NL8203242A - Loswagen. - Google Patents

Description

* v VO 3639

Titel: loswagen.

De uitvinding heeft betrekking op een loswagen, in. het bijzonder -v een voerdoseerwagen, welke boven een van zijn randzones is uitgerust met roteerbare loswerkmiddelen zoals een of meer loswerkwalsen die op het oppervlak zijn uitgerust, met uitsteeksels, waarmee op de wagen 5 geladen, veelal gecontacteerd voer wordt losgewerkt, en via de genoemde randzone van de wagen wordt afgevoerd naar een voederplaats.

Dergelijke voederwagens zijn bekend voor het bijvoorbeeld over een voedergoot verdelen van losgewerkt.ruwvoer dat op de wagen wordt geladen in de vorm van blokken kuil voer, ronde balen al dan niet voor-10 gedroogd gras of hooi, vastgeperst materiaal en dergelijke. Zij worden echter ook voor silagewerkzaamheden gebruikt.

Indien voer, alvorens tot blokken, of balen te worden gecontacteerd, voldoende fijn is. gesneden, treden bij: het loswerken daarvan in een voederwagen in het algemeen geen problemen op. Omdat, het fijnsnijden 15 van gewas veel tijd en energie vergt wordt vaak slechts grof gesneden met als resultaat een produkt waarin relatief lange vezels voorkomen. Hierbij komt het vaak voor dat de lossing van ruwvoer met dergelijke lange vezels onregelmatig is en zelfs vastlopen van de loswerkmiddelen kan optreden.

20 De uitvinding beoogt deze bezwaren te vermijden.

Hiertoe is volgens de uitvinding bij de of elke loswerkwals aan de aanvoerzijde een spijlenkooi aangebracht, waarvan de.in hoofdzaak evenwijdige spijlen ten dele de walsomtrek volgend, zich op korte afstand van het walsoppervlak uitstrekken en vanaf ongeveer het boven— 25 niveau van de betreffende wals in hoofdzaak omhoog reiken,, waarbij de loswerkuitsteeksels van de-wals· tezamen met het getransporteerde voer tussen de spijlen door kunnen bewegen, m de praktijk blijken aldus ook bij een langvezèlig produkt.. geen problemen bij het lossen op te treden.

30 In nadere uitwerking, van de uitvinding kan een tweede spijlenkooi aan de afvoerzijde bij de of elke loswerkwals zijn aangebracht, van welke tweede kooi de spijlen zich om. het niet door de eerste· kooi omspannen deel. van de walsomtrek. uitstrekken met een van het bovenniveau van de. wals naar omlaag toenemende afstand tot de wals-r 35_______omtrek. Met een dergelijke. tweede kooi wordt gewaarborgd, dat door de 8203242 * * * - 2 - loswerkuitsteeksels van de wals of de walsen, bijvoorbeeld pennen, tanden of mesjes losgewerkt voer, niet weer door deze uitsteeksels onder de betreffende wals door in de richting van de voervoorraad in de wagen worden teruggetransporteerd. De tweede kooi functioneert min of meer 5 als afstrijkorgaan waarmee aan de loswerkuitsteeksels hangende vezels van deze uitsteeksels af worden gestroopt»

Verder kunnen volgens de uitvinding de spijlen van de eerste kooi zich onder de wals omlaag uitstrekken en aldus een afvoergeleldlng voor losgewerkt materiaal vormen, en verhinderen, dat materiaal onder 10 de- wals door terug in de laadbak wordt getrokken.

Hij een voederwagen die op gebruikelijke wijze is voorzien van een bodemtransporteur voor'het: aan de. loswerkmiddelen toevoeren vamsefelgè-compacteerd voer, kunnen volgens de uitvinding de benedenwaarts verlengde spijlen van de eerste kooi om het afvoereinde van de bodemtrans-15 porteur zijn teruggebogen en zijn gefixeerd, bijvoorbeeld aan een dwarsbalk»

De· boveneinden van de spijlen, van de- eerste spijlenkooi kunnen volgens, de uitvinding, gezien in de voeraanvoerrichting achterwaarts helle® om het voer omlaag in de richting van de loswerkmiddelen te 2Q dwingen.

