NL7907473A - Kaardplaat. - Google Patents

Description

* 79-3^56/M/Eey/sme ¥

Aanvraagster: HOLLINGSWORTH GmbH te Neubulach,Bondsrep. Duitsland Titel·. : Haardplaat

De uitvinding heeft betrekking op een kaardplaat bestaande uit een draaglichaam met een hol cilindrisch gekromd steunvlak en als kaardbeslag tegen dit steunvlak aangebrachte, naast elkaar liggende zaagtanddraadstukken.

\ -5 Bij de bekende kaardplaten zijn de zaagtanddraad stukken direkt met behulp van een speciale voorziening op het steunvlak aangebracht en bevestigd. Wanneer het kaardbeslag

V

gebruikt of door invloeden van buiten is beschadigd, moet de kaardplaat in een speciale werkplaats opnieuw worden bekleed, Ί0 daardoor de conctructieve opbouw een reparatie in de spinnerij niet mogelijk is.

De uitvinding beoogt een kaardplaat van het hiervoor genoemde type te verschaffen, die op de plaats van gebruik zonder speciale kennis gemakkelijk opnieuw is te bekleden.

15 Dit oogmerk wordt bereikt, doordat de zaagtanddraad stukken op een dunne houderplaat zijn bevestigd en het uit zaagtanddraadstukken en houderplaat gevormde kaardelement op het steunvlak van de grondplaat is bevestigd. Een dergelijk kaardelement heeft een gering gewicht en is gemakkelijk ter plaatse te 20 verwisselen. Het gebruikte kaardelement wordt niet weer voor pro-duktie gereed gemaakt. Een dergelijke kaardplaat heeft tevens het voordeel, dat het kaardbeslag naar wens gemakkelijk kan worden verwisseld.

Bij voorkeur is de dunne houderplaat voorgevormd 25 overeenkomstig de kromming van het steunvlak van de grondplaat.

Het kaardelement wordt doelmatig langs de dwars op de zaagtanddraadstukken staande randen van de grondplaat vastgeklemd en wel bij voorkeur door middel van klemlijsten, die aan twee nagenoeg met een rechte hoek aan het steunvlak grenzende voorvlakken 50 kunnen worden vastgeschroefd en in vastgeschroefde toestand op de dwars op de zaagtanddraadstukken staande randen van het kaardelement een druk uitoefenen. Op deze wijze wordt bereikt, dat het kaardelement met de houderplaat met een goed contact tegen de grondplaat wordt gedrukt.

790 7473 λ '* --2-r

Volgens een andere uitvoeringsvorm zijn tussen de klemlijsten en de grondplaat hoekprofielen aangebracht, die de zijvlakken van het kaardelement omvatten, Hierbij zijn de zaagtand draadstukken op de plaatsen, die door de hoekprofielen worden 5 bedekt, bij voorkeur vrij van zaagtanden. Eventueel kan de grondplaat echter aan beide tegenover elkaar gelegen voorvlakken zijn voorzien van uitsparingen, waarin de betreffende benen van de hoekprofielen passen.

Deze uitsparingen hebben volgens een andere uitvoe-10 ringsvorm een kleinere diepte als de dikte van de hoekprofielen. Deze hoekprofielen worden zodoende tegelijkertijd bij het bevestigen van de klemlijsten vastgezet.

De uitsparingen kunnen eventueel echter ook een diepte hebben die tenminste gelijk is aan de dikte van de hoek-15 profielen, waarbij de klemlijsten schroeven voor het vastklemmen van de hoekprofielen kunnen opnemen.

Volgens een variant van deze uitvoeringsvorm is de grondplaat in het verlengde van de schroeven voorzien.van verdiepingen, zodat de hoekprofielen na het vastzetten nog kunnen 20 worden verschoven en slechts door de schroeven worden gefixeerd.

De zaagtanddraadstukken kunnen door middel van lijmen met de houderplaat zijn verbonden.

De uitvinding wordt nader toegelicht aan de hand van een schematische tekening die als voorbeeld een uitvoeringsvorm 25 van de uitvinding weergeeft.

Fig. 1 toont in gedeeltelijke doorsnede een uiteengenomen aanzicht van een kaardplaat.

Fig. 2 is een doorsnede van een kaardplaat met bekleding.

30 De in dete^^i^S weergegeven kaardplaat omvat een uit aluminium gegoten grondplaat 1, waarvan een vlak 2 is gevormd als een holle cilinder en een steunvlak 2 vormt. Aan de rechte randen 3 van dit steunvlak grenzen flenzen k, waarvan de naar buiten gerichte oppervlakken 5 evenwijdig met elkaar lopen. De 35 flenzen zijn voorzien van een rij boorgaten 6, waarvan het doel later nog zal worden toegelicht. Aan elke rechte rand 3 grenzend is een in doorsnede rechthoekige uitsparing 7’ aangebracht, waarvan in de evenwijdig aan de vlakken 5 lopende grondvlakken een 7907473 - 3 - .

λ aantal op een afstand van elkaar aangebrachte kegelvormige verdiepingen 8 zijn aangebracht.

De haardplaat omvat vervolgens een kaardelement 9, dat bestaat uit een dunne stalen houderplaat 10 en. een aantal 5 evenwijdig dicht naast elkaar gelegen en hierop bevestigde zaag-tanddraadstukken 11. De houderplaat 10 is cilindrisch gewelfd met een kromming die overeenkomt met de kromming van het steun-vlak 2. De zaagtanddraadstukken 11 zijn aan de houderplaat 10 gelijmd of op een andere wijze hieraan bevestigd terwijl de uit-10 einden 12 hiervan geen tanden bezitten.

