NL1030442C2 - Zijlichtstralende inrichting, achterlichteenheid met de zijlichtstralende inrichting en liquid chrystal display inrichting die de achterlichteenheid toepast. - Google Patents

Zijlichtstralende inrichting, achterlichteenheid met de zijlichtstralende inrichting en liquid chrystal display inrichting die de achterlichteenheid toepast. Download PDF

Info

Publication number
NL1030442C2
NL1030442C2 NL1030442A NL1030442A NL1030442C2 NL 1030442 C2 NL1030442 C2 NL 1030442C2 NL 1030442 A NL1030442 A NL 1030442A NL 1030442 A NL1030442 A NL 1030442A NL 1030442 C2 NL1030442 C2 NL 1030442C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
light
light emitting
central axis
emitting devices
reflective
Prior art date
Application number
NL1030442A
Other languages
English (en)
Other versions
NL1030442A1 (nl
Inventor
Ji-Whan Noh
Dong-Ha Kim
Original Assignee
Samsung Electronics Co Ltd
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Samsung Electronics Co Ltd filed Critical Samsung Electronics Co Ltd
Publication of NL1030442A1 publication Critical patent/NL1030442A1/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL1030442C2 publication Critical patent/NL1030442C2/nl

Links

Classifications

    • GPHYSICS
    • G02OPTICS
    • G02FOPTICAL DEVICES OR ARRANGEMENTS FOR THE CONTROL OF LIGHT BY MODIFICATION OF THE OPTICAL PROPERTIES OF THE MEDIA OF THE ELEMENTS INVOLVED THEREIN; NON-LINEAR OPTICS; FREQUENCY-CHANGING OF LIGHT; OPTICAL LOGIC ELEMENTS; OPTICAL ANALOGUE/DIGITAL CONVERTERS
    • G02F1/00Devices or arrangements for the control of the intensity, colour, phase, polarisation or direction of light arriving from an independent light source, e.g. switching, gating or modulating; Non-linear optics
    • G02F1/01Devices or arrangements for the control of the intensity, colour, phase, polarisation or direction of light arriving from an independent light source, e.g. switching, gating or modulating; Non-linear optics for the control of the intensity, phase, polarisation or colour 
    • G02F1/13Devices or arrangements for the control of the intensity, colour, phase, polarisation or direction of light arriving from an independent light source, e.g. switching, gating or modulating; Non-linear optics for the control of the intensity, phase, polarisation or colour  based on liquid crystals, e.g. single liquid crystal display cells
    • G02F1/133Constructional arrangements; Operation of liquid crystal cells; Circuit arrangements
    • G02F1/1333Constructional arrangements; Manufacturing methods
    • G02F1/1335Structural association of cells with optical devices, e.g. polarisers or reflectors
    • HELECTRICITY
    • H01ELECTRIC ELEMENTS
    • H01LSEMICONDUCTOR DEVICES NOT COVERED BY CLASS H10
    • H01L33/00Semiconductor devices having potential barriers specially adapted for light emission; Processes or apparatus specially adapted for the manufacture or treatment thereof or of parts thereof; Details thereof
    • H01L33/48Semiconductor devices having potential barriers specially adapted for light emission; Processes or apparatus specially adapted for the manufacture or treatment thereof or of parts thereof; Details thereof characterised by the semiconductor body packages
    • H01L33/52Encapsulations
    • H01L33/54Encapsulations having a particular shape
    • GPHYSICS
    • G02OPTICS
    • G02FOPTICAL DEVICES OR ARRANGEMENTS FOR THE CONTROL OF LIGHT BY MODIFICATION OF THE OPTICAL PROPERTIES OF THE MEDIA OF THE ELEMENTS INVOLVED THEREIN; NON-LINEAR OPTICS; FREQUENCY-CHANGING OF LIGHT; OPTICAL LOGIC ELEMENTS; OPTICAL ANALOGUE/DIGITAL CONVERTERS
    • G02F1/00Devices or arrangements for the control of the intensity, colour, phase, polarisation or direction of light arriving from an independent light source, e.g. switching, gating or modulating; Non-linear optics
    • G02F1/01Devices or arrangements for the control of the intensity, colour, phase, polarisation or direction of light arriving from an independent light source, e.g. switching, gating or modulating; Non-linear optics for the control of the intensity, phase, polarisation or colour 
    • G02F1/13Devices or arrangements for the control of the intensity, colour, phase, polarisation or direction of light arriving from an independent light source, e.g. switching, gating or modulating; Non-linear optics for the control of the intensity, phase, polarisation or colour  based on liquid crystals, e.g. single liquid crystal display cells
    • G02F1/133Constructional arrangements; Operation of liquid crystal cells; Circuit arrangements
    • G02F1/1333Constructional arrangements; Manufacturing methods
    • G02F1/1335Structural association of cells with optical devices, e.g. polarisers or reflectors
    • G02F1/1336Illuminating devices
    • G02F1/133602Direct backlight
    • G02F1/133603Direct backlight with LEDs

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Microelectronics & Electronic Packaging (AREA)
  • Physics & Mathematics (AREA)
  • Manufacturing & Machinery (AREA)
  • Computer Hardware Design (AREA)
  • Power Engineering (AREA)
  • Nonlinear Science (AREA)
  • Crystallography & Structural Chemistry (AREA)
  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Mathematical Physics (AREA)
  • General Physics & Mathematics (AREA)
  • Optics & Photonics (AREA)
  • Planar Illumination Modules (AREA)
  • Led Devices (AREA)
  • Liquid Crystal (AREA)
  • Led Device Packages (AREA)

