NL1026027C2 - Cannabinoïdreceptorliganden en toepassingen daarvan. - Google Patents

Cannabinoïdreceptorliganden en toepassingen daarvan. Download PDF

Info

Publication number
NL1026027C2
NL1026027C2 NL1026027A NL1026027A NL1026027C2 NL 1026027 C2 NL1026027 C2 NL 1026027C2 NL 1026027 A NL1026027 A NL 1026027A NL 1026027 A NL1026027 A NL 1026027A NL 1026027 C2 NL1026027 C2 NL 1026027C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
compound
alkyl
chlorophenyl
substituted
substituents
Prior art date
Application number
NL1026027A
Other languages
English (en)
Other versions
NL1026027A1 (nl
Inventor
Robert Lee Dow
Philip Albert Carpino
Original Assignee
Pfizer Prod Inc
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Pfizer Prod Inc filed Critical Pfizer Prod Inc
Publication of NL1026027A1 publication Critical patent/NL1026027A1/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL1026027C2 publication Critical patent/NL1026027C2/nl

Links

Classifications

    • CCHEMISTRY; METALLURGY
    • C07ORGANIC CHEMISTRY
    • C07DHETEROCYCLIC COMPOUNDS
    • C07D471/00Heterocyclic compounds containing nitrogen atoms as the only ring hetero atoms in the condensed system, at least one ring being a six-membered ring with one nitrogen atom, not provided for by groups C07D451/00 - C07D463/00
    • C07D471/02Heterocyclic compounds containing nitrogen atoms as the only ring hetero atoms in the condensed system, at least one ring being a six-membered ring with one nitrogen atom, not provided for by groups C07D451/00 - C07D463/00 in which the condensed system contains two hetero rings
    • C07D471/04Ortho-condensed systems
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A61MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
    • A61PSPECIFIC THERAPEUTIC ACTIVITY OF CHEMICAL COMPOUNDS OR MEDICINAL PREPARATIONS
    • A61P1/00Drugs for disorders of the alimentary tract or the digestive system
    • A61P1/04Drugs for disorders of the alimentary tract or the digestive system for ulcers, gastritis or reflux esophagitis, e.g. antacids, inhibitors of acid secretion, mucosal protectants
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A61MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
    • A61PSPECIFIC THERAPEUTIC ACTIVITY OF CHEMICAL COMPOUNDS OR MEDICINAL PREPARATIONS
    • A61P1/00Drugs for disorders of the alimentary tract or the digestive system
    • A61P1/14Prodigestives, e.g. acids, enzymes, appetite stimulants, antidyspeptics, tonics, antiflatulents
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A61MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
    • A61PSPECIFIC THERAPEUTIC ACTIVITY OF CHEMICAL COMPOUNDS OR MEDICINAL PREPARATIONS
    • A61P15/00Drugs for genital or sexual disorders; Contraceptives
    • A61P15/10Drugs for genital or sexual disorders; Contraceptives for impotence
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A61MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
    • A61PSPECIFIC THERAPEUTIC ACTIVITY OF CHEMICAL COMPOUNDS OR MEDICINAL PREPARATIONS
    • A61P25/00Drugs for disorders of the nervous system
    • A61P25/08Antiepileptics; Anticonvulsants
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A61MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
    • A61PSPECIFIC THERAPEUTIC ACTIVITY OF CHEMICAL COMPOUNDS OR MEDICINAL PREPARATIONS
    • A61P25/00Drugs for disorders of the nervous system
    • A61P25/14Drugs for disorders of the nervous system for treating abnormal movements, e.g. chorea, dyskinesia
    • A61P25/16Anti-Parkinson drugs
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A61MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
    • A61PSPECIFIC THERAPEUTIC ACTIVITY OF CHEMICAL COMPOUNDS OR MEDICINAL PREPARATIONS
    • A61P25/00Drugs for disorders of the nervous system
    • A61P25/18Antipsychotics, i.e. neuroleptics; Drugs for mania or schizophrenia
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A61MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
    • A61PSPECIFIC THERAPEUTIC ACTIVITY OF CHEMICAL COMPOUNDS OR MEDICINAL PREPARATIONS
    • A61P25/00Drugs for disorders of the nervous system
    • A61P25/24Antidepressants
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A61MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
    • A61PSPECIFIC THERAPEUTIC ACTIVITY OF CHEMICAL COMPOUNDS OR MEDICINAL PREPARATIONS
    • A61P25/00Drugs for disorders of the nervous system
    • A61P25/28Drugs for disorders of the nervous system for treating neurodegenerative disorders of the central nervous system, e.g. nootropic agents, cognition enhancers, drugs for treating Alzheimer's disease or other forms of dementia
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A61MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
    • A61PSPECIFIC THERAPEUTIC ACTIVITY OF CHEMICAL COMPOUNDS OR MEDICINAL PREPARATIONS
    • A61P25/00Drugs for disorders of the nervous system
    • A61P25/30Drugs for disorders of the nervous system for treating abuse or dependence
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A61MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
    • A61PSPECIFIC THERAPEUTIC ACTIVITY OF CHEMICAL COMPOUNDS OR MEDICINAL PREPARATIONS
    • A61P25/00Drugs for disorders of the nervous system
    • A61P25/30Drugs for disorders of the nervous system for treating abuse or dependence
    • A61P25/32Alcohol-abuse
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A61MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
    • A61PSPECIFIC THERAPEUTIC ACTIVITY OF CHEMICAL COMPOUNDS OR MEDICINAL PREPARATIONS
    • A61P25/00Drugs for disorders of the nervous system
    • A61P25/30Drugs for disorders of the nervous system for treating abuse or dependence
    • A61P25/34Tobacco-abuse
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A61MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
    • A61PSPECIFIC THERAPEUTIC ACTIVITY OF CHEMICAL COMPOUNDS OR MEDICINAL PREPARATIONS
    • A61P29/00Non-central analgesic, antipyretic or antiinflammatory agents, e.g. antirheumatic agents; Non-steroidal antiinflammatory drugs [NSAID]
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A61MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
    • A61PSPECIFIC THERAPEUTIC ACTIVITY OF CHEMICAL COMPOUNDS OR MEDICINAL PREPARATIONS
    • A61P3/00Drugs for disorders of the metabolism
    • A61P3/04Anorexiants; Antiobesity agents
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A61MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
    • A61PSPECIFIC THERAPEUTIC ACTIVITY OF CHEMICAL COMPOUNDS OR MEDICINAL PREPARATIONS
    • A61P3/00Drugs for disorders of the metabolism
    • A61P3/08Drugs for disorders of the metabolism for glucose homeostasis
    • A61P3/10Drugs for disorders of the metabolism for glucose homeostasis for hyperglycaemia, e.g. antidiabetics
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A61MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
    • A61PSPECIFIC THERAPEUTIC ACTIVITY OF CHEMICAL COMPOUNDS OR MEDICINAL PREPARATIONS
    • A61P43/00Drugs for specific purposes, not provided for in groups A61P1/00-A61P41/00
    • CCHEMISTRY; METALLURGY
    • C07ORGANIC CHEMISTRY
    • C07DHETEROCYCLIC COMPOUNDS
    • C07D487/00Heterocyclic compounds containing nitrogen atoms as the only ring hetero atoms in the condensed system, not provided for by groups C07D451/00 - C07D477/00
    • C07D487/02Heterocyclic compounds containing nitrogen atoms as the only ring hetero atoms in the condensed system, not provided for by groups C07D451/00 - C07D477/00 in which the condensed system contains two hetero rings
    • C07D487/04Ortho-condensed systems

Description

5 CANNABINOlDRECEPTORLIGANDEN EN TOEPASSINGEN DAARVAN
GEBIED VAN DE UITVINDING
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op bicy-clische pyrazolyl- en imidazolylverbindingen als cannabi-10 noïdreceptorliganden, in het bijzonder CB1- receptorantagonisten, en toepassingen daarvan voor het behandelen van ziekten, aandoeningen en/of stoornissen die worden gemoduleerd door cannabinoidreceptorliganden.
15 ACHTERGROND
Vetlijvigheid is een belangrijk volksgezondheidsprobleem vanwege het toenemend vóórkomen ervan en de ermee verband houdende gezondheidsrisico's. Vetlijvigheid en overgewicht worden in het algemeen gedefinieerd aan de hand van de li-20 chaamsmassaindex (BMI), die gecorreleerd is aan de totale hoeveelheid lichaamsvet. BMI wordt berekend als het gewicht in kg gedeeld door het kwadraat van de lengte in meter (kg/m2) . Overgewicht wordt gewoonlijk gedefinieerd als een BMI van 25-29.9 kg/m2, en vetlijvigheid wordt ge-25 woonlijk gedefinieerd als een BMI van 30 kg/m2. Zie bv. Na- · tional Heart, Lung, en Blood Institute, Clinical Guideli-nes on the Identification, Evaluation, en Treatment of Overweight en Obesity in Adults, The Evidence Report, Washington, DC: ü.S. Department of Health en Human Services, 30 NIH publication no. 98-4083 (1998).
Het toenemend vóórkomen van vetlijvigheid is een bron van zorg vanwege de ernstige gezondheidsrisico's die verban houden metvetlijvigheid, waaronder coronaire hartziekte, hartaanvallen, hypertensie, diabetes mellitus type 2, dys-35 lipidemie, slaapapneu, osteoarthritis, galblaasziekte, depressie, en bepaalde vormen van kanker (bv., endometriale, borst-, prostaat-, en colon-). De negatieve gezondheidsge- 1026027 2 volgen van vetlijvigheid maken het de op één na belangrijkste oorzaak van voorkoombaar overlijden en hebben een aanzienlijk economisch en psychosociaal effect op de maatschappij. Zie, McGinnis M, Foege WH., "Actual Causes of 5 Death in the United States", JAMA, 270,2207-12 (1993).
Vetlijvigheid wordt momenteel erkend als een chronische ziekte die behandeling behoeft om de ermee verband houdende gezondheidsrisico's te verminderen. Hoewel gewichtsverlies een belangrijk behandelingsresultaat is, is 10 één van de belangrijkste doelen van vetlijvigheidsbehande-ling het verbeteren van cardiovasculaire en metabolische om vetlijvigheidgerelateerde morbiditeit en mortaliteit te verminderen. Er is aangetoond dat 5-10% verlies aan lichaamsgewicht metabolische waarden, zoals bloedglucose, 15 bloeddruk, en lipideconcentraties aanzienlijk kan verbeteren. Derhalve wordt aangenomen dat een doelbewuste verlaging van 5-10% in lichaamsgwicht de morbiditeit en mortaliteit kan verminderen.
Momenteel beschikbare receptgeneesmiddelen voor het 20 behandelen van vetlijvigheid verlagen in het algemeen het gewicht door verzadigdheid te induceren of absorptie van vet uit het voedsel te verminderen. Verzadigdheid wordt bewerkstelligd door verhoging van synaptische niveaus van norepinefrine, serotonine, of beide. Stimulatie van sero-25 toninereceptorsubtypen 1B, 1D, en 2C en 1- en 2-adrenerge receptoren vermindert bijvoorbeeld de voedselconsumptie door regulatie van verzadigdheid. Zie, Bray GA, "The New Era of Drug Treatment. Pharmacalogic Treatment of Obesity: Symposium OverView", Obes Res., 3(suppl. 4), 415s-7s 30 (1995). Adrenerge middelen (bv., diethylpropion, benzphe- tamine, phendimetrazine, mazindol, en phentermine) werken door modulatie van centrale norepinefrine- en dopaminere-ceptoren door middel van de bevordering van cathecolamine-afgifte. Oudere adrenerge gewichtsverliesgeneesmiddelen 35 (bv., amfetamine, methamfetamine, en phenmetrazine), die sterk aangrijpen in dopamineroutes, worden niet langer aanbevolen van wege het risico op misbruik ervan. Fenflu- 1026027 3 ramine en dexfenfluramine, twee serotonerge middelen die zijn gebruikt om de eetlust te reguleren, zijn niet langer beschikbaar voor gebruik.
Meer recent zijn CB1- 5 cannabinoidreceptorantagonisten/inverse agonisten gesuggereerd als potentiële eetlustonderdrukkers. Zie bv., Arno-ne, M., et al., "Selective Inhibition of Sucrose en Ethanol Intake by SR141716, an Antaganist of Central Cannabi-noid (CB1) Receptors", Psychopharmacol, 132,104-106 10 (1997); Calombo, G., et al., "Appetite Suppression en
Weight Loss after the Cannabinoid Antagonist SR141716", Life Sci., 63, PL113-PL117 (1998); Simiand, J-, et al., "SR141716, een CB1 Cannabinoid Receptor Antagonist, Selec-tively Reduces Sweet Food Intake in Marmose", Behav. Phar-15 macol., 9, 179-181 (1998); en Chaperon, F., et al., "Invol vement of Central Cannabinoid (CBl) Receptors in the Establishment of Place Conditioning in Rats", Psychophar-macology, 135, 324-332 (1998). Voor een overzicht van can-nabinoïd-CBl- en CB2-receptormodulatoren, zie Pertwee, 20 R.G., "Cannabinoid Receptor Ligands: Clinical en Neurop- harmacological Considerations, Relevant to Future Drug Discovery en Development," Exp. Opin. Invest. Drugs, 9(7), 1553-1571 (2000).
Hoewel het onderzoek voortgaat, bestaat er nog steeds 25 behoefte aan een effectievere en veilige therapeutische behandeling voor het verminderen of verhinderen van ge-wichtstoename.
Naast vetlijvigheid, betaat er ook een nog onvervulde behoefte aan behandeling van alcoholmisbruik. Alcoholisme 30 treft ongeveer 10.9 miljoen mannen en 4.4 miljoen vrouwen in de Verenigde Staten. Ongeveer 100.000 doden per jaar zijn toegeschreven aan alcoholmisbruik of afhankelijkheid. Gezondheidsrisico's die verband houden met alcoholisme zijn onder meer aangetaste motorische controle en besluit-35 vorming, kanker, leverziekten, geboorteafwijkingen, hartziekten, geneesmiddel/geneesmiddel-wisselwerkingen, pan-creatitis en interpersoonlijke problemen. Studies hebben 1026027 4 gesuggereerd dat endogene cannabinoid-tonus een cruciale rol speelt bij de controle van ethanolconsumptie. Er ois aangetoond . dat de endogene CBl-receptorantagonist SR-. 141716A de vrijwillige ethanolconsumptie bij ratten en 5 muizen blokkeert. Zie/ Arnone, M., et al./ "Selective In-hibition of Sucrose en Ethanol Intake by SR141716/ an Antagonist of Central Cannabinoid (CB1) Receptors"/ Psychop-harmacol, 132, 104-106 (1997). Voor een overzicht, zie
Hungund, B.L en B.S. Basavarajappa, "Are Anandamide en 10 Cannabinoid Receptors involved in Ethanol Tolerance? een Review of the Evidence", Alcohol & Alcoholism. 35(2) 126-133, 2000.
Huidige behandelingen voor alcoholmisbruik of - afhankelijkheid gaan in het algemeen gebukt onder non-15 compliantie of potentiële hepatotoxiciteit; derhalve be staat er een grote onvervulde behoefte aan effectievere behandeling van alcoholmisbruik/afhankelijkheid.
SAMENVATTING
20 De onderhavige uitvinding verschaft verbindingen met de Formule (I) of (II) die werken als cannabinoldreceptor-liganden (in het bijzonder CBl-receptorantagonisten)
2 5 _3a rH
R \ x K \>X^,N
Yow ^ 1o>-r0 o R r 0) <"> waarbij A staat voor stikstof en B voor koolstof, of A staat 35 voor koolstof en B voor stikstof; R° staat voor eèn aryl, eventueel gesubstitueerd met één of meer substituenten, of een heteroaryl, eventueel 1026027 · · 5 .
gesubstitueerd met één of meer substituenten (bij voorkeur staat R° voor een gesubstitueerd fenyl, meer bij voorkeur een fenyl gesubstitueerd met één tot drie substituenten, die onafhankelijk van elkaar zijn gekozen uit de groep be-5 staande uit halo (preferably, chloor of fluor), (Cl-C4)alkoxy, (C1-C4)alkyl, halo-substituted (Ci-CiJalkyl (bij voorkeur fluorgesubstitpeerd alkyl), en cyano, meest bij voorkeur staat R° voor 2-chloorfenyl, 2-fluorfenyl, 2,4-dichloorfenyl, 2-fluor-4-chloorfenyl, 2-chloor-4- 10 fluor fenyl,- of 2,4-difluorfenyl); R1 staat voor aryl, eventueel gesubstitueerd met één of meer substituenten, heteroaryl, eventueel gesubstitueerd met één of meer substituenten, -CH=CH-Rla, of -CH2CH2-Rla, waarbij Rla staat voor waterstof of een chemische groep 15 gekozen uit (Ci-Ce) alkyl, 3- tot 8-ledige gedeeltelijk of geheel verzadigde carbocyclische ring(en), 3- tot 6-ledige gedeeltelijk of geheel verzadigde heteroring, aryl, heteroaryl, waarbij de chemische groep eventueel is gesubstitueerd met één of meer substituenten; 20 X staat voor een binding of -C (R2a) (R2b), waarbij R2a en R2b onafhankelijk van elkaar staan voor waterstof, (Ci-C«)alkyl, of halogesubstitueerd (C1-C4)alkyl (bij voorkeur zijn R2a en R2b beide waterstof); R3a en R3b onafhankelij k van elkaar staan vöor water-25 stof, (C1-C4) alkyl, of halogesubstitueerd (C1-C4) alkyl; en R4 staat voor een chemische groep gekozen uit (Ci-Ce) alkyl, aryl, heteroaryl, aryl (C1-C4)alkyl, een 3- tot 8-ledige gedeeltelijk of geheel verzadigde carbocyclische ring(en), heteroaryl(C1-C3)alkyl, 5-6-ledig lacton, 5- tot 30 6-ledig lactam, en een 3- tot 8-ledig gedeeltelijk of geheel verzadigde heteroring, waarbij de chemische groep eventueel is gesubstitueerd met één of meer substituenten; éen farmaceutisch aanvaardbaar zout daarvan, een voorloper van.de verbinding of het zout, of een solvaat of 35- hydraat van de.verbinding, het zout of de voorloper; 1026027 6 met dien verstande dat, wanneer dé verbinding een verbinding met de Formule (II) is, R3a en R3b niet beide waterstof zijn wanneer.X is een binding is.