Bij voorkeur zijn de boven de wals gelegen- delen van de spijlen . van de eerste kooi aan de stroomafwaartse zijde voorzien van steunplaten voor het vergroten van de- buigsterkte van deze spijlen bij belasting door het daartegen gedrukte voer» 25 Het voer drukt ook tegen de spijlen van de eerste kooi in de zone waar deze op korte afstand van de wals, de omtrek daarvan volgend zijn aangebracht. De spijlen kunnen onder invloed van de daarop uitgeoefende druk meegeven, en met het walsoppervlak in aanraking komen. Teneinde slijtage, onder deze omstandigheden te vermijden kunnen, volgens de 30 uitvinding de- spijlen ia de daarvoor in aanmerking komende zone zijn uitgerust met een slijtvaste· glijvoering.

Ter verduidelijking van de uitvinding zullen, onder verwijzing naar de tekening, enige uitvoeringsvoorbeelden van de voederwagen worden beschreven .

35 Fig. 1 is een schematisch zijaanzicht van de opengewerkte voeder wagen? 8203242 -3- fig. 2 is een bovenaanzicht van de inrichting volgens figuur 1 op een andere schaal, en fig. 3 toont een variant van de spijlenkooiuitvoering.,

Volgens de tekening, die van de voederwagen slechts de voor een goed begrip van de uitvinding noodzakelijke elementen vertoont, is de .

5 voederwagen voorzien van een laadbak 1 met een bodeatransporteur 2 die in de voederwagen geladen, product 3 toevoert aan loswerkmiddelen 4.

Het door de loswerkmiddelen 4 losgewerkte voer valt over de aan de ' rechterzijde van de loswerkmiddelen 4 gelegen vrije randzone van de voederwagen, hetzij direct in een voedergoot, hetzij op een dwars-10 transporteur.

In de in fig. 1 afgebeelde uitvoeringsvorm, omvatten de loswerkmiddelen een roterende loswerkwals 5. Het is duidèli.jk dat ook meerdere loswerkwalsen kunnen worden toegepast of, zoals in het vakgebied bekend, een stel eindloos roterende kettingen met dwarsstaven en pennen 15 waarmee het veelaL geeompacteerda voer wordt losgewerkt.In de afgebeelde uitvoering is de wals 5 op zijn oppervlak uitgerust met in omtreks-richting en axiaal gespatieerde loswerkuitsteeksels

Volgens, de uitvinding bevindt zich aan de linkerzijde, dus de aanvoerzijde van de wals 5 een spijlenkooi 7 waarvan de spijlen 8 een met 20 de instelbare midfelpunteshoek α aangegevèn omtrekszone. van de wals 5 omspannen.

In de zone α zijn de onderling evenwijdige, zich in vertikale vlakken , loodrecht op de hartlijn van de wals 5 uitstrekkende spijlen 8 op korte afstand van het walsoppervlak aangebracht, terwijl zij aan<~de naar de wals 5 toegekeerde zijde kunnen zijn uitgerust met een glijvoering 8.

25 cmhoog strekken de spijlen 8 zich van ongeveer het bovenniveau van de wals 5 in .hoofdzaak bovenwaarts uit om het bovendeel van de voermassa 3 in de laadbak 1 tegen te houden. Om de daarbij op te vangen druk beter te kunnen opnëmen zijn aan de stroomafwaartse zijde van de spijlen 8 in de betreffende zones steunplaten 10- aan alk van- de zich 30 omhoog uitstrekkende spijldelen 8* bevestigd.

De spijlen 8 kunnen aan de onderzijde zijn verlengd mat zich. omlaag uitstrekkende· spijldelen 8”.

