NL8003985A - Ai-77 verbindingen alsmede farmaceutische aanvaardbare zouten daarvan. - Google Patents

Ai-77 verbindingen alsmede farmaceutische aanvaardbare zouten daarvan. Download PDF

Info

Publication number
NL8003985A
NL8003985A NL8003985A NL8003985A NL8003985A NL 8003985 A NL8003985 A NL 8003985A NL 8003985 A NL8003985 A NL 8003985A NL 8003985 A NL8003985 A NL 8003985A NL 8003985 A NL8003985 A NL 8003985A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
iiia
compound
methanol
water
solution
Prior art date
Application number
NL8003985A
Other languages
English (en)
Other versions
NL187069B (nl
NL187069C (nl
Original Assignee
Asahi Chemical Ind
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Priority claimed from JP8689279A external-priority patent/JPS5612352A/ja
Priority claimed from JP6168580A external-priority patent/JPH0246585B2/ja
Application filed by Asahi Chemical Ind filed Critical Asahi Chemical Ind
Publication of NL8003985A publication Critical patent/NL8003985A/nl
Publication of NL187069B publication Critical patent/NL187069B/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL187069C publication Critical patent/NL187069C/nl

Links

Classifications

    • CCHEMISTRY; METALLURGY
    • C12BIOCHEMISTRY; BEER; SPIRITS; WINE; VINEGAR; MICROBIOLOGY; ENZYMOLOGY; MUTATION OR GENETIC ENGINEERING
    • C12NMICROORGANISMS OR ENZYMES; COMPOSITIONS THEREOF; PROPAGATING, PRESERVING, OR MAINTAINING MICROORGANISMS; MUTATION OR GENETIC ENGINEERING; CULTURE MEDIA
    • C12N1/00Microorganisms, e.g. protozoa; Compositions thereof; Processes of propagating, maintaining or preserving microorganisms or compositions thereof; Processes of preparing or isolating a composition containing a microorganism; Culture media therefor
    • C12N1/20Bacteria; Culture media therefor
    • C12N1/205Bacterial isolates
    • CCHEMISTRY; METALLURGY
    • C07ORGANIC CHEMISTRY
    • C07DHETEROCYCLIC COMPOUNDS
    • C07D311/00Heterocyclic compounds containing six-membered rings having one oxygen atom as the only hetero atom, condensed with other rings
    • C07D311/02Heterocyclic compounds containing six-membered rings having one oxygen atom as the only hetero atom, condensed with other rings ortho- or peri-condensed with carbocyclic rings or ring systems
    • C07D311/76Benzo[c]pyrans
    • CCHEMISTRY; METALLURGY
    • C12BIOCHEMISTRY; BEER; SPIRITS; WINE; VINEGAR; MICROBIOLOGY; ENZYMOLOGY; MUTATION OR GENETIC ENGINEERING
    • C12PFERMENTATION OR ENZYME-USING PROCESSES TO SYNTHESISE A DESIRED CHEMICAL COMPOUND OR COMPOSITION OR TO SEPARATE OPTICAL ISOMERS FROM A RACEMIC MIXTURE
    • C12P13/00Preparation of nitrogen-containing organic compounds
    • C12P13/02Amides, e.g. chloramphenicol or polyamides; Imides or polyimides; Urethanes, i.e. compounds comprising N-C=O structural element or polyurethanes
    • CCHEMISTRY; METALLURGY
    • C12BIOCHEMISTRY; BEER; SPIRITS; WINE; VINEGAR; MICROBIOLOGY; ENZYMOLOGY; MUTATION OR GENETIC ENGINEERING
    • C12PFERMENTATION OR ENZYME-USING PROCESSES TO SYNTHESISE A DESIRED CHEMICAL COMPOUND OR COMPOSITION OR TO SEPARATE OPTICAL ISOMERS FROM A RACEMIC MIXTURE
    • C12P17/00Preparation of heterocyclic carbon compounds with only O, N, S, Se or Te as ring hetero atoms
    • C12P17/02Oxygen as only ring hetero atoms
    • C12P17/06Oxygen as only ring hetero atoms containing a six-membered hetero ring, e.g. fluorescein
    • CCHEMISTRY; METALLURGY
    • C12BIOCHEMISTRY; BEER; SPIRITS; WINE; VINEGAR; MICROBIOLOGY; ENZYMOLOGY; MUTATION OR GENETIC ENGINEERING
    • C12PFERMENTATION OR ENZYME-USING PROCESSES TO SYNTHESISE A DESIRED CHEMICAL COMPOUND OR COMPOSITION OR TO SEPARATE OPTICAL ISOMERS FROM A RACEMIC MIXTURE
    • C12P17/00Preparation of heterocyclic carbon compounds with only O, N, S, Se or Te as ring hetero atoms
    • C12P17/16Preparation of heterocyclic carbon compounds with only O, N, S, Se or Te as ring hetero atoms containing two or more hetero rings
    • C12P17/162Heterorings having oxygen atoms as the only ring heteroatoms, e.g. Lasalocid
    • CCHEMISTRY; METALLURGY
    • C12BIOCHEMISTRY; BEER; SPIRITS; WINE; VINEGAR; MICROBIOLOGY; ENZYMOLOGY; MUTATION OR GENETIC ENGINEERING
    • C12RINDEXING SCHEME ASSOCIATED WITH SUBCLASSES C12C - C12Q, RELATING TO MICROORGANISMS
    • C12R2001/00Microorganisms ; Processes using microorganisms
    • C12R2001/01Bacteria or Actinomycetales ; using bacteria or Actinomycetales
    • C12R2001/07Bacillus

Landscapes

  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Organic Chemistry (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Wood Science & Technology (AREA)
  • Zoology (AREA)
  • Health & Medical Sciences (AREA)
  • Biotechnology (AREA)
  • Bioinformatics & Cheminformatics (AREA)
  • Genetics & Genomics (AREA)
  • Biochemistry (AREA)
  • General Health & Medical Sciences (AREA)
  • General Engineering & Computer Science (AREA)
  • Microbiology (AREA)
  • Chemical Kinetics & Catalysis (AREA)
  • General Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Biomedical Technology (AREA)
  • Virology (AREA)
  • Tropical Medicine & Parasitology (AREA)
  • Medicinal Chemistry (AREA)
  • Pharmaceuticals Containing Other Organic And Inorganic Compounds (AREA)
  • Thiazole And Isothizaole Compounds (AREA)
  • Nitrogen And Oxygen Or Sulfur-Condensed Heterocyclic Ring Systems (AREA)
  • Organic Low-Molecular-Weight Compounds And Preparation Thereof (AREA)