In een voorkeursuitvoeringsvorm van de onderhavige 5 uitvinding wordt een verbinding met de Formule (III) of (IV) verschaft
.. :Λμ f «ÏVVf.X
o X (R )- (R )"
. (R'vö . (R’VW
15 · : > ·«” ;.v:.
(III) (IV) 20 waarbij A, B, X, R2a, R2b, R3a, R3b, en R4 zijn zoals hierboven gedefinieerd; R°a, Rob^ Rib^ en Ric onafhankelij k van elkaar staan voor halo, (C1-C4) alkoxy, (C1-C4) alkyl, halogesubstitueerd 25 (C1-C4) alkyl, of cyano; en n en m onafhankelijk van elkaar 0, 1 of 2 zijn; een . farmaceutisch aanvaardbaar zout daarvan, een voorloper van de verbinding of het zout, of een solvaat of hydraat van de verbinding, het zout of de voorloper; 30 met dien verstande dat, wanneer de verbinding een verbinding met de Formule (IV) is, R3a en R3b niet beide waterstof zijn wanneer X is een binding is.
In voorkeursuitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding is R4 een chemische groep gekozen uit (Ci-Ce)alkyl, 35 .aryl, heteroaryl,. aryl (C1-C4) alkyl, een 3- tot 8-ledige gedeeltelijk of geheel verzadigde carbocyclische ring(en), en 3- tot 8-ledig gedeeltelijk of geheel verzadigde heter- 102602? 7 oring, waarbij de chemische groep eventueel is gesubstitueerd met één of meer substituénten.
Meer bij voorkeur is R4 (Ci-Ce) alkyl, halogesubstitueerd (Ci-Ce)alkyl (bij voorkeur, fluorgesubstitueerd (Ci-5 C8)alkyl), cyclopentyl, cyclohexyl, piperidine-l-yl, pyrro- lidine-l.-yl, of morfoline-l-yl.
Bij voorkeur zijn R° en R1 elk onafhankelijk van elkaar een fenyl gesubstitueerd met 1 tot 3 substituenten onafhankelijk van elkaar gekozen uit de groep bestaande 10 uit halo,. (C1-C4) alkoxy, (C1-C4) alkyl, halogesubstitueerd (C1-C4)alkyl, en cyano;
Meer bij voorkeur zijn R° en R1 elk onafhankelijk van elkaar een fenyl gesubstitueerd met 1 tot 2 substituenten onafhankelijk van elkaar gekozen uit de groep bestaande 15 uit chloor, fluor, (C1-C4)alkoxy, (Cl-C4)alkyl, halogesubstitueerd (C1-C4) alkyl, en cyano;
Meest bij voorkeur is R° 2-chloorfenyl, 2-fluorfenyl, 2,4-dichloorfenyl, 2-fluor-4-chloorfenyl, 2-chloor-4-fluorfenyl, of 2,4-difluorfenyl; en is R1 4-chloorfenyl, 4-20 cyanofenyl of 4-fluorfenyl.
Voorkeursverbindingen met de Formule (I), waarbij A , staat voor stikstof, B voor koolstof, en X voor een binding zijn onder meer: 2-(2-chloorfenyl)-5-isopropyl-3-(4t methoxyfenyl)-5,6-dihydro-2H-pyrrolo[3, 4-c]pyrazool-4-on; 25 2-(2-chloorfenyl)-5-isopropyl-3-(4-cyanofenyl)-5,6- dihydro-2H-pyrrolo[3,4-c]pyrazool-4-on; 3-(4-chloorfenyl)-• 2-(2-chloorfenyl)-5-(2,2,2-trifluorethyl)-5,6-dihydro-2H-pyrrolo[3,4-c]pyrazool-4-on; 3-(4-chloorfenyl)-2-(2- chloorfenyl)-5-cyclohexyl-5,6-dihydro-2H-pyrrolo[3,4-30 c]pyrazool-4-on; 3-(4-chloorfenyl)-2-(2,4-dichloorfenyl)- 5-isopropyl-5,6-dihydro-2H-pyrrolo[3,4-c]pyrazool-4-on; 3-(4-chloorfenyl)-2-(2,4-dichloorfenylj-5-{2,2,2-trifluorethylj-5,6-dihydro-2H-pyrrolo[3,4-c]pyrazool-4-on; 3-(4-chloorfenyl)-5-cyclohexyl-2-(2,4-dichloörfenyl)-5,6-35 dihydro-2H-pyrrolo[3,4-c]pyrazool-4-on; 3-(4-chloorfenyl)- 2-(3-chloorfenyl)-5-isopropyl-5,6-dihydro-2H-pyrrolo[3,4- c]pyrazool-4-on; 3-(4-cyanofenyl)-2-(3-chloorfenyl)-5- 1026027 8 . (2,2,2-trifluorethyl)-5,6-dihydro-2H-pyrrolo[3,4- c]pyrazóol-4-on; 2-(2-chloorfenyl)-5-isopropyl-3-(4- chloorfenyl)-5,6-dihydro-2H-pyrrolo[3,4-c]pyrazool-4-on; .
3- (4-chloorfenyl)-2-(3-chloorfenyl)-5-(2,2,2- 5. trifluorethyl)-5,6-dihydro-2H-pyrrolo[3,4-c]pyrazool-4-on; en 3-(4-chloorfenyl)-2-(3-chloorfenyl)-5-cyclohexyl-5,6-dihyd o-2H-pyrrolo[3,4-c]pyrazool-4-on; een farmaceutisch aanvaardbaar zout daarvan, of een solvaat of hydraat van de verbinding of het zout.
10 Meer de voorkeur genietende verbindingen zijn onder meer: 2-(2-chloorfenyl)-5-isopropyl-3-(4-cyano-fenyl)-5,6- dihydro-2H-pyrrolo[3,4-c]pyrazool-4-on; 2-(2-chloorfenyl)- 5-isopropyl-3- (4-chloorfenyl) <-5, 6-dihydro-2H-pyrrolo[3, 4- c]pyrazóol-4-on; en 3-(4-chloorfenyl)-2-(2-chloorfenyl)-5-15 (2,2,2-trifluorethyl)-5,6-dihydro-2H-pyrrolo[3,4- c]pyrazool-4-on; een farmaceutisch aanvaardbaar zout daarvan, of een solvaat of hydraat van de verbinding of het zout.
Voorkeursverbindingen met de Formule (i), waarbij A 20 staat voor stikstof, B voor koolstof, en X voor -C (R2a) (R2b) - zijn onder meer: 3- (4-chloorfenyl) -2- (2-chloor-fenyl)-5-isopropyi-2,5,6,7-tetrahydro-pyrazolo[4,3-c]pyridine-4-on; 3-(4-cyano-fenyl)-2-(2-chloorfenyl)-5-isopropyl-2,5,6,7-tetrahydro-pyrazolo[4,3-c]pyridine-4-on; 25 3-(4-chloorfenyl)-2-(2-chloorfenyl)-5-(2,2,2- trifluorethyl)-2,5,6,7-tetrahydro-pyrazolo[4,3-c]pyridine- 4- on; 3- (4-cyanofenyl)-2-(2-chloorfenyl)-5-(2,2,2- trifluorethyl)-2,5,6,7-tetrahydro-pyrazolo(4,3-c]pyridine-30 4-on; 3-(4-chloorfenyl)-2(2,chloorfenyl)-5-cyclohexyl- 2,5,6,7-tetrahydro-pyrazolo (4,3-c]pyridine-4-on; 3·^ (4- chloorfenyl)-2-(2,4-dichloorfenyl)-5-isopropyl-2,5,6,7-tetrahydro-pyrazolo[4,3-c]pyridine-4-on; 3-(4- chloorfenyl)-2-{2,4-dichloorfenyl)-5-(2,2,2-35 trifluorethyl)-2,5,6,7-tetrahydro-pyrazoloI4,3-c]pyridine- 4- on; 3-(4-chloorfenyl)-5-cyclohexyl-2-(2,4- dichloorfenyl)-2,5,6,7-tetrahydro-pyrazolo[4,3-c]pyridine- 1026027 .9 4- on; 3-(4-chloorfenyl)-2-(3-chloorfenyl)-5-isopropyl-.
2.5.6.7- tetrahydro-pyrazolo[4,3-c]pyridine-4-on; 3-(4-.chloorfenyl)-2-(3-chloorfenyl)-5-(2,2,2-trifluorethyl)- 2.5.6.7- tetrahydro-pyrazolo[4,3-c]pyridine-4-on; en 3-(4-5 chloorfenyl)-2-(3-chloorfenyl)-5-cyclohexyl-2,5,6,7- tetrahydro-pyrazolo[4,3-c]pyridine-4-on; een farmaceutisch aanvaardbaar zout daarvan, of een solvaat of hydraat van de verbinding of het zout.
Voorkeursverbindingen met de Formule (I), waarbij A 10 staat voor koolstof, B voor stikstof, en X voor een binding zijn onder meer: 2-(2-chloorfenyl)-3-(4-chloorfenyl)- 5- isopropyl-5,6-dihydro-3 H-pyrrolo[3,4-d]imidazool-4-on; 2- (2-chloorfenyl)-3-(4-chloorfenyl)-5-(2,2,2-trifluorethyl)-5,6-dihydro-3H-pyrrolo[3,4-d]imidazool-4- 15 on; 3-(4-chloorfenyl)-2-tl-(l-chloorvinyl)-propenyl]-5- cyclohexyl-5,6-dihydro-3H-pyrrolo[3,4-d]imidazool-4-on; 3-(4-chloorfehyl)-2-(2,4-dichloorfenyl)-5-isopropyl-5,6-dihydro-3H-pyrrolo[3,4-d]imidazool-4-on; 3- (4- chloorfenyl)-2-(2,4-dichloorfenyl)-5-(2,2,2-20 trifluorethyl)-5,6-dihydro-3H-pyrrolo[3,4-d]imidazol-4-on; 3- (4i-chloorfenyl)-5-cycl0hexyl-2-(2,4-dichloorfenyl)-5, 6- dihydro-3H-pyrrolo[3,4-d]imidazool-4-on; 2-(3- chloorfenyl)-3-(4-chloorfenyl)-5-isopropyl-5,6-dihydro-3H-pyrrolo[3,4-d]imidazoól-4-on; 2-(3-chloorfenyl)-3-(4- 25 chloorfenyl)-5-(2,2,2-triflüorethyl)-5,6-dihydro-3H-pyrrolo[3,4-d]imidazol-4-on; en 2-(3-chloro-fenyl)-3-(4-chloorfenyl)-5-cyclohexyl-5,6-dihydro-3H-pyrrolo[3,4- d] imidazol-4-on; een fiarmaceutisch aanvaardbaar zout daarvan, of een solvaat of hydraat van de verbinding of het 30 zout..
Voorkeursverbindingen met de Formule (I), waarbij A staat voor koolstof, B voor stikstof, en X voor -C(R2a) (R2b)- zijn onder meer: 3-(4-chloorfenyl)-2-(2- chloorfenyl)-5-isopropyl-3,5,6,7-tetrahydro-imidazo[4,5-35 c]pyridine-4-on; 3-(4-chloorfenyl)-2-(2-chloorfenyl)-5-.(2,2,2-trifluorethyl)-3,5,6,7-tetrahydro-imidazo[4,5-c]pyridine-4-ön; 3-(4-chloorfenyl)-2-(2-chloorfenyl)-5- t 02 602? 10 cyclohexyl-3,5,6,7-tetrahydro-imidazo[4,5-c]pyridine-4-on; 3- (4-chloorfenyl)-2-(2,4-dichloorfenyl)-5-isopropyl- 3.5.6.7- tetrahydro-imidazo[4,5-c]pyridine-4-on; 3-(4- chloorfenyl)-2-(2,4-dichloorfenyl)-5-(2,2,2- 5 trifluorethyl)-3,5,6,7-tetrahydro-imidazo[4,5-*c]pyridine- 4- on; 3-(4-chloorfényl)-5-cyclohexyl-2-(2,4- dichloorfenyl)-3,5, 6,7-tetrahydro-imidazo[4,5-c]pyridine- 4-on; 3-(4-chloorfenyl)-2-(3-chloorfenyl)-5-isopropyl- 3/ 5,6,7-tetrahydro-imidazo[4,5-c]pyridine-4-on; 3-(4- 10 chloorfenyl)-2-(3-chloorfenyl)-5-(2,2,2-trifluorethyl)- 3.5.6.7- tetrahydro-imidazo[4,5-c]pyridine-4-on; en 3-(4-chloorfenyi)-2-(3-chloorfenyl)-5-cyclohexyl-3,5,6,7- tetrahydro-imidazo[4,5-c]pyridine-4-on; een farmaceutisch aanvaardbaar zout daarvan, of een solvaat of hydraat van 15 de verbinding of het zout.
Sommige van de hier beschreven verbindingen bevatten mogelijk ten minste één chiraal centrum; bijgevolg zal de vakman begrijpen dat alle stereoisomeren (bv. enantiomeren en diasteroisomëZen) van de hier beschreven en bediscussi-20 eerde verbindingen binnen de strekking vallen van de onderhavige uitvinding. Daarnaast vallen ook tautomere vormen van de verbindingen binnen de strekking van de onderhavige uitvinding. De vakman zal onderkennen dat chemische groepen zoals een alfa-aminoether of een alfa-chlooramine 25 mogelijk te onstabiel zijn om te isoleren? derhalve maken dergelijke groepen geen deel uit van de onderhavige uitvinding.
Er is aangetoond dat verbindingen van de onderhavige uitvinding bruikbare cannabinoïdreceptorliganden zijn (in 30 het bijzonder CBl-recéptorantagonisten). Dienovereenkomstig is een ander aspect van de onderhavige uitvinding een farmaceutisch, preparaat dat (1) een verbinding van de onderhavige uitvinding en (2) een farmaceutisch aanvaardbare excipiënt, verdunningsmididel of drager bevat. Bij voorkeur 35 bevat het preparaat eén therapeutisch effectieve hoeveelheid van een verbinding van de onderhavige uitvinding. Het preparaat kan ook ten minste één aanvullend (hier beschre- 1026027 ; 11 ven) farmaceutisch middel bevatten. Voorkeursmiddelen zijn onder meer partiële nicotinereceptoragonisteri, opioïdanta-gonisten (bv., naltrexone en nalmefene), dopaminerge middelen (bv., apomorphine), middelen tegen aandachtstekort-5 stoornis (ADD inclusief aandachtstekortstoornis met hyperactiviteit (ADHD)) (bv., Ritalin*·, Strattera**, Concerta*" en Adderall”*),. en anti-vetlijvigheidsmiddelen (hieronder beschreven).
In nog een andere uitvoeringsvorm van de onderhavige 10 uitvinding, een werkwijze voor het behandelen van een ziekte, aandoening of stoornis gemoduleerd door een canna-binoïdreceptor- (bij voorkeur een CBl-receptor) antagonisten in dieren, dat de stap omvat van toediening, aan een dier dat een dergelijke bestanddeel nodig heeft, van een 15 therapeutisch werkzame hoeveelheid van een verbinding van de onderhavige uitvinding (of een farmaceutisch preparaat daarvan)
Ziekten, aandoeningen en/of stoornissen die worden gemoduleerd door cannabinoïdreceptorliganden zijn onder 20 meer eetstoornissen (bijvoorbeeld vraatzuchtstoornis, anorexie en boulimie), gewichtsverlies of -controle, (bv. reductie in calorie- of voedselconsumptie, en/of eetlust-onderdrukking), vetlijvigheid, depressie, atypische depressie, bipolaire stoornissen, psychoses, schizofenie, 25 gedragsverslavingen, onderdrukking van beloningsgerela-teerd gedrag (bijvoorbeeld geconditioneerde plaatsvermij-ding, · zoals onderdrukking van cocaïne- of morfine-geïnduceerde plaatsvöorkeur), stofmisbruik, verslavings-aandoèningen, impulsiviteit, alcoholisme (bv. alcoholmis-.30 bruik,.-verslaving en/of -afhankelijkheid inclusief behandeling voor onthouding, verlangenvermindering en terugvalpreventie van alcoholconsumptie), tabaksmisbruik (bv. rookverslaving, beëindiging en/of afhankelijkheid inclusief behandeling voor verlanggenvermindering en terugval-35 preventie van .tabakroken), dementie (inclusief geheugen-. verlies, ziekte van Alzheimer, ouderdomsdementie, vasculaire dementie., milde. cognitieve zwakte, ouderdomsgerela- 1026027 12 teerde cognitieve achteruitgang en milde nëurocognitieve stoornis)/ sexuele dysfunctie bij mannen (bv. erectieproblemen) , stuipaandoeningen, epilepsie, ontsteking, gastro-intestinale stoornissen (bv. dysfunctie van gastrointesti-5 nale motiliteit of intestinale propulsie), aandachtste- kortstoornis (ADD/ADHD), ziekte van Parkinson, en type II diabetes. In een voorkeursuitvoeringsvorm wordt de werkwijze gebruikt bij de behandeling van gewichtsverlies, vetlijvigheid, boulimie, ADD/ADHD, ziekte van Parkinson, 10 dementie, alcoholisme, en/of tabaksmisbruik.
