NL8005604A - Werkwijze en inrichting voor overdracht van digitale informatiewoorden. - Google Patents

Werkwijze en inrichting voor overdracht van digitale informatiewoorden. Download PDF

Info

Publication number
NL8005604A
NL8005604A NL8005604A NL8005604A NL8005604A NL 8005604 A NL8005604 A NL 8005604A NL 8005604 A NL8005604 A NL 8005604A NL 8005604 A NL8005604 A NL 8005604A NL 8005604 A NL8005604 A NL 8005604A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
words
information
word
odd
information words
Prior art date
Application number
NL8005604A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Sony Corp
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Sony Corp filed Critical Sony Corp
Publication of NL8005604A publication Critical patent/NL8005604A/nl

Links

Classifications

    • GPHYSICS
    • G11INFORMATION STORAGE
    • G11BINFORMATION STORAGE BASED ON RELATIVE MOVEMENT BETWEEN RECORD CARRIER AND TRANSDUCER
    • G11B20/00Signal processing not specific to the method of recording or reproducing; Circuits therefor
    • G11B20/10Digital recording or reproducing
    • G11B20/18Error detection or correction; Testing, e.g. of drop-outs
    • G11B20/1806Pulse code modulation systems for audio signals
    • G11B20/1809Pulse code modulation systems for audio signals by interleaving
    • GPHYSICS
    • G11INFORMATION STORAGE
    • G11BINFORMATION STORAGE BASED ON RELATIVE MOVEMENT BETWEEN RECORD CARRIER AND TRANSDUCER
    • G11B20/00Signal processing not specific to the method of recording or reproducing; Circuits therefor
    • G11B20/10Digital recording or reproducing
    • G11B20/18Error detection or correction; Testing, e.g. of drop-outs
    • G11B20/1876Interpolating methods

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Multimedia (AREA)
  • Signal Processing (AREA)
  • Error Detection And Correction (AREA)
  • Signal Processing For Digital Recording And Reproducing (AREA)
  • Transmission Systems Not Characterized By The Medium Used For Transmission (AREA)

