NL8104747A

NL8104747A - Vormsluitinrichting van een spuitgietmachine voor kunststof.

Info

Publication number: NL8104747A
Application number: NL8104747A
Authority: NL
Original assignee: Hehl Karl
Priority date: 1980-11-24
Filing date: 1981-10-20
Publication date: 1982-06-16
Also published as: JPS57115329A; AT382341B; ATA488981A; JPS603977B2; DE3044137C2; CH654521A5; IT1194106B; CA1161230A; DE3044137A1; IT8125105A0; FR2494628A1; GB2090787B; GB2090787A; FR2494628B1; US4380427A

Description

> * -.

Vormsluitinrichting van een spuitgietmachine voor kunststof.

De uitvinding heeft betrekking op de vormsluitinrichting van een spuitgietmachine voor kunststof, die de spuitgietvorm met behulp van tenminste een hydraulische aan-drijfcilinder met een kleine kracht in de open stand en/of de 5 gesloten stand brengt en met behulp van een in de as van de vormsluitinrichting liggende hydraulische droogcilinder met een grote kracht samenhoudt, -waarbij de zuiger van de aandrijfcilin-der met de zuiger van de drukcilinder is verbonden tot een bewegingseenheid en de voor en achter de drukzuiger liggende 10 cilinderruimten door overstroomkanalen met elkaar zijn verbonden, die door de drukzuiger voeren en met behulp van een hydraulisch regelbaar ventiel afsluitbaar zijn.

Bij de gebruikelijke vormsluitinrichtingen van deze soort (bijvoorbeeld de Nederlandse octrooiaanvrage 15 7^·1^920) is een aandrijfcilinder met een flens coaxiaal aan de drukcilinder bevestigd. Deze opstelling van de aandrijfcilin-der voert gedwongen tot een betrekkelijk lange vormsluitinrichting, omdat de maximale weg van de beweegbare vormdrager alsmede de lengte van de drukcilinder en de lengte van de bewe-20 gingscilinder telkens overeenkomen met de maximale sluit- res pectievelijk openingsslag voor de spuitgietvorm. De vormsluitinrichting is daarom tenminste driemaal zo lang als de maximale openingsslag plus de axiale diepte van de gietvorm.

Er is ook een vergelijkbare vormsluitinrich-25 ting bekend, waarbij alle hydraulische cilinders ten opzichte van de as van de vormsluitinrichting ongeveer naast elkaar zijn opgesteld en daarom een kortere bouwlengte is bereikt (DE-OS 15 29 937)· Bij deze vormsluitinrichting wordt bij elke openings- respectievelijk sluitslag alle verdrongen drukolie 30 naar de tank gevoerd. Bovendien zijn de voor de opbouw van de sluitdruk ter beschikking staande, door het hoge-drukmedium belaste vlakken van de zuigers relatief klein, wanneer het gewicht van de vormsluitinrichting binnen toelaatbare grenzen 8104747 ~ k - 2 - moet blijven.

De uitvinding heeft ten doel, een vormsluit-inrichting van de bovenbeschreven soort zodanig uit te voeren, dat zij bij geschiktheid voor alle grootteklassen aanzienlijk 5 korter is en een grotere capaciteit heeft.

Dit doel wordt volgens de uitvinding bereikt, doordat de naast elkaar opgestelde cilinderruimten aan de zijde van de gietvorm van druk- en bewegingscilinders door over-stroomkanalen in open verbinding met elkaar staan en doordat 10 een in de as van de vormsluitinrichting liggende stationaire dompelzuiger met de zuigerstang van de drukzuiger een hydraulische zuigercilindereenheid voor het sluiten van de gietvorm vormt.

Bij een dergelijke uitvoeringsvorm wordt bij 15 de opbouw van de sluitdruk voor de spuitgietvorm niet alleen het van de hogedrukruimte uit belaste vlak van de drukzuiger, maar ook het door de cilinderruimte voor de dompelzuiger belaste vlak werkzaam. Dientengevolge komt het gehele belaste vlak nagenoeg overeen met de totale dwarsdoorsnede van de drukcilin-20 der. Om deze reden kan bij onverminderde sluitcapaciteit de drukcilinder kleiner en daarmee lichter worden uitgevoerd. Bovendien is de vormsluitinrichting tenminste over de openings-slag plus de axiale lengte van de zuiger van de aandrijfcilinder korter dan gebruikelijke vormsluitinrichting van dezelfde soort. 25 Is een vormsluitinrichting zwenkbaar aan de machinevoet gela gerd, om horizontaal of naar keuze vertikaal te worden ingesteld, dan maakt de korte uitvoeringsvorm van de vormsluitinrichting ook bij een kleine bodemvrijheid nog een dergelijke zwenkbaar-heid mogelijk, waarvoor ook een vermindering van het gewicht 30 van groot belang is.