Verbindingen van de onderhavige uitvinding kunnen worden toegediend in combinatie met andere farmaceutische middelen. Voorkeur genietende farmaceutische, middelen zijn ónder meer partiële nicotinereceptoragonisten, opioïdanta-15 gonisten (bv., naltrexone (waaronder naltrexone-depot), antabuse, en nalmefene), dopaminerge middelen (bv., apo-morphine),ADD/ADHD-middelen (bv. methylphenidaat- hydrochloride (bv. Ritalin** en Concerta’**), atomoxetine (bv. Strattera*·) en amfetaminen (bv. Adderall*")) en anti-20 vetlijvigheidsmiddelen zoals apo-B/MTP-remmers, 11β- hydroxysteroïddehydrogenase-1- (Ιΐβ-HSD type 1) remmers, peptideYY3_36 of analogen daarvan, MCR-4-agonisten, CCK-A-agonisten, monoamineheropnameremmers, sympathomimetische middelen, β3-adrenerge receptoragonisten, dopaminerécep-25 toragonisten, iaelanocyt-stimulerend- hormoonreceptöranalogen, 5-HT2c-receptoragonisten, melani-ne-concentrerend-homoon-receptorantagónisten, leptine, leptineanalogen, leptinereceptoragonisten, galaninerecep-torantagonisten, lipaseremmers, bombesine- 30 receptoragonisten, neuropeptide-Y-receptorantagonisten (bv. NPY-Y5-receptorantagonisten zoals de hieronder beschrevene), thyromimetische middelen, dehydroepiandroste-ron of analogen daarvan, glucocorticoidreceptorantagonis-ten, orexinereceptorantagonisten, glucagon-achtig-peptide-35 1-receptoragonisten, ciliaire neurotrofe factoren, humaan- agouti-gerelateerd-eiwit-antagonisten, ghrelinereceptoran-tagonisten, histamine-3-receptor-anta;gonisten of inverse 1026027- 13 agonisten, en neuromedine-U-receptoragonisten, en dergelijke.
De combinatietherapie kan worden toegediend als (a) een enkelvoudig farmaceutisch preparaat dat een verbinding .
5 van de onderhavige uitvinding, ten minste één ander hier beschreven farmaceutisch middel, en een farmaceutisch aanvaardbare excipiënt, verdunningsmiddel of drager; of (b) twee afzonderlijke farmaceutische preparaten omvattende (i) een eerste preparaat omvattende een verbinding van de 10 onderhavige uitvinding en een farmaceutisch aanvaardbare excipiënt, verdunningsmiddel of drager, en (ii) een tweede preparaat omvattende ten minste één ander hier beschreven farmaceutisch middel en een farmaceutisch aanvaardbare excipiënt, verdunningsmiddel of drager. De farmaceutische 15 preparaten kunnen simultaan of sequentieel worden toege-dien, en in elke volgorde.
In nog een ander aspect van de onderhavige uitvinding wordt een farmaceutische kit verschaft voor gebruik door een consument ter behandeling van ziekten, aandoeningen of 20 stoornissen die worden gemoduleerd door cannabinoldrecep-torantagónisten in een dier. De kit omvat a) een geschikte doseringsvorm omvattende een verbinding van de onderhavige uitvinding; en b) aanwijzingen die een werkwijze beschrijven voor gebruik van de doseringsvorm voor het behandelen 25 van ziekten, aandoeningen of stoornissen die worden gemoduleerd door cannabinoidreceptor- (in het bijzonder de CBl-receptor) antagonisten.
In nog een andere uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding is een farmaceutische kit omvattende: a) een 30 eerste doseringsvorm omvattende (i) een verbinding van de onderhavige uitvinding en (ii) een farmaceutisch aanvaardbare drager/ excipiënt of verdunningsmiddel; b) een tweede doseringsvorm omvattende (i) . een ander hier beschreven farmaceutisch middel en (ii) een farmaceutisch aanvaardba-35 re drager, excipiënt of verdunningsmiddel; en c) een hou-. der.
1026027 1.4
DEFINITIES
Zoals hier gebruikt heeft de term "alkyl betrekking op een koplwaterstofradicaal met de algemene formule CnH2n+i. Het alkaanradicaal kan onvertakt of vertakt zijn.
5 De term " (Ci-C6) alkyl” heeft bijvoorbeeld betrekking op een monovalente onvertakte of vertakte alifatische groep die 1 tot 6 koolstofatomen bevat (bv. methyl, ethyl, n-propyl, i-propyl, n-butyl, i-butyl, s-butyl, i-butyl, n-pentyl, 1-. methylbutyl, 2-methylbutyl,.3-methylbutyl, neopentyl, 3,3-10 dimethylpropyl, hexyl, 2-methylpentyl, en dergelijke). Op vergelijkbare wijze heeft het alkylgedeelte (i.e., de alkylgroep) van een alkoxy-, acyl- (bv., alkanoyl-), alky-lamino-, dialkylamino-, en alkylthiogroep dezelfde definitie als hierboven. Wanneer aangeduid als zijnde "eventueel 15 gesubstitueerd", kan het alkaanradicaal of.de alkylgroep ongesubstitueerd of met één of meer substituenten gesubstitueerd zijn (in het algemeen één tot drie substituents behalve in het geval van halogeensubstituenten zoals per-chloor- of perfluoralkylgroepen) die onafhankelijk van el-20 kaar zijn gekozen uit de groep substituenten die hieronder is weergegeven in de definitie van "gesubstitueerd". "Ha-logesubstitueerd alkyl" heeft betrekking op een alkylgroep die is gesubstitueerd met één of meer halogeenatomen (bv., fluormethyl, difluormethyl, trifluormethyl, perfluorethyl, 25 en dergelijke). Wanneer ze zijn gesubstitueerd, zijn de alkaanradicalen of alkylgroepen bij voorkeur gesubstitueerd met 1 tot 3 floursubstituenten, of 1 tot 2 substituenten die onafhankelijk van elkaar zijn gekozen uit (Ci-C3) alkyl, (C3-C6) cyclóalkyl, (02-03) alkenyl, aryl, heteroa-30 ryl, 3- tot 6-ledige heteroring, chloor, cyano, hydroxy, (Ci-C3) alkoxy, aryloxy, amino, (Ci-Cö) alkylamino, (di-(Ci-C4j alkyl) amino, aminocarboxylaat (i.e., (Ci-C3) alkyl-0- C(O)-NH-), hydröxy(C2-C3)alkylamino, of keto (oxo), en meer bij voorkeur 1 tot 3 fluorgroepen, of 1 substituent geko-35 zen uit (Ci-C3) alkyl, (C3-C6) cyclóalkyl, (Ce) aryl, 6-ledige-hetèroaryl, 3- tot 6-ledige heteroring, (Ci-C3) alkoxy, (Ci-C4) alkylamino of (di-(Ci-C2)alkyl)amino.
1026027 15
De tërmén "gedeeltelijk of volledig verzadigde carbo-cyclische ring" (ook aangeduid als gedeeltelijk of volledig verzadigde, cycloalkyl”) heeft betrekking op nonaroma-tische ringen die. hetzij gedeeltelijk of geheel zijn gehy-5 drogeneerd en de vorm kunnen hebben van een enkelvoudig ring, bicyclische. ring of spiraalvormige ring. Tenzij anders aangegeven is de carbocyclische ring in het algemeen een 3- tot 8-ledige ring. Gedeeltelijk of volledig verzadigde carbocyclische ringen (of cycloalkyl) omvatten bij-10 voorbeeld groepen zoals cyclopropyl, cyclopropenyl, cyclo-butyl, cyclobutenyl, cyclopentyl, cyclopentenyl, cyclo-pentadienyl, cyclohexyl, cyclohexenyl, cyclohexadienyl, norbornyl (bicyclo[2.2.1]heptyl), norbornenyl, bicy-clo[2.2.2]octyl, en dergelijke. Wanneer aangeduid als 15 zijnde "eventueel gesubstitueerd", kan het alkaanradicaal of de alkylgroep ongesubstitueerd of met één of meer substituenten gesubstitueerd zijn (typischerwijs één tot drie substituenten) die onafhankelijk van elkaar zijn gekozen uit de groep substituenten die hieronder is weergegeven in 20 de definitie van "gesubstitueerd". Een gesubstitueerde carbocyclische ring omvat ook groepen waarbij de carbocyclische ring is gefuseerd aan een fenylring (bv., inda-nyl). De carbocyclische groep kan aan de chemische verbinding of groep zijn verbonden via elk van de koolstofatomen 25 in het carbocyclische ringsysteem. Wanneer hij gesubstitueerd is, is de carbocyclische groep gesubstitueerd met 1. of 2 substituenten die onafhankelijk van elkaar' zijn gekozen uit (C1-C3) alkyl, (C2-C3) alkenyl, (Ci-Ce)alkylidenyl, aryl, heteroaryl, 3- to 6-ledige heteroring, chloor, flu-.30 .or, cyano, hydroxy, (C1-C3) alkoxy, aryloxy, amino, (Ci-Cö) alkyl amino, (di- (Cj-C*) alkyl) amino, aminocarboxylaat (i.e., (C1-C3)alkyl-O-C (O)-NH-), hydroxy(C2-C3)alkylamino, of keto (oxo), en meer bij voorkeur 1 of 2 substituenten onafhankelijk van elkaar gekozen uit (C1-C2)alkyl, 3- tot 35 6-ledige heteroring, fluor, (C1-C3)alkoxy, (Ci-C<) alkylamino of (di-(Ci-C2)alkyl)amino, Op vergelijkbare wijze heeft elk 1026027 16 cycloalkylgedeelte van een groep (bv. cycloalkylalkyl, cy-cloalkylamino, enz.) dezelfde definitie als hierboven.
De term "gedeeltelijk of volledig verzadigde heterocyclische ring" (ook aangeduid als gedeeltelijk of volle-5 dig verzadigde heteroring") heeft betrekking op nonaroma-tische ringen die hetzij gedeeltelijk of geheel zijn gehy-drogeneerd en de vorm kunnen hebben van een enkelvoudig ring, bicyclische ring of spiraalvormige ring. Tenzij anders aangegeven is de heterocyclische ring in het algemeen 10 een 3- tot 6-ledige ring dié 1 tot 3 heteroatomen bevat (bij voorkeur 1 of 2 heteroatomen) welke onafhankelijk van elkaar zijn gekozen uit zwavel, zuurstof, en/of stikstof. Gedeeltelijk of volledig verzadigde heterocyclische ringen omvatten groepen zoals epoxy, aziridinyl, tetrahydrofura-15 nyl, dihydrofuranyl, dihydropyridinyl, pyrrolidinyl, N-methylpyrrolidinyl, imidazolidinyl, imidazolinyl, piperi-dinyl, piperazinyl, pyrazolidinyl, 2H-pyranyl, 4H-pyranyl, 2H-chromenyl, oxazinyl, morfolino, thiomorfolino, tetrahy-drothienyl, tetrahydrothienyl 1,1-dioxide, en dergelijke. 20 Wanneer aangeduid als zijnde "eventueél gesubstitueerd", kan de gedeeltelijk of volledig verzadigde heterocyclische groep ongesubstitueerd of met één of meer substituenten gesubstitueerd zijn (typischerwijs één tot drie substituenten) die onafhankelijk van elkaar zijn gekozen uit de 25 groep substituenten die hieronder is weergégeven in de definitie van "gesubstitueerd". Een gesubstitueerde heterocyclische ring omvat ook groepen waarbij de heterocyclische ring is gefuseerd aan een aryl- of heteroarylring (bv. 2,3,-dihydrobenzofuranyl, 2,3-dihydroindolyl, 2,3- 30 dihydrobenzothiofenyl, 2,3-dihydrobenzothiazolyl, enz.). Wanneer hij gesubstitueerd is, is de heterocyclische groep bij voorkeur gesubstitueerd met 1 of 2 substituenten die onafhankelijk van elkaar zijn gekozen uit (Ci-C3) alkyl, (C3-C6) cycloalkyl, (C2-C4) alkenyl, aryl, heteroaryl, 3- to 35 6-ledige heteroring, chloor, fluor, cyanó, hydroxy, (C3-C3)alkoxy, aryloxy, amino, (Ci-Ce) alkylamino, (di-(Ci-C4) alkyl)amino, aminocarboxylaat (i.e.,. (Ci-C3)alkyl-O- 1026027 17 C(O)-NH-), of keto (oxo), en meer bij voorkeur 1 of 2 substituenten onafhankelijk van elkaar gekozen uit (Ci~ C3)alkyl, (C3-C6)cycloalkyl, (Ce)aryl, 6-ledige heteroaryl, 3- tot 6-ledige heteroring, of fluor. De heterocyclische 5 groep kan aan de chemische verbinding of groep zijn verbonden via elk van de koolstof atomen in het heterocyclische ringsysteem. Op vergelijkbare wijze heeft elk hetero-ringgedeelte van een groep (bv. met een heteroring gesubstitueerd alkyl, heteroringcarbonyl, enz.) dezelfde defΙ-ΙΟ nitie als hierboven.
De term "aryl" of "aromatische carbocyclische ring" heeft betrekking op aromatische groepen met een enkelvoudig (bv. fehyl) of een gefuseerd ringsysteem (bv. nafta-leen, anthraceèn, fenanthreen, enz.). Een typische aryl-15 groep is een 6- tot 10-ledige aromatische carbocyclische ring(en). Wanneer aangeduid als zijnde "eventueel gesubstitueerd", kan de arylgroep ongesubstitueerd of met één of meer substituenten gesubstitueerd zijn (bij voorkeur niet meer dan drie substituenten) die onafhankelijk van 20 elkaar zijn gekozen uit de groep substituenten die hieronder is weergegeven in de definitie van "gesubstitueerd". Gesubstitueerde arylgroepen zijn onder meer ook een keten van aromatische groepen (bv. bifenyl, terfenyl, fenylnaf-talyl, enz.). Wanneer zij gesubstitueerd zijn, zijn de 25 aromatische groepen bij voorkeur gesubstitueerd met 1 of 2 substituenten die onafhankelijk van elkaar zijn gekozen uit (C1-C4)alkyl, (C2-C3)alkenyl, aryl, heteroaryl, 3- to 6-ledige heteroring, broom, chloor, fluor, jood, cyano, hy-. droxy, (Ci-C4) alkoxy, aryloxy, amino, (Ci-Ce) alkylamino, 30 (di- (Ci-C3) alkyl) amino, of aminocarboxylaat (i.e., (Ci-C3)alkyl-0-C(0)-NH-), en meer bij voorkeur 1 of 2 substituenten onafhankelijk van elkaar gekozen uit {C1-C4)alkyl, chloor, fluor, cyano, hydroxy, of (C1-C4) alkoxy. De arylgroep. kan aan de chemische verbinding of groep zijn ver-35 . bonden via elk van de . koolstofatomen in het aromatische ringsysteem. Op vergelijkbare wijze heeft, het arylgedeelte 1026027 18 (i.e. aromatische groep) van een aroyl of aroyloxy (i.e. (aryl)-C(0)-0-) dezelfde definitie als hierboven.
De term "heteroaryl" of "heteroaromatische ring" heeft betrekking op aromatische groepen met ten minste één 5 heteroatoom (bv. zuurstof, zwavel, stikstof of combinaties daarvan) binnen een 5- tot 10-ledig aromatisch ringsysteem (bv. pyrrolyl, pyridyl, pyrazolyl, indolyl, indazolyl, thienyl, furanyl, benzofuranyl, oxazolyl, imidazolyl, tetrazolyl, triazinyl, pyrimidyl, pyrazinyl, thiazolyl, 10 purinyl, benzimidazolyl, quinolinyl, isoquinolinyl, ben- zothiofenyl, benzoxazolyl enz.). De heteroaromatische groep kan bestaan uit een enkelvoudig of een gefuseerd ringsysteem. Een typische enkelvoudige hetëroarylring is een 5- tot 6-ledige ring met één tot drie heteroatomen die 15 onafhankelijk van elkaar zijn gekozen uit zuurstof, zwavel en stikstof, en een typisch gefuseerd heteroarylringsys-teem is een 9- tot 10-ledige ring met één tot vier heteroatomen die onafhankelijk van elkaar zijn gekozen uit zuurstof, zwavel en stikstof. Wanneer aangeduid als zijnde 20 "eventueel gesubstitueerd", kan de heteroarylgroep onge-, substitueerd of met één of meer substituenten gesubstitueerd zijn (bij voorkeur niet meer dan drie substituenten) die onafhankelijk van elkaar zijn gekozen uit de groep substituenten die hieronder is weergegeven in de definitie 25 van "gesubstitueerd". Wanneer zij gesubstitueerd zijn, zijn de heteroaromatische groepen bij voorkeur gesubstitueerd met. 1 of 2 substituenten die onafhankelijk van elkaar zijn gekozen uit (C1-C4)alkyl,. (¢2-03)alkenyl, aryl, hetero-aryl,. 3- to 6-ledige heteroring, broom, chloor, fluor, 30 jood, cyano, hydroxy, (C1-C4) alkoxy, aryloxy, amino, (Ci-
Ce) alkylamino, (di-(C1-C3) alkyl) amino, of aminocarboxylaat (i.e., (C1-C3) alkyl-O-C (0) -NH-j, en meer bij voorkeur 1 of 2 substituenten onafhankelijk van elkaar gekozen uit (Ci-C4)alkyl, chloor, fluor, cyano, hydroxy, (C1-C4)alkoxy, (Ci-. 35 Οβ)alkylamino of (di-(Ci-C2)alkyl)amino. De heteroarylgroep kan aan de chemische verbinding of groep zijn verbonden. . via elk van de koolstof atomen in het aromatische ringsys- 1 02 60,27 ' ' · : 19 teem (bv. imidazool-l-yl,imidazool-2-yl, imidazool-4-yl, imidazool-5-yl, pyrid-2-yl, pyrid-3-yl, pyrid-4-yl, pyrid- 5-yl, of pyrid-6-yl). Op vergelijkbare wijze heeft het he-, teroarylgedeelte (i.e.. hetëroaromatische groep) van een 5 heteroaroyl of heteroaroyloxy (i.e. (heteroaryl)-C(0)-0-) dezelfde definitie als hierboven.