Description

'U
H'
Titel: Zijlichtstralende inrichting, achterlichteenheid met de zijlichtstralende inrichting en Liquid Chrystal Display inrichting die de achterlichteenheid toepast
ACHTERGROND VAN DE UITVINDING
De aanvrage claimt de prioriteit van de Koreaanse octrooiaanvrage nr. 10-2004-0097022, ingediend op 24 november 2004 bij het Koreaanse 5 bureau voor Intellectuele Eigendommen, de inhoud waarvan hierin in zijn geheel door verwijzing wordt op genomen.
1. Uitvindingsgebied 10 Het huidige algemene inventieve concept heeft betrekking op een zijlichtstralende inrichting, een achterlichteenheid die de zijlichtstralende inrichting gebruikt als een lichtbron en een Liquid Chrystal Display (LCD) inrichting die de achterlichteenheid toepast.
15 2. Beschrijving van de gerelateerde techniek
Een LCD is een passief plat paneelbeeldscherm dat gebruik maakt van een externe lichtbron voor het produceren van een beeld. Een achterlichteenheid wordt gebruikt als de externe lichtbron en bevindt zich 20 achter de LCD en straalt licht uit.
Achterlichteenheden kunnen worden geclassificeerd als direct licht type achterlichteenheden of randlicht type achterlichteenheden volgens een positie van de lichtbron. In de direct licht type achterlichteenheid wordt een veelvoud van lichtbronnen achter een LCD gepositioneerd voor het direct 25 licht stralend op een liquid chrystal paneel. In de randlicht type 1030442’ 2 achterlichteenheid bevindt de lichtbron zich langs een zijwand van een lichtgeleidingspaneel (LGP) voor het stralen van licht op het liquid chrystal paneel via de LGP.
De direct licht type achterlichteenheid kan lichtstralende diodes 5 "light-emitting diodes" (LEDs) gebruiken als een punt lichtbron die
Lambertiaans licht uitstraalt. Teneinde tegen te gaan dat gekleurd licht dat wordt gestraald vanaf een LED direct zichtbaar wordt boven een diffusieplaat wanneer het licht dat wordt gestraald door de LED wordt verstrooid door de diffusieplaat en ten einde het liquid chrystal paneel te 10 verlichten, wordt een zijstralende LED gebruikt om het licht dat is uitgestraald door de LED voor het voortplanten in de diffusieplaat te richten in een richting die enigszins lateraal is.
US octrooinummer 6 679 621 voorziet in een zijstralende LED die zodanig is geconstrueerd dat licht dat is gegenereerd door een LED 15 aansluiting wordt gestraald vanaf een zijde daarvan door een conventionele zijstraler.
De conventionele zijstraler die in de hierboven geciteerde referentie is voorgesteld omvat een totale reflectie deel en een refractiedeel. Dit wil zeggen, dat de conventionele zijstraler is voorzien van een trechtervormig 20 reflecterend oppervlak dat onder een hoek staat ten opzichte van een centrale as daarvan, een eerste refractieoppervlak dat onder een schuine hoek staat ten opzichte van de centrale as voor het breken van licht dat wordt gereflecteerd van het reflecterende oppervlak en een tweede refractieoppervlak die zich als een convexe boog- of zaagtandvorm vanaf een 25 bodemoppervlak vanaf een conventionele zijstraler naar het eerste refractieoppervlak uitstrekt.
Echter, het zaagtandvormige zijdeel van de conventionele zijstraler is moeilijk te vervaardigen. Figuur 1 illustreert de conventionele zijstraler 1 (hierboven omschreven).
3
Verwijzend naar figuur 1 omvat de conventionele zijstraler 1 het trechtervormige reflecterende oppervlak 3 dat onder een hoek staat met betrekking tot de centrale as c', het eerste refractieoppervlak 5 dat onder een schuine hoek staat ten opzichte van centrale as c' voor het breken van 5 licht dat is gereflecteerd door het reflecterende oppervlak 3 en het tweede refractieoppervlak 7 dat zich uitstrekt als de convexe boog vanaf het bodemoppervlak 9 naar het eerste refractieoppervlak 5.
Licht dat door een (niet getoonde) LED wordt gestraald, plant zich voort in de conventionele zijstraler 1 en komt tegen het reflecterende 10 oppervlak 3. Het licht wordt gereflecteerd door het reflectieoppervlak 3 naar het eerste refractieoppervlak 5 en wordt gebroken door het eerste refractieoppervlak 5 om de conventionele zijstraler 1 te verlaten in een in hoofdzaak laterale richting.
Figuur 2 illustreert een intensiteitsdistributie van licht gestraald 15 door de conventionele zijstraler 1 in de zijstralende LED. Zoals in figuur 2 is geïllustreerd, wordt in de conventionele zijstraler 1 niet al het licht parallel aan een horizontale as gestraald en heeft licht dat zich langs een pad dat ongeveer 10° omhoog staat ten opzichte van de horizontale as de hoogste intensiteit. Het licht moet worden verspreid over een wijder gebied ten 20 einde een dunne achterlichteenheid en een uniforme schermhelderheid te verkrijgen. Echter, de zijstralende LED met de conventionele zijstraler 1 voldoet niet aan dit vereiste.
Een ander nadeel van de zijstralende LED met de conventionele zijstraler 1 is dat hij moeilijk te vervaardigen is door de gecompliceerde 25 structuur omvattende het reflectieoppervlak 3, het eerste refractieoppervlak 5 en het tweede gebogen refractieoppervlak 7.
SAMENVATTING VAN DE UITVINDING
4
Het huidige algemene inventieve concept voorziet in een zijlichtstralende inrichting die eenvoudig te vervaardigen is en licht verspreidt over een groter gebied, een dunne achterlichteenheid die de zijlichtstralende inrichting als een lichtbron gebruikt en een liquid ehrystal 5 display (LCD) inrichting die de achterlichteenheid toepast.
Additionele aspecten en voordelen van het huidige algemene inventieve concept zullen deels in de beschrijving die volgt worden uiteengezet en, deels, uit de beschrijving blijken, of kunnen worden geleverd door toepassing van het algemene inventieve concept.
10 Het voorgaande en/of andere aspecten van het huidige algemene inventieve concept worden bereikt door te voorzien in een zijlichtstralende inrichting voorzien van een lichtstralende inrichting voor het genereren van licht en een zijstraler voor het stralen van het licht dat vanaf de lichtstralende inrichting komt in een laterale richting. De zijstraler omvat 15 een eerste reflectieoppervlak voor het reflecteren van het licht dat is gestraald vanaf de lichtstralende inrichting in de zijstraler, een tweede reflectieoppervlak dat is gevormd bij een deel van de zijstraler dat contact heeft met de lichtstralende inrichting voor het reflecteren van een eerste licht gereflecteerd vanaf het eerste reflectieoppervlak in de laterale richting, 20 en een refractieoppervlak voor het breken van een tweede licht dat is gereflecteerd vanaf het eerste reflectieoppervlak en direct richting het refractieoppervlak voortgaat en het eerste licht dat is gereflecteerd vanaf het eerste reflectieoppervlak naar het tweede reflectieoppervlak en nog een keer is gereflecteerd vanaf het tweede reflectieoppervlak om de zijstraler in 25 de laterale richting te verlaten.
Tenminste één van de eerste en tweede reflectieoppervlakken kan worden bedekt met een reflecterende coating. Het eerste reflectieoppervlak kan een conisch oppervlak omvatten dat een centrale as van de zijlichtstralende inrichting omgeeft, voor het reflecteren van invallend licht 30 in een richting van de centrale as vandaan. Het tweede reflectieoppervlak 5 kan tevens een conisch oppervlak omvatten met een afstand vanaf het eerste reflectieoppervlak die varieert en vermeerderd al naargelang het tweede reflectieoppervlak zich van de centrale as vandaan uitstrekt. De eerste en tweede reflectieoppervlakken kunnen in tegenovergestelde 5 richtingen onder een hoek staan ten opzichte van een as loodrecht ten opzichte van de centrale as. Het eerste of het tweede reflectie oppervlak kan symmetrisch zijn om de centrale as van de zijlichtstralende inrichting. Het tweede reflectie oppervlak kan onder een minder grote hoek staan dan het eerste reflectie oppervlak. Het tweede reflecterende oppervlak kan vlak zijn. 10 Het refractieoppervlak kan niet parallel zijn aan de centrale as van de zijlichtstralende inrichting.
Het voorgaande en/of andere aspecten van het huidige algemene inventieve concept kunnen tevens worden bereikt door te voorzien in een zijlichtstralende inrichting voorzien van een zijstraler met een centrale as, 15 een reflecterend oppervlak dat zich bij een binnenste einde om 360 graden om de centrale as uitstrekt onder een hoek ten opzichte van een laterale as loodrecht op de centrale as, en een cilindrisch refractieoppervlak bij een buitenste einde om 360 graden verbonden met het reflecterend oppervlak, waarbij het refractieoppervlak ongeveer parallel aan de loodrechte as is om 20 lichtstralen te ontvangen die zijn gereflecteerd vanaf het reflecterend oppervlak en de gereflecteerde lichtstralen uit de zijstraler te zenden langs de laterale as.
Het voorgaande en/of andere aspecten van het huidige algemene inventieve concept worden tevens bereikt door te voorzien in een 25 zijlichtstralende inrichting, voorzien van een punt lichtbron en een zijstraler met eerste en tweede reflecterende oppervlakken die zich van een centrale as van de zijlichtstralende inrichting vandaan uitstrekken en met een vooraf bepaalde afstand daartussen die groter wordt al naar gelang de eerste en tweede reflexieoppervlakken zich van de centrale as van de 30 zijlichtstralende inrichting vandaan uitstrekken.
6
Het voorgaande en/of andere aspecten van het huidige algemene inventieve concept kunnen tevens worden bereikt door te voorzien in een zijstraler die kan worden gebruikt in een zijlichtstralende inrichting, voorzien van een transparant lichaam met een ongeveer cilindrisch gevormd 5 laterale grens en een conisch gevormde bovenste grens die zich neerwaarts in de cilindrisch gevormd laterale grens uitstrekt zodanig dat de zijstraler licht ontvangt van een punt lichtbron, daaronder opgesteld, in een gebied rond een hoekpunt van de conisch gevormde bovengrens.
Het voorgaande en/of andere aspecten van het huidige algemene 10 inventieve concept kunnen tevens worden bereikt door te voorzien in een zijlichtstralende inrichting, voorzien van een zijstraler, omvattende een transparant lichaam, waarbij het transparante lichaam bij een bovenste deel is begrensd door een eerste reflecterende oppervlak en bij een lager deel door een tweede reflecterende oppervlak zodanig dat de eerste en tweede 15 reflecterende oppervlakken bij een centrale as van het transparante lichaam samenkomen en respectievelijk eerste en tweede inclinaties ten opzichte van een laterale as hebben, en bij een buitenste zijdeel door een lak refractieoppervlak om de eerste en tweede reflecterende oppervlakken te verbinden tegenover de centrale as.
20 Het voorgaande en/of andere aspecten van het huidige algemene inventieve concept kunnen tevens worden bereikt door te voorzien in een achterlichteenheid omvattende een serie zijlichtstralende inrichtingen (hierboven omschreven) ingericht op een basisplaat, een reflectieve diffusieplaat ingericht op een onderste zijde van de zijlichtstralende 25 inrichtingen voor het reflecteren en verstrooien van invallend licht dat zich naar beneden voortplant, en een eerste doorlatende diffusieplaat die boven de zijlichtstralende inrichtingen is ingericht om invallend licht dat zich naar boven voortplant door te zenden en te verstrooien.
De serie zijlichtstralende inrichting kunnen één van een 30 afwisselende samenstelling van de zijlichtstralende inrichtingen omvatten 7 voor het stralen van respectievelijk rode, groene, blauwe kleuren lichtstralen en het veelvoud van de zijlichtstralende inrichtingen voor het stralen van wit licht.