Description

ί 1 ν d vo 0721 j... _—— 1 22 JULI980 AI-77 Verbindingen alsmede farmaceutisch aanvaardbare zouten daarvan.
De uitvinding heeft betrekking op nieuwe AI-77 verbindingen, alsmede farmaceutisch aanvaardbare zouten daarvan, die als anti-ulcus middelen worden toegepast. De AI-77 verbindingen van de uitvinding worden voorgesteld door formules I en II van het formuleblad, 5 waarin X HRg of 0 is, ï NHR,_ is of tezamen met Z een keten voor het binden van C en C vormt; Z is H of tezamen met I een C - C binding vormt; , R^ en R^ elk H, R', -CHgR of -COR zijn; Rg H of R is; H, R of CHgR is; R wordt gekozen uit al of niet verzadigde rechte of vertakte alifatische groepen met 1-17 koolstofatomen, een aromatische 10. groep met 6-10 koolstofatomen, een kooi-type groep met 7-10 koolstofatomen, een eenkernige alifatische groep met 3-8 koolstofatomen, een aromatisch-alifatische (soms ook aangeduid als ,,aralifatische,,) groep ,et J - 15 koolstofatomen, een heterocyclische koolwaterstof met 1 - 9. koolstofatomen, waarin de voornoemde koolwater stof at omen gesub-15 stitueerd kunnen zijn met een of meer groepen gekozen uit halogeen, oxo, carboxyl, hydroxyl, een al of niet verzadigde rechte of vertakte alifatische groep met 1 - 5 koolstofatomen, een aromatische groep met 6-10 koolstofatomen, een eenkernige alifatische groep met 3-8 koolstofatomen, een aromatisch-alifatische groep met 7-11 koolstofato-20 men, een alkoxylgroep met 1 - 5 koolstofatomen, een thioalkoxylgroep met 1 - 5 koolstofatomen, een earboalkoxylgroep met 1 - 6 koolstofatomen, een acylgroep met 1 - 5 koolstofatomen, een acyloxygroep met 1 -6 koolstofatomen en een heterocyclische groep met 1 - 9 koolstofatomen^ R' is gelijk aan R met uitzondering van die groepen waarin een onver-25 zadigd koolstof- of een tertiair koolstofatoom rechtstreeks is gebonden aan 0 of N; is H of vormt tezamen met T1 een keten voor het binden van C en 0 in een lactonring; is OH of vormt tezamen met Rg een keten voor het binden van C en 0 in een lactonring; R^ is H of vormt tezamen met een keten voor het binden van C en 0 in een lactonring, en Tg is 30 OH of vormt tezamen met R^ een keten voor het binden van C en 0 in een lactonring.
Bij onderzoek van vele micro-organisme cultures is gevonden dat wanneer stam AI-77, die onlangs door aanvraagster uit aarde is geïsoleerd en die is geïdentificeerd als te behoren tot Bacillus 800 3 9 85 2 ριιττπ 1 -ns, aëroob in een medium werd gekweekt, een stof met een sterke anti-ulcus activiteit in de kweek werd geconcentreerd. Verdere studies hebben aan het licht gebracht dat deze stof zeven verbindingen omvat, A, B, C, D, E, F en G, die hierna zullen worden beschreven en die de 5 basis van de uitvinding vormen.
Korte beschrijving van de tekening
Figuren 1 en 2 zijn het 1H magnetische keraresonantie-spectrum en het infraroodabsorptiespectrum van verbinding A, figuren 3 en U zijn het 1H magnetische keraresonantie-10 spectrum en het infraroodabsorptiespectrum van verbinding B, figuren 5 en 6 zijn het 1H magnetische kernresonantie-spectrum en het infraroodabsorptiespectrum van verbinding C, figuren 7 en 8 zijn het 1H magnetische kernresonantie-spectrum en het infraroodabsorptiespectrum van verbinding D, 15 figuren 9 en 10 zijn het magnetische kemresonan- tiespectrum en het infraroodabsorptiespectrum van verbinding F, figuren 11 en 12 zijn het 1H magnetische kernresonan-tiespectrum en het infraroodabsorptiespectrum van verbinding G, figuur 13 is een infraroodabsorptiespectrum van verbin- 20 ding E.
De nieuwe AI-77 verbindingen volgens de uitvinding worden voorgesteld door formules I en II; R is een verzaigde rechte alkyl-groep met 1-17 koolstofatomen, zoals methyl, ethyl, n-propyl, n-bu-tyl, n-pentyl, n-hexyl, n-heptyl, n-octyl, n-undecyl of n-heptadecyl; een 25 vertakte verzadigde alifatische groep met 3-17 koolstofatomen, zoals isopropyl, 2-methylpropyl, 2-methylbutyl, 2-propylpentyl, k-ethylheptyl · of 2,6,10-trimethyltetradecanyl; een onverzadigde alkylgroep met 2-17 koolstofatomen, zoals vinyl, allyl-1-propenyl, 2-propenyl, 2-butenyl, 1,3-butadiënyl, 2-pentenyl, 8-heptadecenyl, 2-methylallyl, 2,6-dimethyl-2,6-30 heptadiënyl of 2,6,9-trimethyl-2,6,9-tridecatriënyl; een aromatische groep met 6-10 koolstofatomen, zoals fenyl, naftyl of azulenyl; een kooitype verbinding met 7-10 koolstofatomen, zoals norborneen, nor-bornaan, kamfer of adamatoyl; een ëenkernige alifatische groep met 3-8 koolstofatomen, zoals cyclopropyl, cyclobutyl, cyclopentyl, cyclohexyl, 35 cycloheptyl of cycloöctyl; een aromatische-alifatische groep met 11 -15 koolstofatomen, zoals benzyl, fenetyl, 2-fenylpropyl, naftylmethyl, 800 3 9 85 3 * naftylethyl of 2,k-dimethyl-isopropyl-azulenyl; een heterocyclische groep met 1 - 9 koolstofatomen, zoals furyl, dihydrofuryl, tetrahydrofuryl, pyranyl, dihydropyranyl, thiënyl, tetrazolyl, pyrrolyl, pyrrolidinyl, chinolyl, indolyl, indolinyl, piperidyl, morfolinyl, pyridyl, oxazolyl, 5 oxazolidinyl, thiazolyl, of thiazolydinyl, waarin IT-heterocyclische groepen waarin een tertiair stikstofatoom aanwezig is van de N-hetero-cyclische groepen de voorkeur hehhen. De als hoven vermelde groepen kunnen substituenten bezitten. Voorheelden van suhstituenten zijn halogeen, zoals chloor, hroom of fluor; oxo; carboxyl; hydroxyl; een 10 al of niet verzadigde rechte of vertakte alifatische groep met 1 - 5 koolstofatomen, zoals methyl, ethyl, propyl, butyl, pentyl, isopentyl, 3-methylbutyl, isobutyleen, propyleen of acetyleen; een aromatische groep met 6-10 koolstofatomen, zoals fenyl, naftyl, azuleen of tropoyl; een eenkeroige alifatische groep met 3-8 koolstofatomen, zoals cyclo-15 propyl, cyclobutyl, cyclopentyl, cyclohexyl, cycloheptyl, of cycloöc-tyl; een aromatisch-alifatische groep met 7-11 koolstofatomen, zoals benzyl, fenetyl, 2-fenylpropyl, naftylmethyl of p-(3-methyl)butylfenyl; een alkoxylgroep met 1 - 5 koolstofatomen’, zoals methoxy, ethoxy, pen-toxy, 3-methylbutoxy of 3-methyl-2-butenoxy; een thioalkoxylgroep met 20 1-5 koolstofatomen, zoals methylthio, ethylthio, 3-methylbutylthio of pentylthio; een carboalkoxylgroep met 1 - 6 koolstofatomen, zoals methoxycarbonyl, pentoxycarbonyl of’ isopentoxycarbonyl, een acyloxy-groep met 2-6 koolstofatomen, zoals acetyloxy, propionyloxy, peptanoyl-oxy, hexanolyloxy of crotonoyloxy; een acylgroep met 1 - 5 koolstofato-. 25 men, zoals acetyl, propionyl, hexanoyl of 3-methylbutanoyl; en een hetero cyclische groep met 1 - 9 koolstofatomen, zoals furyl, dihydro furyl·, tetrahydrofuryl, pyranyl, dihydropyranyl, thienyl, tetrazolyl, pyrrolyl, pyrrolodinyl, chinolyl, indolyl, indolinyl, piperidino, morfolino, pyridyl, oxazolyl, oxazolidinyl, thiazolyl of thiazolydinyl.
30 Voorkeurs-substituenten in de rechte keten zijn halo geen, oxo, carboxy, alkoxy, thioalkoxy, carboalkoxy, acyloxy, eenkemi-ge alifatische, aromatische-alifatische, aromatische en heterocyclische groepen. Voorkeurssubstituenten voor de vertakte alkylgroep zijn halogeen, alkoxy en thioalkoxygroepen. Voorkeurssubstituenten voor de aromatische 35 groep zijn alkyl, alkoxy, thioalkoxy, hydroxy, acyloxy en carboalkoxy-groepen, en deze groepen hebben tevens de voorkeur als de substituent 800 3 9 85 *- > k voor de aromatische groep van de aromatisch-alifatische groep.
Voorkeurssuhstituenten voor de eenkeraige alifatische groepen zijn oxo, carboxy, alkyl, alkoxyl, carboalkoxyl en acyloxyl. Voorkeurssubstituen-ten voor de heterocyclische groep zijn alkyl, alkoxyl, acyl en carboxyl.
5 De als boven gedefinieerde AI-77 verbindingen kunnen tevens worden toegepast in cLe vorm van hun farmaceutisch aanvaardbare zouten, zoals zouten van ha. ogeenwaterstofzuren, fosforzuur, zwavelzuur, oxaalzuur, malelnezuur en organische sulfonzuren, zoals dodecylzwavel- . zuur.
10 Gevonden is dat de nieuwe verbindingen volgens de uit vinding geschikt zijn als anti-ulcusmiddel, anti-ontstekingsmiddel, cholesterol- verlagend middel, anti-aritme middel, vaatverwijdend middel en als tussenprodukt voor deze geneesmiddelen.
Typerende AI-7T verbindingen kunnen worden voorgesteld 15 door de volgende formules die als produkt van een fermentatie-proces kunnen worden gewonnen; AI-7T - A (formule IA), AI-77- B (formule IB), AI-77 - C (formule IC), AI-77 - D (formule ID), AI-77 - F (formule IF) en AI-77 - G (formule IG) van het formuleblad.
Zoals de verbindingen A, B, C, D, F en G is verbin-20 ding E verkrijgbaar als fermentatieprodukt en de eigenschappen daarvan zijn de volgende: Rf = 0,55 in dunne-laag-chromatografie, (TLC over si-licagel (bijvoorbeeld F 571^ van Merck & Co. Ine.) onder toepassing van ethylacetaat als ontwikkelsysteem; maximum UV-absorptie in methanol = 2U6\rim en 31^ om; IR absorptie-eigenschappen in KBr tablet = 1755 cm- , 25 16Ü5 cm ^ en 15^0 cm
De andere verbindingen met de formules I en II kunnen worden afgeleid uit de als boven beschreven verbindingen A - G als een semi-synthêtisch produkt.
De fysisch-chemische eigenschappen van de verbindingen 30 A - G worden in de nu volgende tabellen aangegeven. Tabel A toont de massa-spectrumgegevens, het UV-absorptie, IR-absorptie en rnnr-spectrum alsmede andere eigenschappen van het hydrochloride van verbinding A.
De verbinding is goed oplosbaar in water, ethanol, dimethylformamide, en dimethylsulfoxyde, slecht oplosbaar in een lagere alcohol met 2-3 35 koolstofatomen en dioxan, en nagenoeg onoplosbaar in ethylacetaat, chloroform, ether, hexaan en benzeen. De verbinding is gevoelig voor ver- 80039 85 % 5
Mtting en basen.
TABEL A
AI - 77 - A · HC1 zie formule IA’
Massa : FD massa (M=1)+ = 424 , 5 Moleculair formule G20^27^3°7 * HG1 U.7. Mg^v : 246 nm ( ε - 5-77 103) 314 nm ( 6 = 4.11 x 103) I.R. : 1674 cm"1, 1643 cm"1, 1540 cm"1, [zie fig. 2].
y max 1H E.M.R. (in CD^D (TMS)): [zie fig. 1].
_ê dpm en J (Hz)_ 10. H-1f) 0,92 (3H, d), J1f of 2, 3, = 6 E- 2' J 0,96 (3H, d), J1t of 2,’ 3, = 6,5 H" 3’ ) 1,14 a, 2,0 (3H, m) K- 4' .
H- 5' 1)-,36 (1H, m)
15 H- 8’ 4,19 (1S, a) Jg, 7» = T
H- 9’ 4,01 (1H, dd) = 4 H—10' 3,70 (1Ξ, m) H—11' 2,4 2,9 (2H, m) H- 3 4,70 (1ÏÏ, m) 20. H- 4 3,04 (2H, m) H- 5 1 H- 7J 6)77 (1H’ d) 6’85 (1H’ d) J5,6 J6,7 = 8 1-6 7Λ7 (iHdd) NH 7,74 d J = 8 (in dg - DMS0) 25 HH 7,82 d J = 9 (in dg = DMS0) 13C HMR (in dg-DMS0): _$ dpm_._ 21,4 39,0 81,0 140,8 23,3 48,2 108,4 161,0 30 24,0 49,8 115,4 169,2 29,0 71,2 118,7 177,5 800 3 9 853£’1 T1·6 ,36’6 6
Tabel B toont de gegevens van het massaspectrum, de UV-absorptie, IR-absorptie en nmr-spectra alsmede andere eigenschappen van de verbinding B. De verbinding is goed oplosbaar in water, methanol, dimethylformamide en dimethylsulfoxyde, slecht oplosbaar in andere lage 5 alcoholen, dioxan en tetrahydrofuran en nagenoeg onoplosbaar in ethyl-acetaat, chloroform, ether, hexaan en benzeen. Een waterige oplossing van de verbinding is gevoelig voor basen, waarbij hydrolyse van het lacton zelfs bij kamertemperatuur geleidelijk verloopt, waardoor AI-77 G wordt gevormd.
TABEL· B
10 AI - 77 - B
zie formule IB'
Massa: FD hoge massa (MM.)+ = b25» 1938 Moleculaire formule ¾8¾08 IT.V. M\0H : 2^6 nm ( S 6,25 x 103) 31^ nm ( -£ = U,l*5 x 103) Λ mstx.
15 C.D, MeOH: ^ 325 * -0,^2, 306 = -0,β7, ^ 257' = -3,3 I.R. : 1660 cm-"1, l6i+Q cm-1, 1520 cm”1 [zie fig. U] w max 1H (in CD^D (IMS)): [zie fig. 3] è dpm en J (Hz)_ H" 1’l 0,90 (3H, d) 0,95 (3H, d) J , f , = 6 J , 6,5
20 H- 2’J
H- 3'1 H-U*l 1,1 ^2,0 (3H, m) H- 5' U,30 (1H, m) H- 8' U,1U (1H, d) Jg,>9, * 7 25 H- 9' 3,92 (1H, dd) J9,j10, H-10' 3,62 (1H, m) H-11' 2,55 (2H, m) = 16 H- 3 b,62 (1H, m) H- k 3,0 (2H, m) 30 H- 5 ' H-7J 6,75 (1H, d) 6,81 (1H, d) J5j6, H6j * 8 H- 6 7^2 (1H, dd) -NH- 8,07 d J = 8 (in dg - DMS0) 800 3 9 85
•I
r 7 13C ΙΓ.Μ.Β.: _________J dpm_
in dg - DMSO in CD^D
22,6 39,6 82,0 l4l,7 21,2 40,0 81,8 1U0,U
5 24,4 49,7 109,1 161,9 23,0 49,3 108,5 162,3 25.1 51,5 116,3 170,1 25,1 51,5 116,0 170,2 30.1 72,5 119,5 173,8 30,0 71,7 118,8 174,0 34,5 72,5 137,3 175,7 32,4 73,0 136,8 174,0
Tabel B toont de gegevens van het massaspectrum, de 10 UV-absorptie, IR-absorptie en runr-spectra alsmede andere eigenschappen van verbinding C. De verbinding is goed oplosbaar in lagere alcohol, dimethylformamide, dimethylsulfoxyde en dioxan, slecht oplosbaar- in chloroform, ethylacetaat en nagenoeg onoplosbaar in vater, ether, hexaan en benzeen. De verbinding is even gevoelig voor basen als AI-77-B.
TABEL C
15 AI - 77 - C
zie formule IC'
Moleculaire formule: C22H28ir2°8 U.V. Mex0H : 246 nm 314 nm A max I.R. ^ : 1765 cm"1, 1653 cm”1, 1535 cm"1 [zie fig. 6] y max 20 1H N.M.B. (in dg - DMSO (TMS)): [zie fig. 5] _^ dpm en J (Hz) ____ H- lO 0,82 (3H, d) J1t Qf 2,j3, = 7 H- 2’ J 0,82 (3H, d) Qf 2,’3, = 7 H- 3’ } 25 g_ 4»J 1,0/v 1,90 (3Ξ, m) H- 5’ 4,18 (1H, m) H- 8' 4,28 (1H, d) = 3 H- 9* 4,61 (1H, ) H-10» 4,32 (1H, m) 30 H-110 2,32 (1H, dd) Jl1fjlor = 2 ^1, ^t ^ * 18 H-11"J 2,90 (1H, dd) Jir,’10T = 9 H- 3 4,66 (1H, m) H- 4 2,90 (2H, d) J^3 = 8 > 8 * __$ dpm en J (Hz) I- 5 I 6,77 OH, d) J5 of Tig - 8 H- 7. 6,81 (1H, d) Jg o£ - 9 H- 6 7,^ (1H, dd) 5 OH-Og, 6,18 a J8,jOH*6 M-C10,] 7,85 d ; J * 8 NH- 6' J 8,36 d J * 7 OH- CQ 10,7^ s CH^COHH- 1?69 (3H, s) C10' 10 Tabel D geeft de gegevens van bet massaspectrum, de UV- absorptie, . IR absorptie en nmr-spectra alsmede andere eigenschappen van verbinding D. De verbinding is oplosbaar in lagere alcoholen, dimethylformamide, dimethylsulfoxyde, dioxan, chloroform en ethyl-acetaat en nagenoeg onoplosbaar in water, ether, hexaan en benzeen. Het 15 is even gevoelig voor basen als AI-77-B.
TABEL D
AI - 77 - D
zie formule ID'
Moleculaire formule: C^H^E^Og U,V* Amax ' 2k6 31^ 11111 '20 I.R. : 1790 cm""1, 16I45 cm""1, 15^0 cm-1 [zie fig. 8] 1Ξ H.M.H. (in dg-DMSO (TMS)): [zie fig. 7] ____8 dpm en J (Hz_ H“ 1'1 0,82 (3ÏÏ’ d) J1» Of 2*,3' s 7 s-2i °·52 (3H, d) J,,of2,;3 =7 25 H_ 3 l 1,0 Λ-1,90 (3H, m) (31, a)
H-VJ
H- 5' *4,18 (1H, m) 8’ k>28 (1H, d) Jg,}9, =3 H- 9’ b,6 (1ïï ) 30 H-10' 14,32 (1H, m) H-1l0 2,23 (1H, dd) Jn, jlQ, = 2 * 18 2’90 (1H dd) J11%10, =9 800 3 9 85 9 r _flpm en J (Hz)_ H- 3 b,66 (1H, m) H- 4 2,90 (2H, d) ^3 = 8 H-5j 6,77 (1H, d) J5’of7e6-8 5 H- 7 J 6,81 (1H, d) J5 Qf 7>6 = 9 1- 6 7,¾¾ (1H, dd) 0ÏÏ-C8' 6,18 d Jö, =6 ÏTH-C10f| 7,85 d J = 8 HH- 6’ J 8,36 d J = 7 10 0H-C8 10,7¾. a CH3CH2C0NH- 1,9¾ (2H, q.) J = 8 CÏÏ^CïïgCOïiH 0,88 (3H, t)
Tabel E toont de UV-absorptie en IR-absorptiegege— vens van verbinding E. De verbinding is goed oplosbaar in ethylacetaat, 15 chloroform en dimethylformamide, dimethylsulfoxyde, slecht oplosbaar in lagere alcoholen en dioxan en nagenoeg onoplosbaar in water, hexaan en benzeen.
TABEL E
U.V. MefH : 2U6 nm 31¾ nm
Amax I.B. · 1990 cm"1, 1765 cm"1, 1730 cm"1, 20 1680 cm"1, 1525 cm”1 [zie fig. 13]
Tabel F toont het mass aspect rum, de UV-absorptie, IR-absorptie en nmr-spectra van verbinding F. De verbinding is goed oplosbaar in ethylacetaat, chloroform, dimethylformamide en dimethylsulfoxyde, slecht oplosbaar in lagere alcohol en dioxan en nagenoeg onoplos-25 baar in water, hexaan en benzeen. De verbinding is even gevoelig voor basen als AI-77-B.
TABEL F
AI - 77 - F
zie formule IF’
Massa: hoge massa M 389,1^7¾ 30 Moleculaire formule 800 39 85 * > 10
ττ ττ MeOH
U*V' Xmax ' 2lt3 nm, 312 nm C.D. dioxan: Ag 327 = -0,31 A^ 303 * -0,47 Aê258 *
MeOH ~ki5 I,R* 7 max : 1790 cm-1> 1T55 cm"1, 1670 cm"1 , 1535 cm-1 [zie fig. 10] 1H H.M.R. (in dg - DMSO (TMS)): [zie fig. 9] 5__£ (dpm) en J (Hz)______ H- 1·] 0,85 (3ïï, d) 0,91 (3H, d) H- 2' .
H" 3‘ 1 »11 » 1,90 (3H, m) H- 4' .
10 H- 5' 4,.18 (1H, m) H" 8' 4,40 (1H, dd) Jg.^-3 j8ij_oH =6 H- 9’ 5,35 (1H, dd) J9, 1QI = 2 H-10' 6,24 (1H, dd) ^10!υ,=6 H-1 T’ 7,55 (1H,. d) 15 H-*3 4,68 (1H, dd) ^ ^ = 8 H- 4 2,97 (2H, d) hI t] MO (2H, d) J5>6, J6;t = 8 H- 6 7,50 (1H, dd) 20 HH 7,78 d = 10,5 OH-Cg, 6,17 d OH-Cg 10,75 s 13C BMR (in dg - DMSO): _$ dnm_ 25 21,16 48,48 115,56 154,73 23,24 70,81 118,76 161,09 24,02 80,91 121,87 169,10 29,07 84,26 136,67 170,12 38,77 108,43 140,32 173,22 30 Tabel G geeft de moleculaire formule, het UV-absorptie- en IR-absorptiespectrum alsmede andere eigenschappen van verbinding G.
De verbinding is goed oplosbaar in water, slecht oplosbaar in organische 800 39 85 * r 11 oplosmiddelen, en betrekkelijk stabiel als waterige oplossing.
TABEL G
AI - 77 - G
zie formule IG'
Moleculaire formule: ^20^30^2^9 5 U.V. ^ : 2k5 nm (sh) 300 nm ' A max I.R. : 1650 cm”\ 1583 cm 1 [zie fig. 12]
V max 0 J
^ïï N.M.R. : [zie fig. 11]
Alle in tabellen A - G gemeten waarden zijn niet gecorrigeerd. De Rf’s van de verbindingen A - G met TLC worden in tabel 10 H aangegeven.
TABEL E
TLC-analyse van AI-77-A, B, C, D, E, F, G en Ξ :
Qntwikkelplaat: silica gelplaat (571*+ Merck & Co, Ine.)
Qntwikkelsysteem: (1) ether : ethylacetaat =7 : 3 v/v 15 (2) ethylacetaat (3) chloroform : methanol =1 : 1 v/v (¾) n-butanol : aceton : water = k : 5 * 1 v/v _Qntwikkelsysteem36_
Verbinding (l) (2) (3) (1+) 20 A geen aanbrengpunt 0,11 0,52 B " " 0,1+3 0,27 C 0,09 0,28 0,85 0,9h
D 0,22 0,1+7 0,85 0,9U
E 0,26 0,55 0,85 0,9i+ 25 F 0,1+8 0,68 0,92 0,96 G geen aanbrengpunt 0,35 0,39 * (migratie van oplosmiddel = 1,00)
Een nieuwe A-77 verbinding van de uitvinding wordt geschikt verkregen door het kweken van de als boven vermelde stam AI-77 , 30 maar deze kan ook worden verkregen door een isolatie uit de kweek van ft η n 3 9 «5 * 12 andere AI-7T producerende micro-organismen die behoren tot Bacillus.
Voor de kweek van micro-organismen van Bacillus is de kennis beschikbaar betreffende het kweken van de stam AI-77 en andere A-77 verbinding-producerende micro-organismen van Bacillus. Deze micro-organismen wor-5 den aëroob gekweekt bij ongeveer 25 - bO°C in een medium, dat een stikstof- en koolstofbron,. anorganische zouten, vitaminen, aminozuren, kemzuur verwante. stoffen alsmede elke andere stof bevat die noodzakelijk is voor de kweek van dergelijke micro-organismen. Een kweek op grote schaal wordt met voordeel onder beluchting en roeren uitgevoerd.
10 De micrologische eigenschappen van stam AI-77 (FERM. P
no. U066, ATCC Ho. 31650) worden hieronder aangegeven.
Mycologische eigenschappen a) Aard van de groei op de volgende diverse media: (1) Bouillon: het medium wordt praktisch geheel troebel en vormt geen 15 film.
(2) Bouillon agarplaatkweek: De kolonie is in het algemeen glad maar soms wordt een kolonie met een ruw vlak gevormd. Helder tot doorschijnend. Eerst ivoorkleurig, dan wit, tenslotte crèmekleurig.
Er wordt geen pigment gevormd.
20 (3) Glucose bouillonagarmedium: Het micro-organisme groeit op dit medium beter dan op bouillonagarmedium. Het uit er lijk van de kolonie is hetzelfde als bij bouillonagarmedium.
(10 Gelatine medium: Gelatine wordt geleidelijk vloeibaar.
(5) Peptonwater: De groei van het micro-organisme wordt enigszins geremd 25 en het medium wordt enigszins troebel.
(6) Lakmoesmelk: Het micro-organisme doet de melk niet coaguleren of peptoniseren. Er wordt geen verandering in het lakmoes waargenomen.
(7) Aardappelmedium: Het microörganisme verspreidt zich tot een taan-kleurige kolonie met kleine rimpels.
30 De morfologische eigenschappen van het micro-organis- 'me op een glucose bouillonagarmedium zijn: de cel is een korte staaf met een afmeting van 0,5 - 0,9 x 0,5 - 2,0 micrometer, Gram-variabel, en vormt elliptisch tot cilindrisch gevormde sporen die in het algemeen zijn geplaatst in het midden van de cel, en waarvan de zijden niet aan-35 merkelijk naar buiten uitbollen.
800 39 85 f 13 ï b) Fysiologische eigenschappen 1) Optimale groeiomstandigheden: pH 5 - 8, 27 - 35°C, aëroob,
2) Groeiomstandigheden: pH 5S0 - 10,0; 10 - 55°C
3) Gram-kleurend: variabel 5 1+) Zuurweer stand: geen 5) Methylroodproef: positief 6) Voges-Proskauerreactie: positief T) Vorming van indool niet waargenomen 8) Vorming van waterstofsulfide nauwelijks waargenomen 10 9) Vorming van ammoniak niet waargenomen 10) Reductie van nitraatzout niet waargenomen 11) Actieve vorming van catalase 12) Gelatine wordt geleidelijk vloeibaar 13) Zetmeel wordt niet gehydrolyseerd 15 1¼) Citroenzuur wordt verbruikt 15) Groei op J% NaCl medium 16) Methyleenblauw wordt niet gereduceerd 17) Ureum wordt slechts weinig verbruikt c) Verbruik van koolstofbronnen 20 Het micro-organisme vormt een zuur door verbruik van fructose, saccharose, glucose en mannitol. Het gebruikt enig mannose en trehalose onder vorming van een zuur. Het verbruikt geen arabinose, xylose, galactose, lactose, maltose, raffinose, sorbitol, inositol, glycerol, α-methylglycoside, inuline, dextrine, zetmeel of cellulose.
25 Geen van de koolstofbronnen vormt een detecteerbaar gas.
Het vergelijken van de voomoemde eigenschappen met die van Bergey's Manual of Determinative Bacteriology, 7 en 8ste druk toont aan dat de betreffende micro-organismen eigenschappen hebben die in het algemeen overeenkomen met die van Bacillus pumilis ondanks en-30 kele verschillen (bijvoorbeeld er wordt geen zuur gevormd uit arabinose of xylose en melk wordt niet gepeptoniseerd of gecoaguleerd). Derhalve is het micro-organisme geïdentificeerd als een stam die behoort tot Bacillus pumilis en Bacillus pumilis AI-77 genoemd in afwezigheid van een bekende stam die daarmee identiek is. Het micro-organisme is gedeponeerd 35 bij het Fermentation Research Institute, Agency of Industrial Science and Technology, Japan, onder FERM P No. kO66, 20 mei 1977 en is tevens 800 39 85 ι Λ gedeponeerd bij de American Type Culture Collection, USA onder ATCC Nr. 31650, 16 juni 1980. Alle natuurlijke en kunstmatige varianten van Bacillus pumilis AI-77 die de eigenschap hebben AI-77 verbindingen te produceren kunnen voor de uitvinding worden toegepast.
5 De vorming van de verbindingen A - G door de kweken en het winnen uit de kweek worden met specifieke middelen uitgevoerd die hieronder zullen worden beschreven.
Wanneer A - G-producerende micro-organismen gedurende een bepaalde tijdsperiode aëroob in een vloeibaar medium, dat de door 10 het micro-organisme vereiste voedingsbronnen bevat, worden gekweekt, worden verbindingen A - G in de kweek opgehoopt. De verbindingen worden uit de kweek gewonnen door combinaties van zuiveringsmethoden waarbij, gebruik wordt gemaakt van de fysisch-chemische eigenschappen van de verbindingen. Voedingsbronnen die bij de fermentatie worden toegepast 15 zijn koolstofbronnen, stikstofbronnen, anorganische zouten, alsmede vitaminen en aminozuren (naar keuze) en andere voedingselementen die noodzakelijk zijn voor de groei van het toegepaste micro-organisme. Voor- a beelden van de koolstofbron zijn glucose, saccharose, fructose, mannitol, organische zuren, molasse, zetmeel en glycerol. Voorbeelden van de stik-20 stofbron zijn maisweekvloeistof, sojameel, farmamedia, gistextract, vleesextract, proteinehydrolysaten, zoals pepton en casaminozuur, aminozuren en ammoniumzouten. Voorbeelden van de anorganische zouten zijn die zouten die metaalionen, zoals natrium, kalium, calcium, magnesium en ijzer bevatten, alsmede ionen-bevattende ammoniumzouten en zouten van 25 fosforzuur, zwavelzuur, chloride, carbonzuur enz. Het medium dient tevens essentiële voedingselementen te bevatten die noodzakelijk zijn voor de groei van het betrokken micro-organisme. Vitaminen, aminozuren en met kemzuren verwante elementen worden in het medium naar behoefte opgenomen. AI-77 producerende micro-organismen groeien onder verschillende 30 omstandigheden. Zij zijn bijvoorbeeld in staat te groeien op een reeks media met een breed gebied van begin pH’s. Het medium waarop een fermentatie begint heeft echter een pH van 6-8, bij voorkeur 6-7» terwijl de pH van het medium in het algemeen slechts in een nauw gebied varieert naarmate het organisme groeit. De kweek wordt aëroob bij 25 - ^0°C 35 gedurende een periode van 12 - 168 uur uitgevoerd. De incubatieperiode wordt geschikt ingesteld naar gelang van de te produceren verbinding.
8003985 ƒ 15 ï
Voor de incubatieperiode die voor een specifieke verbinding geschikt is zie hieronder. De ΑΙ-ΤΎ-verbinding-producerende micro-organismen kunnen op een schuine agarplaat, in een schudkolf of in een gematigd tot grote fermentatietank worden geincubeerd. Fermentatie onder beluchting en 5 roering heeft de voorkeur voor produktie op grote schaal. Voor incubatie met beluchting en roering onder aerobe omstandigheden kan een ont-schuimmiddel, zoals silicon of een polypropeenglycolderivaat met voordeel aan het medium worden toegevoegd en hiermee bereikt men effectief een grotere accumulatie van de verbindingen A - G. De totale accumula-10 tie van verbindingen A - G kan worden gevolgd door meting van de toename van de UV-absorptie bij 31 ^ micrometer van het kweekfiltraat. De produktie van elk van de verbindingen A - G kan worden gevolgd door het cultuurfiltraat of het organisch extract daarvan te onderwerpen aan een TLC of HPLC (hoge-druk-vloeistof-chromatografie}.
15 De verbindingen A - G die onder aerobe fermentatie- omstandigheden worden geproduceerd kunnen nagenoeg geheel uit de fermen-tatievloeistof worden geïsoleerd door een combinatie van geschikte hulpmiddelen, zoals- ionenuitvisselharsen, macroverknoopte harsen, gelfiltra-tie-middelen, chromatografie met adsorptiemiddelen en oplosmiddelextrac-20 tie, onder benutting van de respectievelijke fysisch-chemische eigenschappen van de verbindingen. Verbinding A wordt als volgt geïsoleerd: het filtraat van de kweek verkregen door een 12 - U8 uurs incubatie onder aerobe omstandigheden wordt geadsorbeerd aan een zwakzure kation-uitwisselhars, bijvoorbeeld IRC-50 (H-type) van Rohm & Haas, geëlu-25 eerd met een verdund zuur, waarna het eluaat wordt geadsorbeerd aan een macro-verknoopte hars, bijvoorbeeld Amberlite XAD-2 of ΧΑΏ-k van Rohm & Haas of Dia-ion HP-harsen van Mitsubishi Chemical Industries Limited, en geëlueerd met water of een organisch oplosmiddel of een mengsel daarvan. Geschikte organische oplosmiddelen zijn oplosmiddelen die een 30 affiniteit voor water hebben, zoals alcoholen met 1 - k koolstof atomen, aceton, dioxan en tetrahydrofuran. Verbinding A kan uit het de macroverknoopte hars worden gedesorbeerd met water dat meer dan 10% methanol bevat. Vandaar dat door concentratie van het eluaat in vacuum en vriesdrogen van het concentraat, verbinding A als een wit poeder van een 35 zout van het zuur dat is toegepast bij de eluering van de ionenuitwissel-hars kan worden verkregen. Herhaalde zuivering met de macro-verknoopte 800 3985 it 'i 16 hars geeft verbinding A in hoge zuiverheid. Verbindingen B - G worden als volgt geïsoleerd: het filtraat van de kweek verkregen door een 2k -168 uur's incubatie onder aerobe omstandigheden wordt geabsorbeerd aan een macro-verknoopte hars en onderworpen aan gradiëntelutie met een 5 mengsel van water en toenemende concentraties aan organisch oplosmiddel. De macro-verknoopte hars en het organische oplosmiddel kunnen dezelfde zijn als tof gepast bij de winning van verbinding A. Verbinding G wordt gemakkelijk gedesorbeerd uit de macro-verknoopte hars, daarna volgt B en dan C, D, E en F in deze volgorde. Derhalve kunnen de respectieve-10 lijke verbindingen worden geïsoleerd en gezuiverd door een geschikte keuze van de polariteit van de macro-verknoopte hars en de eluent. In meer bijzonderheden wordt verbinding G gedesorbeerd met water dat 0-105? van een organisch oplosmiddel, bevat; B met water dat 20 - 1*0# van een organisch oplosmiddel bevat en C - F worden achtereenvolgens geëlu-15 eerd met hogere concentraties van het oplosmiddel. De eluaten die G en B bevatten worden opnieuw gechromatografeerd teneinde de respectievelijke verbindingen afzonderlijk te verkrijgen. Een andere effectieve methode voor het isoleren van verbindingen C - F is eerst alle verbindingen tezamen te elueren uit een macro-verknoopte hars met tenminste 80% 20 van een organisch oplosmiddel, daarna het eluaat te concentreren tot een poeder, dat vervolgens wordt gechromatografeerd over een kolom van adsorptiemiddel, zoals silicagel of magnesiumsilicaat. Voorbeelden van eluenten zijn ethylether, acetaatester, chloroform en alcoholen; zij worden in geschikte hoeveelheden gemengd en door geleidelijk de polari-25 teit van het oplosmiddel te laten toenemen, worden onafhankelijke elutie-fracties van F, E, D en C verkregen. Door concentratie van de respectievelijke fracties worden verbindingen F - C verkregen. Het is duidelijk dat deze verbindingen kunnen worden geïsoleerd door preparatieve TLC of preparatieve HPLC.
30 Vervolgens worden methoden voor het synthetiseren van verbindingen volgens formule I anders dan verbindingen A, B, C, D, F en G beschreven. Eerst worden methoden (1) - (23) voor de bereiding van verbindingen volgens formule I beschreven waarin X 0 ia. Methoden (1) - (21) leveren verbindingen met de formule lila van het formuleblad, 35 waarin , R^ en Rj. dezelfde betekenissen als .boven vermeld bezitten.
(1) Een verbinding (IIIa-1), waarin R^ en R^ uit de 80039 85 f 17 formule (Ilia) elk H en R<_ RCO- voorstellen wordt, verkregen door de boven beschreven AI-77-B verbinding te acyleren volgens de gebruikelijke acyleringstechniek. Het produkt kan geschikt worden geïdentificeerd door het UV-absorptie, IR-absorptie en nmr-spectrum, alsmede de massa-5 spectrumgegevens van het uitgangsmateriaal met dat van het produkt te vergelijken. Deze identificatietechniek wordt tevens toegepast in de synthesemethoden die hieronder worden beschreven. Sen typerende acyle-ringsmethode maakt gebruik van een zuuranhydride [(RC0)20] of een zuur-chloride (RCOCl) of zowel een zuur (RCOOH) als een dehydratatie-conden- 10 satiemiddel (bijvoorbeeld dicyclohexylcarbodilmide). Reactie bij 0 -25°C onder toepassing van een een- tot tweevoudige mol-hoeveelheid van een acyleringsmiddel maakt het mogelijk met grote selectiviteit een acylgroep in R^ te introduceren.
(2) Een verbinding (lIIa-2), waarin van formule 15 (lila) H, R^ RCO- en R^ RCO- voorstellen wordt verkregen door reactie bij 25 - 80°C in een pyridine-oplosmiddel dat een overmaat [3 - 20 molen per mol (IIIa-1)] van een zuuranhydride [ (RCO )^0] bevat in aanwezigheid van een Lewiszuur. Indien een zuurchloride als acyleringsmiddel wordt toegepast wordt de reactie uitgevoerd bij een temperatuur van hamertem- 20 peratuur tot ^0°C onder toepassing van 1 - 5 mol van het chloride per mol (IIIa-1) in een pyridine-oplosmiddel.
(3) Een verbinding (IIIa-3), waarin R^, R^ en R^ van formule (lila) elk RCO- zijn wordt verkregen door de verbinding IIIa-2 onder strengere omstandigheden dan in de methode (2) te acyleren. De 25 verbinding (-IIIa-2) wordt daarbij in reactie gebracht met een 1- tot 30-voudige mol-hoeveelheid van een zuuranhydride [(RCO)^0] of zuurchloride (RCQC1) bij iiO - 100°C in een oplosmiddel-systeem, bestaande uit een mengsel van pyridine of een tertiair amine met een niet-protonisch oplosmiddel.
30 Als weergegeven in de beschrijving van methoden (1) - (3)» wordt een acylgroep in R^ van de verbinding (lila) sneller geïntroduceerd dan in R^ en wordt in R^ sneller geïntroduceerd dan in R^, waarbij in elk van de gevallen de selectiviteit van de invoering van de azylgroep hoog is.
35 (i+) Een verbinding (Illa-U), waarin R1, R^ en R,_ van formule (lila) respectievelijk RCO-, H en RCO- zijn wordt als volgt bereid: De verbinding (IIIa-1) wordt opgelost in een inert oplosmiddel, Q fl Λ T 0 or 18 ι ....
bij voorkeur een mengsel van een niet-protonisch polair oplosmiddel en pyridine of een tertiair amine, 1,5 - 15 mol carbobenzoxychloride wordt aan de oplossing toegevoegd en bet mengsel verhit tot een temperatuur in het gebied van kamertemperatuur tot 80°C. Aldus wordt een carboben-5 zoxy-groep met grote selectiviteit in de alcoholische OH-groep gevoerd. Het produkt wordt daarna op de gebruikelijke wijze geacyleerd. Het wordt bijvoorbeeld gereageerd met een overmaat (1-30 mol) van een zuuranhydride [ (RCO^O] bij kO - 100°C in pyridine of een tertiair amine en een niet-protonisch oplosmiddel. Het geacyleerde produkt wordt aan 10 de gebruikelijke katalytische reductie onderworpen ter verwijdering van de carbobenzoxygroep, waarbij de verbinding (llla-10 wordt verkregen.
(5) Een verbinding (lIIa-5), waarin R., R_ en Ec van | 3 5 formule (lila) respectievelijk R' of CH^R, H en RCO- zijn wordt als volgt bereid. Verbinding (lIIa-1) wordt opgelost in een inert oplosmid-15 del dat naar keuze een kleine hoeveelheid alcohol bevat en omgezet met een overmaat van een diazoverbinding (R'N^) °f (RCïïgïï^) ter selectieve invoering van een groep R' of RCH^ in een fenolische OH-groep in afwe-zigheid van een katalysator. Bruikbare diazoverbindingen worden beschreven in Organic Functional Group Preparations, A.T. Blomquist, Academie 20 Press, Hew ïork en London, 1968, bladzijden 383 - ^07· De verbinding R’Hg of RCHgHg kan tevens volgens een bekende methode worden bereid.
(6) Een verbinding (IIIa-6), waarin R^ in formule (lila) R' of -CHgR, R^ RCO en R^ RCO- is, wordt verkregen door de verbinding (HIa-2) om te zetten met een diazoverbinding (R'ïï^) op de wijze als 25 beschreven voor methode 5 of door het acyleren van de verbinding (lIIa-5).
(7) Een verbinding (IIIa-7), waarin R^ van formule (lila) R’ of -CHgR, R^ R' of CHgR en R^ RCO- is, wordt gesynthetiseerd door een alkylgroep in de alcoholische OH-groep in de verbinding (Illa- 30 5) in te voeren door middel van een reactie met een diazoverbinding (R'Hg of RCHgHg) in aanwezigheid van een katalysator (boriumfluoride-etheraat).
Zoals blijkt uit de beschrijving van methoden (5) en (7) wordt de diazoverbinding (R’Hg RCH^Ng) toegepast voor het selec-35 tief invoeren van een alkylgroep in de fenolische OH-groep van de verbinding met formule (Illa-1), waarna zowel de diazoverbinding als de 800 39 85 f 19
Jt katalysator (boriumfluoride-etheraat) worden toegepast voor het invoeren van een alkylgroep in de alcoholische OH-groep.
(8) Een verbinding (HIa-8), waarin R^ van formule (lila) H, R^ R' of RCHg en R,_ RCO- is, wordt als volgt gesynthetiseerd: 5 eerst wordt fenyldïazomethaan toegepast voor het invoeren van een beschermende benzylgroep in de fenolische OH-groep van de verbinding (Hla- 1) door middel van de reactie beschreven voor methode 5» een alkylgroep wordt geïntroduceerd in de alcoholische OH-groep door middel van de reactie beschreven voor methode 7, terwijl de benzylgroep wordt verwij-10 derd door een gebruikelijke katalytische reductie.
(9) Een verbinding (HIa-9)» waarin R^ van formule (lila) RCO-, R^ R' of RCHg en R^ RCO- is, wordt gesynthetiseerd door een fenolische OH-groep van de verbinding (lIIa-8) te acyleren na de reactie als beschreven voor methode (U).
15 (10) Een verbinding (llla-10), waarin R^, R^ en R_ van formule (lila) respectievelijk H,. RCO en H zijn, wordt als volgt gesynthetiseerd: verbinding AI-77-B wordt omgezet met een twee- tot drievoudige mol-hoeveelheid carbobenzoxychloride in aanwezigheid van een tertiair amine bij kamertemperatuur, waarbij een verbinding wordt 20 verkregen waarin R,_ Ph-CH^-OOC- *is. De verbinding wordt onderworpen aan de reactie beschreven voor methode (3) ter vorming van een verbinding, waarin de alcoholische OH-groep is geacyleerd, R^ H, R^ RCO- en R^ 0-CH2-OOC is, waarna de verkregen verbinding aan katalytische reductie wordt onderworpen.
25 (11) Een verbinding (HIa-11), waarin R^, R^ en R^ van formule (lila) respectievelijk RCO-, RCO- en H zijn, wordt als volgt gesynthetiseerd: Het tussenprodukt verkregen volgens methode (10), waarin R^ H, R^ RCO- en R^ Ph-CH2-00C- is, wordt onderworpen aan acy-lering van R^ op de wijze als beschreven voor methode (k), waarna het 30 geacyleerde produkt wordt onderworpen aan katalytische reductie.
(12) Een verbinding (lila-12), waarin R^, R^ en R^ van formule (lila-) respectievelijk -COR, H en H zijn, wordt als volgt gesynthetiseerd: volgens de eerste methode wordt AI-77-B omgezet met een 5 - 30-voudige mol-hoeveelheid carbobenzoxychloride bij een tempe-35 ratuur tussen kamertemperatuur en 80°C in een aanwezigheid van een tertiair amine onder vorming van een verbinding, waarin R^ en R^ elk -COCH^-Fh zijn. De R1 van de verbinding wordt geacyleerd op de wijze als be- * 20 schreven voor methode (U), gevolgd door katalytische reductie om de eindverbinding te verkrijgen. Volgens de tweede methode wordt AI-77-B omgezet met een 5 - 30-voudige mol-hoeveelheid trichlooracetylchloride bij een temperatuur tussen kamertemperatuur en 80°C in aanwezigheid van 5 een tertiair amine ter vorming van een verbinding, waarin , R^ en R^ respectievelijk H -COCl^ en -COCCl^ zijn. R1 van de verbinding wordt omgezet in -C0R op de wijze als beschreven voor methode (h), gevolgd door hydrolyse met een base in een ingesteld pïï-gebied van 8-12 bij kamertemperatuur gedurende een periode van 2 - 2h uur. Daarna wordt 10 de verbinding gelactoniseerd onder de omstandigheden als te beschrijven voor methode (2k), waarbij door het oplosmiddel onder zure omstandigheden af te destilleren het eindprodukt met formule (lila-12} wordt geproduceerd.
(13) Een verbinding (llla-13)* waarin R^ van formule 15 (lila) R' of RCH2, R^ H en R^ H is kan op volgende wijze worden bereid: AI-77-B wordt onderworpen aan de reactie van methode (1) ter invoering van -COCCl^ bij R^,. daarna onderworpen aan de reactie van methode (5) om R’ bij R^ in te voeren-, waarna de verkregen verbinding wordt onderworpen aan alkalische hydrolyse en lactonisering die de 20 tweede trap van de tweede methode (12) als boven voorstellen.
(ih) Een verbinding (lila-1*0, waarin R^ van formule (lila) R' of RCRp, R^ RC0- en R^ H is, wordt volgens een van de volgende twee methoden gesynthetiseerd: Volgens de eerste methode wordt AI-77-B onderworpen aan de reactie van methode (1) ter invoering van 25 -COCClg bij R^j daarna onderworpen aan de reactie van methode (2) ter invoering van RC0- bij R^ en onderworpen aan de reactie van methode (6) ter invoering van Rf of RCHg bij R^. De verkregen verbinding waarin R^ R' of RCH2, R^ RC0- en R^ Cl^CCO is, wordt onderworpen aan alkalische hydrolyse en lactonisering op de wijze als beschreven voor methode (13)· 30 Volgens de tweede methode wordt de verbinding, verkregen als een tussen-produkt in methode (10), waarin H, R^ RC0- en R^ Ph-CHg-OOC- is, onderworpen aan de reactie van methode (6) ter invoering van R' of RCH2 bij R^, waarna de verkregen verbinding katalytisch wordt gereduceerd ter bereiding van het eindprodukt.
35 (15) Een verbinding met formule (lila-15).» waarin R^ van formule (lila) R' of RCÏÏg, R^ R' of RCEL, en R H is wordt met de 80039 85 r 21 -t volgende illustratieve methode bereid: AI-77-B wordt onderworpen aan de reactie van methode (1) ter invoering van -COCCl^ bij R^, daarna onderworpen aan de reactie van methode (5) ter invoering van R' of RCH^ bij R^ en tenslotte onderworpen aan de reactie van methode (7) ter invoe-5 ring van R' of RCÏÏg bij R^. De verkregen verbinding wordt gehydroly-seerd met alkali in een ingesteld pH-gebied van 8-12 bij kamertemperatuur gedurende een periode van 2 - 2k uren. Daarna wordt de verbinding gelactoniseerd onder de omstandigheden te beschrijven voor methode (2^) en door afdestillatie van het oplosmiddel onder zure omstandigheden wordt 10 het eindprodukt volgens formule (llla-15) verkregen.
(16) Een verbinding (IIIa-16), waarin R^ van formule (lila) E,. R^ Rr of RCE^ en R^ E is, kan als volgfc worden gesynthetiseerd: Volgens de eerste methode wordt AI-77-B omgezet met een 2- tot 3-voudige mol-hoeveelheid carbobenzoxychloride bij kamertemperatuur 15 in aanwezigheid van een tertiair amine ter invoering van pH- CH^-OCC bij R^, daarna omgezet met een overmaat fenyldiazomethaan ter invoering van een benzylgroep bij R^, waarna de verbinding wordt omgezet met een diazo-verbinding (R'Ifg of RCÏÏgE^) aanwezigheid van boriumfluoride-etheraat onder invoering van Rf of RCïïg bij R^, waarna de verbinding katalytisch 20 wordt gereduceerd ter verwijdering van de benzyl- en carbobenzoxygroep. Volgens de tweede methode wordt AI-77-B onderworpen aan de reactie van methode (k) voor het trichlooracetyleren van zowel R^ en R^ en omgezet met een diazoverbinding (R'ÏÏTg of RCH^ITg) in aanwezigheid van boriumfluoride-etheraat ter invoering van R’ of RCH^ bij R^, waarna de verkregen 25 verbinding wordt gehydrolyseerd met een alkali ter verkrijging van de eindverbinding.
(17) Een verbinding (llla-17)j waarin R1 van formule (lila) RC0-, R^ R' of RCHg en R^ H is, wordt gesynthetiseerd als volgt: volgens de eerste methode wordt een verbinding waarin R^ RCO-, R^ R1 30 of RCHg en R^ -COCCl^ is gesynthetiseerd door methode (9), waarna de verbinding wordt gehydrolyseerd met een alkali en gelactoniseerd als aangegeven in de beschrijving van methode (15). Volgens de tweede methode wordt de verbinding (IIIa-17) omgezet met een twee- tot drievoudige mol-hoeveelheid carbobenzoxychloride bij kamertemperatuur in aan-35 wezigheid van een tertiair amine ter invoering van een carbobenzoxyl-groep bij R^, daarna onderworpen aan de reactie van methode (3) ter 800 39 85 it 23 f (20) Een verbinding met formule (lIIa-27), waarin R^, R^ en R^ van formule (lila) respectievelijk Η, H en E' zijn wordt als volgt gesynthetiseerd: AI-77-B wordt opgelost in een niet-protonisch polair oplosmiddel, zoals dimethylformamide of dimethylaceetamide, en 5 de 2,5- 30-voudige mol-hoeveelheid RW (waarin W een halogeen is, bijvoorbeeld jodium) aan de oplossing toegevoegd en het mengsel verhit tot 0 - 70°C.
(21) Andere verbindingen, waarin R^ van formule (lila) R is, kunnen worden gesynthetiseerd op de wijze als beschreven voor 10 methode (20): De verbindingen (IIIa-28) - (IIIa-35)5 aangeduid in tabel £,. kunnen worden gesynthetiseerd uit de verbindingen (llla-10) -(llla-17), waarin R^ en R^ dezelfde betekenissen als in de eindverbindingen hebben en R^ H is..
TABEL K
Verbinding R^ R^ R^ Uitgangsmateriaal 15' 3a. - 28 ‘ H RCO R' 3a - 10 3a - 29 RCO RCO R' 3a -11 3a - 30 RCO H R’ 3a - 12 3a - 31 R' of RC^ H R' 3a - 13
3a - 32 R' of RCH2 RCO- R' 3a - 1U
20 3a - 33 R' of RCÏÏ2 R' of RCHg R» 3a - 15 3a - 3^ H R' of RCÏÏg R' 3a - 16 3a - 35 RCO- B» of RCÏÏ R' 3a - 17
Voorbeelden van de synthese van verbindingen volgens formule (IVa) van het formuleblad, waarin X van formule (I) 0 is, Z met 25 Y tezamen een C - C binding vormen en R^ en R^ de voomoemde betekenissen hebben zullen hierna worden gegeven.
De bereiding van AI-77-F (zie methode 22) en een verbinding met formule (IV), waarin R^ en R2 de voomoemde betekenissen hebben (zie methode 23) wordt hierna beschreven.
30 (22) AI-77-F wordt gemakkelijk verkregen door een mengsel AI-77-B met een alkylhalogenide te verhitten in een polair oplosmiddel: AI-77-B wordt opgelost of gesuspendeerd in een polair oplosmiddel, zoals N,N-dimethylformamide, Ν,Ν-dimethylaceetamide, N-methyl- 8003985 22 5- ί invoering van een acylgroep bij R en tenslotte wordt de verbinding katalytisch gereduceerd ter verwijdering van de carbobenzoxylgroep.
(18) Een verbinding (lIIa-18), waarin R^, R^ en R^ van formule (lila) respectievelijk Η, H en -CHgR zijn, wordt op de vol-5 gende wijze gesynthetiseerd uit de verbinding (IIIa-1): een oplossing of dispersie van de verbinding (IIIa-1) in dichloormethaan wordt gemengd met een 1 - 2-voudige mol-hoeveelheid van een oplossing van triëthyl-oxoniumtetrafluorboraat in dichloormethaan en men laat het mengsel gedurende een periode van 1 - 2k uur bij kamertemperatuur staan, waarna in 10 het amide-deel met R_ iminoether met hoge selectiviteit wordt gevormd. Het oplosmiddel, dichloormethaan, wordt vervangen door gedroogde ethanol nadat men eventueel de verkregen verbinding heeft geïsoleerd. 1 tot 3 Mol, bij voorkeur 1,5-2 mol, natriumboriumhydride per mol van het toegevoegde triëthyloxoniumtetrafluorboraat wordt onder- ijskoeling toe-15 gevoegd, waarna men het reactiemengsel gedurende 5-30 minuten laat staan en het behandelt met een mineraal zuur om het zuur te maken. Het , verkregen produkt is een verbinding volgens formule (lIIa-18). Het is verrassend, dat in de reactie tussen verbinding (IIIa-1) en triëthyl— oxoniumtetrafluorboraat de gewenste reactie met hoge selectiviteit plaats 20 vindt bij de amido-groep van -EfHCOR ondanks de aanwezigheid van twee amidogroepen. Tevens is bevestigd dat voor de reactie geen beschermende groep voor de fenolische OH-groep of de alcoholische OH-groep behoeft te worden ingevoerd.
(19) Verbindingen volgens formule (lila-19) - (Illa-25 26), waarin R^ in formule (lila) R-CH2- is, kunnen worden gesyntheti seerd via de reactie van methode (18) uit verbindingen (lIIa-2) -(lila -9), waarin R1 en R^ dezelfde betekenissen hebben als in de eindverbindingen en Rj. RC0- is.
TABEL J
Verbinding R.] R^ R^ 30 3a - 19 H RC0- R-CH2 3a - 20 RC0- RC0- R-CH2 3a - 21 RC0- H R-CH2 3a - 22 R' of RCH2 H R-CH2 3a - 23 R’ of RCH2 RC0- R-CH2 35 3a - 2k R» of RCHg R' of RCH2 R-CH2
3a - 25 H R' of RCHp R-CH
3a 26 RCO- R' of RCHI R-CHT
\ % 2b pyrrolidon, of hexamethylfosfortrianri.de en een grote, overmaat (dat vil zeggen 10 tot 100 maal het equivalent van AI-77-B) van een alkylhaloge-nide, zoals methyljodide of ethyl jodide, vordt toegevoegd vaama het mengsel gedurende de nacht vordt verhit tot een temperatuur tussen kamer-5 temperatuur en 70°C. De reactie kan vorden gevolgd door hoge drukvloei-st 'f-chromatografie of dunne-laag-chromatografie. Ra de reactie vordt het reactiemengsel geadsorbeerd op een macro-verknoopte hars, grondig gevassen, geëlueerd met een hydrofiel organisch oplosmiddel, zoals methanol of tetrahydrofuran, en daarna geconcentreerd.
10. (23) Een verbinding (lVa-1), vaarin R^ en van for mule (iYa) respectievelijk H en RCO- zijn, vordt gesynthetiseerd uit AI-77-F door RCO— bij in te voeren door middel van de reactie van methode (2).
Een verbinding van (XYa-2), vaarin R^ en R^ van formule 15 (IVa) elk RCO- zijn, vordt gesynthetiseerd uit de verbinding (IVa-1) door R.j via de reactie van methode (3) te acyleren.
Een verbinding van (IVa-3), vaarin R^ en R^ van formule (IVa) respectievelijk RCO- en H zijn, vordt gesynthetiseerd uit AI-77-F door R1 te acyleren volgens de route van de synthese beschreven 20 voor methode {b).
Een verbinding van (TVa.-b), waarin R^ R' of RCHg is en R3 H is, vordt gesynthetiseerd uit AI-77-F door R' of RCH^ bij R1 in te voeren volgens de reactie van methode (5).
Een verbinding van (lVa-5), vaarin R^ R' of RCH^ 25 en R^ RCO- is, vordt gesynthetiseerd door de verbinding (IVa-1) om te zetten met een diazoverbinding gevolgd door het reactieverloop van methode (6), waardoor R' of RCHg bij R^ vordt ingevoerd.
Een verbinding volgens (IVa-6), vaarin R^ R' of RCHg en R^ R’ of RCHg is, wordt gesynthetiseerd door de verbinding 30 (IVa-Μ aan de reactie van methode (7) te onderwerpen ter invoering van R' of RCHg bij R3.
Een verbinding van (lYa-7), vaarin R1 H en R^ R' of RCÏÏg is, vordt gesynthetiseerd door AI-77-F te onderwerpen aan de reactie van methode (8) ter invoering van R’ of RCH bij R^; 35 terwijl een verbinding volgens (lVa-8), waarin R1 RCO en Rj R' of RCHg is, vordt gesynthetiseerd uit de verbinding (IVa- 7) door R.j volgens de reactie van methode (3) te acyleren.
800 39 85
X
m 25 ï- (2k) Zoals weergegeven in formule (I) wordt in de verbinding van de uitvinding een lactonring gevormd tussen en Rg of tussen Tg en R^. Een dergelijke verandering in de toestand van de verbinding kan gemakkelijk optreden.
5 Dezelfde verandering kan plaatsvinden in verbindingen, waarin X anders is dan 0, alsmede in verbindingen waarin Y tezamen met Z een C - C binding vormt. De samenhang tussen de formules (lila), (Illb) en (Illc) zal nu worden beschreven.
De drie toestanden van elke verbinding worden als 10 volgt geïdentificeerd: De verbindingen waarin T1 en Rg (tevens Tg en R^) van formule (I), tezamen een binding vormen in een lactonring worden geïdentificeerd door een Romeins cijfer (voor het aanduiden van een groep van bepaalde verbindingen) en A, B of F gevolgd door een achtervoegsel (a); de verbindingen, waarin T^ en Rg van formule (i) tezamen 15 een binding in een lactonring vormen en Tg OH is en R^ H worden geïdentificeerd door dezelfde notatie, met uitzondering dat het achtervoegsel (b) is; terwijl de verbindingen waarin T1 en Tg van formule (I) elk OH en Rg en R^ elk H zijn, worden geïdentificeerd door dezelfde notatie, met uitzondering dat het achtervoegsel (c) is.
20_: De verbindingen volgens formule (Illc) worden bereid door de verbindingen volgens formule (lila) te behandelen met dezelfde base om de pH in het gebied van 7 - 9 te brengen, gevolgd door neutralisering en afdamping van het oplosmiddel tot een droog produkt is verkregen.
25_ De verbindingen volgens formule (Illc) worden als volgt verkregen: een verbinding met formule (illb) of (lila) wordt bij kamertemperatuur in water of in waterige alcoholische oplossing geroerd waarbij een gebruikelijke basische reactant (bijvoorbeeld natriumhydro-xyde) wordt toegepast voor het instellen van de pH in het gebied van 30 9-13; nadat voltooiing van de reactie is bevestigd door hoge druk- vloeistof-chromatografie of IR-spectrumanalyse wordt het reactiemengsel geadsorbeerd aan een maero-verknoopte hars onder koelen, waarbij de pH op 7 wordt ingesteld met een gebruikelijk zuur, zoals vaterstofchloride, gevolgd door grondig wassen met water, elutie met een hydrofiel orga-35 nisch oplosmiddel, zoals alcoholen met 1 - k koolstofatomen of tetra-hydrofuran, en concentrering. De verbindingen met formule (lila) wor- 800 39 85 * > 26 den verkregen door de verbindingen met formules (illb) of (Illc) op te lossen in een gedroogd organisch oplosmiddel, zoals alcoholen of tetrahydrofuran, gevolgd door afdestillatie van het oplosmiddel onder zure omstandigheden.
5 De bereiding van de verbindingen volgens formule (I), waarin X NBg is, wordt nu beschreven [methoden (25) en (26)].
(25) Een verbinding met formule (i), waarin R^, R^ en Η,- elk H zijn en X RR is kan uit AI-77-H worden gesynthetiseerd door deze laatste te laten reageren met een overmaat (1,5 - 100-voucLig 10 aantal molen) van een amine (RRHg) en wel als volgt: indien het amine vloeibaar is wordt het tevens toegepast als oplosmiddel en indien het vast is wordt het reactiemengsel opgelost in een minimale hoeveelheid van een niet-protonisch polair oplosmiddel; het reactiemengsel wordt dan verhit in het gebied van 40 - 100°C (zonodig in vacuum) gedurende 15 een periode van 10 minuten tot 5 uur. Door aldus te werk te gaan worden verbindingen met formule (Vb-1) anders dan AI-77-A verkregen.
(26) verbindingen (Va-1) kunnen worden gesynthetiseerd uit AI-77-Ba, waarin X 0 is alsmede uit (IIIa-10) via (IIIa-35) door de volgende reactie: een overeenkomstig uitgangsmateriaal wordt 20 opgelost of gedispergeerd in dichloormethaan, een 3-6 voudige mol-hoeveelheid triëthyloxoniumtetrafluorboraat in dichloormethaan wordt aan de oplossing of dispersie toegevoegd en het mengsel verhit tot kamertemperatuur gedurende 1 - 2k uur. Ra afdestillatie van dichloormethaan wordt de rest iminoether omgezet met 1,5 - 100 maal de mol-hoe-25 veelheid ammoniak of primair amine (RH2R) onder roeren van het mengsel bij kamertemperatuur gedurende 2-5 dagen in aanwezigheid van een minimaal vereiste hoeveelheid oplosmiddel teneinde beide amines en de iminoether op te lossen. In plaats van gebruik van een oplosmiddel kan het primaire amine rechtstreeks aan het reactiesysteem worden toegevoegd.
30 Als resultaat daarvan worden de overeenkomstige verbindingen (Va-1) -(Va-27) gevormd. Een voorkeursoplosmiddel is een niet-protonisch polair oplosmiddel, waarbij eventueel ook alcoholen kunnen worden toe- / gepast.
Op gelijke wijze kunnen verbindingen volgens formule 35 (Vb-1) - (Vb-27) worden gesynthetiseerd uit AI-77-B en verbindingen (Illb- 10) - (IIIb-35) en verbindingen (Vc-1) - (Vc-27) uit AI-77-Bc (AI-77-G) en uit verbindingen (llc-10) - (lIc-35)· Op identieke wijze kunnen ver- 8003985 m 27 f Λ • "bindingen (VIa-1) - (l/Ta-9) worden gesynthetiseerd uit AI-77-F en uit verbindingen (lTa-1) - (IVa-8), verbindingen (VIb-1) - (VIb-9) uit AI-77-Fb en verbindingen (lVb-1) - (IYb-8), alsmede verbindingen (VTc- 1) - (VIc-9) uit AI-77-Fc en uit verbindingen (IV-C-1) - (IV-C-8).
5. Deze verbindingen worden in tabel L aangegeven.
800 3985 t
Uitgangs-
Verbinding R^ χ materiaal 28 \
TABEL L
V -. 1 Η Η Η NRg Β Υ - 2 Η RCO Η NRg III - 10 • V - 3 RCO RCO .H NR6 III -*11 5 V - 4 RCO Η H NR6 III - 12 V - S R’ of RCH^ Η H NR6 III - 13 V - 6 R’ of RCH2 RCO H NRg III - 14 V - 7 Rr of RCHZ R« of RCH2 H NRg III - 15 V - 8 H Rr of RCH2 H · NRg III - 16 10 V - 9 RCO· Rr of RCH2 H NRg III - 17 V - 10 H fi RCH2 NR6 III - 18 V - 11 E RCO RCH2 NR6 III - 19 V - 12 RCO RCO RCH2 NRg III - 20 V - 13 RCO ' * H RCH2 NR6 III - 21 15 V - 14 R’ of RCH2 H RCH2 NRg III - 22 V - 15 R’ of RCH2 RCO RCH2 NRg III - 23 V - 16 R’ of RCH2 R’ of RCH2 RCH2 NRg III - 24 V - 17 H Rf of RCH2 RCH2 NRó III - 25 V - 18 RCO R» of RCH2 RCH2 NRg III - 26 20 V - 19 Η H R' NRg III - 27 V - 20 H RCO R» NRg III - 28 800 3 9 85 *
Uitgangs-
Verbinding. R^ X materiaal 29
Jr V -. 21 RCO RCO Rf NRg III - 29 V - 22 'RCO H Rf NRg III - 30 V' 23 R' 'of RCH2 H Rf NRg III - 31 5 V -24 R» of RCiï2 RCO R' NRg III - 32 V - 25 R’ of RCH2 R’ of RCH2 - Rr ' NRg III -*33 V - 26 H R’ of RCHZ R* NRg III - 34 V - 27 RCO R’ of RCH2 Rr NRg III - 35
VI - I Η H NRg F
10 VI - 2 K RCO - NRg IV - 1 VI - 3 RCO RCO - * NRg IV - 2 VI - 4 RCO H - NRg IV - 3 VI - 5 R» of RCE2 H * NRg IV - 4 VI - 6 R» of RCH2 RCO - NRg IV - 5 15 VI - ' 7 R* of RCH2 Rf of RCH2 - NRg IV - 6 VI - 8 H R' of RCH2 - NRg IV - 7 VI - 9 RCO R' of RCH2 - NRg IV - 8 800 3 9 85
V
t 30
In tabel L zijn de Romeinse cijfers III, IV, V en VI elk een algemeen symbool voor de drie toestanden van de respectievelijke formules, dat wil zeggen (lila), (Illb) en (Illc); (iVa), (iVb) en (IVc); (Va), (Vb) en (Vc); en (Vla), (Vlb) en (Vlc). Het symbool Rg is 5 equivalent aan Rg als eerder gedefinieerd en stelt ïï of R voor.
(27) De eindreactieprodukten van de methoden (1) - (26) kunnen op de volgende wijzen worden gezuiverd: Het vloeibare reac-tie-eindprodukt wordt geconcentreerd, opgelost in gedroogde ethanol waardoor waterstofchloridegas is gepasseerd, waarna de oplossing wordt ge- 10 concentreerd tot een droog produkt. Deze procedure wordt verschillende malen herhaald waarbij een lactonverbinding met formule (lila) wordt verkregen, die daarna wordt geadsorbeerd op een kolom van een macro-verknoopte hars, zoals Amberlite XAD-2 (handelsmerk Rohm & Haas & Co) en gechromatografeerd onder toepassing van een eluent die uit water of 15 een hydrofiel organisch oplosmiddel bestaat, bij voorkeur methanol, ethanol, propanol, isopropanol of tetrahydrofuran of een mengsel daarvan met water.