Andere uitvoeringsvormen van de uitvinding zijn hierna en in de volgconclusies beschreven.

De uitvinding zal aan de hand van de tekening met een uitvoeringsvoorbeeld nader worden toegelicht.

35 Figuur 1 is een zijaanzicht van de vormsluitin- 8104747 --3- riehting, figuur 2 is een bovenaanzicht van de vorm- sluitinrichting, de figuren 3 en 3a tonen een langsdoorsnede 5 van het hydraulische aggregaat van de vormsluitinrichting in bovenaanzicht en op een grotere schaal, figuur k is een achteraanzicht van het hydraulische aggregaat volgens figuur 3 op een grotere schaal en figuur 5 toont schematisch de hydraulische 10 kringloop van de vormsluitinrichting.

Een stationaire vormdrager 11 en een montage-plaat 12 zijn door middel van bouten 11a aan de machinevoet 10 bevestigd en overigens in schroefdraadmoffen 17 ondersteund, die op de langsliggers 16 zijn geschroefd. Op de langsliggers 15 16 is een beweegbare vormdrager 13 met een drukoverbrengwand 13a, een drukopneemvand 13b alsmede met verstijvingsribben 13c verschuifbaar gelagerd. De vormdrager 13 is door middel van glijschoenen 15 op glijlij sten 19 van de machinevoet 10 ondersteund. De zuigerstang 27 van de drukcilinder 20 en de zuiger-20 stang 28 van de aandrijfcilinders 21 grijpen telkens op de be weegbare vormdrager 13 aan. De zuigerstangen 28 zijn door middel van schroefbouten 60 rechtstreeks aan de vormdrager 13 bevestigd. De druk van de zuigerstang 27 wordt overgebracht via een drukplaat 14, die tegen de drukopneemvand 13b aanligt en 25 in een centrale doorsteekopening j6 voor de zuigerstang 3^ van de zuiger 33 van een uitverpinrichting is gecentreerd. De cilinder 27a voor de zuiger 33 is gevormd door een boring in de zuigerstang 27, die door de drukplaat 1U is afgedekt. De in de as a - a van de vormsluitinrichting opgestelde drukcilinder 30 en de diametraal ten opzichte daarvan opgestelde aandrijfcilin ders 21 zijn gevormd door hulzen, die aan de voorzijde door de montageplaat 12 en aan de achterzijde door een gemeenschappelijk cilinderdeksel 22 tot een compacte, zeer robuuste eenheid zijn verbonden. De montageplaat 12 is ten opzichte van het 35 cilinderdeksel 22 gespannen door middel van vasthoudstangen 23, 8104747 - 4 - * „ > s die met van schroefdraad voorziene delen 23a in de montage-plaat 12 zijn geschroefd en met hun koppen 23h op het cilinder-deksel 22 zijn ondersteund. De zuigerstangen 27 steken door de montageplaat 12. De doorsteekopeningen zijn door cilinder-5 deksels 29, 30 afgedekt9 die met behulp van houten 31 met de montageplaat zijn verbonden en elk een geleiderlager voor de zuigerstangen 27, 28 vormen.

Voor de afdichting zijn in de ringvormige cilinderdeksels 29, 30 ringgroeven met afdichtringen 37, 39, 10 4ö aangebracht.

De aandrijfcilinders 21 zijn éénzijdig werkende zuigercilindereenheden voor het openen van de spuitgiet-vormen. De bij de openingsslag met drukmedium gevulde cilinder-ruimten 51 zijn door de van afdichtingen 38 voorziene zuigers 15 2 6 van de vereffeningsruimten 53 aan de achterzijde gescheiden.

De eilinderruimten 51 zijn via overstroomkanalen 54 hydraulisch verbonden met de cilinderruimte 50 van de drukcilinder 20.

De overstroomkanalen 54 bevinden zich in de montageplaat 12.