De achterlichteenheid kan voorts zijn voorzien van een optische 5 plaat en een veelvoud van reflectiespiegels die op een oppervlak van de optische plaat zijn ingerichtvoor het reflecteren van licht dat direct opwaarts wordt gestraald door de zijlichtstralende inrichtingen die daarmee corresponderen. De optische plaat kan een van een transparant polymethyl methacrylaat (PMMA) en een tweede doorlatende diffusieplaat omvatten.
10 De achterlichteenheid kan voorts tenminste één van een helderheidsverbeterende film ("brightness enhacement film") (BEF), voor het verbeteren van een gerichtheid van lichtstralen die door de eerste doorlatende diffusieplaat passeren, en een polarisatie verbeteringsfilm ("polarisation enhacement film") voor het verbeteren van de polarisatie-15 efficiëntie.
Het voorgaande en/of andere aspecten van het huidige algemene inventieve concept worden tevens bereikt door te voorzien in een achterlichteenheid die kan worden gebruikt met een beeldscherminrichting, waarbij de achterlichteenheid is voorzien van een basisplaat en een 20 veelvoud van zijlichtstralende inrichtingen die zijn opgesteld op de basisplaat voor het stralen van lichtstralen. Elk van het veelvoud van zijlichtstralende inrichting omvat een punt lichtbron en een zijstraler met eerste en tweede reflecterende oppervlakken die zich van een centrale as van de zijlichtstralende inrichting vandaan uitstrekken en met een vooraf 25 bepaalde afstand daartussen die van de centrale as van de zijlichtstralende inrichting vandaan toeneemt.
Het voorgaande en/of andere aspecten van het huidige algemene inventieve concept worden tevens bereikt door te voorzien in een liquid chrystal display inrichting omvattende een liquid chrystal paneel en de 8 achterlichteenheid (hierboven beschreven) voor het stralen van lichtstralen naar het liquid chrystal paneel.
Het voorgaande en/of andere aspecten van het huidige algemene inventieve concept worden tevens bereikt door te voorzien in een 5 beeldscherminrichting voorzien van een beeldscherm en een achterlichteenheid die is opgesteld aangrenzend aan het beeldscherm voor het leveren van licht aan het beeldscherm. De achterlichteenheid omvat een basisplaat en een veelvoud van zijlichtstralende inrichtingen die op de basisplaat zijn ingericht voor het stralen van lichtstralen. Elk van het 10 veelvoud van zijlichtstralende inrichtingen heeft een punt lichtbron en een zijstraler met eerste en tweede reflecterende oppervlakken die zich van een centrale as van de zijlichtstralende inrichting uitstrekken en met een vooraf bepaalde afstand daartussen die toeneemt naarmate deze zich van de centrale as van de zijlichtstralende inrichting vandaan uitstrekt.
15
KORTE BESCHRIJVING VAN DE TEKENINGEN
Deze en/of andere aspecten en voordelen van het huidige algemene inventieve concept zullen duidelijk worden en gemakkelijker worden 20 begrepen uit de hierop volgende beschrijving van de uitvoeringsvormen, genomen in samenwerking met de bij gevoegde tekeningen waarvan:
Figuur 1 een doorsnede van een zijaanzicht is die een conventionele zijstralen van een zijstralende LED illustreert;
Figuur 2 een intensiteitsdistributie van licht dat is gestraald door 25 de conventionele zijstraler in de zijstralende LED van figuur 1 illustreert;
Figuur 3 een schematisch zijaanzicht is dat een zijlichtstralende inrichting volgens een uitvoeringsvorm van het huidige algemene inventieve concept illustreert;
Figuren 4A en 4B aanzichten in perspectief zijn die de zijstralen 30 van figuur 3 illustreren; 9
Figuur 5 een schematisch zijaanzicht is dat een zijlichtstralende inrichting volgens een andere uitvoeringsvorm van het huidige algemene inventieve concept illustreert;
Figuur 6 een intensiteitsdistributie van licht dat is gestraald door 5 de zijstraler in de zijlichtstralende inrichting van figuren 3 tot 4B illustreert;
Figuur 7 schematisch een achterlichteenheid met een serie zijlichtstralende inrichting volgens een uitvoeringsvorm van het huidige algemene inventieve concept illustreert; en 10 Figuur 8 schematisch een liquid crystal display (LCD) inrichting die de achterlichteenheid omvat van figuur 7 illustreert.
GEDETAILLEERDE BESCHRIJVING VAN DE VOORKEURSUITVOERINGSVORMEN 15
Er zal nu gedetailleerd naar de uitvoeringsvormen van het huidige algemene inventieve concept worden verwezen, waarvan voorbeelden zijn geïllustreerd in de begeleidende tekening, waarbij vergelijkbare verwijzingscijfers corresponderen met vergelijkbare elementen. De 20 uitvoeringsvormen zijn hieronder beschreven ten einde het huidige algemene inventieve concept met verwijzing naar de figuren uit te leggen.
Een zijlichtstralende inrichting, een achterlichteenheid die de zijlichtstralende inrichting gebruikt als een lichtbron en een liquid crystal display (LCD) inrichting die de achterlichteenheid gebruikt volgens 25 verschillende uitvoeringsvormen van het huidige algemene inventieve concept zullen nu worden beschreven met verwijzing naar de begeleidende tekening.
Verwijzend naar figuren 3 en 4B omvat een zijlichtstralende inrichting 10 volgens een uitvoeringsvorm van het huidige algemene 30 inventieve concept een lichtstralende inrichting 30 voor het genereren van 10 licht en een zijstraler 50 voor het stralen van het gegenereerde licht dat invalt vanaf de lichtstralende inrichting 30 in een laterale richting.
Een hoofdvoortplantingsrichting van licht dat door de lichtstralende inrichting 30 wordt gestraald, correspondeert in hoofdzaak 5 met een centrale as C van de zij lichtstralende inrichting 10. De laterale richting is een richting die parallel of ongeveer parallel is aan een horizontale as en loodrecht ten opzichte van de centrale as C ligt. Hier is de centrale as C een as die een midden van lichtstralende diode (LED) chip 31 kruist (hieronder beschreven) en een midden van de zijstraler 50.
10 De lichtstralende inrichting 30 omvat de LED chip 31 voor het genereren van Lambertiaans licht en wordt gecombineerd met de zijstraler 50 wanneer de LED chip 31 op een basis 35 is geplaatst. De LED chip 31 kan dicht tegen de zijstraler 50 zijn ingericht ten einde de hoeveelheid licht die wordt gestraald door de LED chip 31 in de zijstraler 50 te 15 maximaliseren.
De zijstraler 50 omvat een transparant lichaam 51 dat gemaakt is van een transparant materiaal zoals een transparant kunststoffen materiaal, eerste en tweede reflectieoppervlakken 53 en 57 voor het reflecteren van invallend licht en een refractieoppervlak 55 voor het breken 20 van het licht dat is gereflecteerd door de eerste en tweede reflectieoppervlakken 53 en 57 zodat het gebroken licht zich in de laterale richting voortplant. Een bereik waarin licht in de zijstraler 50 invalt, wordt beperkt door een invalgebied 54 dat zich bij een midden van het tweede reflectieoppervlak 57 bevindt. Het invalgebied 54 heeft een voorafbepaalde 25 grootte en bevindt zich op de centrale as C van de zij lichtstralende inrichting 10.
De eerste en tweede reflectieoppervlakken 53 en 57 en het refractieoppervlak 55 zijn de oppervlakken van het transparante lichaam 5!.
11
Het eerste reflectieoppervlak 53 reflecteert licht dat wordt gestraald door de lichtstralende inrichting 30 en dat in de zijstraler 50 invalt. Wanneer de lichtstralende inrichting 30 onder de zijstraler 50 is opgesteld, althans, relatief gesproken met betrekking tot de posities zoals 5 geïllustreerd in figuur 3, correspondeert het eerste reflectieoppervlak 53 met een bovenste oppervlak van de zijstraler 50 en kan deze een conisch oppervlak dat is gecentreerd om de centrale as C omvatten om het invallende licht in een richting van de centrale as C vandaan te reflecteren. Meer in het bijzonder, kan het conische oppervlak van het eerste 10 reflectieoppervlak 53 opwaarts hellen ten opzichte van de horizontale as.
Het eerste reflectieoppervlak 53 kan vlak zijn of concaaf gebogen en kan worden verkregen door een reflectiecoating op het bovenste oppervlak van de zijstraler 50 aan te brengen ten einde het invallende licht te reflecteren.
Licht dat door de lichtstralende inrichting 30 wordt gestraald en op 15 het eerste reflectieoppervlak 53 invalt op een kleine invalshoek ten opzichte van de centrale as C (dit wil zeggen op een deel van het eerste reflectieoppervlak 53 dat zich dichtbij de centrale as C bevindt) wordt naar beneden gereflecteerd door het eerste reflectieoppervlak 53. Aan de andere kant wordt licht dat invalt op het eerste reflectieoppervlak 53 met een grote 20 invalshoek ten opzichte van de centrale as C (dit wil zeggen op een deel van het eerste reflectieoppervlak 53 verder van de centrale as C vandaan) gereflecteerd door het eerste reflectieoppervlak 53 richting het refractieoppervlak 55.
Het tweede reflectieoppervlak 57 is tegenover het eerste 25 reflectieoppervlak 53 van het transparante lichaam 51 opgesteld en reflecteert het door het eerste reflectieoppervlak 53 naar beneden gereflecteerde licht richting het refractieoppervlak 55. Het tweede reflectieoppervlak 57 is geconstrueerd bij een deel van de zijstraler 50 dat in contact is met de lichtstralende inrichting 30.
12
Zoals het eerste reflectieoppervlak 53, kan het tweede reflectieoppervlak 57 worden verkregen door een reflectiecoating aan te brengen op een bodem van de zijstraler 50, althans, relatief gesproken met betrekking tot de posities zoals geïllustreerd in figuur 3. Als alternatief is 5 het tweede reflectieoppervlak 57 gevormd om een totaal intern reflectieoppervlak te zijn aangezien een invalshoek van licht dat is gereflecteerd door het eerste reflectieoppervlak 53 richting het tweede reflectieoppervlak 57 van voldoende grootte kan zijn om te voldoen aan de voorwaarde voor totale interne reflectie zoals is aangegeven door een 10 lichtpad Ii, dat in figuur 3 is geïllustreerd.
Voor het reflecteren van licht naar het refractieoppervlak 55 kan het tweede reflectieoppervlak 57 een conisch gevormd oppervlak zijn zodanig dat een afstand van het tweede reflectieoppervlak 57 tot het eerste reflectieoppervlak 53 toeneemt naarmate het verder van de centrale as C 15 van de zijlichtstralende inrichting 10 vandaan ligt. Meer in het bijzonder kan het tweede reflectieoppervlak 57 naar beneden hellen ten opzichte van de horizontale as. Met andere woorden, de eerste en tweede reflectieoppervlakken 53 en 57 kunnen in tegenovergestelde richtingen hellen ten opzichte van de horizontale as die loodrecht is gelegen ten 20 opzichte van de centrale as C van de zijlichtstralende inrichting 10. De eerste en/of tweede reflectieoppervlakken 53 of 57 kunnen symmetrisch zijn ten opzichte van de centrale as C. Zoals in figuur 3 is geïllustreerd kan het tweede reflectieoppervlak 57 een lichtere helling vertonen dan het eerste reflectieoppervlak 53.
25 Het refractieoppervlak 55 correspondeert met een zijoppervlak van de zijstraler 50 en breekt invallend licht voor het verlaten van de zijstraler 50 in de laterale richting. Licht kan direct worden gereflecteerd door het eerste reflectieoppervlak 53 naar het refractieoppervlak 55 of kan worden gereflecteerd door het tweede reflectieoppervlak 57 naar het 13 refractieoppervlak 55 nadat het is gereflecteerd door het eerste reflectieoppervlak 53.
Het refractieoppervlak 55 kan licht hellen in een positieve (+) of negatieve (-) richting ten opzichte van de centrale as C, zodat de zijstraler 5 50 eenvoudig kan worden gevormd aangezien het refractieoppervlak 55 niet parallel aan de centrale as C is geconstrueerd. Een hoek van het refractieoppervlak 55 ten opzichte van de centrale as C kan binnen een groot bereik aan hoeken worden geconstrueerd, zodanig dat zoveel mogelijk licht de zijstraler 50 in de laterale richting verlaat en het licht over een 10 groot gebied wordt verspreid. Tevens kan het refractieoppervlak 55 parallel zijn aan de centrale as C van de zijlichtstralende inrichting 10.
