NL8500004A - Omkeer- en afstelmechanisme, in het bijzonder voor omkeerbare ploegen. - Google Patents

Description

' . ...... .

-1- 24406/CV/tv

Korte aanduiding: Orakeer- en afstelmechanisme, in het bijzonder voor omkeerbare ploegen.

De uitvinding heeft betrekking op een omkeer- en afstelmechanisme, 5 in het bijzonder voor gebruik op een omkeerbare ploeg met hydraulisch geregelde instelbare voorbreedte en hydraulisch geregelde omkering van de ploeg. Dergelijke ploegen hebben normaal van twee tot vijf paren ploegschaarlichamen, die draaibaar bevestigd zijn aan een gestel, dat aan het vooreinde draaibaar is opgehangen aan een omkeerkop, die is 10 aangepast om te worden gekoppeld aan een driepunts hefinrichting van een trekker. Aan het achtereinde van het gestel is de omkeerbare ploeg uitgerust met een diepte bepalend wiel.

Verschillende nadelen van de bekende omkeerbare ploegen hangen samen met het omkeermechanisme, dat het ploeggestel 180 graden verzwenkt 15 voor het wijzigen van de ploegrichting van de rechter- naar de linkerzijde van de trekker of vice versa. Bij de bekende omkeerbare ploegen zijn het hydraulisch systeem voor het omkeermechanisme en het hydraulisch systeem van de voorbreedte twee afzonderlijke systemen. Alsresultaat wordt gebruikelijk de ploeg omgekeerd terwijl de ploegscharen zijn 20 ingesteld op de voorbreedte welke men op dat tijdstip toepaste. Indien de ploeg is ingesteld voor een grote voorbreedte wordt een grote kracht vereist voor het orakeren van de ploeg aangezien het zwaartepunt van de ploeg ver buiten de draaiingsas ligt. Bovendien wordt het zwaartepunt van de ploeg tijdens de omkeerhandeling omhoog bewogen, hetgeen de trekker 25 minder stabiel maakt en het gevaar van kantelen van de trekker vergroot. j

Uiteraard is het mogelijk het hydraulische systeem afzonderlijk in werking te stellen om de ploeg op een minimale voorbreedte in te stellen voordat de ploeg wordt omgekeerd. In dat geval moet het hydraulische systeem voor het regelen van de voorbreedte eerst in werking worden gesteld om 30 het ploeggestel naar de minimale breedte te zwenken, waarna het hydraulische systeem voor het omkeren van de ploeg in werking moet worden gesteld, terwijl na het omkeren van de ploeg het hydraulische systeem voor het afstellen van de voorbreedte weer in werking moet worden gesteld om het ploeggestel weer terug te brengen naar de stand welke het had voor het 35 omkeren. Deze werkwijze voor het omkeren van de ploeg is uiteraard omslachtig. Bovendien is het vaak moeilijk de ploeg tot nauwkeurig dezelfde voorbreedte af te stellen als werd gebruikt voorafgaand aan de omkeerhandeling.

8500004 φ -2- 24406/CV/tv + -«· *·

Het oogmerk van de huidige uitvinding is een gecombineerd omkeer-en afstelmechanisme te verkrijgen, in het bijzonder voor omkeerbare ploegen met instelbare voorbreedte, waarbij de boven aangeduide nadelen kunnen worden vermeden.

5 Dit oogmerk wordt verkregen met een omkeer- en afstelmechanisme als is omschreven in bijgaande conclusie.

De uitvinding zal hieronder nader worden uiteengezet aan de hand van een in bijgaande figuren weergegeven uitvoeringsvoorbeeld van de constructie volgens de uitvinding.

10 Figuur 1 toont een omkeerbare ploeg met een instelbare voorbreedte gezien van boven, waarbij het omkeer- en afstelmechanisme van de uitvinding op de ploeg is aangebracht en de ploeg is ingesteld voor een brede vooraf stand .

Figuur 2 toont dezelfde ploeg als weergegeven in figuur 1, waarbij 15 echter de ploeg is ingesteld voor een minimale voorafstand.

Figuur 3 toont een schema van een hydraulisch circuit bestemd voor het omkeer- en afstelmechanisme van de uitvinding.