Description

VM / AAM ƒ WW V · ^ f A « ί 1 .** -1-
Titel: Werkwijze en inrichting voor overdracht van digitale informatiewoorden.
De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze en een inrichting voor overdracht van digitale informatie-woorden, en meer in het bijzonder op een werkwijze en inrichting voor codering/decodering, waarbij meervoudige informatie-5 woorden worden gecodeerd volgens een foutcorrectiecode met hoog foutcorrectievermogen voor terugwinning van de oorspronkelijke informatiewoorden na overdracht, opname en dergelijke.
Overdracht en opname van in digitale vorm gebrachte informatie worden op grote schaal toegepast. Bij een be-10 paalde toepassing wordt een analoog audiosignaal eerst omgezet in een digitaal signaal, dat rechtstreeks wordt opgenomen, bijvoorbeeld door middel van een videobandapparaat (VTR) van het type met roteerbare magneetkoppen of. door middel van een bandapparaat met een vaststaande magneetkop en hoge registra-15 tiedichtheid. Het in digitale, vorm gebrachte audiosignaal heeft daarbij gewoonlijk de vorm van een impulscodegemoduleerd signaal; de daarop volgende opname van een dergelijk signaal door middel van een videobandapparaat van het type met een roteerbare magneetkop of door middel van een andere registra-20 tie-inrichting met een vaststaande magneetkop is bekend.
Hoewel voor opname van impulscodegemoduleerde signalen geschikte registratie-inrichtingen het voordeel van grote nauwkeurigheid hebben, zodat Betrouwbare weergave van het oorspronkelijke audiosignaal mogelijk is, staat daar ..25 tegenover, dat voor. opname van impulscodegemoduleerde.geschikte registratie-inrichtingen, en voor transmissiestelsels voor overdracht van in digitale vorm gebrachte informatie in het algemeen, te lijden hebben van ruis, storingen, signaaluitval en dergelijke, welke in een overdrachtsschakel, een zender/ 30 registratie-inrichting of een ontvanger/weergeefinrichting kunnen optreden en tot verminking van impulscodegemoduleerde signalen leiden. Een. dergelijk informatieverlies kan tot '/* * 80 0 5 60 4
V
V
-2- L—- gevolg hebben, dat in het uiteindelijk weergegeven signaal aanzienlijke fouten optreden, welke bijvoorbeeld storend in het ten gehore gebrachte audiosignaal naar voren komen. Teneinde deze problemen tegen te gaan, heeft men reeds correctie-5 codes voorgesteld, volgens welke de impulsgemoduleerde signalen of andere in digitale vorm gebrachte informatiewoorden worden gecodeerd en welke de mogelijkheid van correctie of compensatie van foutieve informatiewoorden aan de ontvasgst-zijde bieden. Indien._de informatiewoorden fouten bevatten, 10 welke het foutcorrectievermogén van een dergelijke code te boven gaan, kan compensatie van de desbetreffende fouten worden toegepast door de foutieve informatiewoorden te vervangen diir bij benadering uit. juiste informatiewoorden afgeleide informatiewoorden.
15 Bepaalde foutcorrectiecoderingswijzen blijken bij de herwinning van gedigitaliseerde informatie, welke door "editing" op een registratiemedium is opgenomên, weinig bevredigende resultaten op te leveren. In geval van opname van impulscodegemoduleerde signalen in langsregistratiesporen op 20 een magneetband kan het hiervoor genoemde begrip "editing" bijvoorbeeld bestaan uit het aaneen lassen van twee magneetbanden A of B of, ingeval van electronische "editing", uit vervanging van oorspronkelijke impulscodegemoduleerde signalen door nieuwe dergelijke signalen, en zulks vanaf een bepaald 25 beginpunt. Wanneer dergelijke op een magneetband opgenomen informatie weer wordt uitgelezen, kan in de nabijheid van het laspunt op het genoemde beginpunt een aantal fouten optreden, welke de foutcorrectiemogelijkheid van de toegepaste foutcorrectiecode te boven gaan. Dergelijke fouten worden wel 30 aangeduid als "burst"-fouten; daarbij ondergaat een "burst" van ter weerszijden van het genoemde laspunt of beginpunt opgenomen impulscodegemoduleerde signalen vervorming of op andere wijze een fouten veroorzakende beïnvloeding. Dergelijke fouten komen tijdens signaalweergave door uitlezing naar voren 35 in de vorm van een aantal opeenvolgende, foutieve informatiewoorden. Teneinde het effect van dergelijke "burst"-fouten - tegen te gaan, heeft men reeds voorgesteld tot "verweving" 80 05 60 4 -3- £ ' Ϋ W~‘' (interleave) over te gaan; daarbij worden bijvoorbeeld in principe opeenvolgende informatiewoorden buiten volgorde of verweven tot informatieblokken samengevoegd. Een dergelijk informatieblok kan bijvoorbeeld bestaan uit de woorden fl, 5 #47, #68; 1=125, ... en dergelijke. Indien de meervoudige informatiewoorden van een dergelijk informatieblok door het optreden van een "burst"-fout vervorming ondergaan, zal als gevolg van de bij signaalweergave toegepaste "ontweving" . (de-interleave) een zodanige spreiding of verstrooiing van de door de fout veroorzaakte informatievervorming optreden, dat de fout nog slechts als willekeurig- verdeelde fout (random error) naar voren komt. De informatiewoorden, welke oorspronkelijk een informatiehlok hebben gevormd en vervolgens aan verweving zijn onderworpen ter verkrijging van een voor . signaalopname dienend informatieblok, zullen derhalve na de op de uitlezing of weergave volgende ontweving slechts gedeeltelijk een informatieverlies vertonen. Bij de daaruit resulterende verstrooiing van door een fout getroffen informatiewoorden bestaat echter het risico, dat een zodanig aantal informa-20 tiewoorden een fout vertoont, dat het foutcorrectievermogen van de toegepaste foutcorrectiecode wordt overschreden en een bevredigende foutcorrectie praktisch onmogelijk wordt.
Volgens een andere methode, welke reeds is voorgesteld om "burst"-fouten tegen te gaan, welke bijvoorbeeld het 25 gevolg van "editing" zijn, wordt de tot ëën enkel kanaal behorende informatie volgens een aantal registratiesporen opgenomen, zodat de waarschijnlijkheid kleiner wordt, dat alle informatiewoorden van een zelfde informatieblok gelijktijdig een fout vertonen. Zo kunnen bijvoorbeeld impulscodebemodu-30 •leerde signalen een foutcorrectiecode tezamen een enkel fout-correctiecodeblok vormen, dat bij signaalopname wordt verdeeld over een aantal onderling evenwijdige registratiesporen.
Een daarvoor in aanmerking komende vormt bijvoorbeeld de wel als "optimal rectangular code" (ORC) aangeduide code. Bij 35’ toepassing van een dergelijke foutcorrectiecode wordt een daarop gebaseerd foutcorrectiecodeblok opgenomen in de vorm van een aantal informatiewoorden, welke ieder in een 80 0 5 60 4 > -4- afzonderlijk registratiespoor worden opgenomen en op het desbetreffende registratiemedium in één- lijn liggen. Bij een methode, waarbij met een aantal registratiesporen per informa-tieblok wordt gewerkt, bestaat echter de mogelijkheid, dat in 5 de nabijheid van het genoemde beginpunt van "editing", dat wil zeggen in het gebied waar een aantal fouten kan optreden, betrekkelijk groot aantal informatiewoorden van het foutcorrec-tiecodeblok door fouten wordt getroffen, zodat de eventueel mogelijke foutcorrectie en foutcompensatie te kort schieten.
10 In de gepubliceerde Duitse octrooiaanvrage 2.916.973 is nog een andere methode voor informatieherwinning uit een door een aantal fouten getroffen gedeelte van een magneetband beschreven. Volgens dit voorstel worden de uit een magneetband uitgelezen informatiewoorden in een gehëugen inge-15 lezen en vervolgens daaruit uitgelezen. Wanneer informatiewoorden uit een door een aantal fouten getroffen gedeelte van de magneetband worden uitgelezen, worden de desbetreffende ini' ormatiewoorden niet in het geheugen opgeslagen, aangezien redelijkerwijs mag worden aangenomen of verwacht, dat de des-20 betreffende informatiewoorden een betrekkelijk hoog foutper-centage vertonen. Dit heeft tot gevolg, dat diè informatie welke in het door een aantal fouten getroffen gedeelte van de magneetband was opgenomen, niet wordt uitgelezen. Teneinde het daaruit resulterende informatieverlies zo gering mogelijk 25 te houden, worden de voorafgaande aan het bereiken van het genoemde magneetbandgedeelte en de daarna uitgelezen, juiste informatiewoorden zodanig samengevoegd, dat de uitgelezen signalen daadwerkelijk een "overslaan" van het door een aantal fouten getroffen magneetbandgedelte laten zien. Bij de 30 genoemde samenvoeging van de juiste informatiewoorden wordt de magneetbandtransportsnelheid bij het bereiken van het door een aantal fouten getroffen bandgedeelte tijdelijk ten opzichte van de normale transportsnelheidswaarde vergroot. Een dergelijke verandering van de bandtransportsnelheid vereist 35 echter een daarmede synchrone verandering in de frequentie van de voor opslag en uitlezing van de juiste informatiewoor-- -den dienende kloksignalen en de voor verdere bewerking 80 0 5 60 4 / -5- f van de uitgelezen informatiewoorden dienende kloksignalen.
Een voor een dergelijk vereiste geschikte besturing van de toegepaste kloksignaalgenerator en verdere, een tijdsritme bepalende schakelingen is echter betrekkelijk gecompliceerd.
5 Voorts kan worden opgemerkt, dat indien op de toegepaste magneetband tevens een tijdscode is opgenomen, de volgens deze • octrooipublicatie voorgestelde methode bijzonder moeilijk kan worden toegepast wanneer de desbetreffende tijdscode als basis voor opwekking van de kloksignalen wordt gebruikt.
10 In een andere foutcorrectiecodering, welke is voorgesteld voor een registratie-inrichting met een vaststaan— de. magneetkop voor opname van impulscodegemoduleerde signalen, wordt wel aangeduid als de zogenaamde "dubbele opname". Daarbij wordt ieder informatiewoord vertegenwoordigd door een 15 hoofdwoord en.door een daarmede identiek hulpwoord, welke beide woorden in onderling evenwijdige registratiesporen worden opgenomen. Bij een bepaalde uitvoeringsvariant van de "dubbele opname" worden de met elkaar identieke hoofd- en hulpwoorden zodanig in de tijd ten opzichte van elkaar verschoven, dat 20 ook hun opneemposities op het registratiemedium ten opzichte van elkaar verschuiven. Zo kan bijvoorbeeld het hoofdwoord §1 in ëën lijn met het hulpwoord =(=55 worden opgenomen. Ook is het mogelijk, dat de in de tijd ten opzichte van elkaar· verschoven hoofd- en hulpwoorden met elkaar worden verweven en 25" in een gemeenschappelijk registratiespoor worden opgenomen.
Bij uitlezing van op dergelijke wijze opgenomen woorden wordt, indien de aanwezigheid van een fout in een hoofdwoord wordt gedetecteerd, het desbetreffende hoofdwoord door zijn bijbehorende hulpwoord vervangen. Daarbij wordt er van uitgegaan, 30 dat de verplaatsing of verschuiving in de tijd tussen hoofd-woorden en hulpwoorden tot gevolg heeft, dat dat in het door een aantal fouten getroffen gedeelte van de registratiemag-neetband optredende fouten, welke de sequentie met hoofdwoorden nadelig zouden beïnvloeden, niet een dergelijke invloed 35-op de overeenkomstige sequentie van hulpwoorden zullen hebben.
De in het door een aantal fouten getroffen magneetbandgedeel-te opgenomen en als gevolg daarvan een foutvertonende 80 0 5 60 4 . >' -6- U_: hoofdwoorden worden dan vervangen door de in principe juiste hulpwoorden, welke laatstgenoemden zijn opgenomen in een mag-neetbandgebied of -gedeelte, dat voldoende ver van het door een aantal fouten getroffen magneetbandgedeelte verwijderd is. 5 De toepassing van deze "dubbele opname" gaat gepaard aan een hoge redundantie, welke in hoofdzaak het gevolg is van het feit, dat ieder ieder informatiewoord in tweevoud wordt opgenomen; bovendien is voor een dergelijke wijze van signaalopna-me een betrekkelijk gecompliceerde apparatuur vereist. Voorts 10 kan worden opgemerkt, dat de hoofdwoorden en de hulpwoorden in het algemeen geen van elkaar onafhankelijke foutcorrectie-codering ondergaan, zodat het foutcorrectievermogen bij een dergelijke "dubbele opname" in het bijzonder in de nabijheid van het genoemde beginpunt van "editing" wordt verminderd.
15 Ten slotte kan nog worden opgemerkt, dat bij vervanging van een uit het door een aantal fouten getroffen bandgedeelte uitgelezen en zelf door een fout getroffen hoofdwoord door het respectievelijk bijbehorende hulpwoord foutcorrectie en fout-compensatie niet mogelijk zijn wanneer het desbetreffende 20 hulpwoord zelf aan ruis, signaaluitval of dergelijke is onderworpen .
De onderhavige uitvinding stelt zich nu ten doel, een werkwijze en inrichting voor overdracht van digitale in-formatiewoorden te verschaffen, waarbij de hiervoor genoemde 25 nadelen van tot nog toe bekende stelsels niet optreden.
Voorts stelt de uitvinding zich ten doel, een verbeterde foutcorrectie- en foutcompensatiemethode voor overdracht en opname van gedigitaliseerde informatie te verschaffen.
30 Een ander doel van de uitvinding is het verschaf fen van een werkwijze en een inrichting voor codering en decodering van impulscodegemoduleerde signalen volgens een fout-correctiecode, welke in het bijzonder in aanmerking komt voor toepassing bij een registratie-inrichting voor opname van 35 impulscodegemoduleerde signalen.
Nog een ander doel van de uitvinding is het verschaffen van een foutcorrectiecodering, waarvan de 80 05 60 4 / -7- r L—.·? toepassing, bij een registratie-inrichting voor opname van impulscodegemoduleerde signalen de mogelijkheid verschaft, dat zelfs voor de uit het in de nabijheid van een beginpunt van "editing” van het toegepaste registratiemedium gelegen regis-5 tratiemediumgedeelte afkomstige informatiewoorden een betere foutcorrectie en foutcompensatie worden verkregen.
Daartoe verschaft de uitvinding een werkwijze en een inrichting voor overdracht van digitale informatiewoorden, waarbij onder overdracht tevens signaalregistratie en -weer-10 gave begrepen kunnen zijn. Daarbij worden de informatiewoorden gescheiden in sequenties van oneven en even informatiewoorden, welke met een voorafbepaald bedrag ten opzichte van elkaar in de tijd worden verschoven. De oneven informatiewoorden worden daarbij, volgens een foutcorrectiecode gecodeerd, terwijl de 15 even informatiewoorden afzonderlijk volgens een soortgelijke foutcorrectiecode worden gecodeerd. De aldus gecodeerde en in de tijd ten opzichte van elkaar verschoven, oneven en even informatiewoorden worden vervolgens gecombineerd tot een trans-missieblok, dat als zodanig wordt overgedragen of geregistreerd. 20 Bij een bepaalde uitvoeringsvorm van de uitvinding wordt zowel de sequentie met oneven informatiewoorden als de sequentie met even informatiewoorden gebruikt voor opwekking van respectievelijke oneven en even foutcorrectiewoorden, welke respectievelijk met de sequentie van oneven en even informatiewoor-25 den worden verweven. Bij ontvangst of uitlezing wordt ieder aldus gevormd transmissieblok opgenomen of ontvangen en worden de oneven en even informatiewoorden uit hun respectievelijke sequenties gedecodeerd voor eventuele foutcorrectie, terwijl de verschuiving in de tijd tussen de gedecodeerde oneven en 30 even-informatiewoorden wordt verwijderd. Indien een oneven of even informatiewoord een ongecorrigeerde fout blijkt te bevatten, wordt een juist oneven of even informatiewoord bij benadering bepaald door interpolatie tussen aangrenzende gedecodeerde, even en oneven informatiewoorden, waarna het daar-
O C
door verkregen, bij benadering juiste informatiewoord voor vervanging van het ongecorrigeerde woord wordt gebruikt. De ftfl 0 ü 60 4 > -8- aldus verkregen sequentie van informatiewoorden, bestaande uit gedecodeerde en door benadering gevormde informatiewoorden wordt herwonnen, dat wil zeggen voor verdere informatiebewerking gebruikt. . ' 5 De uitvinding zal worden verduidelijkt in de nu volgende beschrijving aan de hand van de bijbehorende tekening van enige uitvoeringsvormen, waartoe de uitvinding zich echter niet beperkt. In de tekening tonen: figuur 1 een blokschema van een voor toepassing j^g bij een regisratie-inrichting voor opname van impulscodege-moduleerde signalen in aanmerking komende uitvoeringsvorm van de uitvinding, figuur 2 een blokschema van een voor uitlezing . vari de door middel van de inrichting volgens figuur 1 gecodeer-de informatie dienende, andere uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding, figuur 3A-3E enige tijdschalen ter verduidelijking van de werking van de onderhavige uitvinding in de nabijheid van een beginpunt van "editing" op een registratiemedium, figuur 4 een gedeeltelijk als blokschema en gedeeltelijk als logisch schakelschema uitgevoerd schema van een voor toepassing bij de uitvoeringsvorm volgens figuur 1 in aanmerking komend type codeerinrichting, figuur 5 een gedeeltelijk als blokschema en ge-25 deeltelijk als logisch schakelschema uitgevoerd schema van een uitvoeringsvariant van de codeerinrichting volgens figuur 4, .
figuur 6 een tabel ter. verduidelijking van de codering volgens de uitvinding, 30 figuur 7 een schematische weergave van een door een codeerinrichting volgens de uitvinding afgegeven transmis-sieblok, figuur 8 een blokschema van een voor toepassing bij de uitvoeringsvorm volgens figuur 2 in aanmerking komen-35 <ie uitvoeringsvorm van een decodeerinrichting, figuur 9 een blokschema van een uitvoeringsvariant van de decodeerinrichting volgens figuur 8f 80 05 60 4 -9- L— figuur 10 een schematische weergave ter verduidelijking van de werking van de uitvinding, figuur 11A-11E enige tijdschalen ter verduidelijking., van de werking van een andere uitvoeringsvorm van de 5 uitvinding in de nabijheid van een beginpunt van "editing" op een registratiemedium, figuur 12 een blokschema van een andere uitvoeringsvorm van een voor toepassing bij de inrichting volgens figuur 1 in aanmerking komende codeerinrichting, 10 figuur 13 een blokschema van nog een andere uit voeringsvorm van een voor toepassing bij de inrichting volgens figuur 1 in aanmerking komende codeerinrichting, figuur 14 een blokschema van weer een andere uitvoeringsvorm van een voor toepassing bij de onderhavige uit-15 vinding in aanmerking komende codeerinrichting—es— figuur 15 een blokschema van een decodeerinrich-ting, welk kan worden gebruikt voor herwinning van door de codeerinrichting. volgens figuur 14 gecodeerde informatiewoor-den.
20 In de verschillende figuren van de tekening zijn steeds zoveel mogelijk'de zelfde, verwijzingssyinbolen voor overeenkomstige componenten gebruikt.
Figuur 1 toont een uitvoeringsvorm van een inrichting, waarmede een sequentie van in digitale vorm gebrachte .25" infdrmatiewoorden, zoals woorden die in woordserievorm . (serially-by-word) worden aangeboden of ontvangen, wordt gecodeerd op een wijze, welke er op gericht is, informatieverlies als gevolg van tijdens informatieoverdracht, -opname, weergave of dergelijke optredende fouten zo gering mogelijk 30 te maken. De inrichting volgens figuur 1 komt in het bijzonder in aanmerking voor toepassing bij een registratie-inrichting met een vaststaande magneetkop voor opname van impulscodege-gemoduleerde signalen (PCM) recorder). Bij de hierna volgende beschrijving wordt ervan uitgegaan, dat de bewerkte informa-35 tiewoorden worden opgenomen. Het zal echter duidelijk zijn, dat de beschreven inrichting ook kan worden toegepast in ge-------val van overdracht van informatiewaarden van de ene naar de -10- ^ andere· plaats.
De inrichting volgens figuur 1 omvat een 1-2N-kanaalomzetter. 2,een even/oneven-verdelingsschakeling 3, een vertragingsschakeling 5, foutcorrectiecodeereenheden 4A en 4B 5 en een foutdetectiecodegenerator 6. De l-2N-kanaalomzetter 2 ontvangt aan zijn ingangssignaal een sequentie van digitale informatiewoorden, welke daaraan bijvoorbeeld in woordserie-vorm (serially-by-word) worden toegevoerd. Indien ieder in-formatiewoord bestaat uit een 8-bits, impulscodegemoduleerd •j^q signaal of PCM-signaal, kan ieder desbetreffend woord in bitserievorm of in bitparallelvorm worden toegevoerd. In het laatstgenoemde geval kan de ingangsaansluiting 1 in werkelijkheid bestaan uit acht onafhankelijke ingangsaanslui-tingen, welke ieder dienen voor ontvangst van een respec-^5 tievelijk bijbehorend bit van het PCM-signaal. De 1-2N-kanaalomzetter 2 is in staat tot omzetting van enkelkanalig ontvangen PCM-signalen tot voor overdracht via 2N parallelle kanalen geschikte uitgangssignalen. Indien bijvoorbeeld 2N sequentiele informatiewoorden worden ontvangen, kan de omzet-2o ter 2 2N schuifregisters bevatten, ieder dienende voor ontvangst en tijdelijke opslag van één van de 2N ontvangen informatiewoorden; wanneer het laatste schuifregister is gevuld, verschijnen de opgeslagen 2N informatiewoorden in parallelvorm aan de uitgang van de omzetter; deze kan derhal-25 ve 2N uitgangsaansluitingen vertonen, aan ieder waarvan een een bijbehorende van de 2N informatie woorden verschijnt. Deze 2N informatiewoorden komen aan de uitgang van de omzetter in woordparallelvorm ter beschikking. Ieder desbetreffend infor-natiewoord kan in bitserievorm verschijnen, doch desgewenst 30 is het ook mogelijk, dat iedere uitgangsaansluiting van de omzetter 2 zelf bestaat uit acht parallelle uitgangsaansluitingen, zodat iedere van de 2N informatiewoorden in bitparallelvorm aan de uitving van de omzetter 2 verschijnt.