De term acyl heeft betrekking op met waterstof, alkyl, gedeeltelijk of volledig verzadigd' cycloalkyl, gedeeltelijk öf volledig verzadigde heteroring, aryl en he-10 teroraryl gesubstitueerde carbonylgroepen. Acyl omvat bijvoorbeeld groepen zoals (Ci-C6) alkanoyl (bv. formyl, ace-tyl, propionyl, butyryl, valeryl, caproyl, t-butylacetyl, enz.), (C3-C6)cycloalkylcarbonyl (bv. cyclopropylcarbonyl, cyciobutylcarbonyl, cyclopentylcarbonyl, cyclohexylcarbo-15 nyl, enz.), heterocyclisch carbonyl (bv. pyrrolidinylcar-bonyl, pyrrolid-2-on-5-carbonyl, piperidinylcarbonyl, pi-perazinylcarbonyl, tetrahydrofuranylcarbonyl, enz.), aroyl (bv. benzoyl) en heteroaroyl (bv. thiofenyl-2-carbonyl, thiofenyl-3-carbonyl, furanyl-2-carbonyl, furanyl-3-20 carbonyl, 1 H-pyrroyl-2-carbonyl, 1 H-pyrroyl-3-carbonyl, benzo[b]thiofenyl-2-carbonyl, enz.). Daarnaast kunnen het alkyl- ·, cycloalkyl-, heteroring-, aryl- en heteroarylge-deelté van de acylgroep elk van de groepen zijn zoals gedefinieerd in de bovenstaande definities. Wanneer aange-25 duid als zijnde "eventueel gesubstitueerd", kan de acylgroep Cngesubstitueerd of met één of meer substituenten gesubstitueerd zijn (typischerwijs één tot drie substituenten) die onafhankelijk van elkaar zijn gekozen uit de groep substituenten die hieronder is weergegeven in de de-30 finitie van "gesubstitueerd", of kan het alkyl-, cycloalkyl-, heteroring-, aryl- en heteroarylgedeelte van de acylgroep zijn gesubstitueerd zoals hierboven beschreven in de opsommingen van respectievelijk de. voorkeur en meer dé voorkeur genietende substituenten.
35 De term "gesubstitueerd" beoogt en bedoeld specifiek één.of meer substituties die gebruikelijk zijn in het vakgebied. Door deskundigen in het vakgebied wordt echter al- 1 02 6027 20 gemeen begrepen dat de substituenten zodanig dienen te worden gekozen dat de zij de farmacologische eigenschappen van de verbinding niet nadelig beïnvloeden of nadelig interfereren met het gebruik van het geneesmiddel. Ge-.5 schikte substituenten voor de hierboven gedefinieerde groepen zijn onder meer (Ci-Ce) alkyl, (C3-C7) cycloalkyl, (C2-C6) alkenyl, (Ci—Ce) alkylidenyl, aryl, heteroaryl, 3-r tot 6-ledige heteroring, halo (bv. chloor, broom, jood en fluor), cyano, hydroxy, (Ci-Cö) alkoxy, aryloxy, sulfhydryl 10 (mercapto), (C1-C6)alkylthio, arylthiö, amino, mono- of di- (Ci-Ce) alkylamino, quaternaire ammoniumzouten, amino (Cj-C6)alkoxy, aminocarboxylaat (i.e. (Ci-Ce)alkyl-O-C (O) -NH-), hydroxy (C2-C6) alkylamino, amino (Ci-Ce) alkylthio, cyanoamino, nitro, (Ci-Ce) carbamyl, keto (oxo), acyl, (Ci-Ce) alkyl-C02-, 15 glycolyl, glycyl, hydrazino, guanyl, sulfamyl, sulfonyl, . sulfinyl, thio (C1-C6) alkyl-C (O)thio (Ci-Ci) alkyl-CCV-, en combinaties daarvan.. In het geval van gesubstitueerde combinaties zoals "gesubstitueerd aryl (Ci-Cö) alkyl", kan hetzij de aryl- of de alkylgroep geubstitueerd zijn, of kun-20 nen zowel de aryl als de alkylgroepen worden gesubstitueerd met eom substituenten (typischerwijs één tot drie . substituenten behalve in het geval van perhalosubstitu-ties)i Een met aryl of heteroaryl gesubstitueerde carbocy-clische of heterocyclische groep kan een gefuseerde ing 25 zijn (bv. indanyl, dihydrobenzofuranyl, dihydroindolyl, enz.).
De term "solvaat" heeft betrekking op een moleculair complex van een verbinding weergegeven dor Formule (I) of (II) (inclusief voorlopers en farmaceutisch aanvaardbare 30 zouten daarvan) met één öf meer .oplosmiddelmoleculen. Der-. gelijke oplosmiddelmoleculen zijn die welke gebruikelijk zijn in farmaiceutische vakgebied, die bekend staan als onschadelijk voor de ontvanger, bv. water, ethanol, en der-gëlijke. De term hydraat heeft betrekking op het complex 35 waarbij het oplosmiddelmolecuul water is.
De term "beschermende groep" of "Pg" heeft betrekking op een substituent die gewoonlijk wordt gebruikt om een.
1026027- 21 bepaalde functionaliteit te blokkeren of beschermen terwijl men andere functionele, groepen van de verbinding laat reageren. Zo is bijvoorbeeld een "aminobeschermende groep" een aan een aminogroep substituent die de aminofunctiona-5 liteit in de verbinding blokkeert of beschermt. Geschikte aminobeschermende groepen zijn onder meer acetyl, triflu-oracetyl, t-butoxycarbonyl (BOC), benzyloxycarbonyl (CBz) en 9-fluorenylmethylenoxycarbonyl (Fïnoc) . Op vergelijkbare wijze heeft een "hydroxy-beschermende groep" betrekking op 10 een substituent van een hydroxygroep die de hydroxyfuncti-onaliteit beschermt. Geschikte hydroxybeschermende groepen zijn onder meer acetyl en silyl. Een "carboxy-beschermende groep" heeft betrekking op een substituent van een car-boxygroep die de carboxyfunctionaliteit beschermt. Veelge-15 bruikte carboxybeschermende groepen zijn onder meer -CH2CH2S02Ph, cyanoethyl, 2-(trimethylsilyl) ethyl, 2-(trimethylsilyl)ethoxymethyl, 2-(p-toluenesulfonyl)ethyl, 2-(p-nitrofenylsulfenyljethyl, 2-(difenylfósfino)-ethyl, nitroethyl en .dergelijke. Zie voor een algemene beschrij-20 ving van beschermende groepen en toepassingén daarvan T. W. Greenë, Protective Groups in Organic Synthesis, John Wiley & Sons, New York, 1991.
De uitdrukking "therapeutisch werkzame hoeveelheid" betekent een hoeveelheid van een verbinding van de onder-25 havige uitvinding dié (i) de betreffende hier beschreven ziekte, aandoening of stoornis behandelt of voorkómt, (ü) één of meer symptomen van de betreffende ziekte, aandoening of stoornis verzwakt, verlicht of elimineert, of (iii) het optreden van één of meer symptomen van de be-30 treffende ziekte, aandoening of stoornis verhindert of vertraagt.
De term "dier" heeft betrekking op mensen (mannelijk of vrouwelijk}, huisdieren (bv. honden, katten en paarden) , voedingsbrón-dieren, dierentuindieren, zeedieren, 35 vogels en andere vergelijkbare diersoorten. "Eetbare dieren" heeft betrekking op voedingsbron-dieren zoals zoals koeien, varkens, schapen en pluimvee.
1026027- 22
De uitdrukking "farmaceutisch aanvaardbaar" geeft aan dat.de stof of het preparaat chemisch en/of toxicologisch compatibel moét zijn met de andere ingrediënten waaruit een formulering bestaat, en/of met het daarmee behandelde 5 zoogdier.
De termen "behandelen" of "behandeling" omvatten zowel preventieve, i.e. profylactische, en palliatieve behandeling.
De termen "gemoduleerd door een cannabinoïdreceptor" 10 of "modulering van een cannabinoïdreceptor". hebben betrekking op de activatie of desactivatie van een cannabinoïdreceptor. Een ligand kan bijvoorbeeld werken als een ago-nist, partiële agonist, inverse agonist, antagonist, of partiële antagonist.
15 De term antagonist" omvat zowel volledige antagonis ten als partiële antagonisten, evenals inverse agonisten.
De term "CB-l-receptor" heeft betrekking op de G-eiwit-gekoppelde cannabinoïdreceptor van type 1.
De term "verbindingen van de onderhavige uitvinding" 20 (tenzij specifiek anders geïdentificeerd) heeft betrekking op verbindingen van Formules (I), (II), (III), en (IV), voorlopers daarvan, farmaceutisch aanvaardbare zouten van de verbindingen, en/of voorlopers, en hydraten of solvaten van de.verbindingen, zouten, en/of voorlopers, evenals al-25 le stereoisomeren (inclusief diastereoisomeren en enantio-merenj, tautomeren en isotoopgelabelde. verbindingen.
Zoals hier gebruikt geven met cirkels in een ring getekende structuren aromaticiteit weer.. De navolgende chemische groep geeft bijvoorbeeld een pyrazoolring weer wan-30 neer A staat voor stikstof en B voor koolstof; en een imi-dazool wanneer A staat voor koolstof en B voor stikstof.
' ; '35 ' 1026027- 23 R1 R1 R1 -
10 GEDETAILLEERDE BESCHRIJVING
De onderhavige uitvinding verschaft verbindingen en farmaceutische formuleringen daarvan,, die bruikbaar zijn bij de behandeling van ziekten, aandoeningen en/of stoornissen die worden gemoduleerd door cannabinoidreceptoran-15 tagonisten.
Verbindingen van de onderhavige uitvinding kunnen worden gesynthetiseerd via synthetische routes die processen gmvatten die analoog zijn aan die welke welbekend zijn in het vakgebied van dé chemie, in het bijzonder in het 20 licht van de onderhavige beschrijving. De uitgangsmaterialen zijn in het algemeen beschikbaar uit commerciële bronnen zoals Aldrich Chemicals (Milwaukee, WI) of zijn een-voüdig te bereiden volgens in het vakgebied bekende werkwijzen (bv. te bereiden volgens werkwijzen die in algemene 25 zin zijn beschreven in Louis F. Fieser en Mary Fieser, Reaqents for Orqanic Synthesis, v. 1-19, Wiley, New York (1967-1999 ed.), of: Beilsteins Handbuch der organischen Chemie, 4e ed. Springer-Verlag, Berlin, inclusief supplementen (ook béschikbaar via de Beilstein-onlinedatabank)). 30 Ter illustratie verschaffen de hieronder weergegeven reactieschema' s potentiële . routes voor het synthetiseren van de verbindingen van de onderhavige uitvinding evenals cruciale tussènproducten. Voor een gedetailleerder beschrijving van de afzonderlijke reactiestappen wordt ver-35 wezen naar de onderstaande. Voorbeelden. De vakman zal begrijpen dat andere synthetische routes kunnen worden gebruikt om dè verbindingen van de onderhavige uitvinding te 1 02 6027- 24 synthetiseren. Hoewel specifieke uitgangsmaterialen en reagentia zijn weergegeven in de schema's en hieronder worden beschreven, kunnen andere uitgangsmaterialen en reagentia eenvoudig worden worden gesubstitueerd om zo een 5 verscheidenheid aan derivaten en/of reactieomstandigheden te verschaffen. Daarnaast kunnen vele van de volgens dé hieronder beschreven werkwijzen verbindingen verder worden gemodificeerd in het licht van de onderhavige beschrijving, met behulp van in het vakgebied welbekende conventi-10 onele chemie.
Bij de bereiding van verbindingen van de onderhavige uitvinding, kan bescherming van afgelegen functionaliteit (bv. primair of secundair amine) van tussenproducten noodzakelijk zijn. De noodzaak van een dergelijke bescherming 15 zal variëren afhankelijk van de aard van de afgelegen functionaliteit en de omstandigheden van de bereidingswijzen. Geschikte amino-beschermende groepén (NH-Pg) zijn onder meer acetyl, trifluoracetyl, t-butoxycarbonyl (BOC), benzyloxycarbonyl (CBz) en 9-fluorenylmethyleenoxycarbonyl 20 (Fmoc). De noodzaak van een dergelijke bescherming kan door de vakman eenvoudig worden vastgesteld. Zie voor een algemene beschrijving van beschermende groepen en toepassingen daarvan T. W. Greene, Protective Groups in Organic Synthesis, John Wiley & Sons, New York, 1991.
25 Schema I geeft de algemene werkwijze aan die men zou kunnen gebruiken om de verbindingen van de onderhavige uitvinding te verschaffen waarbij A staat voor stikstof, B voor koolstof, X voor een binding en R3* en R3b beide voor waterstof.
30 35 1026027- 25
Et0»C\_/OMe Β°2°\_/CH* Et°2pv_yCHj /Λ * R^NHNHj —-*- 5 NC CH, . H/r'V” λΛ^ > : je '·..
O-.1®) (i-i b) ?4 *
1° „ N
0ssfj E^VCH/IHR' ΕΙΟ,Ο,ΟΗ,Βγ A> — ^ ~ J4· R« V . R° (f 15 (Me) (Md> (Mc) \ r • : ^ v':':ï 2o r°; · (l-A) · . . · ; 7
25 Schema I
Pyrazooltussenproduct I-la kan worden bereid met behulp van de werkwijzen beschreven in PCT-octrooiaanvrage WO 94/13644. 2-cyano-3-methoxy-but-2-eenzuur-ethylester kan men bijvoorbeeld laten reageren met de gewenste hydra-30 zine (R°-NHNH2) in aanwezigheid van een non-reactieve base (bv. triethylamine) in een polair oplosmiddel (bv. ethanol) . De aminofunctionaliteit van tussenproduct I-la kan worden vervangen door jood met behulp van werkwijzen beschreven in J. Heterocyclic Chem, 24, 267 (1987). Tussen-35 product I-la wordt bijvoorbeeld behandeld met jood in aanwezigheid van isoamylnitriet in een aprotisch oplosmiddel (bv. acetonitril) . Een broomgroëp kan op de ethylzijgroep 1 026027- .
26 op tussenproduct I-lb worden geïntroduceerd met behulp van conventionele in het vakgebied welbekende bromeringswerk- . wijzen. Tussenproduct I-lb kan bijvoorbeeld worden behandeld met N-broomsuccinimide (NBS) . in aanwezigheid van een 5 redicaalinitiator, zoals 2,2'-azobisisobutyronitril (AIBN) .. De aminefunctiónaliteit kan vervolgens wórden geïntroduceerd dóór het broom-tussenproduct I-lc te behandelen met het gewenste amine (R4-NH2) in aanwezigheid van een base (bv. alkalimetaalcarbonaat, zoals kaliumcarbonaat).
10 De lactamring wordt gevormd door eerst de ester te hydro-lyseren tot het bijbehorende carbonzuur, gevolgd door de vorming van de amidebinding. De ester kan worden hydroly-seerd volgens in het vakgebied, welbekende werkwijzen. Het aminotussenproduct I-ld kan bijvoorbeeld worden behandeld 15 met een sterke base (bv., kaliumhydroxide) bij verhoogde temperaturen, gevolgd door aanzuring. De amidebinding kan worden gevormd met gebruikmaking van standaardomstandigheden, bv. behandeling met 1-propaanfosforzuur-cyclisch-anhydride en triethylamine. Tenslotte kan de Rugroep wor- 20 den geïntroduceerd door de joodgroep te vervangen met behulp van het gewenste boorzuur (R1B(0H)2> of tinreagens (RiSnRa) in aanwezigheid van tetrakis- (trifenylfosfine)palladium(O) en cesiumfluoride bij verhoogde temperaturen (bv. 100eC).
. 25 Schema II illustreert een route voor de synthese van verbindingen van de onderhavige uitvinding waarbij A staat voor stikstof, B voor koolstof en X voor -C(R2a) (R2b)-.
30 35 '.···.·.
1026027- ' . · 27 p j»0(CHa)2SI(CHj)j. 0ίγΗ 5 EtOjC . EiÓjC J) : ;E-°2C\ / .·· ~Γ . · r° . r° . ; R° ; (l-2a). (l-2b) : (l-2c).
10 · \ , ’ ·.··' Rv 15 .R’-'V'' R* (1-¾) 20
Schema II
Schema II geeft de synthetische route weer voor verbindingen met de structuur I-B. 3-formyl-gesubstitueerde pyrazool I-2a waarvan wordt uitgegaan kan worden bereid 25 met gebruikmaking van omstandigheden analoog aan die beschreven in P.. J. Connolly, et al., Bioorg. & Med. Chem. Lett., 9, 979-984 (1999).