Elk van de eerste en tweede reflectieoppervlakken 53 en 57 en het refractieoppervlak 55 kan symmetrisch zijn ten opzichte van de centrale as C zodat de zijstraler 50 licht dat invalt vanaf de lichtstralende 15 inrichting 30 uniform in de laterale richting kan stralen.
Voorts kan een uitstekend deel 52 bij een centraal deel van het tweede reflectieoppervlak 57 zijn voorzien en als een verbinding functioneren tussen de lichtstralende inrichting 30 en de zijstraler 50. Het uitstekend deel 52 wordt in combinatie met het invalgebied 54 gebruikt om 20 het bereik van licht dat wordt gestraald door de lichtstralende inrichting 30 in de zijstraler 50 te beperken. Het uitstekend deel 52 met een vooraf bepaalde dikte strekt zich van het invalgebied 54 vandaan naar beneden uit.
Het uitstekend deel 52 staat toe dat licht door de lichtstralende 25 inrichting 30 op het eerste reflectieoppervlak 53 van de zijstraler 50 over een groot bereik wordt gestraald en over een groter gebied wordt verspreid terwijl deze een totale dikte van de zijstraler 50 niet laat toenemen.
Dat betekent dat, aangezien het licht dat wordt gestraald door de LED chip 31 zich in alle richtingen verspreidt de LED chip 31 dient te 30 worden gescheiden van het eerste reflectieoppervlak 53 met een vooraf 14 bepaalde afstand om het bereik van het licht dat invalt op het eerste reflectieoppervlak 53 te laten toenemen.
Wanneer de zijlichtstralende inrichting 10 geen uitstekend deel 52 omvat, dient een minimum afstand tussen de LED chip 31 en het eerste 5 reflectieoppervlak 53 groter te zijn dan of gelijk te zijn aan de vooraf bepaalde dikte van het uitstekend deel 52 teneinde licht te stralen op het eerste reflectieoppervlak 53 over een breed bereik, zoals gewenst. Verwijzend naar figuur 3, bevindt de LED chip 31 zich in de nabijheid van het invalgebied 54 dat op hetzelfde vlak is gevormd als het tweede 10 reflectie vlak 57. Zo dient in dit geval om licht te stralen op het eerste reflectieoppervlak 53 over het wijde gebied, zoals gewenst, een afstand tussen het invalgebied 54 en het eerste reflectieoppervlak 53 te worden vermeerderd, resulterend in een verhoogde totale dikte van de zijstraler 50.
Daartegenover staat dat wanneer de zijlichtstralende inrichting 10 15 het uitstekend deel 52 omvat het mogelijk is licht te stralen over een voldoende wijd gebied terwijl de totale dikte van de zijstraler 50 afneemt, aangezien het uitstekend deel 52 in een ruimte kan zijn gepositioneerd die wordt gecreëerd door het conische tweede reflectieoppervlak 57 dat naar beneden helt ten opzichte van de horizontale as, zoals geïllustreerd in 20 figuren 3 en 4B.
Terwijl figuren 3 en 4B illustreren dat de zijlichtstralende inrichting 10 het tweede reflectieoppervlak 57, dat een conisch oppervlak naar beneden hellend ten opzichte van de horizontale as is, en het uitstekend deel 52 omvat, kan de zijlichtstralende inrichting 10 als 25 alternatief een vlak tweede reflecterend oppervlak 77 omvatten dat loodrecht ten opzichte van de centrale as C is opgesteld zoals geïllustreerd in figuur 5. In dit geval is het mogelijk het uitstekend deel 52 weg te laten, zoals geïllustreerd in figuur 5.
Figuur 5 is een schematisch zijaanzicht dat een zijlichtstralende 30 inrichting 10' illustreert volgens een andere uitvoeringsvorm van het 15 huidige algemene inventieve concept. Verwijzend naar figuur 5 reflecteert het tweede reflectieoppervlak 77, evenals het tweede reflectieoppervlak 57 dat is beschreven en geïllustreerd in de uitvoeringsvorm van figuur 3, licht dat naar beneden is gereflecteerd door een eerste reflectieoppervlak 53' naar 5 een refractieoppervlak 55'. Het tweede reflectieoppervlak 77 kan tevens worden verkregen door een reflectiecoating aan te brengen op een bodem van de zijstraler 50' of kan een totaal intern reflectieoppervlak zijn aangezien een invalshoek van het licht dat door het eerste reflectieoppervlak 53' is gereflecteerd richting het tweede reflectie-10 oppervlak 77 voldoende groot kan zijn om te voldoen aan de voorwaarde voor totale interne reflectie zoals is aangegeven door een lichtpad I2, geïllustreerd in figuur 5.
De zijlichtstralende inrichting 10' met de hierboven beschreven en in figuur 5 geïllustreerde structuur is in staat het meeste van het licht in de 15 laterale richting te stralen (d.w.z. in de richting van de horizontale as).
Gebruikmaking van de zijlichtstralende inrichting 10 of 10' als een puntlichtbron in een achterlichteenheid maakt het mogelijk dat licht over een wijder gebied wordt gestraald, waarmee een dikte van de achterlichteenheid wordt gereduceerd. Bovendien is de zijlichtstralende inrichting 10 20 eenvoudig te vervaardigen aangezien het een eenvoudige structuur heeft met slechts de eerste en tweede reflectieoppervlakken 53 (53') en 57 (77) en het refractieoppervlak 55 (55') dat bijna parallel is aan de centrale as C.
Figuur 6 illustreert een intensiteitsdistributie van licht dat is gestraald door de zijstraler 50 in de zijlichtstralende inrichting 10 (10')
25 geïllustreerd in figuren 3, 4A. 4B en 5. Zoals in figuur 6 is geïllustreerd heeft, in de zijlichtstralende inrichting 10 (10') volgens de huidige uitvoeringsvormen, licht dat zich in de laterale richting voortplant bijna parallel aan de horizontale as de hoogste intensiteit en wordt het meeste licht in de laterale richting gedistribueerd, bijna parallel aan de horizontale 30 as. Verschillende uitvoeringsvormen van een achterlichteenheid en een LCD
16 inrichting die hetzelfde (hieronder beschreven) gebruiken, gebruiken de zijlichtstralende inrichting 10 (10') voor het richten van licht dat over een voldoende wijd gebied dient te worden verspreid, waarmee wordt mogelijk gemaakt dat de achterlichteenheid met een kleine dikte kan worden 5 gemaakt en de LCD een uniforme schermhelderheid kan hebben.
Zoals blijkt uit de figuren 2 en 6, heeft licht dat zich langs een pad dat zich ongeveer 10° boven de horizontale as bevindt de hoogste intensiteit in de conventionele zijstraler 1 van de zij stralende LED geïllustreerd in figuur 1, terwijl licht dat zich voortplant in de richting van de horizontale as 10 de hoogste intensiteit heeft in de zijstraler 50 (50') van de verschillende uitvoeringsvormen van het huidige algemene inventieve concept.
Wanneer de zijstralende LED met de conventionele zijstraler 1 wordt gebruikt in een direct type achterlichteenheid, dient de afstand tussen de zijstralende LED en een transparante diffusieplaat groot te zijn 15 teneinde licht wijd te verspreiden. Met andere woorden, het kan zijn dat de dikte van de achterlichteenheid significant dient te worden toe genomen om een uniforme schermhelderheid te leveren.
Daartegenover staat dat wanneer de zijlichtstralende inrichting 10 (10') met de zijstraler 50 (50') van de verschillende uitvoeringsvormen van 20 het huidige algemene inventieve concept wordt gebruikt in de achterlichteenheid en de LCD inrichting die de achterlichteenheid gebruikt, het mogelijk is een uniforme schermhelderheid te leveren terwijl de dikte van de achterlichteenheid tot een minimum kan worden beperkt, aangezien de zijlichtstralende inrichting 10 (10') licht verspreidt over een voldoende 25 wijd gebied.
Figuur 7 illustreert schematisch een achterlichteenheid 100 met een reeds (dit wil zeggen een twee dimensionale serie) van de zijlichtstralende inrichtingen 10 (10') volgens een uitvoeringsvorm van het huidige algemene inventieve concept. Verwijzend naar figuur 7, omvat de 30 achterlichteenheid 100 een veelvoud van zijlichtstralende inrichtingen 10 17 (10') die zijn opgesteld in een serie op een basisplaat 101, een reflectieve diffusieplaat 110 die is opgesteld op een benedenzijde van het veelvoud van zijlichtstralen in de richtingen 10 (10') om licht te reflecteren en te strooien dat wordt gestraald door de zijlichtstralende inrichting 10, en een 5 doorlatende diffusieplaat 140 die boven de zijlichtstralende inrichting 10 (10') is opgesteld voor het doorlaten en verstrooien van invallend licht.
De basisplaat 101 dient als een substraat waarop het veelvoud van zijlichtstralende inrichtingen 10 (10') zijn opgesteld in de serie. De basisplaat 101 kan een printplaat ("printed circuit board") (PCB) zijn voor 10 het aansturen van de zijlichtstralende inrichtingen 10 (10'). Als alternatief kan de achterlichteenheid 100 de basisplaat 101 en een PCT omvatten voor het separaat aansturen van de zijlichtstralende inrichtingen 10 (10').
De zijlichtstralende inrichting 10 (10') kan de zijlichtstralende inrichting, hierboven omschreven met verwijzing naar de figuren 3 tot 6, 15 zijn voor het richten van het meeste van het Lambertiaanse licht dat is gestraald door de LED chip 31 die is opgesteld bij een lager deel daarvan, om te worden gestraald via de zijstraten 50 (50') in de laterale richting.
De serie van het veelvoud van zijlichtstralende inrichtingen 10 (10') kan de zijlichtstralende inrichtingen 10 (10') omvatten, die afwisselend zijn 20 opgesteld, waarbij elk een rood (R), groen (G) of blauw (B) gekleurde straal straalt. In dit geval omvat elk van de zijlichtstralende inrichtingen 10 (10') de LED chip 31 (zie figuren 3 en 5) voor het genereren van een R, G, of B gekleurde straal van licht.
De twee dimensionale serie zijlichtstralende inrichtingen 10 (10') 25 die zijn opgesteld op de basisplaat 101 is onderverdeeld in een veelvoud van lijnen. Een hoeveelheid van de zijlichtstralende inrichtingen 10 (10') voor iedere kleur licht dat is opgesteld op iedere fijn kan variëren afhankelijk van een hoeveelheid van de gekleurde lichtstralen die daarvandaan worden gestraald.
18
De hoeveelheden van R, G, en B kleuren lichtstralen die worden gestraald door de corresponderende LED chips 31 kunnen van elkaar verschillen. Bijvoorbeeld kan de hoeveelheid groen licht die door de groen LED chip 31 wordt gestraald gewoonlijk lager zijn dan die van rood of blauw 5 licht die wordt gestraald door respectievelijk de rode of blauwe LED chip 31. Zo kan een hoeveelheid rode lichtstralende inrichtingen 30 voor iedere lijn gelijk zijn aan die van blauwe lichtstralende inrichtingen 30 en een hoeveelheid groene lichtstraahnrichtingen 30 het dubbele zijn van de hoeveelheid van rode of blauwe lichtstralende inrichtingen 30. De rode, 10 groene en blauwe lichtstralende inrichtingen 30 kunnen langs iedere lijn zijn ingericht in de volgorde R, G, G, B of B, G, G, R.
Als alternatief kunnen de zijlichtstralende inrichtingen 10 (10') alle wit licht stralen. In dit geval omvat elk van de zijlichtstralende inrichtingen 10 (10') de LED chip 31 voor het genereren van wit licht.
15 Wanneer de achterlichteenheid 100 de serie van het veelvoud van lichtstralende inrichtingen 10 (10'), afwisselend opgesteld, omvat, waarbij elke de LED chips 31 bevat voor het genereren van de R, G en B kleuren lichtstralen, of wanneer de achterlichteenheid de serie van het veelvoud van lichtstralende inrichtingen 10 (10') met de LED chips 31 voor het genereren 20 van het witte licht omvat, maakt de LCD inrichting die de achterlichteenheid 100 gebruikt de weergave van een kleurenbeeld mogelijk.
De reflectieve diffusieplaat 110 reflecteert en verstrooit invallend licht zodat het gereflecteerde licht zich naar boven voortplant. De reflectieve 25 diffusieplaat 110 is op de basisplaat 101 opgesteld en is bij een lagere zijde van de zijlichtstralende inrichtingen 10 (10') gepositioneerd.