Deze aan de uitgang van de omzetter 2 verschij-35 nende 2N parallelle informatiewoorden hebben bijvoorbeeld de gedaante W2' W3' .... w2n* Deze informatiewoorden worden 9 0 0 5 60 4 ·/ -11- < l-ï toegevoerd aan een even/oneven-verdelingsschakeling 3 voor scheiding van de oneven informatiewoorden van de even informatiewoorden. Als voorbeeld van een dergelijke scheiding moge dienen, dat de verdelingsschakeling 3 twee stellen geleiders 5 kan bevatten, waarvan het ene stel is aangesloten voor ontvangst van alle oneven informatiewoorden, welke aan de uitgangen van de omzetter 2 verschijnen, terwijl het andere stel geleiders is aangesloten voor ontvangst van alle even informatiewoorden, welke aan de uitgangen van de omzetter 2 ver-10 schijnen. De even/oneven-verdelingsschakeling 3 is uitgerust met een bovenste groep van N uitgangsaansluitingen, waaraan alle even informatiewoorden ter beschikking komen en met een onderste groep van N uitgangsaansluitingen, waaraan alle oneven informatiewoorden ter beschikking komen. Indien bijvoor-15 beeld acht PCM signalen-sequentieel aan de 1-2N kanaalomzet-ter 2 worden toegevoerd, zullen in dat geval de vier even informatiewoorden, zoals , V/g en Wg, aan de bovenste groep van N uitgangsaansluitingen van de verdelingsschakeling 3 verschijnen, terwijl de vier oneven informatiewoorden, zoals 20 Wj, W3, en aan de onderste groep van N uitgangsaan sluitingen ter beschikking komen. De oneven informatiewoorden worden door een vertragingsschakeling 5 over een hier als K aangeduide vertragingsduur vertraagd. Het zal duidelijk zijn, dat_de vertragingsduur K wordt uitgedrukt in tijdseenheden 25 ter grootte van de voor overdracht van één volledig transmissie-blok benodigde tijdsduur. De vertragingsduur K is derhalve cfelijk aan de voor overdracht van K transmissieblokken benodigde tijdsduur.
De aan de bovenste groep van N uitgangsaanslui-30 tingen van de verdelingsschakeling 3 verschijnende N even informatiewoorden worden toegevoerd aan een foutcorrectieco-deereenheid 4A voor codering volgens een geschikte foutcor-rectiecode, welke uit de daaruit beschikbare codes kan worden gekozen. De door de vertragingsschakeling 5 vertraagde en 35 aan de uitgang daarvan verschijnende, oneven informatiewoorden worden toegevoerd aan een foutcorrectiecodeereenheid 4B voor codering volgens, een soortgelijke foutcorrectiecode. Zo kan
o η n E en L
y -12- * l— bijvoorbeeld ieder van beide foutcorrectiecodeereenheden van het zogenaamde "pariteits,,-type zijn, waarbij één of meer pariteitswoorden voor iedere groep aan de codeereenheid toegevoerde informatiewoorden worden gevorm. Indien de N even 5 informatiewoorden worden beschouwd als een even deelblok, en indien de N oneven informatiewoorden worden beschouwd als een oneven deelblok, dan kan de foutcorrectiecodeereenheid 4A bijvoorbeeld één of meer pariteitswoorden in reactie op het even deelblok met informatiewoorden vormen, terwijl de 10 foutcorrectie-eenheid 4B één of meer pariteitswoorden voor het oneven deelbblok met informatiewoorden kan vormen. Indien wordt aangenomen, dat iedere codeereenheid M foutcorrectie-woorden afgeeft, dan zal het uitgangssignaal van iedere codeereenheid uit N + M informatiewoorden bestaan, welke res-15 pectievelijk N even of oneven informatiewoorden in eigenlijke zin en- M foutcorrectiewoorden vormen. Al deze informatiewoorden, tezamen 2 (N + M) woorden, worden toegevoerd aan een foutdetectiecodegenerator 6, die een foutdetectiecodewoord zoals een CRC-woord Sfgeeft. Eeen dergelijke foutdetectie-20 codegenerator is van algemeen bekend type; de toepassing van foutdetectiecodewoorden voor detectie van de eventuele aanwezigheid van een of meer fouten in een blok met informatiewoorden is eveneens algemeen bekend. Alle informatiewoorden, met inbegrip van het foutdetectiecodewoord dat in de onderhavige 25 tekst eveneens als "informatiewoord" wordt aangeduid, worden verzameld tot een transmissieblok dat bijvoorbeeld wordt gevormd door een even deelblok van (N + M) informatiewoorden, een oneven deelblok van N + M informatiewoorden, het foutde-tectiewoord en een synchronisatiewoord. Bij voorkeur wordt 30 een dergelijk transmissieblok overgedragen of opgenomen in woordserievorm. Daarbij kunnen de bits van ieder informatiewoord in bitserievorm worden opgenomen of kunnen alle bits van een informatiewoord in bitparallelvorm worden opgenomen.
De door middel van de inrichting volgens figuur 1 35 overgedragen of opgenomen transmissieblokken worden herwonnen door de inrichting volgens figuur 2, waarbij de oorspronkelijke sequentie van digitale informatiewoorden wordt hersteld.
80 05 60 4 z -13- «f L—'
De inrichting volgens figuur 2 kan deel uitmaken van een ontvanger voor ontvangst van gedigitaliseerde informatie, een weergeefinrichting voor weergave van PCM signalen of dergelijke. De inrichting volgens figuur 2 omvat een foutdetectie-5 woorddecodeereenheid 7, foutcorrectiedecodeereenheden 8A en 8B, een vertragingsschakeling 9, een even/oneven hergroe-peringsschakeling 10, een foutcompensatieschakeling 11 en een 2N-l-kanaalomzetter 12. Indien de inrichting volgens figuur 2 wordt toegepast bij een weergeefinrichting voor weer-' 10 gave van PCM signalen, zal het duidelijk zijn, dat de in serievorm opgenomen PCM-signalen, dat wil zeggen het bijvoorbeeld in woordserievorm in ëên enkel registratiespoor van een registratiemedium opgenomen transmissieblok, eerst uit het registratiemedium wordt uitgelezen, waarna de in serievorm 15 uitgelezen informatiewoorden in parallelvorm worden overgebracht. Bijvoorbeeld kan de uitleesschakeling 2 (Ej + M) +1 schuifregisters omvatten, waaraan de in serievorm uitgelezen informatiewoorden van het transmissieblok voor tijdelijke opslag worden toegevoerd, zodanig dat aan de N + M uitgangen 20 van het ene stel schuifregisters N + M even informatiewoorden verschijnen en aan de N + M uitgangen van een ander stel schuifregisters N + M oneven informatiewoorden ter beschikking komen, terwijl aan de uitgang van het overblijvende schuifregister het foutdetectiewoord verschijnt. Daarbij wor-25 den derhalve alle tot het oorspronkelijk overgedragen of opgenomen transmissieblok behorende informatiewoorden in woord-parallelvorm afgegeven aan de inrichting volgens figuur 2.
Het zal duidelijk zijn, dat één of meer van de informatiewoorden van een ontvangen of uitgelezen transmissie-30 blok een fout kan vertonen. Dergelijke fouten kunnen optreden in het overdracht/opneemstelsel, in het communicatiekanaal of het registratiemedium, of in het ontvangst/weergeefstelsel.
In ieder geval kunnen dergelijke fouten, indien zij niet worden gecorrigeerd of op andere wijze worden gecompenseerd, 35 resulteren in een informatieverlies of in vervorming van de oorspronkelijke informatie. Indien de inrichtingen volgens de figuren 1 en 2 zijvoorbeeld worden toegepast bij een 80 05 60 4 * k -14- opneem/weergeefstelsel voor PCM-signalen, kunnen niet gecorri-. geerde of op andere wijze gecompenseerde fouten de oorzaak zijn van ongewenste storing of vervorming van het uiteindelijk hoorbaar te maken, analoge audiosignaal. De foutdetectiewoord-5 decodeereenheid 7 krijgt niet alleen het foutdetectiecodewoord, doch tevens alle oneven en even informatiewoorden toegevoerd voor detectie van eventuele fouten in de woorden van een transmissieblok. De N even informatiewoorden worden tezamen met de M even foutcorrectiewoorden aan de foutdetectiewoord-10 decodeereenheid toegevoerd, evenals de N oneven informatiewoorden tezamen met de M oneven foutcorrectiewoorden. Het zal duidelijk zijn, dat de foutcorrectiewoorddecodeereenheid 7 compatibel met de foutdetectiecodegenerator 6 dient te zijn. Indien het foutdetectiecodewoord een zogenaamd "RCR"-woord 15 (cyclische redundantie controle) is, zal de foutdetectiewoord-decodeereenheid 7 dit CRC-v,oord gebruiken voor detectie van de eventuele aanwezigheid van één of meer fouten in het transmissieblok. Indien daarbij wordt vastgesteld, dat in éën of meer van de informatiewoorden of foutcorrectiewoorden 20 een fout is opgetreden, signaleert de decodeereenheid een fouttoestand; zoals in figuur 2 met een gebroken lijn is aangeduid, geeft de decodeereenheid 7 dan voor ieder in aanmerking komend informatiewoord een foutvlagsignaal af. Dit foutvlagsignaal· verschaft aanwijzing, dat in het transmissieblok 25 een fout voorkomt, en duidt tevens aan, dat het informatiewoord waaraan het is toegevoegd de oorzaak van de fouttoestand kan zijn. Het zal duidelijk zijn, dat zelfs indien een bepaald informatiewoord foutvrij is, toch een foutvlagsignaal aan dat woord is toegevoegd.
30 De N + M tot een even deelblok behorende informa tiewoorden worden, tezamen met hun respectievelijk bijbehorende foutvlagsignalen, toegevoerd aan een foutcorrectiede-codeereenheid 8A, terwijl de N + M tot een oneven deelblok behorende, oneven informatiewoorden tezamen met hun respec-35 tievelijk bijbehorende foutvlagsignalen aan de foutcorrectie-decodeereenheid 8B worden toegevoerd. Deze beide decodeer-eenheden maken van de ontvangen informatie- en 80 05 60 4 * -15- foutcorrectiewoorden, wanneer daarin een foutvlagsignaal aanwezig is# gebruik voor uitvoering van een foutcorrectie. Ken dergelijke foutcorrectie is van algemeen bekend type en varieert uiteraard met de van geval tot geval toegepaste foutcorrec-5 tiecode. Indien bijvoorbeeld een even of oneven deelblok M pariteitswoorden bevat, dan zal de foutcorrectiedecodeer-eenheid zijn uitgevoerd als een pariteitsdecodeereenheid, welke de pariteitswoorden voor correctie van de foutieve infor-matie-woorden gebruikt. De foutcorrectiedecodeereenheden 8A en 10 8B geven juiste informatiewoorden af, en meer in het bijzonder geeft de foutcorrectiedecodeereenheid 8a N juiste, eventueel gecorrigeerde even informatiewoorden af, terwijl de foutcorrectiedecodeereenheid 8B N juiste, eventueel gecorrigeerde oneven informatiewoorden afgeeft.
15 De juiste even informatiewoorden worden voor ver traging over een vertragingsduur van K tijdseenheden aan de vertragingsschakeling 9 toegevoerd. Het zal duidelijk zijn, dat de even informatiewoorden over een zelfde vertragingsduur K worden vertraagd als welke bij de vertraging van de oneven 20 informatiewoorden in de codeereenheid volgens figuur 1 is toegepast. De tijdsverplaatsing, die in de laatstgenoemde codeereenheid tussen de even en de oneven informatiewoorden tot stand was gebracht, wordt in de inrichting volgens figuur 2 ongedaan gemaakt. De aan de uitgang van de vertragings-25 schakeling 9 verschijnende, even informatiewoorden verkeren derhalve in de juiste tijdsrelatie met met de aan de uitgang van de. foutcorrectiedecodeereenheid 8B verschijnende, .oneven informatiewoorden. Deze in de juiste tijdsrelatie van elkaar verkerende oneven en even informatiewoorden worden toegevoerd · 30 aan de even/oneven-hergroeperingsschakeling 10, waar zij op de juiste plaats ten opzichte van elkaar worden gebracht. Indien de vertragingsschakeling 9 bijvoorbeeld de even informatiewoorden WQ, en Wg af geeft, terwijl de foutcorrec- ** tiedecodeereenheid 8B de oneven informatiewoorden , 35 W5 en Wy afgeeft, zal de hergroeperingsschakeling 10 deze informatiewoorden aan zijn verschillende uitgangen in de woordsequentiele vorm WQ, W^, ΐ?2 ...., ïfg en Wy af geven.
q η n k β n /.
» -16-
Het is mogelijk, dat een aantal door de inrichting volgens figuur 2 ontvangen of uitgelezen transmissie-blokken een zodanig aantal fouten bevat, dat het foutcorrec-tievermogen van de decodeereenheden 8A en 8B wordt overschre-5 den. In dat geval zal een aantal van de aan de uitgangen van de hergroeperingsschakeling 10 verschijnende informatiewoor-den ongecorrigeerd zijn. Als gevolg van de door de vertra-gingsschakeling 5 medegedeelde vertragingsduur K valt echter te verwachten, dat zelfs indien een zogenaamde "burst"-fout 10 is opgetreden, aangrenzende oneven en even infqrmatiewoorden niet tegelijkertijd een fout vertonen. Indien bijvoorbeeld de even informatiewoorden W2 en W4 door een fout zijn getroffen, mag worden aangenomen, dat geen van de oneven informatiewoorden W^, Wg en door een fout is getroffen. Voorts 15 wordt aangenomen, dat een oneven informatiewoord en het aan-grenzende, even informatiewoord niet beide tegelijk een fout vertonen. Die afzonderlijke even of oneven informatiewoorden, welke aan de uitgangen van de hergroeperingsschakeling 10 verschijnen, kunnen derhalve worden gecorrigeerd. Alle infor-20 iuatiewoorden, dat wil zeggen Wq-W^, worden.aan de foutcompen-satieschakeling 11 toegevoerd, welke dient voor compensatie van een ongecorrigeerd gebleven, fout informatiewoord.
Een dergelijk informatiewoord wordt geïdentificeerd door zijn bijbehorende foutvlagsignaal, dat actief blijft. In dit ver-25 band wordt opgemerkt, dat indien de aan gecorrigeerde informatiewoorden toegevoegde foutvlagsignalen worden teruggesteld (bijvoorbeeld "1"--* "0")/ raag worden aangenomen, dat diè informatiewoorden waarvan de foutvlagsignalen actief blijven, ongecorrigeerde informatiewoorden vormen. Bij voor-30 keur bevat de foutcompensatieschakeling 11 interpolerende schakelingen, welke een juist oneven of even informatiewoord benaderen door interpolatie tussen aangrenzende even en oneven informatiewoorden. Indien bijvoorbeeld wordt aangenomen, dat het oneven informatiewoord ongecorrigeerd is gebleven, 35 hetgeen door het bijbehorende foutvlagsignaal wordtaangewezen, wordt een benadering van het juiste informatiewoord door de föafccompensatieschakeling 11 uitgevoerd door interpolatie 80 05 60 4 -17- tussen de aangrenzende even informatiewoorden W2 en . Dit wil zeggen dat de gemiddelde waarde van deze beide aangrenzende even informatiewoorden als benadering voor het informatie-woord wordt gebruikt. Op soortgelijke wijze wordt, indien 5 het informatiewoord Wg ongecorrigeerd blijft, een benadering daarvan gevormd door middelen tussen de aangrenzende oneven informatiewoorden W5 en W^. Het zal duidelijk zijn, dat indien ieder dergelijk informatiewoord wordt gevormd door een PCM-signaal dat een overeenkomstig analoog niveau weergeeft, 10 en dat indien dit analoge niveau betrekking heeft op een audiosignaal, het feit, dat het audiosignaal ten opzichte van zijn bemonsteringsfrequentie betrekkelijk langzaam van niveau verandert, een zeer goede benadering van het bemonsterde niveau mogelijk maakt door interpolatie tussen of middeling van 15 de beide ter weerszijden van het door een fout getroffen signaalniveau bemonsterde niveau's. Bij de hoorbaarmaking van .het aldus verkregen audiosignaal zal een dergelijke bemonste-ringscompensatie niet worden vastgesteld. Indien gewenst, kan een interpolatie van hogere orde worden toegepast ter 20 verkrijging van een betere benadering van het juiste informatiewoord.
De door de foutcompensatieschakeling 11 afgegeven juiste, eventueel gecorrigeerde en gecompenseerde informatiewoorden worden toegevoerd aan de 2N-l-kanaalomzetter 12 voor 25 terugomzetting van de in woordparallelvorm ontvangen informatie tot enkelkanalige informatie serievorm. Deze informatie in serievorm komt ter beschikking aan de uitgangsaansluiting 13 en komt althans tenminste nagenoeg geheel overeen met de oorspronkelijke informatie, welke aan de ingangsaansluiting 30 van de codeerinrichting volgens figuur 1 werd toegevoerd.
Uiteraard kan de in woordserievorm afgegeven informatie zowel als hitserie informatie of als bitparallel informatie worden afgegeven. Indien de hier beschreven inrichting wordt toegepast bij een registratie-inrichting voor opname van PCM-35 signalen, dienen de aan de uitgangsaansluiting 13 verschijnende PCM-signalen ter verkrijging van de oorspronkelijke audio- informatie in analoge signalen te worden terugomgezet. In dat O Λ Λ Γ β Λ Ζ -18- U-··* geval worden de in PCM-vorm opgenomen en/of overgedragen • audiosignalen herkregen.
Bij de voorgaande beschouwing is er van uitgegaan, dat de transmissie van voor foutcorrectie gecodeerde PCM-^ signalen plaats vindt door signaalopname in één enkel regis-tratiespoor van een geschikt registratiemedium. Indien gewenst, kan ieder transmissieblok echter in een aantal regis-tratiesporen worden opgenomen. Voorts is het mogelijk, dat multipele kanalen met PCM-signalen gelijktijdig worden geco-*0 deerd, bijvoorbeeld door middel van multipele coderingseenhe-aen, terwijl· ook multipele transmissieblokken gelijktijdig in een aantal registratiesporen kunnen worden opgenomen.
Verondersteld wordt nu, dat de door een inrichting volgens figuur 1 gecodeerde, digitale informatiewoorden ^ PCM-signalen zijn, welke op een magneetband 14A zijn opgenomen. Voorts wordt verondersteld, dat van een andere bron afkomstige, andere PCM-signalen op een magneetband 14B zijn opgenomen. Indien de op de beide magneetbanden opgenoraen informatie aan zodanige "editing" dient te worden onderworpen, 20 dat de op de magneetband 14B opgenomen informatie diê op de magneetband 14A dient op te volgen, bijvoorbeeld door de beide magneetbanden in een laspunt P (zie figuur 3A) aaneen te lassen, zal bij de uitlezing. van de op de aaneen gelaste magneetbanden opgenomen informatie een verdeling van even en 25 oneven informaties volgens figuur 3B. verschijnen. Voor eenvoud van begrip is figuur 3B zodanig uitgevoerd, dat de even informatiewoorden E„ en E. en de oneven informatiewoorden Oa en 0^ op de magneetbanden 14A en 14B in gescheiden registratiesporen zijn opgenomen. Het zal duidelijk zijn, dat de 30 oneven en even informatiewoorden in één enkel registratie-spoor als opeenvolgende transmissieblokken in woordserievorm zijn.opgenomen. Aangenomen wordt num dat het beginpunt van "editing" of laspunt P een vaststaande uitleeskop voor weer-gave van PCM-signalen op het tijdstip T bereikt. Figuur 3B 35 laat zien, dat voorafgaande aan het tijdstip T even en oneven 'informatiewoorden uit de magneetband 14A worden uitgelezen, 80 05 60 4
V
-19- f u—- ~ terwijl ook na het laspunt T volgende tijdstippen even en 9 oneven informatiewoorden uit de magneetband 14B worden uitgelezen. Als gevolg van de toepassing van de vertragingsschakeling 9 doet zich echter het verschijnsel voor, dat bij de uit-5 lezing van oneven informatiewoorden 0b uit de magneetband 14B de daarmede gelijktijdig passerende, even informatiewoorden worden gevormd door die even informatiewoorden Ea, welke uit de magneetband 14A zijn uitgelezen en over een duur van K tijdseenheden zijn vertraagd.
10 Indien nu uit de magneetband 14A of de magneetband 14B uitgelezen, juist of gecorrigeerd informatiewoord in het hierna volgende tussen wordt vermeld, geldt, aangezien de uitgelezen oneven informatiewoorden niet aan een vertraging door de üdecodeerinrichting volgens figuur 2 worden onderwor-15 pen, dat de voorafgaande aan het laspunt of -tijdstip Tg uitgelezen, oneven informatiewoorden de gedaante [Oa] hebben, terwijl de na het punt T volgende, oneven informatie de gedaante [Oj hebben? deze oneven informatiewoorden worden toegevoerd aan de foutcompensatieschakeling 11. Als gevolg van 20 de toepassing van de vertragingsschakeling 9 worden tot het bereiken van het vertraagde beginpunt Tg^ van "editing" juiste of gecorrigeerde, even informatiewoorden uit de
magneetband 14A uitgelezen? het genoemde "vertraagde” beginpunt van "editing" is over een duur van K tijdseenheden ten 25 opzichte van het eerder genoemde beginpunt of laspunt T