Een extra methyleen wordt in het molecuul geïntrodu-cèerd door tussenproduct I-2a eerst te laten reageren met 30 (2- (trimethylsilyl)ethoxymethyl)trifenyl-fosfoniurachloride in aanwezigheid vari natriumhydrideom zo het siloxytussen-, product I-2b te vormen. De siloxygroep kan vervolgens worden verwijderd door tussenproduct te behandelen met een sterk zuur (bv. geconcentreerde waterstof fluoride) . De ge-35 wenste aminöfurictionaliteit kan vervolgens worden geïntroduceerd door .tussenproduct I-2c te behandelen met het juiste .amine (R4NH2) met gebruikmaking van werkwijzen die 1026027- 28 hierboven zijn bediscussieerd (bv. behandeling met natri-umtriacetoxyboorhydride en azijnzuur in 1,2-. dichloorethaan).. Cyclisatie tot het lactam kan worden bewerkstelligd door de ester eerst te hydrolyseren tot het 5 carbonzuur en vervolgens te cycliseren tot het lactam met gebruikmaking van werkwijzen analoog aan de hierboven be-. discussieerde (bv. (1) behandeling met KOH, EtOH, warmte, vervolgens aanzuring; en (2) behandeld met 1-própaanfosforzuur-cyclisch-anhydride en triethylamine in 10 dichloormethaan).
Schema III illustreert een alternatieve synthetische route voor de bereiding van verbindingen van de onderhavige uitvinding waarbij A staat voor stikstof, B voor koolstof en X voor eén binding. Schema III illustreert ook hoe 15 men verbinding (I-A) zou kunnen modificeren teneinde een Verbinding met de formule I-C te verschaffen waarbij R3e en/of R3b anders dan waterstof zijn.' 20 • : 25 30 35 29 I , Et°2C\_/CHs I - R’XÏ 5 r„JI^co,e, -- r,A0 l' (l*3a) (i-3b) . 1'.
NHR4 IjWR· 10 HQX ) BQ&J BOfi Οψ, ,Jc% ·.—— R.x~* -—— RJ>
R N R N K N
r· # if (l-3e) (1-30 d-30 15 λ ·· \ t f p- ο^Νγ W, 20 / \ / ~R3b ,M ~~~~ ,JC%
, R1^N R N
R° R° (l-A) . d-C)
25 Schema III
Een eventueel gesubstitueerde benzoylacetaatderivaat kan worden gecondenseerd met acetonitril in aanwezigheid van een Lewiszuur met behulp van werkwijzen beschreven in Heterocycles,. 53, 2775 (2000). Bijvoorbeeld kan 4- 30 chloorbenzoylacetaat worden behandeld met CH3CN en SnCl< in een niet-polair oplosmiddel zoals tolueen bij temperaturen die liggen tussen 0eC en refluxen, om zo tussenproduct I-3a op te leveren. Condensatie van I-3a met een op geschikte wijze gesubstitueerde hydrazinederivaat in een geschikt 35 oplosmiddel zoals tolueen in aanwezigheid van een katalytische hoeveelheid van een zuur zoals azijnzuur kan het pyrazolylderivaat . I-3b verschaffen. Een halogroep (bv.
1026027 30 broom) kan worden geïntroduceerd op de methylzijgroep met behulp van· werkwijzèn analoog aan die beschreven door Barth, et al., in PCT-octrooiaanvrage WO 97/19063. Uitgangsmateriaal I-3b kan bijvoorbeeld worden behandeld met 5 2,2’-azobisisobutyronitril (AIBN) in koolstoftetrachloride bij verhoogde temperaturen. De broomgroep in I-3c kan vervolgens worden vervangen met de gewenste aminofunctiona-liteit met behulp van dezelfde algemene werkwijzen als hierboven bediscussieerd. Verbinding I-A kan worden ge-10 vormd door de estergroep van I-3d eerst te hydroiyseren, gevolgd door vorming van de amidebinding met behulp van de eerder bediscussieerde algemene werkwijzen. Verbinding I-A i kan verder worden gemodificeerd tot Verbinding I-C door • i één of twee zijgroepen te hechten aan de koolstof naast de | 15 lactamstikstof, door Verbinding I-A te behandelen met de gewenste reagentia (R2a-L en/of R2a-L, waarbij L een ver- j trekkende groep is zoals een halogroep (bv. broom)) in j aanwezigheid van een base zoals kaliumhexamethyldisilazide in een polair aprotisch oplosmiddel zoals THF bij tempera-20 turen liggend tussen -78°C en kamertemperatuur.
Schema IV illustreert een synthetische route voor de bereiding van verbindingen van de onderhavige uitvinding waarbij A staat voor koolstof, B voor stikstof en X voor een binding, evenals de modificatie van Verbinding I-D 25 teneinde verbindingen te verschaffen met R3a en/of R3* die anders zijn dan waterstof (i.e. Verbinding I-E).
30 '35 1026027- 31
O
. ' f'ccy-t Γ JftoJ
5 : R'-NH, * R*CN -► r,"N<T/ ’ —-—rO> · R ···... γ
(14a) ' L K. · J
(l-4b) ..·· t 10 \ ,CH, /"N* Br. .COjH Brx COaEt
X °Me . W ^ X /K
rV-N^N _-- rW^N —- T- R1^NN^N
R° R° R° R° (Mf) (We) (Md) . (Mc) 15 ·. . ··.
1 1 nhr* : "γ*' ' . 'γ* “•w^h “>=/ ,Ο 20 Rl^NYN ~ R^N^N “^ΚΜγ·. Ύ R!^Ny,N .
,R° . R° · .· R° R° (Mg): (Mh) (1-41) (Hl) /" ,C . R4 R4 / .R4 25 w R*· ·! HN .
R>Y R’^N^N rI^N^N
R° ; R# : R° 30 (l-E) (14)) (l-4k)
Schema IV..
Tussenproduct I-4a wordt bereid, door. een geschikt 35 amine dat de gewenste Rugroep heeft te behandelen met tri-methylaluminium onder inerte atmosferische omstandigheden, gevolgd door condensatie met een geschikt cyanide dat de 1 02 6027': 32 gewenste R°-groep heeft. Geschikte amines zijn onder meer gesubstitueerde fenylamines (bv. 4-chloorfenylamine, 4-. fluorfenylamine, 4-broomfenylamine, 4-joodfenylamine, 4-cyanofenylamine, en dergelijke), pyridine-2-ylamine, pyri-5 dine-3-ylamine, pyridine-4-ylamine, gesubstitueerde pyri- dinylamines (bv. 2-dimethylaminopyridine-5-ylamine, 2-methoxypyridine-5-ylaminé, 5-chloorpyridine-2-ylamine, 5-methylpyridine-2-yl, 5-methoxypyridine-2-ylamine, 3-chloorpyridine-4-ylamine, 2-N-morfolinylpyridine-5-yl, en 10 dergelijke), en andere commercieel beschikbare of eenvou dig te synthetiseren gesubstitueerde of ongesubstitueerde aryl- en heteroarylamines. Geschikte cyanoverbindingen zijn onder meer gesubstitueerde bènzonitrillen (bv. 2-chloorbenzonitril, 2-fluorbenzonitril, 2- 15 methoxybenzonitril, 2-methylbenzonitril, 2,4- dichloorbenzonitril, 2,4-difluorbenzonitril, 2-chloor-4-fluorbenzonitril, 2-chloor-4-methylbenzonitril, 2,4-dimethoxybenzonitril, 2-methyl-4-chloorbenzonitril, en dergelijke), cyano-gesubstitueerde pyridines (bv. 4-cyano-20 3-chloorpyridine) en andere commercieel beschikbare of eenvoudig te synthetiseren gesubstitueerde of ongesubstitueerde aryl- en heteroarylnitrillen.
Tussenproduct I-4a kan vervolgens worden gecondenseerd met een 3-broom-2-oxo-propionzuurester om de gecy-25 cliseerde 4-hydroxy-4,5-dihydro-lH-imidazoolester I-4b te produceren met behulp van werkwijzen analoog aan die beschreven door Khanna, I.K., et al., in J. Med. Chem., 40, 1634 (1997). Het amidinetussenproduct I-4a en 3-broom-2- oxo-propionzuurester kunnen bijvoorbeeld worden gerefluxt 30 in een polair oplosmiddel . (bv. isopropahol) in aanwezig heid van een milde base (bv. natriumbicarbonaat). De imi-dazoolester I-4c kan uit het 4-hydroxy-4,5-dihydro-tussenproduct I-4b worden bereid met behulp van in het vakgebied welbekende standaarddehydratatiewerkwijzen. Tus-35 senproduct I-4b kan bijvoorbeeld worden behandeld met p- tolueensulfonzuur-monohydraat in refluxende tolueen. Anderzijds kan tussenproduct I-4b worden behandeld met me- 1026027- 33 · , thaansulfonylchloride in aanwezigheid van . een base (bij-, voorbeeld triethylamine). Een broomgroep op de imidazolyl-ring kan worden, geïntroduceerd in tussenproduct I-4c door behandeling met broom zoals beschreven in J. Het. Chem., 5 34(3), 765-771 (1997). Hydrolyse van de estergroep in tus- s.enproduct I-4d met behulp van kaliumhydroxide in een alcoholisch oplosmiddel kan het zuurderivaat I-4e verschaffen. Omzetting van de zuurgroep in l-4e naar het Weinreba-mide mét behulp van werkwijzen beschreven in Tet Lett., 10 22(39), 3815-18 (1981), gevolgd door reductie met diisobu- tylaluminiumhydride bij temperaturen tussen 0eC en kamertemperatuur in polaire aprotische oplosmiddelen zoals THF kunnen het imidazolylaldehyde-tussenproduct I-4g verschaffen . De gewenste amiriofurictionaliteit kan vervolgens wor-15 den geïntroduiceerd door tussenproduct I-4g te behandelen met het juiste amine. (R4NH2) met behulp van hierboven bediscussieerde werkwijzen (bv. behandeling met natriumtria-cetoxyboorhydride en azijnzuur, in 1,2-dichloorethaan). Bescherming van de aminogroep in I-4h met behulp van in 20 het vakgebied welbekende werkwijzen kan tussenproduct I-4i verschaffen. De broomgroep van I-4i kan vervolgens worden omgezet naar een carbonzuurgroep om zo tussenproduct I-4j te produceren, door tussenproduct I-4i eerst te behandelen met een sterke base (bv. butyllithium) gevolgd door behan-25 deling met kooldioxide.
Als alternatief kan tussenproduct I-4i worden behandeld met. een sterke base zoals n-BuLi en laten reageren met Et0C02Et. Het product van deze reactie kan worden gehy-> drolyseerd met KOH in een alcoholisch oplosmiddel om I-4i 30 te verkrijgen. De beschermende groep in 1-4j kan worden verwijderd met behulp van in het vakgebied welbekende werkwijzen. Het aminozuur-tussenproduct I-4k wordt omgezet tot verbinding I-D door middel van eerder beschreven werkwijzen. Verbinding Ir-D kan verder worden gemodificeerd 35 door één of twee zijgroepen te hechten aan de koolstof naast de lactamstikstof. Behandeling van verbinding I-D met de gewenste reagentia (R3a-L en/of R3a-L, waarbij L een 1026027 34 vertrekkenbde groep is, zoals een halogroep (bv. broom)) in aanwezigheid van een base zoals kaliumhexamethyldisila-zide (KHMDSi), zoals beschreven in Tet. Lett., 39, 2319-2320 (1998), kan verbinding I-D verschaffen.
5 Schema V illustreert een synthetische route voor de bereiding van verbindingen van de onderhavige uitvinding waarbij A staat voor koolstof, B voor stikstof en X voor -C(R2a) (R2b) 10 '·.'··· 15 * .
0-49) (l-5a) (l-5b) ' p0s 4 , Pgs 20 yNR .nr4 nhr4 Η°2°\ ) ΒΓ. ] Br \
Ri-N^N —--— R° . R° . R° .
25 0-5e) (l-5d) (l-5b) , NSSSSS\ NHR4 R\ ' [ .·.·· N—v' · 30 Η°2°ν__/ °=( )
Rl^N^N -- rU-N^N . " R° R° ' (l_5f) n-FÏ · 35
Schema V
1 02602?- .'35
Het imidazolylaldehydetussenproduct I-4q kan worden behandeld met het ilyde gevormd uit (2-(trimethylsilyl)ethoxymethyl)trifenyl-fosfoniumchloride en . natriumhydride teneinde het siloxytussenproduct I-5a te 5 vormen. De siloxygroep in tussenproduct I-5a kan vervolgens worden verwijderd door behandeling met een sterk zuur (bv. geconc. waterstoffluoride) . De gewenste aminofunctio-naliteit kan vervolgens worden geïntroduceerd door tussenproduct I-5b te behandelen met het geschikte amine (R4NH2> 10 met behulp van hierboven bediscussieeerde werkwijzen (bv. behandel met natriumtriacetoxyboorhydride en zijnzuur, in 1,2-dichloorethaan). Introductie van een geschikte beschermende groep op de aminogroep kan worden bewerkstelligd met behulp van in het vakgebied welbekende werkwij-15 zen. Het beschermde aminozuurderivaat I-5d kan worden behandeld met een lithiumbase zoals n-BuLi of tert-BuLi en laten reageren met kooldioxide om I-5e op te leveren. Als . een alternatief kan het hit I-5d en n-BuLi of tert-BuLi bereide lithiumanion worden behandeld met diethylcarbonaat 20 om een carboxylesterproduct te verkrijgen, dat kan worden gehydrolyseerd met KOH in een alcoholisch oplosmiddel om I-5e te verkrijgen. Ontscherming van de aminogroep met behulp van in het vakgebied wekbekende werkwijzen kan tussenproduct I-5f verschaffen. Cyclisatie tot het lactam I-F 25 kan worden; bewerkstelligd met behulp van werkwijzen analoog aan de hierboven bediscussieerde (bv. (1) behandeling met KOH, EtOH, warmte, vervolgens aanzuring; en (2) behandeld met 1-propaanfosforzuur-cyclisch-anhydride en triethylamine in dichloormethaanj .
30 Verbindingen I-H van Formule I waarbij R4 staat voor een eventueel gesubstitueerde piperidinyl- of pyrrolidi-nylgroep kunnen worden bereid zoals weergegeven in Schema VI.
35 1 026027 * 36 ifg η f 5 N y^NS >Ν<.
\ ' Ί “ -^1 (CHjJn^^tCH^n .-(CHJrk^(pHj)n (CH^n^^iCHjJn «vyj; r °VV? io r'-^V* . R’ f R'^y* , .
k> >. *· (Wk) 0-β) <Mfl 15
Schema VI
Verwijdering van de beschermende groep in Verbinding I-A kan worden bewerkstelligd met behulp van in het vakgebied bekende werkwijzen, voor het verkrijgen van bicycli-20 sche aminoderivaten zoals I-G.die men vervolgens kan laten reageren met alkylhaliden in aanwezigheid van een geschikte base zoals kaliumcarbonaat in een oplosmiddel zoals DMF, of.kan behandelen met zuurchloriden of sulfonylchlo-riden in aanwezigheid van een base zoals triethylamine in 25 een niet-polair oplosmiddel zoals CH2CI2 om verbindingen zoals I-H te verkrijgen. Verbinding I-A kan ook worden behandeld met een geschikte aldehyde- of ketonderivaat in aanwezigheid van een reductiemiddel zoals NaBH(OAc)3 om tussenproduct I-H te produceren.
30 Verbindingen met de Formule II kunnen worden bereid zoals weergegeven in Schema VII.
35 1026027- 37 *4 . · f 3. ' ' I 3a 5 : ÖV.
,/C;n ' r’-^y^1 R N 10 R° 10 <,-c> · ("-A) ;.15 ^ ;·^|· . —— ri-^v;n ’ 1 : - R 20 (l-B) Ol*5)
Schema VII
De pyrazoolverbinding I-C wordt behandeld met een ge-25 schikt reductiemiddel zoals lithiumaluminiumhydride of bo-raan (BH3) in een polair, aprotisch oplosmiddel zoals THF bij temperaturen tussen ongeveer 0eC en ongeveer 100°C om verbindingen zoals II-A te verkrijgen. Verbinding II-B kan wordne bereid uit I-B met behulp van een vergelijkbare re-30 ductiewerkwijze. De bijbehorende imidazöolderibvaten van formule II (A is koolstof en B is stikstof) kunnen ook worden bereid met behulp van analoge werkwijzen.
Conventionele werkwijzen en/of technieken voor scheiding en zuivering die de vakman bekend zijn kunnen worden 35 gebruikt om de verbindingen van de onderhavige uitvinding en ook de verscheidene tussenproducten die. daarmee verband houden te isoleren. Dergelijke technieken zijn welbekend 1026027 38 aan de vakman en omvatten bijvoorbeeld alle typen chroma-tografie (hoge-druk-vloeistofchromatografie (HPLC), kolom-chromatografie met behulp van veelgebruikte adsorbentia zoals silicagel, en dunne-laag-chromatografie), herkris-5 tallisatie, en differentiële (i.e. vloeistof-vloeistof-) extractietechnieken.