Overeenkomstig kan de reflectieve diffusieplaat 110 een veelvoud van gaten hebben waarin de corresponderende zijlichtstralende inrichtingen 10 (10') kunnen zijn ingericht. De reflectieve diffusieplaat 110 kan zijn ingericht op 19 de basisplaat 101, waarbij de zijlichtstralende inrichtingen 10 (10') in het veelvoud van gaten zijn gezet.
Hier plant het meeste van het licht dat wordt gestraald door de zijstralen 50 in de zijlichtstralende inrichting 10 (10') zich voort over een 5 lange afstand en valt dan in op de reflectieve diffusieplaat 110. Een deel van het licht dat is gestraald door de zijstralen 50 (50') plant zich over een lange afstand voort en valt dan in op een reflectie spie gel 120 (hieronder beschreven) die is opgesteld boven de zijlichtstralende inrichtingen 10 (10') of op de doorlatende diffusieplaat 140 die boven de reflectiespiegel 120 is 10 opgesteld.
Zodoende kan het licht direct worden gestraald door de zijstralen 50 (50') op de reflectieve diffusieplaat 110 of worden gereflecteerd door de reflectiespiegel 120 naar de reflectieve diffusieplaat 110.
De doorlatende diffusieplaat 140 bevindt zich op een afstand van 15 een lager deel 100a van de achterlichteenheid 100 (dit wil zeggen de zijlichtstralende inrichtingen 10 (10') en de reflectieve diffusieplaat 110) op een vooraf bepaalde afstand "d". De doorlatende diffusieplaat 140 verstrooit en laat invallend licht door.
In dit geval, wanneer de doorlatende diffusieplaat 140 te dicht bij 20 de zijlichtstralende inrichtingen 10 (10') is, lijkt een gebied waar de zijlichtstralende inrichting 10 (10') zich bevindt helderder dan een overblijvend gebied, resulterend in een degradatie van helderheid uniformiteit. Bovendien, wanneer een afstand tussen de doorlatende diffusieplaat 140 en de zijlichtstralende inrichting 10 (10') toeneemt, neemt 25 de dikte van de achterlichteenheid 100 toe. Zodoende kan de afstand "d" tussen de doorlatende diffusieplaat 140 en het lagere deel 100a van de achterlichteenheid 100, welke de zijlichtstralende inrichting 10 (10') en de reflectieve diffusieplaat 110 omvat, worden geminimaliseerd binnen een bereik waarin licht voldoende kan worden gemengd, zoals gewenst.
20
De achterlichteenheid 100 die gebruik maakt van de zijlichtstralende inrichting 10 (10') als een lichtbron voor het stralen van licht over een wijder gebied heeft een gereduceerde dikte vergeleken met een conventionele achterlichteenheid omdat door de optische 5 karakteristieken van de zijstraler 50 (50') licht voldoende kan worden gemengd terwijl de afstand tussen de zijlichtstralende inrichtingen 10 (10') en de doorlatende diffusieplaat 140 is gereduceerd.
Terwijl het meeste van het licht gegenereerd door de lichtstralende inrichting 30 in de zijlichtstralende inrichtingen 10 (10') wordt gestraald 10 door de zijstraler 50 (50') in de laterale richting, kan licht dat zich naar boven voortplant in de zijstraler 50 (50') tevens aanwezig zijn wanneer het eerste reflectieoppervlak 53 (zie figuren 3, 4a en 5) van de zijstraler 50 (50') niet een totale reflectieoppervlak is. Aangezien het moeilijk is te voldoen aan de coating voorwaarden voor het vormen van een totale 15 reflectieoppervlak wordt coating in hoofdzaak gevormd op het eerste reflectieoppervlak 53 om een juiste reflectie te hebben. Zo mag een deel van het licht zich direct naar boven voortplanten door de zijstraler 50 (50').
Door de aanwezigheid van het licht dat zich naar boven voortplant door de zijstraler 50 (50'), is een lichtplek die correspondeert met een positie 20 van de LED chip 31 (zie figuren 3 en 5) die correspondeert met de lichtstralende inrichting 30, zichtbaar van boven de achterlichteenheid 100. Bovendien wanneer de R, G en B LED chips 31 voor het stralen van iedere kleur licht worden gebruikt voor het weergeven van het kleurenbeeld kunnen de kleuren van de LED chips 31 worden gezien van boven de 25 achterlichteenheid 100.
Zodoende, voor het voorkomen van problemen die voortkomen uit de aanwezigheid van het licht dat zich naar boven voortplant door de zijstraler 50 (50'), omvat de achterlichteenheid 100 een veelvoud van reflectiespiegels die op één oppervlak van een optische plaat 130 zijn 30 op gesteld voor het reflecteren van licht dat direct naar boven wordt 21 gestraald door de zijlichtstralende inrichtingen 10 (10'). Een serie van het veelvoud van reflectiespiegels 120 die correspondeert met de serie zijlichtstralende inrichtingen 10 (10') is ingericht op het oppervlak van de optische plaat 130. Met andere woorden elk van het veelvoud van 5 reflectiespiegels 120 is boven de corresponderende zijlichtstralende inrichting 10 (10’) ingericht voor het naar beneden reflecteren van licht.
De optische plaat 130 waarop het veelvoud van reflectiespiegels 120 is ingericht kan zijn gemaakt van transparant polymethyl methacrylaat (PMMA) voor het doorlaten van invallende licht. Als alternatief kan de 10 optische plaat 130 een doorlatende diffusieplaat zijn.
In dit geval kan elk van het veelvoud van reflectiespiegels 120 zich op een afstand bevinden van de corresponderende zijlichtstralende inrichting 10 (10') op een vooraf bepaalde afstand. Om de vooraf bepaalde afstand te handhaven kan de optische plaat 130 worden gesteund door een 15 steuner 135. De steuner 135 steunt de optische plaat 130 ten opzichte van de reflectieve diffusieplaat 110 en/of de basisplaat 101.
Het gebruiken van de doorlatende diffusieplaat als de optische plaat 130 maakt mogelijk dat licht effectiever wordt verspreid dan slechts het gebruiken van de reflectieve diffusieplaat 110 en de doorlatende 20 diffusieplaat 140, waarmee de afstand tussen de doorlatende plaat 140 en de zijlichtstralende inrichting 10 (10') verder wordt gereduceerd (en de afstand "d" tussen de doorlatende diffusieplaat 140 en het lagere deel 100a van de achterlichteenheid 100). Dit resulteert in een reductie van de dikte van de achterlichteenheid 100.
25 Echter, wanneer de doorlatende diffusieplaat wordt gebruikt als de optische plaat 130 is de doorlatendheid van licht lager dan wanneer transparant PMMA wordt gebruikt als de optische plaat 130. Zodoende kan de doorlatende diffusieplaat of de transparante PMMA worden geselecteerd als de optische plaat 130 afhangende van of het reduceren van de dikte van 22 de achterlichteenheid 100 al of niet belangrijker is dan het vermeerderen van de doorlatendheid van licht.
De achterlichteenheid 100 kan voorts een helderheid verbeteringsfilm ("brightness enhacement film") (BEF) 150 omvatten voor 5 het verbeteren van een gerichtheid van licht die door de doorlatende diffusieplaat 140 en een polarisatie verbeteringsfilm ("polarization enhacement film") 170 passeert voor het verbeteren van een polarisatie efficiëntie.
De BEF 150 wordt gebruikt voor het breken van en scherp stellen 10 van lichtstralen die door de doorlatende diffusieplaat 140 passeren, waarmee de gerichtheid en de helderheid van het licht wordt verhoogd. De polarisatie verbeteringsfilm 170 laat één gepolariseerd licht door (bijvoorbeeld p-gepolariseerd licht) terwijl een ander gepolariseerd licht (bijvoorbeeld s-gepolariseerd licht) wordt gereflecteerd, waarmee wordt 15 mogelijk gemaakt dat het meeste van het licht dat daarop invalt wordt geconverteerd naar het p-gepolariseerd licht wanneer het invallende licht de polarisatie verbeteringsfilm 170 verlaat.
Figuur 8 illustreert schematisch een LCD inrichting voorzien van de achterlichteenheid 100. Verwijzend naar figuur 8 omvat de LCD 20 inrichting de achterlichteenheid 100 en een liquid chrystal paneel 200 dat boven de achterlichteenheid 100 is ingericht. Zoals in het vakgebied bekend zou moeten zijn, wordt wanneer een lineair gepolariseerd licht invalt op een liquid chrystal laag in een liquid chrystal paneel een richting van een liquid chrystal richter en een polarisatierichting van het licht veranderd door een 25 toegepast elektrisch veld, waarmee wordt mogelijk gemaakt dat beeldinformatie wordt weergegeven op het liquid chrystal paneel. Derhalve is het liquid chrystal paneel 200 verbonden met een aansturingscircuit. Aangezien een gedetailleerde configuratie van het liquid chrystal paneel 200 en een weergave operatie die gebruik maakt van het aansturingscircuit i.
23 bekend zou moeten zijn in het vakgebied zal in een beschrijving hiervan niet worden voorzien.
Ik
Aangezien efficiëntie van lichtgebruik wordt verbeterd wanneer het licht dat invalt op het liquid chrystal paneel 200 een enkele polarisatie heeft 5 kan het gebruik van de polarisatie verbeteringsfilm 170 in de achterlichteenheid 100 optische efficiëntie verhogen.
Zoals hierboven beschreven omvat de achterlichteenheid 100 een serie zijlichtstralende inrichtingen 10 (10') (zie figuren 3, 5 en 7) als punt lichtbronnen die het meeste licht stralen in een richting die lateraal of 10 ongeveer lateraal is zodat het licht wijd kan worden verspreid. De achterlichteenheid 100 met de structuur zoals hierboven heeft een voldoende gereduceerde dikte terwijl uniforme lichtintensiteitsdistributie over een geheel oppervlak daarvan wordt geleverd. Hoewel de verschillende uitvoeringsvormen hierboven omschreven verwijzen naar de "bovenwaartse" 15 en "neerwaartse" (of dergelijke) richtingen met betrekking tot de achterlichteenheid 100 en de zijlichtstralende inrichtingen 10 (10'), dient te worden begrepen dat deze richtingen referentierichtingen zijn en zijn bedoeld om de reikwijdte van het huidige algemene inventieve concept te beperken. Bijvoorbeeld, kunnen de richtingen naar boven en naar beneden 20 ook horizontaal zijn wanneer de achterlichteenheid 100 is ingericht en geplaatsts in een LCD inrichting in een opstaande positie voor bezichtiging.
Derhalve maakt een LCD inrichting zoals een LCD TV die de achterlichteenheid 100 gebruikt een weergave van een hoge kwaliteit beeld met uniforme helderheid mogelijk over een geheel scherm daarvan.
25 Aangezien een zijlichtstralende inrichting volgens verschillende uitvoeringsvormen van het huidige algemene inventieve concept het meeste licht in de laterale richting kan stralen, richt het gebruik van de zijlichtstralende inrichting als een lichtbron in een achterlichteenheid licht voor het gelijkmatiger mengen daarvan.
24
De verschillende uitvoeringsvormen van het huidige algemene inventieve concept voorzien in een dunne achterlichteenheid die gebruik maakt van een zijlichtstralende inrichting als een punt lichtbron voor het voorzien in hoge kwaliteit licht met een uniforme intensiteit distributie over 5 een geheel oppervlak daarvan. De verschillende uitvoeringsvormen van het huidige algemene inventieve concept voorzien tevens in een LCD inrichting die de achterlichteenheid gebruikt voor het produceren van een hoog kwaliteit beeld met een uniforme helderheid over een geheel scherm daarvan. Bovendien kunnen, aangezien de zijstralende inrichting een 10 eenvoudige structuur heeft en eenvoudig te vervaardigen is, de achterlichteenheid met de zijlichtstralende inrichting en de LCD inrichting die de achterlichteenheid gebruikt tegen significant lage kosten worden vervaardigd.
Terwijl de huidige uitvinding vooral is getoond en beschreven door 15 voorbeelden van uitvoeringsvormen ervan, zal er door diegene met gemiddelde kennis van het vakgebied worden begrepen dat er verschillende veranderingen in vorm en detailleringen kunnen worden gemaakt zonder af te wijken van de geest en spanwijdte van de huidige uitvinding zoals gedefinieerd door de volgende conclusies en equivalenten daarvan.
20 1 0 3 0 4 4 2 *