s vertraagd, zoals figuur 3C laat zien. Na het passeren van het vertraagde punt T ^ worden uit de magneetband 14B even informatiewoorden uitgelezen. Gedurende het interval •van het laspunt Tg tot het vertraagde beginpunt worden 30 derhalve uit beide magneetbanden 14A en 14B informatiewoorden uitgelezen. Tijdens dit interval bestaan derhalve gelijktijdig uit de magneetband 14A uitgelezen, even informatiewoorden [Ea] en uit de magneetband 14B uitgelezen, oneven informatie-35 woorden · Deze soorten informatiewoorden zijn uiteraard van verschillende bronnen afkomstig en coëxisteren (op de band) slechts als gevolg van de toepassing van de vertragings-schakeling 9.
80 05fiO k ► -20-
Het zal duidelijk zijn, dat der plaatse van het laspunt T evenals ter plaatse van het vertraagde beginpunt
S
Tsk verschillende fouten kunnen optreden. Voorts kan het optreden van dergelijke fouten in de nabijheid van de beide 5 genoemde punten worden verwacht. De desbetreffende bandge-deelten, welke voor het optreden van dergelijkè fouten in aanmerking komen, kunnen worden aangeduid door de gebieden Ts -<* tot Tg + oL en -«* tot Tg^ + <* . . In deze bandge-bieden of. gedeelten mag worden verwacht, dat het optreden van 10 fouten in de uitgelezen oneven en even informatiewoorden het foutcorrectievermogen van de foutcorrectiedecodeereenheden 8A en 8B te boven zal gaan. Meer in het bijzonder kan worden verwacht, dat in het rondom het laspunt T gelegen bandgebied 9'
vooral ongecorrigeerde oneven informatiewoorden zullen optre-15 den, terwijl in het rondom het vertraagde beginpunt gelegen bandgebied vooral ongecorrigeerde even informatiewoorden zullen voorkomen. Door het bandgebied rondom het laspunt T
9 worden echter juiste even informatiewoorden|jE ^aan de fout-compensatieschakeling 11 toegevoerd, terwijl door het rondom 20 het vertraagde beginpunt Tgk gelegen bandgebied juiste oneven informatiewoorden [0^] worden geproduceerd.
Voor de vertragingsduur K is een zodanige waarde gekozen, dat geen overlapping optreedt van de genoemde band-gebieden, waar een betrekkelijk groot aantal fouten is te 25 verwachten. Voorts wordt .opgemerkt, dat de bandlengte 2 van ieder van deze bandgebleden een positie is van de "uitgestrektheid" van de te verwachten fouten en van het foutcorrectievermogen van de gebruikte foutcorrectiecode.
iloals figuur 3D laat zien, worden uit de magneet-30 band 14A uitgelezen, juiste even informatiewoorden 0Ε_Ί aan de foutcompensatieschakeling 11 toegevoerd totdat op de magneetband het punt (Ts^ -C<1) is bereikt. Gedurende het interval van (Tg -°0 tot (Tsk -<*) kunnen geen juiste oneven informatiewoorden uit de magneetband 14A worden uitgelezen.
35 De foutcompensatie 11 compenseert voor dergelijke onjuiste oneven informatiewoorden door interpolatie tussen aangrenzende even informatiewoorden(Ea3 teneinde op die wijze te komen 80 0 5 60 4 -21- tot bij benadering juiste oneven informatiewoorden 0'a. Door de inrichting volgens figuur 2 kunnen tot het bereiken van het punt (T * - CC) juiste even en oneven informatiewoorden ΓE Ίen 0* worden uitgelezen. Van het punt (T_ -X) tot het 5 punt (Tgk — oC) kunnen juiste even informatiewoorden £ε&][ uit de magneetband 14A worden uitgelezen, doch dienen gecompenseerde of bij benadering juiste oneven informatiewoorden 0' te worden gevormd.
Op soortgelijke wijze kunnen vanaf het punt 10 (Tg +cO juiste oneven informatiewoorden uit de band 14B worden afgelezen en aan de foutcompensatieschakeling 11 worden toegevoerd.. Vanaf het punt (T +oc) tot aan het punt (T ^ + X) worden echter onderjuiste even informatiewoorden uit de band 14B verkregen, zodat de foutcompensatieschake-15 ling 11 dan bij benadering juiste even informatiewoorden E.’k dient te vormen door interpolatie tussen aangrenzende juiste oneven informatiewoordenDeze bij benadering juiste of gecompenseerde even informatiewoorden E'b zijn weergegeven in figuur 3E. Vanaf het punt (T ^ +cl) , dat wil 20 zeggen na het passeren van het vertraagde bandgedeelte 'met een groot aantal fouten, kunnen uit de magneetband 14B weer juiste even en oneven informatiewoorden en worden uitgelezen.. Uit- figuur 3C komt naar. voren, dat vanaf het laspunt T of het beginpunt van "editing" niet langer oneven 25 informatiewoorden uit de magneetband 14A worden uitgelezen, üp soortgelijke wijze worden vanaf het vertraagde beginpunt Tgk niet langer even informatiewoorden uit de magneetband 14A afgeleid. Van het punt (Tg +<x) tot het punt (Τ3^ -CC) worden steeds gelijktijdig juiste even informatiewoorden 30 'EaJuit de magneetband 14A en juiste oneven informatiewoorden -Ob] uit de magneetband 14B uitgelezen. In dit gebied worden bovendien bij benadering, dat wil zeggen door interpolatie gevormde, oneven informatiewoorden O' uit de magneetband 14A verkregen, evenals bij benadering juiste, dat wil zeggen 35 door interpolatie verkregen, even informatiewoorden E'^, welke de informatie van de magneetband 14B representeren.
In dit magneetbandgebied tussen de punten (T + ft) en — 80 05 60 4 -22- U-*·- (^sk “ ^ ' waarin informatie uit beide magneetbandennvoort-komt, verdient het aanbeveling de van de beide banden afkomstige informatie geleidelijk' te mengen. Meer in het bij-zonder verdient het aanbeveling om de uit de magneetband 14A 5 afkomstige informatie geleidelijk te verzwakken en gelijktijdig de uit de magneetband 14B afkomstige informatie geleidelijk de overhand, te laten krijgen. Deze bewerking wordt wel aangeduid als "cross-fading"; een daartoe- geschikte inrichting kan met de uitgangsaansluiting 13 (zie figuur 2 worden 10 gekoppeld ter verkrijging van een geleidelijke overgang, binnen het tussen de beide genoemde punten (T +<X ) en (Tgk -cx·) 9‘elegen bandgebied, vanuit de magneetband 14A afkomstige PCM signalen naar uit de magneetband 14B afkomstige PCM signalen. Een dergelijke "cross-fading" maakt eventuele 15 discontinuïteit, welke anders eventueel in de omgeving van het punt T in de signalen zouden kunnen optreden, zo klein mogelijk. Toepassing van "cross-fading" heeft tot gevolg, dat een audiosignaal wordt verkregen, waarvan de storing als gevolg van door de "editing" van de beide magneetbanden 14A 20 en 14B veroorzaakte discontinuïteiten zo goed als onmerkbaar XS ·
Aan de hand van figuur 4 zal een uitvoeringsvorm van een foutcorrectiecodeereenheid -worden beschreven, welke als eenheid 4A en als eenheid 4B bij de inrichting volgens 25 figuur 1 kan. worden toegepast. Figuur 4 toont tevens een uit- . voeringsvorm van een even/oneven-verdelingsschakeling 3 welke, zoals in-figuur 4 is weergegeven, kan bestaan uit op geschikte wijze gegroepeerde geleiders voor doorkoppeling van de even informatiewoorden SWq en SW2 naar een bovenste 30 groep uitgangen en van de oneven informatiewoorden SY^ en SW3 naar de onderste groep uitgangen. Bij wijze van voorbeeld wordt aangenomen, dat ieder transmissieblok uit vier informatiewoorden is samengesteld. Uiteraard kan desgewenst een willekeurig aantal 2N informatiewoorden met M foutcorrectie-35 woorden tot een transmissieblok worden gecombineerd.
Indien het nummer van ieder transmissieblok wordt weergegeven als n ( n= I, 2, 3, ...), dan zal een 80 0 5 60 4 • -23- U-.*' sequentie van even informatiewoorden W^n de even informatie-v/oorden SWQ vertegenwoordigen, terwijl een sequentie van informatiewoorden W4n+2 de even informatiewoorden SW2 vertegenwoordigt, een sequentie van oneven informatiewoorden 5 W4n + ^ de oneven informatiewoorden SW^ vertegenwoordigt en een sequentie van oneven informatiewoorden W4n + ^ de even informatiewoorden SW3 vertegenwoordigt. Voor het transmissie- ’ blok bo ( n= 0) wordt SWQ derhalve vertegenwoordigd door het even informatiewoord Wq, wordt het blok SW2 vertegenwoordigd 10 door het even informatiewoord W2, het blok SW^ door het oneven informatiewoord en het blok SW^ door het oneven informatiewoord W^. De oneven informatiewoorden SW^ en SW^ worden respectievelijk door vertragingsschakelingen 5^ en 52 vertraagd over een duur van K tijdseenheden. De onvertraagde 15 even informatiewoorden worden toegevoerd aan de foutcorrec-tiecodeereenheid 4A, terwijl de vertraagde oneven informatiewoorden aan de foutcorrectiecodeereenheid 4B worden toegevoerd.
Zoals figuur 4 laat zien, vertonen de beide fout-20 correctiecodeereenheden-4A en 4B nagenoeg een zelfde uitvoering, zodat ook de zelfde verwijzingssymbolen voor aanduiding van de respectievelijk overeenkomstige componenten van de beide eenheden zijn gebruikt. Een pariteitswoordgenerator 15 die bij de hier beschreven uitvoeringsvorm de gedaante van 25 een exclusieve of -poortschakeling heeft, krijgt opeenvolgende bits van de informatiewoorden SWq en SW2 toegevoerd voor vorming van., een pariteitswoord daaruit. Dit pariteits-woord wordt weergegeven als een P-pariteitswoord; de pariteitswoordgenerator 15 heeft in. reactie op de even informa-30 tiewoorden een sequentie van P-pariteitswoorden p4n af, en in reactie op de oneven informatiewoorden een door de sequentie P4n + ^ weergegeven oneven P-pariteitswoord. De even informatiewoorden W^n en 2 vormen tezamen met het even P-pariteitswoord P^n een P-deelblok. Op soortgelijke wijze 35 vormen de oneven informatiewoorden W^n + ^ en W^n + 3 tezamen met het oneven P-pariteitswoord P4n + ^ een oneven P-deelblok.
De verschillende informatiewoorden, dat wil zeggen zowel de 80 05 60 4 -24- u— ~ eigenlijke informatiewoorden als de pariteitswoorden, van ieder P-deelblok worden verweven door middel van vertragingsschake— lingen 16^ en 162* Daarbij wordt het even informatiewoord W4n niet vertraagd, het even informatiewoord W4n + 2 wordt 5 door de vertragingsschakeling 16^ over de duur van d tijdseenheden vertraagd, en het P-pariteitswoord· P4n wordt door de vertragingsschakeling 162 over de duur van 2d tijdseenheden vertraagd. Op soortgelijke wijze wordt in de oneven foutcorrectie-codeereenheid 4B het oneven informatiewoord W4n + ^ niet ver-10 traagd, het oneven informatiewoord W4n + ^ ^oor een vertragingsschakeling 16^ over de duur van d tijdseenheden vertraagd en het P-pariteitswoord P4n + ^ door de vertragingsschakeling I62 over de duur van 2d tijdseenheden vertraagd.
De informatiewoorden van ieder P-deelblok worden derhalve zo-15 danig selectief vertraagd, dat een verweven (interleaved) P-deelblok wordt verkregen. Meer in het bijzonder bestaat het even verweven P-deelblok uit de even informatiewoorden W4n en W4(n - d) + 2 en het P-pariteitswoord P4(n _ 2d). Op soortgelijke wijze bestaat het oneven verweven P-deelblok 20 uit de informatiewoorden W4n + ^ en W4n (n - &) + 3 en P-pariteitswoord *4(n _ 2d) + 1.
Ieder verweven P-deelblok wordt voorts gecodeerd, waarbij in reactie op ieder informatiewoord, dat het verweven P-deelblok bevat, een verder pariteitswoord wordt gevormd.
25 Heer in het bijzonder wordt in de foutcorrectiecodeereenheid 4A door een andere pariteitswoordgenerator 18, welke bij de hier beschreven uitvoeringsvorm de gedaante van een exclusieve OF-poortschakeling heeft, uit de daaraan toegevoerde, verweven informatiewoorden van het even P-deelblok een Q-pariteitswoord gevormd. Dit Q-pariteitswoord wordt weergegeven door Q4n· Op soortgelijke wijze wordt in de foutcorrectiecodeereenheid 4D door een Q-pariteitswoordgenerator 18 uit de daaraan toegevoerde, verweven informatiewoorden van het oneven P-deelblok het Q-pariteitswoord Q4n + 1 gevormd. De verweven 35 woorden van het even P-deelblok vormen, tezamen met het daaruit épevormde even Q-pariteitswoord een even Q-deelblok, waarvan 80 05 60 4 > -25- t de verschillende woorden weer door selectieve vertraging met elkaar worden verweven. Op soortgelijke wijze vormende in-formatiewoorden van het oneven verweven P-deelblok tezamen met het daaruit gevormde Q-pariteitswoord een oneven Q-deel-5 blok, waarvan de woorden weer door selectieve vertraging met elkaar worden verweven. Meer in het bijzonder is in het even Q-deelblok het even informatiewoord W^n niet vertraagd, terwijl het even informatiewoord ^ + 2 cloor de vertra- gingsschakeling 17^ over een duur van. (D - d) tijdsenheden 10 wordt vertraagd, waardoor het even informatiewoord ontstaat. Het P-pariteitswoord P^n _ 23) wor^t door de vertra-gingsschakeling 1?2 over de duur van 2(D - d) tijdseenheden vertraagd tot het vertraagde P-pariteitswoord _ 2d)*
Tenslotte wordt het Q-pariteitswoord Q4n door de vertragings-15 schakeling 17^ over een duur van 3(D - d) tijdseenheden vertraagd tot het vertraagde Q-pariteitswoord Q4(n _ 3^ + 3^)·
Deze selectieve vertraging van de woorden van het even Q-deelblok leidt tot verweving van deze woorden, resulterende in een even verweven Q-deelblok, dat bestaat uit de even in-20 formatiewoordsequenties SWg en SW^/· de even P-pariteitswoord sequentie SP-^g en de even Q-pariteitswoordsequentie SQ-^g.
Het zal duidelijk zijn, dat in de foutcorrectie-codeereenheid 4B de tot het oneven Q-deelblok behorende woor-cen respectievelijk door de vertragingsschakelingen 17^, 172 25 en 17g zodanig selectief worden vertraagd, dat een oneven verweven Q-deelblok wordt verkregen, dat bestaat uit de oneven informatiewoordsequenties SW^ en SW^, respectievelijk voorgesteld door de oneven informatiewoorden ^4(n . + 1 en W4( n - D. - K) +3 ' de p_Pariteitswoordsequentie SP^, 30 weergegeven door ^4 (n _ 2d - K) +1 r en Q“Pari>teits·' woordsequentie SQ.^, weergegeven door Q4^ + 35 - k) + 1*
In deze uitdrukkingen geldt K ?O y d en voorts K?3(D - d) .
Samenvattend kan worden gesteld, dat ieder even 35 verweven Q-deelblok bestaat uit twee even informatiewoorden, behorende tot de sequenties SWg en SW^ 2 , en uit twee pari-reitswoorden, te weten een P-pariteitswoord behorende tot 80 05 60 4 -26- de sequentie SP1Q en een Q-pariteitswoord behorende tot de sequentie SQ^q. Op soortgelijke wijze bestaat ieder oneven verweven Q-deelblok uit twee oneven informatiewoorden, behorende tot de sequenties SVl1 en SW.^, en uit twee pariteits-5 woorden, te weten het P-pariteitswoord van de sequentie SP^ en het Q-pariteitswoord van de sequentie SQ^. De respectievelijke informatiewoorden van ieder Q-deelblok zijn met elkaar verweven, dat wil zeggen zijn van in de tijd ten opzichte van elkaar verschoven woorden afgeleid, De genoemde even 10 en oneven verweven Q-deelblokken worden toegevoerd aan de foutdetectiecodegenerator 6, welke bij de in figuur 4 weergegeven uitvoeringsvorm als een CRC-woordgenerator is uitgevoerd. De verweven informatie- en foutcorrectiewoorden, dat wil zeggen de pariteitswoorden, worden derhalve gebruikt voor 15 vorming van een cyclische-redundantiecontrolecodewoord of CRC-codewoord. Dit CRC-codewoord wordt tezamen met de verweven woorden van de oneven en even Q-öeelblokken en voorts met een niet in de tekening weergegeven synchronisatiewoord gecombineerd 'tot één transmissieblok. Zoals reeds is opgemerkt ^ , vindt de overdracht van een dergelijk transmissieblok bij voorkeur in woordserievorm plaats; na verdere modulatie wordt het transmissieblok aan een vaststaande magneetkop voor opname van PCM-signalen toegevoerd. Daarbij kan ieder woord desgewenst in bitserievorm of in bitparallelvorm worden opgeno-25 men.
In plaats van de uitvoeringsvorm volgens figuur 4 kan ook die volgens figuur 5 worden gebruikt. De uitvoeringsvorm volgens figuur 5 komt grotendeels met die volgens figuur 4 overeen, doch de voor vertraging over een duur van K-tijds-30 eenheden van het oneven verweven Q-deelblok dienende vertra-gingsschakelingen zijn bij. de uitvoeringsvorm volgens figuur 5 met de uitgang in plaats van met de ingang van de foutcor-rectiecodeereenheid 4B gekoppeld. Als gevolg daarvan vertraagt de vertragingsschakeling 5.^ de tot de sequentie 35 behorende, oneven informatiewoorden, vertraagt de vertragingsschakeling 5j de tot de sequenties SW^ behorende, oneven informatiewoorden, vertraagt de vertragingsschakeling 5, de 80 05 60 4 ' -ί I—' -27- tot de sequentie SP.^ behorende P-pariteitswoorden en vertraagt de schakeling 5^ de tot de sequentie SQ.^ behorende Q-pariteitswoorden. Desalniettemin zijn de door de uitvoeringsvormen volgens de figuren 4 en 5 afgegeven, even en on-5 even verweven Q-deelblokken volledig identiek. Bij beide uitvoeringsvormen worden de even informatiewoorden met even P-pariteitswoorden en Q-pariteitswoorden verweven, terwijl de oneven informatiewoorden met de oneven P-pariteitswoorden en Q-pariteitswoorden’ worden verweven, terwijl alle oneven woor-10 den over een duur van K-tijdseenheden ten opzichte van de even woorden van een transmissieblok zijn vertraagd.
Bij de uitvoeringsvormen volgens de figuren 4 en 5 is de foutdetectiecorrectiegenerator 6 als een CRC-codewoord- ' generator uitgevoerd. Het zal duidelijk zijn, dat de CRC-15 code slechts een voorbeeld vormt van de verschillende soorten foutdetectiecode, welke bij de onderhavige uitvinding kunnen worden toegepast. Bij de CRC-code worden de tot één enkel transmissieblok behorende acht informatiewoorden als een polynoom in GE(2) uitgedrukt, hetgeen een veld volgens Galois 20 vormt; deze polynoom wordt door een bepaalde opwekkingspoly-noom gedeeld ter verkrijging van een rest, welke als CRC-code-woord aan het transmissieblok wordt toegevoerd. Bij ontvangst van een dergelijk transmiss.ieblok, of bij de uitlezing daarvan uit een registratiemedium, wordt uit de uitgelezen infor-25 matie- en CRC-woorden een polynoom gevormd, dat door de zelfde opwekkingspolynoom als bij de CRC-generator wordt gebruikt. Indien uit deze deling geen rest overblijft, wordt geconcludeerd, dat het desbetreffende transmissieblok geen fout bevat, indien daarentegen wel een rest overblijft, bevat het trans-30 missieblok tenminste ëén fout. Gewoonlijk wordt bij een CRC-decodeereenheid in geval detectie van een fout in een transmis sieblok een aan ieder informatiewoord toegevoegde foutvlag geactiveerd. Desgewenst kan de in aanvraagster1 s Amerikaanse octrooiaanvrage 31.030 van 18 april 1979 beschreven techniek 35 worden gevolgd; in de desbetreffende aanvrage zijn bepaalde foutieve woorden beschreven.
Indien wordt verondersteld, dat K = 55, D = 16 80 05 60 4 -28- en d = 2, dan zal voor ieder transmissieblok |n (n = -1, 0/ 1, ... 55) gelden, dat de door de foutcorrectiecodeereenheden 4A en 4B afgegeven informatiewoorden SWq, SW12, SP-^q, SQ1Q, SW1, Sï*^, S?^ en SQ1 ^ welke ieder transmissieblok 5 vormen, uit oneven en even informatiewoorden en uit pari-teitswoorden bestaan, zoals 'in de tabel volgens figuur 6 is weergegeven. Zo worden bijvoorbeeld in het transmissieblok #0 de PCM-informatiewoorden Wq, W_g2, W-219 en W-28l teza“ men met de pariteitswoorden P^-^g, ^'-168' ^-347 en ^-387 ' 10 overgedragen. Tezamen met deze informatiewoorden wordt tevens een geschikte CRC-codewoord en een synchronisatiewoord overgedragen. De overdracht van alle woorden vindt in woordserievorm plaats- voor opname op een geschikt registratiemedium. Figuur 7 toont de in woordserievorm overgebrachte 15 woorden van het transmissieblok #0 (n = 0).
Figuur 8 toont het blokschema van een uitvoeringsvorm van een decodeereenheid, welke kan worden gebruikt voor herwinning van de informatiewoorden, die in gecodeerde vorm door de codeereenheid volgens figuur 4 worden afgegeven 20 of uit een registratiemedium worden uitgelezen. De eenheid volgens figuur 8 bevat een CRC-controleschakeling 7; het schema volgens figuur 8 toont tevens een meer gedetailleerd schema van twee foutcorrectiedecodeereenheden 8A en 8B. Aangenomen wordt, dat een opgenomen of overgedragen trans-25- missieblok in woordserievorm wordt ontvangen of uitgelezen, waarna de seriewoorden zodanig worden omgezet, dat zij als een aantal woorden in parallelle vorm.ter beschikking komen. Meer in het bijzonder worden het even verweven Q-deelblok met de even informatiewoordsequenties SWq en SW12, p“ 30 pariteitswoordsequentie SP^ en de Q-pariteitswoordsequentie SQ10 in woordparallellevorm toegevoerd; het oneven verweven Q-deelblok met de oneven informatiewoordsequentiess SW^ en SW12* de oneven P-pariteitswoordsequentie SP11 en de oneven Q-pariteitswoordsequentie worden eveneens in woord- 35 parallellevorm toegevoerd. Bovendien wordt het CRC-codewoord gefourneerd.
80 05 60 4 * -29-