De verbindingen gesynthetiseerd volgens methoden (25) en (26) en de verbindingen die in elkaar zijn omgezet volgens methode 20 (2k) kunnen in zuivere toestand uit het vloeibare reactieprodukt wor den verkregen door hen te laten adsorberen aan een kolom van een macro-verknoopte hars, bijvoorbeeld XAD-2, en een chromatografische scheiding uit te voeren met een eluent, bestaande uit een alcohol met 1 - b kool-stofatomen of tetrahydrofuran of een mengsel van een dergelijk oplos-25 middel met water. De synthese van de verbindingen volgens formule II wordt hierna beschreven. De methode voor het synthetiseren van een verbinding volgens formule (VII) van het formuleblad (waarin R^, R^s R^ en Ej de voornoemde betekenissen hebben) wordt het eerst beschreven (methode 28). Daarna wordt de methode voor het synthetiseren van een verbin-30 ding volgens formule (VIII) van het formuleblad beschreven (waarin R^,
Rg en R^ de voornoemde betekenissen hebben) (methode 29).
(28) Een verbinding met formule (lila) wordt met ammoniak of een gedroogd primair amine (NH^R^) omgezet. Voor het laten reageren van het 1,5 - 100-voudige aantal molen vrij amine of het 2,5 100— 35 voudige aantal molen van het aminezout wordt een vloeibaar amine als oplosmiddel toegepast of een gasvormig of vast amine opgelost in een 800 3985 31
Jc niet-protonisch oplosmiddel (of zonodig een alcohol) dat zowel de verbinding als het amine oplost. Door verhitting van het reactiemengsel op 0 - 30°C onder roeren gedurende een periode van 1 - 72 uur wordt een verbinding met formule VII, waarin het amine heeft gereageerd, met een 5 lactonvijfring, gevormd.
(29) Een verbinding met de formule (VIII) wordt bereid uit een verbinding met formule (IVa), onder dezelfde reactieomstan-digheden als bij methode (28) onder toepassing van een niet-protonisch polair oplosmiddel, zoals dimethylformamide of dimethylsulf ozyde.
10 Haar keuze kan een verbinding met formule (VIII) wor den gesynthetiseerd uit een verbinding met formule (IV) of (V) door een lacton. met een zesring te hydrolyseren in een. zwak. alkalische oplossing.
De verbindingen die volgens de methoden (28) en (29) zij n geproduceerd alsmede de materialen waaruit zij zijn afgeleid wor-15 den in tabel M samengevat.
8003985 t *
Uitgans-
Verbinding materiaal 32 TABEL· Μ VII - 1 Η Η Η H of R' AI-77-Ba VII - 2 H RCO Η H of R' lila - 10 VII - 3 RCO RCO Η H of R» lila - 11 5 VII - 4 RCO Η Η H öf R’ lila - 12 VII - 5 R' of RCH2 Η Η H of R' lila - 13 VII 6 Rf of RCH2 RCO Η H of R* lila - 14 VII - 7 R' of RCH2 R» of RCH2 Η H of R' lila- 15 VII - 8 H R' of RCH2 H H 'of R' · lila - 16 10 VII - 9 RCO R* of RCH2 Η H of R' lila - 17 VII - 10 Η H ' RCH2 H of R' lila - 18 VII - 11 H. RCO -RCH2 H of R' lila - 19 VII - 12 RCO RCO RCH2 H of R’ lila - 20 VII - 13 RCO H RCH2 H of R* lila - 21 15 VII - 14 R* of RCH2 E RCH2 H of R' lila - 22 VII - 15 R» cf RCH2 RCO RCH2 H of R' lila - 23 VII - 16 R' of RCH2 R» of RCH2 RCH2 H of R' lila - 24
VII - 17 H R» of RCH2 RCH2 H of R' lila - 2S
VII - 18 RCO R' of RCH2 RCH2 H of R' lila - 26 20 VII - 19 Η H R' ’ H of R» lila - 27 VII - 20 H RCO R» H of R» lila - 28 VII - 21 RCO RCO R» H of R’ lila - 29 VII - 22 RCO H R* H of R' lila - 30 800 3 9 85 m
X
Uitgangs-
Verbinding R^ R2 R4 ^3 materiaal 33 \ VII - 23 R' of RCH2 H R' H of R' Ilia - 31 VII - 24 R'.of RCH2 RCO R‘ H of R' Ilia * 32 VII - 25 R' of RCH2 Rf of RCH2 R' H of R' Ilia - 33 5 VII - 26 H R* of RCH2 R’ E of R» Ilia - 34 VII - 27 RCO R’ of RCH2 R’ H of R’ Ilia - 33
VII - 28 Η H . RCO H of Rr Ilia - I
VII - 29 H RCO RCO H of R* Ilia - Z
VU - 30 RCO RCO RCO H of R' Ilia - 3 • 10 VII - 31 RCO H RCO H of R' Ilia - 4 « VII - 32 R» of RCH2 H RCO. H of R» Ilia - 5 VII - 33 R’ of RCH2 RCO RCO H of R' Ilia - 6 VII - 34 Rr of RCH2 R' of RCH2 RCO H of R' Ilia - 7 VII - 35 H R* of RCH2 RCO H of R« Ilia. - 8 15 VII -* 36 RCO R' of RCH2 RCO H of R' Ilia - 9
VIII- 1 Η H - H of R' Αί-77-F
VIII- 2 H RCO H of Rf IVa - 1 VIII - 3 RCO RCO - H of R' IVa - 2.
VIII - 4 RCO Η H of R' IVa - 3 20 VIII - 5 Rr of RCH2 H - H of R' IVa - 4 VIII - 6 R' of RCH2 RCO - H of R' IVa - 5 VIII - 7 Rf of RCH2 R' of RCH2 - H of R' IVa - 6 VIII - 8 H R' of RCH2 - H of Rr IVa - 7 VIII - 9 RCO R' of RCH2 - Hof R' IVa - 8 800 39 85
V
Typerende voorbeelden van de verbindingen die door methoden (1) - (29) zijn gesynthetiseerd vorden aangegeven in tabel N.
Als eerder vermeld bezitten deze verbindingen een aanmerkelijk farmaceutisch effect. Tabellen N, 0 en P tonen het effect van deze verbindingen 5 wat betreft het remmen van de vorming van ulcus en oedeem. De anti-ulcus en anti-oedeemactiviteit van de verbindingen werd geëvalueerd in de nu beschreven effectiviteitsproeven. De eerste twee symbolen die in elk van de verbindingsnamen aanwezig zijn in tabellen N en P stellen de verbindingen voor gesynthetiseerd via de methoden (t) - (29); bij-10 voorbeeld stelt IIIa-1 van een verbinding IIIa-1-1 de verbinding (illa- 1) voor.
Proef 1. Anti-ulcus proef
Mannetjes wistarratten met een gemiddeld gewicht van ongeveer 150 g werden gedurende 2k uur voor de proef niet gevoederd.
15 Daarna werd een oplossing of suspensie van een voorafbepaalde concentratie van de proefverbinding in fysiologische pekel intraperitoneaal toegediend. Gedurende de toediening werd elke rat opgesloten in een kooi van gaas en gedurende 6 uur van zijn staart tot het xifistrenum in water onder gedompeld (21°C). Proefdieren werden daarna geofferd (door 20 dislocatie van de halswervel), de maag leeggemaakt en ingesneden langs de hoofdbuikkromming, waarna de binnenwand van de maag pathologisch werd onderzocht met een microscoop. Ratten waarbij nagenoeg geen ulcus-vorming werd waargenomen werden als 0 gewaardeerd, terwijl andere werden gewaardeerd als 0,5, 1, 2 of 3 afhankelijk van de ernst van de ulcus-25 ontwikkeling. Het percentage remming van de ulcus werd berekend met de volgende formule: percentage ulcusremming = ion totale beoordelingen van de proefdieren χ ~ totale beoordelingen van de blanco’s
Tabel N toont het percentage ulcusremming voor elke 30 verbinding wanneer deze intraperitoneaal in een dosis van 50 mg/kg werd toegediend.
Proef 2. Anti-oedeemproef
Mannetjes wistarratten met een gemiddeld gewicht van ongeveer 150 g werden gedurende de nacht voorafgaande aan de proef niet 35 gevoederd. Daarna werd oraal 100 mg/kg van de proefverbinding toegediend.
800 39 85 i 35
J
Een uur later werd het kussen van de achterpoot geïnjecteerd met 1 mg carrageenan. Het volume van de poot werd gemeten zowel voor de injectie van het carrageenan als 3 uur daarna. Het percentage oedeemremming van de proefverbinding werd berekend uit de verhouding van de toename 5 van het volume van de behandelde poot van de proefdieren tot de toename van het volume van de behandelde poot van de controledieren.
De resultaten worden in tabel P aangegeven.
Verbindingen AI-77-A en AI-77-B van formule (I) alsmede de derivaten daarvan hebben de voorkeur vanwege hun hoge anti-uleus-10 activiteit. Bijzondere voorkeur hebben verbindingen AI-77-A, (Vb.1), (Vb—5), (Vb-10)r Vb-1 k), Vb-19) en (Vb-23), alsmede AI-77-B, (lIIa-13), (lIIa-18), (lIIa-22), (IIIa-27) en (lIIa-31) evenals de verbindingen met de formules (VII-1), (VII-10) en (VH-19).
Verbindingen (Illa-18), (lIIa-22) en (IIIa-27) heb-15 ben een bijzonder sterk anti-oedeemeffect.
80039 85 «
V
36
TABEL IT
ί Remming ulcus
Vsrhinding Ri _£i— Rs_ ^Orng/kg i.p,.
or- - (Z) • IIIa-1— 1 Η H CHjCO 66 IIIa-1- 2 Η H CHjCH^O · 66
Hla-i- 3 B E CE3(CH2)2C0 66 5 IIIa-1- 4 H a (Ca3)2CHCO 66 nia-i- 5 a a (ca3)2caca2co 66 ina-i- 6 a a CH3(ca2)3co 66 nia-i- 7 a H CE^Ca^CO 66 IIIa-1- SEE Ca3(CE2)5CO 66 10 nia-i- 9 a a ca3(ca2)6co 66 .
nia-i-io a a -ca^ca^gco 66 nia-i-n a' a . ge3(ce2)16co u IIIa-1-12 H a CCl3 CO 66 ac(ca-)7ca_ nia-i-13 -a a 1 44 ac(ca2)7co 15 IIIa-l-14 a a 56 iiia-i-15 a a 44 Λ IIIa-l-16 a a l \ 56 800 39 85 t < 37
Verbinding ^Reimning nr Ri Ra _Rs_ ^fomslfficg i.o.
(2) IIIa-1-17 Η E jj °° 66 [ oc-ch3 IIIa-1-18 H E ' 66 IIIa-1-19 H E' ^ CH2CH2CH2CQ 66 5 IHa-1-20 E E 66 - f3 co IIIa-1-21 E E I if T 2 56 * IIXa-1-22 E E |£"j^ 66 . IIIa-1-23 E S [ 1 66 ^o^S:o XIIa-1-24 HE [ 1 66 ^o^ch2co 1.0 ΙΠ*-1-25 E E 66 XIIa-1-26 Η Η Π 1 66 ^Si'cH-CH.CH.CQ 2 2 2 800 3 9 85 λ 38 % Remming
Verbinding ^cus nr. R; R» Rs 50mg/kg i.p.
(Z)
N - N
fc I! lila—1-27' B E . 66 ^3 *
CO
IHa-1-28 E H Pn-C-CH 66
Ly || 3 0 f··' "| lila—1-29 E E l^N jl. 66
j CO
CH_ 3 5 HIa-1-30 Η Η IIIa-1-31 E · E BrCH2CH2CH2C0 66
O
IIIa-1-32 Η E CE^CE^C-CO 66 IIIa-1-33 E E 0^ 66 HIa-1-34 Η H ' ^COO-^^-CO 66 10 IIIa-1-35 Η E HO-^^CO 66 800 39 85 4 39 ' f % Remming
Verbinding ulcus 1111 · Ri R3 R5 50mg/kg i.p.
(I) CH-COOCH-CH- IIIa-1-36 a H .J L 1 J 66 ch2co 02,0002 IIIa-1-37 Η 2 | 66 02^00 IHa-1-38 2 2 <Z^~~^C0 66 CHj 5 IIIa-1-39 2 Ξ '''‘CHOHjOHj-^y-CO 56 ch3 IXXa-1-40 Η 2 CHgCH^^-CO 66 0¾ UIa-i-41 2 H NCHC22CH20-(V^\)-C0 56 CS3°\ IIIa-1-42 H 2 ^0202^0 66 CH„ 3 C23(CH2)40 XIIa-1-43 2 2 ^0202^0 66 CH3 .
10 XIIa-1-44 2 2 ‘ C23SCH2C0 ' 66 IXIa-1-45 Η H 022(02,)302250Η,00 66 800 39 85 fc * l+o % Remming
Verbinding ulcus nr·_ Rt R3 Rs 50mg/kg i.p.
U) IIIa-1-46 Η H CE^-^^-CO 66 IIIa-1-47 Η H CE^CE^CE^-^^-CO 56 CHjCOO^ * IIIa-1-48 E H * J^CHCH2C0 66 CH^ (CE3) 5 IIIa-1-49 R H ^CECE^CO ’56 CH-'^ 3 t IHa-1-50 R S CK3OOcfyCO 66 .
HIa-1-51 Η E CH3 (CS2) ^^OC^T^-CO 44 IIIa-1-52 Η E CE Ξ C-CO 66 CHj IXIa-1-53 E E ^CECR~CZ~-VV)-CSCO 56 c-/ 2 2 ®3 CS3
CE. E
10 IIIa-1-54 BE - c' 66 E . NC0
CS CE
\ 1 /·“ IIIa-1-55 E H )OCHCE-CÏÏ-C « CT . 66 «/ oa3 .
80039 85 IIIa-1-56 ' E E CE-CHjCECEjCHjCEjCEjCO 66 * <
In % Remming
Verbinding ulcus nr· Ri R3 _Rs 50mg/kg l.o.
(2) _ π ip— CH“CHC0 IIIa-1-57 Η Η Π J 56 IUa-1-58 Η E rf 66 llla.-l-59 5 Η Η I 66
S^CO
aooc
. V,-—CO
5 Ilia—1-60 HE Η Π 66 '
COOH
IIIa-1-61 Η E CH3H^ \-CO '66 1’ IIIa-1-62 Η H ^ CO 66 IIIa-1-63 Η Η | 66 IUa-1-64 EH Γ* ΐΓ Tl 56 10 Ilia-1-6 5 Η H CH3-^^>- C^CO 66 IIIa-1-66 E E CH, CH, CH, N3 J 3 1 3 CHCii^CH^CH^CHCH^CK^CIl^ClLChi^CH^CH^CO 66 ch3 800 39 85 * * k2 % Remming
Verbinding ulcus nr·_ Ri R3 _Rs 50mg/kg i.p.
(Z) ca3 c^c^co CH- CH-CH-C - c I 3' / ^ \ HIa-1-67 E H CH3 C^C^C - C H 66 'Vc \ / \ . 1 · CH^ & IIIa-l-68 H E CR^ 00C-<^ ^-CO 66 HIa-1-69 H E ^CS-^~^-CO 66 CEj ®3 5 IIIa-1-70 E E 56 ‘ co IIIa-1-71 E E β^Ί 66 CH3.CH3 11^-1-72 E E 66
^CO
IIIa-1-73 E E CB^O-^ CO 55 800 39 85 U3 « % Remming
Verbinding ulcus nr·_ Ri Rs ·_Rs 50mg/kg i.p.
(S) HIa-1-74 Η E c^coo·/ CO 66
N - N
II 11 IIIa-1-75 Η Η N. / 66
N
. J
CE2C0 IIIa-1—76 Η E CH^CH^-^^-CO 66 5 IIIa-1-77 E E CHgC^CS^-CH-^^CO 66 IIIa-1-78 E E BOCH^CE^gCO 66
jr”“GL,CQ
IIIa-1-79 E E 66 * IIIa-1-80 -6-E B Br(CH3)C*C(CB3)CO 66 IIIa-1-81 · E E (CH^OCHCO 66 SCH, i 3 10 lila-1-8 2 B E CE3-C-CH2CQ 66 ce3 OCH, I 3 CE- 3 8003985 IIIa-1-83 E E CH3-C-CH2CQ 66 * % kk % Remming
Verbinding ulcus nr,. Ri R3 Rs 50ag/kg i.p.
(2) IIIa-2- 1 H CCJ^CO CCJ^CO 44 IIIa-2- 2 H CH3CO CHjCO 44 IIIa-2- 3 H CÏÏ3C0 (CEj) jCECE^O 44 5 IIIa-2- 4· H C^CO C^CCH^^CO 33 SC (CH^ yCH^ IIIa-2- 5 Η Ί 33 hc(ch2) 7co IHa-2-6 H " C^]sco 44 CE_ *
K
IIIa-2- 7 H " ' CHCBL^CO 44 cs^ IIIa-2- 8 E " CB^^-CO 44 cas*N> 10 IIIa-2- 9 E " ^CECB^CE^-^^—CO 33 CR^ IIIa-2-10 H C^C^CO CH3C0 44 IIIa-2-U E CE^CE^O CE3CE2CE2C0 . 33 IIIa-2-12 E CE3CE2CO CC^CO 44 800 3 9 85 * 1(5 «
Verbinding * Hemming ulcus τπ·’_ Ri Ra Rs_ 50mg/kz i.o.
• (2) lila-3- 1 'CHjCO CS^CO C^CO 33 lila-3- 2 (CH3)2CHC0 CH3CS2C0 CH3C0 33 IIIa-3- 3 CH3CO CH3CO .(CH3)2CHCH2C0 33 5 IIIa-3- 4 " " CH^CH^gCO 22
HC(CH2)7CO
IIIa-3- 6 11 " I I 33
^CO
CH3O.
nia-3- 7 w * CHCÏÏ2C0 33 CH3 IIIa-3- 8 " " CH^^CO 33 10 IIIa-3— 9 " ” ^CH^C^O-^^-CO 22 CH3 IIla-3-10 CE3C0 CC23CO CCJI3CO 33 80039 85 f b6 « % Remming ‘
Verbinding ulcus nr._ Ri R3 _Rs_ 50mg/kg i.p.
<« IIIa-4- 1 CH3CO H C^CO 44 IIIa-4- 2 " H (CH^CHCO 44 IIIa-4- 3 " ' H C^CCHjJ^CO 33 HC ((3,)-(23 5 HIa-4- 4 l -33 HCCCE2)7C0 IIIa-4- 5 " H Cl 33
CO
CH3O .
IIIa-4- 6 " S CHCH-CO 44 / 2.
CH3 • · ___ IIIa-4- 7 " H CH3 0 33 IIIa-4- 8 " E ^CHCHjCHjO-^^-CO 33 ch3 » 10 IIIa-4- 9 CCJI3CO H CCi3C0 33 800 3 9 85 * « ...... % Remming
Verbinding nr>_ Ri R3 Rs_ SOmg/kg i.p.
(Z) IIIa-5- 1 CH^CE^ H CRjCO 44 lila-5- 2 CÏÏ3CÏÏ2 H (CH3) ^C^CO 44 IIIa-5- 3 023(^2)2(¾ H CE3CO 44 5 lila—5— 4 CCH3)2CHCH2 H ' (CE^CECO . 33 IIIa-5- 5 CE3 H CHjCO 44 IIIa-5- 6 CE3(Ca2)5CH2 E CS3 (CH^gCO 33 IIIa-5- 7 CS3 E CCÏ3CO 44 EC(CE-)7CE.
IIIa-5— 8 1 E CE-CO 33 HCiCHj)^ .
10 IHa-5- 9 CE^CEj^qCHj ’ H CE3CO 33 riIa-5-I0 (CE3)2CHCE2 E CE3CO 44 IIIa-5-11 CB3(CE2)$CB2 E CE3CO 44 IIIa-5-12 CH3(CE2)16CH2 E CR^CE^^O 33 lila-5-13 CE3CE2 S ca3CO 33 ec(ce2)7ce, 15 XIIa-5-14 CE, CEL, E \ 33 J ^ ec(cb2)7ce2
CO
IIIa-5-15 CS3CE2 S ί 1 33 IIIa-5-16 CE3CE2 E 33 IIIa-5-17 CH3CH2 H 33 800 39 85 t f 1*8 % Remming
Verbinding ulcus τηγ» # _._!_ - fra. —..... %5 50mg/kg i.p.
(Z)
/rCO
IIIa-5-18 CH^CH^ R 44 XIIa-5-19 " " <^)-CH2CH2CH2CO 44 IHa-5-20 ” « <£^0 · 44
^y^CS2CO
5 IHa-5-21 " " L IIJ 33 IIIa-5-22 ' " " [Π^ 44
Iira-5-23 " " CTLs 44
0 CO
IIIa-5-24 " " C X 44
^O^CHjCO
IIIa-5-25 " " Tj I 44 · ^*C0 10 IIIa-5-26 ” " Π—Π 33 2J —i -- jj IIIa-5-27 " fl f 44
N\ XX
N CO
I · ®3 IIIa-5-28 " " _^i-C-CH3 44 0 800 39 85 b9 *
J
% Remming
Verbinding ulcus nr· Ri Rs Rs 50mg/kg i.p.
«) IIIa-5-29 H [[ jl 33 CH3 IIIa-5-30 " " ^3° 33
Ilia—5-31 " ” BrC^CHjC^CO 44 0 5 IIIa-5-32 " " CH^C-CO 44 IIIa-5-33 " ” C^C 44 nia-5-34 ' " Qqt “ 33 COCH3 IIIa-5-35 " " CS3COO-<^^-CO 44 CH,COOCH-CH, IIIa-5-36 11 " | z 1 3 44
CH^CO
10 IHa-5-37 " " C23’<^H:o 44 CH- IIla-5-38 " " ^CHC^ CHg-^^-CO 33 IIIa-5-39 " " CR30-(Qh:0 44 CH- IIIa-5-40 " " ^raCH2CS20-^/^\-C0 33 CH- 3 800 3 9 85 r 50 % Remming
Verbinding ulcus nr._ Ri E.3 _R5 50mg/k% i.p.
(Z) CÏÏ-0 IIIa-5-41 CH^CÏÏ^ H J ^.CEC^CO 33 ^3 cbl3ccr2>40
Ilia-5-4 2 " " CHCE^CO 33 C23^ IIIa-5-43 " " CH3SCH2C0 44 5 IIIa-5-44 " " CK3(022)302230Η200 33 IIIa-5-45 n " CB3S-^~^)-C0 33 IIIa-5-46 " " CH3 (C^) 3CT2SHyZ/H‘C0 33 cu3coo IIIa-5-47 " " J^CRCE.CQ 33
CHL
CHjCCHj^CHjCOO
IIIa-5-48 " " ^CHC22C0 33 (Ej 10 IIIa-5-49 " " CR300C-<^)-C0 33 IIIa-5-50 " " C23CC22)3C2200C*<^^-C0 , 33 IIIa-5-51 " " CH i C-00 ' 44 800 3 9 85 m 51 \ j
Verbinding f Hemming ulcus nr. Ri R3 Rs 5Qmg/kg i.p.
(S) CH3 IIIa-5-52 ' CHgCHj H ^CHCHjC^-^J^-CSCO 33 CH^ N-/ CH3 ^ / IIIa-5-53 " " .C « C * 33 K T»
CE, CH, CO
3n I 3 / ·»·> IIIa-5-54 " " C-CHCE.CÏÏ-C - C 33
ch3 z H
5 IIIa-5-55 ” " CHgCHjCHCH^CHjCHjCHjCO 33 k .
-j—CH-CHCO
IIIa-5-56 ” ” U JJ 44 IIIa-5-57 " " ζ^Γ'' CB^CQ- 33 HIa-5-58 " " II JL 44 HOOCL_ΛΟ IIIa-5-59 " " [Tjj 44 10 IXIa-5-60 " " C° 44 * HIa-5-61 " " ΓΑ-CEjCHjCO 33 80039*85 ♦ 52 % Remming _ Verbinding ulcus nr._ Ri R3 Rs 50mg/kg i.p.
(Z) IIIa-5-62 CHjCHj H 33 IIIa-5-63 " " C^-^^-C^CO 33 ®3Ν ®3 IIIa-5-64 " ,r 33 0¾ CH, ,03,03,00 I V 2 2
CH3 CHjC^C-C
5 IIIa-5-65 " " C^C^C-C,^ . 33
'oc' · H
CS3' H
HIa-5-66 " " CS300C^ ^hQQ 44 ' ,-- lila-5-6 7 " w ^CS^J^-CO ' 44
CEy CO
IIIa-5-68 n " CH-CS^^N^^X 33 C*H>o IIIa-5-69 " " /\ -5 33 Α>“ d>° ^co 10 IIIa-5-70 " " 03-033 33 800 3 9 85 53
V
φ % Remming
Verbinding ulcus —_ — fit... —Sjl_ Rs_______ 50mg/kg i,p.
CS) IIIa-5-71 CE2CE2 H GH^CH^ ^-CO 33
H - H
II · II · IIIa-5-72 " " 44 CH2C0 IIIa-5—73 " * ^3^4-^-00 44 5 IIIa-5-74 " 'r CH3CH2CH2CH»C5-^~^)-CQ 44 IIIa-5-75 " " H0CH2CCH2)8C0 33 IHa-5-76 " " ^CR2CO 23 IIIa-5-77 " " BrCCE^C-CCCH^CO ' 44 IIIa-5-78 " " (CH^OCHCO 44 SCE- V 3 10 nia-5-79 " " ca3 - c - c^co 44 k OCH, ! 3 IIIa-5-80 " " CH3 - C - CE^CO ' 44 ch3 800 3985
V
* % Reaming
Verbinding ulcus nr·_ _Ri ·_ Ra R5 50mg/kg i.p.
(2) IIIa-5-Sl CH3 H CH3(CH2)2C0 44 IIIa-5-82 C^CHj M " 44
Ilia-5-83 CH3(CH2)2CH2 " " 44 5 IIIa-5-84 (CH^CHC^C^ . " " 33 IIIa-5-85 ^3^2^160¾ " " 33
Ilia-5-86 CZCH2CH2 " " 44 HC(CH,),CH- IIIa-5-87 J " " 33 rc(ckz)7ce2 IIIa-5-88 ” ” 23 10 IIIa-5-89 33 IIIa-5-90 . " " 44 IIIa^5-91 ^ )-°¾ ' " ” 44 IIIa-5-92 " " 44 IIIa-5-93 " " 44 15 IIIa-5-94 [ 1 " " * 44 8003985 IIIa-5-95 fΊ " " 33 55 % Remming
Verbinding ulcus nr· Ri R3 Rs_ 50mg/kg i.p.
(2) IIIa-5-96 CH3Co/ ^-CHg ïï ^3^0¾½°3 33 IIIa-5-97 \ j| J " " 33 f^VVCH2CH2 IIIa-5-98 [Γ “ " 33 5 IIIa-5-99 BrCïï2CH2CE2 " " 44
O
IIIa-5-100 j ” " 33 C^C^C 0¾ IIIa-5-101 " " 33 ch3 lila-5-102 . ^CHC^CH^ ^)-0¾ " " 33 CH3 IXIa-5-103 CHgO-^^CHj ’ " " 33 ] 0 lila-5-104 « - 33 ca3 ch3o IIIa-5-105 ^CHCHjCHj " " 33 γη.
3 8003995 56 % Remming
Verbinding ulcus nr· Ri Rj Rs 50mg/kg i.p.
(Z) CH3(CH2)40 . lila-5-106 ^ ==¾¾ E CH^CH^CO 33 ca3 CH-COO 3 \ IIIa-5-107 ^.CHC^C^ " . 44 CH^ CE3(CS2)3CE2C00x lila—5-108 ^CHCÏÏjC^ " " 33 CH2 *3^ f3 0¾ 5 IIIa-5-109 ^C-CHC^C^C » " " 44 ®3 IIIa-5-110 CH3CH2CH(CH2)4CH2 " " 33 ch3 IIIa-5-111 · |j^jj 03 " " 33 ac%' n t. 33 IIIa-5-113 | ^-CS^CH " .33 10 IIIa-5-114 - " " 44.
800 3 9 85
5T
$ Remming
Verbinding ulcus nr. Ri _ Ra Rg_ 50mg/kg i.o.
(2) CE- CH (¾ IIIa-5-115 ^^(^,^)^(^)3(¾ H . 33
CH, CH,CE,C*C
i 3/ 2 2 \ XIIa-5r*116 CH3 CHjCEjC-C Η H " 44
NC»C H
^ \ CH3 h CH3 IIIa-5-117 /02 . H " 33 <*3 5 IIIa-5-118 H " 33 IXXa-5-119 CH^CH^-^J^C^ H " 33 IXIa-5-120 CH2 0¾ CH-CH-^J^-C^ H " 33 \ IIIa-5-121 ^CE - H " 33 CH3 IIIa-5-122 (¾¾ H (^COCM^)- 33 10 IIIa-5-123 H CCZ3C0 33 IIXa-5-124 j^-CHjCHjCHj H CCJI3CO 33 800 3 9 85 9 58 % Remming
Verbinding ulcus nr._ Ri R3 _Rs_ 50mg/kg i.p.
(Z) IIIa-5-125 CE,CE, C CE- H CCijCO 33 J . tl 0 IIIa-6- 1 CH3CE2 COL 3CO CC!3CO 33 CH^ IIIa-6- 2 NCS CS2 CH3C0 CH3C0 ' 33 CE_ * CH« 5 IHa-6- 3 ca3ca2 CH3CO ^CHC12C0 33 CHj IXIa-6— 4 CH3CH2 CE3C0 CE^CE^CO 22 HC(CH,)7CH- lIla-6- 5 CE,CE- CE-CO l! 22 . J ec(ch2)7co HIa-6- 6 CHjCC^J^CHj ! CE3C0 CL.. 33 ^ co CE30 IXIa-6- 7 CE,CE- CE-CO ?^CECE-C0 33 3 2 3 2 «3 10 IIIa-6- 8 CE3CE2 CE3CO , CBy-^J^-CO 22 ch3 IIIa-6- 9 CHjCHj C^CO ^CHC^CHjO-^^-CO 22 ca3 IIIa-6-10 Q-CH, CE3CH2C0 CE3C0 33 800 3 9 85 59 % Remming
Verbinding ulcus nr._ _Ri Ra__Rs 50mg/kg i.p.
(Z) IIIa-6-11 [j 1 CB-C^CHjCO CH3CH2CH2CO 33 IIIa-6-12 CE3 «3®2ω CH3CO 33 IIIa-6-13 CH3CÏÏ2 CHjCHjCO CCS.3CO ‘ 33 5 IIIa-7- 1 CH3CH2 CH3 CH3CO 33 lila-7- 2 CH3CH2 CE3CH2 CH3CO 33 CH.
lila-7- 3 CE3CE2 CHjCHj ^CHCH2C0 33 ch3 IIIa-7-4 CH^CH^CH, 0¾¾ CH^CH^CO 22 • HC(CB,)7CH- HIa-7- 5 CH,CH, CE-CH. U 22 J HCCCH^CHj 10 lila-7- 6 C^C^ CHg 22
0 CO
CS30 lila-7- 7 CH3C&2 CHj ^CHCE2CO 33 CE3 IIIa-7- 8 CH3CH2 CHjC^CHjCHj CH CO 22 CH. __ IIIa-7- 9 CHjCEj 0¾ -NacSjCHjO^)-® 22 800 39 85 *
V
6θ % Remming
Verbinding ulcus or·_ _R]_'_ _R|_ Rs_ 50 mg/kg i.p.
(X) IHa-7-10 CH3 CHjCHjCHjCHj CHgCHjC^CO 33 _ ch3 IIIa-7-H (/ y~C&2. ^CE CH3CH2CH2C0 33 CH3 IIIa-7-12 / YcH^ ^CH CHgC^CHjCO 33 W cr3 5 IHa-7-13 CE3- CHgCHgCHgCO 33
Ilia—7-14 ' CÏÏ3 CHgC^C^CO 33 C&2 ,.
CHj (CH2)3CH2COO
Ilia-7-15 J)CHCH2CH2 CH3 C^C^C^CO 33 CH3 IIIa-7-16 C^CCH^CH, CS3 . ΟΗ,ΟΟ 33 IIIa-7-17 C^CEj CHgCHgCHj CCS, 3 CO 33 -, 0 IIIa-8- 1 H CHgC^CHjCS^ CHgCO 56 IIIa-8- 2 H ·" (CH^CHCO 56 IIIa-8- 3 H " CSgCCH^gCO 44 IIIa-8- 4 H " 1C(CH2)7CH3 44
HCCCHjJyCO
IIIa-8- 5 Η " Γ1 44
0 ^CO
8003985 * 61 % Remming
Verbinding ulcus n*·._ 5.1_ ' Ra_ _R5 50 mg/kg i-p.
(3)
CH-D
lila-8- 6 H CH^C^CE^^ ^CHCE2CO 56 IIIa-8- 7 H " CE^-^^-CO 44 CH3 IIIa-8- 8 H " ^ΟΕΟΕ^,Ο-// y-CO 44 C&2 5 IIIa-8— 9 E CE^ CHgCO 56 IIIa-8-10 H CHg CC23C0 56 IIIa-9-1 ch3C0 ce3ch2ch2ch2 οη,οο 33 IIIa-9— 2 CE3CO " (CH3)2CHC0 33 IIIa-9- 3 CH3C0 " CE^CH^gCO 22 10 HIa-9- 4 CH3CO " [ T 22 IIIa-9- 5 · CH3CCE25;l6CO -VOBjCO 33 HC(CÏÏ-)-CE- IIIa-9- 6 05-(02-).,00 " l 22
HOCCHjJyCO
ce3o IIIa-9- 7 CHs(CH2)16C0 11 ^CHCEjCO · 33 cs3 IIIa-9- 8 CE3(CH2)16C0 " C^-^J^-CO * 22 15 IIIa-9— 9 (CH3)2CHC0 CHj CE3C0 33 800 39 85 ? * 62 % Remming
Verbinding ulcus nr._ Ri R3_ Rs 50mg/kg i.p.
(I) IIIa-10- 1 H · CHjCO S 66 IIIa-10- 2 H . CH3CH2CO H 66 IIIa-10- 3 H CE^CS^CO H 66 5 IIIa-10— 4 H CE^CE^CO H . 66 IIIa-10- 5 H CE^CE^CO H 66 IIIa-10- 6 H CRjCCH^CO E 66 IIIa-10- 7 E CE^CE^gCO E 66 IIIa-10- 8 E CH^CE^qCO E 66 10 IIIa-10- 9 E 0¾ (.CE^gCO E 56 lila—10-10 E (CE^CECO E 66 IIIa-10-11 E (CE^CHCE^O E 66 IIIa-10-12 B ECCCH2)7CE3 E 56
BCCCE^CO
IIIa-10-13 E CC23CO ' E 66
CEj CHj E
15 IIIa-10-14 E ^ C*CHCE2CH2C - z'' E 66 ch3 \o IIIa-10-15 E [ y-CH2CH2C0 B 66 IIIa-10-16 E C^O-^^-CO E . 66 ®3°\ IIIa-10-17 E J^CECELCO E 66 CT3 800 39 85 f 63 .Λ % Remming
Verbinding ulcus nr._ Ri_ R3 Rs_ 50mg/kg i.p.
CS- s ® 3sN / IIIa-10-18 H -.0-0 -E 66
2 CO
IIIa-11- 1 CH3C0 CÏÏ^O E 56 IIIa-11- 2 CH3CO (CH^CECO E . 56 5 IIIa-11- 3 (CH3)2CHC0 (023)20200 2 56 IIIa-11- 4 CCZjCO CC£3C0 E 56 HC(CB-),CH„ IIIa-11- 5 CE-CE. CO II ** 7 3 H 44 J HCCCHj)?C0 IIIa-11- 6 C23(C22)2C0 CE3C0 E 56 IIIa-12— 1 CE3C0 E E 78 10 IIIa-12— 2 (0Ε3)20200 E .2 78 IHa-12- 3 023(023)^00 E H 66 20 (CE-) _CE_ IIIa-12- 4 5 E E 72 . EC(CE2)7C0 IIIa-12- ills E 78 ^o^co CE-Q 3 \ IIIa-12- 6 0202,00 E E 78 esj^ 15 XXIa-12- 7 CE •O- E '78 800 3 9 85 t 6k Λ % Remming
Verbinding ulcus rc» _Ri_ R3 Rs 5Qmg/kg i.p.
CS) IIIa-12-8 ^CHCH^^O-4^ y< O Η H 72 IIIa-12-9 CCZ3CO H' H 66 IIIa-13- 1 CH3 Η I * 100 5 IIIa-13- 2 CHjC^ Η H 94 IIIa-13- 3 CH3(CH2)2CH2 Η H 100 HIa-13— 4 (CR3)2CSCE2CE2 SI 100 IIIa-13- 5 CH2(CH2);L6CS2 E H 72 IIIa-13- 6 CIC^C^ ' E H 94 HC(CSJ7CE, 10 IIIa-13- 7 tl Η H 72 ec(ch2)7ch2 IIIa-13- 8 ^Qf HE 89 IIIa-13- 9 “ HE 89 lila-13-10 ΔΓ Η H 94 IIIa-13-11 Q>-CH2 Hl 78 15 IIIa-13-12 H H ' 89 IIIa-13-13 [ï Π Η H 89 800 3 9 85 f 65 % Remming
Verbinding ulcus nr· Ri R3 Rs 5Qmg/kg i.p.
CZ) IIIa-13-14 l Η H 89 ^0 ca, IXIa-13-15 1 Η .H 94 ^°''ch2cb2 IIIa-13-16 ' CBgCOl/ Η H 89 5. IIIa-13-17 Η. H 72 IIIa-13-18 ί ί J E H 72 IIIa-13—19 BrCH2CH2CÏÏ2 Η E 100 0 IXIa-13-20 CE^CS^CCS^ Η E 100 lila-13-21 CE3 O* EE 89 CS3\ /=\ 10 IIIa-13-22 ^CECH2CH2-^ ^-CHj E H 72 ca3 '—' lila-13-23 CE30-<^^)-CE2 E E 72 ca3 IIIa-13-24 ^CECH2CE20^’_’))-Ca2 E E 72 ca3 ®3°n HIa-13-25 CHCE^CE.^ SE 89 ca3 800 39 85 r \ 66 % Remming
Verbinding ulcus nr._ _Rt_ Rj R5 50mg/kg i.p.
CH^CH^O (2) IIIa-13-26 ^CHCHjCHj HE 89 ®3 CH3COO^ IIIa-13-27 ^CECR2CE2 E H 89 ce3
CHjCCH^jCHjCOO
HIa-13-28 ^CHC^CHj Η H 72 CHj
ft A
5 Ilia-13-29 ^OCHCa^è. - (/ HE , 89
ft ’ ’ H
Ilia-13-30 CH3CH2CH(CE2)4CH2 Η H 94 ,- CH*CHCH- IIIa-13-31 Π Jj E H 100 JIIa-13-32 Cr EH 89 IIIa-13-33 | ^-C^CHgC^ Η H 100 10 IIIa-13-34 Η H 89 CH3 ft ft IIIa-13-35 ^CH(CH2)3CH(CH2)3CH(CE2)3CH2 Η H ' 89 ce3
CH2 CE2CR2Ca2 CH, CH-CH-OC
IIIa-13-36 ^ _ 'y H HE 94 ch3 ce2ch2c»cv s CH3 η 800 3 9 85 S'
-V
ér % Remming
Verbinding ulcus 1ΩΧ·_ Ri ’_R3 Rs 5Qng/kg i.p.
• ce3n> (Z) lila-13-37 H R 72 - CH^ \n—/ lila—13—38 E E 72 IIIa-13-39 CH3(C2^)4-^^-CH2 E „ H 72 5 IIIa-13-40 CB^gCBgCB-CH-^^-CHg E H 72 IIIa-13-41 CS H S . 100
CV
IIIa-14-1 C^CH, CH3C0 H 56 IIIa-14- 2 " CCH3)-2CHC0 H 56 IIIa-14— 3 " CH3(CH2)16C0 E 44 hc(cs,)7cïï, 10 IIIa-14-4 ' ' " l| ^ 7 3 S 44
HCiCHjJyCO
IHa-14-5 " [JXco B 56
CHjO
IIIa-14- 6 " ^CHCH-CO E 56 CH,’""1 ^ 3 IIIa-14- 7 " CS3^~^C0> E 44 es, IIIa-14- 8 " ^CHCH2CS2CH^~^CO E 44 15 IIIa-14- 9 " CBgCEjCO H 56 800 3 9 85 ·» 68 % Remming
Verbinding ulcus nr. _Ri R3 R5 50tng/kg i.p.
(X) IIIa-15-1 CH3 CSjC^CHjCHj H 56 IIIa-15-2 CE3(CR1)2CSL2 " a 56.
IIIa-15-3 CHjCCHj)^ " E 44 hc(ch2)7ch3 5 IIIa-15-4 1 " Η 44 HC(CH2)7C22 IIIa-15-5 [ 1 " a 56
CEL
2 ca. o » 3 \ IIIa-15-6 ^CHCH2CH2 " 3 56 CH_ 3 IIXa-15-7 " H 44 IIIa-15-3 CH2CH2CH2 3 56 1 800 3 9 85 4 69 % Remming
Verbinding ulcus nr· _Rt _Ra Ra 50mg/kg l.o.
(!) IIIa-16-1 H ca3 H 72 ' ca„ 3-v lila-16-2 H OTCH,- S 66 . ca3x IIIa-16-3 E CEjCC^)^- H 56 HCCCHOjCH- 5 HIa-16-4 S \ H 56 hccch2)7ch2- IIIa-16-5 E LQ X» ^ _ E 56
GH^O
lila-16-6 E ^CHCHjCHj- E 66 CS,^ IIIa-16—7 ff CE^CI^ E 72 IIIa-17-1 CH3CO 013 .. E 56 10 IIIa-17-2 CH3CCE2)16C0 023 E 44 UIa-17-3 CE3CE2CE2CQ CHjCHj E 56 CS3\ IIIa-17-4 yCRCR2CK2 CHjCHj H 56 CE-, 3 IIIa-17-5 CH^CO CE3 S 44 800 3985 IIIa-17-6 CC23C0 CH3CH2 E 56 το % Remming
Verbinding ulcus nr._ Ri Ri Rg_ 50mg/kg i.o.
(X) lila-18- 1 H S CHgCHj 100 IIIa-18- 2 Η H CE^CB^CS^ 100 IHa-18- 3 Η H CR^CHj)^ 100 5 IUa-18- 4 H TL (CÏÏ^CHC^ 94 IIIa-18- 5 Η H 100 lila—18— δ Η K (CH^CR, 94 ' IIIa-18- 7 R R CH3CCH2)4CH2. 100 IIIa-18- 8 R R CH3CCH2)5CH2 94 10 IIIa-18- 9 Η, H CHgCCH^gCHj 94 IIIa-18-10 E R C^tCH^CH, 94 IIIa-18-U H R CHjCCHjJ^CHj 83 IIIa-18-12 H R CC23CH2 94 HCCCHJ-CH, lila—18-13 H R {\ * 83 HCCCHj)^ - 15 IIIa-18-14 Η H 89 IIIa-18-15 Η Η 11 83 ce2 IIIa-18-16 Η H 89 800 3 9 85 » 71 -Γ % Remming
Verbinding ulcus nr·_ Ri Ra Rs_ 25mg/kg l.p.
(2) IIIa-18-17 Η H j^j|^ jj ~ ^ 83 f 0»C-CS3 IIIa-18-18 5 5- A^2 89 IHa-18-19 H S ^ CE^CggC^C^ 94 5 IIIa-18-20 S H 89 CHj IIIa-18-2L E E Γ 11 83 IIIa-18-22 E H ÖL 89 (¾ IIIa-18-23 E E [ T 89 ^'0>v^CÏÏ2 :iIIa*18-24 E E r\ 94 10 IIIa-18-25 Η H Vc-CH, 89
• 1=/ 1 3 O
IIIa-18-26 E E BrCH2CE2CH2CH2 94' ’
O
II
o η η τ o or IIIa-18-27 Η H CH3CH2CCH2 94 * 72
Verbinding * Remming nr ulcus * Ri Η.? Ri '25"mg/kg i.o.
r^Y° ® IIIa-13-28 S Η. II 89 ^^CH2 IIIa-18-29 S E CB^COt><^~^CE2 94 IIIa-18—30 E E 20^(7^-¾ · 39
5 Ula—13-31 E E ^COOCS,^ · IOC
®2®2 Uü—18-32 E E CH3fy? -r 39 IHa-18-33 E E 39 (¾ N ' IIIa-18-34 E B 39 IIla-13-35 _ Η E 89 CH3 cs-o 10 IlIa-18-36 E E 3 ^CECH2C32 94 C33 IIIa-18-37 Η H ^3 mc2C2 94 / 2 2 CZ^
Illa-18-38 E 3 CSjSCHjCSj 94 IIIa-18-39 Η H CH^CHj^CH^CEjCa, 94 800 3 9 85 Γ 73 < % Remming
Verbinding r ulcus nr._ Ri R3 _Rs _ 25 mg/kg i.p.
(Z) . IIIa-18-40 H ’ . H CH^^^-CHj 94 IIIa-18-41 Η H CH3 (CH2) 2<^S-^~^-CR2 89 CH.COOv IIIa-18-42 S. H ^CHCH-CH, 94 \ CE- (CE.) -CH-COO.
5 IIIa-13-43 S . S ^CH^CÏÏj 94 CHj ,
IlIa-18-44 H . E CH3OOC-(^^)m32 89 IIIa-18-45 Η E CS3 ¢0¾) 3CE200C-<^~"^)-CH2 89 lila—18-46 E E CE =C - CE2 100 ce3 IIIa-18-47 E E ^CECSL^^ '\cRCS.2 89 . «V k3
/H
in IIIa-18-48 ES ^ C - C 94 iu / \ 1 CHj CH · ^
I 3 /CH
IIIa-18-49 E H ^C-CHCH^HjC - \ 89 IIIa-18-50 Η H CH3CH2CHCH2CH2CH2CH2CH2 94 ch3 8 O O 3 9 85 * lb %' Remming
Verbinding ulcus ν,ν. Ri Ra R5 25 mg/kg i.p.
I---- CH-CHCH, ^ IIIa-18-51 S E 89 IIIa-18-52 H E HOCH2CCH2)3CH2 94 IIIa-18-53 Η H [[ _ -89
EOOC_ CRZ
5 HIa—18-54 Η H ^ j} 89
° >>COOH
IIIa-18-55 E E C^·/ -Vc^ 83 · IIIa-18-56 E H 89 IIIa-18-57 E Η | ^€Ε2ϋΕ^2 ' 94 IIIa-18-58 H H I Hl Jl ' '83 CH2CH2 10 IIIa-18-59 Η H CH3-^"“^-CH2CH2 89 _ CH„ CE.
CH3^ I 3 ,3 IIIa-18-60 E E CH(CH2)3CH(CH2)3CH(CH2)3CH2 89 ch3 ·
1 .. CH
*» IIIa-18-ól Η H CH, CH,CE,C * C XH 89 3S / 2 2 v
^OC H
ca3 nh 800 3 9 85 * 75 r % Hemming
Verbinding _ ulcus nr._ Rt %3 Rs 25 mz/kg i.p.
C2) IIIa-18-62 · S H CR^QQC-^ ^CH2 S9 ' ch3 IIIa-18-63 R H 83 ‘ ®3 9¾ IIIa-18-64 S E J CH„ 83 3 CH.j 5 IIIa-18-65 E ’ E CH30-^ ^0Ε2 89 IIXa-13-66 S E CH^OCH^ 89 IXIa-18-67 E H ’ 89 IIXa-18-63 E H CHjCHjCHjCH-CH-^^-CHj 83 IIIa-18-69 Η H Br(CH3)C - CCCH^CHj 89 10 IIIa-18-70 E S (Oy 2C - CHCEj 94 SCH.
. I 3 IXIa-18-71 E S CE3 - C - 89 ce3 OCE-, 1 3 ch3 IIIa-18-72 B E CE3 - C - CE2CH2 89 800 3 9 85 * > 76 % Remming
Verbinding ulcus nr·__ R} Rj Rg 50 ag/kg i.p.
(Z) IIIa-19- 1 a CH3CO CH^C^ 66 “K ' IIIa-19- 2 H CH3CO yCSC^0¾ 66 CH_ 3 IIIa-19- 3 H CH3CO CH3 CCH^)lg CH^ 56 HC(CH-)7CH- 5 IIIa-19- 4 H C3-CO II 56 * HCCCHjJyCHj IIIa-19- 5 H C^CO U. · 66 • GHj · CE*0 IIIa-19- 6 a 03,00 66 <*3 IIIa-19- 7 3 CH3CO 66 ca3 IIIa-19- 8 H ΟΗ,ΟΟ ^ΟΗΟΗ,ΟΗ,Ο-^ V)-Ca2 56 ch3 10 IIIa-19- 9 a ΟΗ,ΟΗ,ΟΟ ΟΗ,ΟΗ, 66 IIIa-19-10 Ξ CH3CH2CH2C0 ΟΗ,ΟΗ,ΟΗ,ΟΗ, 66 800 39 85 ar 4, *
TT
% Remming
Verbinding ulcus ηΓ·_ Ri Ra _Rs 50ag/kg i.tn (%) lila-20— 1 CH3CO CK3CQ CH-jC^ 56 IIIa-20- 2 (CH3)2CHCO C^C^CO CH3CH2 ' 56 IIIa-20- 3 CH3CO CSjCO (CH3) 2CHCH2CH2 . · 56 5 IIIa-20- 4 CH3CO CH^O ^3^2^160¾ 44 HC(CIL)7CH- IIIa-20- 5 CH.CO CH-CO [| 44 J J hccch2)7ch2 IIIa-20- 6 CH3C0 CEjCO Cl. 44
CS O
IIIa-20-7. CH3CO CHjCO .. ^CHC^C^ 56 ch3 IIIa-20- 8 CH3CO CH3CO 44 ca3 10 IIIa-20- 9. CHsCO CS3CO y-^2 44 ch3 IIIa-20-10 CS3C0 CÏÏ3C0 CC23CH2 56 800 3 9 B5 * ♦ 78 % Remming
Verbinding ulcus nr._ Ri Ra _ Rs 50mg/kg l.p.
<W
HIa-21-1 CH3CO H CH3CH2 78· * lila-21-2 " " CCH^CHCHj 72 lila-21-3 " " CSLz(.CS2)16CR2 ’ 66 hc-Cch2)7ch3 π IIIa-21-4 " " 1 66 hc(ch2) 7ce2 nia-21-S ' " ' 71 tr CZ2 CH-0 IIIa-21-6 " " · ^CHCHjC^ 78 ®3 .
lila-21-7 ” " CH3^CH2 66 ca^ IIIa-21-8 " ” ‘^CECR2CE20-(y YK^ 66 CH^ 10 lila-21-9 C^CÏÏ^O " . 66 800 3 9 85 19
MS
* % Hemming
Verbinding ulcus „y. Ri Ra _Rs_ 50ag/kg i.p.
es) IIIa-22- 1 CH3CH2 E CH3CH'2 94 IIIa-22- 2 C^CHj " CCH^CÏÏCH^ 94 1X13-22- 3 CS2CCR2)1CZ2 " C^CHj ^ 94 5 IIIa-22- 4 (CH3)2CHCÏÏ2 " (CH^CHC^ 94 lila-22- 5 CH3 " CHjCHj 94 IIIa-22- 6 CH3 (CX^) 3CH2 " ^^16¾ 72 lila-22- 7 CH3 " ‘CCZiCR2 _ 78 HC(CH-)7CE- IIIa-22- 8 1! " CH-Cïï- 78 HC(CH2)7C^ 10 IIIa-22- 9 CH^CH^qC^ " , 83 lila-22-10 (CH^CHC^ " CH-jCHj ’ 83 IIIa-22-11 CH3(CH2)6CH2 " ^3¾ 83 IXIa-22-12 CH^CH^gC^ ” 72 IIIa-22-13 CH3CÏÏ2 " CCJtaC^ 78 HC(CH-)7CH- 15 lila-22-14 CH-CH- J * 1 J 78 hc(ch2)7ch2 m*-22-15 CHjCBj " CHj 89 800 39 85 > 80 % Reaming
Verbinding ulcus ηΓ· Ri Ra Rs_ 50asj/kg i.p.
a) HIa-22-16 ' CH3CH2 E [Γ J.L 83 IIIa-22-17 " " Δ"^2 89 IIIa-22-18 " " ^ 94 5 IIIa-22-19 . " " ^""^-CHgCHg 89 9¾ IIIa-22-20 " " K [1 I 89 lila—22-21 " ” Ij Π 83 CH2 IIIa-22-22 " ' " [ 1 83 HIa-22-23 " " L i 89 ^ O-^C^CE^ 10 lila-22-24 " " N - C - CH- 89 l=/ j 3
O
IIIa-22-25 " " BrCHjCHjCHjCHj 89
O
ll IIIa-22-26 " " CHgCHjCC^ · 94 lila-22-27 " " Γ I '83 800 3 9 85 4 m 81 €.
% Remming •Verbinding ulcus nr._ Hi S.3 Rs 5Qmg/kg i.p.
CH„ ¢£) 2 .IIIa-22-28 CH-CE, H ,N - C - CE, 83 — 0
Ilia-22-29 " " [ \[ ÏJ~ 83 C0CH3 IIIa-22-30 'r " CHjCOO-^^-CHj 72 5 IIIa-22-31 " " HO-^^Cgg 78 CH-CÓOCH-CH-
Iira-22-32 " " !· A L J · 83 CHjCHj IIIa-22-33 " " CH3^~^-C52 78 ch3 IIIa-22-34 " " 78 IIIa-22-35 " " CH30-(7^)-CH2 ' 78 ch3 10 IIIa-22-36 " " 78 ^3 CH 0 IIIa-22-37 " " J ^CHCH^ 89 ce3
0 Art 7 0 OK
j*
A
82 % Remming
Verbinding ulcus nr·_ Ri Ra Rs 50mg/kg i.p.
CHjCCE^)^ . CZ) UIa-22-38 CH3CH2 S ^CHC^C^ 83 Cïï^
Ilia-22-39 " " CSjSCEjCHj 94 IIIa-22-40 " ,r 033(022)20223(320¾ * 94 5 IIIa-22-41 " " C23S 78 IHa-22-41 '* " CHjCCHjJjC^S-^^CH^ 78
CS^COO
IIIa-22-43 ^CHCHjCHj 83 CI3
Ca-(CH-),CH-COO^.
IIIa-22-44 " " ^CHCHjC^ 72 023 IIIa-22-45 " " 023000-^^Κ22 78 10 IIIa-22-46 " " CHjCCHj^C^OOC-^^-CHj 78 IIIa-22-47 " " 02 Ξ C - CR^ 94 C23 IIIa-22-48 ” " ^020^0^^^020¾ 83 3 (¾ 023 2 IIIa-22-49 " " C - C 89.
/ V
H ®2 800 3 9 85 -4» * 83 >·
Verbinding ï Bandag ulcus nr· Ui 53 5b 50mg/kg i.p.
ca, ca, ca,* ^ Λ i 3 ^ 3 IIIa-22-50 CB^O^ H >S - CHCH2CE2C » 78
ca3 H
IIIa-22-51 ” " CBjCBjCacajCBjCajCa^Ca, 78 CH^ U-CH*CHCH7 * - 83 5 IIIa-22-53 " " HOC^CCH^ 3(=¾ 78
Ula—22-54 ” 't €w 78 2» HOOC __ IIIa-22-55 ’’ " ^ iT^Z 78
^ COOH
IIÏa-22-56 " " ^3 ~^^y^C32 73
UIa-22-57 " " O
10 lila-22-58 " " [ ^CS^CH^ 89 IIIa-22-59 " " C 83 IIIa-22-60 " " 83 ca, ca, ca, K j 3 J 3 IIIa-22-61 " " Ca(Caj ,CH(CH9) ,CH(CH,) ,CH9 83
ca3 a J J Z J Z
800 3 9 85 # 8¼ <
Verbinding 1° Remming nr ulcus *_ Ri R3 5i . 50mg/kg i.p.
(2) ca, CH,CH,CH, I 3/ 2 Z 2 CHj CEjCHjC-^ IIIa-22-62 CH^ H CH3 CH2CH2C*CN H 83
><' E
ca3 h IIIa-22-63 " 'r CB3OOG^ 0¾ 83 CH · , IIIa-22-64 " " (¾ 78' Γ2 5 -lila—22-65 " " 3 \—CH3 72
CH
IIIa-22-66 » CH.p^"W * 78 IIIa-22-67 " " CH3CO "O’ CH2 78 IIIa-22-68 " " CH3(CH2)4-i^J^)- (¾ 78 IIIa-22-69 " " CTgC^C^CH-CHH^""^. CHj 72 ^3 10 IIIa-22-70 " " ^CH · 83 ®3 IIIa-22-71 " " Br(CH3)C-C(Cff3}CH2 89 800 3 9 85 i *
Me 85 % Remming
Verbinding ulcus nr._ _Ri R3 _Rs_ 50mg/kg i.p.
(Σ)
Ilia-22-72 CH3CH2 H CCH^J 2C-CffCH2 94 OCH- IIIa-22-73 " " CH- - C - CH-CH- 83 3 I 1 ca3 nia-22-74 " ch3(ch2)2ch2 100 5 nia-22-75 ch3ch2 " ch3cch2)2ch2 100 IUa-22-76 CH3(CH2)2CH2 ,r CH^CH^C^ 94
Ilia—22-77 (CH^CHCHjCHj " " 94 IIIa-22-78 CH3(CH2)16CH2 " n 72 IIIa-22-79 C£CH2CH2 " · " 94 HC(CH-)-CH_ 1Q UIa-22-80 1 J " " -72 hc(ch2)7ch2 IIIa-22-81 " " 78 IIIa-22-82 " 72 IIIa-22-83 ΖΓ !» . II 83 IIIa-22-84 Z~\_CSj " " 83 800 39 85 t 86 % Remming
Verbinding ulcus nr._ _Ri _ &3 Rs_ 50mg/kg i.p.
CO
. IIIa-22-85 H CH^CH^C^ 89 IIIa-22-86 [i jj, " " 83 0 ch2 IHa-22-87 Γ 1 " " 83 5 IIIa-22-88 CnXS " " 39 0 CH^C^ ‘ HIa-22-89 CH^Co/ " 83 IIIa-22-90 i jl Ί ,r " 78 IIIa-22-91 | “ " 83
Ilia-22-92 - BrCHjCHjCHj ·*·»- " " 94 10 ^-22^3 =¾¾5¾ . ... « - ' IIIa-22-94 CH3 It 11 33 CH3 __ IIIa-22-95 ^CBCHjC^-/ " " · 78 CH3 IIIa-22-96 CH3 o^fy2 ,f 78 800 3 985 * m 87 % Remming
Verbinding ' ulcus nr. P.i Ra Rs 30mg/kg i.p.
(Z) <τρτ^ IIIa-22- 97 ^CHCHjCHjO-^ ACHj H 023(023)3023 72 CH3 X-'
CE3O
IIIa-22- 98 ^CHC^C^ " " ^ 89 ch3 ^3(¾) HIa-22- 99 ^CHOICE., " ” 83 CH3 02,000.
5 IIIa-22-ΙΟΟ /02(¾¾ ” " 89 ca3 023(023)3023000.
HIa-22-101 ^02(¾¾ " " 83 CH^ ’ CH- CH, CH, 3\ ! 3 / 2
IIIa-22-102 C-CHCE,C2,C - C
/ 2 2 \ .
CÏÏ3 H
Ilia-22-103 0Η30Η202(0Η2)40Η2 " " 78 023 r-.—02*0202«
Ilia-22-104 Jj " M 89 10 IIIa-22-105 0"“ 2 ” " - 89
Ilia-22-106 f”A_CE2CH2Ca2 " " 94 800 3 9 85 * Η 88 % Remming
Verbinding ulcus
Ur'_ Ri R.3 Rs SOmg/kg i.p.
(%) * IIIa-22-107 C^-^J^-C^C^ - H CH3(CH2)2CH2 83
CH, CE3 CL
3n ! J l^3 IIIa-22-108 CHCCHj) ^CRiCB^) ^(CHj) 3CH2 „ " ‘ 72 ^3 CH, CH,CH,CH, I 3/ 2 2 2
CH, CH,CH,C*C
IIIa-22-109 [V A " ” 72 ch3 ch2c^c*c a
Vc * , / \ CH^ Η ch3 IIIa-22-110 " " 78 ch3 IIIa-22-111 " " 78 IIIa-22-112 CH3(CH2) 4^0^2 78 IIIa-22-113 C^C^C^C^CH-^^-C^ '» " 78 C&2 IIIa-22-114 N CH " " 94 / CH3 800 3 9 85 * 4* 89 « # Remming
Verbinding ulcus nr.
______________ Ri_ R3 Rs__ 5Qmg/kg i.p.
(2)
®»N
IIIa.-23~ 1 CH3CO CH3CH2 44 CH3
Ilia-23— 2 C^CH^ ” ^CHCH2CH2 · 44 ch3
Ilia-23- 3 CE^CE^ ” Ca3(CH2)16CH2 44 EC(CH2)-CH- 5 Ilia-23- 4 CH-CH, " |] '44 J * hc(ch2)7ch2 HÜ.-23- 5 C^Cay^OL, " CX 56 CE, CH30 IIIa-23- 6 023(¾ " ^CSCl^CHj 56 033 IIIa-23- 7 C^CHj " 56 ce3 IIIa-23- 8 CH3CH2 ^.CHC^C^On^ V^CH2 44 C&3 · 10 IIIa-23- 9 ^ ^-CH2 CH3CH2C0 56 IIIa-23-10 |Γ”Τ|^ CH^C^CO C^CHjCHjC^ * 56 0 ce2 IIIa-23-11 CH3 CHgCHjCO C^CHj 56 800 3 9 85 ψ 90 « % Remming
Verbinding ulcus nr'_ Ri_ Ra Rs SOmg/kg i.p.
<« IIIa-24- 1 CS3 · 0Ε^Ζ 56 IIIa-24- 2 CHjCHj CB^ 56 IIIa-24- 3 CHgCHj · 56 CHj 5 IIIa-24-4 ^(Cïï^-Cïïj CE^C^ CHjCCHjJ^CBj _ 44 HC(ra )_Cïïn IIIa-24- 5 CH-CH- C2-CB- I! ” 7 3 44 HCCCH^C^ IIIa-24- 6 CH3C^ CBj ' CL.. 56 2 CH,0 IIIa-24— 7 Cïï3 ' ^CRC^CB^ 56 CKj im-24-3 -0¼¾ =¾¾¾¾ Si CH3 _ 10 IIIa-24- 9 CH3CH2 CH ^CHCHjCHjO^Jy-CHj 56 ch3 IIIa-24-10 C33 022^032032 C23C32C32C22 56 ' /7-Λ IIIa-24-ll (f y— CE^ χ03 ZE^ZR^^ZR^ 44 /“Λ \ IIIa-24-12 ^_/-¾ /C3 CHjCHjCHjCHj 44 800 39 85 Μ * 91 % Remming
Verbinding ulcus nr. .
Ri _R3_ Rg 5Qmg/kg i.p.
' (Z) IIIa-24-13 CS^ CH3CH2CH2CH2 44
Ilia-24-14 Cl CH2 . CH3 " 44
CHjCC^) jCHjCOO
^/CHC^CHj CH3 " 44 IIIa-24-16 CH3(CH2')2CH2 . CH3 CH3CH2 56 5 IIIa-25- 1 H .- CZ^iCtyzCR2 ” 66 IHa-25- 2 " ” (Ca3)2CHCH2 66 IIIa-25- 3 'n " 56 HG(CH,)7CH- IIIa-25- 4 " · ” ii ” 56 hc(cs2)7ch2 •IIIa-25- 5 " " L 0 66
CH,Q
10 IIIa-25- 6 " " ^CHCHjCHj 66 ch3 IIIa-25- 7 " " CH3*<^)-CH2 66 800 3 9 85 Λ 92 % Remming
Verbinding ulcus nr. Rl £3 ___Rs _ 50mg/kg i.p.
“ ’ (Z) CH3\ IIIa-25— 8 R CHjCCRj^CHj 66 IIIa-25- 9 " 0¾ C^CÏÏj 66 ' IIIa-25-10 ” " CCijCHj 66 5 IIIa-26- 1 CH3C0 C^C^C^CHj 56 IIIa-26- 1 " 'r (CÏÏ3)2CHCS2 56 IIIa-26- 3 " " . CH^C^gC^ 44 HIa-26- 4 ,T " [ ] 56 k^cH2 IIIa-26- 5 CH3(CH2)16C0 " CH3CH2 56 HC(CH*)7CH- 10 IIIa-26- 6 ” " II A ‘ J 44
CH^O
IIIa-26- 7 - " " ""'CBCHjCHj 56 IIIa-26- 8 " " 44 IIIa-26- 9 (CH^CBCO =¾ ^ . 56 800 3 9 85 *· 93 -t _ % Remming
Verbinding ulcus nr·_ Ri Ra Rs 50mg/kg i.p.
a) IIIa-27-1 · E E CH3 100
CS
IIIa-27-2 H E 3XCS 94 / ®3 IIIa-28-1 E CEjCO CE^ 66 5 IIIa-28-2 E CCEj) 2CHCÏÏ2C0 " 66 IIIa-28-3 E CCi3C0 ,f 66 IIIa-28-4 H CE^CO (CH3)2CE 56 IIIa-28-5 E CS^CE^CO (CE3)2CH 56 HIa.-29-l CS3CO CE3CO 56 \ 10 IIIa-29-2 CH^CO CE-CO 'CE . 56 J J ce3 IIIa-30-1 CE^O H CS3 78 ce3 lila-30-2 (CH-)2CHC0 E ^CH 78 ce3 IHa-31-1 CH3 E CH3 94 IXIa-31-2 CE-CE. E " 94 3 2 15 IXIa-31-3 E " 78 IIIa-31-4 (CH3)2CECÏÏ2CE2 E " 89 800 3 9 85 9b * % Remming
Verbinding ulcus nr._ _Rj_ R3 Rs 50mg/kg i.p.
«) HC(CH-)-CI- IIIa-31- 5 I S CH- 78 HC(CH-)-CH- CE3 IIIa-31- 6 CH- " ;CH 78 J ca3
Ilia-31- 7 C^CHj ” ” 83 5 IIIa-31- 8 CR^CE^^C^ " " 72 IIIa-31- 9 CCH3)2CHCH2CH2 " " 83 HC(CH-)7CH- IIIa-31-10 I '1 M · 72 hc(ch2)7ch2 IIIA-31-U (^~^CE2 ” CH3 83 IIIa-31-12 f jl " " 89
Sj^ca2cH.2 800 39 85 ““ 0 ' ·'' ’ '
Illa-31-14 .CH " " 94 ch3
X
A
95 ,, ,. ,. % Remming
Verbinding ulcus nr‘_ Ri Ra Rs 50mg/kg i.o.
(2) IIIa-32- 1 CHgC^ C^CO 56 IIIa-32- 2 " (CH^CÏÏCO CH3 44 IIIa-32- 3 " CE,CO >CH 44 5 lila—33— I . CH3 CEjC^CH^CILj 56 ca3 HIa-33- 2 " ,f ^CH 56 • c< lila—33— 3 CH3(CH2)2CH2 " 56 HIa-34- 1 E CH3 66 “3s lila-34- 2 " GH3(Ca2)17 ^CZ 56 10 lila—34- 3 ” CH3 ” 66 lila-35- 1 CH3CO C33 CH3 56 CS3 lila-35-2 ” CH, . ^CH 44 CHς 800 3 9 85 Λ 96 % Remming
Verbinding ulcus nr,_ Rt R3_ 50mg;/lcg i.p.
(%) IVa-1- 1 H CHjCO 44 IVa-1- 2 " CH3CH2C0 44 IVa-1- 3 n CH^CH^CO 44 5 IVa-1- 4 " CCE3)2CHC0 44 IVa-1- 5 " (CH^CHC^CO 44 IVa-1- 6 " ca^CCHjJjCO 44 I7a-1- 7 ”· CHjCCH^CO 44 IVa-1- 8 " CHgCCHjJjCO 33 10 IVa-1- 9 ,r CH^CH^gCO 33 IVa-1-10 '»· CH3(CÏÏ2)10CO 33 IVa-1-11 " lèCQ 33 IVa-1-12 " CCI3CO 44 KC(CH-)7CH- IVa-1-13 " II L ‘ * 33 hccch2)7co · 15 IVa-1-14 ’ " f^CO 33 IVa-1-15 " 33 IVa-1-16 " 33 IVa-1-17 " β] C0 33 OC-CEj 800 3 9 85 m 97 ·*.
-t % Remming
Verbinding ttr‘ 5.1 ·_Ra _ 50mg/kg i.p.
a) A~co IVa-l-18 H LA 33 IVa-1-19 " <^"^)-CH2C52CH2C0 44 IVa-1-20· " f^CO 44 5 IVa-1-21 ” /x.Ay CH2CO 44 IVa-1-22 " Tj Π 33
GO
IVa-1-23 " I I 33 co IVa-1-24 " Cl 44
° CHjCO
I " —I
IVa-1-25 "Ifll 33
^S^CO
p··1 I'·· > 10 IVa-1-26 " S 33 * CH2CE2C52C0
N - N
IVa-1-27 " .« || 33 \Λ N CO.
CHj
CO
IVa-1-28 " Lyl-C-C^ 33 0 800 39 85 98 .
X
* % Remming
Verbinding ulous nr _ Ri R3 50mg/kg^ i.p.
w IVa-1-29 H (f \[ 33 - Nr^co *3 IVa-l-30 " 33 rVa-l-31 " BrC^CH^CH^CO 44 5 IVa^l-32 ,r j 44
Ca^CHjC-CQ
IVa-1-33 " Q 33 rVa-1-34 " CHgCOO-^^CO 33 IVa-1-35 - ” CO . 33 02200002203^ IVa-1-36 " I 44
C22CO
CE,C00H
10 IVa-1-37 ,f J 44
CBjCO
rVa-1-38 " 023-(^^)-00 33 ®3. /-Λ IVa-1-39 ’* ^CHOHjCHj-// - VK0 33 ch3 / 800 3 9 85 « 99 % Remming
Verbinding _ ulcus nr._ Ri B.3 50mg/kg i.p.
05) IVa-1-40 H. C^OK^^-CO 33 CE^ IVa-1-41 " ^ CHC^C^O-^^CO 33
CELO
IVa—1-42 ,r ^CHCH2C0 44 CE3 0^^)40 IVa-1—43 " J)CHCH,C0 44 5 CH^ IVa-1-44 " CEjSCB^CO ' · 44 IVa-1-45 " CE3CCH2)3CH2SCE2C0 44 IVa-l—46 " ’ CH3S •D* 0 33 IVa-1-47 " CH3CCH2)3CH2S-(^^GO 33·'' "
CH-COO
10 rVa-1-48 ” ^CHCH-GO 44 ®3 ca,Cch.).CH.C00 IVa-1-49 " λ & a i pCHCLCO 33 ch3 .
IVa-1-50 ' ” C^OOC^^rCO 33 IVa-1-51 " CH3.CCH2)3CH2OOC-^^-CO 33 800 3 9 85 ï * 100
Verbinding 1 RemminS
nr. _ _______ Ri Ra 50mg/kg i.p.
(Z) IVa-l-52 H CH Ξ C - CO 44 *.. .
CHj rVa-1-53 11 ^CHC^CÏÏ^/ \\-CHC0 33 ^ ch3 ro 2 IVa-l-54 " 3-C » 44 r co
CH, Cïï, CO
3\ l 3 / 5 IVa-1-55 " - CÏÏCH-CH-O - 0 33
GH3 H
IVa-1-56 ” CHjCH^CHGHjCHjCHjCHjCO 33 CH^ t I I CH«CHC0 IVa-1-57 " jfjj 44
IVa-1-58 ” U
IVa-I-59 " O^co 33 HOOO _,C0 10 IVa-1-60 " l^0J 33
_^COOH
IVa-1-61 " CHj-/ V-CO 33 800 39 85 x * m 101 % Remming
Verbinding ulcus nr._ Ri R3_50mg/kg; l.p.
<S) IVa-1-62 H 33 IVa-1-63 " I yCH2CH2C0 44 I7a-l-64 ” Cl Si 44
CtL^CQ
5 IVa-1-65 " C53-<^J^)-CH2C0 44 Γ3 ’ f3 IVa-1-66 " ^CH^CHjCHjCHC^C^C^CH^C^^CO 33 ch3 CH, CH,CH,C0 I 3 / 2 2
CH, CH_CH,C » C
I 3 / 22 n„ IVa-1-67 " CH, . CT,CH,C « C 44 3/22 \
C*C H
ch/ Ni IVa-1-68 " C^OOC-^ ^-00 33 n?3 IVa-1-69 " ^CH^CO 33 CS^
CH3 CO
CH3 CH CH^ 10 lVa-1-70 ” (vJ^^ 33 IVa-l-71 » “3 r^yco 33 ο η n 7 0 ee > 102 , % Remming
Verbinding ulcus ΏΎ* * 5i 5.3 __ 50mg/küi i.p.
(2) IVa-1-72 H /Tj>®0 33
^CO
IVa-1-73 " CH3 O CO 33 I7a.-l-74 " CHgCOCH^ ^CO 33
N — N
tl II
N / ς rVa-I-75 ” \JT 33 c^co IVa-l-76 " CH3CCa2)4-(^~~^>-C0 33 IVa-1-77' " CH3CH2Cg2C5»CHH^~^>-C0 33 rVa-1-78 " HQCHjCCHj) 3C0 33
Λ-—— CH2CO
IVa-1-79 " / \ 33 10 IVa-1-80 " BrCCHgjC-CCCHjjCO 33 IVa-1-81 " CCH3)2C-CHCO 33 800 39 85 jr 103 j t
Verbinding ^ Remming
Ri R3_ ji^mg/^g i.p.
(Z) sea-· rVa-l-82 H . CH3 - C - CH^O 33 ca3 .
oca* I 3.
IVa-1-33 Η - C - C^CO 33 CSLj IVa-2- 1 CH3CO C^CO 33 5 IVa-2- 2 CS3CS2C0 " 33 « IVa-2- 3 CH3Cca2)16C0 0-00 33 IVa-2- 4 CHgCO C^CCH^JjgCO 33 80fl 3Θ ft* r 10¾.
Λ % Remming
Verbinding ulcus •η?· *_ Ri R3 50mg/kg l.o.
<« IVa-3- 1 CHjCO 2 44 IVa-3- 2 CHgCHjCO ” 44 IVa-3- 3 CHjCCHjJjCO " 44 5 ' IVa-3- 4 023(0^)300 " 33 IVa-3- 5 CH3CCH2)4C0 " 33 IVa-3-6 023(0^)300 ” .33 IVa-3- 7 CHgCCHjigCO " 33 IVa-3- 8 1 023(023)^00 " 33 10 IVa-3- 9 023(023)^00 _ " 33 rVa-3-10 (CH3)2C2C0' " 44 IVa-3-U (023)30202300 " 44 20(02-).02, IVa-3-12 II · " 33 20(023)300 IVa-3-13 OCZ3CO ' " 44 % f3 , ,r IVa-3-14 0*0202.CÏÏ,C - cf " 33 15 C23^ 2 2 NC0 IVa-3-15 y-C^C^CO " 33 IVa-3-16 C23 O CO " ‘ 33 CH-0 IVa-3-17 ^30202300 " 33 C23 8003 9 85 4r 105 ·% r.
% Remming
Verbinding ulcus nr·_ Ri _R.3_ 50mg/kg i.p.
«) IVa-3-18 “Si - . H 33
H CO
IVa-4- 1 0¾ " . 44 IVa-4- 2 CH3CH2 " 44 5 IVa-4- 3 0¾^^¾ ” 44 IVa-4- 4 0^3^02(^0¾ " 44 IVa-4- 5 CH3CCH2)16CE2 " 33 IVa-4- 6 CiCHjCHj t " 44 ecCch1)7ce3 IVa-4- 7 I " 33 HC 03¾) ^0¾ rfr 10 IVa-4- 8 λ J " 33 IVa-4- 9 @-«2 " 33 IVa-4-10 f\ " 33 IVa-4-11 0-0¾ " 33 IVa-4-12 ^^)-0¾ 0¾ " 44 15 IVa-4-13 Π Π " 33 ^0-0¾ 800 3 9 85 10 6 4Γ <1 % Remming
Verbinding uicus nr* Ri S3 50ag/kg i.p.
σ) IVa-4-14 ^cA ca2 * 33 IVa-4-15 " 44 ^0 ^ ch2ch2 I7a-4-16 CHgCOl/ " · 33 5 IVa-4-17 " 33 IVa-4-13 fAAr" " 33 I7*-4-19 BrCHjCïïjC^ " 44 0
J
XVa-4-20 C^C^CCE, " 44 IVa-4-21 " 33 ^ /=\ 10 IVa-4-22 ^CHCH^ 0^-(^ E 33 IVa-4-2 3 E 33 IVa-4-24 ^CHCa2CH20H^ H 33 800 39 85 m * fi 107 % Remming
Verbinding ulcus nr· Ri 5.3 50mg/kg i.p.
CE) CH-0 IVa-4-25 'JCHCÏÏjCHj E 33.
®3 CE-OCE-), 0 I7a-4~26 " 33 CH^
CH-COO
IVa-4-27 ^CHC^CI^ " 33 , CH^ CE-CCH2)-CE-COO.
5 rVa-4-28 · ^CECR^CS^ " 33 CH^ ®3ν /0¾ IVa-4-29 C-CHCH-CH-C - C. ” 33 C&2 Έ IVa-4-30 CE3CH2CH(CH2)4CH2 " 33 <*3 (—pCH-CHCH,' IVa-4-31 U JJ "33 IVa-4-32 " 33 10 IVa-4-33 j y.CH2CH2CH2 ” 44 IVa-4-34 CH3^~~^>CH2CH2 " 33 CH3 CH- ch3 IVa-4-35 ^CH(CH2)3CHCCH2)3CH(CH2)3CH2 » 33 ch3
finnxoflR
* * 108 % Remming
Verbinding ulcus nr‘_ Ri _ R3 50mg/kg i.p.
• ca , 03(¾¾¾ CH, CH-CELOC^ ^36 CH3n S H 33 ch3/C"\ CH^ IVa-4-37 'TcHnf 'V02? " 33
(¾ W
IVa-4-38 ' " 33 5 IVa-4-39 CH3(Cïï2)4-(^^-CH2 " 33 IVa-4-40 IVa-4-41 ^CH " 44 CH^ IVa-5- 1 CH3 ' CH3C0 33 IVa-5- 2 CHjCHjCO 33 10 IVa-5- 3 CCI3CO * 33 HC(CH„)7CH.
IVa-5- 4 il (CHJ.CHCO 33 hc(ch2)7ch2 800 3 9 85 Λ· 109 fc t * % Remming
Verbinding ulcus nr. Ri_ R3 50mg/kg i.o.
(2) IVa—6— 1 CH^ CH3 33 IVa-ó- 2 CH3CH2 CS^CE^ 33 IVa-6- 3 CH3(CH2)2CH2 CHjC^ 33 _ CELj 5 IVa-6- 4 ^CHC^ 33 IVa-6- 5 CE3CE2 CH^CH^C^ 33 IVa-7- 1 E CH3 44 IVa—7- 2 " '* C^CH^ 44 IVa-7- 3 " CCa3)2CHCa2CH2 44 10 IVa-7-· 4 - ^7¾ , 33 • EC(.CB2)7CS2 IVa-7- 5 ‘ " ^ 33 17^-7- 6 " ^ 33 0
II
IVa-7- 7 " C^CSjCC^ 44 IVa-7- 8 " CCH^CHCHj 33 80039 85 110 % Remming
Verbinding ulcus ργ· Ri R3 50ag/kg i.p, «) IVa-8-1 CHjCO CHj 33 IVa-S-2 C^CHjCO . CHg ' 33 IVa-8-3 CH^CO CH^CH^ 33 5 IVa-8-4 C2CH2C0 o ch2 33 IVa-8-5 CH3C0 (.CRJ 2CRC3.2 33 8003985
J
* I
111 % Remming
Verbinding ulcus nr. r, _ Rs _Rs _ 50mg/kg i.p., CZ)
Vb-1- 1 R 3 3 CH^ 100
Vb-1- 2 " " " CHjCHj 100
Vb-1- 3 " ” " CH3CCH2)2CH2 100 5 Vb-1- 4 ” " " (CH^CHCS^ · 100
Vb-1- 5 " " " 0Η3(Ο32)160Η2 78
Vb-1- 6 " " ” 0203,032 100 EC(03,)703-
Vb-1- 7 " " II 89 30(032) 7CS2
Vb-1- 8 " - " 89 • f 10 Vb-1- 9 " ,r " 89
Vb-1-10 " " " £ 89 vb-i-11 " " 0-^2 89
Vb-1-12 " " " . <^^-C32C32 94
Vb-1-13 " " FI 89 ^0^ch2 · 8003985
X
V
112 % Remming .
Verbinding ulcus nr· Ri Ra Rs Ry 50mg/kg i.p.
CS)
Vb-1-15 REE 1Λ 1 9* ^0 ^ ce2ch2
Vb-1-16 " " " CS3Co/ yCE, 89
Vb-1-17 ,f " " 89 t 8003985
A
113 / % Remming
Verbinding ulcus -J&L·_- -L·--ll--£i_ __Re___ 50Wkg l.p.
CHjCEj W
Vb-1-18 Η Η H _ g9
Vb-1-19' " " ” BrCÏÏ2CE2CH2 100
Vb-1-20 '» " " S inft, CHjCH^CC^ ' 10l> 5 Tb-1-21 » » ” ^/33¾ 89 ^22 ..... 89 ^-23 ..... CS^o/JmSj ' 89 ch3 ^24 ...... «8 ^-1-25 " " " 3 ^CHCI^CHj 100 - c&3
10 Vb-1-26 " '» '« C23^C22^4°N
1U »b-i -o ^CHCHjCHj 94 ®3 ^-27 ...... ^““icHCHjCHj 94 CS3
Tb-1-28 ...... CHjtCH^CHjCOO
. ^CSCH-CH- 94 CH3 4 8003985
V
J
\ % Remming
Verbinding ulcus η.τ* 5-1 R3 Rs Rs 50mg/kg i.p.
Vb-1-38 H E 3 83
Vb-1-39 " " " O^CCH^-^^CHj 89
Vb-1-40 " " " C^CHjC^CH-CHh^^j:^ 89 5 Vb-1-41 ” ” " J^CH 89 ®3
Vb—1-42 " " '· 83
Vb-1-43 " " CHgCHgH ^ 83
Vb-1-44 " " n (/ N-CH2CH2 94
Vb-1-45 " ,f " VcHgCHg 94 80039 85 Λ 115 ,ί „ , . % Remming
Verbinding ft**· Ri . Ra_ R5 _Rg 50mg/kg i.p.
CO
Vb-2-1 E CHjCEjCO HE 66
Vb-2-2 " ”^-CH2CH2CO " " 56
CH* E
Vb-2-3 ” ^C-C ^ " " 86
S CO
5 Vb-3-1 CS^CO (CH3)2CHC0 ” " 56
Vb-3-2 CH3(CH2)C0 CH3C0 " " 56
Vb-4-1 (CH3)2CHC0 H " " 78
Vb-4-2 CE3(CH2)16CO ” " " 56 CH-0
Vb-4-3 ^CHCH-CO " " " 66 ca3 10 Vb-5-1 C2H5 " " " 94
Vb-5-2 C2S5 ” ” CH3(CH2)2CH2 89
Vb-5-3 C2E5 ” ” CH3 o 83
Vb-ó-1 CHjCSj CH3C0 " ' H 66
Vb-6-2 CH3CE2 (CH3)2CHC0 " " 66 15 Vb-6-3 CH3CH2 CH^E^O " " 66 800 39 85 *
V
116 % Remming
Verbinding ulcus nr·__Rl R3 R5 R< 50mg/kg i.p.
(Z)
Tb-7-1 CH3 CH^CE^ Η H 72
Tb-7-2 CH3CH2CH2CH2 CHjC^CI^CHj " " 66 7W-3 " - . 56 5 Vb-8-l R CH3 " " 78 HCCCR-)7CH-
Vb-8-2 E l . " ” 56.
hccch2)7ch2
Vb-8-3 E CH3CH2 . " 78
Vb-9-1 CH3CO CE3 " " 66
Vb-9-2 CH3CH2CH2C0 ” " 66 CEjO^ 10 Vb-9-3 j':CHCE2CH2 " · " " 66 <^3
Vb-10-1 H E CEjC^ H 94 76-10-2 " - αζ«31)Ά H 100
Vb-10-3 " » " CHjtCHjïjCH, 89
Vb-11-1 " CH3C0 CH3CÏÏ2 H * 78 15 Vb-11-2 " CH3C0 ^ H 66 800 39 85
J
117 4
Verbinding . *Beaming nr. _Ri R-3_ Rs Rg 5¾¾¾ i.p.
(%)
Vb-11-3. . H CHjCCHjijCO CH^CH^C^ H 72 . Vb-12-1 (CHj)2CHC0 CH3CH2C0 CHjCHj " 56
Vb-12-2 CHjCO CHjCO CT3L " 56 ° % j Vb-12-3 " " CH3H^~^C52 " 44 7b-13-l " H CH^ 78 VB-13-2 ” . " CCZz)zCSnEz " 72
Vb-13-3 C^C^CO " CE^CE^ ” 78
Vb-14-1 CH^ ’" " ,f 89 10 Vb-14-2 ? CH3CH2 " ^ ” 89
Vb-14-3 ” " CH3CH2 CH3fy 83
CH
Vb-15-1 3^CHCE2 CH3C0 CE3CH2 H 56 ch3 CH*
Vb-15-2 CH3CH2 CH3CO ^CHCI^CHj H 56 CH3 t *
Vb-15-3 <"3x CH3CH2CH,C0 C^CHjCHjCHj H 56 0¾ BOO 3 9 85 ♦ 118 % Remming
Verbinding ulcus nr· Ri_ Ra R5 Rs SOmg/ka; i.P.
(Z) ^16-1 =¾¾ CE3 =¾¾ S 66
Vb-16-2 L " CH^CH^CHj " 56
Vb-16-3 " CL_ - 56 0 =¾ 5 76-17-1 ï' CS3 (6¾¾ (¾¾ " 72
Vb-17-2 " " CH3(CH2)16CH2 " 56
Vb-17-3 " C^j CH3CH2 " 72 »·
Vb-18-1 CHjCO CH3(CH2)2CÏÏ2 " 66 «
Vb-18-2 CH3(CH2)16CO " L 1 " 44 ch2 10 Vb-18-3 (CH3)2CÏÏCO CHjCHj " 56
Vb-19-1 Η H CH3 " 100
Vb-19-2 " " .Cïï ” 100 x ca3 CH3
Vb-19-3 Η H ^Cïï 89 ch3 k—.
800 3 9 85 *
X
119 % Remming ulcus
Verbinding nt. Ri _R~3 Rs Rs 50mg/kg i.o.
CO
Vb-20-1 H CHjCO CH^ E 72
Vb-20-2 " (CH^CHCÏ^CO CH3 " 72 CH_ ' * 7b-20-3 " CH.CO CE " 72 CH^ 5 Vb-21-1 CH3C0 CH3CO CS3 " 56
Vb-21-2 " ” j;CH " 66 .<*3 ·
Vb-22-1 " H CH3 " 78 CE-
Vb-22-2 (CH,)7CEC0 " ^CE " 66 «3 '
Vb-23-1 CH3CH2 ” CH3 ” 89 • 10 Vb-23-2 " " " CH3(CH2)2CE2 39
Vb-23-3 " " " CS3-<^}- 83
Vb-24-1 " CS3CO " H ‘66
Vb-24-2 " (CS3)2CHC0 ” " 56 CH^
Vb-24-3 " CE, CO ^CE " 66 CH^ 800 39 85 f 120 > / % Reaming
Verbinding ulcus nr. _Ri_ _R3 R5 R$ 50mg/kg l.n.
(2)
Vb-25-1 · CH3 CS^LCS^) 2CE2 Cïï3 H 66 ch3
Vb-25-2 " CH3(CH2)CH2 ^CH " 66 ch3
Vb-25-3 O^CCH^CH^ CH3 B. 66 5 Vb-26-L ff’ CH3 " " 78
Vb-26-2 " CH3CCH2)t17 ^CH " 56 ch3
Vb-26-3 ' " CH- ^CE 78 3 . CZf
Vb-27-1 C^CO " CHj " 66 ch,
Vb-27-2 " " ,CH ” 66 ®3 \ 800 3 9 85 * 121 Λ % Hemming
Verbinding ulcus nr*_ _R; R3 Rs_ 50mg/kg i.p.
(2) VI-1-1 Η H 023 56
Vt-1-2 " " 44 vr-1-3 » " ch3(ch2)X6ch2 33 5 71-1-4 ,r " (7^-0^ 44 71-1-5 " " VZ)"^2 44 71-1-6 " OL 44 9 ch2 VI-l-7 ” " L A 44 ^ CH2CH2 TT-l-a " ,r CH3C0N 56 10 VI-1-9· " " Ll[j ^ 2 44 71-1-10 ” ” SrCH2CH2CH2 56 7T-2-1 " CH3C0 H 44 71-2-2 " CH ïC-CO " 56 VI-2-3 " ZZ"”00 · * " -44 800 39 85 r \ 122 % Remming
Verbinding _ ulcus nr._ Ri_ Ra R6_ 50mg/kg i.o.
(« VI-3-1 CH3CO C^CO H 44 VI-3-2 CH^CH^CO " " 44 VI-3-3 CH3C0 " BtCHjCHjCHj 44 5 vi-4-i ch3co a a 56 VI-4-2 CHjCCH^jCO " 44
CH^ H
VI-4-3 /C - " a 56
H CO
VI-5-1 CK^ " ’ " 56 VI-5-2 <^^VCH2CH2 ” " 44 10 VI-5-3 II " " 44 0 CHjCHj VI-6-1 023 CHjCO " · 44 VI-6-2 " ” CH2 33 VI-6-3 CE3CH2 C^C^CO H 44 VI-7-1 C&2 CH3 " 44 15 VI-7-2 CR^CBJ 2CK2 " 44 /-\ · <*3 VI-7-3 (/ y-CE2 ^CHCH2 " 33 800 3 9 85 4 123 % Remming
Verbinding ulcus nr. Ri 5.3 5.6 50mg/kg i.p.
CO
VI-8-1 H CHj H 56 71-8 -2 » <QkHj " 56 o
II
VI-8 n CHgCHjCCHj " 44 5 V -9-1 CHjCO CHj " 44 VI-9-2 CZC^CO ^ " . 44 71-9-3 CH3CO CCH3)2CHCH2 " 44 » 800 39 85 12l· ί >
Verbinding nr·_ Ri Rj Rs R7 %5mgfkg i.p.
(X) VH-1- 1 Η Η ' Η H 100 VII-1- 2 Η E R CILj 100 VII-1- 3 E E H CHjC^ 100 5 VII-1- 4 E E S CH3(Cïï2)2CE2 100 VII—1— 5 HES CCEj^CHC^C^ 100 * VII-1- 6 Η Η E C^CCHj)^^ 89 VII-1- 7 E E S CiCHjCEj 100 HC(CH-)7CE.
VII-1- 8 E E E 11 89 Ε0(0Η2)7αΗ2 10 VII-1-9 E E E 89 VII-1-10 Η E s 94 VII-l-ll Η E E Zi 94 vii-i-u i E a 94 VH-1-13 E E E O-, CE2 89 15 VII-1-14 E Η H . Π j] 89 ch2 800 39 85 • r
A
125 % Remming
Verbinding ulcus nr·. Ri Rj Rs _R7 25mg/kg i.p.
(2) ra-i-ii e a a C^L 89 VH-1-16 Η Η Η I 1 ' 94 VII-1-17 Η Η H CS3CON y~CH2 33 ¢^2 5 vii-i-18 a h a Γ if T 78 _ .cara 2 2 vii-i-19 a a a L jl J 78 cz vrr-i-20 e a a · CH2 94 0 vii-i-21 a a a it 100 ca3ca2cca2 vn-i-22 a a a ch3^"~^)-ch2 83 CH3n 10 vn-i-23 a a a ^ chch2ce2^ A-ch2 83 ®3 vu-i-24 a a a 83 ca3 vu-i-25 a a a ^ cara2ca2o^V^\-CH2 83 ca3 '—' 800 39 85 -t 126 % Remming
Verbinding ulcus nr·_ _ Ri R3 Rs R?_ 25mg/kg i.p.
(Z) (¾° VH-1-26 ff' Η H ^CHCHjCHj 94 ^3
Cff.CCÏÏ-),0^ VII-1-27 ff Η H ^CHCH2CH2 89 CH„ 3
CffjCOO^ VII-L-28 ff ff ff ^CHCH2CH2 94 ΰΗ3
Cff-(CH-)-Cff-COO
5 VII-1-29 ff ff ff . >CH2C22 94 ca3 a3 f3 cs VII-1-30 ff H ff ^c»cacff,cs,c * c/' 2 83 , ch3 xa VII-1-31 3 ff ff CH3Ca2Cff(Cff2)4CH2 83 VII-1-32 H ff ff 83 VII-1-33 E ff ff o- CH2 83 10 VII-1-34 ff ff ff ^>-CH2CH2CH2 · 83 VH-1-35 Η Η H Cff3-(^r~^-CH2CH2 83 8003985
J
127 % Remming
Verbinding ulcus nr. 5i 5.3 5s 57 _ 25mg/kg i.p.
CH_ CH (Σ) (¾ f3 f3 vii-i-36 a a h ^caCca^caCcHj ^chcch^ce^ 83 . ca3 - ®3W · r3 ca-ca^oc 7II-1-37 a a a ^ * 94
Vc/ H ca3 'a CHj /_ vii-i-38 a . a a ^ca-</ y-ca2 94 5 vn-i-39 a a a Cl j 83 vn-i-40 a a a ca3 Cca2) 4-<^~~^>-ca2 94 _ 7II-1-41 a a a cHjG^c^ch-ch-^^-cHj 83 ca3 vii-1-4 2 a a a ^ca 94 vi i-i-4 3 a a a ca3 Ό- 94 10 711-1-44 Η E a CEjCEgK y 94 800 39 85 128 % Remming
Verbinding ulcus nr. Ri 3,3 Rs R? 25mg/kg i.o.
CO
r~\ VH-1-45 Η E H 0^ j^cgg^ 94 VII-l'-46 Η H S Vc^C^ 94 VII-1-47 Η Η E 94 800 3 9 85 jr 129 j·' •Λ % Hemming
Verbinding ulcus nr· _Ri_ Ra R$ R7 25mg/ka; i.p, «) VII-2-1 B CEjCO HE 78 VII-2-2 H Η E ' 78 ch3 ty a VII-2-3 a - C H E 78
E CO
HG(CH-),03- 5 VII—2-4 Η I E E 66 hcCch2)7co VH-3-1 CE3CO CCE3)2CHCO EH 78 VII-3-2 CE3CCH2)2CO CH3CO HE 78 VII-4-1 CH3CO a R CE^ 83 VII-4-2 (CH3)2CHC0 H . Η H 89 -, 0 VII-4-3 CH3(CH2);l6CO E ‘ Η H 78
CHjO
VII-4-4 ^CHCH-CO H H H 89 CHj VII-5-1 CH3 E Η E 78 VII-5-2 C2H5 H a H 78 VII-5-3 C2Hs Η H CH3(CH2)2CH2 78 15 7II-5-4 C2Ej E E 78 800 3985
'•V
* 130 % Remming
Verbinding ulcus nr·_ _Ri_ Ra Rs R7 25mg/kg i.p.
• fr VII-5-5 /JJ E S H 78 0 VII-5-6 II E E S 83 ch3ch2c-ch2 VII-5-7 E Η E 78 5 VII-6-1 Cïï^ C^CO E E 66 VII-6-2 ,r CCH^CHCO E E .66 VH-6-3 " CHjCHjCO E E 66 . VII-7-1 CH3 CH3CE2CE2CH2 H E 89 VII-7-2 CH3CH2CÏÏ2CH2 " E H . 72 10 VII-7-3 (3-CH, CS3CCE2)2CE2 Η H 72 VII-7-4 C^OL, O^CE* E <3^^ ' 66 yiI-8-1 E· CH.3 E E 89 HCCCH-17CE, VII-8-2 B II S B 66 hcCch2)7ch2 VII-8-3 H CBjCHj E H 89 800 3 9 85
J
131 J' % Remming
Verbinding ulcus
Ri_ R3___Rs R7_ 25mg/kg i.p, (%) VII- 9-a CH3CH2C0 CH3 S Ca3CH2 66 VII- 9-1 CH3(CH2)16CO " H H 56 vii- 9-3 ch3co " a a 72 5 VII- 9-4 CH3CH2CH2C0 CHjCE^ H ' H 78 • ®3°ν VII- 9-5 ^CHC^CHj " Η H 78 ca3 vii-io-i a a c^c^cïïj. a 94 vii-io-2 a a ca3(ca2)3CH2 a 94 vii-io-3 a a ch3(ch2)6ch2 a 94 10 vii-io-4 h a ch3cch2)2ch2 ca3cca2)2ca2 72 VII-10-5 H a H 89 VII-ll-l a CHjCO E 72 vii-ii-2 a " ^cac^c^ a 72 • <*3 VII-U-3 a CR^Ca^CO Ca3CPH2)2CH2 a 66 15 VII-I1-4 a CH^ OICHjCHj 56 -Z* 800 3 9 85 132 Λ
Verbinding ^ Remming nr. ulcus * Ri_ R3 Rs_ R7 25Tng/kg i.p.
(Z) 7ΙΙ-Π-1 'CCHjJjCHCO CE^CO , CS^CHj H 56 711-12-2 CH3C0 CHjCO C^L H 56 VII-12-3 " " CH^CH, H * 56 5 Tir-13-1 - a ^ h 83 VII-13-2 " E '(CH3)2CHCH2 H 83 · VII-13-3 CH3CH2C0 S CH3CH2 . H 83 VII-14-1 CH3(CH2)2CH2 H " CH3 72 , vii-14-2 ch3 a " H 83 HC(CH2)7CE- 10 VII-14-3 CH-CH- Η ll CH-CHj 50 hc(ch2)7cs2 VII-14-4 " H y-CH2(CH2)2CH2 H 72 VII-14-5 " H E 72 vii-14-6 " a ca3ca2 ch3^~~^> 50 vii-14-7 ” a y-ca2ca2ca2CH2 ca3 56 15 VII-14-8 " a f JL H 72 J ^ ca2 800 3 9 85 ï 133 % Remming
Verbinding ulcus nr. Ri R3 Rs R? 25mg/kg i.p.
„ cs) ,CH3 vn-15-i ^cacHj" ch3co ce3cs.2 e 50 °^3 CH3 VII-15-2 CE3CE2 " ^CHCH2CH2 E 50 CHj VII-15—3 lig CH3CH2C32C0 H 50 5 VH-15-4 GH3 CHjCHjCO CH3CH2 CE^CE, 44 VH-16-1 CH3CH2 CH3 " H 56 VII-16—2. " CH3(CE2)2CH2 H 50 7H-16-3 040¾ " H 50 VII-16-4 CH3(CÏÏ2)2CÏÏ2 " .... CH3CH2 CSjC^ ,44____ 10 VII-17-1 a CH^CH^C^ '' H 78 VXI-17-2 H " CE3(CH2)15CH, H 56 VII-17-3 H CH3 * ^30¾ H 89 VH-18-1 CH3CO CH-jCCE^CIL, " a 66 ΓΊ VII-18-2 CH3(CH2)16C0 " H 44 15 VIL-18-3 (CH3)2CHC0 CH3 CH3CH2 H 56 800 3 9 85 13^ Λ % Remming
Verbinding ulcus nr._ Ri R3_ Rs R7_ 25ag/kg i.p.
(2) VII-19-1* Η S CH^ H 100 ch3 VX1-19-2 Η E ^CH S 89 ch3 VII-19-3 E , E * " CS3 O ' 66 5 VH-2Q-1 H CEjCO CH-j . E 89 VU-20-2 E (CH^jGHCHj00 ' " H 66 VH-20-3 E CH^CO 'jSL E 78 ®3 VII-21-1 CH3CO " CH3 E 66 VII-21-2 " " ' _^CE E ~ 66 °?3 10 VII-22-1 " E CS^ H 78 CH3 VII-22-2 CCE3)2CHC0 E ^CH E 66 7II-23-1 CH^ E CH3 E 89 VH-23-2 " E " CHjCCHj^^ 66 800 3 9 85
Je 135 % Remming
Verbinding ulcus nr. _Bj_ _Rj_ Rs R7 25mg/kg i.p.
•_ tf)
Vn-23-3 CHgC^ E CS3 · CH3 m y 66 VII-23-4 E · " CE3 66 VH-23-5 CH3 E " E 89 5 VH-24-1 CE3CH2 CH3CO CE3 E 66 VII-24-2 " (CH3)2CECO ” E 66 ch3 VII-24-3 " CH-CO ^CE E 66 ce3 VII-25-1 CH3 CH3(CH2)2CH2 CH3 E 66
CE
VII-25-2 " CE,(CH9),CE, Cïï H 56 -5 L CH„^ 3 10 VTI-25-3 CH3(CH,)2CH2 CH3(CH2>2CH2 CH3 E 56 VTI-26-1 H CS2 H 89 VII-2 6-2 H CH.(CH2)17 ^CE H 56 J CE^ VII-26-3 H CE3 " H 89 800 3 9 85 t 136 ! Remming
Verbinding ulcus ïï*** Ri 5.3 R5 R7 25mg/kg i.p.
«> VH-27-1 C^jCO CH^ CH^ H 66 “>s VII-27-2 " " CS H 66 VII-28-L a H CH^CO H 78 5 VH-Z8-2 Η H CCH3)2CHCO H 78 VH-28-3 H a CHjCCHjlgCO H 66 vn-28-4 a η θΗ3ϋ^)16οο ca3ca2 66 VH-29-1 H CHjCHjCO CS^O C32 66 VII-30-1 (CB3)2CHC0 C^CHjCO " . CHjCCH^CHj 44 10 vii-31-i ' ca3co a " h 89 VII-32-1 CH^CB^C^ 3 " C^CSj 66 VII-33-1 C32 ca^CO " H 66 VII-34-1 CH3(CÏÏ2)2CH2 CH3 " 3 66 VII-35-1 H CS3 ” ca3ca2 66 15 VII-36-1 (CH3)2CHC0 CH2 " H. 66 800 3 9 85 13Τ ί .
% Remming
Verbinding uleus nr __ Rx Ra ___R7_ 50mg/kg i.p.
(Z> VIII-1- 1 Η H CZ3 56 VXII-1- 2 H - ff CHgCC^^CHj 56 VIII-1- 3 E E 44 5 vni-i- 4 h ff 44 VIII-1- 5 H ff o. . 44 VIII-1- 6 Η H fj ^ . 44 Π VXII-1- 7 E all 44 ^0^CH2Cff2 VIIX-1- 8 ff E CS3C0N^y.CH2 56 10 VIII-1- 9 ff E 33 VXH-1-10 E E 56 7III-2~ 1 H CH3C0 H 44 7IXI-2- 2 H CH Ξ C-CO H 44
Vtil-2- 3 ‘ H (^)~C0 H 33 800 3 9 85
J
138
Verbinding % Remming nr. ulcus
Ri R3 R.7 50ms;/kg i.p, (2) VIII-3-i CH3CO CH3CO H 22 VIII-3-2 C^CHjCO " E 22 VIII-3-3 CH3CO " 17 s j VIII-4-1 " S · H 44 VIII-4-2 CH3(CH2)3C0 H f^CE, 44
CH, H
VIII-4-3 'OC Η · H 44 E ^ NC0 7III-5-1 CH3 · Η H 56 VIII-5-2 2CH2 S' 'H 33 10 VIII-5-3 ’ a fl 44 0 vin-6-1 ch3 ch3co a 33 VIII-6-2 " " CH3 22 VHI-6-3 CEjCSj C^C^CO · H 33 800 3 9 85 139 Λ *- % Remming
Verbinding ulcus ^* _R1 50mg/ks; i.p.
(Z) VIII-7-1 ' . CHg CS3 E . 33 VHI-7-2 CHjCCH^O^ C^CH^ .H 33 ’_ ' CH^ VIII-7-3 /CHCHj H 22 \=/ CH3 5 VIII-3-1 E CH^ H 44 VIII-8-2 E QcE, E 33 0
• II
VHI-8-3 H CE^C^CCH^ H 33
Vm-9-1 CH3CO CH3 E 33 VIII-9-2 C£CE2C0 E 22 10 VIII-9-3 CH3C0 CCE3)2CHCE2 E 22 800 39 85 > * 1L0
TABEL O
Remming van ulcus Verbinding nr. 50 mg/kg i.p, CZ) Δ 100 B 100 5 C 66 D 66 E 44 ? 44 G 33 800 3 9 85 4 * 1U1
TABEL P
Remming van oedeem na 3 uren
Verbinding nr. 100mg/kg p.q. (after 3 hours) CE) IIIa-18- 1 38 IIIa-18- 2 38 5 IIIa-18- 3 42 IIIa-18- 4 47 IIIa-18- 5 47 IIIa-18— 6 50 IIIa-18- 7. 51 10 IIIa-18- 8 50 IIIa-18- 9 43 IIIa-18-10 43 IIIa-18-il 35 IIIa-18-13 35 15 IIIa-22- 1 37 IIIa-22- 2 35 lila-22- 3 38 IIIa-22- 5 37 IIIa-22- 8 31 20 IIIa-22-74 45 IIIa-22-75 43 IIIa-22-114 48 IIIa-27- 1 38 IIIa-27- 2 42 800 39 85 * 1U2