De verbindingen van de onderhavige uitvinding kunnen als zodanig worden geïsoleerd en gebruikt, of in de vorm van het farmaceutisch aanvaardbare zout, solvaat en/of hy-10 draat ervan. De term "zouten" heeft betrekking op anorganische en organische zouten van een verbinding van de onderhavige uitvinding. Deze zouten kunnen in situ worden bereid tijdens de uiteindelijke isolatie en zuivering van een verbinding, of door de verbinding, het N-oxide, of de 15 voorloper te laten reageren met een geschikt organisch of anorganisch zuur en het aldus gevormde zout te isoleren. Representatieve zouten zijn onder meer de hydrobromide-, hydrochloride-, hydrojodide-, sulfaat-, bisulfaat-, nitraat-, acetaat-, trifluoroacetaat-, oxalaat-, besylaat-, 20 palmitaat-, pamoaat-, malonaat-, stearaat-, lauraat-, ma-laat-, boraat-, benzoaat-, lactaat-, fosfaat-, hexafluor-fosfaat-, benzeensulfonaat-, tosylaat-, formaat-, citraat-, maleaat-, fumaraat-, succinaat-, tartraat-, naftylaat-, mesylaat-, glucoheptonaat-, lactobionaat-, en laurylsulfo-25 naatzouten, en dergelijke. Deze kunnen kationen bevatten gebaseerd op de alkali- en aardalkalimetalen, zoals natrium, lithium, kalium, calcium, magnesium, en dergelijke, evenals niet-toxische ammonium- quaternaire ammonium- en aminekationen zoals onder meer ammonium, tetramethylammo-30 nium, tetraethylammonium, methylamine, dimethylamine, tri-methylamine, triethylamine, ethylamine, en dergelijke. Zie bv. Berge, et al., J. Pharm. Sci., 66, 1-19 (1977).
De term "voorloper" betekent een verbinding die in vivo wordt getransformeerd tot een verbinding van Formule 35 (I) of een farmaceutisch aanvaardbaar zout, hydraat of solvaat van de verbinding. De transformatie kan verlopen via verscheidene mechanismen, zoals door middel van hydro- 1026027- j j j 39 j lyse in bloed. Een discussie van het gebruik van voorlo- i pers wordt verschaft door T. Higuchi en W. Stella, "Pro- drugs as Novel Delivery Systems," Vol. 14 van de A.C.S. !
Symposium Series, en in Bioreversible Carriers in Drug De-5 sign, red. Edward B. Roche, American Pharmaceutical Asso-ciation en Pergamon Press, 1987.
Indien een verbinding van de onderhavige uitvinding bijvoorbeeld een carbonzuurgroep als functionele groep bevat, dan kan een voorloper een ester zijn die wordt ge-10 vormd door de vervanging van het waterstofatoom van de zuurgroep met een groep zoals (Ci-Ce) alkyl, (C2-C12)alkanoyloxymethyl, 1-(alkanoyloxy)ethyl met 4 tot 9 koolstofatomen, 1-methyl-l-(alkanoyloxy)-ethyl met 5 tot 10 koolstofatomen, alkoxycarbonyloxymethyl met 3 tot 6 15 koolstofatomen, 1-(alkoxycarbonyloxy)ethyl met 4 tot 7 koolstofatomen, 1-methyl-l-(alkoxycarbonyloxy)ethyl met 5 tot 8 koolstofatomen, N-(alkoxycarbonyl)aminomethyl met 3 tot 9 koolstofatomen, 1-(N-(alkoxycarbonyl)amino)ethyl met 4 tot 10 koolstofatomen, 3-ftalidyl, 4-crotonolactonyl, 20 gamma-butyrolacton-4-yl, di-N,N- (C1-C2) alkylamino (C2- C3)alkyl (zoals β-dimethylaminoethyl), carbamoyl-(Ci— C2) alkyl, N,N-di (C1-C2) alkylcarbamoyl-(C1-C2) alkyl en pipe-ridino-, pyrrolidino- of morfolino(C2-C3)alkyl.
Evenzo kan, indien een verbinding van de onderhavige 25 uitvinding een alcoholgroep als functionele groep bevat, een voorloper worden gevormd door de vervanging van het waterstofatoom van de alcoholgroep met een groep zoals (Ci-Ce)alkanoyloxymethyl, 1-((Ci-Cg)alkanoyloxy)ethyl, 1-methyl-1- ((Ci-Ce) alkanoyloxy)ethyl, (Ci- 30 Ce)alkoxycarbonyloxymethyl, N-(Ci- C6)alkoxycarbonylaminomethyl, succinoyl, (Ci-Ce)alkanoyl, α-amino (C1-C4) alkanoyl, arylacyl en α-aminoacyl, of a-aminoacyl-a-aminoacyl, waarbij de α-aminoacylgroepen onafhankelijk van elkaar zijn gekozen uit de L-aminozuren, 35 P (O) (OH) 2, P(0) (O(Ci-Cö) alkyl)2, of glycosyl (het radicaal dat het resultaat is van verwijdering van een hydroxyl-groep van de hemiacetaalvorm van een koolhydraat).
1026027 40
Indien een verbinding van de onderhavige uitvinding een aminogroep als functionele groep bevat, dan kan een voorloper worden gevormd door de vervanging van een waterstofatoom in de aminogroep met een groep zoals R-carbonyl, 5 RO-carbonyl, NRR'-carbonyl waarbij R en R' onafhankelijk van elkaar staan voor (C1-C10) alkyl; (C3-C7) cycloalkyl, ben-zyl, of R-carbonyl voor een natuurlijk α-aminoacyl of natuurlij k-a-aminoacyl-natuurlijk-a-aminoacyl, -C(OH)C(O)OY' waarbij Y' staat voor H, (Ci-Ce) alkyl of benzyl, -C(OYO)Yi 10 waarbij Y<> staat voor (C1-C4) alkyl en Yi voor (Ci-Ce) alkyl, carboxy(Οχ-Οβ) alkyl, amino(Ci-C4)afkyl of mono-N- of di-N,N-(Ci-Ce) alkylaminoalkyl, -C(Y2)Y3 waarbij Y2 staat voor H of methyl en Y3 voor mono-N- of di-N,N- (Ci-Ce) alkylamino, mor-folino, piperidine-*l-yl of pyrrolidine-l-yl. De verbindin-15 gen van de onderhavige uitvinding kunnen asymmetrische of chirale centra bevatten en derhalve voorkomen in verschillende stereoisomere vormen. Er zij begrepen dat alle ste-reoisomere vormen van de verbindingen van de onderhavige uitvinding, evenals mengsels daarvan, inclusief racemische 20 mengsels, deel uitmaken van de onderhavige uitvinding. Daarnaast omvat de onderhavige uitvinding alle geometrische en positionele isomeren. Indien een verbinding van de onderhavige uitvinding bijvoorbeeld een dubbele binding of een gefuseerde ring omvat, vallen zowel de cis- als trans-25 vormen binnen de strekking van de uitvinding. Zowel de enkelvoudige positionele isomeren als mengsels van positionele isomeren, die het resultaat zijn van N-oxidatie van de stikstofbevattende heterocyclische of heteroaromatische ringen vallen ook binnen de strekking van de onderhavige 30 uitvinding.
Diastereomere mengsels kunnen worden gescheiden in afzonderlijke diastereoisomeren op basis van hun fysisch-chemische verschillen met behulp van in het vakgebied welbekende werkwijzen, zoals chromatografie en/of fractionele 35 destillatie. Enantiomeren kunnen worden gescheiden door het enantiomere mengsel om te zetten in een diasteromeer mengsel door middel van reactie met een geschikte optisch 1026027- 41 actieve verbinding (bv. een chirale hulpstof zoals een chirale alcohol of Mostier's zuurchloride), scheiding van de diastereoisomeren en omzetting (bv. hydrolyse) van de afzonderlijke diastereoisomeren in de bijbehorende pure 5 enantiomeren. omiige van de verbindingen van de onderhavige uitvinding kunnen ook atropisomeren zijn (bv,. gesubstitueerde biarylen) en worden beschouwd als deel van de onderhavige uitvinding. Enantiomeren kunnen ook worden gescheiden door middel van een chirale HPLC-kolom.
10 De verbindingen van de onderhavige uitvinding kunnen voorkomen in zowel ongesolvateerde als gesolvateerde vormen, met farmaceutisch aanvaardbare oplosmiddelen zoals water, ethanol en dergelijke, en er zij begrepen dat de uitvinding zowel gesolvateerde als ongesolvateerde vormen 15 omvat.
Het is ook mogelijk dat de tussenproducten en verbindingen van de onderhavige uitvinding voorkomen in verschillende tautomere vormen, en al dergelijke vormen vallen binnen de strekking van de uitvinding. De term "tauto-20 meer” of "tautomere vorm" heeft betrekking op structurele isomeren met verschillende energieën die in elkaar omzet-baar zijn via een lage energiebarriëre. Protontautomeren (ook bekend als prototrope tautomeren) bijvoorbeeld omvatten onderlinge omzettingen via migratie van een proton, 25 zoals keto-enol- en imine-enamine-isomerisaties. Een specifiek voorbeeld van een protontautomeer is de imidazool-groep waarbij het proton kan migreren tussen de twee stikstoffen. Valentietautomeren omvatten onderlinge omzettingen door middel van reorganisatie van enkele van de bin-30 dingselektronen.
De onderhavige uitvinding omvat ook isotoopgelabelde verbindingen van de onderhavige uitvinding die identiek zijn aan de hierin genoemde, op het feit na dat één of meer atomen zijn vervangen door een atoom met een atoom-35 massa of massagetal dat verschilt van de atoommassa of van het massagetal dat gewoonlijk in de natuur wordt aangetroffen. Voorbeelden van isotopen die kunnen worden inge- 1 026027- 42 bouwd in verbindingen van de uitvinding zijn onder meer isotopen van waterstof, koolstof, stikstof, zuurstof, fosfor, zwavel, fluor, jood, en chloor, zoals respectievelijk 2H, 3H, uC, 13C, 14C, 13N, 15N,1s0, 170, 180, 31P, 32P, 35S, 18f, 5 123I, 125I, en 36C1.
Bepaalde isotoopgelabelde verbindingen van de onderhavige uitvinding (bv. degene die galabeld zijn met 3H of 14C)zijn bruikbaar in verbinding- en/of substraat-weefseldistributieassays. Getritieerde (i.e. 3H-) en kool-10 stof-14- (i.e. 14C-) isotopen hebben in het bijzonder de voorkeur vanwege de eenvoudige bereiding en detecteerbaar-heid ervan. Voorts kan substitutie met zwaardere isotopen zoals deuterium (i.e. 2H) bepaalde therapeutische voordelen opleveren die het gevolg zijn van grotere metabole stabi-15 liteit (bv. langere halfwaardetijd in vivo, of verlaagde doseringsvereisten) en kan dergelijk in zommige gevallen de voorkeur hebben. Positron-emitterende isotopen zoals 150, 13N, nC, en 18F zijn bruikbaar voor positronemissieto-mografie- (PET-) onderzoek om substraatreceptorbezetting 20 te onderzoeken. Isotoopgelabelde verbindingen van de onderhavige uitvinding kunnen iha worden bereid volgens werkwijzen die analoog zijn aan de in de Schema's of in de onderstaande Voorbeelden beschrevene, door een isotoopge-labeldreagens te gebruiken in plaats van een niet-25 isotoopgelabeld reagens.
Verbindingen van de onderhavige uitvinding zijn bruikbaar voor het behandelen van ziekten, aandoeningen en/of stoornissen die worden gemoduleerd door cannabinoid-receptorantagonisten; derhalve is een andere uitvoerings-30 vorm van de onderhavige uitvinding een farmaceutisch preparaat dat een therapeutisch werkzame hoeveelheid van een verbinding van de onderhavige uitvinding en een farmaceutisch aanvaardbare excipiënt, verdunningsmiddel of drager bevat.
35 Een typische formulering wordt bereid door een ver binding van de onderhavige uitvinding en een drager, verdunningsmiddel of excipiënt te mengen. gGeschikte dragers, t 026027 43 verdunningsmiddelen en excipiënten zijn in het vakgebied bekend en omvatten materialen zoals koolhydraten, wassen, water-oplosbare en/of -zwelbare polymeren, hydrofiele of hydrofobe materialen, gelatien, oliën, oplosmiddelen, wa-5 ter, en dergelijke. Welke drager, verdunningsmiddel of ex-cipiënt wordt gebruikt zal afhangen van het doel waartoe de verbinding van de onderhavige uitvinding wordt toegepast. Oplosmiddelen worden in het algemeen gekozen uit oplosmiddelen die door de vakman worden beoordeeld als vei-10 lig (GRAS) voor toediening aan een zoogdier. Veilige oplosmiddelen zijn in het algemeen niet-toxische waterige oplosmiddelen zoals water en andere niet-toxische oplosmiddelen die oplosbaar zijn in of mengbaar met water. Geschikte waterige oplosmiddelen zijn onder meer water, 15 ethanol, propyleenglycol, polyethyleenglycolen (bv. PEG400, PEG300), enz., en mengsels daarvan. DE formuleringen kunnen ook één of meer buffers, stabilisatoren, sur-factanten, bevochtigingsmiddelen, smeermiddelen, emulgato-ren, suspenderingsmiddelen, conserveermiddelen, antioxi-20 danten, ondoorzichtigmakende middelen, glijmiddelen, ver-werkingshulpstoffen, kleurstoffen, zoetstoffen, geurstof-fen, smaakstoffen en ander bekende additieven om een elegante presentatie van het geneesmiddel (i.e. een verbinding van de onderhavige uitvinding of een farmaceutisch 25 preparaat daarvan) te verschaffen.
De formuleringen kunnen worden bereid met behulp van conventionele oplos- en mengwerkwijzen. Bijvoorbeeld kan de bulk-geneesmiddelstof (i.e. verbinding van de onderhavige uitvinding of gestabiliseerde vorm van de verbinding 30 (bv. complex met een cyclodextrinederivaat of ander bekend complexeringsmiddel)) worden opgelost in een geschikt oplosmiddel in aanwezigheid van één of meer van de hierboven beschreven excipiënten. De verbinding van de onderhavige uitvinding wordt tyischerwijs geformuleerd in farmaceuti-35 sche doseringsvormen om zo een eenvoudig controleerbare dosering van het geneesmiddel te verschaffen en om de pa- 1026027 44 tiënt een elegant en eenvoudig hanteerbaar product te geven.
Het farmaceutische preparaat (of formulering) voor toepassing kan op verscheidene wijzen worden verpakt, af-5 hankelijk van de werkwijze die wordt gebruikt voor toediening van het geneesmiddel. In het algemeen omvat een artikel voor distributie een houder met daarin de farmaceutische formulering in een geschikte vorm. Geshcikte houders zijn in het vakgebied welbekend en omvatten materialen zo-10 als flessen (plastic en glas), sachets, ampullen, plastic zakken, metalen cylinders, en dergelijke. De houder kan ook een veiligheidsluiting omvatten om ongewenste en onzichtbare toegang tot de inhoud van de verpakking te verhinderen. Daarnaast is op de houder een label geplaats dat 15 de inhoud van de houder beschrijft. Het label kan ook toepaselijke waarschuwingen bevatten.
De onderhavige uitvinding verschaft voorts een werkwijze voor het behandelen van ziekten, aandoeningen en/of stoornissen die worden gemoduleerd door cannabinoidrecep-20 torantagonisten in een dier, omvattende het toedienen aan een dier dat behoefte heeft aan een dergelijke behandeling, van een therapeutisch werkzame hoeveelheid van een verbinding van de onderhavige uitvinding of een farmaceutisch preparaat dat een werkzame hoeveelheid van een ver-25 binding van de onderhavige uitvinding en een farmaceutisch aanvaardbare excipiënt, verdunningsmiddel of drager bevat. De werkwijze is in het bijzonder bruikbaar voor het behandelen van ziekten, aandoeningen en/of stoornissen die worden gemoduleerd door cannabinoïdreceptor- (in het bijzon-30 der, CBl-receptor-) antagonisten.
Preliminair onderzoek heeft uitgewezen dat de navolgende ziekten, aandoeningen en/of stoornissen worden gem-moduleerd door cannabinoïdreceptorantagonisten: eetstoor nissen (bv. vraatzuchtstoornis, anorexie en boulimie), ge-35 wichtsverlies of -controle, (bv. reductie in calorie- of voedselconsumptie, en/of eetlustonderdrukking), vetlijvig-heid, depressie, atypische depressie, bipolaire stoornis- 1026027' 45 sen, psychoses, schizofenie, gedragsverslavingen, onderdrukking van beloningsgerelateerd gedrag (bijvoorbeeld geconditioneerde plaatsvermijding, zoals onderdrukking van cocaïne- of morfine-geïnduceerde plaatsvoorkeur), stofmis-5 bruik, verslavingsaandoeningen, impulsiviteit, alcoholisme (bv. alcoholmisbruik, -verslaving en/of -afhankelijkheid inclusief behandeling voor onthouding, verlangenverminde-ring en terugvalpreventie van alcoholconsumptie), tabaks-misbruik (bv. rookverslaving, beëindiging en/of afhanke-10 lijkheid inclusief behandeling voor verlanggenvermindering en terugvalpreventie van tabakroken), dementie (inclusief geheugenverlies, ziekte van Alzheimer, ouderdomsdementie, vasculaire dementie, milde cognitieve zwakte, ouderdomsge-relateerde cognitieve achteruitgang en milde neurocogni-15 tieve stoornis), sexuele dysfunctie bij mannen (bv. erectieproblemen) , stuipaandoeningen, epilepsie, gastrointes-tinale stoornissen (bv. dysfunctie van gastrointestinale motiliteit of intestinale propulsie), aandachtstekort-stoornis (ADD inclusief aandachtstekortstoornis met hyper-20 activiteit (ADHD) ), ziekte van Parkinspn, en type II diabetes .
Dienovereenkomstig zijn de hier beschreven verbindingen van de onderhavige uitvinding bruikbaar voor het behandelen van ziekten, aandoeningen en/of stoornissen die 25 worden gemoduleerd door cannabinoïdreceptorantagonisten.
Bijgevolg kunnen de verbindingen van de onderhavige uitvinding (inclusief de daarbij gebruikte preparaten en werkwijzen) worden gebruikt voor de vervaardiging van een geneesmiddel voor de hier beschreven therapeutische toe-30 passingen.