Al deze informatiewoorden worden toegevoerd aan de CRC-con-troleschakeling 7 voor detectie van fouten in het ontvangen transmissieblok. Indien de aanwezigheid van een dergelijke fout in het transmissieblok wordt vastgesteld op de in het 5 voorgaande beschreven of op de in aanvraagster's Amerikaanse octrooiaanvrage 31-030 van 18 april 1979 beschreven wijze wordt een aan alle of aan enige geselecteerde informatiewoor-uen toegevoegd foutvlagsignaal geactiveerd. De desbetreffende foutvlagsignalen of foutvlaggen zijn in figuur 8 met een 10 gebroken lijn aan de uitgang van de CRC-controleschakeling weergegeven. De verweven informatiewoorden van het even Q-deélblok worden tezamen met hun bijbehorende foutvlagsigna-len toegevoerd, aan een foutcorrectiedecodeereenheid 8A, terwijl de verweven informatiewoorden van het oneven Q-deelblok 15 tezamen met hun respectievelijk bijbehorende foutvlagsignalen aan de foutcorrectiedecodeereenheid 8B worden toegevoegd.
De verweven informatiewoorden van het even Q-tïeelblok worden door de ver tr agings schakelingen 19^, ^2 en 192 selectief zodanig vertraagd, dat zij "ontweven" (di-20 interleaved) worden. De door de vertragingsschakelingen 19^-19^ teweeg gebrachte vertragingsduren zijn invers gerelateerd aan de door de vertragingsschakelingen 17^-17^ van de foutcorrectiecodeereenheid 4A teweeg gebrachte vertragingsduren. De tot de sequentie SWq behorende, even informatie-25 woorden, welke in de codeereenheid geen vertraging hebben ondergaan, worden door de vertragingsschakeling 19^ aan de grootste vertragingsduur ter waarde 3(D - d) onderworpen.
De even informatiewoorden van de sequentie SW.^ worden door de vertragingsschakeling 192 aan een vertragingsduur van 30 2(D - d) onderworpen. De tot de sequentie SP^q behorende P-pariteitswoorden worden door de vertragingsschakeling 19^ aan een vertragingsduur ter waarde (D - d) onderworpen. De Q-pariteitswoorden van de sequentie SQ-^q, welke door de codeereenheid 4A aan de vertraging van grootste duur waren 35 onderworpen, worden door de decodeereenheid 8A niet aan enige vertraging onderworpen. De vertragingsschakelingen 1919^ dienen derhalve voor "ontweving" van de informatiewoorden 80 05 60 4 -30- t—’ van het even Q-deelblok. Deze ontweven informatiewoorden worden respectievelijk als sequenties SW1Q, SW1Q2, S?1Q0 en SQl0 aan de Q-pariteitsdecodeereenheid 20 toegevoegd. Deze infor-matiewoorden vertonen althans tenminste nagenoeg de zelfde 5 tijdsrelatie als de in de codeereenheid 4A aan de pariteits-woordgenerator 18 toegevoegde informatiewoorden.
Bij de foutcorrectiedecodeereenheid 8B vervullen de ver tr agings schakelingen 19^19^ de zelfde functie als in de decodeereenheid 8A, dat wil zeggen die van ontweving van 10 de informatiewoorden van het oneven Q-deelblok. Deze ontweven informatiewoorden, bestaande uit oneven informatiewoorden van de sequenties SW^ en sw;lq3' tot sequentie SP^^ behorende, oneven P-pariteitswoorden en de tot sequentie SQ^. behorende, oneven Q-pariteitswoorden, worden aan de Q-pariteits-15 decodeereenheid 20 toegevoerd in althans tenminste nagenoeg de zelfde tijdsrelatie als waarmede in de codeereenheid 4B de informatiewoorden aan de Q-pariteitswoordgenerator 18 zijn toegevoerd.
De Q-pariteitsdecodeereenheden voeren een fout-20 correctiedecodering uit voor correctie van diè door een fout getroffen informatiewoorden, waarvan de respectievelijk bijbehorende foutvlagsignalen daartoe aanwijzing geven. De tot de sequenties SW1Q, SW102, SP10Q en SQlQ behorende, ontweven informatiewoorden, welke aan de Q-pariteitsdecodeereenheid 20 25 van de foutcorrectiedecodeereenheid 8A worden toegevoerd kunnen bijvoorbeeld de gedaante hebben van de informatiewoorden W4(n - 3D + 3d)' W4(n - 3D + 2d) + 2 ' *4(n - 3D + d) en ^4(n - 3D + 3d)' deze ixiförmatie wordt door modulo 2-optel- ling gesommeerd ter verkrijging van een syndroom, dat vervol-gens wordt gebruikt voor correctie van de fouteninformatie van het Q-deelblok. Wanneer een door een fout getroffen woord wordt gecorrigeerd, wordt het bijbehorende foutvlagsignaal ongedaan gemaakt. Aangezien de foutvlagsignalen via de zelfde vertragingsschakelingen 19^193 als de informatiewoorden ter beschikking komen, zullen de ontweven informatiewoorden steeds vergezeld gaan van hun bijbehorend foutvlagsignaal, dat is geactiveerd of ongedaan gemaakt in afhankelijkheid van het 80 0 5 60 4 c -31- * U—· ‘ feit of zich in het transmissieblok, waartoe het desbetreffen-ue informatiewoord behoorde, een fout is gedetecteerd. Op soortgelijke wijze voert de Q-pariteitsdecodeereenheid 20 van de decodeereenheid 8B correctie van foutieve informatiewoorden 5 uit, waarbij de respectievelijk aan dergelijke woorden toegevoegde foutvlagsignalen ongedaan gemaakt worden.
Het is mogelijk, dat de tot de Q-deelblokken behorende informatiewoorden, welke aan de Q-pariteitsdecodeereen-heden van de eenheden 8A en 8B worden toegevoerd, fouten be-10 vatten, welke het foutcorrectievermogen van de decodeereenheden te boven gaan. In dat geval zullen êên of meer aan de uitgang van de even of oneven Q-pariteitsdecodeereenheid verschijnende informatiewoorden ongecorrigeerd, dat wil zeggen . onjuist blijven. Het zal duidelijk zijn, dat de aan de uit-15 gang van een Q-pariteitsdecodeereenheid verschijnende infor-matiewoorden een verweven P-deelblok vormen. De aan de uitgang van de Q-pariteitsdecodeereenheid van de foutcorrectie-decodeereenheid 8A verschijnende informatiewoorden vormen een even verweven P-deelblok; de aan de uitgang van de Q-pariteits-20 decodeereenheid 20 van de foutcorrectiedecodeereenheid 8B verschijnende informatiewoorden vormen een oneven verweven P-deelblok. Een of meer van de tot deze verweven P-deelblok-ken behorende informatiewoorden kan een fout bevatten, hetgeen wil zeggen, dat de desbetreffende informatiewoorden niet 25 door de Q-pariteitsdecodeereenheid zijn gecorrigeerd. De verweven informatiewoorden van het P-deelblok worden door de vertragingsschakelingen 2^ en 212 ontweven. Deze vertra-gingsschakelingen brengen vertragingen met duren van respec-tievelijk:2d en d teweeg, welke invers zijn gerelateerd aan de 30 door de vertragingsschakelingen 161 en 162 van de foutcorrec-tiecodeereenheden teweeg gebrachte vertragingsduren. Het zal duidelijk zijn, dat het aan de vertragingsschakeling 2^ van de decodeereenheid 8A toegevoerde, even informatiewoord het woord W4+ 23) is en dat de vertragingschakeling 21^ 35 het vertraagde informatiewoord W4-3^+3) afgeeft. Op soortgelijke wijze wordt door de vertragingsschakeling 212 het informatiewoord W4(n _ 3$ + + 2 vertraagd tot het
η λ Λ c c Λ L
32- U-'- 3 woord 3χ) + cl) + 2’ De even informatiewoorden en het even P-pariteitswoord, welke aan de P-pariteitsdecodeereen-heid 22 worden toegevoerd, verkeren derhalve in de juiste tijdsrelatie met elkaar en worden gevormd door de woorden *W4(n - 3D + a>' W4(n - 3D + d)' en P4(n - 3D + d>’ In her’ Γ.5 innering wordt gebracht, dat deze even informatie- en P-pari- teitswoorden het P-aeelblok vormen.
De P-pariteitsdecodeereenheid 22 werkt op soortgelijke wijze als de Q-pariteitsdecodeereenheid 20. Dit wil zeggen, dat de aan de decodeereenheid toegevoerde informatie-10 en P-pariteitswoorden worden gesommeerd ter verkrijging van een syndroom, dat wordt gebruikt voor correctie van die informatiewoorden, waarvan een fout is gedetecteerd. De aan deze gecorrigeerde informatiewoorden toegevoegde foutvlag-signalen worden daarbij ongedaan gemaakt of teruggesteld.
15 De aan de uitgangen van de P-pariteitsdecodeer- eenheid 22 verschijnende, gecorrigeerde even informatiewoorden worden door de vertragingsschakelingen 9^ en 92 met ieder een vertragingsduur K vertraagd. De even informatiewoorden, welke aan de uitgangen van de vertragingsschakelingen 9·^ en 20 92 verschijnen, vertonen de zelfde tijdsrelatie als de gecorrigeerde oneven informatiewoorden, welke aan de uitgangen van de P-pariteitsdecodeereenheid 22 verschijnen. De even/on-even-hergroeperingsschakeling 10 hergroepeert de informatiewoorden, dat wil zeggen brengt ze in de juiste volgorde 25 W4n, w4n + χ, W4n + 2 en W4n + 3. De hergegroepeerde, gecorrigeerde informatiewoorden worden vervolgens aan de foutcompen-satieschakeling 11 volgens figuur 8 toegevoerd, welke een interpolerende schakeling 11' bevat voor compensatie (door middel van de hiervoor beschreven interpolatie) van de on-30 gecorrigeerde informatiewoorden. Indien bijvoorbeeld het even informatiewoord W4n + 2 ongecorrigeerd blijft, hetgeen blijkt uit het feit, dat het daaraan toegevoegde foutvlagsignaal niet is teruggesteld, zal een benaderde waarde voor dit informatiewoord worden verkregen door interpolatie tussen de aangrenzen- 35 de oneven informatiewoorden W. . , en W, t ^ 4n +1 4n + 3.
80 05 60 4 -33- L-—'
Uit de voorgaande beschrijving komt naar voren, uat indien de CRC-controleschakeling 7 een zodanige fout in een ontvangen transmissieblok detecteert, dat alle foutvlag-signalen van de tot het blok behorende informatiewoorden ge-5 activeerd zijn, het zeer waarschijnlijk is, dat in het door de vertragingsschakelingen 19^-19^ aan de Q-pariteitsdeco-aeereenheid 20 toegevoerde, ontweven Q-deelblok nog slechts één foutvlagsignaal in geactiveerde toestand zal verkeren. Zelfs indien meer dan één geactiveerd foutvlagsignaal aan de 10 ontweven informatiewoorden van het Q-deelblok wordt toegevoerd, is het zeer waarschijnlijk, dat nog slechts één foutvlagsignaal in het door de vertragingsschakeling 21^ en 21^ en de P-pariteitsdecodeerechakeling 22 toegevoerde, ontweven P-deelblok zal functioneren. Door gebruikmaking van een 15 verwevingscode wordt de waarschijnlijkheid, dat ongecorrigeerde fouten overblijven, dat wil zeggen fouten welke het fout-correctievermogen van de pariteitsdecodeereenheden te boven gaan, tot een minimum teruggebracht.
Bij de uitvoeringsvorm volgens figuur 8 zijn de 20 vertragingsschakelingen 91 en 92 achter de foutcorrectiede-codeereenheid 8A opgenomen voor het ongedaan maken van de vertraging, welke eerder door de vertragingsschakeling 5^ en 52 volgens figuur 4 of door de vertragingschakelingen 5^-5^ volgens figuur 5 teweeg gebracht was. Het is echter ook .25 mogelijk, dat dergelijke vertragingsschakelingen voor de decodeereenheid 8A worden opgenomen, zoals in figuur 9 is weergegeven; daarbij worden de tot het. even verweven Q-deelblok van het ontvangen transmissieblok behorende informatiewoorden vertraagd.
30 Indien bij de uitvoeringsvorm volgens figuur 8 wordt verondersteld, dat, juist zoals bij het eerder beschreven voorbeeld, K = 55, D * 16 en d = 2, dan zullen voor een transmissieblok ^n (n = 42, 43 ... 50,51) de opeenvolgende sequenties SW1Q, SW1Q2, spioo en S^10' wel^e aan Q-pa^i-35 teitsdecodeereenheid van de foutcorrectiedecodeereenheid 8A worden toegevoerd, en de sequenties SW^, SP^^ en SQii, welke aan de Q-pariteitsdecodeereenheid van de
OA AC Ct Λ A
-34- foutcorrectiedecodeereenheid 8B worden toegevoerd, worden gevormd door de respectievelijk in figuur 10 weergegeven infor-matiewoorden. De horizontale gebroken lijnen, welke de even informatiewoorden verbinden, vertegenwoordigen daarbij even 5 ontweven Q-deelblokken, terwijl de gebroken horizontale lijnen, welke de oneven informatiewoorden met elkaar verbinden, de oneven ontweven Q-deelblokken vertegenwoordigen. Dit wil zeggen, dat bij ontvangst van het transmissieblok $42 de aan de Q-pariteitsdecodeereenheid 20 toegevoerde, even 10 informatiewoorden worden gevormd door de informatiewoorden Wq en het P-pariteitswoord P_^g en het Q-pariteitswoord
Qq. Bij ontvangst van dit transmissieblok $42 zijn de aan de oneven Q-pariteitsdecodeereenheid geleverde informatiewoorden de oneven informatiewoorden W_219 en W_22J-, het oneven P-pari-15 teitswoord Ρ_22^ en oneven Q-pariteitswoord Q_219·
De in figuur 10 schuinverlopende, volle lijnen tussen twee informatiewoorden en één P-pariteitswoord vertegenwoordigen de ontweven P-deelblokken, welke aan de P-pari-teitsdecodeereenheid 22 worden toegevoerd. Bij ontvangst van 20 het transmissieblok =46 ontvangt de even P-pariteitsdecodeer-eenheid.de even informatiewoorden Wg en W2, die aan de uitgangen van de even Q-pariteitsdecodeereenheid zijn verschenen bij ontvangst van de transmissieblokken $42 en $44, en voorts het P-pariteitswoord Pg, dat aan de uitgang van de even 25 Q-pariteitsdecodeereenheid is verschenen bij ontvangst van het transmissieblok $46. In het laatstgenoemde geval ontvangt de oneven P-pariteitsdecodeereenheid de oneven informatiewoorden W_21g en w_217 ket oneven P-pariteitswoord P_219 130 0 5 60 4 - 35 - u-~-
Uit de tabel volgens figuur 10 komt naar voren*, dat ieder informatiewoord en ieder P-pariteitswoord behoort tot twee deelblokken, te weten een Q-deelblok en een P-deelblok» Deze pariteitsdeelblokken zijn onafhankelijk van elkaar, zodat 5 zelfs/bl^èSSbeeld het Q-deelblok een door een fout getroffen woord bevat, welke fout niet kan worden gecorrigeerd, het desbetreffende woord desalniettemin in het bijbehorende P-deel-blok kan worden gecorrigeerd. Ter verduidelijking van deze stelling kan bijvoorbeeld worden uitgegaan van de weinig waar-10 schijnlijke situatie, dat de woorden W^g, en Pq van het even Q-deelblok, dat ook het Q-pariteitswoord Qg bevat, ieder een fout vertonen. Voorts wordt verondersteld, dat de drie door een fout getroffen woorden het foutcorrectievermogen van de Q-pariteitsdecodeereenheid te boven gaan. Ondanks deze ver-15 ondersteld zeer ongunstige situatie geldt dan, dat indien de P-pariteitswoorden Pg en P!6 evenals de informatiewoorden Wg en W^2 juist zijn, waarbij deze woorden tot verschillende Q-deelblokken behoren, de' door een fout getroffen informatiewoorden W^g en W^q desondanks door de P-pariteitsdecodeer-20 eenheid kunnen worden gecorrigeerd. Meer algemeen geldt voorts, dat de vier tot een bepaald Q-deelblok behorende informatiewoorden in verwevingsrelatie tot elkaar worden geregistreerd of overgedragen, zodat de waarschijnlijkheid, dat twee of meer van dergelijke informatiewoorden van een zelfde, verweven 25 Q-deelblok een fout vertonen, gering is.
De beschreven werkwijze, volgens welke informatiewoorden en foutcorrectiewoorden met elkaar worden verweven, zodanig, dat ieder informatiewoord wordt opgenomen in twee onafhankelijke informatiedeelblokken, kan worden aangeduid 30 als "cross-interleave"; het zal duidelijk zijn, dat door toepassing van deze werkwijze een zeer groot foutcorrectievermogen wordt verkregen.
De in de figuren 8 en 9 weergegeven uitvoeringsvormen van de foutcorrectiedecodeereenheden 8A en 8B, welke 35 dienen voor decodering van volgens "cross-interleave" gecodeerde informatiewoorden, kenmerken zich door het principe van hun uitvoering? verschillende varianten van dergelijke decodeereenheden kunnen worden toegepast ter vergroting van - 36 - L ? het met deze uitvoeringsvormen verkregen foutcorrectievermogen. Zo kan bijvoorbeeld de door de Q-pariteitsdecodeereenheid 20 en de.P-pariteitsdecodeereenheid 22 uitgevoerde foutcorrectie worden herhaald door een volgende Q- en P-pariteitsdecodeer-5 eenheid. Aan een dergelijke volgende Q-pariteitsdecodeereenheid worden dan de uitgangsinformatiewoorden van de P-pariteitsdecodeereenheid 22 toegevoerd/ evenals de door de Q-pariteitsdecodeereenheid 20 afgegeven, vertraagde informatiewoorden. Vervolgens worden de door deze volgende Q-pariteitsdecodeer-10 eenheid afgegeven woorden toegevoerd aan een volgende P-pari-teitsdecodeereenheid, zulks te zamen met door de P-pariteits-decodeereenheid 22 vertraagde informatiewoorden.
Bovendien kan in plaats van een op basis van "crossin terleave” werkende decodeereenheid voor decodering van de 15 gecodeerde informatiewoorden een op basis van "cross-word" decodeereenheid worden gebruikt. Bij een dergelijk type fout-correctiedecodeereenheid geldt, dat indien in een ontvangen transmissieblok een fout aanwezig is, de bij de reeds beschreven werking van de CRC-controleschakeling 7 optredende rest 20 wordt vergeleken met een hulpsyndroom dat wordt gevormd door deling van het door de Q-pariteitsdecodeereenheid of de P-pariteitsdecodeereenheid verschafte syndroom door het opwek-kingspolynoom. Deze vergelijking resulteert in de detectie of vaststelling, welk informatiewoord van het ontvangen 25 transmissieblok een fout vertoont. Volgens nog een andere uitvoeringsvariant, kan de op "cross-word" gebaseerde decodering worden gecombineerd met op "cross-interleave" gebaseerde decodering, waardoor nog een verdere verbetering van de foutcorrectie wordt verkregen.
30 De wijze, waarop de decodeereenheid volgens de fi guren 8 en 9 informatiewoorden herwint uit een aan "editing" onderworpen magneetband van het type, waarbij T het tijdstip 5 " voorstelt, waarop het beginpunt van "editing" of laspunt wordt bereikt, waarbij voorafgaande aan het tijdstip Tg uitgelezen 35 signalen van een bron A afkomstig zijn, terwijl na het tijdstip T uitgelezen signalen van een bron B afkomstig zijn, zal nu vervolgens aan de hand van de figuren 11A-11E worden be- 80 05 60 4 y " 37 ” schreven. Daarbij wordt aangenomen, dat informatiewoorden met de sequenties SWq, SWl2, SP^q, S^lOr δ1ίίι' SWi3r SPH en S^ll op basis van de hiervoor genoemde "cross-interleave" worden gecodeerd door codeereenheden volgens de figuren 4 en 5.
5 Figuur 11A toont daarbij de tijdsrelatie tussen de verschillende sequenties, welke aan de Q-pariteitsdecodeereenheden worden toegevoerd. Daaruit blijkt, dat de sequentie SPf^Q als gevolg van de door de vertragingsschakeling 19 aan de sequentie SWq gegeven vertragingsduur van 3(D-d) ten opzichte 10 van de sequentie SQlQ is vertraagd over de duur 3(D-d). Voorts geldt, dat de door gearseerde gebieden weergegeven sequenties door de magneetband 14B aan de Q-pariteitsdecodeereenheden worden geleverd, terwijl de niet-gearseerde gebieden de sequenties vertegenwoordigen, welke door de magneetband 14A 15 aan de Q-pariteitsdecodeereenheden worden geleverd. Daaruit volgt, dat op het aan het laspunt toegevoegde tijdstip Tg de niet-vertraagde sequenties SQ^g en SQ^ aan de Q-pariteitsdecodeereenheden worden toegevoerd. Aangezien op dat tijdstip alle overige sequenties in onderling verschillende mate 20 zijn vertraagd, zullen deze overige sequenties worden gevormd door informatiewoorden, welke uit de magneetband 14A afkomstig zijn. Op het over een tijdsduur (D-d) vertraagde tijdstip worden uit de. magneetband 14B de sequenties SPlQ0 en S^qi uitgelezen. Op het latere, over de tijdsduur 2(D-d) vertraagde 25 tijdstip worden, de sequenties SWl02 en swio3 cle magneetband 14B uitgelezen. Tenslotte worden op het over de duur 3(D-d) vertraagde tijdstip de sequenties SW^q. en SW^ uit de magneetband 14B uitgelezen. De vertragingsduur 3(D-d) is gelijk aan de interval duur CL. Gedurende het interval van T_ tot(T,,,CC) O ut 30 zullen derhalve gelijktijdig uit beide magneetbanden afkomstige informatiewoorden worden verkregen. Gedurende dit interval zullen derhalve sommige van de verschijnende sequenties uit de magneetband 14A afkomstig zijn, doch andere uit de magneetband 14B. De gedurende het interval van Tg tot 35 (Tg+ CL) aan de Q-pariteitsdecodeereenheden toegevoerde Q-deel-blokken worden derhalve niet gevormd door informatiewoorden, welke uit eenzelfde magneetband afkomstig zijn. Tijdens dit interval kan derhalve door de Q-pariteitsdecodeereenheid geen * - 38 - foutcorrectie worden uitgevoerd.
Daarbij wordt in herinnering gebracht/ dat de even informatiewoorden na foutcorrectie over een duur K tijdseenheden worden vertraagd door de vertragingsschakelingen 5 9^ en 92/ terwijl de oneven informatiewoorden tijdens weer gave niet worden vertraagd. Figuur 11B toont het effect van de vertragingsduur K op de sequenties SW^q en SW.^· Figuur 11C toont vervolgens dat de sequenties SW ^ en SW^g niet door de vertragingsduur K worden beïnvloed, en laat voorts 10 de relatie zien tussen de aan vertraging onderworpen even informatiewoordsequenties en de (niet aan vertraging onderworpen) oneven woordfrequenties. Als gevolg van de vertragingsduur K verschijnt het laspunt Tg of beginpunt van "editing" als het vertraagde beginpunt Tgk; duidelijk is, dat gedu-15 rende het interval van Tgk tot (Τ^+Ο, welk interval een aan de vertragingsduur 3(D-d) gelijke duur heeft coëxistentie van zowel uit de magneetband 14A als uit de magneetband 14B afkomstige informatiewoorden optreedt. Dit heeft tot gevolg, dat de Q-pariteitsdecodeereenheid, welke deze even informatie-20 woorden krijgt toegevoerd, gedurende dit interval geen goede foutcorrectie kan uitvoeren.
Als gevolg van de coëxistentie van uit beide magneetbanden afkomstige informatie, kan gedurende het interval van Tg tot (Tg+d) geen foutcorrectie van oneven informatiewoorden 25 worden uitgevoerd, terwijl foutcorrectie van even informatiewoorden tijdens het interval T ^ tot (Τ£^+&) onmogelijk is.