De uitvinding wordt nu in meer bijzonderheden beschreven door de volgende voorbeelden die ter illustratie dienen en niet beperkend zijn bedoeld. De percentages in de voorbeelden betreffen ge-wichtspercentages, met uitzondering voor uitdrukkingen van percentages 5 en verhoudingen voor gemengde oplosmiddelsystemen, die op volumebasis zijn.
Voorbeeld I
Een gebruikelijke schuine agar werd gelnoculeerd met Bacillus pumilis AI-77 (AICC No. 31650), die bij 30°C gedurende een 10 dag werd gelncubeerd ter vorming van een entkweek. Een 500 ml schudkolf met schouders werd geladen met 100 ml van een voedingsmedium, van de volgende samenstelling. De entkweek werd op het medium geënt en gedurende de kweek onderworpen aan een heen en weer gaande schudbeweging in een tempo van 30 maal per dag. Het geincubeerde microörganisme werd toege-15 past als een entkweek in de volgende voorbeelden:
Glucose 1,0 (%) polyp ept on .. 1,0 vleesextract 0,5
NaCl . 0,5 20 KF-9Ó (ontschuimmiddel van Shinetsu Chemical Industry Co.) 0,1.
Voorbeeld II
Vorming van verbinding A
25 Een 20 1 fles fermentator die 10 1 van een voedings medium met de volgende samenstelling bevatte werd gelnoculeerd met 500 ml van de entkweek bereid in voorbeeld I. De fermentatie werd gedurende een dag bij 30°C [1 v/v/m (hoeveelheid luchtstroom (l)/hoeveelheid fer-mentatie-oplossing (l)/min) 300 tpm].
30 Farmamedia 2,0 (%) melasse 5,0
MgSO^.THgO 0,05 K2ÏÏB0k 0,2
NaCl 0,3 35 KF-96 0,1
De pH vöor sterilisatie werd ingesteld op 7,0 waarna 800 39 85 1U3 -*
het medium bij 120°C gedurende 20 minuten werd gesteriliseerd. Ha voltooiing van de fermentatie werd de kweek continu gecentrifugeerd en het filtraat gepasseerd door een kolom gepakt met 500 ml Mberlite IRC-50 (H-type). De kolom werd gewassen met 5 1 water en verbinding A ge-5 elueerd met 10 1 van een 0,05 N waterige waterstofchloride-oplossing. Het eluaat werd oor een kolom geleid, gevuld met 200 ml Amberlite XAD-2. De kolom werd gewassen met 2 1 water en verbinding A geëlueerd met U 1 water, dat 10$ methanol bevatte. Het eluaat werd geconcentreerd en gevriesdroogd en men verkreeg 380 mg van een lichtgeel poeder van verbinding A 10 als hydrochloride. Het poeder werd opgelost in 20 ml water en geadsorbeerd aan een kolom gepakt met 100 ml XAD-2. Hadat de kolom was gewassen met 1 1 water werd verbinding A geëlueerd met 2 1 water dat 10$ methanol bevatte. Het eluaat werd geconcentreerd en gevriesdroogd waarbij men 285 mg van een wit poeder van verbinding A als hydrochloride ver-15 kreeg. Het poeder had fysisch-chemische eigenschappen die overeenkwamen met de fysisch-chemische gegevens voor de hierin beschreven verbinding A. Voorbeeld III Bereiding van verbinding A
Een 200 1 ferment at iet ank werd geladen met 100 1 van 20 een medium met de volgende samenstelling en gelnoculeerd met 3 1 van de entstof bereid in voorbeeld I. De fermentatie werd uitgevoerd gedurende 20 uur bij 30°0 (l v/v/m, 300 tpm).
Ontvet sojameel 2,0 ($) glucose 2,0 25 K^HPO^ 0,2
MgSO^.THgO 0,05 ïïaCl 0,3 KF-96 0,1
De pH v6or de sterilisatie werd ingesteld op 7»0, 30 waarna het medium gedurende kO minuten bij 120°C werd gesteriliseerd. De kweek werd gefiltreerd door een ultrafilter van holle vezels. Het verkregen filtraat werd geleid door een kolom gepakt met 9 1 Amberlite IRC-50 (H-type). De kolom werd gewassen met ^5 1 water en verbinding A werd geëlueerd met 160 1 van een 0,05 I waterige waterstofchloride-oplos-35 sing. Het eluaat werd geleid door een kolom gepakt met 3,5 1 Mberlite XAD-2. De kolom werd gewassen met 18 1 en verbinding A werd geëlueerd 80039 85 < ikb met βθ 1 water, dat 10ί methanol bevatte. Het eluaat werd in vacuum geconcentreerd tot 5 1 en geleid door Amberlite XAD-2 voor verdere zuivering. Het eluaat van verbinding A werd geconcentreerd en gevriesdroogd, waarbij men ^,3 g van een wit poeder van verbinding A als een hydrochlo-5 ride verkreeg. Het poeder had fysisch-chemische eigenschappen die overeenkwamen met de fysisch-chemische gegevens van de hierin beschreven verbinding A.
Voorbeeld IV
Bereiding van verbindingen B, C, D, E, F en G 10 Een 200 1 fermentatietank werd geladen met 100 1 van een medium met de volgende samenstelling en gexnoculeerd met 3 1 van de entstof bereid in voorbeeld I. De fermentatie werd gedurende b dagen uitgevoerd bij 30°C (0,5 v/v/m, 300 tpm).
Ontvet sojameel 1 {%) 15 maisweekvloeistof 1 saccharose 2
KgHPO^ 0,2
MgSO^. 7^0 0,05
NaCl 0,3 20 KF-9Ö 0,1
Na de fermentatie werd de bouillon geconcentreerd en met een ultrafiltercel met holle vezels gefiltreerd. Het verkregen fil-traat werd geleid door een kolom gepakt met 5 1 Amberlite XAD-2. De kolom werd gewassen met 15 1 water en verbinding G werd met 20 1 wa-25 ter geëlueerd. De fractie werd geconcentreerd en gedroogd en gaf k,8 g van een ruw poeder van verbinding G. (Het poeder kan verder worden gezuiverd door de in voorbeeld VI beschreven techniek). De kolom werd gevoed met 50 1 van een 10%'s methanoloplossing ter verwijdering van het ongewenste deel, terwijl verbinding B werd geëlueerd met 150 1 van een 30 30$'s waterige methanol-oplossing. Na concentratie van het eluaat onder vacuum ontstond b2 g van een ruw monster van verbinding B. Het monster werd opgelost in 2 1 kokend water, waarna men het liet afkoelen waarbij 23 g van een wit kristal van een tetrahydraatzout van verbinding B werd verkregen. Het kristal werd in vacuum bij 60°C gedurende 6 uur gedroogd 35 met fosforpentoxyde. Het gedroogde kristal had fysisch-chemische eigenschappen die overeenkwamen met de fysisch-chemische gegevens van de hier- 800 3 9 85
A
1U5 > in "beschreven verbinding B.
Ha elutie van verbinding B werd 15 1 van een 80$’s waterige methanoloplossing door de XAD-2 kolom geleid teneinde de verbindingen C - F gezamenlijk te elueren. Ha concentratie onder vacuum 5 werd 5»6 g van een poeder, dat de verbindingen C - F bevatte, verkregen. Zoals in voorbeeld VII wordt beschreven kunnen verbindingen C - F in het poeder van elkaar worden geïsoleerd.
Voorbeeld V
Bereiding van verbindingen B - F
10 Een 20 1 kolf-fermentator werd geladen met 10 1 van een medium identiek aan dat toegepast in voorbeeld I en gelnoculeerd met 500 ml van de entstof van voorbeeld I. De fermentatie werd bij 30°C gedurende een dag uit gevoerd (0,5 v/v/m, 300 tpm). Een 200 1 fermentatie-tank geladen met 125 1 van een medium identiek aan dat, toegepast in 15 voorbeeld I, werd gelnoculeerd met J 1 van de kweek als entstof. Fermentatie werd bij 30°C gedurende 18 uur uitgevoerd (0,5 v/v/m, 300 tpm).
3 3
Een 5 m fermentatietank geladen met 2,5 m van een medium identiek aan dat toegepast in voorbeeld III werd gelnoculeerd met een entstof die de totale verkregen kweek omvatte. De fermentatie werd uit gevoerd bij 20 30°C gedurende k dagen (0,5 v/v/m, 170 tpm).
Ha de fermentatie werd de voedingsvloeistof gefiltreerd door een ultrafiltercel van holle vezels. Het filtraat werd geleid door een eerste kolom gepakt met 130 1 XAD-2. Ha wassen van de kolom
O O
met 2,6 m van 10$'s waterige methanol werd 2,6 m 30%'s waterige metha-25 nol door de kolom geleid ter eluering van verbinding B. Het eluaat gemengd met een gelijke hoeveelheid water werd continu door een tweede kolom geleid gepakt met 80 1 XAD-2 om verbinding B opnieuw aan de kolom
O
te laten adsorberen. Ha wassen van de kolom met 1,6 m van een 20%'s waterige methanoloplossing werd verbinding B geëlueerd met 180 1 100%1s 30 methanol.
Concentrering van het methanoleluaat gaf 650 g van een tetrahydraatzout van verbinding B. Bij hoge druk vloeistofchromatogra-fie bleek het monster een zuiverheid van 98$ te hebben. Het kon verder v worden gezuiverd door rekristallisatie uit kokend water.
35 Ha elutie van verbinding B met 30$ waterige methanol werd aan de eerste kolom 260 1 van een 80$'s waterige methanoloplossing 80039 85 1½ 4 * toegevoerd, waarbij, het eluaat werd verkregen dat verbindingen C - F bevatte. Zo nodig kunnen de verbindingen C - F van elkaar worden gescheiden door een concentraat van het eluaat te onderwerpen aan de methode beschreven in voorbeeld VII,
5 Voorbeeld VI
Zuivering van verbinding G
2 g Van het ruwe poeder van verbinding G bereid in voorbeeld IV werd opgelost in methanol, geadsorbeerd aan 12 preparatie-ve silicagelplaten (5717 Merck & Co, Ind.) en ontwikkeld met een oplos-10 middelsysteem dat bestond uit gelijke volumen chloroform en methanol. Absorberende delen met Rf = 0,35» zoals bepaald onder een UV-lamp, werden van de platen geschraapt en geëxtraheerd met methanol. Het extract werd gefiltreerd door een Millipore-filter FHLPO 1300 (produkt van Milli-pore Corporation),geconcentreerd onder vacuum en gevriesdroogd, waarbij 15 1+18 mg van verbinding G als een wit poeder werd verkregen. Het poeder had fysisch-chemische eigenschappen die overeenkwamen met de fysisch-chemische gegevens voor de hierin beschreven verbinding G.
Voorbeeld VII
Scheiding van verbindingen C - F
20 Drie g van het poeder verkregen in voorbeeld IV, dat verbindingen bevatte, werd opgelost in methanol, geadsorbeerd aan 5 g silicagel (silica βθ extra zuiver, 0,075 - 0,210 ,, (van Merck &
Co., Ine.) en methanol werd afgedestilleerd. Een suspensie van 600 g silicagel (hetzelfde als boven toegepast) in ethylether werd in de kolom 25 gebracht. Het silicagel waarop poeder, dat C - F bevatte, was geadsorbeerd werd gesuspendeerd in ethylether onder vorming van een suspensie, die op de bovenkant van de kolom werd aangebracht. De elutie werd uitgevoerd door drie ontwikkeloplosmiddelen, (1) ethylether, (2) een mengsel van ethylether en ethylacetaat (7:3 volume) en (3) ethylacetaat ach-30 tereenvolgens door de kolom te laten passeren. De elutie werd uitgevoerd door de eluaten van TLC over silicagel te volgen : de elutie met oplosmiddel (1) werd voortgezet door de UV-absorberende stof die in TLC bij toepassing van dat oplosmiddel als ontwikkelsysteem naar de top van het toegepaste silicagel (571^ van Merck & Co., Ine.) bewoog niet langer 35 werd geëlueerd; de elutie met oplosmiddel (2) werd voortgezet tot in TLC bij toepassing van dat oplosmiddel als ontwikkelsysteem de UV-absorbe- 800 3 9 85 * , -1-- ' .....~ - .... --*”'* - --.. -* - “ 147 rende stof bij Hf = 0,48 (F) niet langer werd geëlueerd; de elutie met oplosmiddel (3) werd voortgezet tot bij toepassing van het oplosmiddel als ontwikkel systeem in TLC de UV-absorberende stoffen bij Hf = 0,55 (E)-Rf = 0,47 (D) en Rf = 0,28 (C) niet langer werden geëlueerd.
5 De bij TLC geëlueerde fracties van de respectievelijke verbindingen werden gecombineerd en in vacuum geconcentreerd. Er werd 112 g van een kristallijn poeder van E, 36 mg van een wit poeder van D en 105 mg van een wit poeder van C verkregen. De verbindingen C — F hadden fysisch.-chemische eigenschappen die overeenkwamen met de fysisch-chemische gege-10 vens voor de respectievelijke hierin beschreven verbindingen.
Voorbeeld VIII
Aan een oplossing, van 8,48 g (20 millimol) grondig gedroogd AI-77-B in 36 ml pyridine, werd bij kamertemperatuur. 4,08 g (40 mmol) azijnzuuranhydride druppelsgewijze toegevoegd, gevolgd door 15 3 uur roeren. De reactie werd gevolgd door dunne-laag-chromatografie [bijvoorbeeld TLC 5714 van Merck & Co., Ine., onder toepassing van chloroform/methanol (10:1) als ontwikkelend oplosmiddel].
Na destillatie van het pyridine onder vacuum werd het residu gewassen met tweemaal 100 ml water (50 ml elk). Het residu werd 20 opgelost in een water-methanol oplosmiddelsysteem (50$ water, 50$ methanol) en de oplossing werd geleid door een kolom gepakt met ëén liter Amberlite XAD-2. De kolom werd gewassen met 5 1 water en geëlueerd met een oplosmiddelsysteem dat 85$ methanol en 15$ water bevatte. De elue-rende fracties werden gecombineerd, geconcentreerd en gedroogd en gaven 25 7j5 g van een verbinding. Uit analyse van IR-, UV- en HMR-spectra als mede het FD-massaspectrum bleek de verbinding IIIa-1-1 te zijn. Dezelfde identificatie werd toegepast in de volgende voorbeelden.
Voorbeeld IX
Aan een oplossing van 30 g (71 millimol) grondig ge-30 droogd AI-77-B in 500 ml pyridine, werd 38,2 g (142 millimol) caprylzuur-anhydride bij kamertemperatuur toegevoegd. Na 3 uur roeren bij kamertemperatuur werd het pyridine onder vacuum afgedestilleerd. Het gedroogde produkt werd opgelost in 400 ml methanol en gemengd met een met HC1-verzadigde methanoloplossing tot een pH van 1. De zure oplossing werd 35 onder vacuum droog geconcentreerd. Het concentraat werd opgelost in
200 ml methanol en gemengd met 1 N waterig natriumhydroxyde tot een pH
O A Λ 7 O OK
1U8 Η * van 5· De oplossing liet men gedurende de nacht hij -20°C staan waar-na het verkregen neerslag werd afgefiltreerd. Het gefiltreerde neerslag werd gesuspendeerd in een water-methanol oplosmiddelmengsel (50% water en 50% methanol) en de suspensie werd geleid door een kolom gepakt met 5 3 1 Amberlite XAD-2. De kolom werd gewassen met 15 1 water, waarbij frac ties verkregen door elutie met een oplosmiddelsysteem (85% methanol en . 15/5 water) werden gecombineerd, geconcentreerd en gedroogd, waarbij 29,78 g van de eindverbinding IIIa-1-9 werd verkregen.
Voorbeeld X
10 Aan een oplossing van 2,1 g (U,95 millimol) grondig gedroogd AI-77-B in 25 ml pyridine, werd 3,3 g (6 millimol) stearine-zuuranhydride bij kamertemperatuur toegevoegd, waarna de oplossing bij kamertemperatuur gedurende U uur werd geroerd. Na afdestillatie van het pyridine in vacuum werd 100 ml water aan het residu toegevoegd. Het 15 verkregen neerslag werd afgefiltreerd en zorgvuldig gedroogd. Het vaste produkt werd driemaal gewassen met in totaal b-50 ml hexaan (elk 150 ml). Het produkt werd opgelost in 150 ml chloroform en 330 ml p-tolueensul-fonzuur aan de oplossing toegevoegd waarna gedurende 2 uur werd geroerd. Aan de oplossing werd 100 ml water toegevoegd onder vorming van af-20 zonderlijke lagen, waarna de chloroformlaag werd afgescheiden uit de water laag en gedroogd met natriumsulf aat. Nadat het nat r iumsulf aat was afgefiltreerd en de chloroformlaag was geconcentreerd werd 2,29 g van de eindverbinding IIIa-1-11 verkregen.
Voorbeeld XI
25 Aan een oplossing van 8,01 g (18,9 mmol) grondig ge droogd AI-77-B in 30 ml pyridine, werd 5,97 g (37,8 mmol) isoboterzuur-anhydride bij kamertemperatuur toegevoegd, gevolgd door drie uur roeren bij kamertemperatuur. Nadat het pyridine onder vacuum was afgedestilleerd werd ^00 ml water toegevoegd. Het verkregen neerslag werd afge-30 filtreerd en grondig gedroogd. Het gedroogde produkt werd opgelost in 80 ml tetrahydrofuran en 900 mg p-tolueensulfonzuur werd bij kamertemperatuur aan de oplossing toegevoegd, waarna de oplossing gedurende 1,5 uur werd geroerd. Het oplosmiddel werd onder vacuum afgedestilleerd, het residu opgelost in 200 ml chloroform en 300 ml water aan de oplossing 35 toegevoegd ter vorming van afzonderlijke lagen. De chloroformlaag werd van de waterlaag afgescheiden en gedroogd met natriumsulfaat. Nadat het 800 3 9 85 11*9 * * natriumsulfaat was afgefiltreerd, en de chloroformlaag was geconcentreerd, werd 8,.52 mg van de eindverbinding lila-1-4 verkregen.
Voorbeeld XII
Aan een oplossing van 5 g (11*8 mmol) grondig ge-5 droogd AI-77-B in 20 ml pyridine, werd 2,19 g (12 mmol) trichloorace-tylchloride onder koelen met ijs toegevoegd, gevolgd door 4 uur roeren onder koelen met ijs. Hadat het pyridine onder vacuum was af gedestilleerd werd het residu opgelost in 2 ml ethanol. Ha toevoeging van de oplossing aan 100 ml ijswater verkreeg men een poeder. Eet poeder werd ^ gefiltreerd, tweemaal gewassen met in totaal 60 ml water (30 ml elk.) en gedroogd, waarbij 4,54 g van de verbinding IIIa-1-12 werd verkregen. Voorbeeld XIII
2 Millimol van de verbinding lila-1-1, als gesynthetiseerd in voorbeeld VIII, werden opgelost in 4 ml pyridine, waarbij vf5 ^ 30 mmol propionzuuranhydride aan de oplossing werd toegevoegd. Ha toe voeging van 20 mg zinkchloride werd de oplossing bij kamertemperatuur gedurende 3 uur geroerd. Het reactiemengsel werd geschonken in een grote hoeveelheid ijswater en het verkregen neerslag afgefiltreerd. Het neerslag werd tweemaal gewassen met in totaal 10 ml water (5 ml elk). Het 20 neerslag werd gesuspendeerd m een water-tetrahydrofuranoplosmiddel-sys-teem (50% water en 50% tetrahydrofuran), waarbij de suspensie werd geleid door een kolom gepakt met 100 ml Amberlite XAD-2. Hadat de kolom was gewassen met 500 ml water werden fracties verkregen door elutie met een tetrahydrofuran - water - oplosmiddelsysteem, waarbij in achterop
' eenvolgende wassingen, de concentratie van het tetrahydrofuran steeds met 10% werd verhoogd, te beginnen met 10% tetrahydrofuran. De fracties geëlueerd bij een concentratie van 70% tetrahydrofuran werden gecombineerd en geconcentreerd waarbij 700 mg IIIa-2-10 werd verkregen. Voorbeeld XIV
30 . .
Twee millimol van de verbinding IIIa-1-12 als gesynthetiseerd in voorbeeld XII werden opgelost in 5 ml pyridine en 10 millimol trichlooracetylchloride aan de oplossing toegevoegd, gevolgd door 1,5 uur roeren bij kamertemperatuur. Het reactiemengsel werd in een grote hoeveelheid ijswater geschonken waarbij het verkregen neerslag werd af- 35 . - ' gefiltreerd. Het neerslag werd tweemaal gewassen met in totaal 20 ml water (10 ml elk). Het neerslag werd in het water-tetrahydrofuran oplos- 80039 85 * * 150 middelsysteem (50$ water en 50$ tetrahydrofuran) gesuspendeerd en de suspensie geleid door een kolom gepakt met 100 ml Amberlite XAD-2.
Na wassen van de kolom met 500 ml water werden fracties, verkregen door elutie met een oplosmiddelsysteem bestaande uit 70$ tetrahydrofuran en 5 30$ water, gecombineerd en geconcentreerd, waarbij 680 mg IIIa-2-1 op dezelfde wijze als in voorbeeld XIII werd verkregen.
Voorbeeld XV
De verbinding IIIa-2-10 (1,5 millimol) gesynthetiseerd in voorbeeld XIII werd opgelost in U ml pyridine, waarna 20 mmol 10 isoboterzuuranhydride druppelsgewijze werd toegevoegd en de oplossing gedurende 4 uur bij 50°C werd geroerd. Na het afdestilleren van pyridine in vacuum werd het residu overgebracht in een grote hoeveelheid ijswater. Het verkregen neerslag werd driemaal gewassen met in totaal 30 ml water (10 ml elk). Het residu werd gesuspendeerd in een water-te-15 trahydrofuran-oplosmiddelsysteem (k0% water en 60$ tetrahydrofuran) waarna de suspensie door een kolom werd geleid gepakt met 100 ml Amber lit e XAD-2. Na wassen van de kolom met 500 ml water werden fracties, verkregen door elutie met een oplosmiddelsysteem van 70$ tetrahydrofuran en 30$ water, gecombineerd en geconcentreerd waarna 712 g van de verbinding 20 volgens verbinding IIIa-3-2 werd verkregen, op dezelfde wijze als in · voorbeeld XIII.
Voorbeeld XVI
De verbinding IIIa-2.-1 (1,5 millimol) gesynthetiseerd in voorbeeld XIV werd opgelost in U ml pyridine, waarna 20 ml millimol 25 azijnzuuranhydride druppelsgewijze werd toegevoegd en de oplossing gedurende k uur bij 50°C werd geroerd. Nadat het pyridine onder vacuum was afgedestilleerd werd het residu overgebracht in een grote hoeveelheid ijswater. Het verkregen neerslag werd driemaal gewassen met in totaal 30 ml water (10 ml elk). Het residu werd gesuspendeerd, in een water-te-30 trahydrofuran oplosmiddelsysteem (h0% water, 60$ tetrahydrofuran) waarna de suspensie werd geleid door een kolom gepakt met 100 ml Amberlite XAD-2. Na wassen van de kolom met 500 ml water werden fracties verkregen door elutie met een oplosmiddelsysteem van 70$ tetrahydrofuran en 30$ water gecombineerd en geconcentreerd, waarbij 670 mg van IIIa-3-10 35 werd verkregen, op dezelfde wijze als in voorbeeld XIII.
Voorbeeld XVII
1 Millimol IIIa-3-2, gesynthetiseerd volgens voor-
Ann 19 85
X
151 -t "beeld XV, werd opgelost in 10 ml methyleenchloride dat zojuist was gedestilleerd. Aan de oplossing werd 1,5 mol triëthyloxonium fluorboraat in een argon-atmosfeer toegevoerd, en de oplossing bij kamertemperatuur gedurende k uur geroerd, ffadat bet methyleenchloride onder vacuum was 5 afgedestilleerd werd 10 ml gedroogde ethanol aan het residu toegevoegd en onder ijskoeling werden 2 millimol natriumboriumhydride toegevoegd, waarna 10 minuten werd geroerd, en de overmaat natriumboriumhydride werd ontleed met ethanol, verzadigd met waterstofchloridegas. Ka droog-damping onder vacuum verd het verkregen vaste produkt gesuspendeerd 10 in een water-tetrahydrofuran-oplosmiddelsysteem (ko% water en 60% te-trahydrofuran) waarna de suspensie werd geleid door een kolom gepakt met JO ml Amberlite XAD-2. ffa wassen met 500 ml water werd de kolom geëlu-eerd met een tetrahydrofuran-vater oplosmiddelsysteem op dezelfde wijze als volgens voorbeeld XIII. Fracties geëlueerd met een concentratie 15 van 60% tetrahydrofuran werden gecombineerd en geconcentreerd, waarbij 150 mg IIIa-20-2 werd verkregen.
Voorbeeld XVIII
De verbinding IIIa-2-10 (1,5 mmol) gesynthetiseerd in voorbeeld XIII werd opgelost in 10 ml methyleenchloride, waarna 15 20 mmol diazomethaan in ether werden toegevoegd en de oplossing gedurende de nacht bij kamertemperatuur werd geroerd. Overmaat diazomethaan werd met azijnzuur verwijderd en het reactiemengsel onder vacuum droogge-dampt. Het residu werd gesuspendeerd in een water-tetrahydrofuran-oplosmiddelsysteem (^O# water - 60% tetrahydrofuran), waarna de sus-25 pensie werd geleid door een kolom gepakt met 100 ml Amberlite XAD-2. ffa wassen met 500 ml water werd de kolom geëlueerd met een tetrahydrofuran-wateroplosmiddelsysteem op dezelfde wijze als in voorbeeld XIII. Fracties geëlueerd met een concentratie van So% tetrahydrofuran werden gecombineerd en geconcentreerd en gaven 630 mg IIIa-6-12.
30 Voorbeeld XIX
Een millimol van de verbinding IIIa-6-12 gesynthetiseerd volgens voorbeeld XVIII werd opgelost in 10 ml methyleenchloride en nadat 1,5 millimol triëthyloxoniumfluorboraat in een argonatmosfeer waren toegevoegd werd de oplossing bij kamertemperatuur gedurende U uur 35 geroerd, ffa afdestillatie van het methyleenchloride onder vacuum werd 10 ml gedroogde ethanol toegevoegd en onder koelen met ijs verder 2 mg 800 3 9 85 152 ft * natriumboriumhydride toegevoegd, waarna na 10 min roeren de overmaat natriumboriumhydride werd ontleed met ethanol verzadigd met waterstof-chloridegas. Na droogdampen onder vacuum werd het verkregen vaste poeder gesuspendeerd in een water-tetrahydrofuranoplosmiddelsysteem (1+0$ 5 water en 60$ tetrahydrofuran), waarna de suspensie werd geleid door een kolom gepakt met 60 ml Amberlite XAD-2. Na wassen met 300 ml water werd de kolom geëlueerd met een tetrahydrofuran-water oplosmiddelsys-teem op dezelfde wijze als in voorbeeld XIII. Fracties geëlueerd met een concentratie van 60$ tetrahydrofuran werden gecombineerd en gecon-10 centreerd en gaven 85 mg van III-23-11.
Voorbeeld XX
De verbinding IIIa-2-10 (1,5 mmol) gesynthetiseerd volgens voorbeeld XIII werd opgelost in 10 ml methylmethyleenchloride dat juist was gedestilleerd. Aan de oplossing werd 1,5 mmol triëthyl-15 oxoniumfluorboraat in een argonatmosfeer toegevoegd en de oplossing bij kamertemperatuur· gedurende 1+ uur geroerd. Na afdestilleren van het methyleenchloride onder vacuum werd 10 ml gedroogde ethanol aan het residu toegevoegd, waarna onder koelen met ijs 2 mmol natriumboriumhydride werd toegevoegd en na 10 minuten roering de overmaat natriumborium-20 hydride werd ontleed met ethanol verzadigd met waterstofchloridegas.
Na droogdamping onder vacuum werd het verkregen vaste produkt gesuspendeerd in een water-tetrahydrofuran-oplosmiddelsysteem (1+0$ water en 6ö$ tetrahydrofuran) en de suspensie gepaseeerd door een kolom gepakt met JO ml Amberlite XAD-2. Na wassen met 500 ml water werd de kolom geëlu-25 eerd met een tetrahydrofuran-water-oplosmiddelsysteem op dezelfde wijze als in voorbeeld XIII. Fracties geëlueerd met een concentratie van 50$ tetrahydrofuran werden gecombineerd en geconcentreerd en gaven 325 mg van lila-19-9·
Voorbeeld XXI
30 3 Millimol van IIIa-1-1 gesynthetiseerd volgens voor beeld VIII werden opgelost in 50 ml methanol en nadat 30 mmol diazobutaan in ether bij kamertemperatuur was toegevoegd werd de oplossing gedurende de nacht geroerd. De overmaat diazobutaan werd met azijnzuur verwijderd en het reactiemengsel onder vacuum drooggedampt. Het gedroogde pro-35 dukt werd opgelost in 5 ml methanol en een druppel van de oplossing gebracht op 2l+ silicagelplaten (TLC PSC-Fertigplatten KZESELGEL 6OF-25I+ van Merck & Co., Inc. Art 5717» 20 cm x 20 cm x 2 mm) en ontwikkeld met 800 3 9 85 m 9.
153 « een methanol-chloroform (10:1) oplosmiddelsysteem. Porties met Rf = 0,52 (UV-absorptie waargenomen maar geen fluorescentie) werden gecombineerd, opgelost in 500 ml methanol en gedurende 30 minuten geroerd.
Ha filtreren van de silicagel werd de methanol geconcentreerd en gaf 5 800 mg IIIa-5-3.
Voorbeeld XXII
5 Minimal van IIIa-1-12 gesynthetiseerd in voorbeeld XII werden opgelost in een oplosmiddel bestaande uit 20 ml methanol en 80 ml chloroform. Ha toevoeging van 30 mmol diazoethaan in ether bij 10 kamertemperatuur werd de oplossing gedurende een uur geroerd. Hadat overmaat diazoethaan met azijnzuur was verwijderd werd het oplosmiddel onder vacuum afgedestineerd en het residu gesuspendeerd in een water-met hanol-oplo smiddelsysteem (50# water en 50# methanol). De suspensie werd geleid door een kolom gepakt met 300 ml Amberlite XAD-2. Ha was-15 sen met 1 1 water werd de kolom gewassen met een methanol-water- oplosmiddelsysteem, waarin in achtereenvolgende wastrappen de concentratie van de methanol werd opgevoerd met 10# verhogingen, te beginnen met 10# methanol. Fracties geëlueerd bij een 90# methanol-concentratie werden gecombineerd, geconcentreerd en gedroogd en gaven 2,72 g van de 20 verbinding IIIa-5-13.
Voorbeeld XXIII
1 Millimol IIIa-5-3 gesynthetiseerd in voorbeeld XXI werd opgelost in 15 ml methyleenchloride en na toevoeging van 1,2 mmol diazomethaan in ether werd 0,5 milliliter boriumtrifluoride-etheraat 25 (produkt van Wako Pure Chemical Industries, Limited), dat juist was gedestilleerd, aan de oplossing toegevoegd. De oplossing werd daarna gedurende, de nacht geroerd. Hadat overmaat diazomethaan met azijnzuur was verwijderd werd het reactiemengsel geschonken in een grote hoeveelheid ijswater en het verkregen neerslag afgefiltreerd. Het neerslag werd 30 tweemaal gewassen met in totaal 10 ml water (5 ml elk). Het residu werd gesuspendeerd in een water-tetrahydrofuranoplosmiddelsysteem {k0% water en 60# tetrahydrofuran), waarna de suspensie werd geleid door een kolom van 70 ml Amberlite XAD-2. Ha wassen met 500 ml water werd de kolom ge-elueerd met een tetrahydrofuran-water-oplosmiddelsysteem op dezelfde 35 wijze als in voorbeeld XIII. Fracties geëlueerd bij een 65# tetrahydro-furan-concentratie werden gecombineerd en geconcentreerd en gaven 632 mg HIa-7-16.
* ft" 15¾
Voorbeeld XXIV
1 Millimol IIIa-5-13 gesynthetiseerd in voorbeeld XXII werd opgelost in 15 ml methyleenchloride en na toevoeging van 1,2 mmol diazopropaan in ether werd 0,5 ml boriumtrifluoride-etheraat (produkt 5 van Wako Pure Chemical Industries Ltd.) dat juist was gedestilleerd, aan de oplossing toegevoegd. De oplossing werd daarna gedurende de nacht geroerd. Na verwijdering van overmaat diazopropaan met azijnzuur werd het reactiemengsel geschonken in een grote hoeveelheid ijswater en het verkregen neerslag afgefiltreerd. Het neerslag werd tweemaal ge-10 wassen met in totaal 10 ml water (5 ml elk). Het residu werd gesuspendeerd in een water-tetrahydrofuran-oplosmiddelsysteem {b0% water en 60% tetrahydrofuran) en de suspensie geleid door een kolom gepakt met 70% Amberlite XAD-2. Na waasen met 500 ml water werd de kolom geëlueerd met een tetrahydrofuran-water-oplosmiddelsysteem op dezelfde wijze als in 15 voorbeeld XIII. Fracties geëlueerd bij een 6$% tetrahydrofuran-concen-tratie werden gecombineerd en geconcentreerd, waarbij 670 mg IIIa-7-17 werd. verkregen.
Voorbeeld XXV
10 Millimol van IIIa-7-16 gesynthetiseerd volgens 20 voorbeeld XXIII werd opgelost in 10 ml ethyleenchloride dat juist was gedestilleerd en na toevoeging van 1,6 millimol triëthyloxoniumfluor-boraat in een argonatmosfeer werd de oplossing bij kamertemperatuur gedurende ¾ uur geroerd. Nadat het methyleenchloride onder vacuum was afgedestilleerd werd 10 ml gedroogde ethanol toegevoegd en onder koelen 25 met ijs werd 2 millimol boriumhydride toegevoegd, waarbij na 10 minuten roeren, overmaat natriumboriumhydride werd ontleed met ethanol verzadigd met waterstofchloridegas. Na droogdampen onder vacuum werd het verkregen vaste produkt gesuspendeerd in een water-tetrahydrofuran-oplosmiddel-systeem (Uo# water en 60% tetrahydrofuran) en de suspensie geleid door 30 een kolom gepakt met 70% Amberlite XAD-2. Na wassen met 500 ml water werd de kolom op dezelfde wijze als volgens voorbeeld XIII geëlueerd met een tetrahydrofuran-water-oplosmiddelsysteem. Fracties geëlueerd bij een 70% tetrahydrofuran-concentratie werden gecombineerd en geconcentreerd, waarbij 230 mg van IIIa-2^-16 werd verkregen.
35 Voorbeeld XXVI
Vier millimol van IIIa-5-5 gesynthetiseerd volgens de 800 3 9 85 * 4Τ 155 « methode van voorbeeld XXI werden opgelost in Uo ml methyleenchloride dat juist was gedestilleerd. Aan de oplossing werd 6 millimol triëthyloxo-niumfluorboraat in een argonatmosfeer toegevoegd en de oplossing werd gedurende i* uur bij kamertemperatuur geroerd. Nadat het methyleenchlo-5 ride onder vacuum was afgedestilleerd werd hQ ml gedroogde ethanol aan het residu toegevoegd en onder ijskoeling werd 2 millimol natriumborium-hydride toegevoegd, waarbij na 10 minuten roeren overmaat natriumborium-hydride werd ontleed met ethanol verzadigd met waterstofchloridegas.
Na droogdampen onder vacuum werd het verkregen vaste produkt gesuspen-10 deerd in een water-methanol-oplosmiddelsysteem (80$ water en 20$ tetra-hydrofuran) en de suspensie geleid door een kolom gepakt met 200 ml Amberlite XAD-2. Na wassen met 2 1 water werd de kolom geëlueerd met een methanol-water-oplosmiddelsysteem op dezelfde wijze als volgens voorbeeld XXII. Fracties geëlueerd bij een k0% methanol-concentratie werden 15 gecombineerd en geconcentreerd en gaven 500 mg van IIIa-22-5.
Voorbeeld XXVTI
1 Millimol van IIIa-5-3 gesynthetiseerd in voorbeeld XXI werd opgelost in 10 ml methyleenchloride dat juist was gedestilleerd. Aan de oplossing werd 1,5 millimol triëthyloxoniumfluorboraat 20 in een argonatmosfeer toegevoegd en de oplossing bij kamertemperatuur gedurende k uur geroerd. Nadat het methyleenchloride onder vacuum was afgedestilleerd, werd 10 ml gedroogde ethanol aan het residu toegevoegd, en onder koeling met ijs werden 2 millimol natriumboriumhydride toegevoegd, waarbij na een periode van 10 minuten roeren overmaat natrium-25 boriumhydride werd ontleed met ethanol verzadigd met waterstofchloridegas. Na droogdampen onder vacuum werd het verkregen vaste produkt gesuspendeerd in een water-methanol-oplosmiddel-systeem (80$ water en 20$ methanol) en de suspensie geleid door een kolom gepakt met 70 ml Amberlite XAD-2. Na wassen met 500 ml water werd de kolom geëlueerd met 30 een methanol-water-oplosmiddelsysteem op dezelfde wijze als volgens voorbeeld XXII. Fracties geëlueerd met een concentratie van 50$ methanol werden gecombineerd en geconcentreerd waarbij 103 mg IIIa-22-3 werd verkregen.
Voorbeeld XXVIII
35 10 Millimol IIIa-1-1 gesynthetiseerd volgens voorbeeld VIII werden opgelost in 200 ml methanol. Aan de oplossing werd 20 milli- 8003985 * T56 * mol fenyldiazomethaan "bij kamertemperatuur toegevoegd en de oplossing gedurende 3 uur geroerd. Overmaat fenyldiazomethaan werd met azijnzuur omgezet in benzylacetaat. Het reactiemengsel werd in vacuum droogge-dampt en het residu gewassen met 20 ml ether. Het residu werd grondig 5 gedroogd en het gedroogde produkt opgelost in 200 ml methyleenchloride. Aan de oplossing werden eerst 50 millimol diazomethaan in ether, daarna 50 ml boriumtrifluoride-etheraat (produkt van Wako Pure Chemical Industries Limited) toegevoegd en het mengsel gedurende de nacht bij kamertemperatuur geroerd. Overmaat diazomethaan werd met azijnzuur verwij-10 derd en het oplosmiddel onder vacuum verwijderd. Het residu werd in een grote hoeveelheid ijswater gebracht en het verkregen neerslag afgefiltreerd. Het neerslag werd tweemaal gewassen met in totaal 100 ml water (50 ml elk) en het residu grondig gedroogd. De gedroogde vaste stof werd opgelost in 30 ml methanol en na toevoeging van 500 mg Pd-C (10$) 15 werd de oplossing geschud met waterstofgas bij atmosferische druk en kamertemperatuur. De reactie werd binnen 20 minuten voltooid, Pd-C afgefiltreerd en het oplosmiddel onder vacuum afgedestilleerd. Het residu werd gesuspendeerd in een water-methanol oplosmiddelsysteem (U0$ water en 60$ methanol) en de suspensie geleid door een kolom gepakt met 20 300 ml Mberlite XAD-2. De kolom werd geëlueerd met een methanol-water- oplosmiddelsysteem op dezelfde wijze als volgens voorbeeld XXII. Fracties geëlueerd bij een 50$ methanol-concentratie werden gecombineerd en geconcentreerd waarbij 28'mg IIIa-8-9 verd verkregen.
Voorbeeld XXIX
25 1 Millimol van IIIa-8-9 gesynthetiseerd volgens voor beeld XXVIII werd opgelost in 5 ml pyridine en nadat 20 millimol iso-boterzuuranhydride druppelsgewijze waren toegevoegd werd de oplossing gedurende b uur bij 50°C geroerd. Nadat het pyridine in vacuum was afgedestilleerd werd het residu·overgebracht in een grote hoeveelheid ijs-30 water. Het verkregen neerslag werd driemaal gewassen met in totaal 30 ml water (10 ml elk) en het residu gesuspendeerd in een water-tetrahydro-furan-oplosmiddelsysteem (b0% water en 60$ tetrahydrofuran). De suspensie werd geleid door een kolom gepakt met 100 ml Amberlite XAD-2. Na wassen met 500 ml water werd de kolom geëlueerd met een oplosmiddelsys-35 teem van 70$ tetrahydrofuran en 30$ water, op dezelfde wijze als volgens voorbeeld XIII. De verkregen fracties werden gecombineerd en ge- 800 3 9 85 * 157 * concentreert! en gaven k2Q mg lila-9-9·
Voorbeeld XXX
De verbinding IIIa-9-9 (0,7 millimol) gesynthetiseerd in voorbeeld XXIX werd opgelost in 7 ml methyleenchloride dat zojuist 5 was gedestilleerd. Aan de oplossing werd 1 millimol triëthyloxonium-“ fluorboraat in een argonatmosfeer toegevoegd en de oplossing bij kamer temperatuur gedurende k uur geroerd. Nadat het methyleenchloride onder vacuum was afgedestilleerd werd 7 ml gedroogde ethanol aan het residu toegevoegd en onder koelen met ijs werd 1,k mmol natriumboorhydride 10 toegevoegd, waarna, na 10 minuten roeren, overmaat natriumboorhydride werd ontleed met ethanol verzadigd met waterstofchloride-gas. Na droog-dampen onder vacuum werd het verkregen vaste produkt gesuspendeerd in hetwater-tetrahydrofuran-oplosmiddelsysteem (k0% water en 60% tetrahydro-furan) en de suspensie geleid door een kolom gepakt met 50 ml Amberlite 15 XAD-2. Na wassen met bOQ ml water werd de kolom geelueerd met een tetra-hydrofuraa-water-oplosmiddelsysteem op dezelfde wijze als volgens voorbeeld XIII. Fracties geelueerd bij een 60% tetrahydrofuran-concentratie werden gecombineerd en geconcentreerd, waarbij 120 mg van IIIa-26-9 werd verkregen.
20 Voorbeeld XXII
1 Millimol van IIIa-8-9 gesynthetiseerd volgens voorbeeld XXVIII werd opgelost in 10 ml methyleenchloride dat zojuist was gedestilleerd. Aan de oplossing werd 1,5 millimol triëthyloxoniumfluor-boraat toegevoegd in een argon-atmosfeer en de oplossing bij kamertem-25 peratuur gedurende k uur geroerd. Nadat het methyleenchloride onder vacuum was afgedestilleerd werd 10 ml gedroogde ethanol aan het residu onder ijskoeling toegevoegd, 2 millimol natriumboorhydride toegevoegd, waarbij na 10 minuten roeren overmaat natriumboorhydride werd ontleed met ethanol verzadigd met waterstof-chloridegas. Na droogdampen onder vacuum 30 werd het verkregen vaste produkt gesuspendeerd in een water-tetrahydro-furan-oplosmiddelsysteem water en 60% tetrahydrofuran) en de suspensie geleid door een kolom gepakt met 70 ml Amberlite XAD-2. Na wassen met 500 ml water werd de kolom geelueerd met een tetrahydrofuran-water-oplosmiddelsysteem op dezelfde wijze als volgens voorbeeld XIII. Frac-35 ties geëlueerd bij een hQ% tetrahydrofuran-concentratie werden gecombineerd en geconcentreerd, waarbij 180 mg van IIIa-25-9 werd verkregen.
80/)3985 . 158 *
Voorbeeld XXXII
Tien millimol IIIa-1-1 gesynthetiseerd in voorbeeld VIII werden gebracht in 30 ml pyridine en 20 mmol benzyloxycarbonyl-chloride werd aan het mengsel toegevoegd. De oplossing werd bij kamer-5 temperatuur gedurende 1,5 uur geroerd. Het reactiemengsel werd overgebracht in een grote hoeveelheid ijswater en het verkregen neerslag afgefiltreerd. Het neerslag werd tweemaal gewassen met in totaal 100 ml water (50 ml elk). Het werd daarna gewassen met 50 ml ether en grondig gedroogd. De droge vaste stof werd opgelost in 1+0 ml pyridine waarna de 10 oplossing, nadat 100 mol propionzuuranhydride was ingedruppeld, U uur lang bij 50°C werd geroerd. Nadat het pyridine onder vacuum was af gedestilleerd werd het residu in een grote hoeveelheid ijswater gebracht. Het verkregen neerslag werd driemaal gewassen met in totaal 300 ml water (100 ml elk) en het residu grondig gedroogd. Het droge produkt werd op-15 gelost in 30 ml methanol en nadat 550 mg Pd-C (10$) was toegevoegd werd de oplossing met waterstofgas bij kamertemperatuur en atmosferische druk geschud. De reactie werd in een uur voltooid, Pd-C afgefiltreerd en het oplosmiddel onder vacuum afgedestilleerd. Het residu werd gesuspendeerd in een water-tetrahydrofuran-oplosmiddelsysteem (1+0$ water en 20 60$ tetrahydrofuran), waarna de suspensie werd geleid door een kolom gepakt met 300 ml Amberlite XAD-2. De kolom werd geëlueerd onder toepassing van een tetrahydrofuran-water-oplosmiddelsysteem op dezelfde wijze als in voorbeeld XIII. Fracties die werden geëlueerd bij een Uo$ tetrahydrofuran-concentratie werden gecombineerd en geconcentreerd·en 25 gaven 2,3 g van IIIa-U-1.
Voorbeeld XXXIII
5 Millimol IIIa-1-12 gesynthetiseerd volgens voorbeeld XII werd in 15 ml pyridine gebracht en 10 mmol benzyloxycarbonyl aan het mengsel toegevoegd. De oplossing werd bij kamertemperatuur 2 uur 30 geroerd. Het reactiemengsel werd overgebracht in een grote hoeveelheid ijswater en het verkregen neerslag afgefiltreerd. Het neerslag werd tweemaal gewassen met in totaal 60 ml water (30 ml elk). Het werd daarna gewassen met 30 ml ether en grondig gedroogd. De droge vaste stof werd opgelost in 25 ml pyridine waarbij, na druppelsgewijze toevoeging 35 van 50 millimol trichlooracetylchloride, de oplossing b uur lang bij 50°C werd geroerd. Nadat het pyridine onder vacuum was afgedestilleerd 800 3 9 ¢5 * m 159 t werd het residu in een grote hoeveelheid ijswater gebracht. Het verkregen neerslag werd driemaal gewassen met in totaal 150 ml water (50 ml elk) en het residu grondig gedroogd. Het droge poeder werd opgelost in 15 ml methanol waarbij na toevoeging van 300 milligram Fd-C (10%) de 5 oplossing met waterstofgas bij atmosferische druk en kamertemperatuur • werd geschud. De reactie werd binnen een'· uur voltooid, Pd-C afgefiltreerd en het oplosmiddel onder vacuum afgedestilleerd. Het residu werd opgelost in 50 ml chloroform. Aan de oplossing werd eerst 20 millimol diazomethaan in ether, daarna 2 milliliter boriumtrifluorideetheraat 10 (Erodukt van Wako Pure Chemical Industries, Ltd.) toegevoegd, waarna de oplossing gedurende de nacht bij kamertemperatuur werd geroerd. Overmaat diazomethaan werd met azijnzuur verwijderd en het oplosmiddel onder vacuum verwijderd. Het residu werd gesuspendeerd in een oplosmiddel bestaande uit 10 ml methanol en 20 ml water, waarna 1N waterig natrium-15 hydroxyde werd toegevoegd aan de suspensie tot pH 12 was. De suspensie . werd geroerd bij kamertemperatuur, waarbij de pïï lager werd dan 12, zodat verder alkali werd toegevoegd tot de pH weer 12 had bereikt. Toen de pH niet langer beneden 12 daalde werd 1N waterstofchloride aan de suspensie toegevoegd om de pH in te stellen op 7· De verkregen suspen-20 sie werd geleid door een kolom gepakt met 150 ml Amberlite XAD-2. Ha t wassen met 500 ml water werd de kolom geëlueerd met een methanol-water-oplosmiddelsysteem op dezelfde wijze als volgens voorbeeld XXII. Fracties geëlueerd bij een 50% methanol-concentratie werden gecombineerd en geconcentreerd. Het concentraat werd opgelost in 10 ml met waterstof-25 chloride verzadigd methanol en de oplossing gedurende 30 minuten onder koelen met ijs geroerd. Het oplosmiddel werd onder vacuum afgedestilleerd en het residu grondig gedroogd waarbij 920 mg van lila-16-1 werd verkregen.
Voorbeeld XXXIV
30 1 Millimol lila-1-1 bereid volgens voorbeeld VIII
werd opgelost in 10 ml methyleenchloride dat juist was gedestilleerd.
Aan de oplossing werd 1,5 mmol triëthyloxoniumfluorboraat toegevoegd in een argonatmosfeer en de oplossing werd bij kamertemperatuur gedurende U uur geroerd. Nadat het methyleenchloride onder vacuum was afgedestil-35 leerd werd 10 ml gedroogde ethanol aan het residu toegevoegd terwijl onder koelen met ijs 2 mmol natriumboorhydride werd toegevoegd, en na 8 00 39 85 % » ι6ο 10 minuten roeren overmaat natriumboorhydride ontleed met ethanol verzadigd met waterstofchloridegas. Ia droogdamping onder vacuum werd het verkregen vaste produkt opgelost in een water-methanol (1 : k) oplosmiddel, waarna de oplossing werd gepasseerd door een kolom gepakt met 5 70 ml Amberlite XAD-2. Ia wassen met 500 ml water werd de kolom geëlu- eerd met methanol-vater oplosmiddel (water dat 10$ 11 waterstofchlori.de bevatte) op dezelfde wijze als volgens'voorbeeld XXII. Fracties geëlu-eerd bij een ^5$ methanol-concentratie werden gecombineerd en geconcentreerd, waarbij 220 mg van lila-18-1 werd verkregen.
10 Voorbeeld XXXV
1 Millimol lila-1-2 bereid volgens de methode van voorbeeld VIII werd opgelost in 10 ml methyleenchloride, dat zojuist was gedestilleerd. Aan de oplossing werd 1,5 millimol triëthyloxoniumfluor-boraat in een argonatmosfeer toegevoegd en de oplossing bij kamertem-15 peratuur gedurende ^ uur geroerd. ladat het methyleenchloride onder vacuum was afgedestilleerd werd 10 ml gedroogde ethanol aan het residu toegevoegd en onder koelen met ijs werd 2 millimol natriumboorhydride toegevoegd, waarna, na 10 minuten roeren, overmaat natriumboorhydride werd ontleed met ethanol verzadigd met waterstofchloridegas. Ia droog dampen 20 onder vacuum werd het verkregen vaste produkt opgelost in een water-methanol (1 : k) oplosmiddel en de oplossing gepasseerd door een kolom gepakt met 70 ml Amberlite XAD-2. Ia wassen met 500 ml water werd de kolom geëlueerd met een methanol-water oplosmiddel-systeem (water dat 10$ 11 waterstofchloride bevatte) op dezelfde wijze als volgens voor-25 beeld XXII. Fracties geëlueerd bij een 50$ methanol-concentratie werden gecombineerd en geconcentreerd, waarbij 210 mg van IIIa-18-2 werd verkregen.
Voorbeeld XXXVI
1 Millimol lila-1-6 bereid volgens de methode van 30 voorbeeld VIII werd opgelost in 10 ml methyleenchloride dat zojuist was gedestilleerd. Aan de oplossing werd 1,5 millimol triëthyloxoniumfluor-boraat in een argonatmosfeer toegevoegd en de oplossing bij kamertemperatuur gedurende h uur geroerd. ladat het methyleenchloride onder vacuum was afgedestilleerd werd 10 ml gedroogde ethanol aan het residu 35 toegevoegd en onder koelen met ijs werd 2 millimol natriumboorhydride toegevoegd, waarna, na 10 minuten roeren, overmaat natriumboorhydride S0039 85 «* 161 * werd ontleed met ethanol verzadigd met waterstofchloridegas. Ha droog-damping onder vacuum werd het verkregen vaste produkt opgelost in een water-methanol (1 : k) oplossing en de oplossing geleid door een kolom gepakt met 70 ml Amberlite XAD-2. Na wassen met 500 ml water werd de 5 kolom geëlueerd met een methanol-water-oplosmiddel (water dat 10%> TH waterstofchloride bevatte) op dezelfde wijze als volgens voorbeeld XXII. Fracties die werden geëlueerd bij een 55% methanol-concentratie werden gecombineerd en geconcentreerd, waarbij 215 mg van lila-18-6 werd verkregen.
10 Voorbeeld XXXVII
1 Millimol lila-1-9 bereid volgens voorbeeld IX werd opgelost in 10 ml methyleenchloride dat zojuist was gedestilleerd. Aan de oplossing werd een 1,5 millimol triëthyloxoniumfluorboraat in een ar-gonatmosfeer toegevoegd en de oplossing gedurende U uur bij kamertem-15 peratuur geroerd. Nadat het methyleenchloride onder vacuum was afge— destilleerd 'werd 10 ml gedroogde ethanol aan het residu toegevoegd en onder ijskoeling werd 2 ml natriumboorhydride toegevoegd, waarbij, na 10 minuten roeren, natriumboorhydride werd ontleed met ethanol verzadigd met waterstofchloridegas. Na droogdampen onder vacuum werd het ver-20 kregen vaste produkt opgelost in een water-metbanol, 1 : oplossing en de oplossing gepasseerd door een kolom gepakt met JQ ml Amberlite XAD-2.
Na wassen met 500 ml water werd de kolom geëlueerd met een methanol-water oplosmiddelsysteem (water dat 10% 1N waterstofchloride bevatte) op dezelfde wijze als volgens voorbeeld XXII. Fracties die werden geëlu-25 eerd bij een JQ% methanol-concentratie werden gecombineerd en geconcentreerd, waarbij 250 mg van lila-18-9 werd verkregen.
Voorbeeld XXXVIII
1 Millimol IIIa-1-11 bereid volgens voorbeeld X werd opgelost in 10 ml methyleenchloride dat zojuist was gedestilleerd.
30 Aan de oplossing werd 1,5 mmol triëthyloxoniumfluor boraat toegevoegd in een argonatmosfeer en de oplossing gedurende k uur bij kamertemperatuur geroerd. Na afdestillatie van het methyleenchloride onder vacuum werd 10 ml gedroogde ethanol aan het residu toegevoegd en onder koelen met ijs werd 2 millimol natriumboorhydride toegevoegd, 35 waarna, na 10 minuten roeren overmaat natriumboorhydride werd ontleed met ethanol verzadigd met waterstofchloridegas. Na droogdampen onder 800 39 85 « 162 vacuum werd het verkregen vaste produkt opgelost in een water-methanol (1 : k) oplossing en de oplossing gepasseerd door een kolom gepakt met 70 ml Amberlite XAD-2. Na wassen met 500 ml water werd de kolom geë-lueerd met een tetrahy&rofuran-water oplosmiddelsysteem (water dat 10$ 5 1N waterstofchloride "bevatte) op dezelfde wijze als volgens voorbeeld XIII. Fracties geëlueerd met een 50$ tetrahydrofuran-concentratie werden gecombineerd en geconcentreerd, waarbij 230 mg van lila-18-11 werd verkregen.
Voorbeeld XXXIX
10 1 Millimol IIIa-7-17 bereid volgens voorbeeld XXIV werd gesuspendeerd in een oplosmiddel dat 2 ml methanol en k ml water bevatte en aan de suspensie 1 N waterig natriumhydroxyde toegevoegd tot.de pH van 12 was. Na roeren van de suspensie bij kamertemperatuur werd de pH lager dan 12, zodat dezelfde base werd toegevoegd tot de pH weer 15 12 bereikte. Toen de pH niet langer beneden 12 daalde, werd 1N water- stofchloride aan de suspensie toegevoegd om de pH daarvan op 7 in te stellen. De verkregen suspensie werd door een kolom geleid gepakt met 30 ml Amberlite XAD-2. Na wassen met 100 ml water werd de kolom geëlueerd met een methanol-water-oplosmiddelsysteem op dezelfde wijze als 20 volgens voorbeeld XXII. Fracties geëlueerd bij een 70$ methanol-concen-tratie werden gecombineerd en geconcentreerd. Het concentraat werd opgelost in 2 N methanol verzadigd met waterstofchloride en de oplossing gedurende 30 minuten onder koelen met ijs geroerd. Het oplosmiddel werd afgedestilleerd onder vacuum en het residu grondig gedroogd, waarbij 370 25 mg van lila-15-8 werd verkregen.
Voorbeeld XL
5 Millimol IIIa-5-13 bereid volgens voorbeeld XXII werd gesuspendeerd in een oplosmiddel dat 10 ml methanol en 20 ml water bevatte, terwijl 1N waterige natriumhydroxyde aan de suspensie werd 30 toegevoegd tot de pH 12 was. Bij roeren van de suspensie bij kamertemperatuur daalde de pH daarvan beneden 12, zodat nog enige base werd toegevoegd tot de pH weer 12 bereikte. Toen de pH niet meer beneden 12 daalde werd 1N waterstofchloride aan de suspensie toegevoegd om de pH op 7 in te stellen. De verkregen suspensie werd door een kolom geleid 35 gepakt met 150 ml Amberlite XAD-2. Na wassen met 500 ml water werd de kolom geëlueerd met een methanol-wateroplosmiddelsysteem op dezelfde 800 3 9 85 16-3 4 # wijze als volgens voorbeeld XXII. Fracties geëlueerd bij een 60% me-tbanol-concentratie werden gecombineerd en geconcentreerd. Het concentraat werd in 10 ml methanol verzadigd met waterstofchloride opgelost en de oplossing gedurende 30 minuten onder koelen met ijs geroerd. Het 5 oplosmiddel werd onder vacuum afgedestilleerd en het residu grondig gedroogd, waarbij 1,89 g van lila-13-2 werd verkregen.
Voorbeeld XLI
1 Millimol IIIa-6-13 bereid volgens de methode van voorbeeld XVIII werd onderworpen aan een detrichlooracetyleringsreac- 0
10 tie als omschreven in voorbeeld XXXIX. Het reactieprodukt werd gezuiverd volgens de methode volgens voorbeeld XXXIX, waarbij fracties ge— elueerd bij een methanolconcentratie van 70$ gecombineerd en geconcentreerd werden. Het concentraat werd opgelost in 2 ml methanol verzadigd met waterstofchlorxde, en de oplossing werd gedurende 30 minuten onder 15 koelen met ijs geroerd. Het oplosmiddel werd afgedestilleerd en het residu werd grondig gedroogd waarbij 320 mg van lila-1k-9 werd verkregen. Voorbeeld XLII
5 Millimol lila-12 bereid volgens voorbeeld XII werd opgelost in 100 ml methanol. Aan de oplossing werd 10 millimol fenyl-20 diazomethaan bij kamertemperatuur toegevoegd en de oplossing gedurende 3 uur geroerd. Overmaat fenyldiazomethaan werd met azijnzuur omgezet in benzylacetaat. Het reactiemengsel werd onder vacuum drooggedampt en het residu gewassen met 15 ml ether. Het residu werd grondig gedroogd . en het gedroogde produkt opgelost in 100 ml methyleenchloride. Aan de 25 oplossing werd eerst 25 mmol diazomethaan in ether, daarna 2,5 milliliter boortrifluoride-etheraat (produkt van de Wako Pure Chemical Industries Limited) toegevoegd, waarna het mengsel gedurende de nacht bij kamertemperatuur werd geroerd. Overmaat diazomethaan werd met azijnzuur verwijderd en het oplosmiddel onder vacuum verwijderd. Het residu werd 30 in een grote hoeveelheid ijswater gebracht en het verkregen neerslag afgefiltreerd. Het neerslag werd tweemaal gewassen met in totaal 50 ml water (25 ml elk) en het residu grondig gedroogd. De gedroogde vaste stof werd opgelost in 15 ml methanol en na toevoeging van 250 mg Pd-C (10$) werd de oplossing bij atmosferische druk bij kamertemperatuur met water-35 stofgas geschud. De reactie werd in 20 minuten voltooid. Pd-C werd afgefiltreerd en het oplosmiddel onder vacuum afgedestilleerd. Het residu 800 39 85
16U
V
werd grondig gedroogd en opgelost in 5 ml pyridine. Nadat 100 millimol droog propionzuur druppelsgewijze was toegevoegd werd de oplossing gedurende uur bij 50°C geroerd. Het pyridine werd onder vacuum afgedestilleerd en bet residu werd in een grote hoeveelheid ijswater gebracht.
5 Het verkregen neerslag werd driemaal gewassen met in totaal ^50 ml water (150 ml elk). Het neerslag werd daarna gesuspendeerd in een oplosmiddel, dat 10 ml methanol en 20 ml water bevatte, terwijl ΊΝ natrium-hydroxyde aan de suspensie werd toegevoegd tot de pH 12 was. Bij roeren van de suspensie bij kamertemperatuur werd de pH lager dan 12, zodat 10 dezelfde base werd toegevoegd tot de pH 12 bereikte. Toen de pH niet langer onder 12 daalde werd 1N waterstofchloride aan de suspensie toegevoegd om de pH op T in te stellen. De verkregen suspensie werd geleid door een kolom gepakt met 1?0 ml Amberlite XAD-2. Na wassen met 500 ml water werd de kolom geëlueerd met een methanol-water oplosmiddel-15 systeem op dezelfde wijze als volgens voorbeeld XXII. Fracties geëlueerd met een 70$ methanol-concentratie werden gecombineerd en geconcentreerd. Het concentraat werd opgelost in 10 ml methanol verzadigd met waterstofchloride en de oplossing gedurende 30 minuten onder koelen met ijs geroerd. Het oplosmiddel werd afgedestilleerd onder vacuum en het 20 residu grondig gedroogd waarbij 830 mg van IIIa-17-5 werd verkregen. Voorbeeld XLIII
1 Millimol IIIa-2-1 bereid volgens voorbeeld XVT werd gesuspendeerd in een oplosmiddel bestaande uir 2 ml methanol en U ml water terwijl 1N waterig natriumhydroxyde aan de suspensie werd toe-25 gevoegd tot de pH 12 was. Bij roeren van de suspensie bij kamertemperatuur werd de pH daarvan lager dan 12 zodat dezelfde base verder werd toegevoegd tot de pH 12 bereikte. Toen de pH niet langer beneden 12 ‘ daalde werd 1N waterstofchloride aan de suspensie toegevoegd om de pH daarvan op 7 in te stellen. De verkregen suspensie werd door een kolom 30 geleid gepakt met 150 ml Amberlite XAD-2. Na wassen met 5QQ ml water werd de kolom geëlueerd met een methanol-water oplosmiddelsysteem op dezelfde wijze als volgens voorbeeld XXII. Fracties geëlueerd met een 50$ methanol-concentratie werden gecombineerd en geconcentreerd. Het concentraat werd opgelost in 2 ml methanol verzadigd met waterstofchlo-35 ride en de oplossing gedurende 30 minuten onder koelen met ijs geroerd. Het oplosmiddel werd onder vacuum afgedestilleerd en het residu grondig gedroogd waarbij UOO mg van IIIa-12-1 werd verkregen.
80039 85 ♦ 165
Voorbeeld XLIV
5 Millimol grondig gedroogd AI-77-B werd opgelost in • 10 ml pyridine. Aan de oplossing werd 10 mrnol benzyloxyearbonylchlo-ride bij kamertemperatuur toegevoegd en de oplossing gedurende 3 uur 5 geroerd. Na toevoeging van 20 mmol benzyloxycarbonylchloride werd de oplossing bij kamertemperatuur gedurende 1,5 uur geroerd. Het reactie-mengsel werd in een grote hoeveelheid ijswater gebracht en het verkregen neerslag afgefiltreerd. Het neerslag werd tweemaal gewassen met in totaal 100 ml water (50 ml elk). Het werd daarna gewassen met 50 ml 10 ether en grondig gedroogd. De droge vaste stof werd opgelost in U0 ml pyridine en na toevoeging van 50 ml trichlooracetylchloride werd de oplossing gedurende k uur bij 50°C geroerd. Nadat het pyridine onder vacuum was af gedestilleerd werd het residu in een grote hoeveelheid ijswater gebracht. Het verkregen neerslag werd driemaal gewassen met in 15 totaal 150 ml water (50 ml elk) en het residu grondig gedroogd. Het droge produkt werd opgelost in 15 ml methanol en na toevoeging van 280 mg Pd-C (10%) werd de oplossing bij atmosferische druk en kamertemperatuur geschud met waterstofgas. De reactie werd binnen 2 uur voltooid.
Pd-C werd afgefiltreerd en het oplosmiddel onder vacuum afgedestilleerd.
20 Het residu werd gesuspendeerd in een water-tetrahydrofuran-oplosmiddel (k0% water en 60% tetrahydrofuran) en de suspensie geleid door een kolom gepakt met 150 ml Amberlite XAD-2. De kolom werd geëlueerd met een tetrahydrofuran-water-oplosmiddelsysteem op dezelfde wijze als volgens voorbeeld XIII. Fracties geëlueerd met een 30% tetrahydrofuran-25 concentratie werden gecombineerd en geconcentreerd en gaven 1,02 g van lila-12-9·