De cilinderruimte 32 van de uitwerpinrichting kan via de toe-20 voerkanalen 56, 57 met drukolie worden gevuld. In een axiale boring van de drukzuiger 25 en de zuiger stang 27 is een stationaire dompelzuiger 47 aangebracht, die aan het cilinderdek-sel 22 is bevestigd. De dompelzuiger 47 steekt met een tap 47 a centraal door het deksel 22. Een ringschouder 77 van de dompel-25 zuiger wordt door middel van een moer 24 op een ringschouder van het deksel 22 gedrukt, die op de tap 47 a is geschroefd. De dompelzuiger bj vormt met de zuigerstang 27 een hydraulische zuigercilindereenheid 27, 47 voor het sluiten van de spuitgiet-vormen. Bij de sluit slag wordt de cilinderruimte 48 via een 30 centraal toevoerkanaal 48 a in de dompelzuiger 47 met drukolie gevuld, die via een radiaal toevoerkanaal 48b met de aansluiting 48c van de drukbron is verbonden.

De als ringzuiger uitgevoerde drukzuiger 25 is op het achterste einde van de zuigerstang 27 gecentreerd, 35 die in een ringgroef van de drukzuiger is ingelaten. Aan de 8104747 φ · -5- achterzijde loopt de drukzuiger 25 uit in een axiale flens 25as tegen welke een coaxiale ring UI aanligt. De ring kk grijpt met een axiale flens UUa om de axiale flens 25a van de drukzuiger 25. De zuigerstang 27 van de drukzuiger 25 en de ring UU zijn 5 door middel van schroefbouten, die in de zuigerstang 27 zijn geschroerfiL, axiaal op elkaar gedrukt. De voor en achter de druk-zuiger 25 liggende cilinderruimten 50» 52 zijn door middel van overstroomkanalen k2 hydraulisch met elkaar verbonden, die in de drukzuiger 25 zijn aangébracht en met behulp van een hydrau-10 lisch regelbaar ventiel afsluitbaar zijn. Het ventiel omvat een ringzuiger U-3, die met een binnenflens U3a op het mantelvlak van de axiale flens 25a en met een hulsvormig deel op de ring UU is geleid. De specifieke vormgeving van de zuigerstang 7U, de drukzuiger 25, de ring UU en de ringzuiger U-3 maakt een buitenge-15 woon eenvoudige montage mogelijk, doordat de drukzuiger 25, de ringzuiger h-3 en de ring UU coaxiaal op de zuigerstang 27 kunnen worden geschoven en daarna met behulp van de schroefbouten 80 axiaal op elkaar kunnen worden gespannen.

De ringzuiger U3 van het ventiel, de ring UU 20 en de axiale flens 25a begrenzen een cilinderruimte 61, van waaruit de ringzuiger 1*3 voor het sluiten van het ventiel belastbaar is. De drukolie wordt via boringen 58 in de drukplaat 1 lien een axiale boring 7^ in de zuigerstang 27 aan de eilinder-ruimte 21 toegevoerd.

25 De drukcilinder 20, de aandrijfcilinder 21 en de zuigercilindereenheid 27, U7 alsmede het ventiel voor de overstroomkanalen k2 kunnen door middel van hydraulische schuiven 6U (figuur 5) volgens programma chronologisch onafhankelijk van elkaar worden gestuurd. De cilinderruimte 58 kan via 30 een in de drukleiding 69 liggende hoofdschuif 6h (bij linker stand van de schuif) via de leiding U8e en het toevoerkanaal lj-8a in de dompelzuiger met drukolie worden gevuld. De hoge-druk-ruimte 52 van de drukzuiger 25 wordt bij de opbouw van de sluitdruk via een aftakleiding 63 met drukolie gevuld, waarin 35 een schuif 65 is geplaatst, die de aftakleiding 63 pas vrijgeeft, 8104747 » f * -6-..

wanneer de gietvorm is gesloten. Bij rechter stand van de hoofd-schuif 6k worden via een.leiding 68 met terugstroomventiel 67 en een aftakleiding 62 de cilinderruimten 51 van de aandrijf-cilinders 21 op het juiste tijdstip met drukolie gevuld. De 5 cilinderruimte 61 van het ventiel kan door middel van een stuur- schuif 66 op het juiste tijdstip met drukolie worden gevuld, die in een aftakleiding 59 van de drukleiding 69 ligt.

Uitgaande van een gesloten spuitgietvorm werkt de vormsluitinrichting als volgt; 10 voor het openen van de spuitgietvorm worden de zich in de rechter stand bevindende zuigers 26 van de aandrijf cilinders 21 uit de cilinderruimten 51 met drukolie belast. Daarbij stroomt de drukolie van de pomp P via de leiding 69 naar de hoofdschuif 6k met rechts geplaatst schuifdeel en van-15 daar via de leiding 68 met terugslagventiel 67 naar de leiding 62, die via radiale inlaten in de montageplaat 12 in de cilinderruimten 51 voert. De belaste zuigers 26 bewegen zich naar links in een positie volgens figuur 3. Voor deze openingsbeweging zijn open overstroomkanalen U3 in de drukzuiger 25 noodzakelijk.