Claims (36)

1. Zijlichtstralende inrichting voorzien van: een lichtstralende inrichting voor het genereren van licht; en een zijstraler voor het stralen van het licht dat invalt vanuit de lichtstralende inrichting in een laterale richting, waarbij de zijstraler 5 omvat: een eerste reflectie oppervlak voor het reflecteren van het licht dat door de lichtstralende inrichting wordt gestraald in de zijstraler, een tweede reflectie-oppervlak gevormd bij een deel van de zijstraler dat contact heeft met de lichtstralende inrichting voor het 10 reflecteren van een eerste licht dat is gereflecteerd door het eerste reflectie -oppervlak in de laterale richting, en een refractie-oppervlak voor het breken van een tweede licht dat is gereflecteerd door het eerste reflectie-oppervlak en direct verder gaat richting het refractie-oppervlak en het eerste licht dat is gereflecteerd door 15 het eerste reflectie-oppervlak naar het tweede reflectie-oppervlak en is gereflecteerd door het tweede reflectie-oppervlak om de zijstraler in de laterale richting te verlaten.
2. Inrichting volgens conclusie 1, waarbij ten minste één van de eerste en tweede reflectie-oppervlakken is bedekt met een reflectieve 20 coating.
3. Inrichting volgens conclusie 1, waarbij het eerste reflectie-oppervlak een conisch oppervlak omvat dat is gecentreerd om een centrale as van de zijlichtstralende inrichting voor het reflecteren van invallend licht in een richting van de centrale as vandaan.
4. Inrichting volgens conclusie 3, waarbij het tweede reflectie- oppervlak een conisch oppervlak omvat met een afstand tot het eerste reflectie-oppervlak die varieert en toeneemt naarmate het tweede reflectie- 1030442 ' oppervlak zich van de centrale as van de zijlichtstralende inrichting vandaan uitstrekt.
5. Inrichting volgens conclusie 4, voorts omvattende: een uitstekend deel dat is ingericht op een bodemmiddendeel van het 5 tweede reflectie-oppervlak.
6. Inrichting volgens conclusie 1, waarbij de eerste en tweede reflectie-oppervlakken in de tegenovergestelde richtingen hellen ten opzichte van een as die haaks op een centrale as van de zijlichtstralende inrichting staat.
7. Inrichting volgens conclusie 6, waarbij één of meer van de eerste en tweede reflectie-oppervlakken symmetrisch is om de centrale as van de zijlichtstralende inrichting.
8. Inrichting volgens conclusie 6, waarbij het tweede reflectie- oppervlak een lichtere helling heeft dan het eerste reflectie-oppervlak.
9. Inrichting volgens conclusie 3, waarbij het tweede reflectie- oppervlak vlak is.
10. Inricht volgens conclusie 1, waarbij het refractie-oppervlak niet parallel is aan een centrale as van de zijlichtstralende inrichting.
11. Een zijlichtstralende inrichting, voorzien van: 20 een zijstraler met een centrale as, een reflectief oppervlak dat zich bij een binnenste einde om 360 graden ten opzichte van de centrale as uitstrekt onder een hoek ten opzichte van een lateralte as loodrecht op de centrale as, en een cylindrisch brekend oppervlak dat is verbonden bij een buitenste einde om 360 graden om het reflectieve oppervlak, waarbij het brekende 25 oppervlak in hoofdzaak parallel is aan de centrale as voor het ontvangen van lichtstralen die zijn gereflecteerd door het reflectieve oppervlak en voor het doorlaten van het gereflecteerd licht tot buiten de zijstraler langs de laterale as.
12. Een zijlichtstralende inrichting, voorzien van: 30 een puntlichtbron; en A • 27 een zijstraler met eerste en tweede reflectieve oppervlakken die zich van een centrale as van de zijlichtstralende inrichting vandaan uitstrekken en met een vooraf bepaalde afstand daartussen die toeneemt naarmate de eerste en tweede reflectieve oppervlakken zich van de centrale as van de 5 zijlichtstralende inrichting vandaan uitstrekken.
13. Inrichting volgens conclusie 12, voorts voorzien van: een refractief oppervlak voor het verbinden van de eerste en tweede reflectieve oppervlakken, om lateraal gereflecteerde lichtstralen te ontvangen en de lateraal gereflecteerde lichtstralen door te voeren.
14. Inrichting volgens conclusie 13, waarbij het brekende oppervlak een cylinder-achtige vorm heeft en het eerste reflectieve oppervlak een conische vorm heeft die zich neerwaarts tot in de cylinder-achtige vorm die wordt gevormd door het brekend oppervlak uitstrekt.
15. Inrichting volgens conclusie 13, waarbij het eerste reflectieve 15 oppervlak, het tweede reflectieve oppervlak en het brekende oppervlak een eerste driehoekachtige doorsnede en een tweede driehoekachtige doorsnede vormen en de eerste en tweede driehoekachtige doorsnedes vertices hebben die samenkomen om een invalgebied te vormen voor het ontvangen van licht dat wordt gestraald door de punt lichtbron.
16. Inrichting volgens conclusie 12, waarbij de zijstraler een transparent lichaam omvat met een invalgebied om de centrale as van de zijlichstralende inrichting en de eerste en tweede reflectieve oppervlakken zich van het invalgebied vandaan uitstrekken in een veelvoud van radiale richtingen om de centrale as.
17. Inrichting volgens conclusie 16, waarbij de punt lichtbron is ingericht op een lager oppervlak van het invalgebied om een veelvoud van lichtstralen te stralen in de zijstraler zodanig dat het veelvoud van lichtstralen worden gereflecteerd door de eerste en tweede reflectieve oppervlakken in het invalgebied om zich voort te planten in het veelvoud 30 van radiale richtingen langs de laterale as. . 28
18. Inrichting volgens conclusie 12, waarbij de zijstraler een transparant lichaam omvat met een cylinder-achtige buitenvorm en de zijlichtstralende inrichting wordt omvat: een cylindrisch uitstekend deel dat is ingericht tussen de punt lichtbron en 5 de zijstraler om een entreehoek van licht dat wordt gestraald door de puntlichtbron in de zijstraler te beperken.
19. Inrichting volgens conclusie 12, waarbij het eerste reflectieve oppervlak een positieve helling heeft ten opzichte van een horizontale as en deels is gebogen en het tweede reflectieve oppervlak een van een negatieve 10 helling ten opzichte van de horizontale as en geen helling ten opzichte van de horizontale as heeft.
20. Inrichting volgens conclusie 12, waarbij de zijstraler een transparant lichaam omvat en de eerste en tweede reflectieve oppervlakken elk een van een totaal intern reflectie-oppervlak en een oppervlak met een 15 reflectieve coating omvatten.
21. Inrichting volgens conclusie 12, waarbij de puntlichtbron licht straalt in de zijstraler, waarbij een eerste deel van het gestraalde licht wordt gereflecteerd door het eerste reflectieve oppervlak in hoofdzaak langs een laterale as en een tweede deel van het gestraalde licht wordt 20 gereflecteerd door zowel het eerste reflectieve oppervlak als het tweede reflectieve oppervlak in hoofdzaak langs de laterale as.
22. Een zijlichtstralende inrichting, voorzien van: een zijstraler, omvattende: een transparant lichaam, waarbij het transparante lichaam bij een 25 bovendeel wordt begrensd door een eerste reflectieve oppervlak en bij een beneden deel door een tweede reflectieve oppervlak zodanig dat de eerste en tweede reflectieve oppervlakken samenkomen bij een centrale a van het transparante lichaam en respectievelijk eerste en tweede hellingen hebben ten opzichte van een laterale as, en bij een buiten zijdeel zijn begrensd door *• • 29 een vlak brekend oppervlak om de eerste en tweede reflectieve oppervlakken tegenover de centrale as te verbinden.
23. Een zijstraler bruikbaar in een zijlichtstralende inrichting, voorzien van: 5 een transparant lichaam met een in hoofdzaak cylindervormige laterale begrenzing en een in hoofdzaak conisch gevormde bovenbegrenzing die zich neerwaarts binnen de cylindervormige laterale begrenzing uitstrekt zodanig dat de zijstraler licht ontvangt van een puntlichtbron die daaronder is ingericht in een gebied rond een vertex van de conisch gevormde 10 bovengrens.
24. Een achterlichteenheid voorzien van: een serie zijlichtstralende inrichtingen van één der conclusies 1 tot 10 die is ingericht op een basisplaat; een reflectieve diffusieplaat die is ingericht op een benedenzijde van de 15 lichtstralende inrichtingen om invallend licht dat zich naar beneden voortplant te reflecteren en te verstrooien; en een eerste doorlatende diffusieplaat die is ingericht boven de zijlichtstralende inrichtingen voor het doorlaten en verstrooien van invallend licht dat zich naar boven voortplant.
25. Achterlichteenheid volgens conclusie 24, waarbij de serie zijlichtstralende inrichtingen één van een afwisselende opstelling van zijlichtstralende inrichtingen omvat voor het stralen van respectievelijk rode, groene en blauwe lichtstralen en een veelvoud van zijlichtstralende inrichtingen voor het stralen van wit licht.
26. Achterlichteenheid volgens conclusie 24, voorts omvattende: een optische plaat; en een veelvoud van reflectiespiegels die zijn ingericht op één oppervlak van de optische plaat voor het reflecteren van licht dat direct naar boven wordt gestraald door de zijlichtstralende inrichtingen die 30 daarmee corresponderen. • 30
27. Achterlichteenheid volgens conclusie 26, waarbij de optische plaat één van een transparant polymethyl methacrylaat (PMMA) en een tweede doorlatende diffusieplaat omvat.
28. Achterlichteenheid volgens conclusie 24, voorts omvattende ten 5 minste één van: een helderheidsverbeteringsfilm ("Brightness Enhancement Film") (BEF) voor het verbeteren van een gerichtheid van licht dat door de eerste doorlatende diffusieplaat passeert; en een polarisatieverbeteringsfilm voor het verbeteren van de 10 efficiency van polarisatie.
29. Achterlichteenheid die bruikbaar is met een weergave paneelinrichting, voorzien van: een basisplaat; en een veelvoud van zijlichtstralende inrichtingen die op de basisplaat 15 zijn ingericht voor het stralen van lichtstralen, waarbij elk van het veelvoud van zijlichtstralende inrichtingen omvat: een puntlichtbron, en een zijstraler met eerste en tweede reflectieve oppervlakken die zich van een centrale as van de zijlichtstralende inrichting vandaan 20 uitstrekken en met een vooraf bepaalde afstand daartussen die van de centrale as van de zijlichtstralende inrichting vandaan toeneemt.
30. Achterlichteenheid volgens conclusie 29, voorts omvattende één of meer van: een reflectieve diffusieplaat ingericht tussen het veelvoud van 25 zijlichtstralende inrichtingen en de basisplaat voor het reflecteren en verstrooien van lichtstralen die zich naar beneden voortplanten vanuit het veelvoud van zijlichtstralende inrichtingen; een optische plaat die is ingericht boven het veelvoud van zijlichtstralende inrichtingen met een veelvoud van reflectors die zijn 30 ingericht op een bodemoppervlak daarvan voor het corresponderen met het » 31 4h veelvoud van zijlichtstralende inrichtingen voor het reflecteren van licht dat zich naar boven voortplant vanaf het veelvoud van zijlichtstralende inrichtingen naar beneden naar de corresponderenhet veelvoud van zijlichtstralende inrichtingen; 5 een doorlatende diffusieplaat die boven de basisplaat is ingericht voor het ontvangen van invallend licht en voor het doorlaten en verstrooien van het invallende licht; een helderheidsverbeteringsfilm (BEF) die is ingericht boven de basisplaat voor het ontvangen van invallend licht en voor het verbeteren 10 van een gerichtheid van het invallende licht; en een verbeteringsfilm die is ingericht boven de basisplaat voor ontvangen van invallend licht en voor het vermeerderen van de polarisatie efficiency van het invallende licht.
31. Een liquid crystal display inrichting voorzien van: 15 een liquid crystal paneel; en de achterlichteenheid van conclusie 24 voor het stralen van licht naar het liquid crystal paneel.
32. Inrichting volgens conclusie 31, waarbij de serie zijlichtstralende inrichtingen één van een afwisselende opstelling van de zijlichtstralende 20 inrichtingen omvat voor het stralen van respectievelijk rode, groene en blauwe kleurenlichtstralen en een veelvoud van de zijlichtstralende inrichtingen voor het stralen van wit licht.
33. Inrichting volgens conclusie 31, waarbij de achterlichteenheid 25 voorts omvat: een optische plaat; en een veelvoud van reflectiespiegels die zijn ingericht op één oppervlak van de optische plaat voor het reflecteren van licht dat direct naar boven wordt gestraald vanaf de zijlichtstralende inrichtingen die 30 daarmee corresponderen. * 32 A-
34. Inrichting volgens conclusie 33, waarbij de optische plaat één van een transparant polymethyl methacrylaat (PMMA) en een tweede doorlatende diffusieplaat omvat.
35. Inrichting volgens conclusie 31, waarbij de achterlichteenheid 5 voorts omvat ten minste één van: een helderheidsverbeteringsfilm (BEF) voor het verbeteren van een gerichtheid van licht die door de eerste doorlatende diffusieplaat passeert; en een polarisatieverbeteringsfilm voor het verbeteren van de 10 efficiency van polarisatie.
36. Weergavepaneelinrichting, voorzien van: een weergavepaneel; en een achterlichteenheid die aangrenzend aan het weergavepaneel is ingericht en voor het leveren van licht aan het weergavepaneel, waarbij de 15 achterlichteenheid omvat: een basisplaat, en een veelvoud van zijlichtstralende inrichtingen die op de basisplaat zijn ingericht voor het stralen van lichtstralen, waarbij elk van het veelvoud van zijlichtstralende inrichtingen een puntlichtbron heeft, en een zijstraler 20 met eerste en tweede reflectieve oppervlakken die zich van een centrale as van de zijlichtstralende inrichting vandaan uitstrekken en met een vooraf bepaalde afstand daartussen die toeneemt naarmate de zijstraler zich verder van de centrale as van de zijlichtstralende inrichting vandaan uitstrekt. 25 1030442 '
NL1030442A 2004-11-24 2005-11-16 Zijlichtstralende inrichting, achterlichteenheid met de zijlichtstralende inrichting en liquid chrystal display inrichting die de achterlichteenheid toepast. NL1030442C2 (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
KR1020040097022A KR100754169B1 (ko) 2004-11-24 2004-11-24 측 발광 디바이스 및 이를 광원으로 사용하는 백라이트유닛 및 이를 채용한 액정표시장치
KR20040097022 2004-11-24