Andere ziekten, aandoeningen en/of stoornissen waarbij cannabinoïdreceptorantagonisten werkzaam kunnen zijn, zijn onder meer: premenstrueel syndroom of laat-luteale-fase-syndroom, migraines, paniekaanvallen, angst, post-35 traumatisch syndroom, sociale fobie, cognitieve zwakte in niet-dementerende individuen, niet-amnestische milde cognitieve zwakte, postoperatief cognitief verval, stoornis- 1 026027- 46 sen die verband houden met impulsief gedrag (zoals disrup-tieve gedragsstoornissen (bv. angst/depressie, uitvoe-ringsfunctieverbetering, ticstoornissen, gedragsstoornis en/of oppositioneel trotseringsstoornis), volwassen perso-5 naliteitsstoornissen (bv. borderline presoonlijheidsstoor-nis en antisociale personaliteitsstoornis), ziekten die verband houden met impulsief gedrag (bv. stofmisbruik, pa-rafilie en zelfverminking), en impulscontrolestoornissen (bv. uitbarstingsaanvallenstoornis, kleptomanie, pyroma-10 nie, pathologische goklust, en trichotillomanie)), obses-sieve-compulsieve stoornis, chronisch vermoeidheidssyndroom, sexuele dysfunctie bij mannen (bv. voortijdige ejaculatie), sexuele dysfunctie bij vrouwen, slaapstoornissen (bv. slaapapneu), autisme, mutisme, neurodegeneratieve be-15 wegingsstoornissen, ruggemergschade, beschadiging van het centrale zenuwstelsel (bv. trauma), beroerte, neurodegeneratieve ziekten of toxische of infectieve CNS-ziekten (bv. encefalitis of meningitis), cardiovasculaire stoornissen (bv. trombose), en diabetes.
20 De verbindingen van de onderhavige uitvinding kan aan een patiënt worden toegediend in doseringsniveaus die liggen tussen ongeveer 0,7 mg tot ongeveer 7000 mg per dag. Voor een normaal volwassen mens met een lichaamsgewicht van ongeveer 70 kg is een dosering tussen ongeveer 0,01 mg 25 en ongeveer 100 mg per kg lichaamsgewicht gewoonlijk voldoende. Enige variabiliteit in het algemene doseringsbe-reik kan echter noodzakelijk zijn afhankelijk van de leeftijd en het gewicht van de behandelde persoon, de beoogde toedieningsroute, de specifieke toegediende verbin-30 ding, en dergelijke. De bepaling van doseringsbereiken en optimale doseringen voor een bepaalde patiënt ligt in het vermogen van de vakman die de beschikking heeft over de onderhavige beschrijving. Ook zij opgemerkt dat de verbindingen van de onderhavige uitvinding kunnen worden ge-35 bruikt in gedurige-afgifte-, gecontroleerde-afgifte-, en vertraagde-afgifte-formuleringen, welke vormen ook bekend zijn aan de vakman.
1026027 47
De verbindingen van de onderhavige uitvinding kunnen ook worden gebruikt in samenhang met andere farmaceutische middelen voor de behandeling van de hier beschreven ziekten, aandoeningen en/of stoornissen. Derhalve worden 5 ook behandelingswijzen verschaft die toediening van verbindingen van de onderhavige uitvinding in combinatie met andere farmaceutische middelen omvatten. Geschikte farmaceutische middelen die kunnen worden gebruikt in combinatie met de verbindingen van de onderhavige uitvinding 10 zijn onder meer anti-vetlijvigheidsmiddelen zoals apoli-poproteïne-B-secretie/microsomaal-triglyceride-overdrachtseiwit- (apo-B/MTP-) remmers, 11β- hydroxysteroïddehydrogenase-1- (Ιΐβ-HSD type 1) remmers, peptide-YY3_36 of analogen daarvan, MCR-4-agonisten, chole-15 cystokinine-A- (CCK-A-) agonisten, monoamineheropnamerem-mers (zoals sibutramine), sympathomimetische middelen, β3-adrenerge receptoragonisten, dopamineagonisten (zoals bro-mocriptine), melanocyt-stimulerend- hormoonreceptoranalogen, 5-HT2c-agonisten, melanine-20 concentrerend-hormoon-receptorantagonisten, leptine (het OB-eiwit), leptineanalogen, leptinereceptoragonisten, ga-lanineantagonisten, lipaseremmers (zoals tetrahydrolipsta-tine, i.e. orlistat), anorectische middelen (zoals een bombesine-agonist), neuropeptide-Y-antagonisten (bv. NPY-25 Y5-receptor -antagonisten zoals de spiroverbindingen beschreven in Amerikaanse octrooischriften 6,566,367; 6,649,624; 6,638,942; 6,605,720; 6,495,559; 6,462,053; 6,388,077; 6,335,345; en 6,326,375; Amerikaanse octrooi aanvragen 2002/0151456 en 2003/036652; en PCT-30 octrooischriften WO 03/010175, WO 03/082190 en WO 02/048152), thyromimetische middelen, dehydroepiandroste-ron of een analoog daarvan, glucocorticoidreceptoragonis-ten of -antagonisten, orexinereceptorantagonisten, glu-cagon-achtig-peptide-l-receptoragonisten, ciliaire neu-35 rotrofe factoren (zoals Axokine"* beschikbaar bij Regeneron Pharmaceuticals, Ine., Tarrytown, NY en Procter & Gamble Company, Cincinnati, OH), humaan-agouti-gerelateerd- 1026027 48 eiwitten (AGRP), ghrelinereceptorantagonisten, histamine- 3-receptor-antagonisten of inverse agonisten, neuromedine-U-receptoragonisten, en dergelijke. Andere anti-vetlijvigheidsmiddelen, waaronder de hieronder beschreven 5 voorkeursmiddelen zijn de vakman welbekend of zullen voor de hand liggen in het licht van de onderhavige beschrijving.
Speciaal de voorkeur genieten anti- vetlijvigheidsmiddelen gekozen uit de groep bestaande uit 10 orlistat, sibutramine, bromocriptine, efedrine, leptine, pseudoefedrine, PYY3-36 of een analoog daarvan, en 2-oxo-N-(5-fenylpyrazinyl)spiro-[isobenzofuran-1(3H), 4'-piperidine]-11-carboxamide. Bij voorkeur worden verbindingen van de onderhavige uitvinding en combinatiethera-15 pieën toegediend in samenhang met lichaamsbeweging en een verstandig dieet.
Representatieve anti-vetlijvigheidsmiddelen die kunnen worden gebruikt in de combinaties, farmaceutische preparaten, en werkwijzen van de uitvinding kunnen worden be-20 reid met behulp van in het vakgebied bekende werkwijzen, subitramine kan bijvoorbeeld worden bereid zoals beschreven in Amerikaanse octrooischriften 5,274,143; 5,420,305; 5,540,917; en 5,643,874; PYY3-36 (inclusief analogen) kan worden bereid zoals beschreven in Amerikaanse octrooiaan-25 vrage 2002/0141985 en WO 03/027637; en de NPY-Y5- receptorantagonist 2-oxo-N-(5-fenyl- pyrazinyl)spiro[isobenzofuran-1(3H),4'-piperidine]-l'-carboxamide kan worden bereid zoals beschreven in Amerikaanse octrooiaanvrage 2002/0151456. Andere bruikbare NPY-30 Y5-receptorantagonisten zijn onder meer degene gepubli ceerd in PCT-octrooiaanvrage 03/082190, zoals 3-oxo-N-(5-fenyl-2-pyrazinyl)-spiro[isobenzofuran-1(3H), 4' -piperidine]-1'-carboxamide; 3-oxo-N-(7-trifluoromethylpyrido[3,2-b]pyridin-2-yl)-35 spiro-[isobenzofuran-1(3H),4'-piperidine]-1'-carboxamide; N-[5-(3-fluorfenyl)-2-pyrimidinyl]-3-oxospiro-[isobenzofuran-1(3H),[4'-piperidine]-1'-carboxamide; 1026027 49 trans-3'-oxo-N-(5-fenyl-2-pyrimidinyl)]spiro[cyclohexaan-1,1'(3 Ή)-isobenzofuran]-4-carboxamide; trans-3'-oxo-N-[1-(3-quinolyl)-4- imidazolyl]spiro[cyclohexane-1,1'(3 Ή)-isobenzofuran]-4-5 carboxamide; trans-3-oxo-N-(5-fenyl-2-pyrazinyl)spiro[4-azaiso-benzofuran-1(3H),1'-cyclohexaan]-4'-carboxamide; trans-N-[5-(3-fluorfenyl)-2-pyrimidinyl]-3-oxospiro[5-azaisobenzofuran-1(3H),1'-cyclohexaan]-4'-carboxamide; 10 trans-N-[5-(2-fluorfenyl)-2-pyrimidinyl]-3-oxospiro[5-azaisobenzofuran-1(3H),1'-cyclohexaan]-4-carboxamide; trans-N-[1-(3/5-difluorfenyl)-4-imidazolyl]-3-oxospiro[7-azaisobenzofuran-1(3H),1'-cyclohexaan]-4'-carboxamide; trans-3-oxo-N-(l-fenyl-4-pyrazolyl)spiro[4-15 azaisobenzofuran-1(3H),1'-cyclohexaan]-4'-carboxamide; trans-N-[1-(2-fluorfenyl)-3-pyrazolyl]-3-oxospiro[6-azaisobenzofuran-1(3H),1'-cyclohexaan]-4'-carboxamide; trans-3-oxo-N-(1-fenyl-3-pyrazolyl)spiro[6-azaisobenzofuran-1(3H),1'-cyclohexaan]-4'-carboxamide; 20 trans-3-oxo-N-(2-fenyl-l,2,3-triazool-4-yl)spiro(6- azaisobenzofuran-1(3H),1'-cyclohexaan]-4'-carboxamide; en farmaceutisch aanvaardbare zouten en esters daarvan. Alle hierboven aangehaalde Amerikaanse octrooischriften en octrooiaanvragen worden hier bij referentie opgenomen.
25 Andere geschikte farmaceutische middelen die kunnen worden toegediend in combinatie met de verbindingen van de onderhavige uitvinding zijn onder meer middelen die zijn bedoeld om tabaksmisbruik te behandelen (bv. partiële ni-cotinereceptoragonisten, bupropion-hypochloride (ook be-30 kend onder de handelsnaam Zyban™) en nicotinevervangings-therapieën), middelen om erectiesroornissen te behandelen (bv. dopaminerge middelen, zoals apomorfine), ADD/ADHD-middelen (bv. Ritalin®*, Strattera**, Concerta** en Ad-derall™), en middelen om alcoholisme te behandelen, zoals 35 opioldantagonisten (bv. naltrexone (ook bekend onder de handelsnaam ReVia”) en nalmefene), disulfiram (ook bekend onder de handelsnaam Antabuse**), en acamprosate (ook be- 1026027 50 kend onder de handelsnaam Campral"4. Daarnaast kunnen ook middelen voor het verminderen van alcoholonthoudingssymp-tomen worden co-toegediend, zoals benzodiazepines, beta-blockers, clonidine, carbamazepine, pregabalin, en gaba-5 pentin (Neurontirï"4) . Behandeling voor alcoholisme wordt bij voorkeur toegediend in combinatie met gedragstherapie omvattende oderdelen zoals motievatieversterkingstherapie, cognitieve gedragsterapie, en verwijzing naar zelfhulpgroepen, waaronder Alcohol Anonymous (AA).
10 Andere farmaceutische middelen die bruikbaar kunnen zijn, zijn onder meer antihypertensiemiddelen; onstekings-remmende middelen (bv. COX-2-remmers); antidepressiva (bv. fluoxetine-hydrochloride (Prozac**)); cognitieverbeterings-middelen (bv. donepezil-hydrochloride (Aircept®4) en andere 15 acetylcholinesteraseremmers); neuroprotectieve middelen (bv. memantine); antipsychotische geneesmiddelen (bv. ziprasidone (Geodon*4), risperidone (Risperda*4), en olanza-pine (Zyprexa®4)); insuline en insulineanalogen (bv. LysPro-insuline); GLP-l(7-37) (insulinotropine) en GLP- 20 l(7-36)-NH2; sulfonylureums en analogen daarvan: chlorpropamide, gli-benclamide, tolbutamide, tolazamide, acetohexamide, Glypi-zide®, glimepiride, repaglinide, meglitinide; biguanides: metformin, phenformin, buformin; a2-antagonisten en imida-25 zolines: midaglizole, isaglidole, deriglidole, idazoxan, efaroxan, fluparoxan; andere insulinesecretagogen: linog-liride, A-4166; glitazones: ciglitazone, Actos® (pioglita-zone), englitazone, troglitazone, darglitazone, Avandia® (BRL49653); vetzuuroxidatieremmers: clomoxir, etomoxir; a-30 glucosidaserenuners: acarbose, miglitol, emiglitaat, vogli-bose, MOL-25,637, camiglibose, MOL-73,945; β-agonisten: BRL 35135, BRL 37344, RO 16-8714, ICI 07114, CL 316,243; fosfodiesteraseremmers: L-386,398; lipideverlagende middelen: benfluorex: fenfluramine; vanadaat en vanadiumcom- 35 plexen (bv. Naglivan®) en peroxovanadiumcomplexen; amyli-nantagonisten; glucagonantagonisten; gluconeogeneserem-mers; somatostatine-analogen; antilipolytische middelen: 1026027- 51 nicotinezuur, acipimox, WAG 994, pramlintide (Symlin*"), AC 2993, nateglinide, aldosereductaseremmers (bv. zopolres-tat), glycogeenfosforylaseremmers, sorbitoldehydrogenaser-emmers, natriumium-waterstof-uitwisselaar-type-1- (NHE-1) 5 remmers en/of cholesterolbiosynthesisremmers of choleste-rolabsorptieremmers, speciaal een HMG-CoA-reductaseremmer, of een HMG-CoA-synthaseremmer, of een HMG-CoA-reductase-of -synthasegenexpressieremmer, een CETP-remmer, een gal-zuursequesterant, een fibraat, een ACAT-remmer, een squa-10 leensynthetaseremmer, een anti-oxidant of niacine. De verbindingen van de onderhavige uitvinding kunnen ook worden toegediend in combinatie met een natuurlijk vóórkomende verbinding die plasma-cholesterolniveaus verlaagt. Dergelijke natuurlijk vóórkomende stoffen worden gewoonlijk 15 nutraceuticals genoemd en omvatten bijvoorbeeld knoflook-extract, Hoodia-plantenextracten, en niacine.
De dosering van het aanvullende farmaceutische middel is in het algemeen afhankelijk van een aantal factoren, zoals de gezondheid van de behandelde persoon, de gewenste 20 mate van behandeling, de soort en aard van eventuele gelijktijdige therapie, en de behandelingsfrequentie en de aard van het gewenste effect. In het algemeen ligt het doseringsbereik van het aanvullende farmaceutische middel tussen ongeveer 0,001 en ongeveer 100 mg per kilogram li-25 chaamsgewicht van het individu per dag, bij voorkeur tussen ongeveer 0,1 mg tot ongeveer 10 mg per kilogram lichaamsgewicht van het individu per dag. Enige variabiliteit in het algemene doseringsbereik kan echter noodzakelijk zijn afhankelijk van de leeftijd en het gewicht van 30 de behandelde persoon, de beoogde toedieningsroute, de specifieke toegediende verbinding, en dergelijke. De bepaling van doseringsbereiken en optimale doseringen voor een bepaalde patiënt ligt in het vermogen van de vakman die de beschikking heeft over de onderhavige beschrijving.
35 Volgens de werkwijzen van de uitvinding wordt een verbinding van de onderhavige uitvinding of een combinatie van een verbinding van de onderhavige uitvinding en ten 1 026027- 52 minste één ander farmaceutisch middel toegediend aan een subject dat behoefte heeft aan een dergelijke behandeling, bij voorkeur in de vorm van een farmaceutisch preparaat. In het combinatieaspect van de uitvinding kunnen de ver-5 binding van de onderhavige uitvinding en ten minste één ander farmaceutisch middel (bv. anti-vetlijvigheidsmiddel, partiële nicotinereceptoragonist, dopaminerg middel, of opioïdantagonist) hetzij afzonderlijk worden toegediend of in het farmaceutische preparaat dat ze beide bevat. Het 10 heeft in het algemeen de voorkeur dat een dergelijke toediening oraal geschiedt. Indien het te behandelen subject echter niet in staat is om te slikken of orale toediening anderszins moeilijk of ongewenst is, kan parenterale of transdermale toediening toepasselijk zijn. Volgens de 15 werkwijzen van de uitvinding kan, wanneer een combinatie van een verbinding van de onderhavige uitvinding en ten minste één ander farmaceutisch middel wordt toegediend, een dergelijke toediening sequentieel of simultaan zijn, waarbij de symultane wijze in het algemeen de voorkeur 20 heeft. In geval van sequentiële toediening kunnen een verbinding van de onderhavige uitvinding en het aanvullende sequentiële middel in elke gewenste volgorde worden toegediend. Het heeft in het algemeen de voorkeur dat een dergelijke toediening oraal geschiedt. Het heeft speciaal de 25 voorkeur dat een dergelijke toediening oraal en simultaan geschiedt. Wanneer een verbinding van de onderhavige uitvinding en het aanvillende farmaceutische preparaat sequentieel worden toegediend, kan de toediening van elk ervan via dezelfde of verschillende werkwijzen geschieden.