20 Daarom wordt chronologisch voor de belasting van de zuigers 26 de cilinderkamer 61 van het de overstroomkanalen 1)2 sturende ventiel van de druk ontlast, zodat de ringzuiger bij het begin van de openingsbeweging in de open stand kan bewegen. Met de beweging naar links van de zuigers 26 wordt ook de drukzuiger 25 25 naar links in een positie volgens figuur 3 bewogen, omdat alle zuigers 25, 26 een bewegingseenheid vormen. De bij de openings-slag uit de hoge-drukruimte 52 verdrongen olie stroomt via de overstroomkanalen h2. in de voortdurend groter wordende cilinderruimte 50. Omdat de hoge-drukruimte 52 en de cilinderruimten 51 30 en 50 met elkaar zijn verbonden, kan gedurende de openingsslag tussen de genoemde cilinderruimten een voortdurende drukvereffe-ning plaatshebben, evenals een volumevereffening.

Bij de inleiding van een nieuwe spuitcyclus wordt de spuitgietvorm 78 (figuur 1) met behulp van de dompel-......35 zuiger 1)-7 gesloten: bij nog open overstroomkanalen h2 wordt het 8104747 t ' m · - 7 - de cilinderruimte 1*8 begrenzende vlak 79 van de zuigerstang 27 vanuit de cilinderruimte U8 belast. Daardoor bewegen zich de drukzuiger 25 en de daarmee een bewegingseenheid vormende zuigers 26 van de aandrijfcilinders 21 met de beweegbare vormdrager 5 13 naar rechts. De bij deze beweging uit de voortdurend kleiner wordende cilinderruimten 50, 51 verdrongen olie stroomt via de overstroomkanalen h2 in de drukloze hoge-drukruimte 52 respectievelijk voor een klein deel via de leiding 62 en het terug-stroomventiel 6j in de tank 70. Ook bij deze verdringingspro-10 cessen bestaat tussen de cilinderruimten 51» 52, 50 de tendens tot een voortdurende druk- en volumevereffening. Omdat het maximale olievolume van de hoge-drukruimte 52 iets kleiner is dan het maximale olievolume van de cilinderruimten 50, 51 wordt bij elk sluiten van de spuitgietvorm een beetje olie uit de met 15 elkaar verbonden cilinderruimten in de tank 71 verdrongen. Daar door heeft over langere bedrijfsperioden een uitwisseling van deze drukolie met de drukolie uit de tanks 71, 72 plaats, hetgeen gewenst is.

Voor de opbouw van de sluitdruk worden de 20 overstroomkanalen in de zuiger 20 gesloten. Tot dit doel wordt de cilinderruimte 61 via het toevoerkanaal 58 en het axiale kanaal 7** met drukolie gevuld; de daardoor belaste ringzuiger 1*3 beweegt in de sluitpositie (figuur 3). Dan wordt de hoge druk in de hoge-drukruimte 1*2 opgebouwd. De druk in de cilinder-25 ruimte 1*8 van de dompelzuiger kj blijft verder gehandhaafd. Dien tengevolge zijn voor de sluitdruk zowel de de cilinderruimte 1*8 begrenzende binnenste vlakken 79 van de zuigerstang 27 als de belaste vlakken van de drukzuiger 25 werkzaam.

Voor het openen van de spuitgietvorm 78 wordt 30 de druk uit de ringkamer 61 van het ventiel afgenomen, zodat het ventiellichaam 1*3 zich uit de sluitpositie volgens figuur 3 kan bewegen. De drukolie in de ringkamer 61 wordt via de leiding 59 in de tank 72 verdrongen.

Voor de werking is het communiceren van alle 35 cilinderruimten 50, 51, 52 belangrijk, zodat bij de openings- 8104747 - 8 -

V

slag respectievelijk sluitslag voor de spuitgietvorm de olie tenminste voor een 'belangrijk deel in een inwendige kringloop met korte stromingen kan blijven. In zoverre hebben de aandrijf-cilinders ook een belangrijke functie als vereffeningscilinders, 5 doordat het (ook van de diepte van de spuitgietvorm) afhanke lijke totale volume van de cilinderruimten 50, 51 bij benadering overeenkomt met het volume van de hoge-drukruimte 52.