Publications (2)

Publication Number Publication Date
NL1030442A1 NL1030442A1 (nl) 2006-05-29
NL1030442C2 true NL1030442C2 (nl) 2011-03-14

Family

ID=36460764

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1030442A NL1030442C2 (nl) 2004-11-24 2005-11-16 Zijlichtstralende inrichting, achterlichteenheid met de zijlichtstralende inrichting en liquid chrystal display inrichting die de achterlichteenheid toepast.

Country Status (5)

Country Link
US (1) US7566148B2 (nl)
JP (1) JP5241068B2 (nl)
KR (1) KR100754169B1 (nl)
CN (1) CN100582893C (nl)
NL (1) NL1030442C2 (nl)

Families Citing this family (67)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
KR100750359B1 (ko) * 2005-07-13 2007-08-17 주식회사 우영 Led 패키지를 구비한 백라이트 유닛
JP4870950B2 (ja) * 2005-08-09 2012-02-08 株式会社光波 光放射用光源ユニット及びそれを用いた面状発光装置
CN102418865B (zh) * 2006-07-11 2015-09-09 株式会社光波 光源模块、面发光组件以及面发光装置
KR101221066B1 (ko) 2006-10-30 2013-02-12 삼성전자주식회사 측면 방출 렌즈와 이를 구비한 백라이트 유닛 및액정표시장치
KR100851146B1 (ko) * 2007-02-05 2008-08-08 엘지이노텍 주식회사 면 광원 장치 및 이를 이용한 디스플레이 장치
JP5188077B2 (ja) * 2007-03-02 2013-04-24 株式会社光波 光方向変換素子及び面状発光装置
US8506132B2 (en) * 2007-10-04 2013-08-13 Dragonfish Technologies Llc Method and apparatus for creating high efficiency radial circular lighting distributions from a hemispherical lambertian source
CN101644883A (zh) * 2008-08-08 2010-02-10 鸿富锦精密工业(深圳)有限公司 车用投影***
US20100085764A1 (en) * 2008-10-03 2010-04-08 Ping-Han Chuang Light distribution panel having light distribution curves formed of multiple faces
US7837370B2 (en) * 2008-10-10 2010-11-23 Koninklijke Philips Electronics N.V. Low profile side emission TIR lens for LED
TW201025661A (en) * 2008-12-26 2010-07-01 Univ Chung Yuan Christian Side view LED (light emitting diode) module
CN102625889B (zh) * 2009-03-20 2016-07-06 埃里克·威廉·赫恩·蒂特 具有聚合物涂层的漫射光的反射体
US8361611B2 (en) * 2009-03-20 2013-01-29 Whiteoptics Llc Diffusively light reflective paint composition, method for making paint composition, and diffusively light reflective articles
EP2408867A4 (en) * 2009-03-20 2013-03-06 Eric William Hearn Teather COLOR COMPOSITION USING DIFFUSER LIGHT REFLECTION, PROCESS FOR PREPARING THE COLOR COMPOSITION, AND ARTICLES WITH DIFFUSER LIGHT REFLECTION
KR101028304B1 (ko) * 2009-10-15 2011-04-11 엘지이노텍 주식회사 발광 장치
EP2497996B1 (en) * 2009-11-04 2018-08-15 Nalux Co. Ltd. Lighting device
JP5206729B2 (ja) * 2010-04-28 2013-06-12 日立電線株式会社 発光素子
DE102010032041A1 (de) 2010-07-23 2012-01-26 Osram Opto Semiconductors Gmbh Strahlungsemittierendes Bauelement und Verfahren zur Herstellung von strahlungsemittierenden Bauelemnenten
CN102072456B (zh) * 2010-10-19 2013-10-02 王子能 Led球面配光透镜
TWI408463B (zh) * 2010-11-18 2013-09-11 Young Lighting Technology Corp 光源模組及照明裝置
USD667800S1 (en) * 2010-12-09 2012-09-25 Samsung Electronics Co., Ltd. Light-emitting diode illuminating apparatus
JP5272029B2 (ja) * 2011-03-04 2013-08-28 日立アプライアンス株式会社 レンズおよび照明装置
WO2012132043A1 (ja) * 2011-03-25 2012-10-04 ナルックス株式会社 照明装置
US8757845B2 (en) * 2011-07-29 2014-06-24 TSMC Solid State Lighting, Ltd. Wide angle based indoor lighting lamp
KR101957184B1 (ko) 2011-12-02 2019-03-13 엘지전자 주식회사 백라이트 유닛 및 그를 구비한 디스플레이 장치
CN103165798B (zh) * 2011-12-09 2015-11-25 展晶科技(深圳)有限公司 发光二极管封装结构及其透镜
US20150109762A1 (en) * 2012-05-31 2015-04-23 Lg Innotek Co., Ltd. Member for cotrolling luminous flux, display device, and light emitting device
US20140016299A1 (en) * 2012-06-14 2014-01-16 Solar Science, Co., Ltd. Photon enhancement guiding structures, devices, and methods for light emitting devices
US8864346B2 (en) * 2012-12-10 2014-10-21 GE Lighting Solutions, LLC Lens-reflector combination for batwing light distribution
TWI514010B (zh) * 2012-12-17 2015-12-21 Hon Hai Prec Ind Co Ltd 光學透鏡以及應用該光學透鏡的發光元件
US9581751B2 (en) 2013-01-30 2017-02-28 Cree, Inc. Optical waveguide and lamp including same
US9625638B2 (en) 2013-03-15 2017-04-18 Cree, Inc. Optical waveguide body
US9366396B2 (en) 2013-01-30 2016-06-14 Cree, Inc. Optical waveguide and lamp including same
US9690029B2 (en) 2013-01-30 2017-06-27 Cree, Inc. Optical waveguides and luminaires incorporating same
US9442243B2 (en) 2013-01-30 2016-09-13 Cree, Inc. Waveguide bodies including redirection features and methods of producing same
US9869432B2 (en) 2013-01-30 2018-01-16 Cree, Inc. Luminaires using waveguide bodies and optical elements
US9291320B2 (en) 2013-01-30 2016-03-22 Cree, Inc. Consolidated troffer
US9411086B2 (en) 2013-01-30 2016-08-09 Cree, Inc. Optical waveguide assembly and light engine including same
US9798072B2 (en) 2013-03-15 2017-10-24 Cree, Inc. Optical element and method of forming an optical element
US10379278B2 (en) * 2013-03-15 2019-08-13 Ideal Industries Lighting Llc Outdoor and/or enclosed structure LED luminaire outdoor and/or enclosed structure LED luminaire having outward illumination
US10209429B2 (en) 2013-03-15 2019-02-19 Cree, Inc. Luminaire with selectable luminous intensity pattern
US9645303B2 (en) 2013-03-15 2017-05-09 Cree, Inc. Luminaires utilizing edge coupling
US10502899B2 (en) * 2013-03-15 2019-12-10 Ideal Industries Lighting Llc Outdoor and/or enclosed structure LED luminaire
US10400984B2 (en) 2013-03-15 2019-09-03 Cree, Inc. LED light fixture and unitary optic member therefor
US10436970B2 (en) 2013-03-15 2019-10-08 Ideal Industries Lighting Llc Shaped optical waveguide bodies
US9366799B2 (en) 2013-03-15 2016-06-14 Cree, Inc. Optical waveguide bodies and luminaires utilizing same
US9920901B2 (en) 2013-03-15 2018-03-20 Cree, Inc. LED lensing arrangement
KR102031549B1 (ko) * 2013-03-28 2019-10-14 엘지이노텍 주식회사 광확산 소자, 및 이를 갖는 발광소자 어레이 유닛
KR20140123134A (ko) * 2013-04-10 2014-10-22 삼성전자주식회사 반사형 확산 렌즈 및 조명장치
CN103245985A (zh) * 2013-05-09 2013-08-14 苏州奥浦迪克光电技术有限公司 用于直下式液晶背光的led透镜
JP2015099336A (ja) * 2013-11-20 2015-05-28 株式会社東芝 光学素子および光学装置
KR20150072515A (ko) 2013-12-19 2015-06-30 삼성디스플레이 주식회사 백라이트 유닛 및 이를 갖는 표시장치
US9732936B2 (en) * 2014-01-21 2017-08-15 Bridgelux Inc. Optics for chip-on-board road and area lighting
CN106200120B (zh) * 2014-01-28 2019-09-10 青岛海信电器股份有限公司 一种光束调整元件、发光组件及背光模组
TWI536077B (zh) * 2014-04-09 2016-06-01 友達光電股份有限公司 光學組件與背光模組
CN103994396B (zh) * 2014-05-14 2017-07-11 郑睿韬 一种用于直下式背光光源的led二次折反射式透镜
CN105090874A (zh) * 2015-07-13 2015-11-25 易美芯光(北京)科技有限公司 一种侧入式背光源模组结构
CN106813207B (zh) * 2015-11-27 2019-08-23 法雷奥照明湖北技术中心有限公司 旋转式光束图案调整装置及照明和/或信号指示设备
US10416377B2 (en) 2016-05-06 2019-09-17 Cree, Inc. Luminaire with controllable light emission
US11719882B2 (en) 2016-05-06 2023-08-08 Ideal Industries Lighting Llc Waveguide-based light sources with dynamic beam shaping
CN106019702A (zh) * 2016-06-06 2016-10-12 广州创维平面显示科技有限公司 直下式背光模组和直下式显示器
JP6932910B2 (ja) * 2016-10-27 2021-09-08 船井電機株式会社 表示装置
JP2019040859A (ja) * 2017-08-22 2019-03-14 株式会社エンプラス 発光装置、面光源装置および光束制御部材
CN109425925A (zh) * 2017-08-28 2019-03-05 夏普株式会社 导光单元、导光装置和电气设备
KR102515485B1 (ko) 2018-06-14 2023-03-29 삼성전자주식회사 로봇청소기의 충전 스테이션
TWI686626B (zh) * 2019-07-11 2020-03-01 友達光電股份有限公司 光學透鏡及面光源模組
CN115079469B (zh) * 2022-07-21 2022-12-13 华引芯(武汉)科技有限公司 光源、光源模组和显示装置