Voorbeeld XIV
5 Millimol grondig gedroogd AI-77-B werd opgelost in 10 ml pyridine. Aan de oplossing werd 10 mmol benzyloxycarbonylchloride 30 bij kamertemperatuur toegevoegd en de oplossing gedurende 3 uur geroerd. Nadat het pyridine onder vacuum was afgedestilleerd werd het residu tweemaal gewassen met in totaal 20 ml water (10 ml elk). Het werd daarna gewassen met 30 ml ether en zorgvuldig gedroogd. De droge vaste stof werd opgelost in 100 ml methanol en na toevoeging bij kamertemperatuur 35 van 10 ml fenyldiazomethaan werd de oplossing gedurende 3 uur geroerd. Overmaat fenyldiazomethaan werd met azijnzuur omgezet in benzylacetaat.
800 3 9 85 166
Het reactiemengsel werd drooggedampt onder vacuum en het residu gewassen met 10 ml ether. Het residu werd grondig gedroogd en het droge product opgelost in 100 ml methyleenchloride. Aan de oplossing werd eerst 10 ml diazoethaan in ether, daarna 2,5 ml horiumtrifluorideetheraat 5 (produkt van de Wako Pure Chemical Industries, Limited) toegevoegd, waarna de oplossing gedurende de nacht hij kamertemperatuur werd geroerd. Overmaat diazoethaan werd met azijnzuur verwijderd en het oplosmiddel onder vacuum verwijderd. Het residu werd in een grote hoeveelheid ijswater gebracht en het verkregen neerslag afgefiltreerd. Het 10 neerslag werd tweemaal gewassen met in totaal 50 ml water (25 ml elk) en het residu grondig gedroogd. Het droge produkt werd opgelost in 15 ml methanol en na toevoeging van 280 mg Pd-C'(10$) werd de oplossing bij atmosferische druk en kamertemperatuur met waterstofgas geschud. De reactie was binnen 2 uur voltooid. Pd-C werd verwijderd en het oplos-15 middel onder vacuum afgedestilleerd. Het residu werd gesuspendeerd in een water-tetrahydrofuran oplosmiddelsysteem (b0% water en 60$ tetra-hydrofuran) en de suspensie gepasseerd door een kolom gepakt met 150 ml Amberlite XAD-2. De kolom werd geëlueerd met een tetrabydrofuran-water-oplosmiddelsysteem op dezelfde wijze als volgens voorbeeld XIII. Frac-20 ties geëlueerd met een 30$ tetrahydrofuran-concentratie werden gecombineerd en geconcentreerd en men verkreeg 1,21 g van formule IIIa-l6-T· Voorbeeld XLVI
1 Millimol IIIa-16-7 bereid volgens voorbeeld XLV werd gebracht in k ml pyridine en na toevoeging van 2 mmol benzyloxycarbonyl-25 chloride werd de oplossing bij kamertemperatuur gedurende 3 uur geroerd. Nadat het pyridine onder vacuum was afgedestilleerd werd het residu tweemaal gewassen met in totaal ml water (2 ml elk). Het werd daarna gewassen met 6 ml ether en grondig gedroogd. Het droge produkt werd in k ml pyridine gebracht en na toevoeging van 10 mmol trichlooracetylchlo-30 ride werd de oplossing gedurende k uur bij 50°C geroerd. Nadat het pyridine in vacuum was afgede stille er d werd het residu in een grote hoeveelheid ijswater gebracht. Het verkregen neerslag werd driemaal gewassen met in totaal 30 ml water (10 ml elk) en grondig gedroogd. Het droge produkt werd opgelost in 3 ml methanol. Na toevoeging van 50 mg Pd-C 35 (10$) werd de oplossing met waterstofgas bij atmosferische druk en kamer temperatuur geschud. De reactie werd binnen 1 uur voltooid, Pd-C afge- 80039 85 4 ι6τ filtreerd en het oplosmiddel onder vacuum afgedestilleerd. Het residu werd gesuspendeerd in een water-tetrahydrofuran oplosmiddelsysteem (k0% water en 60% tetrahydrofuran) en de suspensie werd geleid door een kolom gepakt met 30 ml Amberlite XAD-2. De kolom werd geëlueerd met een - 5 tetrahydrofuran-water. oplosmiddelsysteem op dezelfde wijze als volgens voorbeeld XIII. Fracties geëlueerd bij een h0% tetrahydrofuran-con-centratie werden gecombineerd en geconcentreerd en men verkreeg 210 mg van lila-17-6.
Voorbeeld XLVII
10 1 Millimol grondig gedroogd AI-77-B werd opgelost in k ml pyridine en na toevoeging van 2 mmol benzyloxycarbonylchloride werd de oplossing bij kamertemperatuur gedurende 3 uur geroerd. Hadat het pyridine onder vacuum was afgedestilleerd werd het residu tweemaal gewassen met in totaal k ml water (2 ml elk). Het werd gewassen met 15 6 ml ether en grondig gedroogd. Het droge produkt werd in H ml pyridine
gebracht en 15 ml azijnzuuranhydride toegevoegd. Ha toevoeging van 10 mg zinkchloride werd de oplossing bij kamertemperatuur gedurende 2 uur geroerd. Het reactiemengsel werd in een grote hoeveelheid ijswater geschonken, en het verkregen neerslag af gefiltreerd. Het neerslag werd 20 tweemaal gewassen met in totaal h ml water (2 ml elk). Het neerslag werd opgelost in 3 ml methanol, en nadat 50 mg Pd-C (10$) was toegevoegd werd de oplossing met waterstofgas bij atmosferische druk en kamertemperatuur geschud. De reactie werd binnen een uur voltooid, Pd-C afge-filtreerd en het oplosmiddel onder vacuum afgedestilleerd. Het residu 25 werd in een water-tetrahydrofuran-oplosmiddel (h0% water, 60% tetrahydrofuran) gesuspendeerd en de suspensie geleid door een kolom gepakt met 30 ml Amberlite XAD-2. De kolom werd geëlueerd met een tetrahydrofuran-water oplosmiddelsysteem op dezelfde wijze als volgens voorbeeld XIII. Fracties geëlueerd bij een 30$ tetrahydrofuran-concentratie werden ge-30 combineerd en geconcentreerd en men verkreeg 230 mg van IIIa-10-1. Voorbeeld XLVIII
1 Millimol grondig gedroogd AI-77-B werd opgelost in k ml pyridine en nadat 2 mmol benzyloxycarbonylchloride was toegevoegd werd de oplossing bij kamertemperatuur g-durende 3 uur geroerd. Uadat 35 pyridine onder vacuum was afgedestilleerd werd het residu tweemaal gewassen met in totaal k ml water (2 ml elk). Het werd gewassen met 6 ml 800 3 9 85 Λ 168 ether en grondig gedroogd. Het droge product werd in k ml pyridine gebracht en 15 mmol azijnzuuranhydride toegevoegd. Na toevoeging van 10 mg zinkchloride werd de oplossing bij kamertemperatuur gedurende 2 uur geroerd. Het reactiemengsel werd in een grote hoeveelheid ijswa-5 ter geschonken en het verkregen neerslag afgefiltreerd. Het neerslag werd tweemaal gewassen met in totaal k ml water (2 ml elk) en grondig gedroogd. Het droge produkt werd in h ml pyridine gebracht en na toevoeging van 10 ml.boterzuuranhydride werd de oplossing bij 50°C gedurende U uur geroerd. Nadat pyridine onder vacuum was afgedestilleerd 10 werd het residu in een grote hoeveelheid ijswater gebracht. Het verkregen neerslag werd driemaal gewassen met in totaal 30 ml water (10 ml elk) en grondig gedroogd. Het droge produkt werd opgelost in 3 ml methanol en na toevoeging van 50 mg Fd-C (10/¾) werd de oplossing bij atmosferische druk en kamertemperatuur geschud met waterstofgas. De 15 reactie werd binnen een uur voltooid, Pd-C afgefiltreerd en het oplosmiddel onder vacuum afgedestilleerd. Het residu werd gesuspendeerd in een water-tetrahydrofuran-oplosmiddelsysteem (hO# water, 60% tetrahydrofu-ran) en de suspensie geleid door een kolom gepakt met 30 ml Amberlite XAD-2. De kolom werd geëlueerd met een tetrahydrofuran-water oplosmiddel-20 systeem op dezelfde wijze als volgens voorbeeld XIII. Fracties die werden geëlueerd bij een li-O# tetrahydrofuran-concentratie werden gecombineerd en geconcentreerd en men verkreeg 270 mg van IIIa-11-6.
Voorbeeld XLIX
1 Millimol grondig gedroogd AI-77-B werd opgelost in 25 ^ ml pyridine en nadat 2 mmol benzyloxycarbonylchloride was toegevoegd werd de oplossing bij kamertemperatuur gedurende 3 uur geroerd. Nadat pyridine onder vacuum was af gedestilleerd werd het residu tweemaal gewassen met in totaal h ml water (2 ml elk). Het werd gewassen met 6 ml ether en grondig gedroogd. Het droge produkt werd in h ml pyridine ge-30 bracht en 15 mmol azijnzuuranhydride toegevoegd. Na toevoeging van 10 mg zinkchloride werd de oplossing bij kamertemperatuur gedurende 2 uur geroerd. Het reactiemengsel werd in een grote hoeveelheid ijswater geschonken en het verkregen neerslag afgefiltreerd. Het werd tweemaal gewassen met in totaal k ml water (2 ml elk) en grondig gedroogd. Het 35 droge produkt werd opgelost in een oplosmiddel bestaande uit U ml methanol en 16 ml chloroform. Nadat 6 mmol diazoethaan in ether bij kamer- 800 3 9 85 « 169 temperatuur was toegevoegd werd de oplossing gedurende een uur geroerd. Overmaat diazoethaan werd met azijnzuur verwijderd en het oplosmiddel onder vacuum afgedestilleerd. Het residu werd opgelost in 3 ml methanol, en na toevoeging van 50 mg Pd-C (10$) werd de oplossing bij atmosferi-5 sche drufc bij kamertemperatuur met waterstofgas geschud. De reactie werd binnen een uur voltooid, Pd-C afgefiltreerd en het oplosmiddel onder vacuum afgedestilleerd. Het residu werd gesuspendeerd in een water-te-trahydrofuran-oplosmiddelsysteem (h0$ water , 60$ tetrahydrofuran) en de suspensie geleid door een kolom gepakt met 30 ml Amberlite XAD-2. · 10 De kolom werd geëlueerd met een tetrahydrofuran-water oplosmiddelsys-teem op dezelfde wijze als volgens voorbeeld XIII. Fracties geëlueerd met een 50$ tetrahydrofuran-concentratie werden gecombineerd en geconcentreerd en men verkreeg 273 mg van lila-1^-1.
Voorbeeld l· 15 2 Millimol (8h8 mg) grondig gedroogd AI-77-B werd gebracht in een 50 ml glazen drukvat en 10 ml ET ,N-dimethylformamide werd toegevoegd om het AI-77-B op te lossen. Ha toevoeging van 10 mmol methyl jodide werd het vat gesloten en gedurende 1 uur bij kamertemperatuur krachtig geschud. Nogmaals 10 mmol methyljodide werd toegevoegd en 20 de reactie op dezelfde wijze uitgevoerd. Methyljodide werd opnieuw toegevoegd in een hoeveelheid van 10 mmol en na krachtig schudden van het vat gedurende 2k uur werden het oplosmiddel (N,N-dimethylformamide) en niet-omgezet methyljodide onder vacuum afgedestilleerd. Het residu werd opgelost in 2 ml methanol en druppels van de oplossing werden gebracht 25 op 20 silicagelplaten (TLCFSC Fertigplatten KIESELGEL 60F-25J+ Merck &
Co, Inc. Art, 5717, 20 cm x 20 cm x 2 mm), ontwikkeld met een oplosmid-delsysteem van methanol en chloroform (1 : 10), delen met een Rf = 0,38 (UV-absorptie waargenomen, purperrood in Ninhydrine-reactie) werden gecombineerd, in 200 ml methanol gebracht en de oplossing gedurende 30 30 minuten geroerd. Nadat het silicagel was gefiltreerd werd het methanol geconcentreerd en verkreeg men J2 mg van IIIa-27-1.
Voorbeeld LI
Grondig gedroogd AI-77-B (1,2 mmol.) werd opgelost in 5 ml Ν,Ν-dimethylformamide. Nadat 3 mmol ethyljodide was toegevoegd 35 werd de oplossing bij kamertemperatuur gedurende 2 uur geroerd. 3 Mmol ethyljodide werd viermaal met tussenpozen van een uur toegevoegd. Het 800 39 85 *
V
170 oplosmiddel en overmaat ethyljodide werden onder vacuum uit het reac-tiemengsel afgedestilleerd. Het residu werd opgelost in 2 ml methanol, druppels van de oplossing werden gebracht op 10 silicagelplaten (TLCPS -Fertigplatten KIESELGEL 60F-25^ van Merck & Co. Inc, Art. 5717, 20 cm x 5 20 cm x 2 mm), ontwikkeld met een oplosmiddelsysteem van methanol en chloroform (1 : 10), delen met een Rf = 0,U0 (UV-absorptie waargenomen, purperrood in Ninhydrine-reactie) werden gecombineerd, gebracht in 100 ml methanol en de oplossing gedurende 30 minuten geroerd. Ha filtreren van het silicagel werd het methanol geconcentreerd en verkreeg men 10 70 mg van IIIa-18-1.
Voorbeeld Lil 2 Millimol (778 mg) grondig gedroogd AI-77-F werd opgelost in U ml pyridine en ko mmol azijnzuuranhydride aan de oplossing toegevoegd. Na toevoeging van 20 mg zinkchloride werd de oplossing 15 bij kamertemperatuur 2 uur geroerd. Het reactiemengsel werd geschonken in een grote hoeveelheid ijswater en het verkregen neerslag afgefiltreerd. Het werd tweemaal gewassen met in totaal 10 ml water (5 ml elk), en gedroogd. Het droge produkt werd opgelost in 2 ml methanol en druppelsvan de oplossing werden aangebracht op 15 silicagelplaten (TLPSC-Fertig-20 platten KIESELGEL 60 F-25^ van Merck & Co. Inc, Art 5717s 20 cm x 20 cm x 2 mm), ontwikkeld met een oplosmiddelsysteem van chloroform en methanol (30 : 1) en delen met Rf = 0,70 (UV-absorptie waargenomen) werden gecombineerd, gebracht in 100 ml methanol en de oplossing gedurende 20 minuten geroerd. Nadat het silicagel was gefiltreerd werd het methanol 25 geconcentreerd en verkreeg men 520 mg van IVa-1-1.
Voorbeeld LUI
Verbinding IVa-1-12 werd bereid door de procedure van voorbeeld Lil te herhalen met uitzondering dat azijnzuuranhydride werd vervangen door trichlooracetylchloride. 2 Millimol van de verbinding 30 werd opgelost in ^ ml pyridine en nadat 26 mmol azijnzuuranhydride was toegevoegd werd de oplossing gedurende 3 uur bij 50°C geroerd. Nadat pyridine onder vacuum was afgedestilleerd werd het residu overgebracht in een grote hoeveelheid ijswater. Het verkregen neerslag werd driemaal gewassen met in totaal 30 ml water (10 ml elk) en gedroogd. Het droge 35 produkt werd gesuspendeerd in een oplosmiddel dat bestond uit U ml methanol en 8 ml water, waarna 1N waterige natriumhydroxyde aan de oplossing 800 3 9 85 4.
* 171 t werd toegevoegd tot een pH van 12 was "bereikt. Ha roeren van de oplossing bij kamertemperatuur werd de pH lager dan 12, zodat dezelfde base verder werd toegevoegd om een pH van 12 te verkrijgen. Toen de pH niet langer daalde beneden 12 werd 1H waterstofchloride toegevoegd om de pH 5 op 7 in te stellen. De oplossing werd daarna geleid door een kolom gepakt met 60 ml Amberlite XAD-2. Ha wassen met 200 ml water werd de kolom geëlueerd met een tetrahydrofuran-water-oplosmiddelsysteem op dezelfde wijze als in voorbeeld XIII. Fracties geëlueerd bij een 50! te-trahydrofuran-concentratie werden gecombineerd en geconcentreerd. Het 10 concentraat werd opgelost in k ml methanol verzadigd met waterstofchloride en de oplossing werd gedurende 30 minuten'onder koelen met ijs geroerd. Het oplosmiddel werd onder vacuum af gedestilleerd en het residu grondig gedroogd, waarbij 530 mg van IVa-3-1 werd verkregen.
Voorbeeld LIV
15 1 Millimol IVa-1-1 bereid volgens voorbeeld LII werd opgelost in 2 ml pyridine en nadat 13 mmol propionzuuranhydride was toegevoegd werd de oplossing bij 50°C gedurende 3 uur geroerd. Ha het onder vacuum afdestilleren van pyridine werd het residu opgelost in 1 ml methanol en druppels van de oplossing werden gebracht op 10 silicagel-20 platen (TLCPSC-Fertigplatten KIESELGEL 60F-25k van Merck & Co., Ine.,
Art. 5717» 20 cm x 20 cm x 2 mm) ontwikkeld met een oplosmiddelsysteem van chloroform en methanol (50 : 1), delen met Rf - Q,6o (UV-absorp-tiespectrum waargenomen) werden gecombineerd, gebracht in 50 ml methanol en de oplossing gedurende 20 minuten geroerd. Bij affiltreren van het 25 silicagel en afdampen van methanol werd 305 mg van IVa-2-2 verkregen. Voorbeeld IV
1 Millimol IVa-1-1 bereid volgens voorbeeld LII werd opgelost in 5 ml chloroform en na toevoeging van 10 mmol diazomethaan in ether bij kamertemperatuur werd de oplossing gedurende de nacht ge-30 roerd. Overmaat diazomethaan werd met azijnzuur verwijderd en het reac-tiemengsel onder vacuum drooggedampt. Het droge produkt werd opgelost in 1 ml methanol en druppels van de oplossing werden op 10 silicagel-platen gebracht (TLCPSC-Fertigplatten KIESELGEL 60 F 25k van Merck & Co.
Inc., Art, 5717» 20 cm x 20 cm x 2 mm), ontwikkeld met een oplosmiddel-35 systeem van chloroform en methanol (5 : 1), delen met Rf = 0,60 (UV- absorptie waargenomen) werden gecombineerd, gebracht in 50 ml methanol en 800 39 85 c * 172
de oplossing gedurende 20 minuten geroerd. Bij affiltreren van het sili-cagel en afdampen van het methanol werd 270 mg van IVa-5-1 verkregen. Voorbeeld LVI
2 Millimol (778 mg) grondig gedroogd AI-77-F werd 5 opgelost in 10 ml chloroform en na toevoeging van 15 mmol diazoethaan in ether hij kamertemperatuur werd de oplossing gedurende een uur geroerd. Overmaat diazoethaan werd met azijnzuur verwijderd en het reactiemeng-sel onder vacuum drooggedampt. Het droge produkt werd opgelost in 2 ml methanol, druppels van de oplossing werden gebracht op 15 silicagel 10 platen (TLCPSC-Fertigplatten KIESELGEL 60 F-25^ Merck & Co. Ine. Art.
5717» 20 cm x 20 cm x 2 mm), ontwikkeld met een oplosmiddelsysteem van chloroform en methanol (1+0 : Ί), delen met Rf = 0,70 (UV-absorptie waargenomen) werden gecombineerd, in 100 ml methanol gebracht en de oplossing gedurende 20 minuten geroerd. Bij affiltreren van het silicagel 15 en af dampen van het methanol werd 680 mg van IVa-h-2 verkregen.
Voorbeeld LVII
1 Millimol IVa-h-2 bereid volgens voorbeeld LVI werd opgelost in 10 ml. methyleenchloride en aan de oplossing eerst 5 mmol diazobutaan in ether, daarna 0,5 mmol boriumtrifluoride-etheraat (pro- 20 dukt van Wako Pure Chemical Industries, Limited) toegevoegd, waarna de oplossing gedurende de nacht bij kamertemperatuur werd geroerd. Overmaat diazobutaan werd met azijnzuur verwijderd en het reactiemengsel onder vacuum drooggedampt. Het droge produkt werd opgelost in 1 ml methanol en druppels van de oplossing werden op 10 silicagelplaten ge-25 bracht (TLCPSC-Fertigplatten KIESELGEL 60 F-25^ van Merck & Co. Ine, Art. 5717, 20 cm x 20 cm. x 2 mm), ontwikkeld met een oplosmiddelsysteem van chloroform en methanol (50 : 1), delen met Rf = 0,70 (UV-absorptie waargenomen) gecombineerd, in 50 ml methanol gebracht en de oplossing gedurende 20 minuten geroerd. Bij affiltreren van het silicagel en afdam-30 pen van het methanol werd 290 mg van IVa-6-5 verkregen.
Voorbeeld LVIII
2 Millimol IVa-6-U bereid volgens de methode van voorbeeld LVII werd opgelost in 10 ml methanol en na toevoeging van 100 mg Pd-C (10/S) werd de oplossing met waterstofgas bij atmosferische druk en 35 kamertemperatuur geschud. De reactie werd binnen 20 minuten voltooid,
Pd-C afgefiltreerd en het oplosmiddel onder vacuum af gedestilleerd. Het 800 39 85 * me 4 173 residu werd opgelost in 2 ml methanol. Druppels van de oplossing werden op 15 silicagelplaten (TLCPSC-Ferigplatten (KIESELGEL 6oF-25^ van Merck & Co. Inc, Art 5717, 20 cm x 20 cm x 2 mm) getracht, ontwikkeld met een oplosmiddelsysteem van chloroform en methanol (30 : 1), delen met 5 Ef » 0,65 (UV-absorptie waargenomen) werden gecombineerd, in 100 ml methanol gebracht en de oplossing gedurende 20 minuten geroerd. Bij affiltreren van het silicagel en afdampen van het methanol verkreeg men 520 mg van IVa-7-8.
Voorbeeld LIX
10 1 Millimol IVa-7-8 bereid volgens voorbeeld LVIII
werd opgelost in H ml pyridine en nadat 1Q mmol azijnzuuranhydride was toegevoegd werd de opl-ss.ing gedurende 3 uur bij 50°0 geroerd. Ha het • onder vacuum afdestilleren van pyridine werd het residu opgelost in 2 ml methanol en druppels van de oplossing werden op 10 silicagelplaten 15 (TLCPSC-Fertigplatten KIESELGEL 60F-25^ van Merck & Co., Inc., Art 5717» 20 cm x 20 cm x 2 mm) gebracht, ontwikkeld met een oplosmiddelsysteem van chloroform en methanol (50 : 1), delen met Ef = Q.,7 (UV-absorptie waargenomen), werden gecombineerd, in 50 ml methanol gebracht en de oplossing gedurende 2Q minuten geroerd. Ha affiltreren van het silicagel 20 en afdampen van het methanol werd 2k0 mg van IVa-8-5 verkregen.
Voorbeeld LX
2 Millimol lila-18-1 bereid volgens voorbeeld XXXIV werd opgelost in een oplosmiddel bestaande uit 2 ml methanol en 5 ml water en een 1H waterige natriumhydroxyde-oplossing toegevoegd tot de 25 pE van de oplossing 10 was. Bij roeren van de oplossing werd de pH lager dan 10, zodat dezelfde base verder werd toegevoegd om een pH van 10 te verkrijgen. Toen de pH niet langer beneden 10 daalde werd 1H water-stofchloride toegevoegd om de pE op 7 in. te stellen en de verkregen oplossing gezuiverd over een kolom van Amberlite XAD-2. Ha grondig was-30 sen met water werd de kolom geëlueerd met een oplosmiddel, van 50% methanol en 50% water (opening van de gamma-lactonring). De eluaten werden geconcentreerd tot 820 mg van IIIb-18-1. Het concentraat werd opgelost in een oplosmiddel bestaande uit 2 ml methanol en 5 ml water en 1H waterig natriumhydroxyde toegevoegd tot de pH 12 bereikte. Bij roeren van 35 de oplossing werd de pH lager dan 12, zodat dezelfde base werd toegevoegd om een pH van 12 te verkrijgen. Toen de pH niet langer beneden 12 8 0 Π 3 0 o ς * τ
Mk daalde werd 1N waterstof chloride toegevoegd om de pH op T in te stellen en de verkregen oplossing gezuiverd over een kolom van Amberlite XAD-2. Na grondig wassen met water werd de kolom geëlueerd met een oplosmiddel van 30# methanol en 70# water. De eluaten werden geconcentreerd waarbij 5 810 mg van IIIc-18-1 werd verkregen. 1 Millimol van Illb-18-1 werd op gelost in 5 ral methanol en nadat 1 ml methanol verzadigd met waterstof-chloride was toegevoegd, werd de oplossing gedurende 1 uur geroerd onder koelen met ijs. Bij afdestillatie van het oplosmiddel verkreeg men UOO mg van lila-18-1. Door 1 millimol van IIIc-18-1 aan dezelfde behandeling 10 als boven te onderwerpen werd 380 mg van lila-18-1 gevormd.
- Voorbeeld LXI
2 Millimol grondig gedroogd AI-77-A werd in een druk-houder gebracht. Nadat 2k mmol p-toluldine was toegevoegd werd de houder gesloten en de oplossing gedurende 10 minuten bij 100°C geroerd. Het 15 reactiemengsel werd opgelost in 2 ml methanol en druppels van de oplos sing werden op 15 silicagelplaten (TLCPSC-Fertigplatten KIESELGEL 60F-25^ van Merck & Co., Inc. Art 5717» 20 cm x 20 cm x 2 mm) gebracht, ontwikkeld met een oplosmiddelsysteem van chloroform en methanol (8 : 1), delen met Rf = 0,20 (UV-absorptie waargenomen) werden gecombineerd» in 20 100 ml methanol gebracht, en de oplossing gedurende 20 minuten geroerd.
Bij affiltreren van het silicagel en afdamping van het methanol werd 300 mg van Vb-1-^2 verkregen.
Voorbeeld IXII
.1 Millimol grondig gedroogd AI-77-B werd gesuspendeerd 25 in 10 ml methyleenchloride, dat zojuist was gedestilleerd, en 3 mmol triëthyloxoniumfluorboraat werd aan de suspensie toegevoegd. Bij roeren van de suspensie gedurende 1 uur bij kamertemperatuur werd deze transparant en nadat deze gedurende de nacht was geroerd werd het methyleen-chloride-oplosxniddel in vacuum afgedestilleerd. Het residu werd opge-30 lost in 10 ml ethanol en onder koelen met ijs 2 ml ethanol verzadigd met ammoniak toegevoegd. Na 2 uur roeren werd de temperatuur van de oplossing teruggebracht tot kamertemperatuur waarbij de reactie gedurende 3 dagen werd voortgezet. Het residu werd opgelost in water en de oplossing werd door een kolom gepakt met 50 ml Amberlite XAD-2 gepas-35 seerd. Na wassen met 100 ml water werd de kolom geëlueerd met een oplosmiddelsysteem van 10# methanol en 90# water. Actieve fracties werden ge- 800 3 9 85 * 175
Jf combineer! en geconcentreerd tot 300 mg ΑΙ-77-Α·
Voorbeeld LXIII
1 Millimol IIIa-1-1 bereid volgens voorbeeld XXXII werd opgelost in 10 ml methyleenchloride dat zojuist was gedestilleerd 5 en nadat 1,5 mmol triëthyloxoniumfluorboraat in een argon-atmosfeer was toegevoegd werd de oplossing bij kamertemperatuur gedurende lj· uur geroerd. Nadat methyleenchloride onder vacuum was afgedestilleerd werd 10 ml gedroogde ethanol en onder ijskoeling 2 mmol natriumboorhydride toegevoegd, waarbij, na 10 minuten roeren, overmaat natriumboor-10 hydride werd ontleed met ethanol verzadigd met waterstofchloridegas.
Het reactiemengsel werd drooggedampt en het droge produkt gesuspendeerd in een water-tetrahydrofuran-oplosmiddelsysteem (b0% water en 60% tetra-hydrofuran) en de suspensie geleid door een kolom gepakt met 70 ml Amberlite XA1-2. Na wassen met 500 ml water werd de kolom geëlueerd met 15 een tetrahydrofuran-wateroplosmiddelsysteem op dezelfde wijze als in voorbeeld XIII. Fracties geëlueerd bij een 60l tetrabydrofuran-concen-tratie en gecombineerd en geconcentreerd gaven 160 mg. van IIIa-21-9· Voorbeeld LXIV
2 Millimol grondig gedroogd IIIa-10-1 (bereid volgens 20 voorbeeld XLVII) werd in een 50 ml glazen drukhouder gebracht en 10 ml N,N-dimethylformamide toegevoegd om de verbinding op te lossen. Na toevoeging van 10 mmol methyljodide werd de houder gesloten en gedurende een uur bij kamertemperatuur krachtig geschud. Nog 10 ml methyljodide werd toegevoegd en de reactie op dezelfde wijze uitgevoerd. Methyljodide 25 werd opnieuw toegevoegd in een hoeveelheid van 10 mmol en na krachtig schudden van de houder gedurende 2b uur werden het oplosmiddel (N,N-di-methylformamide) en niet-omgezet methyljodide onder vacuum afgedestilleerd. Het residu werd opgelost in 2 ml methanol en druppels van de oplossing werden op 20 silicagelplaten gebracht (TLCPSC-Fertigplatten KIE-30 SELGEL 60 F 25^ van Merck & Co. Inc. Art 57175 20 cm x 20 cm x 2 mm), ontwikkeld met een oplosmiddelsysteem van methanol en chloroform (1 : 10), delen met Rf = 0,k0 (UV-absorptie waargenomen, purperrood in Ninhy-drine-reactie) werden gecombineerd, in 200 ml methanol gebracht en de oplossing gedurende 30 minuten geroerd. Na affiltreren van het silicagel 35 en af dampen van methanol werd 80 mg van IIIa-28-1 gevormd.
Voorbeeld LXV
_ ^ ^ _ 2 Millimol lila-11-1 bereid volgens de methode van 80039 85 Π 6
voorbeeld XLVIII werd in een 50 ml glazen drukhouder gebracht en 10 ml N,N-dimethylf ormamide toegevoegd om de verbinding op te lossen. Nadat 10 mmol methyljodide was toegevoegd werd de houder gesloten en gedurende een uur bij kamertemperatuur krachtig geschud. Een volgende 10 mmol 5 methyljodide werd toegevoegd en de reactie op dezelfde wijze uitgevoerd. Methyljodide werd opnieuw toegevoegd in een hoeveelheid van 10 mmol en na krachtig schudden van de houder gedurende 2k uur werden het oplosmiddel (Ν,Ν-dimethylf ormamide) en niet-omgezet methyljodide onder vacuum afgedestilleerd. Het residu werd opgelost in 2 ml methanol en drup-10 pels van de oplossing werden op 20 silicagelplaten (TSCPLC-Fertigplatten KIESELGEL öOF-25^· van Merck & Co, Inc. Art. 5717 s 20 cm x 20 cm x 2 mm) gebracht, ontwikkeld met een oplosmiddelsysteem van methanol en chloroform (1 : 20), delen met Rf = 0,50 (UV-absorptie waargenomen, purperrood in Ninhydrine-reactie) werden gecombineerd, in 200 ml methanol gebracht 15 en de oplossing gedurende 30 minuten geroerd. Bij affiltreren van het silicagel en afdampen van het methanol verkreeg men 92 mg van IIIa-29-1. Voorbeeld LXVI
2 Millimol lila—12-1 bereid volgens de methode van voorbeeld XLIII werd in een 50 ml glazen drukhouder gebracht en 10 ml 20 N ,N-dimethylf ormamide toegevoegd om de verbinding op te lossen. Nadat 10 mmol methyljodide was toegevoegd werd de houder gesloten en gedurende een uur bij kamertemperatuur krachtig geschud. Een volgende 10 mmol methyljodide werd toegevoegd en de reactie werd op dezelfde wijze uitge-voerd. Opnieuw werd methyljodide toegevoegd in een hoeveelheid van 10 25 mmol en na krachtig schudden van de houder gedurende 2k uur werden het oplosmiddel (Ν,Ν-dimethylformamide) en niet-omgezet methyljodide onder vacuum afgedestilleerd. Het residu werd opgelost in 2 ml methanol en druppels van de oplossing werden op 20 silicagelplaten (TLCPSC Fertig· platten KIESELGEL öOF-25^· van Merck & Co, Inc, Art 5717 9 20 cm x 20 cm x 30 2 mm) gebracht, ontwikkeld met een oplosmiddelsysteem van methanol en chloroform (1 : 10), delen met Rf = 0,38 (UV-absorptie waargenomen, purperrood in Ninhydrine-reactie) werden gecombineerd, in 200 ml methanol gebracht en de oplossing gedurende 30 minuten geroerd. Bij affiltreren van het silicagel en af dampen van het methanol werd j6 mg van IIIa-30-1 35 verkregen.
Voorbeeld LXVII
2 Millimol lila-13-2 bereid volgens voorbeeld XL werd 800 39 85 *
ITT
in een 50 ml glazen drukhouder gebracht en 10 ml N,N-dimethylf ormamide toegevoegd om de verbinding op te lossen. Nadat 10 mmol methyljodide was toegevoegd werd de houder gesloten en gedurende een uur krachtig bij kamertemperatuur geschud. Een volgende 10 mmol methyljodide werd 5 toegevoegd en de reactie op dezelfde wijze uitgevoerd.. Methyljodide werd opnieuw toegevoegd in een hoeveelheid van 10 mmol en na krachtig schudden van de houder gedurende 2k uur werden het opl-smiddel (N,N-dimethyl-formamide) en niet-omgezet methyljodide onder vacuum afgedestilleerd.
Het residu werd opgelost in 2 ml methanol en druppels van de oplossing 10 werden op 20 silicagelplaten (TLCPSC-Fertigplatten KIESELGEL 60 F-25^· van Merck & Co. Ine. Art. 5717j 20 cm x 20 cm x 2 mm} gebracht, ontwikkeld met een oplosmiddelsysteem van methanol en chloroform (1 : 10}, delen met Rf = 0,38 (UV-absorptiespectrum waargenomen, purperrood in Nin-hydrine-reaetie) werden gecombineerd, in 200 ml methanol gebracht en de 15 oplossing gedurende 30 minuten geroerd. Bij affiltreren van het silica·-gel en afdampen van het methanol werd 85 mg van lila—31-2 verkregen. Voorbeeld LXVIII
2 Millimol IIIa-lU-1 bereid volgens de methode van voorbeeld XLI werd in een 50 ml glazen drukhouder gebracht en 10 ml 20 N,N-dimethylformamide toegevoegd om de verbinding op te lossen. Nadat 10 mmol ethyljodide was toegevoegd werd de houder gesloten en gedurende een uur bij kamertemperatuur krachtig geschud. Een volgende 10 mmol methyljodide werd toegevoegd en de reactie op dezelfde wijze uitgevoerd. Methyljodide werd opnieuw toegevoegd in een hoeveelheid van 10 mmol en 25 na krachtig schudden van de houder gedurende 2k uur werden het oplosmiddel (Ν,Ν-dimethylformamide) en niet-omgezet methyljodide onder vacuum af gedestilleerd. Het residu werd opgelost in 2 ml methanol, druppels van de oplossing werden op 20 silicagelplaten (TLCPSC-Fertigplatten KIESELGEL· 60F-25U van Merck & Co., Art. 5717j 20 cm x 20 cm x 2 mm} gebracht, 30 ontwikkeld met een oplosmiddelsysteem van methanol en chloroform (1 : 30), delen met Rf = 0,60 (UV-absorptie waargenomen, purperrood in Nin-hydrinereactie) werden gecombineerd, in 20Q ml methanol gebracht en de oplossing gedurende 30 minuten geroerd.
Bij affiltreren van het silicagel en afdampen van het 35 methanol verkreeg men 98 mg van lila-32-1.
Voorbeeld LXIX
2 Millimol IIIa-15-1 bereid volgens de methode van 800 3 985 178 voorbeeld XXXIX werd gebracht in een 50 ml glazen drukhouder en 10 ml N,N-dimethylformamide toegevoegd om de verbinding op te lossen. Nadat 10 mmol methyljodide was toegevoegd werd de houder gesloten en gedurende een uur bij kamertemperatuur krachtig geschud. Een volgende 10 mmol me-5 thyljodide werd toegevoegd en de reactie op dezelfde wijze uitgevoerd. Methyl jodide werd opnieuw toegevoegd in een hoeveelheid van 10 mmol en na krachtig schudden van de houder gedurende 2b uur werden het oplosmiddel (N ,N-dimethylf ormamide) en niet-omgezet methyl jodide onder vacuum afgedestilleerd. Het residu werd opgelost in 2 ml methanol en druppels 10 van de oplossing werden op 20 silicagelplaten (TLCPSC-Fertigplatten, KIESELGEL 60 F-25^ van Merck & Co, Inc. Art 5717, 20 cm x 20 cm x 2 mm) gebracht, ontwikkeld met een oplosmiddelsysteem van methanol en chloroform (1 : 30),. delen met Rf = 0,50 (UV-absorptie waargenomen, purperrood in Ninhydrine-reactie) werden gecombineerd, in 200 ml methanol 15 gebracht en de oplossing gedurende 30 minuten geroerd, waarbij men na affiltreren van het silicagel en afdampen van het methanol 95 mg van IIIa-33-1 verkreeg.
Voorbeeld LXX
2 Minimal lila-16-1 bereid volgens de methode van 20 voorbeeld XLV werd gebracht in een 50 ml glazen drukhouder en 10 ml N,N-dimethylformamide toegevoegd om de verbinding op te lossen. Ha toevoeging van 10 mmol methyljodide werd de houder gesloten en bij kamertemperatuur gedurende 1 uur krachtig geschud. Een volgende 10 mmol methyl-jodide werd toegevoegd en de reactie op dezelfde wijze uitgevoerd. Het 25 methyljodide werd opnieuw toegevoegd in een hoeveelheid van 10 mmol waarbij na krachtig schudden van de houder gedurende 2b uur het oplosmiddel (N,N-dimethylformamide) en niet-omgezet methyljodide in vacuum werden afgedestilleerd. Het residu werd opgelost in 2 ml methanol en druppels van de oplossing werden op 20 silicagelplaten (TLCPSC-Fertig-30 platten KIESELGEL 60 F-25b van Merck & Co. Inc. Art 5717> 20 cm x 20 cm x 2 mm) gebracht, ontwikkeld met een oplosmiddelsysteem van methanol en chloroform (1 : 10), delen met Rf = 0,1+0 (UV-absorptie waargenomen, purperrood in Ninhydrine-reactie) werden gecombineerd, in 200 ml methanol gebracht en de oplossing gedurende 30 minuten geroerd. Na affiltreren 35 van het silicagel en afdampen van het methanol verkreeg men 70 mg van IIIa-3^-1.
8003985 ί 179 *
Voorbeeld LXXI
2 Millimol Ilia-17-1 bereid volgens de methode van voorbeeld XLII werd in een 50 ml glazen drukhouder gebracht en 10 ml Η,Η-dimethylformamide toegevoegd om de verbinding op te lossen. Ha toe-5 voeging van 10 ml methyljodide werd de houder gesloten en gedurende een uur bij kamertemperatuur krachtig geschud. Een volgende 10 mmol methyl-jodide werd toegevoegd en de reactie op dezelfde wijze uitgevoerd. Me-thyljodide werd opnieuw toegevoegd in een hoeveelheid van 10 mmol en na krachtig schudden van de houder gedurende 2k uur werden het oplosmiddel 10 (Η,Η-dimethylformamide) en niet-omgezet methyljodide in vacuum afgedestilleerd. Het residu werd opgelost in 2 ml methanol en druppels van de oplossing werden op 20 silicagelplaten {TLCPSC-Fertigplatten KIESELGEL 60 F-25k van Merck & Co. Inc. Art 5717, 20 cm x 20 cm x 2 mm) gebracht, ontwikkeld met een oplosmiddelsysteem van methanol en chloroform (1 : 15 20), delen met Rf = 0,1)-0 (UV-absorptie waargenomen, purperrood in Hinhy- drine-reactie) werden gecombineerd, in 200 ml methanol gebracht en de oplossing gedurende 30 minuten geroerd. Ha affiltreren van het silicagel en afdampen van. het methanol werd 90 mg van IIIa-35-1 verkregen.
Voorbeeld LXXII
20 Grondig gedroogd AI-77-B (^,95 mmol of 2,1 g) werd opgelost in 25 ml pyridine en na toevoeging van 6 mmol oliezuuranhydri-de bij kamertemperatuur werd de oplossing gedurende U uur bij kamertemperatuur geroerd. Hadat het pyridine in vacuum was afgedestilleerd werd 100 ml water aan de oplossing toegevoegd. Het verkregen neerslag werd 25 afgefiltreerd en grondig gedroogd. Het droge produkt werd driemaal gewassen met in totaal U50 ml hexaan (150 ml elk) en grondig gedroogd. Het droge produkt werd daarna opgelost in 150 ml chloroform en na toevoeging van 330 mg p-tolueensulfonzuur werd de oplossing gedurende 2 uur geroerd. Aan de oplossing werd 100 ml water toegevoegd ter vorming van 30 lagen. De chloroformlaag werd afgescheiden en gedroogd met natriumsul-faat. Ha affiltreren van het natriumsulfaat en afdampen van chloroformlaag werd 2,10 g van IIIa-1-13 verkregen.
Voorbeeld LXXIII
Grondig gedroogd AI-77-B (7,1 mmol of 3 g) werd opge-35 lost in 50 ml pyridine, en na toevoeging van 1U mmol benzoëzuuranhydri-de bij kamertemperatuur werd de oplossing gedurende 3 uur bij kamertemperatuur geroerd. Pyridine werd in vacuum afgedestilleerd en het residu
O Π Λ 7 0 OR
* ï 180 grondig gedroogd. Het gedroogde produkt werd·opgelost in U0 ml methanol, en aan de oplossing methanol verzadigd met chloorwaterstofzuur toegevoegd om een pH van 1 te "bereiken. De zure oplossing werd onder vacuum tot een droog produkt geconcentreerd. Het droge produkt werd opgelost 5 in 20 ml methanol, en aan de oplossing 1H waterige natriumhydroxyde toegevoegd om de pH op 5 in te stellen. De oplossing werd gedurende de nacht bij -20°C bewaard en het verkregen neerslag afgefiltreerd. Het neerslag werd in een water-methanol oplosmiddelsysteem (50% water en 50% methanol) gesuspendeerd en de suspensie door een kolom gepakt met 10 300 ml Amberlite XAD-2 gepasseerd. Ha wassen met 1,5 1 water, werd de kolom geëlueerd met een oplosmiddelsysteem van 85% methanol en \5% water. Actieve fracties werden gecombineerd, geconcentreerd en gedroogd waarbij men 2,51 g van lila-1-1^ verkreeg.
Voorbeeld LXXIV
15 2 Millimol grondig gedroogd AI-77-B werd gesuspendeerd in 10 ml chloroform. Ha toevoeging van 10 mmol ij—cyclohexylboterzuur en 8 mmol dicyclohexylcarbodilmide werd de oplossing gedurende U uur bij kamertemperatuur geroerd. Hadat het oplosmiddel onder vacuum was afgedestilleerd, werd het residu opgelost in 2 ml methanol, waarna druppels 20 van de oplossing op 20 silicagelplaten (TLCPSC-Fertigplatten KIESELGEL 60F-25^ van Merck & Co. Inc. Art. 5717, 20 cm x 20 cm x 2. mm) werden aangebracht, ontwikkeld met een oplosmiddelsysteem van methanol en chloroform (1 : 10), delen met Rf = 0,65 (UV-absorptie waargenomen) gecombineerd, in 200 ml methanol gebracht, waarna de oplossing gedurende 30 25 minuten werd geroerd. Hadat het silicagel was afgefiltreerd en het methanol geconcentreerd, verkreeg men 730 mg IIIa-1-19.
Voorbeeld LXXV
2 Millimol grondig gedroogd AI-77-B werd. gesuspendeerd in 10 ml chloroform. Ha toevoeging van 10 mmol H-methyltetrazool-30 carbonzuur en 8 mmol dicyclohexylcarbodilmide, werd de oplossing gedurende k uur bij kamertemperatuur geroerd. Hadat het oplosmiddel in vacuum was afgedestilleerd, werd het residu in 2 ml methanol opgelost, waarna druppels van de oplossing op 20 silicaplaten (TLCPSC Fertigplatten KIESELGEL 60F-25^ van Merck & Co., Inc. Art 5717, 20 cm x 20 cm x 2 mm) 35 werden aangebracht, ontwikkeld met een oplosmiddelsysteem van methanol en chloroform (1 : 10), delen met Rf = 0,51 (UV-absorptie waargenomen) 800 39 85 * i . .. , i 181 gecombineerd en in 200 ml methanol gebracht, waarna de oplossing gedurende 30 minuten werd geroerd. Nadat het silicagel was afgefiltreerd en het methanol geconcentreerd, werd 520 mg lila-1-27 verkregen.
Voorbeeld LXXVI
5 De verbinding IIIa-22-5 bereid volgens voorbeeld XXVI
werd onderworpen aan opening van de 'ί -lactonring volgens de methode van voorbeeld LX. 1 Millimol van de verkregen verbinding IIIb-22-5 werd gesuspendeerd in 10 ml methyleenchloride die juist was gedestilleerd, en aan de suspensie 3 mmol triëthyloxoniumfluorboraat toegevoegd.
10 Nadat het mengsel gedurende 1 uur bij kamertemperatuur was geroerd, werd de suspensie transparant. Na gedurende de nacht roeren werd het oplosmiddel (methyleenchloride) in vacuum afgedestilleerd. Het residu werd opgelost in 10 ml ethanol, en onder koeling met ijs werd 2 ml ethanol verzadigd met ammoniak aan de oplossing toegevoegd. Na gedurende 2 uur 15 roeren, werd de temperatuur van de oplossing opnieuw op kamertemperatuur gebracht, waarbij de reactie gedurende 3 dagen werd voortgezet. Het residu werd in water opgelost, en de oplossing door een kolom gepakt met 50 ml Amberlite XAD-2 gepasseerd. Na wassen met 100 ml water werd de kolom geëlueerd met een oplosmiddelsysteem van 15$ methanol en 85$ wa-20 ter. Actieve fracties werden gecombineerd en geconcentreerd en men verkreeg 310 mg Vb-lk-1.
Voorbeeld LXXVII
De verbinding lila-18-1 bereid volgens voorbeeld XXXIV werd onderworpen aan opening van de "3Γ-lactonring, volgens de methode 25 van voorbeeld LX. 1 Millimol van de verkregen verbinding IIIb-18-1 werd gesuspendeerd in 10 ml methyleenchloride, dat eerst was gedestilleerd en 3 mmol triëthyloxoniumfluorboraat aan de suspensie toegevoegd. Na roeren gedurende 1 uur bij kamertemperatuur werd de suspensie transparant. Na roeren gedurende de nacht werd het oplosmiddel (methyleen-30 chloride) in vacuum af gedestilleerd. Het residu werd opgelost in 10 ml ethanol, en onder koeling met ijs werd 2 ml met ammoniak verzadigde ethanol aan de oplossing toegevoegd. Na roeren gedurende 2 uur werd de temperatuur van de oplossing wederom op kamertemperatuur gebracht, waarbij de reactie gedurende 3 dagen werd.voortgezet. Het residu werd 35 in water opgelost, en de oplossing door een kolom gepakt met 50 ml Amberlite XAD-2 gepasseerd. Na wassen met 100 ml water werd de kolom geëlu- O n /1 7 A oe * 182 i eerd met een oplosmiddel systeem van 15# methanol en 85# water. Actieve fracties werden gecombineerd en geconcentreerd en men verkreeg 310 mg Vb-10-1.
Voorbeeld LXXVIII
5 Verbinding IIIa-27-1 bereid volgens voorbeeld L werd onderworpen aan opening van de '/-lactonring volgens de methode van voorbeeld LX. 1 Millimol van de verbinding IIIb-27-1 werd gesuspendeerd in 10 ml methyleenchloride, dat juist was gedestilleerd, en 3 mmol tri-ethyloxonium-fluorboraat aan de suspensie toegevoegd. Na roeren geduren-10 de 1 uur bij kamertemperatuur werd de suspensie transparant. Na roeren gedurende de nacht werd het oplosmiddel (methyleenchloride)onder vacuum afgedestilleerd. Het residu werd opgelost in 10 ml ethanol, en onder koeling met ijs werd 2 ml ethanol verzadigd met ammoniak aan de oplossing toegevoegd. Na roeren gedurende 2 uur werd de temperatuur van de 15 oplossing weer op kamertemperatuur gebracht, bij welke temperatuur de reactie 3 dagen werd voortgezet. Het residu werd opgelost in water, en de oplossing door een kolom gepakt met 50 ml Amberlite XAD-2 gepasseerd. Na wassen met 100 ml water, werd de kolom geëlueerd met een oplosmid-delsysteem van 10# methanol en 90# water. Actieve fracties werden ge-20 combineerd en geconcentreerd en men verkreeg 290 mg Vb-19-1.
Voorbeeld LXXIX
De verbinding lila-13-2 bereid volgens voorbeeld XL werd onderworpen aan opening van de 7-lactonring volgens de methode van voorbeeld LX. 1 Millimol van de verkregen verbinding IIIb-13-2 25 werd gesuspendeerd in 10 ml methyleenchloride, die juist was gedestilleerd, en 3 mmol triëthyloxoniumfluorboraat aan de suspensie toegevoegd. Na roeren gedurende 1 uur bij kamertemperatuur werd de suspensie transparant. Na roeren gedurende de nacht werd het oplosmiddel (methyleenchloride) in vacuum afgedestilleerd. Het residu werd opgelost in 10 ml etha-30 nol en onder koeling met ijs werd 2 ml met ammoniak verzadigde ethanol aan de oplossing toegevoegd. Na roeren gedurende 2 uur werd de temperatuur van de oplossing weer op kamertemperatuur gebracht, bij welke temperatuur de reactie gedurende 3 dagen werd voortgezet. Het residu werd opgelost in water, en de oplossing door een kolom, gepakt met 50 ml 35 Amberlite XAD-2 gepasseerd . Na wassen met 100 ml water, werd de kolom geëlueerd met een oplosmiddelsysteem van 15# methanol en 85# water.
8003985 % 183
Actieve fracties werden gecombineerd en geconcentreerd en men verkreeg 29Ο mg Vb-5-1 ·
Voorbeeld LXXX
De verbinding IIIa-31-2 bereid volgens voorbeeld LXVII, 5 werd onderworpen aan opening van de *£-lactonring volgens de methode van voorbeeld LX. 1 Millimol van de verkregen verbinding IIIb-31-2 werd gesuspendeerd in 10 ml methyleenchloride, die juist was gedestil-• leerd, en 3 mmol triëthyloxoniumfluorboraat aan de suspensie toegevoegd.
Na roeren gedurende 1 uur bij kamertemperatuur werd de suspensie trans-10 parant. Ha roeren gedurende de nacht werd het oplosmiddel (methyleenchloride) onder vacuum afgedestilleerd. Het residu werd opgelost in 10 ml ethanol en onder koeling met ijs werd 2 ml met ammoniak verzadigde ethanol aan de oplossing toegevoegd. Ha gedurende 2 uur roeren werd de temperatuur van de oplossing wederom op kamertemperatuur gebracht bij 15 welke temperatuur de reactie gedurende 3 dagen werd voortgezet. Het residu werd in water opgelost en de oplossing door een kolom gepakt met 50 ml Amberlite XAD-2 gepasseerd. Ha wassen met 100 ml water werd de kolom geëlueerd met een oplosmiddelsysteem van 20$ methanol en 80$ water. Actieve fracties werden gecombineerd en geconcentreerd en men ver-20 kreeg 310 mg Vb-23-1.
Voorbeeld Lmi 2 Millimol grondig gedroogd AI-77-B werd gesuspendeerd in 10 ml chloroform, en na toevoeging van 10 mmol cyclohexanon-2-car-bonzuur en 8 mmol dicyclohexylcarbodiïmide werd de suspensie gedurende 25 ^ uur bij kamertemperatuur geroerd. Hadat het oplosmiddel in vacuum was afgedestilleerd, werd het residu opgelost in 2 ml methanol, waarna druppels van de oplossing op 20 silicagelplaten (TLCPSC Fertigplatten (KIESEL-G-EL 60F-25^· Merck & Co. Inc., Art. 5717> 20 cm x 20 cm x 2 mm) werden aangebracht, ontwikkeld met een oplosmiddelsysteem van methanol en chlo-30 roform (1 : 10), delen met Rf = 0,70 (UV-absorptie waargenomen) werden gecombineerd, en in 200 ml methanol gebracht, waarna de oplossing gedurende 30 minuten werd geroerd. Hadat het silicagel was afgefiltreerd en het methanol geconcentreerd, verkreeg men 510 mg lila-1-33·
Voorbeeld DXXXII
35 2 Millimol grondig gedroogd AI-77-B werd gesuspendeerd in 10 ml chloroform, en na toevoeging van 10 mmol U-methyIthiobenzoë- 800 39 85 9 184
zuur en 8 mmol dicyclohexylcarbodilmide werd de suspensie gedurende 4 uur bij kamertemperatuur geroerd. Nadat het oplosmiddel onder vacuum was af gedestilleerd werd het residu opgelost in 2 ml methanol, waarna druppels van de oplossing op 20 silicagelplaten (TLCPSC Fertigplatten 5 KIESELGEL 60F-254 Merck & Co. Inc. Art 5717, 20 cm x 20 cm x 2 mm] werden aangebracht, ontwikkeld met een oplosmiddelsysteem van methanol en chloroform (1 : 30), delen met Rf = 0,40 (UV-absorptie waargenomen! werden gecombineerd, in 200 ml ethanol gebracht, waarna de oplossing gedurende 30 minuten werd geroerd. Nadat het silicagel was afgefiltreerd 10 en het methanol geconcentreerd, werd 700 mg lila-1-46 verkregen. Voorbeeld LXXXIII
1 Millimol IIIa-1-13 bereid volgens voorbeeld LXXII werd opgelost in 10 ml methyleenchloride, dat juist was gedestilleerd.
Na toevoeging van 1,5 mmol triëthyloxoniumfluorboraat - in een argonatmos-15 feer werd de oplossing gedurende 4 uur bij kamertemperatuur geroerd. Na oplossing van methyleenchloride onder vacuum, werd 1Q ml gedroogde ethanol taegevoegd, waarna onder koeling met ijs 2 mmol natriumhoorhydride werd toegevoegd. Het mengsel werd gedurende 10 minuten geroerd, waarna overmaat natriumhoorhydride met ethanol verzadigd met waterstofchloride 20 werd ontleed. Nadat het reactiemengsel in vacuum tot een droog produkt was ingedampt, werd het droge produkt gesuspendeerd in een water-tetra-hydrofuran-oplosmiddelsysteem (40% water, 60% tetrahydrofuran 1, en de suspensie door een kolom gepakt met 70 ml Amberlite XAD-2 gepasseerd.
Na wassen met 500 ml water, werd de kolom geëlueerd met tetrahydrofuran-25 water op dezelfde wijze als volgens voorbeeld XIII. Fracties geëlueerd bij een 50% tetrahydrofuran-concentratie werden gecombineerd en geconcentreerd en men verkreeg 210 mg IIIa-18-13.
Voorbeeld LXXXIV
1 Millimol IIIa-1-l4, bereid volgens voorbeeld LXXIH, 30 werd opgelost in 10 ml methyleenchloride, dat juist was gedestilleerd. Aan de oplossing werd 1,5 mmol triëthyloxoniumfluorboraat in een argon-atmosfeer toegevoegd en de oplossing gedurende 4 uur bij kamertemperatuur geroerd. Nadat het methyleenchloride in vacuum was afgedestilleerd, werd 10 ml gedroogde ethanol en vervolgens onder koeling met ijs 2 mmol 35 natriumhoorhydride toegevoegd. Na gedurende 10 minuten roeren werd overmaat natriumhoorhydride ontleed met ethanol en verzadigd met waterstof- 800 3 9 85 » * 185 chloridegas. Sadat het reactiemengsel in vacuum tot een droog produkt was ingedampt, werd het droge produkt gesuspendeerd in een watertetra-hydrofuran-oplosmiddel (Uo % water en 60% tetrahydrofuran] en de suspensie door een kolom gepakt met 70 ml Amberlite XAD-2 gepasseerd. Sa was-5 sen met 500 ml water, werd de kolom geëlueerd met een tetrahydrofuran-water-oplosmiddelsysteem op dezelfde wijze als beschreven in voorbeeld XIII. Fracties werden geëlueerd bij een b0% tetrahydrofuran-concentratie en men verkreeg 250 mg Ilia-18-1¾.
Voorbeeld LXXXV
10 1 Millimol IIIa-1-19-volgens voorbeeld LXXIV, werd opgelost in 10 ml methyleenchloride, dat juist was gedestilleerd. Aan de oplossing werd 1,5 mmol triëthyloxoniumflüorboraat in een argonatmos-feer toegevoegd, en de oplossing gedurende b uur bij kamertemperatuur geroerd. Sadat het methyleenchloride in vacuum was afgedestilleerd, 15 werd 10 ml gedroogde ethanol, en vervolgens onder koeling met ijs 2 ml natriumboorfluoride toegevoegd. Sa gedurende 10 minuten roeren werd overmaat natriumboorhydride ontleed met ethanol verzadigd met waterstof-chloride. Sadat het reactiemengsel in vacuum tot een droog produkt was ingedampt werd het droge produkt gesuspendeerd in een water-tetrahydro-20 furan-oplosmiddelsysteem (b0% water en 60% tetrahydrofuran) en de suspensie door een kolom gepakt met 70 ml Amberlite XAD-2 gepasseerd. Sa wassen met 500 ml water, werd de kolom geëlueerd met een tetrahydrofuran-water-oplosmiddelsysteem als beschreven in voorbeeld. XIII. Fracties ge-elueerd bij een SQ% tetrahydrofuran-concentratie werden gecombineerd en 25 geconcentreerd en men verkreeg 170 mg lila-18-19·
Voorbeeld LXXXVI
1 Millimol IIIa-1-59 (bereid volgens de methode van voorbeeld LXXIV) werd opgelost in 10 ml methyleenchloride dat juist was gedestilleerd.. Aan de oplossing werd 1,5 mmol triëthyloxonium-30 fluorboraat in een aegonatmosfeer toegevoegd., en de oplossing gedurende ^ uur bij kamertemperatuur gedroogd. Sadat methyleenchloride onder vacuum was afgedestilleerd werd het residu opgelost in 10 ml gedroogde ethanol, en onder koeling met ijs 2 mmol natriumboorhydride aan de oplossing toegevoegd die vervolgens gedurende 10 minuten werd geroerd. Over-35 maat natriumboorhydride werd ontleed met ethanol verzadigd met water-stofchloridegas en het reactiemengsel onder vacuum tot een droog produkt ingedampt. Het droge produkt werd gesuspendeerd in een water-tetra- 8003985 S003985 186 hydrofuran-oplosmiddelsysteem (h0% water en 6q% tetrabydrofuran), en de suspensie door een kolom gepakt met TO ml Amberlite XAD-2 gepasseerd. Na wassen met 500 ml water, werd de kolom geëlueerd met een tetrahydro-furan-water oplosmiddelsysteem op dezelfde wijze als beschreven in 5 voorbeeld XIII. Fracties geëlueerd bij een b0% tetrahydrofuran-concen-tratie werden gecombineerd en geconcentreerd en men verkreeg 190 mg * lila-18-53·
Voorbeeld LXXXVII
1 Millimol IIIa-1-16, bereid volgens de werkwijze van 10 voorbeeld LXXII, werd opgelost in 10 ml methyleenchloride, dat juist
was gedestilleerd. Aan de oplossing werd 1,5 mmol triëthyloxoniumfluor-boraat in een argonatmosfeer toegevoegd en de oplossing gedurende U uur bij kamertemperatuur geroerd. Nadat methyleenchloride onder vacuum was afgedestilleerd werd het residu opgelost in 10 ml gedroogde ethanol en 15 onder koeling met ijs werd aan de oplossing 2 mmol natriumboorhydride toegevoegd, waarna de oplossing gedurende 10 minuten werd geroerd. Overmaat natriumboorhydride werd ontleed met methanol verzadigd met water-stofchloridegas en het reactiemengsel onder vacuum tot een droog produkt ingedampt. Het droge produkt werd gesuspendeerd in een water-tetrahydro-20 furan-oplosmiddelsysteem (bo% water en 60% tetrahydrofuran), en de suspensie door een kolom gepakt met 70 ml Amberlite XAD-2 gepasseerd. Na wassen met 500 ml water werd de kolom geëlueerd met een tetrahydrofuran-water-oplosmiddelsysteem op dezelfde wijze als beschreven in voorbeeld XIII. Fracties geëlueerd bij een 60% tetrahydrofuran-concentratie wer-25 den gecombineerd en geconcentreerd en men verkreeg 210 mg Illa-18-16. Voorbeeld LXXXVIII
1 Millimol lila-1-38 bereid volgens de methode van voorbeeld LXXIII werd opgelost in 10 ml methyleenchloride, dat juist was gedestilleerd. Aan de oplossing werd 1,5 mmol triëthyloxoniumfluor-30 boraat in een argonatmosfeer toegevoegd, en de oplossing gedurende U uur bij kamertemperatuur geroerd. Nadat methyleenchloride onder vacuum was afgedestilleerd werd het residu opgelost in 10 ml gedroogde ethanol, en onder koeling met ijs werd 2 mmol natriumboorhydride aan de oplossing toegevoegd, die vervolgens gedurende 10 minuten werd geroerd. Overmaat 35 natriumboorhydride werd ontleed met methanol verzadigd met waterstofchlo-ridegas, en het reactiemengsel onder vacuum t<?t een droog produkt inge- 800 39 85 Γ 187 dampt. Het droge product werd ^suspendeerd in een water-tetrahydrofu-ranoplosmiddel (k0% water en 60% tetrahydrofuran), en de suspensie door een kolom gepakt met JO ml Amberlite XAD-2 gepasseerd. Ha wassen met 500 ml water, werd de kolom geëlueerd met een tetrahydrofuran-water 5 oplosmiddelsysteem zoals beschreven in voorbeeld XIII. Fracties geëlueerd bij een k0% tetrahydrofuran-concentratie werden gecombineerd en geconcentreerd en men verkreeg 260 mg van lila-18-32.
Voorbeeld LXXXIX
1 Millimol IIIa-5-1^, bereid volgens de methode van 10 voorbeeld XXI, werd opgelost in 10 ml methyleenchloride dat juist was gedestilleerd. Aan de oplossing werd 1,5 mmol triëthyloxoniumfluorbo-raat toegevoegd, en de oplossing gedurende h uur bij kamertemperatuur geroerd. Hadat methyleenchloride in vacuum was afgedestilleerd, werd het residu opgelost in 10 ml gedroogde ethanol en onder koeling met ijs 15 2 mmol natriumboorhydraat aan de oplossing toegevoegd, die vervolgens gedurende 10 minuten werd geroerd. Overmaat natriumboorhydride werd ontleed met ethanol verzadigd met waterstofchloridegas, en het reactie-mengsel onder vacuum tot een droog produkt ingedampt.. Het droge produkt werd gesuspendeerd in een water-tetrahydrofuran-oplosmiddelsysteem (kQ% 20 water en βθ% tetrahydrofuran), en de suspensie door een kolom gepakt met 70 ml Amberlite XAD-2 gepasseerd. Ha wassen met 500 ml water werd de kolom geëlueerd met een tetrahydrofuran-water-oplosmiddelsysteem, zoals beschreven in voorbeeld XIII. Fracties geëlueerd bij een.6o$ tetrahydro-furaa-concentratie, werden gecombineerd en geconcentreerd en men ver-25 kreeg 220 mg van IIIa-22-1^.
Voorbeeld XC
1 Millimol IIIa-5-16, bereid volgens de methode van voorbeeld XXI, werd opgelost in 10 ml methyleenchloride dat juist was gedestilleerd. Aan de oplossing werd 1,5 mmol triëthyloxoniumfluorboraat 30 in een argonatmosfeer toegevoegd, en de oplossing gedurende U uur bij kamertemperatuur geroerd. Hadat methyleenchloride onder vacuum was afgedestilleerd, werd het residu opgelost in 10 ml gedroogde ethanol en onder koeling met ijs werd 2 mmol natriumboorhydride aan de oplossing toegevoegd, die vervolgens gedurende 10 minuten werd geroerd. Overmaat 35 natriumboorhydride werd ontleed met ethanol verzadigd met waterstofchloridegas, en het reactiemengsel onder vacuum tot een droog produkt Inge- 800 39 85 188 ï dampt. Het droge produkt werd gesuspendeerd in een water-tetrahydro-furan-oplosmiddelsysteem (Uo$ water en 60$ tetrahydrofuran 1, en de suspensie gepasseerd door een kolom gepakt met 70 ml Amberlite ΧΑΏ-2.
Ha wassen met 500 ml water, werd de kolom geëlueerd met een tetrahydro-5 furan-water-oplosmiddelsysteem zoals beschreven in voorbeeld XIII.
Fracties geëlueerd bij een 50$ tetrahydrofuran-concentratie werden gecombineerd en geconcentreerd en men verkreeg 2^0 mg van IHa-22-15· Voorbeeld XCI