Tot de kaardplaat behoren vervolgens twee klemlijsten 13, die zijn voorzien van een aantal boorgaten 1^, die op een lijn met de boorgaten 6 in de grondplaat 1 liggen. Door de boorgaten 1k worden schroeven geleid, waarmee de klemlijsten 13 tegen 15 de flenzen ^ worden vastgeschroefd. De klemlijsten zijn zo groot uitgevoerd, dat het met de vlakken 5 van de flenzen Λ in aanraking komende oppervlak 15' hiervan de uitsparingen 7 bedekt.

Tot de kaardplaat behoren vervolgens twee hoekpro-fielen 16, die elk twee benen hebben, die een hoek van iets minder 20 dan 90° met elkaar maken en waarvan de lengte ongeveer overeenkomt met de lengte van de rechte randen 3· De hoekprofielen hebben zodanige afmetingen, dat ze in de uitsparing 7 passen en dat ze in ingebouwde toestand de tandloze uiteinden van het kaart-element 9 bedekken. Elke klemlijst 13 is in de over de uitspa-25 ring 17 gelegen plaatsen voorzien van een aantal schroef gaten 17» die in vast geschroefde toestand van de klemlijsten 13 in het verlengde liggen van de hierbij behorende verdiepingen 8 in de grondplaat. In de schroefgaten 17 passen stiften 18, waarmee de hoekprofielen 16 onwrikbaar kunnen worden vastgeset.

30 Voor het samenstellen van de afzonderlijke onderdelen worden de klemlijsten 13 losjes aan de flenzen k geschroefd, het kaardelement op het steunvlak 2 geplaatst en vervolgens de hoek profielen 16 met één been over de uiteinden 12 geplaatst en met het andere been in de uitsparing 7 geschoven. Vervolgens worden 35 de stiften 18 aangedraaid waardoor de hoekprofielen 16 worden gefixeerd. Hierna worden de klemlijsten 13 door het verder aandraaien van de door de boorgaten 1½ gestoken schroeven 19 vastgezet, waarbij deze via de hoekprofielen 16 een druk op de voor- 790 7473 - b - s kanten 20 van het kaardelement 9 uitoefenen zodat dit element vlak tegen het steunvlak 2 worden gedrukt.

De hoekprofielen 16 kunnen eventueel ook dikker zijn uitgevoerd dan de dikte van de uitsparingen 7» zodat de stiften 5 18 dan niet per se noodzakelijk zijn, daar de hoekprofielen 16 bij het vastdraaien van de schroeven 19 worden vastgeklemd.

790 7473

Claims (12)

1. Kaardplaat bestaande uit een van een hol cilindrisch gekromd steunvlak voorzien draaglichaam en met als kaardbeslag tegen dit steunvlak aangebrachte, naast elkaar liggende zaag-tanddraadstukken, met het kenmerk, dat de zaagtand-5 draadstukken (11) op een dunne houderplaat (10) zijn bevestigd en het uit zaagtanddraadstukken en houderplaat gevormde kaardelement (9) op het steunvlak (2) van de grondplaat (l) is bevestigd.

2. Kaardplaat volgens conclusie 1, m e t het ken- 10 merk, dat de houderplaat (10) is voorgevormd overeenkomstig de kromming van het steunvlak (2) van de grondplaat (1).

3· Kaardplaat volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat het kaardelement (9) langs de dwars op de 15 zaagtanddraadstukken (11) staande randen (3) aan de grondplaat (l) is vastgeklemd. k. Kaardplaat volgens conclusie 3t ® e t het ken merk, dat het kaardelement (9) door middel van klemlijsten (13) 20 is vastgeklemd, die aan twee nagenoeg met een rechte hoek aan het steunvlak (2) grenzende vlakken (5) kunnen worden vastgeschroefd en in vastgeschroefde toestand op de dwars op de zaagtanddraadstukken staande randen (20) van het kaardelement (9) een druk uitoefenen.

5. Kaardplaat volgens conclusie m e t h e t k e n- 7907473 25 . ‘ * - 6 - 3 i merk, dat tussen de klemlijsten (13) en de grondplaat (1) hoek profielen (16) zijn aangebracht, die de zijvlakken van het kaardelement (9) bedekken.

6. Kaardplaat volgens conclusie 55®ethetken- m e r k, dat de zaagtanddraadstukken (11) op de plaatsen die door de hoekprofielen (lö) worden bedekt geen zaagtanden bezitten.

7. Kaardplaat volgens conclusie 5t m e t het k e n- 10 merk, dat de grondplaat (1) aan de beide tegenover elkaar gelegen voorvlakken (5) uitsparingen (7) bezit, waarin het betreffende been van een hoekprofiel (16) past.

8. Kaardplaat volgens conclusie 7jtaet het ken- 15 merk, dat de uitsparingen een kleinere dikte hebben dan de dikte van de hoekprofielen.

9· Kaardplaat volgens conclusie 7t m e t het ken merk, dat de uitsparingen een diepte hebben, die tenminste 20 overeenkomt met dè dikte van de hoekprofielen, en dat de klemlijsten (13) schroeven (18) kunnen opnemen voor het vastklemmen van de hoekprofielen.

10. Kaardplaat volgens conclusie 9»met het ken- 25 merk, dat de grondplaat is voorzien van verdiepingen (8) die in het verlengde liggen van de schroeven (18).

11. Kaardplaat volgens een der voorafgaande conclusies 1-10, met het kenmerk, dat de houderplaat is ver- 790 7473 \ - 7 - vaardigd van staal.

12. Kaardplaat volgens een der voorafgaande conclusies 1-11, met het kenmerk, dat de zaagtanddraadstukken 5 (11) door middel van lijmen met de houderplaat C10) zijn ver bonden.

790. A 73