Indien nu wordt aangenomen, dat het foutcorrectie-vermogen van de decodeereenheden volgens de figuren 8 en 9 niet wordt overschreden, en zulks zelfs indien een aantal 30 fouten in de voorafgaande aan het tijdstip T uitgelezen in- w formatiewoorden optreedt, dan kunnen uit de magneetband 14A juiste even informatiewoordenΓε^ en juiste oneven informatiewoorden worden afgeleid, zoals figuur 11D laat zien. Voorts geldt, dat aangezien gedurende het interval van het tijd-35 stip Tg tot het tijdstip T ^ de even Q-deelblokken uit de magneetband 14A worden uitgelezen, de foutcorrectiedeco-deereenheid 8A gedurende dit interval juiste even informa- " 80 05 60 4 t - 39 - tiewoorden {e lafgeeft. Zoals reeds is opgemerkt, bevat het cl oneven Q-deelblok vanaf het tijdstip T informatiewoorden, o
welke zowel uit de magneetband 14A als uit de magneetband 14B afkomstig zijn. Dit wil zeggen, dat vanaf het tijdstip T
S
5 geen juiste oneven informatiewoorden kunnen worden herwonnen. Aangezien juiste even informatiewoordenCe^I worden uitgelezen, kunnen echter bij benadering juiste of benaderde oneven informatiewoorden 01 door de interpolatieschakeling 11' worden gevormd; om tot een benaderd oneven informatiewoord 0' te 10 komen, voert, deze schakeling interpolatie tussen aangrenzende, juiste informatiewoorden uit. Zoals figuur 11D laat zien, worden derhalve zelfs gedurende het interval van tot Tgk juiste even informatiewoorden herwonnen, terwijl bovendien door interpolatie verkregen, benaderde oneven informatiewoorden 15 worden gevormd.
Omtrent de uit de magneetband 14B afkomstige informatie is het duidelijk, dat vanaf het tijdstip (Tgk+ cL) uitsluitend uit deze magneetband informatiewoorden worden uitgelezen. Vanaf dit tijdstip worden derhalve juiste even infor-20 matiewoordenCEjJ en juiste oneven informatiewoordenLo^ verkregen. Voorts geldt, dat aangezien ieder na het tijdstip (Tg+ 4.) verkregen, oneven Q-deelblok slechts uit de magneetband 14B afkomstige informatiewoorden bevat, de decodeereenheid 8B vanaf dat tijdstip juiste oneven informatiewoordenΓθ^ afgeeft.
25 Aangezien geen enkele van de voorafgaande aan het tijdstip (Tgk+C) uitgelezen, even Q-deelblokken uitsluitend uit de magneetband 14B afkomstige informatiewoorden bevat, zal het echter duidelijk zijn, dat voorafgaande aan dit laatstgenoemde tijdstip geen juiste even informatiewoordenCe^Ï uit de 30 magneetband 14B kunnen worden uitgelezen. Tijdens het interval van (T +&) tot (Tgk+ ) zal de interpolatieschakeling 11' derhalve door interpolatie tussen de uitgelezen, oneven informatiewoordenLo^ benaderde even informatiewoorden E' ^ vormen. De juiste oneven informatiewoorden)-0,1 en de door b 35 interpolatie benaderde, even informatiewoorden E’^, welke gedurende het interval van (TI+it) tot (T ,+CL) uit de mag-neetband 14B worden afgeleid, zijn weergegeven in figuur 11E.
ο η η ς fi fl k - 40 - L—- *
Gedurende het interval van (Ts+<£_) tot.(T treedt coëxistentie op vanuit de magneetbanden 14A en 14B afkomstige informatiewoorden. Gedurende dit interval wordt derhalve de reeds genoemde "cross -fading" toegepast, waarbij een geleide-5 lijke overgang tussen de uit de beide magneetbanden uitgelezen informaties wordt verkregen. Indien de desbetreffende informatiewoorden door PCM-signalen worden gevormd, dan wordt een vermenging van de uit de magneetband 14A uitgelezen informatie, bijvoorbeeld audio-informatie, met de uit de mag-10 neetband 14B uitgelezen informatie verkregen.
In het voorgaande is in het bijzonder aandacht geschonken aan het magneetbandgebied of -gedeelte, dat door een aantal fouten kan worden getroffen; dit bandgedeelte passeert de voor signaalweergave dienende, vaststaande magneet-15 kop gedurende het interval van T tot (T +Ö~) en, virtueel, gedurende het'interval van Tgk tot (Τ3^+ 0L). Daarbij wordt in herinnering gebracht, dat een gedeelte van dit in principe door een aantal fouten getroffen bandgebied zich bovendien gedurende het interval van (T -CL) tot (T ) en gedurende het 20 interval van (T^- tot (T presenteert. Gedurende het eerstgenoemde interval worden juiste even informatiewoorden Γε *1 herwonnen, terwijl ongecorrigeerde oneven informatieskun-nen worden vervangen door, door interpolatie verkregen, benaderde oneven informatiewoorden O' , zoals reeds aan de hand cl 25 van figuur 3 is besproken. Op soortgelijke wijze worden tijdens het hiervoor laatstgenoemde interval juiste oneven informatie-wordenCoj verkregen, terwijl de even informatiewoorden E’^ door interpolatie worden verkregen; bovendien kunnen tijdens dit laatstgenoemde interval geen juiste even informatiewoorden 30 0salworden verkregen. Desalniettemin zal, ten minste gedurende het interval van (T + <L) tot (T^- de toegepaste "cross-fading" tot een bevredigende vermening of geleidelijke overgang van de uit de magneetbanden 14A en 14B afkomstige informatie worden verkregen.
35 Figuur 12 toont het schema van een foutcorrectie- codeereenheid 4A, welke kan worden gebruikt bij foutcorrectie van een uit 12 woorden bestaande ingangsinformatie, waarvan de woorden worden weergegeven door de sequenties SWg, SW^, ...,SW^q 80 05 60 4 / - 41 - r en SW^. De even/oneven-verdelingsschakeling 3 verdeelt deze informatiewoorden in een deelblok van zes even informatiewoorden en een deelblok van zes oneven informatiewoorden. Opgemerkt wordt , dat de uitvoeringsvorm volgens figuur 12 grotendeels 5 met dié volgens figuur 4 overeenkomt, behalve dat bij de uitvoeringsvorm volgens figuur 4 ieder deelblok slechts twee informatiewoorden bevatten, terwijl bij de uitvoeringsvorm volgens figuur 12 sprake van zes informatiewoorden per deelblok is. Afgezien daarvan komt de werking van de uitvoerings-10 vorm volgens figuur 12 zo goed als geheel overeen met dié van de uitvoeringsvorm volgens figuur 4. Bij de uitvoeringsvorm volgens figuur 12 vormt de P-pariteitsgenerator 15 het P-pariteitswoord in reactie op ieder van de zes informatiewoorden van het aan de generator toegevoerde deelblok, waar-15 bij verschillende van deze informatiewoorden en het P-pariteitswoord door de vertragingsschakeling selectief over respectievelijke tijdsduren d, 2d, ....6d worden vertraagd, zodat een verweven P-deelblok resulteert. Evenals bij het reeds beschreven voorbeeld worden de verweven informatie-20 en P-pariteitswoorden van dit verweven P-deelblok toegevoerd aan de Q-pariteitsgenerator 18 die daarop het O-pariteits-woord vormt. De verweven informatiewoorden van het P-deelblok vormen te zamen met de opgewekte Q-pariteitswoorden het Q-deelblok, waarbij de vertragingsschakelingen 17^-17^ weer 25 selectief vertraging over onderling verschillende tijdsduren van deze informatiewoorden teweeg brengen, zodat een verweven Q-deelblok ontstaat. Het zal duidelijk zijn, dat de foutcor-rectiecodeereenheid 4B volgens figuur 12 op soortgelijke wijze als de codeereenheid 4A werkt voor vorming van een oneven 30 verweven Q-deelblok. De vertragingsschaieliigen5 -5, veroor- 19 zaken daarbij een vertraging van K-tijdseenheden vin ieder oneven informatiewoord, zodat de oneven informatiewoorden weer in de tijd ten opzichte van de even informatiewoorden worden verschoven.
35 Bij de uitvoeringsvorm volgens figuur 12 bestaat het door de foutcorrectiecodeereenheden 4A en 4B afgegeven transmissieblok uit 12 informatiewoorden, 4 pariteits-woorden, het CRC-codewoord en een synchronisatiewoord. Bij - 42 - de uitvoeringsvorm volgens figuur 12 geldt derhalve N = 6 en M = 2. Het zal duidelijk zijn, dat een soortgelijke deco-dèereenheid als dié volgens de figuren 8 en 9, doch compatibel met de codeereenheid volgens figuur 12, voor herwinning 5 van de oorspronkelijke informatiewoorden dient te worden gebruikt.
Bij de in het voorgaande beschreven uitvoeringsvormen van een foutdetectiecodeereenheid werd verondersteld, dat de l-2N-kanaalomzetter 2 (zie figuur 1} eenkanalige in-10 formatie in de vorm van sequentieel verschijnende informatiewoorden omzet in over 2N parallelle kanalen verdeelde informatie, waarbij de N even informatiewoorden in parallelvorm aan de foutcorrectiecodeereenheid 4A worden toegevoerd, terwijl de N oneven informatiewoorden in parallelvorm aan de 15 foutcorrectiecodeereenheid 4B worden toegevoerd. Figuur 13 toont een uitvoeringsvariant, waarbij de sequentie van informatiewoorden over N parallelle kanalen wordt verdeeld, zodanig, dat gedurende een bepaalde periode N even informatiewoorden in parallelvorm worden afgegeven en gedurende een daarop 20 volgende periode N oneven informatiewoorden in parallelvorm wordaiafgegeven. In plaats van gelijktijdige afgifte van N even informatiewoorden en N oneven informatiewoorden, zoals bij de in het voorgaande beschreven uitvoeringsvormen, is in.dit geval sprake van een opeenvolging van afwisselend N 25 even informatiewoorden en vervolgens N oneven informatiewoorden. Bij de uitvoeringsvorm volgens figuur 13 zijn twee parallelle kanalen SWq1 en- SW23 aanwezig, waarvan het eerstgenoemde in opeenvolgende tijdsperioden de opeenvolgende informatiewoorden W^n en W^n+1 krijgt toegevoerd, terwijl het kanaal SW23 ge-30 durende Opeenvolgende perioden de informatiewoorden W^n+2 en Ί"74η+3 krijgt toegevoerd. Aangenomen wordt, dat gedurende even periodes de informatiewoorden W^n en W^n+2 aan respectievelijk de kanalen SWq^ en SW ^ ter beschikking komen, terwijl gedurende oneven periodes de informatiewoorden 35 en W^n+3 respectievelijk aan die kanalen ter beschikking komen.
•Bij de uitvoeringsvorm volgens figuur 13 komt de 80 05 60 4 - 43 - foutcorrectiecodeereenheid 4 ten minste grotendeels overeen met de codeereenheid 4A volgens figuur 4 of de codeereenheid 4B volgens figuur 5. Gedurende even periodes zal de codeer-eenheid 4 derhalve de even informatiewoorden op dezelfde wijzé 5 bewerken als in het voorgaande voor de codeereenheid 4A is beschreven. Gedurende oneven perioden bewerkt de codeereenheid 4 de oneven informatie op dezelfde wijze als reeds is beschreven voor de codeereenheid 4B volgens figuur 5. Gedurende iedere even periode zal de codeereenheid 4 derhalve 10 een even verweven Q-deelblok afgeven, dat bestaat uit twee verweven even informatiewoorden, een verweven P-pariteits-woord en een Q-pariteitswoord. Gedurende iedere oneven periode. zal de codeereenheid 4 een oneven verweven Q-deelblok afgeven, dat bestaat uit twee verweven oneven informatiewoorden, 15 een verweven P-pariteitswoord en een Q-pariteitswoord.
De op deze wijze opeenvolgend door de codeereenheid 4 af gegeven, even en oneven Q-dee-lblokken worden in 'woord parallelvorm toegevoerd aan een schakeleenheid 23, welke volgens figuur 13 is voorzien van een aantal beweeg-20 bare contacten, welke ieder zijn aangesloten voor ontvangst van een respectievelijk bijbehorend, verweven woord van de aan de schakeling toegevoerde Q-deelblokken? ieder beweegbaar contact kan selectief in aangrijping worden gebracht met respectievelijk een "even" en een "oneven" vast contact.
2.5 Een schakelstuursignaal, waarvan de bron niet in figuur 13 is weergegeven, verzorgt een zodanige werking van de schakeleenheid 23, dat gedurende iedere even periode alle beweegbare contacten met hm even vaste contacten in aanraking verkeren, doch gedurende iedere oneven periode met hun res-30 pectievelijke oneven vaste contacten verbonden zijn. Zoals uit figuur 13 blijkt, zijn de oneven vaste contacten respectievelijk met de vertragingsschakelingen 5 ^5^. gekoppeld, zodat de respectievelijke woorden van ieder oneven Q-deelblok over een duur van K-tijdseenheden worden vertraagd. Het zal 35 derhalve duidelijk zijn, dat de codeereenheid volgens figuur 13 verweven even Q-deelblokken aan zijn bovenste groep uit-gangsaansluitingen afgeeft, waarbij de tot deze even verweven Q-deelblokken behorende woorden worden gevormd door de sequen- pn ης fin £ - 44 - L—* - ties SWq, SW12, SPio en SQ^? voorts geeft de codeereenheid aan zijn groep onderste uitgangsaansluitingen oneven verweven Q-deelblokken af, welke ieder bestaan uit sequenties SW^, SI>11 en S^ll* De ^tvoerin9svorm volgens figuur 13 produceert 5 derhalve een zelfde transmissieblok als de uitvoeringsvorm volgens figuur 5. Geschikte opslag in de richtingen, zoals schuifregisters of dergelijke, kunnen met de uitgangsaansluitingen van de schakeling volgens figuur 13 worden gekoppeld ter verkrijging van juiste synchronisatie tussen de even en 10 oneven Q-deelblokken.
De in het voorgaande aan de hand van de figuren 4, 5, 12 en 13 besproken codeereenheden 4A en 4B zijn alle van het met "cross-interleave" werkende type. Figuur 14 laat zien, dat de codeereenheden 4A en 4B matrixcodeerschakelingen 24 15 omvatten, meer in het bijzonder van het type "b-adjacent code". Iedere dergelijke codeerschakeling geeft een P-pariteitswoord en een Q-pariteitswoord af. De codeerschakeling 24 van de even foutcorrectiecodeereenheid 4A geeft even pariteitswoorden P4n af, welke kunnen worden voorgesteld door 20 P4n w4n + w4n+2
Deze pariteitswoorden P4n worden aan de vertragingsschakeling 172 toegevoerd voor vertraging over een tijdsduur 2D tijdseenheden. De combineerschakeling 24 van de oneven foutcorrectiecodeereenheid 4B geeft pariteitswoorden af, welke 25 kunnen worden voorgesteld als ^4(n-k)+l - W4(n-k)+l + ^4(n-k)+3 deze pariteitswoorden worden aan de vertragingsschakeling 172 toegevoerd. Het zal duidelijk zijn, dat de codeerschakeling 24 de P-pariteitswoorden op dezelfde wijze opwekken als reeds 30 voor de P-pariteitsgenerator 15 isbeschreven.
De codeerschakelingen 24 geven bovendien Q-pari-teitswoorden af, welke kunnen worden weergegeven als °4n * ΑηΘ™ 2 35 °4(n-k)+l ~ T W4 (n-k) + lö TW4 (n-k)+3
In deze vergelijkingen vertegenwoordigt T een matrix (16 x 16) voor ieder uit 16 bits bestaand informatiewoord. T kan derhalve worden weergegeven als: 80 0 5 60 4 - 45 - / Λ
0 0.......Οί gO
gi g2 * t 5 S- *15 · 1 ί
• I
10 gl5 ! \ / :
In deze matrix behoort gi tot het opwekkingspoly-noom G(x), dat als polynoom over GF(2) kan worden weergegeven door: 15 15 i l G(x) = Σ gi X gO = gl5 = 1 ) i=0
In de genoemde matrix vormt I ,j een identiteitsmatrix van de 15e graad.
20 De vertragingsschakelingen 17^17-^ van de foutcor- rectiecodeereenheden 4A en 4B dienen voor verweving van de informatiewoorden met de pariteitswoorden. Het door de codeer-eenheid 4A afgegeven, even deelblok en het door de codeer-eenheid 4B afgegeven, oneven deelblok worden aan de CRC-gene— 25 rator 6 toegevoerd? de resulterende even en oneven deelblokken worden met het XJRC-codewoord en een synchronisatiewoord gecombineerd tot een transmissieblok.
Figuur 15 toont een uitvoeringsvorm van foutcor-rectiedecodeereenheden 8A en 8B, welke met de codeereenheden 30 volgens figuur 14 compatibel zijn. Evenals bij de beschireven uitvoeringsvormen van de decodeereenheden 8A en 8B worden het even verweven Q-deelblok en het oneven verweven Q-deelblok te zamen met het CRC-codewoord van het ontvangen transmissieblok aan de CRC-controleschakeling 7 toegevoerd. De respec- 35 tievelijke even en oneven deelblokken worden voorts aan de decodeereenheden 8A en 8B toegevoerd. Indien in het ontvangen transmissieblok een fout voorkomt-^ zullen de aan de desbetref- - 46 - L— fende woorden van de beide deelblokken toegevoegde foutvlag-signalen worden geactiveerd, zoals in het voorgaande reeds is beschreven.
Aan iedere foutcorrectiedecodeereenheid zijn ver-5 tragingsschakelingen 19^-19.^ toegevoegd voor ontweving van de daaraan toegevoerde even en oneven Q-deelblokken. De sequenties SWQ/ SW^2/ S^10' swi' swi3' SPn en s^n on<iergaan daar bij vertragingen van respectievelijk verschillende duren, welke invers gerelateerd zijn aan de door de codeereenheden 4A en 4B 10 teweeg gebrachte vertragingsduren. Iedere foutcorrectiedecodeereenheid omvat een decodeerschakeling 25 van het "b-adjacent"-type, waaraan het ontweven Q-deelblok wordt toegevoerd voor correctie van foutieve informatiewoorden indien de CRC-controle-schakeling 7 aanwijst, dat in het ontvangen transmissieblok 15 een fout voorkomt. Indien blijkt, dat twee informatiewoorden van eenzelfde ontweven Q-deelblok een fout vertonen, kan de decodeerschakeling 25 van het "b-adjacent"-type beide woorden corrigeren.
Een code van het type "b-adjacent" heeft een symbool 20 over GF(2 dat de gedaante heeft van een veld volgens Galois met (2°)-elementen; de uitdrukking wordt gebruikt als algemene aanduiding van codes, welke tot correctie van fouten in bit-groepen in staat zijn. Als voorbeelden van dergelijke codes kunnen een Hamming-code van algemeen type, een Reed-Solomon-25 code en-matrixcodes genoemd worden. Hoewel de toepassing van een code van het "b-adjacent"-type een betrekkelijk gecompliceerde schakelingsopbouw vergt, heeft een dergelijke code het voordeel van een zeer groot foutcorrectievermogen.
Indien de codeereenheid volgens figuur 14 voor 30 opname van PCM-signalen op een aan "editing" onderworpen magneetband dient, kan ter weerszijden van het beginpunt van "editing" opgenomen informatie op de reeds aan de hand van figuur 11 beschreven wijze worden uitgelezen en verwerkt.
Aangezien het foutcorrectievermogen van een code van het 35 "b-adjacent"-type zeer groot is, bestaat de mogelijkheid, dat zelfs correctie wordt verkregen van sommige fouten in het interval van T tot (T +d) , waarvan de duur gelijk s s 3D zal zijn, en van sommige fouten in het interval of magneet- 80 0 5 60 4 * - 47 - L «"* - bandgebied van Tgk tot (T^ +c(J ·
Het zal duidelijk zijn, dat toepassing van de onderhavige uitvinding verschillende voordelen biedt. Indien bijvoorbeeld een aantal oneven of even informatiewoorden niet 5 kan worden gecorrigeerd, kunnen de oncorrigeerbare woorden worden vervangen door goede benaderingen daarvan, welke zijn gevormd door eenvoudige interpolatie tussen aangrenzende even of oneven informatiewoorden. Indien bijvoorbeeld het woord Wg niet kan worden gecorrigeerd, kan het worden benaderd door 10 interpolatie tussen de woorden en W4. Voorts is bij toepassing van de onderhavige uitvinding geen noodzaak aanwezig met een groot aantal redundante woorden voor foutcorrectie te werken, zoals bijvoorbeeld bij "double recording”; de toepassing van de uitvinding vergt in het algemeen geen ge-15 compliceerde schakeling. Bij toepassing van de uitvinding in een registratie-inrichting voor opname van PCM-signalen is registratie van één enkel informatiekanaal per registratie-spoor mogelijk. Als gevolg daarvan kan in een redelijk aantal registratiesporen een betrekkelijk groot aantal informatie-20 kanalen worden opgenomen, zodat geen te hoge eisen aan de breedte van de toepaste magneetband behoeven te worden gesteld, respectievelijk voor registratie van eenkanalige informatie niet een aantal registratiesporen behoeven te worden gebruikt. Voorts geldt, dat ingeval van toepassing van de uitvinding bij 25 een_registratie-inrichting voor opname van PCM-signalen "editing" van het registratiemedium kan worden uitgevoerd zonder aanzienlijke informatieverliezen, welke worden veroorzaakt door in de nabijheid van de punten van "editing" gelegen regis-tratiemediumgebieden, welke door een groot aantal fouten worden 30 getroffen (multi-error sections). Het foutcorrectievermogen van de inrichting volgens de uitvinding is zeer hoog; zelfs in die gebieden, waar het foutenniveau dit foutcorrectiever-mogen te boven gaat, kan toch een redelijk aanvaardbare fout-compensatie worden verkregen.
35 De uitvinding beperkt zich niet tot de in het voor gaande beschreven en in de tekening weergegeven uitvoeringsvormen; verschillende wijzigingen kunnen in de beschreven compo- 80 05 60 4 - 48 - U·»» * nenten en in hun onderlinge samenhang worden aangebracht, zonder dat daarbij het kader van de uitvinding wordt overschreden. Zo is de toepassing van de uitvinding bijvoorbeeld niet beperkt tot een met een magneetband werkende registratie-5 inrichting voor opname van PCM-signalen. In een dergelijk geval is signaalopname op een optische schijf mogelijk, bijvoorbeeld door middel van een laserstraal, waarbij de aldus opgenomen informatie ook op aangepaste wijze kan worden uitgelezen en door decodering in de oorspronkelijke informatie-10 vorm kan worden teruggebracht. Behalve de verschillende fout-detectiecodes, welke in de voorgaande beschrijving zijn besproken, kunnen in sommige gevallen ook andere codes worden toegepast, zoals een pariteitscode en een "full-adder,,-code.
80 05 60 4