Family Cites Families (24)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US2344221A (en) * 1942-03-19 1944-03-14 K D Lamp Co Lantern
JPS606258A (ja) 1983-06-24 1985-01-12 Nippon Steel Corp 連続鋳造におけるモ−ルド直下気水冷却方法及び装置
JPH0620242Y2 (ja) 1987-09-25 1994-05-25 京セラ株式会社 標識灯
JPH0536857A (ja) 1991-07-30 1993-02-12 Toshiba Corp 半導体集積回路実装基板
JPH0918058A (ja) * 1995-06-29 1997-01-17 Sharp Corp 発光半導体装置
JP3610648B2 (ja) 1995-11-30 2005-01-19 ヤマハ株式会社 光センサ
US6065846A (en) * 1996-04-24 2000-05-23 Denso Corporation Indicating instrument having light conducting plate
JPH1082916A (ja) * 1996-09-06 1998-03-31 Omron Corp 面光源装置及び液晶表示装置
US6582103B1 (en) * 1996-12-12 2003-06-24 Teledyne Lighting And Display Products, Inc. Lighting apparatus
US6473554B1 (en) * 1996-12-12 2002-10-29 Teledyne Lighting And Display Products, Inc. Lighting apparatus having low profile
US6598998B2 (en) * 2001-05-04 2003-07-29 Lumileds Lighting, U.S., Llc Side emitting light emitting device
US6674096B2 (en) 2001-06-08 2004-01-06 Gelcore Llc Light-emitting diode (LED) package and packaging method for shaping the external light intensity distribution
JP4239525B2 (ja) * 2002-08-29 2009-03-18 豊田合成株式会社 発光ダイオード
JP2004087630A (ja) 2002-08-23 2004-03-18 Toyoda Gosei Co Ltd 発光ダイオードおよびledライト
JP2003158302A (ja) * 2001-11-21 2003-05-30 Toyoda Gosei Co Ltd 発光ダイオード
JP4153370B2 (ja) 2002-07-04 2008-09-24 株式会社小糸製作所 車両用灯具
US6964507B2 (en) * 2003-04-25 2005-11-15 Everbrite, Llc Sign illumination system
US6974229B2 (en) * 2003-05-21 2005-12-13 Lumileds Lighting U.S., Llc Devices for creating brightness profiles
KR100586965B1 (ko) * 2004-05-27 2006-06-08 삼성전기주식회사 발광 다이오드 소자
US7083313B2 (en) * 2004-06-28 2006-08-01 Whelen Engineering Company, Inc. Side-emitting collimator
TWI249257B (en) * 2004-09-24 2006-02-11 Epistar Corp Illumination apparatus
KR100688767B1 (ko) * 2004-10-15 2007-02-28 삼성전기주식회사 Led 광원용 렌즈
TWI269068B (en) * 2005-04-12 2006-12-21 Coretronic Corp Lateral illumination type lens set
US7489453B2 (en) * 2005-11-15 2009-02-10 Visteon Global Technologies, Inc. Side emitting near field lens

Also Published As

Publication number Publication date
US20060109685A1 (en) 2006-05-25
KR20060057837A (ko) 2006-05-29
CN100582893C (zh) 2010-01-20
US7566148B2 (en) 2009-07-28
KR100754169B1 (ko) 2007-09-03
CN1779530A (zh) 2006-05-31
JP2006148132A (ja) 2006-06-08
NL1030442A1 (nl) 2006-05-29
JP5241068B2 (ja) 2013-07-17

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL1030442C2 (nl) Zijlichtstralende inrichting, achterlichteenheid met de zijlichtstralende inrichting en liquid chrystal display inrichting die de achterlichteenheid toepast.
NL1030287C2 (nl) Zijlicht uitzendende inrichting, achterverlichtingseenheid voorzien van de zijlicht uitzendende inrichting en vloeibaar kristaldisplayapparaat dat gebruik maakt van de achterverlichtingseenheid.
NL1029980C2 (nl) Achterverlichtingseenheid en vloeibare kristaldisplayinrichting die daarvan gebruik maakt.
NL1030345C2 (nl) Tegenlichteenheid en vloeibaarkristalbeeldscherm die hetzelfde toepast.
NL1030663C2 (nl) Achterverlichtingssysteem en vloeibaar kristaldisplay dat daarvan voorzien is.
NL1030024C2 (nl) Zijwaarts emitterende inrichting, achterlicht-eenheid voorzien van de zijwaarts emitterende inrichting en lcd beeldscherm voorzien van de achterlicht-eenheid.
TWI396904B (zh) 光學封裝體、光學透鏡以及具有光學封裝體之背光組件
NL1031225C2 (nl) Lineaire zij-uitzender, tegenlichtsysteem en vloeibaar kristal beeldscherm gebruik makend van hetzelfde.
NL1031928C2 (nl) Systeem voor achtergrondverlichting en vloeibaar kristal beeldscherm die het toepast.
US7602559B2 (en) Optical lens, light emitting device package using the optical lens, and backlight unit
EP1715363A1 (en) Optical lens, optical package having the same, backlight assembly having the same and display device having the same
NL1030209C2 (nl) Achtergrondverlichtingseenheid en vloeibaar-kristalscherminrichting welke van deze gebruikmaakt.
JP2007034307A (ja) 光学レンズ及び光学パッケージ、これらを有するバックライトアセンブリ及び表示装置、並びに点光源を含むが導光板が省略されたバックライトアセンブリから均一な光を出射させる方法
CN111025743B (zh) 光源模块及显示装置
CN107797335A (zh) 面光源装置和液晶显示装置
KR102002546B1 (ko) 화상생성장치용 백라이트 유닛
JP4343320B2 (ja) 平面照明装置
NL1031343C2 (nl) Lichtemitterend paneel en daarvan voorzien backlightsysteem en vloeibaar kristal beeldschermapparaat voorzien van het backlightsysteem.
JP2002343123A (ja) 導光板用led
TWI260434B (en) Backlight module and lightguide plate thereof
KR20240043195A (ko) 내부 미세 반사체를 구비하는 백라이트 장치용 도광판 및 그 제조방법
KR101491467B1 (ko) 시야각을 개선한 백라이트 장치
JPH07113914A (ja) エッジ型照明装置

Legal Events

Date Code Title Description
AD1A A request for search or an international type search has been filed
V1 Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20150601