de betreffende indrukkingen worden versterkt voor het weerstaan van grote samendrukkende krachten, dat wil zeggen om het terugslagklepeffect tegen te werken. In dit verband kunnen de wanden worden versterkt door die wanden te golven of door ze te bekleden met versterkende 30 vezels.

Zoals duidelijk zal zijn, behoeven de openingen in de wanden van de indrukkingen zich niet uit te strekken over de gehele hoogte van de betreffende wanden. In de plaats daarvan 3 K Λ. « 7 0 .<ï >*v t *·_ - 10 - kunnen de openingen eindigen op een afstand van het vlak van de bovenlaag 3.

Bij bepaalde denkbare uitvoeringsvormen van de indrukkingen kunnen de indrukkingen een echte bodem missen, 5 bijvoorbeeld bij configuraties van indrukkingen, waarbij de indrukking buisvormig is en waarbij de langsas daarvan een andere hoek dan 90° insluit met het vlak van de bovenlaag en deze indrukkingen aan hun einden open zijn. Dus de uitdrukking "bodem" die in de volgende hoofdconclusie wordt gebruikt, kan geheel 10 of gedeeltelijk wanddelen van de indrukkingen omvatten. Hieruit zal het duidelijk zijn, dat de "bodem" van een indrukking die wanddelen en/of echte bodemdelen omvat, die wanneer zij loodrecht op het vlak van de bovenlaag worden geprojecteerd, de uitmonding van de betreffende indrukking in dat vlak bedekken.

15 De uitvinding heeft betrekking op een absorberend voorwerp, zoals een maandverband, luier of zwachtel, voorzien van een bovenlaag (3) die is vervaardigd van voor vloeistof ondoordringbaar materiaal, welke bovenlaag is voorzien van openingen (14, 15) en is bedoeld aan te liggen tegen het lichaam van de 20 drager.

De uitvinding is in hoofdzaak gekenmerkt, doordat de openingen zijn gelegen in indrukkingen (10), die zijn aangebracht in de bovenlaag (3) en in die wanddelen van de indrukkingen, die, gezien vanaf de uitmondingen van de betreffende indrukkingen, 25 tenminste een rechte hoek insluiten met het vlak van de bovenlaag; en doordat de bodems (11) van de indrukkingen, wanneer zij worcian geprojecteerd loodrecht op het vlak van de bovenlaag (3), de uitmondingen van de indrukkingen in dit vlak in hoofdzaak bedekken.

850139?

Claims

1. Absorberend voorwerp, zoals maandverband, een luier of zwachtel, omvattende een voor vloeistof ondoordringbare bovenlaag (3), die is voorzien van openingen {14, 15) over tenminste een gedeelte van zijn oppervlak en die is bedoeld aan 5 te liggen tegen het lichaam van de drager, en een absorberend lichaam (9) , dat onder de bovenlaag is gelegen, met het kenmerk, dat de openingen (14, 15) zijn aangebracht in indrukkingen (10) in de bovenlaag (3) en in die wanddelen van de indrukkingen, die gezien vanaf de uitmonding van de indrukkingen, tenminste een 10 rechte hoek insluiten met het vlak van die bovenlaag, en dat de bodems (11) van die indrukkingen, wanneer zij loodrecht op het vlak van de bovenlaag (3) worden geprojecteerd, de uitmondingen van de indrukkingen in dat vlak in hoofdzaak bedekken.

2. Voorwerp volgens conclusie 1, met het kenmerk, 15 dat de wanden (12, 13) van de indrukkingen, die zich van het vlak van de bovenlaag (3) uitstrekken tot de bodems (11) van die indrukkingen, zo dun zijn en/of een zodanig kleine zijdelingse grootte in verhouding tot de opening of openingen in die wanden hebben, dat de indrukkingen werken als terugslagkleppen, wanneer 20 het absorberende lichaam wordt samengedrukt als gevolg van samendrukkende krachten, die bij gebruik van het voorwerp optreden.

3. Voorwerp volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de grootte van de indrukkingen (10) in het vlak van de bovenlaag (3) ligt in de orde van grootte van 0,1 tot 6,0 mm, 25 en dat de openingen (14, 15) in de wanden van die indrukkingen een grootte hebben in de orde van 0,05 tot 2,5 mm.

4. Voorwerp volgens conclusie 1, 2 of 3, met het kenmerk, dat de indrukkingen (10) tezamen tussen 10 en 70% van de oppervlakte van de bovenlaag (3) beslaan. 30

5· Voorwerp volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de indrukkingen (10) overal dezelfde diepte hebben en dat de indrukkingwand of -wanden (12, 13) in hoofdzaak vertikaal is, of zijn. 35 0 1 3 32 - 12 -

6. Voorwerp volgens één van de conclusie 1 t/m 4, met het kenmerk, dat elke indrukking een bodem (26) heeft, die zich vanaf de onderrand van een wandopening (28) schuin opwaarts uitstrekt tot het vlak van de bovenlaag (3) (fig. 7).

7. Voorwerp volgens één of meer van de conclusies 1 t/m 4 of 6, met het kenmerk, dat elke indrukking een vertikale wandopening (30) in de vorm van een cirkelsegment heeft en dat de diepte van die indrukking vanaf de genoemde opening afneemt, waardoor een uitsparing wordt verkregen, die een goed terug- 10 slagklepeffect heeft. (fig. 8).

8. Voorwerp volgens één van de conclusies 1 t/m 4, met het kenmerk, dat de indrukkingen een in hoofdzaak rechthoekige configuratie hebben in het vlak van de bovenlaag en zijn voorzien van twee tegenover elkaar liggende, congruente, cirkelsegment- 15 vormige wandopeningen (32, 33) en zijn voorzien van bijbehorende bodems (34) , die over hun gehele lengte samenvallen met de boogvormige kromming van de wandopenigen (fig. 9).

9. Voorwerp volgens één of meer van de volgende conclusies, met het kenmerk, dat een dunne laag vezels is aange- 20 bracht op het binnenoppervlak van de bovenlaag (3), welke vezellaag is bedoeld voor het versterken van het transport van vloeistof door de openingen door de bovenlaag en in het absorberende lichaam. ·- 33 013 32 'Γ tr : /