In het weergegeven uitvoeringsvoorbeeld heeft de omkeerbare ploeg vijf dubbele ploegschaarlichamen 1. Ter wille van de eenvoud zijn 20 de naar beneden gerichte ploegscharen in de figuur niet weergegeven. De ploegscharen 1 zijn draaibaar in paren bevestigd aan een ploeggestel 2 en een evenwijdige balk 3, en het vooreinde van het gestel 2 is uitgerust met een as 4, die draaibaar is aangebracht op een omkeerkop 5. De omkeerkop is aangepast om te worden opgehangen aan de driepunts hefinrichting 25 van een trekker, zodat de as 4 daarbij in lijn is gelegen met de hartlijn van de trekker. Het achtereinde van het gestel 2 is uitgerust met een diepteregelingswiel 6, dat, zoals op zich bekend, is aangepast om de juiste stand in te nemen of nu de ploeg is ingesteld voor rechtshandig of voor linkshandig ploegen. Door middel van een hydraulische omkeercilinder 7 kan 30 de ploeg ongeveer 180 graden om de as 4 worden verzwenkt, zodat de ploeg zowel links als rechts van de trekker kan ploegen. Dit wordt gedaan door de ploeg eerst in te stellen op zijn minimale voorbreedte, zoals weergegeven in figuur 2, met behulp van een hydraulische afstelcilinder 8, waarop de omkeercilinder 7 in werking wordt gesteld, welke eerst druk verkrijgt op 35 het stangeinde, en indien hij de ploeg ongeveer 90 graden heeft verzwenkt en de zuiger geheel is ingetrokken, wordt de oliestroom gedwongen om te keren, zodat de cilinder 7 druk verkrijgt' op het zuigereinde gedurende de 8500004 ψ «fc. <* -3- 24406/CV/tv overblijvende zwenkwerking van de ploeg om zijn as 4 totdat deze ongeveer 180 graden is verzwenkt.

De hydraulische -systemen voor het afstellen van de voorbreedte en voor het omkeren van de ploeg in overeenstemming met de uitvinding ! 5 zijn beide gekoppeld met een speciaal mechanisme, zodat indien het mechanisme met behulp van een eenvoudige handbediening van een eerste richting-regelklep 9 op de trekker in werking wordt gesteld voor het omkeren van

^ I

de ploeg de daarop volgende handelingen automatisch optreden: eerst wordt de ploeg naar binnen verzwenkt vanuit de ingestelde voortussenruimte naar 10 de minimale breedte, vervolgens wordt de ploeg omgekeerd door verzwenking over 180 graden, en ten slotte wordt de ploeg terug verzwenkt naar de oorspronkelijke voorbreedteinstelling. Na omkering kan, indien gewenst, de voortussenruimte opnieuw worden ingesteld met continu variabele afstelling op een andere voorbreedte door middel van een tweede richting- i 15 regelklep 10 op de trekker, zonder de omkeerhandeling zelf op gang te brengen.

Een mogelijke uitvoeringsvorm van het mechanisme van de uitvinding zal hieronder nader worden beschreven met verwijzing naar figuur 3, welke de hydraulische omkeercilinder 7 weergeeft, die is voorzien 20 van poorten 11 en 12 bij de voorste respectievelijk achterste kop van de j i cilinder. Een smoorklep 13 is in de voorste kop van de cilinder 7 aangebracht j en een eerste door stuurfluïdum bediende terugslagklep 14 is parallel aan de smoor-1 klep 13 gesteld en opent naar de omkeercilinder 7. Er is ook een tweede | hydraulische cilinder 8 voor de continue variabele afstelling van de ' 25 voorbreedte van de ploeg. De instelcilinder 8 is een nieuw type voorzien van een zogenaamd "hydraulisch vermogen", welke is beschreven in de Nederlandse ; octrooiaanvrage nr. 8403678. j

Zoals gezien in figuur 3 heeft de instelcilinder 8 in aanvulling op een gebruikelijke zuiger 15 en daarbij behorende zuigerstang ι i 30 16, een niet vastgezette en vrij beweegbare zuiger 17, zodat een variabele kamer 18 is gevormd tussen de zuigers 15 en 17. De kamer 18 kan in verbinding worden gebracht met het hydraulische systeem van de trekker via een axiale boring 19 in de zuigerstang 16 en een poort 20 in het vorkvormige aankoppel- ; stuk 21 van de zuigerstang 16. Bovendien zijn de voorste en achterste koppen 35 van de instelcilinder 8 op de gebruikelijke wijze voorzien van poorten 22 respectievelijk 23.

Door middel van de tweede richting-regelklep 10 op de trekker 8500004 4 «· -4- 24406/CV/tv kan de hydraulische cilinder 8 voor de continu variabele afstelling van de voorbreedte in werking worden gesteld, zodat indien de ploeg moet worden ingesteld voor een grotere breedte, olie uit het reservoir 24 van de trekker via de tweede richting-regelklep 10, een tweede door 5 stuurfluïdum geregelde terugslagklep 25 met open doortocht naar de afstel-cilinder 8, en de poort 22 stroomt naar het stangeinde van de instel-cilinder 8, terwijl tegelijkertijd afgevoerde olie stroomt uit de kamer 18 tussen de zuigers 15 en 17 in de instelcilinder 8 via de boring 19 in .de zuigerstang 16, poort 20, een derde door stuurfluïdum geregelde.