Aan de stroomafwaartse· zijde van de loswerkwals 5 is een tweede· spijlenkooi 11 aangebracht waarvan de spijlen 12 zich in hoofdzaak in 35 dezelfde vertikale vlakken uitstrekken als de spijlen 8 en van boven 820 3 242 ~ _...........

a -4- naar beneden een toenemende afstand tot het oppervlak van de wals 5 hebben*

De loswerkuitsteeksels. 6 roteren in de zones, gelegen.tussen de ; vertikale vlakken waarin, de spijlen- 8- en 12 liggen* : 5 i De. zicir omhoog uit strekkende delen 8' van., de·, spijlen 8 (door welke delen 81 het voer wordt getrokken) kunnen, zoals in· fig* 3 met 3,r·' aangegeven·, achterwaarts,· in fig* 1 naar links, zijn teruggebogen om aldus een omlaag gerichte geleiding voor eventueel· opgestuwd voer 3 te vormen* • i 10 De ondereinden van de benedenwaartse verlenging van de· spijl* delen 8" kunnen, achterwaarts om het rechter einde, van. de..bodemtransporteur 2 zijn teruggebogen en. zijn gefixeerd, aan de dwarsbalk 13..

Het zal duidelijk zijn dat binnen, het raam; van de uitvindings-gedachte een groot aantal wijzigingen mogelijk iat zo- kan bijvoorbeeld IS'; het zich omhoog uitstrekkende deel S* van de; spijlen 8 onder een hoek ten. opzichte- van de ia de figuren 1 en 3 weergegeven · stand, uitstrekken* Ook~de hoek a(zie fig* .1) kan anders worden, gekozen. Ook.de radiale-, afstand van de spijlenkooi. tot de .loswerkwals kan instelbaar worden uitgevoerd* Hiertoe kan. de inrichting zijn uitgerust., met instelmiddelen*.

20 Hierdoor kan.de hoeveelheid af gevoerd, ruwvoer per tijdseenheid gemakke— lijk worden geregeld* Uiteraard, kunnen ook de spijlen van.de: tweede kooi op soortgelijke wijze instelbaar zijn uitgevoerd· 25 < 8203242

Claims (7)

1. Loswagen, in het bijzonder- eert voerdoseerwagen,. welke boven een van zi4a randzones is uitgerust met roteerbare loswerkmiddelen zoals een of meer loswerkwalsen, die op het oppervlak zijn uitgerust met uitsteeksels, waarmee op de wagen geladen, veelal gecompacteerd 5 voer kan worden losgewerkt en via de genoemde randzone van de wagen kan worden af gevoerd naar een voederplaats, met het kenmerk, dat bij de of, elke loswerkwals aan de aanvoerzijde een spijlenkooi is aangebracht, waarvan de in hoofdzaak evenwijdige spijlen ten dele de walsomtrek volgend zich cp korte- af stand van het walsopppervlak uitstrekken en vanaf ongeveer 10 het bovennavueau van de betreffende wals in hoofdzaak omhoog reiken, waarbij- de loswerkaitsteeksels van de walsïtezamen mat. het. getransporteerde voer tussen de spijlen· door kunnen bewegen.

2. Wagen volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat een tweede spijlen— kooi aan de afvoerzijde bij de of elke loswerkwals is aangebracht, . 15 van welke tweede kooi de spijlen zich om het niet door de: eerste kooi omspannen deel van de walsomtrek uitstrekken met een van het boven— niveau van de wals rear omlaag toenemende af stand tot de walsomtrek.

3. Wagen volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de spijlen . van de eerste kooi zich onder de wals omlaag uitstrekken.

4. Wagen volgens conclusie 3, voorzien van een bodemtransporteur voor het aan de loswerkmiddelen toevoeren van veelal gecompacteerd voer, met het kenmerk, dat de benedenwaarts verlengde spijlen van de eerste kooi. om het afvoer einde van de bodemtransporteur zijn teruggebogen en zijn gefixeerd, bijvoorbeeld aan een dwarsbalk.

5. Wagen volgens een van.de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de boveneinden van de spijlen van de eerste spijlenkooi, gezien in de voeraanvoerrichtiiig achterwaarts, hellen om het voer omlaag in de richting, van de loswerkmiddelen te dwingen.

6. Wagen volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, 30 dat de- boven de wals gelegen delen van de spijlen van de eerste kooi aan de stroomafwaartse zijde zijn uitgevoerd met steunplaten. 8203242 - 6- 4 „ . £

1. Wagen volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat. da spillen van de eerste kooi in de zone, waarin zij op korte afstand, van de walsomtrek lopen,, zijn uitgerust, met een glijvoering. . I- s \ ' -· \ 8203242