8104747

Claims

1. Vormsluitinrichting van een spuitgiet-machine voor kunststof, die de spuitgietvorm met behulp van tenminste een hydraulische aandrijfcilinder met een kleine 5 kracht in de open stand en/of gesloten stand brengt en met be hulp van een in de as van de vormsluitinrichting liggende hydraulische drukcilinder met grote kracht samenhoudt, waarbij de zuiger van de aandrijf cilinder met de zuiger van de drukcilin-der tot een bevegingseenheid is verbonden en de voor en achter de 10 drukzuiger liggende cilinderruimten via overstroomkanalen met elkaar zijn verbonden, die door de drukzuiger voeren en met behulp van een hydraulisch regelbaar ventiel afsluitbaar zijn, met het kenmerk, dat de naast elkaar opgestelde cilinderruimten (50, 51) aan de zijde van de gietvorm van de drukcilinder (20) 15 en de aandrijf cilinders (20, 21) via overstroomkanalen (5*0 in open hydraulische verbinding met elkaar staan en dat een in de as van de vormsluitinrichting liggende stationaire dompel-zuiger (bj) met de zuigerstang (27) van de drukzuiger (25) een hydraulische zuigercilindereenheid (27, ^7) voor het sluiten 20 van de spuitgietvorm (78) vormt.

2. Vormsluitinrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de drukcilinder (27) en de diametraal ten opzichte van deze opgestelde bewegingscilinders (21) zijn gevormd door hulzen, die aan de voorzijde door een gemeenschappelijke 25 montageplaat (12) en aan de achterzijde door een gemeenschappe lijk cilinderdeksel (22) tot een compacte constructieve eenheid zijn verbonden.

3. Vormsluitinrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de overstroomkanalen (5*0 zijn aangebracht 30 in de montageplaat (12), waardoorheen de zuigerstangen (27, 28) uitsteken en dat de boringen, waardoorheen de zuigerstangen (27, 28) uitsteken, zijn afgedekt met cilinderdeksels (29, 30) die geleidelagers voor de zuigerstangen (27, 28) vormen. k. Vormsluitinrichting volgens een van de voor-35 gaande conclusies, met het kenmerk, dat de in een centrale boring 8104747 *> - 10 - van de drukzuiger (25) en van de zuigerstang (27) aangebrachte dompelzuiger (1+7) aan het cilinderdeksel (22) is bevestigd en de door de boring gevormde cilinderruimte (1+8) via een axiaal kanaal (l+8a) van de dompelzuiger (1+7) met drukolie kan worden 5 gevoed.

5. Vormsluitinrichting volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de aandrijfcilinders (21)·. éénzijdig werkende zuigercilindereenheden voor het openen van de gietvorm zijn.

6. Vormsluitinrichting volgens één van de voor gaande conclusies, met het kenmerk, dat een ringzuiger (1+3) van het de overstroomkanalen (1+2) regelende ventiel belastbaar is uit een cilinderruimte (6l), die via toevoerkanalen (58) in een drukplaat (ll+) en via een axiale boring (7*0 in de zuiger-15 stang (27) met drukolie kan worden gevoed.

7· Vormsluitinrichting volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de drukcilinder (20), de aandrijf cilinders (21) en de dompelzuiger (1+7) alsmede de ringzuiger (1+3) door middel van hydraulische schuiven (6h - 66) 20 volgens programma chronologisch onafhankelijk van elkaar be- dienbaar zijn.

8. Vormsluitinrichting volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de ringzuiger (1+3) met een binnenflens (l+3a) op een axiale flens (25a) van de 25 op de zuigerstang (27) gecentreerde drukzuiger (25) en voor het overige op een op de axiale flens (25a) gecentreerde ring (1+1+) is geleid, waarbij de zuigerstang (27), de drukzuiger (25) en de ring (1+1+) door middel van schroefbouten (80) axiaal op elkaar zijn gespannen. 30 9· Vormsluitinrichting volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat de cilinderruimte (61) van het ventiel door de ringzuiger (1+3), de axiale flens (25a) alsmede de ring (1+1+) is begrensd.

10. Vormsluitinrichting volgens één van de 35 voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de hydraulische 8104747 Λ 1. - 11 - cilinder (27a) van een uitwerpinrichting is gevormd door een boring in de zuigerstang (27).

11. Vormsluitinrichting van een spuitgiet-maehine voor kunststof, in hoofdzaak zoals beschreven in de be-5 schrijving en/of weergegeven in de tekening. 8104747