1 Millimol IIIa-h-23 bereid volgens de methode van 10 voorbeeld XXI, werd opgelost in 10 ml methyleenchloride dat juist was gedestilleerd. Aan de oplossing werd 1,5 mmol triëthyloxonium-fluorbo-raat in een argonatmosfeer toegevoegd en de oplossing gedurende U uur bij kamertemperatuur geroerd. Nadat methyleenchloride in vacuum was afgedestilleerd, werd het residu opgelost in 10 ml gedroogde ethanol, en 15 onder koeling met ij s werd 2 mmol natriumboorhydride aan de oplossing toegevoegd, die vervolgens gedurende 10 minuten werd geroerd. Overmaat natriumboorhydride werd ontleed met ethanol verzadigd met. waterstofchlo-ridegas en het reactiemengsel onder vacuum tot een droog produkt ingedampt . Het droge produkt werd gesuspendeerd in een. water-tetrahydrofu-20 ran-oplosmiddelsysteem {b0% water en 60$ tetrahydrofuran 1, en de suspensie door een kolom gepakt met 70 ml Amberlite XAD-2 gepasseerd. Na wassen met 500 ml water, werd de kolom geëlueerd met een tetrahydrofuran-water oplosmiddelsysteem zoals beschreven in voorbeeld ΧΙΓΕ. Fracties geëlueerd bij een 50$ tetrahydrofuran-concentratie werden gecombineerd 25 en geconcentreerd en men verkreeg 200 mg van IIIa-22-22.
Voorbeeld XCII
1 Millimol IIIa-5-19 bereid volgens'de methode van voorbeeld XXI werd opgelost in 10 ml methyleenchloride, dat juist was gedestilleerd. Aan de oplossing werd 1,5 mmol triëthyloxoniumfluorhoraat 30 toegevoegd, en de oplossing gedurende U uur bij kamertemperatuur geroerde Nadat methyleenchloride onder vacuum was afgedestilleerd, werd het residu opgelost in 10 ml gedroogde ethanol, en onder koeling met ijs werd 2 mmol natriumboorhydride aan de oplossing toegevoegd, die vervolgens gedurende 10 minuten werd geroerd. Overmaat natriumboorhydride werd ont-35 leed met ethanol verzadigd met waterstofchloridegas' en het reactiemengsel onder vacuum tot een droog produkt ingedampt. Het droge produkt 800 39 85 i 189 werd gesuspendeerd in een water-tetrahydrofuran-oplosmiddel (k0% water en 60% tetrahydrofuran), en de suspensie gepasseerd door een kolom gepakt met TO uil Amberlite ΧΑΏ-2. Na wassen met 500 ml water, werd de kolom geëlueerd met een tetrahydrofuran-water oplosmiddelsysteem, zo-5 als beschreven in voorbeeld XIII. Fracties geëlueerd met een concentratie van 70% tetrahydrofuran werden geconcentreerd en gecombineerd en men verkreeg 190 mg van IIIa-22-18.
Voorbeeld XCIII
1 Millimol IIIa-5-123, bereid volgens voorbeeld XXII, 10 werd gesuspendeerd in een oplosmiddel bestaande uit 2 ml methanol en 1+ ml water, waarna 135 waterig natriumhydroxyde aan de suspensie werd toegevoegd tot de pH 12 bereikte. Nadat de suspensie bij kamertemperatuur was geroerd, werd de pH lager dan 12, zodat dezelfde base werd toegevoegd teneinde een pH van 12 te verkrijgen. Nadat de pH niet meer 15 lager werd dan 12, werd 1N chloorwaterstofzuur toegepast om de pH van de suspensie op 7 in te stellen. De aldus behandelde suspensie werd gepasseerd door een kolom gepakt met 30 ml Amberlite XAD-2. Na wassen met 500 ml water werd de kolom geëlueerd met een met hanol-wat er oplosmiddelsysteem zoals beschreven in voorbeeld XXII. Fracties geëlueerd 20 met een concentratie van 80% methanol werden gecombineerd en geconcentreerd. Het concentraat werd opgelost in 10 ml methanol verzadigd met waterstofchloride, en de oplossing gedurende 30 minuten onder koeling met ijs geroerd. Het oplosmiddel werd afgedestilleerd en het residu grondig gedroogd, waarna 380 mg van lila-13-8 werd verkregen.
25 Voorbeeld XL·IV
1 Millimol IIIa-5-7» bereid volgens voorbeeld XXII, werd gesuspendeerd in een oplosmiddel bestaande uit 2 ml methanol en k * ml water, en 1N waterig natriumhydroxyde aan de suspensie toegevoegd tot de pH 12 bereikte. Nadat de suspensie bij kamertemperatuur was ge-30 roerd, werd de pH lager dan 12, zodat dezelfde base verder werd toegevoegd om een pH van 12 te verkrijgen. Nadat de pH niet meer lager werd dan 12, werd 1N chloorwaterstofzuur toegepast om de pH op 7 in te stellen. De aldus behandelde suspensie werd gepasseerd door een kolom gepakt met 30 ml Amberlite XAD-2. Na wassen met 500 ml water, werd de ko-35 lom geëlueerd met een methanol-water-oplosmiddelsysteem, zoals beschreven in voorbeeld XXII. Fracties geëlueerd bij een 50% methanol-concen- 800 3 9 85 190 tratie werden gecombineerd en geconcentreerd. Het concentraat werd opgelost in 10 ml metHanoi verzadigd met waterstofchloride en de oplos- · sing gedurende 30 minuten onder koeling met ijs geroerd. Het oplosmiddel werd in vacuum afgedestilleerd en het residu grondig gedroogd, waar-5 bij 350 mg van lila-13-1 werd verkregen.
Voorbeeld XCV
1 Millimol IIIa-5-12^, bereid volgens de methode van voorbeeld XXII, werd gesuspendeerd in. een oplosmiddel bestaande uit 2 ml methanol en U ml water, en 1N waterig natriumhydroxide werd toege-10 voegd tot de pH van de suspensie 12 bereikte. Nadat de suspensie bij kamertemperatuur was geroerd, werd de pH lager dan 12, zodat dezelfde base werd toegevoegd teneinde een pH van 12 te verkrijgen. Nadat de pH niet langer beneden 12 daalde, werd 1N chloorwaterstofzuur toegepast, om de pH op 7 in te stellen. De aldus behandelde suspensie werd gepas-15 seerd door een kolom gepakt met 30 ml Amberlite XAD-2. Na wassen met 500 ml water werd de kolom geëlueerd onder toepassing van een methanol-water-oplosmiddelsysteem zoals beschreven in voorbeeld XXII. Fracties geëlueerd bij een -60% methanol-concentratie werden gecombineerd en geconcentreerd. Het concentraat werd opgelost in 10 ml methanol verzadigd met 20 waterstofchloride, en de oplossing gedurende 30 minuten onder koeling met ijs geroerd. Het oplosmiddel werd onder vacuum af gedestilleerd en het residu grondig gedroogd, waarbij 300 mg van IIIa-13-33 werd verkregen.
Voorbeeld XCVI
25 1 Millimol IIIa-5-125 bereid volgens voorbeeld XXII, werd gesuspendeerd in een oplosmiddel bestaande uit 2 ml methanol en k ml water, en 1N waterig natriumhydroxyde aan de suspensie toegevoegd tot de pH 12 bereikte. Nadat de suspensie bij kamertemperatuur was geroerd, werd de pH lager dan 12, zodat dezelfde base aan de suspensie 30 werd toegevoegd teneinde een pH van 12 te verkrijgen. Nadat de pH niet meer onder 12 daalde, werd 1N chloorwaterstofzuur toegevoegd om de pH op 7 in te stellen. De aldus behandelde suspensie werd door een kolom gepakt met 30 ml Amberlite XAD-2 gepasseerd. Na wassen met 500 ml water werd de kolom geëlueerd met een methanol-water-oplosmiddelsysteem, zoals 35 beschreven in voorbeeld XXII. Fracties geëlueerd bij een 60% methanol-concentratie werden gecombineerd en geconcentreerd. Het concentraat werd 8 0 0 3 9 85 ί 191 opgelost in 10 nil methanol verzadigd met vat erst of chloride en de oplossing gedurende 30 minuten onder koelen met ijs geroerd. Het oplosmiddel werd onder vacuum afgedestilleerd en het residu grondig gedroogd waarbij 280 mg van lila-13-20 werd verkregen.
5 Voorbeeld XCVII
2 Millimol lila-13-1,bereid zoals beschreven in voorbeeld XCIV, werd in een 50 ml glazen drukhouder geplaatst en 10 ml H,H-dimethylformamide toegevoegd teneinde de verbinding op te lossen. Ha toevoeging van 10 mmol methyljodide, werd de houder gesloten en geduren-10 de 1 uur bij kamertemperatuur krachtig geschud. Vervolgens werd nogmaals 10 mmol methyljodide toegevoegd, en de reactie op dezelfde wijze uitgevoerd. Hierna werd wederom 10 mmol methyljodide toegevoegd, en na krachtig schudden van de houder gedurende 2k uur, werden het oplosmiddel (H ,N-dimet hylformaml.de) en niet-omgezet methyljodide onder vacuum afge-15 destilleerd. Het residu werd opgelost in 2 ml methanol, en druppels van de oplossing werden op 20 silicagelplaten (TLCPSC-Fertigplatten KIESEL-GEL 60F-25U van Merck & Co. Inc. Art. 571T, 20 cm x 20 cm x 2 mm) aangebracht, ontwikkeld met een oplosmiddelsysteem van methanol en chloroform (1 :15), delen met Rf = 0,^0 (UV-absorptie waargenomen, purperrood 20 in Hinhydrine-reactie) gecombineerd, in 200 ml methanol gebracht, waarna de oplossing gedurende 30 minuten werd geroerd. Hadat het silicagel was afgefiltreerd en methanol geconcentreerd verkreeg men 70 mg van IIIa-31-1.
Voorbeeld XCVIII
25 2 Millimol IIIa-13-δ, bereid volgens voorbeeld XCIII, werd in een 50 ml glazen drukhouder gebracht, en 10 ml N,H-dimethyl-formamide toegevoegd teneinde de verbinding op te lossen. Ha toevoeging van 10 mmol methyljodide, werd de houder afgesloten en bij kamertemperatuur gedurende 1 uur krachtig geschud, vervolgens nogmaals 10 mmol me-30 thyljodide toegevoegd, en de reactie op dezelfde wijze uitgevoerd. Hier na werd wederom 10 mmol methyljodide toegevoegd, en na krachtig schudden van de houder gedurende 2^ uur werden het oplosmiddel (H,H-dimethyl-formamide) en niet-omgezet methyljodide in vacuum afgedestilleerd. Het residu werd opgelost in 2 ml methanol, en druppels van de oplossing wer-35 den op 20 silicagelplaten (TLCPSC-Fertigplatten KIESELGEL 60F-25^ Merck & Co., Inc. Art 5717, 20 cm x 20 cm x 2 mm) aangebracht, ontwikkeld met 80039 85 ï » 192
een oplosmiddelsysteem van methanol en chloroform (1 : 10), delen met Rf = 0,52 (UV-absorptie waargenomen, purperrood in Ninhydrine-reactie) gecombineerd en in 200 ml methanol gebracht, waarna de oplossing gedurende 30 minuten werd geroerd. Nadat het silicagel was afgefiltreerd 5 en het methanol geconcentreerd, verkreeg men 82 mg van IIIa-31-13. Voorbeeld XCIX
2 Minimal grondig gedroogd AI-77-A werd in een druk-houder gebracht en na toevoeging van 50 mmol ethylamine werd de houder afgesloten en het mengsel gedurende 10 minuten bij 100°G geroerd. Het 10 reactiemengsel werd opgelost in 2 ml methanol, en druppels van de oplossing werden op 15 silicagelplaten (TLCPSC-Fertigplatten KIESELGEL 60F-25^ van Merck & Co. Inc. Art 5717, 20 cm x 20 cm x 2 mm) aangebracht, ontwikkeld met een oplosmiddelsysteem van chloroform en methanol (27 : 1), delen met Rf = 0,15 (UV-absorptie waargenomen) gecombineerd, 15 in 100 ml methanol gebracht, waarna de oplossing gedurende 20 minuten werd geroerd. Nadat het silicagel was afgefiltreerd en het methanol geconcentreerd verkreeg men 200 mg van Vb-2-1.
Voorbeeld C
2 Millimol grondig gedroogd AI-77-A werd in een druk-20 houder gebracht en na toevoeging van UO mmol isopropylamine werd de houder afgesloten met een mengsel gedurende 10 minuten bij 100°C geroerd.
Het reactiemengsel werd opgelost in 2 ml methanol, en druppels van de oplossing werden op 15 silicagel-platen (TLCPSC-Fertigplatten KIESELGEL 60F-25^ van Merck & Co. Inc. Art. 5H7, 20 cm x 20 cm x 2 mm) aange-25 bracht, ontwikkeld met een oplosmiddelsysteem van chloroform en methanol (7 : 1), delen met Rf =* 0,30 (UV-absorptie waargenomen) gecombineerd en in 100 ml methanol gebracht, waarna de oplossing gedurende 20 minuten werd geroerd. Nadat het silicagel was afgefiltreerd en het methanol geconcentreerd, verkreeg men 230 mg van Vb-1-Ll.
30 Voorbeeld Cl 30 g AI-77-B werd in een glazen drukhouder geplaatst, en 150 ml dimethylformamide toegevoegd om de verbinding op te lossen.
Na toevoeging van 300 ml methyljodide werd de oplossing gedurende de nacht bij 50°C geroerd. Dimethylformamide en overmaat methyljodide wer-35 den onder vacuum afgedestilleerd, en het residu werd opgelost in een oplosmiddel, bestaande uit 50 ml methanol en 50 ml water. De oplossing 800 39 85 8003985 193 werd gepasseerd door een kolom gepakt met 2 1 Amberlite XAD-2. Ha grondig wassen met een oplosmiddel bestaande uit 50% methanol en 50% water, werd de kolom geëlueerd met een oplosmiddel bestaande uit 80% methanol en 20% water (dat 10% 111 waterstof zuur bevatte). Nadat de eluaten 5 waren geconcentreerd, werd 20 g AI-77-F verkregen in de vorm van een wit kristallijn neerslag. Het neerslag werd gedurende de nacht onder vacuum bij 50°C gedroogd onder toepassing van fosforpentoxyde. De droge vaste stof had fysisch-chemische eigenschappen, die .overeenkwamen met de fy-sisch-chemische gegevens van AI-77-F.
10 Voorbeeld CII
10 Millimol grondig gedroogd Ai-77-B werd opgelost in 100 ml van een mengsel van 1N chloorwaterstofzuur en ethanol in een ijs-bad. Onmiddellijk daarna werd het oplosmiddel onder vacuum verwijderd (badtemperatuur: 20 — 30°C), waarna een vacuumpomp werd toegepast om het 15 residu grondig te drogen. Het droge residu werd opgelost in 50 ml van een oplossing, die 0,5 mol natriumbicarbonaat bevatte, en het mengsel geëxtraheerd met 600 ml ethylacetaat. Nadat de ethylacetaatlaag met verzadigd waterig natriumchloride was gewassen, werd natriumsulfaat aan de laag toegevoegd die men gedurende de nacht liet staan.. Nadat het na-20 triumsulfaat was af gefiltreerd en ethylacetaat in vacuum was verwijderd, verkreeg men 3,98 g AI-77-B- 2f -lacton (AI-77-Ba) (opbrengst: 98%). Voorbeeld CIII
5 Millimol AI-77-Ba werd opgelost in 100 ml gedroogde methanol, en door de oplossing boven een waterbad (10 - 15°C) tot 50 mmol 25 gedroogd ammoniakgas geborreld. Het reactiesysteem werd gesloten en er werd gedurende een periode van 2 uur geroerd. Het oplosmiddel werd onder vacuum verwijderd en het residu in 50 ml methanol opgelost. 5 g Super-Cel werd aan de oplossing toegevoegd, en na roeren werd het oplosmiddel onder vacuum verwijderd, gevolgd door droging van het residu. Het residu 30 werd in een vijzel in fijne deeltjes verdeeld, waarna de deeltjes in een silicagelkolom (200 g) gevuld met chloroform werden aangebracht. De kolom werd eerst gewassen met 500 ml chloroform en vervolgens geëlueerd met 500 ml van een oplosmiddelsysteem van chloroform en methanol (3 :1). Fracties 51 - 150 werden gecombineerd en tot een droog produkt ge-35 concentreerd. Een kleine hoeveelheid methanol werd aan het residu toegevoegd en het mengsel bewaard tot zich een wit neerslag vormde. Het 800 39 85 * Μ neerslag werd gewassen met ethylacetaat en het oplosmiddel onder vacuum af gedestilleerd, waarna 0,5"! g wan de eindverbinding VII-1-1 werd verlegen.
Voorbeeld CIV
5 Vijf millimol AI-TT-Ba werd opgelost in 100 ml ge droogde methanol. Gedroogd stikstofgas werd door TO ml monomethylamine (U0$'s waterige oplossing) geborreld, en het verdrongen monomethylamine opgevangen in een trap gekoeld met droog ijs. Het opgevangen monomethylamine werd verdampt boven een waterbad (10 - 20°C), gedroogd door een 10 buis gevuld met natronloog, en door de eerder bereide oplossing van AI-TT-Ba in methanol geborreld. De reactie werd uitgevoerd boven een waterbad (10 — 15°C) gedurende een periode van 3 uur, waarna het reactiemeng-sel in vacuum werd drooggedampt. Het residu werd opgelost in 20 ml chloroform en aangebracht in een silicagelkolom (100 g) gevuld met chlo-15 roform. Na wassen met 500 ml chloroform werd de kolom geëlueerd met 2 1 van een oplosmiddelsysteem van chloroform en methanol (1+ : 1). Na droog-damping van de actieve fracties onder vacuum, werd 1,3 g van de eindverbinding VII-1-2 verkregen.
Voorbeeld CV
20 5 Millimol AI-TT-Ba werd opgelost in 100 ml gedroogd methanol; na toevoeging van 50 mmol n-butylamine werd het reactiesysteem gesloten en gedurende 5 uur boven een waterbad (10 - 15°C) geroerd. Na de reactie werden het oplosmiddel en overmaat n-butylamine in vacuum droog geconcentreerd. Het verkregen residu werd opgelost in 10 ml chlo-25 roform, en de oplossing aangebracht in een silicagelkolom (100 g), gevuld met chloroform. Na wassen met 200 ml chloroform werd de kolom ge-elueerd met 2,5 1 van een oplosmiddelsysteem van chloroform eb methanol (T : 1). Nadat de actieve fracties in vacuum waren droog geconcentreerd, werd 1,2 g van de eindverbinding VII-1-¼ verkregen.
30 Voorbeeld CVT
5 Millimol AI-TT-Ba werd opgelost in 100 ml gedroogd methanol en na toevoeging van 50 mmol octadecylamine werd het reactie-systeem gesloten en het mengsel gedurende 20 uur bij kamertemperatuur geroerd. Na de reactie werd het oplosmiddel onder vacuum verwijderd. Het 35 verkregen residu werd opgelost in 50 ml chloroform en de oplossing aangebracht in een silicagelkolom (300 g) gevuld met chloroform. De kolom 80039 85 ^95 * 4 werd geëlueerd met k 1 van een chloroform-methanol oplosmiddelsysteem (50 : 1). Na droogeoncentratie van de actieve fracties verkreeg men 0,1*5 g van de eindverbinding VII-1-6.
Voorbeeld CVII
5 5 Millimoi AI-77-Ba werd opgelost in 100 ml gedroogd methanol, en na toevoeging van 50 mmol tetrahydrofurfurylamine werd het reactiesysteem gesloten en gedurende 15 uur bij kamertemperatuur geroerd. Nadat het oplosmiddel in vacuum was verwijderd, werd een hoog vacuumpomp toegepast ter verwijdering van tetrahydrofurfurylamine. Het verkregen 10 residu werd opgelost in chloroform en de oplossing aangebracht in een silicagelkolom (100 g) gevuld met chloroform. Na wassen met 200 ml chloroform werd de kolom geëlueerd met 2 1 van een chloroform-methanol-oplosmiddel (9 : 1). Na droog-concentratie van de eluaten werd 0,63 g van de eindverbinding VII-1-15 verkregen.
15 Voorbeeld CVIII
5 Millimoi AI-77-Ba werd opgelost in 100 ml gedroogd ethanol; na toevoeging van 50 mmol oleylamine werd het reactiesysteem gesloten en het mengsel gedurende 20 uur bij kamertemperatuur geroerd.
Na de reactie werd het oplosmiddel onder vacuum verwijderd. Het verkre-20 gen residu werd opgelost in 50 ml chloroform, en de oplossing aangebracht in een silicagelkolom (300 g) gevuld met chloroform. De kolom werd ge-elueerd met 5 1 van een chloroform-methanol-oplosmiddelsysteem (.50 : 1) en de eluaten werden droog geconcentreerd, waarbij 0,38 g van de eindverbinding VII-1-8 werd verkregen.
25 Voorbeeld CIX
5 Miiliinoi AI-77-Ba werd opgelost in 100 ml gedroogd methanol; na toevoeging van 50 mmol benzylamine werd het reactiesysteem gesloten en het mengsel gedurende 10 uur bij kamertemperatuur geroerd.
Na de reactie werd het oplosmiddel onder vacuum verwijderd en een hoog-30 vacuumpomp toegepast ter verwijdering van benzylamine. Het verkregen residu werd opgelost in chloroform, en de oplossing aangebracht in een silicagelkolom (100 g), gevuld met chloroform. Na wassen met 200 ml chloroform, werd de kolom geëlueerd met 2 1 van een chloroform-methanol-oplosmiddelsysteem (15 : 1). Na droog-concentratie van de eluaten ver-35 kreeg men 0,71 g van de verbinding VII-1-10.
Voorbeeld CX
5 Millimoi AI-77-Ba werd opgelost in 100 ml gedroogd o η n t λ «r % + 196 methanol; na toevoeging van 50 mmol furylamine werd het reactiesysteem gesloten en het mengsel gedurende 16 uur hij kamertemperatuur geroerd.
Ha de reactie werd het oplosmiddel onder vacuum verwijderd, en een hoog-vacuumpomp toegepast ter verwijdering van furylamine. Het verkregen re-5 sidu werd opgelost in chloroform en de oplossing aangehracht in een sili-cagelkolom (100 g) gevuld met chloroform. Ha wassen met 200 ml chloroform, werd de kolom geëlueerd met 2 1 van een chloroform-methanol oplos-middelsysteem (12 : 1) en na concentratie van de eluaten* tot een droog produkt, verkreeg men 0,55 g van de verbinding VII-1- Hu 10 Voorbeeld GXI
5 Millimol AI-77-Ba werd opgelost in 100 ml gedroogde methanol; na toevoeging van 50 mmol 2-amino-ethyltetrahydropyran werd het reactiesysteem gesloten en het mengsel gedurende 13 uur bij kamertemperatuur geroerd. Ha de reactie werd het oplosmiddel onder vacuum 15 verwijderd en hoogvacuumpomp toegepast ter verwijdering van 2-amino-ethyltetrahydropyran. Het verkregen residu werd opgelost in chloroform,. ea.de oplossing aangebracht in een silicagelkolom (100 g) gevuld met chloroform. Ha wassen met 200 ml chloroform, werd de kolom geëlueerd met een oplosmiddelsysteem, bestaande uit een mengsel van chloroform en 20 methanol (9 : 1). Ha droog-concentratie van de eluaten verkreeg men 0,67 g van de verbinding VII-1-16.
Voorbeeld CXII
5 Millimol AI-77-Ba werd opgelost in 100 ml gedroogd ethanol; na toevoeging van 50 mmol 2-naftaleenmethylamine, werd het 25 reactiesysteem gesloten en het mengsel gedurende k& uur bij kamertemperatuur geroerd. Ha de reactie werd het oplosmiddel onder vacuum verwijderd. Het verkregen residu werd opgelost in 50 ml' chloroform en de oplossing aangebracht in een silicagelkolom (300 g) gevuld met chloroform. De kolom werd geëlueerd met 7 1 van een oplosmiddelsysteem bestaande 30 uit een mengsel van chloroform en methanol (60 : 1). Ha droog-concentratie van de eluaten verkreeg men 1,08 g van de verbinding VII-I-18. Voorbeeld CXIII
5 Millimol AI-77-Ba werd opgelost in 100 ml gedroogd methanol; na toevoeging van 50 mmol 3-methoxybutylamine werd het reac-35 tiesysteem gesloten en het mengsel gedurende 12 uur bij kamertemperatuur geroerd. Ha de reactie werd het oplosmiddel onder vacuum verwijderd en 800 3 9 85 4 197 ·» een hoogyacuumpomp toegepast ter verwijdering van 3-methoxybutylamine.
Het verkregen residu werd opgelost in chloroform, en de oplossing aangebracht in een silicagelkolom (100 g) gevuld met chloroform. Na wassen met 200 ml chloroform, werd de kolom geëlueerd met 2 1 van een oplos-5 middelsysteem bestaande uit een mengsel van chloroform en methanol (8 : 1). Ka concentratie van de eluaten tot een droog produkt verkreeg men 1,1 if g van de verbinding VII-1-26.
Voorbeeld CXIV
5 Millimol AI-77-Ba werd opgelost in 100 ml gedroogd 10 methanol; na toevoeging van 50 mrnol geranylamine werd het reactiesysteem gesloten en het mengsel gedurende 20 uur bij kamertemperatuur geroerd.
Fa de reactie werd het oplosmiddel onder vacuum verwijderd.en een hoog-vacuumpomp toegepast ter verwijdering van geranylamine. Het verkregen residu werd opgelost in chloroform en de oplossing aangebracht in een 15 silicagelkolom (100 g) gevuld met chloroform. Fa wassen met 200 ml chloroform, werd de kolom geëlueerd met 2 1 van een oplosmiddelsysteem van chloroform en methanol (30 : 1). Na droog-concentratie van de eluaten verkreeg men 0,58 g van de verbinding VII-1-30.
•Voorbeeld CXV
20 5 Millimol AI-77-Ba werd ofigelost in 100 ml gedroogd methanol; na toevoeging van 50 mrnol p-toluldine werd het reactiesysteem gesloten en het mengsel gedurende if8 uur bij kamertemperatuur geroerd.
Na de reactie werd het oplosmiddel onder vacuum verwijderd. Het verkregen droge residu werd opgelost in 50 ml chloroform en de oplossing 25 aangebracht in een silicagelkolom (300 g) gevuld met chloroform. De kolom werd geëlueerd met 5 1 van een oplosmi ddelsysteem van chloroform en methanol (20 : 1). Nadat de eluaten tot een droog produkt waren ge-elueerd, verkreeg men 1,03 g van de eindverbinding VII-1-if3.
Voorbeeld CXVI
30 5 Millimol AI-77-Ba werd opgelost in 100 ml gedroogd methanol; na toevoeging van 50 mrnol N-(2-aminoethyl)piperidine, werd het reactiesysteem gesloten en het mengsel gedurende 15 uur bij kamertemperatuur geroerd. Na de reactie werd het oplosmiddel onder vacuum verwijderd, en een hoogvacuumpomp toegepast ter verwijdering van F-(2-amino-35 ethyl)piperidine. Het verkregen residu werd opgelost in chloroform, en de oplossing aangebracht in een silicagelkolom (100 g) gevuld met chloro- 8003985 % 198 * form. Ha wassen met 200 ml chloroform, werd de kolom geëlueerd met 2 1 van een oplosmiddelsysteem van chloroform en methanol (12 : 1). Na droog-concentratie van de eluaten verkreeg men 0,53 g van een verbinding VII-1-46.
5 Voorbeeld CXVII
5 Millimol IIIa-10-1 bereid in voorbeeld XLVII, werd opgelost in 50 ml gedroogd dimethylformamide en door de oplossing boven een waterbad (10 - 15°C) tot 6,5 mmol gedroogd ammoniakgas geborreld. Het reactiesysteem werd gesloten en de reactie gedurende een pe-
10. riode van 48 uur uitgevoerd. Onmiddellijk na de reactie werd het oplosmiddel onder vacuum verwijderd. Het verkregen droge residu werd opgelost in. 10 ml chloroform en de oplossing aangebracht in een silicagelkolom (100 g) gevuld met chloroform. Na wassen met 300 ml chloroform, werd de. kolom geëlueerd met 2 1 van een oplosmiddelsysteem van chloroform 15 en methanol (10 : 1). Nadat de eluaten in vacuum waren geconcentreerd tot een droog produkt, verkreeg men 0,19 g van de verbinding XVII-2-1. Voorbeeld CXVIII
5 Millimol lila-11-6 bereid in voorbeeld XLVIII, werd opgelost in 30 ml gedroogd dimethylformamide, en door de oplossing 20 boven een waterbad (10 - 15°C) tot 7,0 mmol gedroogd ammoniakgas geborreld. Het reactiesysteem werd gesloten en de reactie gedurende een periode van 48 uur uitgevoerd. Onmiddellijk na de reactie werd het oplosmiddel onder vacuum afgedestilleerd. Het verkregen droge residu werd opgelost in 10 ml chloroform, en de oplossing aangebracht in een silica-25 gelkolom (100 g), gevuld met chloroform. Na wassen met 300 ml chloroform werd de kolom geëlueerd met 2 1 van een oplosmiddelsysteem van chloroform en methanol (15 : 1). Na concentratie van de eluaten onder vacuum tot een droog produkt verkreeg men 0,27 g van de verbinding VII-3-2.
Voorbeeld CXIX
30 5 Millimol lila-12-1 bereid volgens voorbeeld XLIII, werd opgelost in 30 ml gedroogd dimethylformamide, en door de oplossing boven een waterbad (10 - 15°C) tot 7,0 mmol gedroogd amminaikgas geborreld. Het reactiesysteem werd gesloten en de reactie uitgevoerd gedurende een periode van 48 uur. Onmiddellijk na de reactie werd het oplosmiddel 35 onder vacuum afgedestilleerd. Het verkregen droge residu werd opgelost in 10 ml chloroform, en de oplossing aangebracht in een silicagelkolom 800 39 85
V
199 (100 g), gevuld met chloroform. Ha wassen met 300 ml chloroform, werd de kolom geëlueerd met 2 1 van een oplosmiddelsysteem van chloroform en methanol (10 : 1). Na droogconcentratie van de eluaten onder vacuum werd 0,26 g van de verbinding VII-k-1 verkregen.
5 Voorbeeld CXX
5 Millimol Ilia-13-2 verkregen in voorbeeld XL werd opgelost in 30 ml gedroogd methanol, en na toevoeging van 50 mmol bu-tylamine, werd het reactiesysteem gesloten en het mengsel gedurende 5 uur boven een waterbad (10 - 15°C) geroerd. Ha de reactie werden het 10 oplosmiddel en butylamine onder vacuum verwijderd. Het verkregen residu werd opgelost in 10 ml chloroform en de oplossing aangebracht in een silicagelkolom (100 g) gevuld met chloroform. Ha wassen met 150 ml chloroform werd de kolom geëlueerd met 2 1 van een oplosmiddelsysteem van chloroform en methanol (30 : 1). Ha droog-concentratie van de eluaten 15 verkreeg men 1,^1 g van de verbinding VII-5-3·
Voorbeeld CXXI
Aan 5 mmol IIIa-13-2 (hydrochloride), bereid zoals beschreven in voorbeeld XL, werd 100 ml 0,5 M waterig natriumbicarbonaat toegevoegd, en het mengsel in 3 trappen geëxtraheerd met 300 ml ethyl-20 acetaat. Hadat de ethylacetaatlaag was gewassen met verzadigd waterig natriumchloride, werd de laag met natriumsulfaat gedroogd. Hadat natrium-sulfaat was af gefiltreerd en ethylacetaat in vacuum verwijderd, verkreeg men 2,3 g IIIa-13-2 (vrij van chloorwaterstofzuur). Het residu werd opgelost in 100 ml gedroogd methanol, en na toevoeging van 50 mmol 25 p-toluldine werd het reactiesysteem gesloten en gedurende 3 dagen bij kamertemperatuur geroerd. Ha de reactie werd het oplosmiddel onder vacuum verwijderd, en het residu opgelost in 50 ml chloroform, waarna de oplossing werd aangebracht in een silicagelkolom (^00 g), gevuld met chloroform. De kolom werd geëlueerd met 5 1 van een oplosmiddelsysteem van 30 chloroform en methanol (30 :1). Door droogconcentratie van de eluaten onder vacuum verkreeg men 1 ,U g van de verbinding VII-5-^.
Voorbeeld CXXII
5 Millimol lila-1^-9, bereid volgens voorbeeld XLI, werd opgelost in 30 ml gedroogd dimethylformamide, en door de oplossing 35 boven een waterbad (10 - 15°C) tot 6 mol gedroogd ammoniakgas geborreld.
Het reactiesysteem werd gesloten en de reactie gedurende een periode ftflfl * 0 ft* 200 * > van U8 uur uitgevoerd. Qnmiddellijk na de reactie werd het oplosmiddel onder vacuum afgedestilleerd. Het verkregen droge residu werd opgelost in 10 ml chloroform, en de oplossing aamgebracht in een silicagelkolom (100 g) gevuld met chloroform. Ha wassen met 300 ml chloroform, werd 5 de kolom geëlueerd met 2 1 van een oplosmiddelsysteem van chloroform en methanol (30 :1). Na droogconcentratie van de eluaten onder vacuum verkreeg men 9»31 g van de verbinding VII-6-3.
Voorbeeld CXXIII
5 Minimal lila-15-3 bereid in voorbeeld XXXIX, werd 10 opgelost in 100 ml gedroogd methanol, en na toevoeging van 50 mmol bu-tylamine werd het reactiesysteem gesloten en het mengsel gedurende 5 uur boven een waterbad (10 - 16°C) geroerd. Na de reactie werden het oplosmiddel en butylamine onder vacuum verwijderd. Het verkregen residu werd opgelost in 10 ml chloroform en de oplossing aangebracht in een silicagel-15 kolom (100 g) gevuld met chloroform. Na wassen met 150 ml chloroform, werd de kolom geëlueerd met 3 1 van een oplosmiddelsysteem van chloroform en methanol (25 : 1). Na droogconcentratie van de eluaten verkreeg men 1,53 g van de verbinding VII-7-U.
Voorbeeld CXXIV
20 5 Millimol lila-16-1 bereid volgens voorbeeld XXXIV, werd opgelost in 100 ml gedroogd methanol, en door de oplossing boven een waterbad (10 - 15°C) tot 30 mmol. .droog ammoniakgas geborreld. Het reactiesysteem werd gesloten en de reactie gedurende een periode van 2 uur uitgevoerd. Onmiddellijk na de reactie werd het oplosmiddel onder 25 vacuum verwijderd. Het verkregen droge residu werd opgelost in 10 ml chloroform, en de oplossing aangebracht in een silicagelkolom (100 g), gevuld met chloroform. Na wassen met 300 ml chloroform, werd de kolom geëlueerd met 2 1 van een oplosmiddelsysteem van chloroform en methanol (10 : 1). Na droogconcentratie van de eluaten onder vacuum verkreeg men 30 1,11 g van de verbinding VII-8-1.
Voorbeeld CXXV
5 Millimol lila-18-2 bereid in voorbeeld XXXV werd opgelost in 100 ml gedroogd methanol, en door de oplossing boven een waterbad (10 - 15°C) tot 50 mmol droog ammoniakgas geborreld. Het reactie-35 systeem werd gesloten en de reactie gedurende een periode van 2 uur uitgevoerd. Onmiddellijk na de reactie werd het oplosmiddel onder vacuum 800 3 9 85 * 201 jï afgedestilleerd. Het verkregen droge residu werd opgelost in 10 ml chloroform en de oplossing aangebracht in een silicagelkolom (100 g) gevuld met chloroform. Na wassen met 300 ml chloroform werd de kolom ge-elueerd met 2 1 van een oplosmiddelsysteem van chloroform en methanol 5 (15 : 1). Na droogconcentratie van de eluaten onder vacuum verkreeg men 1,18 g van de verbinding VII-10-1.
Voorbeeld CXXVI
5 Millimol lila-18-6 bereid volgens voorbeeld XXXVI, werd opgelost in 100 -1 gedroogde ethanol, en door de oplossing boven 10 een waterbad (10 - 15°C) tot 50 mmol droog ammoniakgas geborreld. Het reactiesysteem werd gesloten en -de reactie gedurende een periode van 3 uur uitgevoerd. Onmiddellijk na de reactie werd het oplosmiddel onder vacuum afgedestilleerd. Het verkregen droge residu werd opgelost in 10 ml chloroform en de oplossing aangebracht in een silicagelkolom (100 g), 15 gevuld met chloroform. Na wassen met 300 ml chloroform werd de kolom geëlueerd met 3 1 van een oplosmiddelsysteem van chloroform en methanol (20 : 1). Na droogconcentratie van de eluaten onder vacuum verkreeg men 1,21 g van de verbinding VII-10-2.
Voorbeeld CXXVII
20 5 Millimol lila-18-6, bereid in voorbeeld XXXVI, werd opgelost in 100 ml gedroogd methanol, en na toevoeging van 50 mmol butylamine werd het reactiesysteem gesloten en gedurende 3 dagen boven een waterbad (10 - 16°C) geroerd. Na de reactie werden het oplosmiddel en butylamine onder vacuum verwijderd. Het verkregen residu werd opge-5 lost in 10 ml chloroform en de oplossing aangebracht in een silicagelkolom (100 g) gevuld met chloroform. Na wassen met 150 ml chloroform werd de kolom geëlueerd met 3 1 van een oplosmiddelsysteem van chloroform en methanol (30 : 1). Na droogconcentratie van de eluaten verkreeg men 1,39 g van de verbinding VII-10-U.
30 Voorbeeld CXXVIII
5 Millimol IIIa-20-2, bereid volgens voorbeeld XVII, werd opgelost in 30 ml dimethylformamide en door de oplossing boven een waterbad (10 - 15°C) tot 7 mmol droog ammoniakgas geborreld. Het reactiesysteem werd gesloten en de reactie gedurende een periode van ^8 uur 35 uitgevoerd. Onmiddellijk na de reactie werd het oplosmiddel onder vacuum-afgedestilleerd. Het verkregen droge residu werd opgelost in 10 ml chlo- 800 3 9 85 * 4· 202 « roform, en de oplossing aangebracht in een silicagelkolom (100 g}, geruid met chloroform. Na wassen met 300 ml chloroform werd de kolom geëlueerd met 3 1 van een oplosmiddelsysteem van chloroform en methanol (30 : 1). Na droogconcentratie van de eluaten onder vacuum verkreeg men 5 0,29 g van de verbinding VII-12-1.
Voorbeeld CXXIX
5 Millimol IIIa-21-9 bereid volgens voorbeeld LXIII, werd opgelost in 30 ml droog dimethylformamide, en door de oplossing boven een waterbad (10 - 15°C) tot 7 mmol droog ammoniakgas geborreld.
10 Het reactiesysteem werd gesloten en de reactie gedurende een periode van U8 uur uitgevoerd. Onmiddellijk na de reactie werd het oplosmiddel onder vacuum afgedestilleerd. Het verkregen droge residu werd opgelost in 10 ml chloroform- en de oplossing aangebracht in een silicagelkolom (100 g) gevuld met chloroform. Na te zijn gewassen met 300 ml chloroform 15 werd de kolom geëlueerd met 2 1 van een oplosmiddelsysteem van chloroform en methanol (15 : 1). Na droogconcentratie van de eluaten onder vacuum verkreeg men 0,18 g van de verbinding VII-13-3.
Voorbeeld CXXX
5 Millimol IIIa-22-5 bereid in voorbeeld XXVI werd 20 opgelost in 100 ml droog methanol, en door de oplossing boven een waterbad (10 — 15°C) tot 15 mmol droog ammoniakgas geborreld. Het reactiesysteem werd gesloten en de reactie gedurende een periode van 3 uur uitgevoerd. Onmiddellijk na de reactie werd het oplosmiddel onder vacuum afgedestilleerd. Het verkregen droge residu werd opgelost in 10 ml chlo-25 roform, en de oplossing aangebracht in een silicagelkolom (100 g) gevuld met chloroform. Na te zijn gewassen met 300 ml chloroform werd de kolom geëlueerd met 2 1 van een oplosmiddelsysteem van chloroform en methanol (15 : 1). Na droogconcentratie van de eluaten onder vacuum verkreeg men 1,36 g van de verbinding VII-1^-2.
30 Voorbeeld CXXXI
5 Millimol IIIa-22-15, bereid volgens voorbeeld XC, werd opgelost in 100 ml methanol, en door de oplossing boven een waterbad (10 - 15°C) tot 50 mmol droog ammoniakgas geborreld. Het reactiesysteem werd gesloten en de reactie gedurende een periode van 3 uur uit-35 gevoerd. Onmiddellijk na de reactie werd het oplosmiddel onder vacuum verwijderd. Het verkregen droge residu werd opgelost in 10 ml chloroform 800 3 9 85 * 203 « en de oplossing aangebracht in een silicagelkolom (100 g) gevuld met chloroform. Ha te zijn gevassen met 300 ml chloroform werd de kolom geëlueerd met 3 1 van een oplosmiddelsysteem van chloroform en methanol (20 : 1). Ha droogconcentratie van de eluaten onder vacuum verkreeg 5 men 1,38 g van de eindverbinding VII-14-5.
Voorbeeld CXXXII
5 Millimol IIIa-24-11 bereid volgens voorbeeld XIX, werd opgelost in 30 ml droog dimethylformamide. Droog stikstof gas werd door 30 ml monoëthylamine (70%'s waterige oplossing) geborreld en het 10 verdrongen monoëthylamine opgevangen in een trap gekoeld met droog ijs.
Het opgevangen monoëthylamine werd boven een lauwwarm waterbad (20 -30°C) ingedampt, gedroogd via een buis gevuld met natronloog, en 7 mmol van dit monoëthylamine door de eerder bereide oplossing van IIIa-23-11 in dimethylformamide geborreld. Het reactiesysteem werd gesloten en het 15 mengsel gedurende U8 uur geroerd. Ha de reactie werd het oplosmiddel in vacuum afgedestilleerd. Het verkregen residu werd opgelost in 30 ml chloroform en de oplossing aangebracht in een silicagelkolom (100 g) gevuld met chloroform. De kolom werd geëlueerd met 3 1 van een oplosmiddelsysteem van chloroform en methanol (20 : 1). Ha droogconcentratie 20 van de eluaten verkreeg men 0,35 g van de verbinding VII-15-4.
Voorbeeld CXXXIII
5 Millimol IIIa-24-16, bereid volgens voorbeeld XXV, werd opgelost in 100 ml gedroogde methanol. Droog stikstofgas werd door 30 ml monoëthylamine (70$'s waterige oplossing) geborreld en het verdron-25 gen monoëthylamine opgevangen in een trap gekoeld met droog ijs. Het opgevangen monoëthylamine werd boven een lauwwarm waterbad (20 - 30°C) verdampt, gedroogd via een buis gevuld met natronloog, en tot 50 mmol van dit monoëthylamine door de eerder bereide oplossing van IIIa-24-16 in methanol geborreld. Het reactiesysteem werd gesloten en het mengsel 30 gedurende 3 uur geroerd. Vervolgens werd het oplosmiddel onder vacuum verwijderd en het verkregen residu opgelost in 30 ml chloroform, waarna de oplossing werd aangebracht in een silicagelkolom (100 g) gevuld met chloroform. De kolom werd geëlueerd met 3 1 van een oplosmiddelsysteem van chloroform en methanol (30 : 1). Ha droogconcentratie van de 35 eluaten verkreeg men 1,51 g van de verbinding VII-16-4.
Voorbeeld CXXXIV
5 Millimol van IIIa-25-9 bereid volgens voorbeeld XXXI
8003985 * 20k werd opgelost in 100 ml droog methanol en door de oplossing boven een waterbad (10 - 20°C) tot 50 mmol droog ammoniakgas geborreld. Het reac-tiesysteem werd gesloten en reactie werd gedurende een periode van 2 uur uitgevoerd. Direct na de reactie werd het oplosmiddel onder vacuum 5 afgedestilleerd. Het verkregen droge residu werd opgelost in 10 ml chloroform, en de oplossing aangebracht in een silicagelkolom (100 g) gevuld met chloroform. Na te zijn gewassen met 300 ml chloroform werd de kolom geëlueerd met 2 1 van een oplosmiddelsysteem van chloroform en methanol (15 ·* 1). Ha droog-coneentratie van de eluaten onder vacuum 10 verkreeg men 1,25 g van de eindverbinding VII-17-3.
Voorbeeld CXXXV
5 Millimol IIIa-26-9, bereid volgens voorbeeld XXX werd opgelost in 30 ml droog dimethylformamide en door de oplossing boven een waterbad (10 - 15°C) tot 7 mmol droog ammoniakgas geborreld. Het 15 reactiesysteem werd gesloten en de reactie gedurende een periode van kQ uur uitgevoerd. Onmiddellijk na de reactie werd het oplosmiddel onder vacuum verwijderd. Het verkregen droge residu werd opgelost in 10 ml chloroform en de oplossing aangebracht in een silicagelkolom (100 g) · gevuld met chloroform. Na te zijn gewassen met 300 ml chloroform werd 20 de kolom geëlueerd met 3 1 van een oplosmiddelsysteem van chloroform en methanol (20 : 1). Na droogconcentratie van de eluaten onder vacuum verkreeg men 0,22 g van de verbinding VII-18-3·
Voorbeeld CXXXVI
5 Millimol IIIa-27-1» bereid volgens voorbeeld L, 25 werd opgelost in 100 ml droog methanol en door de oplossing boven een waterbad (10 - 15°C) tot 50 mmol droog ammoniakgas geborreld. Het reactiesysteem werd gesloten en de reactie gedurende een periode van 2 uur uitgevoerd. Onmiddellijk na de reactie werd het oplosmiddel onder vacuum verwijderd. Het verkregen droge residu werd opgelost in 10 ml chloroform 30 en de oplossing aangebracht in een silicagelkolom (100 g) gevuld met chloroform. Na te zijn gewassen met 300 ml chloroform werd de kolom ge-elueerd met 3 1 van een oplosmiddelsysteem van chloroform en methanol (10 : 1). Na droogconcentratie van de eluaten onder vacuum verkreeg men 1,57 g van de verbinding VII-19-1.
35 Voorbeeld CXXXVII
5 Millimol IIIa-28-1, bereid volgens voorbeeld LXIV
800 3 9 85 205 * werd opgelost in 30 ml droog dimethylformamide, en door de oplossing "boven een waterbad (10 - 15°C) tot 7 mmol droog ammoniakgas geborreld.
" Het reaotiesysteem werd gesloten en de reactie gedurende een periode van to uur uitgevoerd. Onmiddellijk na de reactie werd het oplosmiddel on-5 der vacuum afgedestilleerd. Het verkregen droge residu werd opgelost in 100 ml chloroform en de oplossing aangebracht in een silieagelkolom (100 g) gevuld met chloroform. Ha te zijn gewassen met 300 ml chloroform, werd de kolom geëlueerd met 3 1 van een oplosmiddelsysteem van chloroform en methanol (12 : 1). Ha droogconcentratie van de eluaten onder 10 vacuum verkreeg men 0,19 g van de verbinding VII-20-1.
Voorbeeld CXXSCVIII
5 Millimol IIIa-29-1, bereid in voorbeeld LXV, werd opgelost in 30 ml dimethylformamide, en door de oplossing boven een waterbad (10 - 15°C) tot 7 mmol droog ammoniakgas geborreld. Het reactie-15 systeem werd gesloten en de reactie gedurende een periode van kQ uur uitgevoerd. OnmiddeHijk na de reactie werd het oplosmiddel afgedestilleerd. Het verkregen droge residu werd opgelost in 10 ml chloroform, en de oplossing aangebracht in een silieagelkolom (100 g) gevuld met chloroform. Ha te zijn gewassen met 300 ml chloroform, werd de kolom 20 geëlueerd met 3 1 van een oplosmiddelsysteem van chloroform en methanol (15 : 1). Ha droogconcentratie van de eluaten onder vacuum verkreeg men 0,23 g van de verbinding VII-21-1.
Voorbeeld CXXXIX
5 Millimol IIIa-30-1, bereid in voorbeeld LXVI, werd 25 opgelost in 30 ml gedroogd dimethylformamide, en door de oplossing boven een waterbad (10 - 15°C) tot 7‘mmol droog ammoniakgas geborreld. Het reactiesysteem werd gesloten en de reactie gedurende een periode van i+8 uur uitgevoerd. Onmiddellijk na de reactie werd het oplosmiddel onder vacuum verwijderd. Het verkregen droge residu werd opgelost in 10 1 30 chloroform en de oplossing aangebracht in een silieagelkolom (100 g) gevuld met chloroform. Ha -te zijn gewassen met 300 ml chloroform, werd de kolom geëlueerd met 2 1 van een oplosmiddelsysteem van chloroform en methanol (15 : 1). Ha droogconcentratie van de eluaten onder vacuum verkreeg men 0,18 g van een verbinding VII-22-1.
35 Voorbeeld CXL· 5 Millimol IIIa-31-2, bereid volgens voorbeeld LXVII, werd opgelost in 100 ml droog methanol; na toevoeging van 50 mmol §003985 206 "butylamine werd het reactiesysteem gesloten en gedurende 3 uur boven een waterbad (10 - 15°C) geroerd. Na de reactie werd het oplosmiddel met methylamine onder vacuum verwijderd. Het verkregen residu werd opgelost in 100 ml chloroform en de oplossing aangebracht in een silica-5 gelkolom (100 g), gevuld met chloroform. Na te zijn gewassen met 150 ml chloroform, werd de kolom geëlueerd met k 1 van een oplosmiddelsysteem van chloroform en methanol (20 : 1). Na droogconcentratie van de elua-ten verkreeg men 1 ,U8 g van de verbinding VII-23-2.
Voorbeeld CXLI
10 5 Millimol IIIa-31-1, bereid volgens voorbeeld XLVII
werd opgelost in 100 ml droog methanol, en door de oplossing boven een waterbad (10 - 15°C) tot 50 -mol droog ammoniakgas geborreld. Het reac-tiesysteem werd gesloten en de reactie gedurende een periode van 2 uur uitgevoerd. Onmiddellijk na de reactie werd het oplosmiddel onder vacuum 15 afgedestilleerd en het verkregen droge residu opgelost in 10 ml chloroform en de oplossing aangebracht in een silicagelkolom (100 g) gevuld met chloroform. Na te zijn gewassen met 300 ml chloroform, werd de kolom geëlueerd met 2 1 van een oplosmiddelsysteem van chloroform en methanol (10 : 1). Na droogconcentraties van de eluaten onder vacuum 20 verkreeg men 1,29 g van de verbinding VII-23r5·
Voorbeeld CXLII
5 Millimol IIIa-32-1 bereid volgens voorbeeld LXVIII werd opgelost in 30 ml droog methylformamide, en door de oplossing boven . een waterbad (10 - 15°C) tot 7 mmol droog ammoniakgas geborreld. Het 25 reactiesysteem werd gesloten en de reactie gedurende een periode van kö uur uitgevoerd. Onmiddellijk na de reactie werd het oplosmiddel afgedestilleerd onder vacuum. Het verkregen droge residu werd opgelost in 10 ml chloroform en de oplossing aangebracht in een silicagelkolom (l00g) gevuld met chloroform. Na te zijn gewassen met 300 ml chloroform werd 30 de kolom geëlueerd met 3 liter van een oplosmiddelsysteem van chloroform en methanol (15 : 1). Na droogconcentratie van de eluaten onder vacuum verkreeg men 0,30 g van de verbinding VII-2U-1.
Voorbeeld CXLIII
80039 85
5 Millimol IIIa-33-1, bereid volgens voorbeeld LXIX
35 werd opgelost in 100 ml droog methanol, en door de oplossing boven een waterbad (10 - 15°C) tot 50 mmol droog ammoniakgas geborreld. Het reac- < 207 tiesysteem werd gesloten en de reactie gedurende een periode van 2 uur uitgevoerd. Onmiddellijk na de reactie werd het oplosmiddel onder vacuum afgedestilleerd. Het verkregen droge residu werd opgelost in 10 ml chloroform en de oplossing aangebracht in een silicagelkolom (100 g) ge-5 vuld met chloroform. Ha te zijn gewassen met 300 ml chloroform werd de kolom geëlueerd met 3 1 van een oplosmiddelsysteem van chloroform en methanol (20 : 1). Na droogconcentratie van de eluaten onder vacuum verkreeg men 1,27 g van de verbinding VII-25-1.
Voorbeeld CXLIV
10 5 Millimol IIIa-3^-1 bereid volgens voorbeeld LXX werd opgelost in 100 ml droog methanol, en door de oplossing boven een waterbad (10 - 15°C) tot 50 mmol droog ammoniakgas geborreld. Het reactie-systeem werd gesloten en de reactie gedurende een periode van 2 uur uitgevoerd. Onmiddellijk na de reactie werd het oplosmiddel onder vacuum 15 af gedestilleerd. Het verkregen residu werd opgelost in 10 ml chloroform en de oplossing aangebracht in een silicagelkolom (100 g) gevuld met chloroform. Na te zijn gewassen met 300 ml chloroform werd de kolom ge-elueerd met 2 1 van een oplosmiddelsysteem van chloroform en methanol (9 : 1). Na droogconcentratie van de eluaten onder vacuum verkreeg men 20 1,1 g van de verbinding VII-26-1.
Voorbeeld CXLV
5 Millimol IIIa-35-1, bereid volgens voorbeeld LXXI, werd opgelost in 30 ml droog dimethylformamide, en door de oplossing boven een waterbad (10 - 15°C) tot J mmol droog ammoniakgas geborreld.
. 25 Het reactiesysteem werd gesloten en de reactie gedurende een periode van ij-8 uur uit gevoerd. Onmiddellijk na de reactie werd het oplosmiddel onder vacuum verwijderd. Het verkregen droge residu werd opgelost in 10 ml chloroform en de oplossing aangebracht in een silicagelkolom (100 g} gevuld met chloroform. Na te zijn gewassen met 300 ml chloroform, werd de 30 kolom geëlueerd met 2 1 van een oplosmiddelsysteem van chloroform en methanol (15 : 1). Na droogconcentratie van de eluaten onder vacuum verkreeg men 0,16 g van de verbinding VII-27-1.
Voorbeeld CXLVI
5 Millimol lila-1-H bereid in voorbeeld XI werd opge-35 lost in 30 ml droog dimethylformamide, waarna door de oplossing boven een waterbad (10 - 15°C) tot 7 mmol droog ammoniakgas werd geborreld. Het 800 3 9 85 > 208 react ie systeem werd gesloten en de reactie gedurende een periode van U8 uur uitgevoerd. Onmiddellijk na de reactie werd liet oplosmiddel onder vacuum afgedestilleerd. Het verkregen droge residu werd opgelost in 10 ml chloroform en de oplossing aangebracht in een silicagelkolom (100 5 g) gevuld met chloroform. Na te zijn gewassen met 300 ml chloroform, werd de kolom geëlueerd met 3 1 van een oplosmiddelsysteem van chloroform en methanol (15 : 1). Na droogconcentratie van de eluaten onder vacuum verkreeg men 0,3^ g van de verbinding VII-28-2.
Voorbeeld CXIVII
10 5 Millimol van lila-1-11 bereid volgens voorbeeld X, werd opgelost in 100 ml droog ethanol. Gedroogd stikstof gas werd in 3Q ml monoethylamine (J0% waterige oplossing) geborreld en het verdrongen monoëthylamine opgevangen in een trap gekoeld met droog ijs. Het opgevangen monoethylamine werd boven een lauwwarm waterbad (20 - 30°C) ver-15 dampt, gedroogd via een buis gevuld met natronloog, en in de oplossing van IIIa-1-11 in ethanol geborreld. Het reactiesysteem werd gesloten en de reactie onder roeren gedurende 3 uur uitgevoerd. Na de reactie werd het oplosmiddel onder vacuum afgedestilleerd. Het verkregen residu werd opgelost in 30 ml chloroform, en de oplossing aangebracht in een sili-20 cagelkolom (100 g) gevuld met chloroform. De kolom werd geëlueerd met 3 1 van een oplosmiddelsysteem van chloroform en methanol (50 : 1). Na droogconcentratie van de eluaten verkreeg men 0,9 g van de verbinding VU-28-U.
Voorbeeld CXIVIII
25 5 Millimol IIIa-2-10, bereid volgens voorbeeld XIH, werd opgelost in 30 ml droog dimethylf ormamide. Gedroogd stikstof gas werd in monomethylamine (Uo#'s waterige oplossing) begorreld en het verdrongen monoëthylamine opgevangen in een trap gekoeld met droog ij s. Het opgevangen monoëthylamine werd verdanqpt boven een lauwwarm water-30 bad (20 - 30°C), via een buis gevuld met natronloog gedroogd , waarna tot T mmol van het droge monoëthylamine in de oplossing van IIIa-2-10 in dimethylformamide werd geborreld. Het reactiesysteem werd gesloten en de reactie onder roeren gedurende h8 uur uitgevoerd. Na de reactie werd het oplosmiddel onder vacuum verwijderd. Het verkregen residu werd op-35 gelost in 30 ml chloroform en de oplossing aangebracht in een silicagelkolom (100 g) gevuld met chloroform. De kolom werd geëlueerd met 3 1 van 8003985 209 een oplosmiddelsysteem van chloroform en metlianol (20 : ll. Ha droogconcentratie van de eluaten verkreeg men 0,35 g van de verbinding VII-22-2.
Voorbeeld CXLIX
5 5 Millimol IIIa-4-1, bereid volgens voorbeeld XXXII,
werd opgelost in 30 ml droog dimethylformamide, en in. de oplossing boven een waterbad (10 - 15°C) tot 7 mmol droog ammoniakgas geborreld. Set reactiesysteem werd gesloten en de reactie gedurende een periode van ^8 uur uitgevoerd. Onmiddellijk na de reactie werd bet oplosmiddel on-10 der vacuum afgedestilleerd. Het verkregen droge residu werd opgelost in 10 ml chloroform en de oplossing aangebracht in een silicagelkolom (1QQ
g) gevuld met chloroform. Na te zijn gewassen met 3QQ ml chloroform werd de kolom geëlueerd met 3 1 van een oplosmiddelsysteem van chloroform en methanol (15 :1). Na droogconcentratie van de eluaten onder vacuum ver-15 kreeg men 0,17 g van de verbinding VIÏ-31-1.
Voorbeeld CL· 5 Millimol IIIa-5-3 bereid in voorbeeld XXI werd opgelost in 100 ml droog methanol. Gedroogd stikstof gas werd in 30 ml monoëthylamine (70#'s waterige oplossing} geborreld, en het verdrongen 20 monoëthylamine opgevangen in een trap gekoeld met droog ijs. Het opgevangen monoëthylamine werd verdampt boven een lauwwarm waterbad (20 -30°C), gedroogd via een buis gevuld met natronloog en geborreld in de oplossing van IIIa-5-3 in methanol. Het reactiesysteem werd gesloten en de reactie gedurende een periode van 3 uur uitgevoerd. Na de reactie 25 werd het oplosmiddel onder vacuum verwijderd. Het verkregen residu werd opgelost in 20 ml chloroform, en de oplossing aangebracht in een silicagelkolom (100 g) gevuld met chloroform. De kolom werd geëlueerd met 2 1 van een oplosmiddelsysteem van chloroform en methanol (8 : 1}. Na droogconcentratie van de eluaten verkreeg men 1,1 g van de verbinding 30 VII-32-1.
Voorbeeld CLI
5 Millimol IIIa-6-12, bereid volgens voorbeeld XyiII werd opgelost in 30 ml droog dimethylformamide, en in de oplossing boven een waterbad (10 - 15°C) tot 7 mmol droog ammoniakgas geborreld. Het 35 reactiesysteem werd gesloten en de reactie uitgevoerd gedurende een periode van b-8 uur. Onmiddellijk na de reactie werd het oplosmiddel onder 8003985 > 210 vacuum afgedestilleerd. Het verkregen droge residu werd opgelost in 100 ml chloroform en de oplossing aangebracht in.een silicagelkolom (100 g) gevuld met chloroform. Na te zijn gewassen met 300 ml chloroform werd de kolom geëlueerd met 3 1 van een oplosmiddelsysteem van chloro-5 form en methanol (20 : 1). Na droogconcentratie van de eluaten onder vacuum verkreeg men 0,26 g van de verbinding VTI-33-1.
Voorbeeld CLII
5 Millimol IIIa-7-Ιβ, bereid volgens voorbeeld XXUI werd opgelost in 30 ml droog dimethylformamide, en door de oplossing 10 boven een waterbad (10 - 15°C) tot 7 mmol droog ammoniakgas geborreld. Het reactiesysteem werd gesloten en de reactie gedurende een periode van 1+8 uur uitgevoerd. Onmiddellijk na de reactie werd het oplosmiddel onder vacuum afgedestilleerd. Het verkregen droge residu werd opgelost in 10 ml chloroform en de oplossing aangebracht in een silicagelkolom (100 15 g) gevuld met chloroform. Na te zijn gewassen met 300 ml chloroform, werd de kolom geëlueerd met 3 1 van een oplosmiddelsysteem van chloroform en methanol (20 : 1). Na droogconcentratie van de eluaten onder vacuum verkreeg men 0,28 g van de verbinding VII-3^-1.
Voorbeeld CLIII
20 5 Millimol IIIa-8-9 bereid volgens voorbeeld XXVIII, werd opgelost in 3Q ml dimethylf ormamide. Droog stikstof gas werd in 3Q ml monoëthylamine (10%'s waterige oplossing) geborreld, en het verdrongen monoëthylamine opgevangen in een trap gekoeld met droog ijs. Het opgevangen monoëthylamine werd ingedampt boven een lauwwarm waterbad 25 (20 - 30°C), gedroogd via een buis gevuld met natronloog en tot 7 mmol
van het gedroogde monoëthylamine geborreld door de oplossing van Hla-8-9 in dimethylformamide. Het reactiesysteem werd gesloten en de reactie onder roeren gedurende U8 uur uitgevoerd. Na de reactie werd het oplosmiddel onder vacuum verwijderd. Het verkregen residu werd opgelost 30 in 30 ml chloroform en de oplossing aangebracht in een silicagelkolom (100 g) gevuld met chloroform. De kolom werd geëlueerd met 3 1 van een oplosmiddelsysteem van chloroform en methanol (15 : 1). Na droogconcentratie van de eluaten verkreeg men 0,2U g van de verbinding VH-35-1. Voorbeeld CLIV
35 5 Millimol IIIa-9-9, bereid volgens voorbeeld XXIX, werd opgelost in 30 ml droog dimethylf ormamide, en in de oplossing boven 8003985 * 211 een waterbad (10 - 15°C) tot 7 mmol droog ammoniakgas geborreld. Het reactiesysteem werd gesloten en de reactie gedurende een periode van U8 uur uitgevoerd. Onmiddellijk na de reactie werd bet oplosmiddel onder vacuum afgedestilleerd. Het verkregen droge residu werd opgelost in 10 5 ml chloroform en de oplossing aangebracht in een silicagelkolom (100 g) gevuld met chloroform. Ja te zijn gewassen met 300 ml chloroform, werd de kolom geëlueerd met 3 1 van een oplosmiddelsysteem van chloroform en methanol (20 : 1). Ha droogconcentratie van de eluaten onder vacuum verkreeg men 0,33 g van de verbinding VII-36-1.
10 Voorbeeld CLY
5 Millimol grondig gedroogd AI-77-F (voorbeeld VU) werd opgelost in 100 ml droog dimethylformamide en na toevoeging van
7,5 mmol benzylamine werd het reactiesysteem gesloten en het mengsel gedurende 3 dagen bij kamertemperatuur geroerd. Ha. de reactie werden het 15 oplosmiddel en benzylamine onder vacuum verwijderd. Het verkregen residu werd opgelost in 20 ml chloroform en de oplossing aangebracht in een silicagelkolom (100 g) gevuld met chloroform. Ha te zijn gewassen met 100 ml chloroform werd de kolom geëlueerd met 2,5 1 van een oplosmiddel-systeem van chloroform en methanol (7 : 1). Ha droogconcentratie van de 20 eluaten onder vacuum verkreeg men 0,32 g van de verbinding VII-1-2. Voorbeeld CLVI
5 Millimol IIIa-3-2 bereid volgens voorbeeld XV, werd opgelost in 30 ml droog dimethylformamide, en na toevoeging van 1,5 mmol benzylamine werd het reactiesysteem gesloten en het mengsel gedurende 25 2 dagen boven een waterbad (10 - 16°C) geroerd. Ha de reactie werden het oplosmiddel en benzylamine onder vacuum verwijderd. Het verkregen residu werd opgelost in 10 ml chloroform en de oplossing aangebracht in een silicagelkolom (100 g) gevuld'met chloroform. Ha te zijn gewassen met 150 ml chloroform, werd de kolom geëlueerd met 2 1 van een oplos-30 middelsysteem van chloroform en methanol (30 : 1). Ha droogconcentratie van de eluaten verkreeg men 0,27 g wan de eindverbinding. VII-30-1.
800 39 85