10 %terugslagklep 26 met open doortocht naar de instelcilinder 8, en de tweede richting-regelklep 10 naar het reservoir.

Indien de ploeg moet worden ingesteld op een kleinere voorbreedte wordt de hydraulische instelcilinder 8 in werking gesteld door middel van de tweede richting-regelklep 10, zodat olie stroomt van het reservoir 15 24 van de trekker via tweede richting-regelklep 10, derde door stuurfluïdum geregelde terugslagklep 26, poort 20 in het aankoppelstuk 21 van de zuigerstang 16 en boring 19 in de zuigerstang 16 naar de variabele kamer 18 tussen de zuigers 15 en 17 van de instelcilinder 8, terwijl tegelijkertijd afgevoerde olie uit het stangeinde van de instelcilinder 20 8 stroomt via poort 22, tweede door stuurfluïdum geregelde terugslagklep 25 en tweede richting-regelklep 10 naar het reservoir 24 van de trekker.

Indien de ploeg moet worden omgekeerd vindt het gehele omkeerproces automatisch plaats indien eenmaal de eerste richting-regelklep 9 op de trekker voor in werking stelling is aangesloten. Dit bewerkstelligt dat 25 olie van het reservoir 24 van de trekker stroomt via een leiding 27, een omkeerbare stroom-regelklep 28, een leiding 29, de eerste terugslagklep 14 en de poort 11 naar het stangeinde van de omkeercilinder 7, en ook door een leiding 30 en poort 23 naar een kamer 31 tussen de achterste kop van de instelcilinder 8 en de vrij beweegbare zuiger 17. Aangezien de instel-30 cilinder 8 minder massa heeft om te bewegen dan de omkeercilinder 7 zal de instelcilinder 8 eerst.· beginnen te bewegen, dat wil zeggen de stroming van olie in de kamer 31 drukt de beweegbare zuiger 17 en daardoor de "olieplug" in de kamer 18 en de zuiger 15 naar buiten in de instelcilinder 8. De wegstromende olie zal via de poort 22 stromen naar een vierde door 35 stuurfluïdum geregelde terugslagklep 32 met open doortocht naar de instelcilinder 8, en de bovengenoemde slagklep 25. De laatstgenoemde terugslagklep 25 zal· echter zijn gesloten, aangezien geen olie beweegt door de tweede richting-regelklep 10. De olie zal echter bewegen door de vierde 8500004 ... j4' ·% -5- 24406/CV/tv terugslagklep 32, welke wordt geopend door de oliedruk in de leiding 30 en stroomt dan verder door een leiding 33, de omkeerbare stroom-regelklep 28, een leiding 34 en de eerste richting-regelklep 9 naar het reservoir 24. Indien de instelcilinder 8 zijn volle slaglengte heeft bereikt en de 5 ploeg dus is ingesteld op zijn minimale voorbreedte, zal de oliedruk in de kamers 31 en 18 in de instelcilinder 8 stijgen. Zoals eerder uiteengezet is de zuiger 17 los gemaakt en vrij beweegbaar. Dientengevolge zal de oliedruk in de poort 20 en de derde terugslagklep 26 stijgen, maar deze terugslagklep is gesloten aangezien de tweede richting-regelklep 10 10 in zijn gesloten stand is, zodat de derde terugslagklep 26 geen stuurdruk verkrijgt om te openen. Dit bétekent dat het olievolume in de kamer 18 binnen de instelcilinder 8 constant blijft. De oliedruk van de eerste richting-regelklep 9 beïnvloedt echter nog steeds de zuiger in de omkeer-cilinder 7 door de poort 11 en zal nu de zuiger in de cilinder 7 naar 15 binnen bewegen. De teruglopende olie zal door de poort 12 naar buiten stromen en via een leiding 35 stromen naar een vijfde door stuurfluldum geregelde terugslagklep 36 met open doortocht naar de omkeercilinder 7 en welke open is omdat er druk is in de leiding 19· De teruglopende olie zal verder van de vijfde terugslagklep 36 door een leiding 37, de omkeer-20 bare stroom-regelklep 28, leiding 34 en eerste richting-regelklep 9 stromen naar het reservoir 24 van de trekker. Indien de zuiger in de omkeercilinder 7 over zijn volle slaglengte naar binnen is bewogen en de ploeg dan dus over ongeveer 90 graden is verdraaid, zal de oliedruk in de poort 11 en leidingen 27 stijgen. De oliedruk beïnvloedt een 25 door een veer belaste zuiger 39 in de omkeerbare stroom-regelklep 28, en indien de kracht op de zuiger 39 de veerkracht 38 overschrijdt zal de stroomregelkïep de verbinding van de stroomleidingen wijzigen, zodat de leiding 37 in verbinding zal komen met de leiding 27» die onder druk is, en de leiding 29 in verbinding zal komen met de leiding 34. Dienten-30 gevolge zal de omkeercilinder 7 druk verkrijgen op- zijn zuigereinde via de poorten 12, welke de zuiger in de cilinder naar buiten duwt. De wegstromende olie zal naar buiten stromen door de poort 11 en door de smoor-klep 13 worden gesmoord. Deze uitstromende olie zal verder vloeien door de leiding 29, stroomregelkïep 28, leiding 34 en eerste richting-regel-35 klep 9 naar het reservoir 24 van de trekker.