Claims (32)

1. Werkwijze voor overdracht van een sequentie van digitale informatiewoorden, welke tot een transmissieblok worden samengevoegd, met het kenmerk, dat de informatiewoorden in een sequentie van oneven(genummerde) en een sequentie van 5 even(genummerde) informatiewoorden worden verdeeld; de van elkaar gescheiden even en oneven informatiewoorden over een vooraf bepaalde duur van de tijd ten opzichte van elkaar worden verschoven; de oneven informatiewoorden volgens een foutcorrectiecode (4B) worden gecodeerd; de even informatie-10 woorden volgens een foutcorrectiecode (4A) worden gecodeerd; en dat de gecodeerde, in de tijd ten opzichte van elkaar verschoven, oneven en even informatiewoorden tot een transmissieblok worden gecombineerd (SWq, SW12, spiq' SW^, SW.^, sp11, sqi:l) .
2. Werkwijze volgens conclusie 1, waarbij de sequentie van digitale informatiewoorden een aantal 2N informatiewoorden bevat, met het kenmerk, dat de informatiewoorden in een sequentie van N oneven en een sequentie van N even informatiewoorden worden verdeeld en dat de codering van deze 20 sequenties plaatsvindt doordat aan de N informatiewoorden van iedere dergelijke sequentie een foutcorrectiewoord (P; Q) wordt toegevoegd, dat met de N informatiewoorden van de sequentie- wordt verweven.
3. Werkwijze volgens conclusie 2, met het kenmerk, 25 dat de verweving plaatsvindt doordat aan de N informatiewoorden van een sequentie en het bijbehorende foutcorrectiewoord onderling verschillende tijdsvertragingen van vooraf bepaalde duur (16^, 162; 171# 172, 17^) worden gegeven.
4. Werkwijze volgens conclusie 2, met het kenmerk, 30 dat het foutcorrectiewoord wordt gevormd doordat uit de N t informatiewoorden van een sectie een' pariteitswoord (P; Q) wordt afgeleid.
5. Werkwijze volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de codering van de N informatiewoorden van een sequentie 35 plaatsvindt doordat aan de verweven N informatiewoorden en het eerstgenoemde of eerste foutcorrectiewoord (P) een tweede fout-Qdili fid i - 50 - correctiewoord (Q) wordt toegevoegd, dat met de N informatie-woorden en het eerste foutcorrectiewoord (P) wordt verder-verweven.
6. Werkwij ze volgens conclusie 5, met het 5 kenmerk, dat de verderverweving plaats vindt doordat aan de verweven N informatiewoorden en het eerste foutcorrectiewoord (P) en voorts aan het tweede foutcorrectiewoord (Q) onderling verschillende tijdsvertragingen van vooraf bepaalde duur £(D-d) , 2 (D-d) , 3 (D-d)J worden gegeven.
7. Werkwijze volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat het tweede foutcorrectiewoord (Q) wordt gevormd doordat uit de verweven N informatiewoorden en het eerstgenoemde of eerste foutcorrectiewoord (P) een tweede partiteits-woord (Q) wordt afgeleid.
8. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de codering van een sequentie van N informatiewoorden volgens een foutcorrectiecode plaatsvindt doordat uit de N oneven of even informatiewoord een P parteitswoord en een Q pariteitswoord worden afgeleid, waarbij het Q pari-20 teitswoord een functie van een matrix met b rijen en b kolommen is en b het aantal bits van ieder woord is; de N informatiewoorden en het P pariteitswoord en het Q pariteitswoord worden verweven en de verweven woorden in het transmissieblok worden ingevoegd.
9. Werkwijze volgens conclusie 1, waarbij het transmissieblok voor herwinning van de door informatiewoorden vertegenwoordigde, oorspronkelijke informatie wordt ontvangen of uitgelezen, met het kenmerk, dat de oneven en de even informatiewoorden worden gedecodeerd voor foutcorrectie? 30 voor een even of oneven informatiewoord, dat een ongecorrigeerde fout bevat, een benaderd juist informatiewoord (O', α E'b) wordt gevormd door interpolatie tussen aangrenzende gedecodeerde oneven, respectievelijk even, informatiewoorden? en dat uit de gedecodeerde en de benaderde informatiewoorden 35 een gecorrigeerde sequentie van informatiewoorden wordt herwonnen.
10. Werkwijze volgens conclusie 9, waarbij het ontvangen of uitgelezen transmissieblok een foutdetectiecode- 80 05 60 4 Ν,^ - 51 - if woord (CRC) bevat, met het kenmerk, dat fouten in de ontvangen of uitgelezen, oneven en even informatiewoorden op basis van het foutdetectiecodewoord en de informatiewoorden worden gedetecteerd en dat de detectieresultaten voor correc-5 tie van foutieve informatiewoorden worden gebruikt.
11. Werkwijze volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat wanneer een ontvangen of uitgelezen informatie-blok een met oneven informatiewoorden verweven, oneven fout-correctiewoord (SP.^; SQu) en een met even informatie-10. woorden verweven, even foutcorrectiewoord (SP1Q; SQ^q) bevat, de decodering plaatsvindt doordat de oneven en even foutcor-rectiewoorden uit het transmissieblok worden ontweven en worden gebruikt voor correctie van respectievelijke oneven en even informatiewoorden, waarin een fout is gedetecteerd.
12. Werkwijze volgens conclusie 11, met het kenmerk, dat wanneer de in een ontvangen of uitgelezen transmissieblok voorkomende, oneven en even informatiewoorden zijn gegroepeerd tot een verweving van oneven informatiewoorden (SW^, SW^) en een oneven foutcorrectiewoord (SP^}, respec-20 tievelijk tot een verweving van even informatiewoorden (SWQ, SW12) en een even foutcorrectiewoord (SW1Q), de decodering plaatsvindt doordat de verweven oneven informatiewoorden worden ontweven en dat de verweven even informatiewoorden worden ontweven.
13. Werkwijze volgens conclusie 12, met het kenmerk, dat wanneer het ontvangen of uitgelezen transmissieblok een met de verweving van oneven informatiewoorden (SW^, SW·^) en het 'eerstgenoemde of eerste, oneven foutcorrectiewoord (SP.T) verweven, tweede oneven foutcorrectie-30 woord (SQjq) , benevens een met de verweving van de even informatiewoorden (SWq, SW12) en het eerstgenoemde of eerste, even foutcorrectiewoord (SW1Q) verweven, tweede even foutcorrectiewoord (SQlQ) bevat, waarbij de met elkaar verweven oneven informatie- en foutcorrectiewoorden een oneven ver-35 weven transmissiedeelblok vormen, terwijl de met elkaar verweven even informatie- en foutcorrectiewoorden met elkaar een even verweven transmissiedeelblok vormen, de decodering plaatsvindt doordat het oneven verweven informatiedeelblok en het 0Π Π R A fl L - 52 - even verweven informatiedeelblok worden ontweven voor herwinning van het tweede oneven foutcorrectiewoord (SQ^) en de met elkaar verweven oneven informatie- (SW^, SW^q^) en eerste foutcorrectie- (SP.^).-woorden, respectievelijk voor herwin-5 ning van het tweede even foutcorrectiewoord (SQ^) en de met elkaar verweven even informatie-(SW^q, en eerste foutcorrectie-(SP1qq)-woorden? waarbij het tweede oneven foutcorrectiewoord wordt gebruikt voor correctie van tenminste één, bij foutdetectie aangewezen woord van de met elkaar ver-10. weven oneven informatie- en eerste foutcorrectiewoorden, terwijl het tweede foutcorrectiewoord wordt gebruikt voor correctie van tenminste êën, bij foutdetectie aangewezen woord van de met elkaar verweven even informatie- en eerste fout-correctiewoorden.
14. Werkwijze volgens conclusie 9, waarbij het ontvangen transmissieblok wordt uitgelezen uit een registratiemedium met een punt van "editing", zodanig, dat de ter weerszijden van dit punt uit het registratiemedium uitgelezen informatiewoorden van verschillende informatiebronnen 20 afkomstig zijn, met het kenmerk, dat de benadering van juiste informatiewaarden voor oneven of even informatiewoorden plaatsvindt bij uitlezing van informatiewoorden uit een vooraf bepaald gebied (Tg-iL, Tgk+Gl) om het genoemde punt (Tg) en dat de aan de ene zijde van het genoemde punt uitgelezen 25 informatiewoorden binnen het vooraf bepaalde gebied aan "cross-fading" met de aan de andere zijde van het genoemde punt uitgelezen informatiewoorden worden onderworpen.
15. Inrichting voor toepassing van de werkwijze volgens conclusie 1, omvattende een verdeelschakeling 30 voor verdeling van een sequentie van digitale informatiewoorden in een sequentie met oneven informatiewoorden en een sequentie met even informatiewoorden, gekenmerkt door een schakeling (5) voor tijdsverschuiving van de oneven en de even informatiewoorden ten opzichte van elkaar, foutcorrec-35 tiecodeereenheden (4A, 4B) voor codering van de in de tijd ten opzichte van elkaar verschoven, oneven en even informatiewoorden volgens foutcorrectiecodes, en door middelen voor combinatie van de gecodeerde, in de tijd ten opzichte van el- * - 53 - r kaar verschoven, oneven en even informatiewoorden tot een transmissieblok.
16. Inrichting volgens conclusie 15, gekenmerkt door een foutdetectiecodegenerator (6) voor ontvangst 5 van de gecodeerde, in de tijd ten opzichte van elkaar verschoven, oneven en even informatiewoorden en voor afgifte van een daarvan afhankelijk foutdetectiewoord (CRC), dat aan het transmissieblok wordt toegevoegd (figuur 7).
17. Inrichting volgens conclusie 16, met het 10 ,kenmerk, dat de foutcorrectiecodeereenheden ieder zijn voorzien van een afzonderlijke codeerschakeling met een fout-correctiewoordgenerator (15, '18; 24) voor afgifte van tenminste êén foutcorrectiewoord (P; Q) in afhankelijkheid van de ontvangen informatiewoorden, en met vertragingsschake- 15 lingen (16^, I62? 17^ 172, voor selectieve vertraging van de informatiewoorden en tenminste êén foutcorrectiewoord ter verkrijging van een informatiedeelblok met verweven informatie- en foutcorrectiewoorden (SWQ, SWl2/ SP^q, S^10? SW1, SW13, SP11, SQU).
18. Inrichting volgens conclusie 17, met het kenmerk, dat de woordcorrectiefoutgenerator een pariteits-generator voor afgifte van een pariteitswoord is.
19. Inrichting volgens conclusie 17, met het kenmerk, dat de foutcorrectiewoordgenerator en de vertragings-25 schakelingen respectievelijk worden gevormd door: een P- pariteitsgenerator (15) voor afgifte van een P-pariteitswoord dat met de aan de P-partiteitsgenerator toegevoerde informatiewoorden (SWq, SW2; SW^, SWg) wordt gecombineerd tot een P-deelblok; een eerste vertragingsschakeling (16^, 162) voor 30 selectieve vertraging (d, 2d) van de woorden van het P-deel-blok ter verkrijging van verweving van de informatiewoorden (W4n' W4(n-d)+2; W4(n-K)+1! ^(n-d-Kj+S1 met de ?-P«iteits- woorden (?4(n-2d)' P4(n-2d-K)+l^ van het desbetreffende P-deelblok; een Q-pariteitsgenerator (18) voor afgifte, in reac-35 tie op de met elkaar verweven woorden van het P-deelblok, van een Q-pariteitswoord dat met de met elkaar verweven woorden van het P-deelblok een Q-deelblok vormt; en door een tweede vertragingsschakeling (171# 172, 173) voor selectieve - 54 - vertraging van de woorden van het Q-deelblok ter verkrijging van verweving van de informatiewoorden (W4n, W4(n-D)+2' W4(n-K)+1' W4(n-D-K)+3> met de P-parlteitswoorden tP4(n.2D)> P4 (n-2D-K)+l^ van het P-^eelblok ®n raet d® Q-pariteits- 5 woorden (Q4 (n-3D-3d)» °4<n-3D-3d-K>+l) van het «esbetref-fende Q-deelblok.
20. Inrichting volgens conclusie 19, met het kenmerk, dat de tijdsverschuivingsschakeling (5^ 52) in de informatiestroom vöör één van de P-pariteitsgeneratoren is 10. · opgenomen voor tijdsverschuiving (K) van de daaraan toegevoerde informatiewoorden.
21. Inrichting volgens conclusie 19, met het kenmerk, dat de tijdsverschuivingsschakeling (5^—54) in de informatiestroom achter êên van de tweede vertragings- 15 schakelingen is opgenomen voor tijdsverschuiving van de met elkaar verweven woorden van een bijbehorend Q-deelblok.
22. Inrichting volgens conclusie 15, waarbij de verdeelschakeling is voorzien van tenminste een eerste en een tweede uitgang voor respectievelijke synchrone afgifte 20 van afwisselende, oneven en even informatiewoorden, met het kenmerk, dat de foutcorrectiecodeereenheden ieder zijn voorzien van: een met de tenminste eerste en tweede uitgang gekoppelde foutcorrectiewoordgenerator (15; 18) voor afgifte van tenminste ëën foutcorrectiewoord (p4n+1» ζ>4η+1^ in reac- 25 tie op aan de genoemde uitgangen verschijnende, oneven informatiewoorden en voor afgifte van tenminste één even foutcorrectiewoord (P4n; Q4n) in reactie op aan die uitgangen verschijnende, even informatiewoorden; een vertragingsscha-keling (16^-162? ^ï”1*^ voor selectieve vertraging (d, D-d; 30 2d, 2D-2d; 3D-3d) van de aan de uitgangen verschijnende in formatiewoorden en het in reactie daarop afgegeven foutcorrectiewoord, zodanig, dat een deelblok met verweven informatie- en foutcorrectiewoorden ontstaat; en van een schakel-eenheid (23) voor ontvangst van ieder deelblok, welke scha- 35 keleenheid een eerste stel en een tweede stel uitgangsaan-sluitingen bezit, op het verschijnen van oneven informatie-worden aan de uitgangen van de verdeelschakelingen reageert 80 05 00 4 -f - 55 - door een oneven deelblok (SW^ SW13, SP^, SQ^) naar het eerste stel uitgangsaansluitingen door 'te laten, en op het verschijnen van even informatiewoorden aan de uitgangen van de verdeelschakeling reageert door een even deelblok (SW^,
5 SW.^/ SP10' sQi0) naar ^et tweede stel uitgangsaansluitingen door te laten.
23. Inrichting volgens conclusie 22, met het kenmerk, dat de woordfoutcorrectiegenerator en de vertragings-schakelingen respectievelijk worden gevormd door: een P-pari-Γ0 teitsgenerator (15) voor afgifte van een P-pariteitswoord dat met de aan de P-pariteitsgenerator toegevoerde informatiewoorden (SWQ1, SW23) wordt gecombineerd tot een P-deelblok? een eerste vertragingsschakeling (161, 162) voor selectieve vertraging (d, 2d) van de woorden van het P-deel-15 blok ter verkrijging van verweving van de informatiewoorden (W4n' W4(n-d)+2; w4n+l' Wi(n-i)+Z) de P-pariteitswoorden (P4n, I*4n+i) van het desbetreffende P-deelblok; een Q-pari-teitsgenerator (18) voor afgifte, in reactie op de verweven woorden van het P-deelblok, van een Q-pariteitswoord dat met 20 de met elkaar verweven woorden van het P-deelblok een Q-deel-blok vormt; en van een tweede vertragingsschakeling (17^, 172* 17^) voor selectieve vertraging (D-d, 2D-2d, 3D-3d) van de woorden van het Q-deelblok ter verkrijging van verweving van de informatiewoorden (W4n, W4(n-D)+2; W4n+]/ W4(n_D)+3) met de 25 P-pariteitswoorden (P4/n_2D)' P4(n-2D)+1^ van het ^“deelblok en met de Q-pariteitswoorden (Q4(n_3D_3d); OiCn-Sd-Sdl+l1 van het desbetreffende Q-deelblok, waarbij ieder dergelijk Q-deelblok aan de schakeleenheid wordt toegevoerd.
241 Inrichting volgens conclusie 17, met het 30 kenmerk, dat de foutcorrectiewoordgenerator is voorzien van een codeereenheid (24) van het type "b-adjacent", welke op de informatiewoorden (W4n> W4n+2,· »4(η_κ)+1, »4(η_κ)+3> rea-geert door afgifte van een eerste en een tweede pariteits-woord, waarvan het ene (0) kan worden weergegeven door 35 T^Wn ©TWn+2/ waarbij een uit b bits bestaand informatie-woord is en T door de waarde van een matrix met b rijen en b kolcgn^e^ goj^d^ gepaald. > - 56 -
25. Inrichting voor uitvoering van de werkwijze volgens conclusie 9, waarbij het transmissieblok bestaat uit oneven en even deelblokken met respectievelijk oneven en even informatiewoorden, welke oneven en even deel- 5 blokken volgens een foutcorrectiecode worden gecodeerd en in de tijd ten opzichte van elkaar worden verschoven, welke inrichting een ontvanger of uitlezer voor ontvangst, respectievelijk uitlezing, van ieder dergelijk transmissieblok omvat, gekenmerkt door: een afzonderlijke foutcorrectiede- 10. codeereenheid (8A, 8B) voor respectievelijke decodering van juiste, oneven en even informatiewoorden uit de ontvangen/ uitgelezen, oneven en even deelblokken; een schakeling (9) voor het ongedaan maken van de tussen de juiste, oneven en even informatiewoorden teweeg gebrachte tijdsverschuiving; 15 een foutcompensatieschakeling (11; 11') voor vervanging een foutief, oncorrigeerbaar, oneven (W4n+1) of even (W4n+2^ informatiewoord door een benaderd juist informatiewoord, dat wordt verkregen door interpolatie tussen repectievelijk aangrenzende even (W4n, W4n+2) of oneven (W4 +1, W4n+3) 20 informatiewoorden; en door een omzetter (12) voor hervorming van een sequentie van respectievelijke juiste, oneven en even informatiewoorden.
26. Inrichting volgens conclusie 25, waarbij een ontvangen/uitgelezen transmissieblok een foutdetectie- 25 woord bevat, gekenmerkt door een op een dergelijke foutde-tectiewoord (CRC) en op woorden in de oneven en even deelblokken reagerende foutdetector (7) voor detectie of dergelijke woorden een fout bevatten.
27. Inrichting volgens conclusie 26, waarbij 30 ieder ontvangen/uitgelezen, oneven en even deelblok een aantal informatiewoorden (SWQ, SW12; , SW^) en tenminste één foutcorrectiewoord (SP1Q; SQiq; spil7 s^ll^ kevafcr welke informatie- en foutcorrectiewoorden met elkaar verweven zijn, met het kenmerk, dat de foutcorrectiedecodeereenheden ieder 35 zijn voorzien van een ontweefschakeling (19^19^7 2^-212) voor ontweving van de informatie- en de foutcorrectiewoorden van een deelblok, en van een decodeereenheid (20; 22), welke de ontweven informatiewoorden en tenminste één foutcorrectie- ft fl fl R β Λ A ψ - 57 - woord (Ρ; Q) gebruikt voor correctie van door een fout getroffen informatiewoorden.
28. Inrichting volgens conclusie 26, waarbij ieder ontvangen/uitgelezen, oneven en even deelblok een 5 verweving bevat van een Q-deeiblok met een Q-pariteitswoord (SQi0; SQ1]L) en een P-deelblok met een verweving van een aantal informatiewoorden (SWlQ1, SW1Q2; SW^g, swio2^ met een P-pariteitswoord (SP1QQ? SP1Q1) met het kenmerk, dat iedere foutcorrectiedecodeereenheid is voorzien van een eerste ver-10 tragingsschakeling (19.^-19.3) voor selectieve vertraging van de woorden van het desbetreffende deelblok voor ontweving van het Q-pariteitswoord en de tot het P-deelblok behorende woorden, een Q-pariteitsdecodeereenheid (20) voor correctie van foutieve woorden van het P-deelblok met behulp van het 15 ontweven Q-pariteitswoord, een tweede vertragingsschakeling (21^-21^) voor selectieve vertraging van de woorden van het gecorrigeerde P-deelblok ter verkrijging van ontweving van de informatiewoorden en het P-pariteitswoord van het desbetreffende P-deelblok, en van een P-pariteitsdecodeereenheid 20 (22) voor correctie van foutieve woorden met behulp van het ontweven P-pariteitswoord.
29. Inrichting volgens conclusie 27, waarbij ieder deelblok een eerste en een tweede pariteitswoord (P, Q) bevat, waarvan het ene (Q) kan worden weergegeven door T2Wr <0
25 TVï , n, waarin WL. een uit b bits bestaand informatiewoord is n+2 n en T door de waarde .van een matrix met b rijen en b kolommen wordt bepaald, met het kenmerk, dat de decodeereenheid wordt gevormd door een decodeereenheid (25) van het type Hb-adjacent”.
30. Inrichting voor toepassing van de werkwijze 30 volgens conclusie 14, voorzien van een uitleeskop voor uit- lezing van transmissieblokken uit een registratiemedium, gekenmerkt door: respectievelijke foutcorrectiedecodeereen-heden (8A, 8B) voor decodering van juiste, oneven en even informatiewoorden uit ontvangen, respectievelijk oneven en 35 even informatiedeel!)lokken; een schakeling (9) voor het ongedaan maken van de tussen de juiste, oneven en even informatiewoorden teweeg gebrachte tijdsverschuiving; een fout- 80 05 60 4 - 58 - compensatieschakeling (11, 11') voor vervanging van foutieve, oncorrigeerbare, oneven (W4n+1) of even (W4n+2) informatie-woorden, welke uit een vooraf bepaald gebied (T -<£- T .+<£-) S SjC rondom het genoemde punt (T ) van "editing" worden uitge-5 lezen door een benaderd, juist informatiewoord (0' of E',) cl Ό dat is verkregen door interpolatie tussen respectievelijk aangrenzende even (W4n, W4n+2) of oneven (W4n+1, ™Αη+3) in-formatiewoorden; en door een schakeling voor het aan "cross-fading" onderwerpen van de door vervanging gecorrigeerde 10 informatiewoorden, welke aan de ene zijde (fEj, 0') van het genoemde punt zijn uitgelezen, met door vervanging gecorrigeerde informatiewoorden, welke aan de andere zijde (E'k, loj ) van dat punt (Tg) zijn uitgelezen, dat wil zeggen binnen het voorafgaande gebied, waarna uit de ge-15 corrigeerde en de aan "cross-fading" onderworpen informatiewoorden een gecorrigeerde sequentie van informatiewoorden wordt herwonnen. 80 05 60 4
NL8005604A 1979-10-09 1980-10-09 Werkwijze en inrichting voor overdracht van digitale informatiewoorden. NL8005604A (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
JP13031079 1979-10-09
JP13031079A JPS5654140A (en) 1979-10-09 1979-10-09 Transmission method for pcm signal