Claims (11)

1. Verbinding AI-77 met de formule (I) of (II), waarin X is NBg of 0; Y is NHRt- of in combinatie met Z een C-C-binding vormt; Z is H of in combinatie met Y een C-C-binding vormt;
5 Ri» ^3 en elk R', -CHgE of -COR zijn; Rg is H of R; R^ is H, R of CH2R; R een koolwaterstofgroep is bestaande uit een al dan niet verzadigde, rechte of vertakte, alifatische groep met 10 1-17 koolstofatomen, een aromatische groep met 6 - 10 koolstofatomen, een kooitype groep met 7-10 koolstof at omen, een eenkernige alifatische groep met 3 -8 koolstofatomen, een aromatisch-alifatische groep met 7-15 koolstofatomen, een heterocyclische koolwater-15 stofgroep met 1 - 9 koolstofatomen, waarin de voor noemde koolwaterstofgroepen gesubstitueerd kunnen zijn met een of meer groepen gekozen uit halogeen, oxo, carboxyl, hydroxyl, een al dan niet verzadigde, rechte of vertakte, alifatische groep met 1 - 5 kool-20 stofatomen, een aromatische groep met 6 - 10 kool stofatomen, een eenkernige alifatische groep met 3-8 koolstofatomen, een aromatisch-alifatische groep met 7-11 koolstofatomen, alkoxyl met 1 - 5 koolstofatomen, thioalkoxyl met 1.-5 koolstofatomen, carboalkoxyl 25 met 1 - 6 koolstofatomen, acyl met 1 - 5 koolstof atomen, acyloxy met 2-6 koolstofatomen en een heterocyclische groep met 1 - 9 koolstofatomen; R' gelijk is aan R met uitsluiting van die groepen waarin het onverzadigde of tertiaire koolstofatoom recht-30 streeks aan 0 of N is gebonden; R2 is H, of in combinatie met een C-0-binding in een lactonring vormt; T.j is OH of in combinatie met Rg een C-0-binding in een 800 3 9 83 <r lactonring vormt; R^ is H of in combinatie met een C-O-binding in een lactonring vormt; en T2 is OH of in combinatie met R^ een C-O-binding in 5 een lactonring vormt; alsmede farmaceutisch aanvaardbare zouten daarvan.
2. Verbinding met formule (I) volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat X is 0, alsmede farmaceutisch aanvaardbare zouten daarvan. 10 3· Verbinding met formule (I) volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat genoemde verbinding wordt voorgesteld door de formule I’, waarin , Rg, R^ ? Rg, T^ en Tg de voomoemde betekenissen hebben; V is HHRg of in combinatie met Z een C-C-binding vormt; Z is H of in combinatie met V een C-C-binding vormt;
15 Rg is H, R? of -CHgR, waarin R’ en R de voornoemde betekenissen hebben, alsmede farmaceutisch aanvaardbare zouten daarvan. k. Verbinding met formule (II) volgens conclusie 1, als mede de farmaceutisch aanvaardbare zouten daarvan.
5. Verbinding met formule (I) volgens conclusie 1, met 20 het kenmerk, dat deze wordt verkregen via een fermentatiemethode alsmede de farmaceutisch aanvaardbare zouten daarvan.
6. Verbinding met formule (i) volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat deze verbinding wordt voorgesteld door formule IA alsmede de farmaceutisch aanvaardbare zouten daarvan. 25 7· Verbinding met formule (I) volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat deze verbinding wordt voorgesteld door formule IB alsmede farmaceutisch aanvaardbare zouten daarvan.
8. Verbinding met formule (I) volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat deze verbinding wordt voorgesteld door formule ICa· 30 waarin R^ methyl of ethyl is, alsmede de farmaceutisch aanvaardbare zouten daarvan.
9. Verbinding met formule (I) volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de verbinding wordt voorgesteld door formule IP alsmede farmaceutisch aanvaardbare zouten daarvan.
10. Verbinding met formule (I) volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat deze verbinding wordt voorgesteld door de formule IG 800 39 95 * *·>. 21U alsmede farmaceutisch aanvaardbare zouten daarvan.
11. Werkwijze ter vorming van een AI-77-verbinding volgens conclusies 1- 10, met het kenmerk, dat een cultuur van een AI-77 verbinding-vormend mier oor ganisme van Bacillus wordt gekweekt en de ver- 5 binding uit de cultuur wordt gewonnen.
12. Werkwijze ter bereiding van een AI-77 verbinding volgens conclusies 1-10, met het kenmerk, dat een cultuur van Bacillus pumilis AI-77 (HEEM P No .ho66, ATCC No. 31650) wordt gekweekt en de verbinding uit de cultuur wordt gewonnen. 800 3 9 85 VEREENIGDE OCTROOIBUREAUX o.a..no. 80.03985, S-GRAVENHAG8 (houano) "bell, bij schrijven. dd. 7 oktober 1980 *- ^ j/S" vQ/Ln/65^ 7erbetering(en) van erratum(a) in de beschrijving, behorende bij octrooiaanvrage no. 80.03985 voorgesteld door aanvrager(ster) onder datum 7 oktober 1980. -000— Op blz. 3, regel 2b : "hexanoyloxy" in plaats van "hexanolyloxy" op blz. 1H, regel 2b : "zouten van ammoniak," in plaats van "ammoniumzouten en zouten van" op blz. 1H, regel 25 : "zoutzuur" in plaats van "chloride" 5 op blz. 16, regel 3 : "geadsorbeerd" in plaats van "geabsorbeerd" op blz. 17, regel 3Π : "aeylgroep" in plaats van "azylgroep" op blz. 19, regel 1H : "(3)" in plaats van "(H)" op blz. 19j regel 21 : "(2)" in plaats van "(3)" op blz. 20, regel 25 : "R,_" in plaats van "R^" 10 op blz. 20, regel 28 : "en R " in plaats van "en R^" op blz. 23, regel 5 : "R'W (waarin R’ de betekenissen van formule I en formule II heeft en W" in plaats van "RW (waarin W" op blz. 23, regel 9 : "R"' in plaats van "R" In formule IVa : "WH" in plaats van "W" 15 op blz. 25, regel 20 : "(illb^in plaats van "(illc)" op blz. 25, regel 31 : "produkt" in plaats van "reactiemengsel" op blz. 26, regel 37(2x): "IIIc" in plaats van "IIc" op blz. 27, regel Π(2χ): "IVc" in plaats van "IV-C" op blz.lH2, regel 13 : "een dag bij 30°C" in plaats van "de kweek" 20 op blz.lH2, regels 13-1H: "in een tempo van 30 maal per dag" wordt geschrapt op blz.lH6, regel 22 : "mm" in plaats van 3003985 -5//- Λ +-· ορ "blz. 1U6, regel 32 : "tot" in plaats van "door" op biz. 1½. regels 32,35: "bij" in plaats van "in" op biz. IUt» regel 3 : "bij" in plaats van "in" op biz. 156, regel 3^- : "geëlueerd als in voorbeeld XIII. De met" 5 in plaats van "geëlueerd met" op biz. 156, regels 35,36: "water geëlueerde fracties" in plaats van "water, op dezelfde wijze als volgens voorbeeld XIII. De verkregen fracties" op blz. 1, regel 22 : "XIV" in plaats van "XVI" 10 op blz. I8i+, regel 16 : "destillatie" in plaats van "oplossing" op blz. 185, regel 16 : "hydride" in plaats van "fluoride" op blz. 19^·, regel 23 : "verdampt en in vacuum" in plaats van "in vacuum" op blz. 21k, regel 8 : "FERM" in plaats van "RERM" op blz. 1 ij-, regel 20 ) ) : wordt "farmamedia" tussen aanhalingstekens geplaatst 15 op blz. 1^-2, regel 30 ) op blz. 193, regels 27,28: wordt "Super-Cel" gewijzigd in""Hyflo-super-cel" " 8003985
NLAANVRAGE8003985,A 1979-07-11 1980-07-10 N-acyl 3-(1-amino-3-methylbutyl)-8-hydroxy-3,4-dihydro-isocoumarine verbinding, werkwijze voor de bereiding daarvan en farmaceutisch preparaat. NL187069C (nl)