De oliedruk in de leiding 37 beïnvloedt echter ook de leiding 33 en olie zal de vierde terugslagklep 32 passeren en de poort 22 op het 8500004 -6- 24406/CV/tv 4

V

stangeinde van de instelcilinder 8, daarbij de zuiger 15 in de instelci-linder 8 naar binnen duwen. De olie in de kamer 18 in de instelcilinder 8 zal dan via de poort 20 druk uitoefenen tegen de derde door stuur-flüïdum geregelde terugslagklep 26, maar deze klep blijft gesloten aange- 5 zien de tweede richting-regelklep 10 is gesloten en het volume van olie in..de kamer 18 constant zal blijven. De olie in de kamer 31 in de instelcilinder zal echter door de poort 23 naar buiten stromen en via de leidingen 30 en 29» de stroomregelklep 28, leiding 34 en eerste richting-regelklep 9 vloeien naar het reservoir 24 van de trekker totdat de losgemaakte 10 vrjj beweegbare zuiger 17 geheel tot het einde van de instelcilinder 8 is bewogen. De omkeercilinder 7 heeft dan zijn zuiger geheel uitgestoken, het gehele omkeerproces is voltooid, en zowel de omkeercilinder 7 en de instelcilinder 8 zijn in dezelfde positie als toen het omkeerproces op gang werd gebracht.

15 Variërende zijdelingse krachten op de ploeg zullen overeenkomstige variabele druk in-· de poorten 20 of 22 van de instelcilinder 8 veroorzaken, maar zolang als de eerste en tweede richting-regelkleppen 9 en 10 niet in werking worden gesteld zal de druk stoppen bij de door stuurfluïdum geregelde terugslagkleppen 26 of 25 en 32.

8 5 0 0 0 ü 4

Claims (1)

1. O' , ' O \ -7- 24406/CV/tv Omkeer- en instelmechanisme, in het bijzonder voor omkeerbare ploegen voor het type aangepast voor hydraulisch instelbare voorafstand _ en hydraulische omkering van de ploeg, waarin een aantal ploegschaar-b lichamen (1) in paren draaibaar zijn bevestigd aan een gestel (2) en een evenwijdige balk (3), terwijl het vooreinde van het gestel (2) : draaibaar is verbonden met bijvoorbeeld een omkeerkop (5), welke is aangepast om te worden aangekoppeld aan een trekker en waarin het omkeer-1Q en instelmechanisme een hydraulische cilinder (8) omvat voorzien van een "hydraulisch geheugen" zoals beschreven in Nederlandse octrooiaanvragen nr. 8403678, voor instelling van de .voorbreedte en waarmede de olie-kamers in de instelcilinder (8) aan weerszijden van de gebruikelijke cilinderzuiger (15) via poorten (20, 22) in verbinding staan met twee ^ door stuurfluidum geregelde terugslagkleppen (26, 25) welke een doorgang naar de instelcilinder (8) openen, en een tweede richting-regelklep (10), met een hydraulisch oliereservoir (24), met het kenmerk, dat de kamer (31) in de instelcilinder (8) tussen de achterste kop en een vrij beweegbare zuiger (17) hydraulisch is verbonden met zowel het ene einde van 2q een hydraulische cilinder (7) voor het omkeren van de ploeg en via een eerste richting-regelklep (9) aan het reservoir (24), terwijl het andere einde van de omkeercilinder (7) hydraulisch is verbonden met zowel het stangeinde van de instelcilinder (8) en, via een eerste richting-* regelklep (9), met het reservoir (24), zodanig dat door eenvoudige 2^ handbediening van de eerste richting-regelklep (9) het mechanisme in werking wordt gesteld voor het omkeren van de ploeg, waarbij de ploeg eerst naar binnen vanuit de ingestelde voorbreedte wordt verzwenkt naar de minimale voorbreedte, waarna de ploeg wordt omgekeerd en terugverzwenkt naar de oorspronkelijk ingestelde voorbreedte, terwijl verder de voorop breedte van de ploeg kan worden ingesteld met continu variabele instelling door middel van een tweede richting-regelklep (10) zonder daarbij het omkeerproces op gang te brengen. 85 0 0 0 r