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8005604A true NL8005604A (nl) 1981-04-13

Family

ID=15031255

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8005604A NL8005604A (nl) 1979-10-09 1980-10-09 Werkwijze en inrichting voor overdracht van digitale informatiewoorden.

Country Status (15)

Country Link
US (1) US4393502A (nl)
JP (1) JPS5654140A (nl)
AT (1) AT378873B (nl)
AU (1) AU538237B2 (nl)
BE (1) BE885581A (nl)
BR (1) BR8006490A (nl)
CA (1) CA1151742A (nl)
CH (1) CH646825A5 (nl)
DE (1) DE3038066A1 (nl)
ES (2) ES495738A0 (nl)
FR (1) FR2467510B1 (nl)
GB (1) GB2060227B (nl)
IT (1) IT1133832B (nl)
NL (1) NL8005604A (nl)
SE (1) SE454228B (nl)

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP0042121A1 (de) * 1980-06-16 1981-12-23 TELEFUNKEN Fernseh und Rundfunk GmbH System zur Verarbeitung und Übertragung von PCM Signalen

Families Citing this family (38)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4467373A (en) * 1980-10-09 1984-08-21 Micro Consultants Limited Storage and retrieval of digital data on video tape recorders
GB2107557A (en) * 1981-10-14 1983-04-27 Rca Corp Coding system for recording digital audio
JPS58141483A (ja) * 1982-02-17 1983-08-22 Sony Corp 異種デ−タの接続処理装置
US4509128A (en) * 1982-04-16 1985-04-02 Sangamo Weston, Inc. Solid-state electrical-power demand register and method
WO1984001451A1 (en) * 1982-10-06 1984-04-12 Peter N Yianilos Improved error correction system
JPH07118159B2 (ja) * 1982-12-06 1995-12-18 ソニー株式会社 Pcm信号記録方法
WO1984003808A1 (en) * 1983-03-12 1984-09-27 Sony Corp Error-correcting apparatus
USRE33332E (en) * 1983-03-12 1990-09-11 Sony Corporation Apparatus for correcting errors
JPH087946B2 (ja) * 1983-05-16 1996-01-29 三菱電機株式会社 Pcm記録及び再生装置
US4567594A (en) * 1983-06-07 1986-01-28 Burroughs Corporation Reed-Solomon error detecting and correcting system employing pipelined processors
JPS6029073A (ja) * 1983-06-17 1985-02-14 Hitachi Ltd ディジタル信号構成方式
JPH07118160B2 (ja) * 1983-06-18 1995-12-18 ソニー株式会社 ディジタル情報信号の記録方法
JPS59224934A (ja) * 1984-03-30 1984-12-17 Hitachi Denshi Ltd 信号処理回路
JPS60223079A (ja) * 1984-04-18 1985-11-07 Sony Corp 情報信号の記録装置
CH666975A5 (de) * 1984-12-18 1988-08-31 Studer Willi Ag Verfahren und vorrichtung zur aufzeichnung und wiedergabe codierter digitaler signale.
EP0395125B1 (en) * 1985-10-11 1996-01-24 Mitsubishi Denki Kabushiki Kaisha A PCM recording and reproducing apparatus
JP2601259B2 (ja) * 1986-02-24 1997-04-16 日本ビクター株式会社 磁気記録方式及び磁気記録再生方式
US4852100A (en) * 1986-10-17 1989-07-25 Amdahl Corporation Error detection and correction scheme for main storage unit
US4844933A (en) * 1986-10-30 1989-07-04 Mccormick & Company, Inc. Process for sterilization of spices and leafy herbs
US4943964A (en) * 1987-08-12 1990-07-24 Hitachi, Ltd. PCM signal reproducing device
EP0323119B1 (en) * 1987-12-29 1994-07-20 Sony Corporation Method for transmitting digital data
GB2214759B (en) * 1988-01-18 1992-01-02 Plessey Co Plc High speed digital data link
GB2220521B (en) * 1988-06-07 1993-04-28 Mitsubishi Electric Corp Digital signal recording method a digital video tape recorder and a recorded tape
US4993029A (en) * 1989-03-13 1991-02-12 International Business Machines Corporation Method and apparatus for randomizing data in a direct access storage device
JPH0411864A (ja) * 1990-04-27 1992-01-16 Ezaki Glico Co Ltd 香辛料の早期熟成方法
JP2711586B2 (ja) * 1990-06-27 1998-02-10 ハウス食品株式会社 粉砕物製造装置
GB2285708B (en) * 1993-12-28 1997-09-10 Sony Corp Data recording and reproducing apparatus
US6384996B1 (en) * 1994-10-31 2002-05-07 Samsung Electronics Co., Ltd. Insertion of ones and zeroes into I-NRZI modulation for magnetic recording apparatus to facilitate head tracking
US5907801A (en) * 1995-09-22 1999-05-25 At&T Wireless Services, Inc. Apparatus and method for optimizing wireless financial transactions
FR2781647B1 (fr) * 1998-07-31 2000-10-13 Gervais Danone Co Procede de sterilisation d'un produit alimentaire a faible teneur en eau, produit alimentaire obtenu et composition alimentaire le contenant
US6781987B1 (en) * 1999-10-19 2004-08-24 Lucent Technologies Inc. Method for packet transmission with error detection codes
US7242726B2 (en) * 2000-09-12 2007-07-10 Broadcom Corporation Parallel concatenated code with soft-in soft-out interactive turbo decoder
JP3920558B2 (ja) * 2000-11-08 2007-05-30 株式会社東芝 データ処理方法及び装置及び記録媒体及び再生方法及び装置
US7395547B2 (en) * 2001-04-06 2008-07-01 Scientific Atlanta, Inc. System and method for providing user-defined media presentations
US7962011B2 (en) 2001-12-06 2011-06-14 Plourde Jr Harold J Controlling substantially constant buffer capacity for personal video recording with consistent user interface of available disk space
US8181205B2 (en) 2002-09-24 2012-05-15 Russ Samuel H PVR channel and PVR IPG information
CN1926829B (zh) * 2004-03-09 2013-11-06 汤姆逊许可证公司 独立信道中的信息的交叉编码
US20060083323A1 (en) * 2004-10-15 2006-04-20 Desjardins Philip Method and apparatus for detecting transmission errors for digital subscriber lines

Family Cites Families (15)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
JPS4835707A (nl) * 1971-09-10 1973-05-26
GB1445439A (en) * 1973-11-20 1976-08-11 Ibm Error correction systems for a multichannel data handling system
US4146099A (en) * 1976-08-17 1979-03-27 Christopher Scientific Company Signal recording method and apparatus
JPS5362410A (en) * 1976-11-16 1978-06-03 Sony Corp Digital signal transmission
GB1599156A (en) * 1976-12-24 1981-09-30 Indep Broadcasting Authority Recording digital signals
JPS5380105A (en) * 1976-12-24 1978-07-15 Sony Corp Digital signal transmission method
DE2721638A1 (de) * 1977-05-13 1978-11-16 Basf Ag Speicherverfahren und schaltungsanordnung fuer magnetische aufzeichnung
JPS6052509B2 (ja) * 1977-05-16 1985-11-19 ソニー株式会社 デジタル信号伝送方法
GB2012460A (en) * 1977-11-03 1979-07-25 British Broadcasting Corp Apparatus for Processing a Digitized Analog Signal
US4281355A (en) * 1978-02-01 1981-07-28 Matsushita Electric Industrial Co., Ltd. Digital audio signal recorder
JPS54137204A (en) * 1978-04-17 1979-10-24 Sony Corp Digital signal transmission method
JPS6035750B2 (ja) * 1978-04-27 1985-08-16 三菱電機株式会社 Pcm信号テ−プ編集方式
US4211997A (en) * 1978-11-03 1980-07-08 Ampex Corporation Method and apparatus employing an improved format for recording and reproducing digital audio
US4254500A (en) * 1979-03-16 1981-03-03 Minnesota Mining And Manufacturing Company Single track digital recorder and circuit for use therein having error correction
US4276646A (en) * 1979-11-05 1981-06-30 Texas Instruments Incorporated Method and apparatus for detecting errors in a data set

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP0042121A1 (de) * 1980-06-16 1981-12-23 TELEFUNKEN Fernseh und Rundfunk GmbH System zur Verarbeitung und Übertragung von PCM Signalen

Also Published As

Publication number Publication date
IT8025205A0 (it) 1980-10-08
SE8007043L (sv) 1981-05-29
ATA502580A (de) 1985-02-15
AT378873B (de) 1985-10-10
SE454228B (sv) 1988-04-11
CH646825A5 (fr) 1984-12-14
BR8006490A (pt) 1981-04-14
GB2060227A (en) 1981-04-29
GB2060227B (en) 1983-08-24
CA1151742A (en) 1983-08-09
ES505499A0 (es) 1982-09-16
AU538237B2 (en) 1984-08-02
FR2467510A1 (fr) 1981-04-17
ES8202462A1 (es) 1982-01-16
DE3038066A1 (de) 1981-04-23
BE885581A (fr) 1981-02-02
ES8207665A1 (es) 1982-09-16
JPS5654140A (en) 1981-05-14
US4393502A (en) 1983-07-12
ES495738A0 (es) 1982-01-16
FR2467510B1 (fr) 1985-10-31
IT1133832B (it) 1986-07-24
AU6306280A (en) 1981-04-16

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL8005604A (nl) Werkwijze en inrichting voor overdracht van digitale informatiewoorden.
EP0170328B1 (en) Device for correcting and concealing errors in a data stream, and video and/or audio reproduction apparatus comprising such a device
NL193679C (nl) Werkwijze voor het ten behoeve van foutcorrectie coderen van informatiedata.
NL194744C (nl) Werkwijze voor het hergroeperen van digitale informatiedata van verschillende woordlengten, alsmede stelsel voor transmissie van ingangsinformatie met M-bits woorden als transmissie-informatie met N-bits woorden waarbij M ongelijk is aan N.
EP0146639B1 (en) Method and apparatus for recording digital data signal
EP0093969B1 (en) Method, apparatus and recording medium for error correction
EP0074644B1 (en) A pcm type recording and reproducing apparatus having a dropout-immune data recording format
NL8103001A (nl) Werkwijze en inrichting voor foutkorrektie.
US4188616A (en) Method and system for transmitting and receiving blocks of encoded data words to minimize error distortion in the recovery of said data words
EP1841077B1 (en) Interleaving device and method with error protection
NL8104006A (nl) Werkwijze en inrichting voor het redigeren van een op een registratiemedium opgenomen, digitaal signaal.
EP0334580B1 (en) System and method for performing error correction on still frame audio tape format video signals
EP0395125A2 (en) A PCM recording and reproducing apparatus
US20020199153A1 (en) Sampling method for use with bursty communication channels
KR920006997B1 (ko) 디지탈데이터변복조회로와 디지탈데이터변조방법
US4606026A (en) Error-correcting method and apparatus for the transmission of word-wise organized data
EP0786171A2 (en) Concealment method and arrangement and reproducing apparatus provided with the concealment arrangement
JP2533702B2 (ja) ディジタル信号記録伝送方法
JPH0917132A (ja) 記録装置と再生装置
KR840001524B1 (ko) 디지랄 데이타 워드 전송방법
KR860000164B1 (ko) Pcm 신호처리장치
JPS58153213A (ja) デイジタル信号記録方式
JPH0658756B2 (ja) Pcm記録及び再生装置
JPS59152749A (ja) エラ−訂正符号化方法
Durey et al. Recording digital video component signals on a disc-drive to generate animated sequences for television

Legal Events

Date Code Title Description
A85 Still pending on 85-01-01
BA A request for search or an international-type search has been filed
BB A search report has been drawn up
BC A request for examination has been filed
BV The patent application has lapsed