Applications Claiming Priority (4)

Application Number Priority Date Filing Date Title
JP8689279 1979-07-11
JP8689279A JPS5612352A (en) 1979-07-11 1979-07-11 Ai-77, medically permissible salt thereof and their preparation
JP6168580A JPH0246585B2 (ja) 1980-05-12 1980-05-12 Aii77ruinoamidojudotaitosonoiyakutekinikyoyosareruen
JP6168580 1980-05-12

Publications (3)

Publication Number Publication Date
NL8003985A true NL8003985A (nl) 1981-01-13
NL187069B NL187069B (nl) 1990-12-17
NL187069C NL187069C (nl) 1991-05-16

Family

ID=26402747

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NLAANVRAGE8003985,A NL187069C (nl) 1979-07-11 1980-07-10 N-acyl 3-(1-amino-3-methylbutyl)-8-hydroxy-3,4-dihydro-isocoumarine verbinding, werkwijze voor de bereiding daarvan en farmaceutisch preparaat.

Country Status (7)

Country Link
US (1) US4393225A (nl)
CH (1) CH654005A5 (nl)
DE (1) DE3026214A1 (nl)
FR (1) FR2476085B1 (nl)
GB (1) GB2058047B (nl)
IT (1) IT1195309B (nl)
NL (1) NL187069C (nl)

Families Citing this family (12)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NZ213377A (en) * 1984-09-05 1989-02-24 Biotech Australia Pty Ltd Xenocoumacin derivatives; preparation by cultivation of xenorhabdus species and pharmaceutical compositions
CA1280414C (en) * 1985-03-15 1991-02-19 Saichi Matsumoto Isoprenoidamine derivatives and antiulcer agents
GB9504662D0 (en) * 1995-03-08 1995-04-26 Pharma Mar Sa Antitumour isocoumarins
CA2541949A1 (en) 2003-10-07 2005-05-26 Renovis, Inc. Amide derivatives as ion-channel ligands and pharmaceutical compositions and methods of using the same
US7576099B2 (en) 2005-02-28 2009-08-18 Renovis, Inc. Amide derivatives as ion-channel ligands and pharmaceutical compositions and methods of using the same
US20080300243A1 (en) * 2005-02-28 2008-12-04 Kelly Michael G Amide Derivatives as Ion-Channel Ligands and Pharmaceutical Compositions and Methods of Using the Same
KR101109985B1 (ko) * 2007-08-10 2012-09-07 요시치카 카메야마 위액촉진 작용을 갖는 신규 미생물 및 그 분비 조성물
JOP20190254A1 (ar) 2017-04-27 2019-10-27 Pharma Mar Sa مركبات مضادة للأورام
CN113321640B (zh) * 2017-06-22 2023-06-09 中国科学院广州生物医药与健康研究院 一种吲哚类化合物及其应用
KR102102680B1 (ko) * 2018-10-10 2020-04-22 경북대학교 산학협력단 바실러스 아밀로리퀘파시엔스 rwl-1 균주 배양액에서 분리된 화합물을 유효성분으로 포함하는 위장질환 예방 또는 치료용 약학적 조성물
KR102085900B1 (ko) * 2018-10-10 2020-03-06 경북대학교 산학협력단 바실러스 아밀로리퀘파시엔스 rwl-1 균주 배양액에서 분리된 화합물을 유효성분으로 포함하는 당뇨병 예방 또는 치료용 약학적 조성물
WO2021252640A1 (en) * 2020-06-09 2021-12-16 Senda Biosciences, Inc. Asparagine derivatives and methods of using same

Family Cites Families (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR2388789A1 (fr) * 1977-04-27 1978-11-24 Seuref Ag Derives d'acide benzoique, leur procede de preparation et leur application therapeutique

Also Published As

Publication number Publication date
CH654005A5 (fr) 1986-01-31
DE3026214A1 (de) 1981-04-09
US4393225A (en) 1983-07-12
NL187069B (nl) 1990-12-17
IT8049209A1 (it) 1982-01-10
GB2058047B (en) 1983-09-21
IT1195309B (it) 1988-10-12
GB2058047A (en) 1981-04-08
FR2476085A1 (fr) 1981-08-21
IT8049209A0 (it) 1980-07-10
FR2476085B1 (fr) 1985-09-20
NL187069C (nl) 1991-05-16
DE3026214C2 (nl) 1989-08-03

Similar Documents

Publication Publication Date Title
EP0352646B1 (en) Fr901228 substance and preparation thereof
CA1131629A (en) 20-0-acylmaytansinoids
HU211556A9 (en) Pyrroloindole derivatives related to dc-88a compound
NL8003985A (nl) Ai-77 verbindingen alsmede farmaceutische aanvaardbare zouten daarvan.
AU628418B2 (en) Serine analogs of BU-3608 antibodies
JPH0216756B2 (nl)
DK170892B1 (da) 14-Oxa-1,11-diazatetracyclo[7.4.1.02,7.010,12]tetra-deca-2,4,6-trien-forbindelser, fremgangsmåde til fremstilling heraf, farmaceutiske præparater der indeholder forbindelserne samt anvendelse af forbindelserne til fremstilling af lægemidler og en kultur af mikroorganismen Streptomyces sandaensis
EP0004466B1 (en) Demethyl maytansinoids and methods for producing them
JPS59139369A (ja) 新規フェナジン類
CA1321788C (en) Antitumor substance, process for preparing the same and anticancer agent containing the same
US4803074A (en) FR-900848 substance and preparation thereof
JP3153959B2 (ja) 化合物tan―1251、その誘導体、それらの製造法および用途
JP3795604B2 (ja) Gex1化合物
JP2786267B2 (ja) 新規物質dc116
US5183808A (en) Method for treating fungal infections with serine analogs of BU-3608 antibiotics
US4146536A (en) Nocardicin E and F, and process for production thereof
JP2546239B2 (ja) 新規物質オバリシン
US4861774A (en) Method of treating tumors using tetracyclo compounds
JPH0625095B2 (ja) 抗生物質sf−2415物質およびその製造法
JP3386842B2 (ja) Mj202−72f3物質の新規エステル
JP2716728B2 (ja) 新規微生物並びに9−ケト型16員環マクロライド抗生物質の製法
EP0491281A1 (en) A 4-hydroxypyridine derivative, method for preparing the same, and a pharmaceutical composition comprising the same
JPH0570470A (ja) 生理活性物質カンレマイシンc、その製造法及びその薬学的用途
JPH09316069A (ja) 新規キサントン誘導体
JPH03155793A (ja) 新規物質dc114―c

Legal Events

Date Code Title Description
A1A A request for search or an international-type search has been filed
BB A search report has been drawn up
BC A request for examination has been filed
A85 Still pending on 85-01-01
BK Erratum

Free format text: CORRECTION TO PAMPHLET

V1 Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 19970201