30 Volgens de werkwijzen van de uitvinding wordt een verbinding van de onderhavige uitvinding of een combinatie van een verbinding van de onderhavige uitvinding en ten minste één ander farmaceutisch middel bij voorkeur toegediend in de vorm van een farmaceutisch preparaat. In over-35 eenstemming hiermee kan een verbinding van de onderhavige uitvinding of een combinatie afzonderlijk of tezamen aan een patiënt worden toegediend in elke mogelijke conventio- 1026027- 53 nele orale, rectale, transdermale, parenterale, (bijvoorbeeld intraveneuze, intramusculaire of subcutane), intra-cisternale, intravaginale, intraperitoneale, intravesica-le, lokale (bijvoorbeeld poeder-, zalf- of druppel-), of 5 buccale, of nasale doseringsvorm.
Preparaten die geschikt zijn voor parenterale injectie omvatten in het algemeen farmaceutisch aanvaardbare steriele waterige of niet-waterige oplossingen, dispersies, suspensies, of emulsies, en steriele poeders voor 10 reconstitutie in steriele injecteerbare oplossingen of dispersies. Geschikte waterige en niet-waterige dragers of verdunningsmiddelen (waaronder oplosmiddelen en vehikels) zijn onder meer water, ethanol, polyolen, (propyleengly-col, polyethyleenglycol, glycerol en dergelijke), geschik-15 te mengsels daarvan, plantaardige oliën (zoals olijfolie) en injecteerbare organische esters zoals ethyloleaat. Een goede vloeibaarheid kan bijvoorbeeld worden gehandhaafd door gebruik van een deklaag zoals lecithine, door handhaving van de vereiste deeltjesgrootte in geval van disper-20 sies, en door gebruik van surfactanten.
Deze preparaten kunnen ook excipiënten bevatten zoals conserverings-, bevochtigings-, emulgeer-, en dispergeer-middelen. Preventie van mcrobiële verontreiniging van de preparaten kan wordne bewerkstelligd met behulp van ver-25 scheidene antibacteriële en antifungale middelen, bv. pa-rabenen, chloorbutanol, fenol, sorbinezuur, en dergelijke. Het kan ook wenselijk zijn om isotone middelen toe te voegen zoals suikers, natriumchloride, en dergelijke. Langduriger absorptie van injecteerbare farmaceutische prepara-30 ten kan worden bewerkstelligd door gebruik te maken van middelen die in staat zijn adsorptie te vertragen, bijvoorbeeld aluminiummonostearaat en gelatine.
Vaste doseringsvormen voor orale toediening zijn onder meer capsules, tabletten, poeders, en granulaten. In 35 dergelijke vaste doseringsvormen wordt een verbinding van de onderhavige uitvinding of een combinatie gemengd met ten minste één inerte excipiënt, verdunningsmiddel of dra- 1026027- 54 ger. Geschikte excipiënten, verdunningsmiddelen of dragers zijn onder meer materialen zoals natriumcitraat of dical-ciumfosfaat of (a) vulstoffen of extenders (bv. zetmelen, lactose, mannitol, silicaat en dergelijke); (BO bindmidde-5 len (bv. carboxymethylcellulose, alginaten, gelatine, po-lyvinylpyrrolidon, sucrose, acacia en dergelijke); (c) hu-mectanten (bv. glycerol en dergelijke); (d) desintegre-ringsmiddelen (bv. agar-agar, calciumcarbonaat, aardappel-* of tapiocazetmeel, alginaat, bepaalde complexe silicaten, 10 natriumcarbonaat en dergelijke); (e) oplosvertragers (bv. Paraffine en dergelijke); (f) absorptieversnellers (bv. quaternaire ammoniumverbindingen en dergelijke); (g) be-vochtigingsmiddelen (bv. cetylalcohol, glycerolmonostea-raat en dergelijke); (h) adsorptiemiddelen (bv. kaolien, 15 bentoniet. en dergelijke); en/of (i) smeermiddelen (bv. talk, calciumstearaat, magnesiumstearaat, vaste polyethy-leenglycolen, natriumlaurylsulfaat en dergelijke). In het geval van capsules en tabletten kan de doseringsvorm ook buffers bevatten. Vaste preparaten van een vergelijkbaar 20 type kunnen ook worden gebruikt als vulstoffen in zachte of harde gevulde gelatinecapsules, met gebruikmaking van excipiënten zoals lactose of melksuiker, evenals polyethy-leenglycolen met een hoog molecuulgewicht, en dergelijke.
Vaste doseringsvormen zoals tabletten, dragees, cap-25 sules, en granulaten kunnen worden bereid met deklagen en hulzen, zaols enterische deklagen en andere die in het vakgebied bekend zijn. Zij kunnen ook ondoorzichtigmakende middelen bevatten en kunnen ook een zodanige samenstelling hebben dat zij de verbinding van de onderhavige uitvin-30 ding en/of het aanvullende farmaceutische middel op een vertraagde wijze af geven. Voorbeelden van inbeddingsprepa-raten die kunnen worden gebruikt zijn polymere stoffen en wassen. Het geneesmiddel kan ook een micro-ingekapselde vorm hebben, indien geschikt, met één of meer van de hier-35 boven genoemde excipiënten.
Vloeibare doseringsvormen voor orale toediening zijn onder meer farmaceutisch aanvaardbare emulsies, oplossin 1026027 55 gen, suspensies, siropen, en elixers. Naast de verbinding van de onderhavige uitvinding of de combinatie kan de vloeibare doseringsvorm ook bepaalde inerte verdunnings-middelen bevatten die gebruikelijk zijn in het vakgebied, 5 zoals water of andere oplosmiddelen, solubiliseringsmidde-len en emulgatoren, zoals bijvoorbeeld ethylalcohol, is-opropylalcohol, ethylcarbonaat, ethylacetaat, benzylalco-hol, benzylbenzoaat, propyleenglycol, 1,3-butyleenglycol, dimethylformamide, oliën (bv. katoenzaadolie, aardnoot-10 olie, maiskiemolie, olijfolie, castorolie, sesamzaadolie en dergelijke), glycerol, tetrahydrofurfurylalcohol, poly-ethyleenglycolen en vetzuuresters van sorbitan, of mengsels van deze stoffen, en dergelijke.
Naast dergelijke inerte verdunningsmiddelen kan het 15 preparaat ook excipiënten zoals bevochtigingsmiddelen, | emulagtoren en suspenderingsmiddelen, zoet-, smaak-, en geurstoffen.
Suspensies kunnen naast de verbinding van de onderhavige uitvinding of de combinatie voorts dragers bevatten 20 zoals suspenderingsmiddelen, bv. geëthoxyleerde isostea- rylalcoholen, polyoxyethyleensorbitol en sorbitanesters, i ! microkristallijne cellulose, aluminiummetahydroxide, ben-toniet, agar-agar, en tragacanth, of mengsels van deze stoffen, en dergelijke.
25 Preparaten voor rectale of vaginale toediening be staan bij voorkeur uit zetpillen die kunnen worden bereid door een verbinding van de onderhavige uitvinding of een combinatie te mengen met geschikte niet-irriterende excipiënten of dragers, zoals cacaoboter, polyethyleenglycol 30 of een zetpilwas, die vast zijn bij normale kamertemperatuur maar vloeibaar bij lichaamstemperatuur en derhalve smelten in het rectum of de vaginale holte en zo het (de) actieve bestandde(e)1(en) afgeven.
Doseringsvormen voor topicale toediening van de ver-35 bindingen van de onderhavige uitvinding en combinaties van de verbindingen van de onderhavige uitvinding met antivet-lijvigheidsmiddelen kunnen bestaan uit zalven, poeders, 102R027- 56 sprays en inhaleringsmiddelen. De geneesmiddelen worden onder steriele omstandigheden gemengd met een farmaceutisch aanvaardbare excipiënt, verdunningsmiddel of drager, en alle mogelijke conserveringsmiddelen, buffers of drijf-5 middelen die nodig zouden kunnen zijn. Oftalmische formuleringen, oogzalven, poeders en oplossingen zijn ook beoogd te vallen binnen de strekking van de onderhavige uitvinding .
De volgende paragrafen bescrijven voorbeeldformule-10 ringen, doseringen, enz. die bruikbaar zijn voor niet-menselijke dieren. De toediening van de verbindingen van de onderhavige uitvinding en combinaties van de verbindingen van de onderhavige uitvinding met antivetlijvigheids-middelen kan oraal of niet-oraal (bv. door middel van in-15 jectie) geschieden.
Een hoeveelheid van een verbinding van de onderhavige uitvinding of combinatie van een verbinding van de onderhavige uitvinding met een antivetlijvigheidsmiddel wordt zodanig toegediend dat een werkzame dosis wordt ontvangen. 20 In het algemeen ligt een dagelijkse dosis die oraal aan een dier wordt toegediend tussen ongeveer 0,01 en ongeveer 1000 mg/kg lichaamsgewicht, bij voorkeur tussen ongeveer 0,01 en ongeveer 300 mg/kg lichaamsgewicht.
Handigerwijs kan een verbinding van de onderhavige 25 uitvinding (of combinatie) in het drinkwater zijn toege voegd zodat een therapeutische dosis van de verbinding wordt ingenomen met het dagelijks gedronken water. De verbinding kan rechtstreeks worden toegevoegd aan drinkwater, bij voorkeur in de vorm van een vloeibaar, wateroplosbaar 30 concentraat (zoals een waterige oplossing van een wateroplosbaar zout).
Handigerwijs kan een verbinding van de onderhavige uitvinding (of combinatie) ook rechtstreeks aan het voeder worden toegvoegd, als zodanig of in de vorm van een dier-35 voedersupplement, ook aangeduid als een voormengsel of concentraat. Een voormengsel of concentraat van de verbinding in een excipiënt, verdunningsmiddel of drager wordt 1026027 57 meer gebruikelijk toegepast voor opname van het middel in het voeder. Geschikte dragers zijn naar wens vloeibaar of vast, zoals water, verschillende melen zoals alfalfameel, sojameel, katoenzaadoliemeel, lijnzaadoliemeel, maïskolf-5 meel en maïsmeel, melasse, ureum, beendermeel, en mine-raalmengsels zoals gewoonlijk wordne gebruikt in pluimveevoeders. Een bijzonder effectieve drager is het respectievelijke diervoeder zelf; dat wil zeggen een klein gedeelte van een dergelijk voeder. De drager faciliteert 10 uniforme distributie van de verbinding in het uiteindelijke voeder waarmee het voormengsel wordt gemengd. Bij voorkeur wordt de verbinding grondig door het voormengsel gemengd, en vervolgens door het voeder. Hiertoe kan de verbinding worden gedispergeerd of opgelost in een geschikt 15 olieachtig vehikel zoals sojaolie, maïsolie, katoenzaad-olie, en dergelijke, of in een vluchtig orgainsch oplosmiddel en vervolgens worden gemengd met de drager. Het zal duidelijk zijn dat de verhoudingen van verbinding in het concentratie sterk kunnen variëren, aangezien de hoeveel-20 heid van de verbinding in het uiteindelijke voeder kan worden bepaald door de juiste verhouding voormengsel te mengen met het voedsel teneinde een gewenste concentratie van de verbinding te verkrijgen.
Sterke concentraten kunnen door de voederfabrikant 25 worden gemengd met een eiwitbevattende drager zoals so-jaoliemeel en andere melen, zoals hierboven beschreven, om geconcentreerde supplementen te produceren, die geschikt zijn voor rechtstreekse voeding aan dieren. In dergelijke gevallen kunnen de dieren het gebruikelijke dieet nutti-30 gen. Anderzijds kunnen dergelijke geconcentreerde supplementen rechtstreeks aan het voeder worden toegevoegd om een qua voedingswaarde gebalanceerd, gereed voeder te produceren dat een therapeutisch werkzaam gehalte van een verbinding van de onderhavige uitvinding bevat. De meng-35 seis worden grondig gemengd met behulp van standaardwerkwijzen, zoals in een dubbelschaalmenger, om homogeniteit te verzekeren.
1026027 58
Indien het supplement wordt gebruikt als een top dressing voor het voeder helpt dit evenzo om een gelijkelijke verdeling van de verbinding over de top van het dressed voeder te verzekeren.
5 Drinkwater en voeder, welke effectief zijn voor het verhogen van de vorming van mager vlees en verbetering van de verhouding mager vlees ten opzichte van vet, worden in algemene zin bereid door een verbinding van de onderhavige uitvinding te mengen met een hoeveelheid diervoeder die 10 voldoet om een hoeveelheid van ongeveer 10-3 tot ongeveer 500 ppm van de verbinding in het voeder of water te ver schaffen.
De voorkeur genietende, van geneesmiddel voorziene, varkens-, runder-, schapen- en geitenvoeders bevatten in 15 het algemeen tussen ongeveer 1 tot ongeveer 400 gram van een verbinding van de onderhavige uitvinding (of combinatie) per ton voeder, waarbij de optimale hoeveelheid voor deze dieren gewoonlijk ligt tussen ongeveer 50 tot ongeveer 300 gram per ton voeder. Voorkuers pluimvee- en huis-20 diervoeders bevatten gewoonlijk ongeveer 1 tot ongeveer 400 gram en bij voorkeur ongeveer 10 tot ongeveer 400 gram van een verbinding van de onderhavige uitvinding (of combinatie) per ton voeder.
Voor parenterale toediening in dieren kunnen de ver-25 bindingen van de onderhavige uitvinding (of combinatie) worden bereid in de vorm van een pasta of een pellet en toegediend als een implantaat, gewoonlijk onder de huid van het hoofd of oor van het dier waarin verhoging van vorming van mager vlees en verbetering van de verhouding 30 mager vlees ten opzichte van vet wordt gewenst.
In het algemeen omvat parenterale toediening injectie van een hoeveelheid van een verbinding van de onderhavige uitvinding (of combinatie) die voldoet om het dier te voorzien van ongeveer 0,01 tot ongeveer 20 mg geneesmid-35 del/kg lichaamsgewicht/dag. De voorkeursdosering voor pluimvee, varkens, rundvee, schapen, geiten en huisdieren 1026027 59 igt tussen ongeveer 0,05 en ongeveer 10 mg geneesmiddel/kg lichaamsgewicht/dag.
Pastaformuleringen kunnen worden bereid door het geneesmiddel te dispergeren in een farmaceutisch aanvaardba-5 re olie zoals pindaolie, sesamolie, maïsolie, en dergelijke.
Pellets die een effectieve hoeveelheid van een verbinding van de onderhavige uitvinding, farmaceutisch preparaat, fo combinatie, kunnen worden bereid door een ver-10 binding van de onderhavige uitvinding of combinatie te mengen met een verdunningsmiddel zoals carbowas, carnauba-was, en dergelijke, en een smeermiddel, zoals magnesium-of calciumstearaat, kan worden toegevoegd om het pellete-ringsproces te verbeteren.
15 Uiteraard zij begrepen dat meer dan één pellet kan worden toegediend aan een dier om het gewenste dosisniveau te bereiken dat de gewenste verhoging van vorming van mager vlees en verbetering van de verhouding mager vlees ten opzichte van vet zal bewerkstelligen. Bovendien kunnen 20 implantaties ook periodiek plaatsvinden tijdens de behan-delingsperiode van het dier, teneinde het juiste genees-middelniveau in het lichaam van het dier te handhaven.
De onderhavige uitvinding heeft verscheidene voordelige veterinaire kenmerken. Voor de huisdiereigenaar of 25 dierenarts die slankheid wil verhogen en/of ongewenst vet wil verwijderen bij huisdieren, verschaft de onderhavige uitvinding een wijze waarop dit kan worden bewerkstelligd. Voor pluimvee-, rundvee- en varkensfokkers resulteert gebruik van de werkwijze van de onderhavige uitvinding in 30 magerder dieren die hogere marktprijzen opbrengen in de vleesverwerkende industrie.
Uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding worden geïllustreerd aan de hand van de navolgende Voorbeelden. Er zij echter begrepen dat de uitvoeringsvormen van 35 de uitvinding niet beprekt zijn tot de specifieke details van deze Voorbeelden, daar andere variaties daarop de vak- 1026027 60 man bekend zullen zijn of voor de hand zullen liggen in het licht van de onderhavige beschrijving.
VOORBEELDEN
5 Tenzij anders aangegeven zijn uitgangsnmaterialen in het algemeen verkrijgbaar bij commerciële bronnen zoals Aldrich Chemicals Co. (Milwaukee,WI), Lancaster Synthesis, Ine. (Windham, NH), Acros Organics (Fairlawn, NJ), May-bridge Chemical Company, Ltd. (Cornwall, Engeland), Tyger 10 Scientific (Princeton, NJ), en AstraZeneca Pharmaceuticals (Londen, Engeland).
De hieronder weergegeven afkortingen hebben de volgende bijbehorende betekenissen:
LiN(TMS)2 - lithiumhexamethyldisilazide 15 PS-DIEA - polystyreengebonden diisopropylethylamine
Algemene experimentele werkwijzen NMR-spectra werden opgenomen op een Varian Unity*" 400 or 500 (verkrijgbaar bij Varian Ine., Palo Alto, CA) bij 20 kamertemperatuur bij resp 400 en 500 MHz Chemische verschuivingen zijn uitgedrukt in delen per miljoen (δ) ten opzichte van residuaal oplosmiddel als interne referentie. De piekvormen zijn als volg=t aangeduid: s, singulet; d, doublet; t, triplet; q, kwartet; m, multiplet; br s, breed 25 singulet; v br s, zeer breed singulet; br m, breed multiplet; 2s, twee singuletten. In sommige gevallen worden alleen representatieve 1H-NMR-pieken opgenoemd.
Massaspectra werden opgenomen door middel van directe stroomanalyse met gebruikmaking van positieve en negatieve 30 chemische ionisatie bij atmosferische druk (APcI) als scanmodi. Een Waters APcI/MS model ZMD massaspectrometer uitgerust met Gilson 215 vloeistofhanteringssysteem werd gebruikt om de experimenten uit te voeren. Massaspectrometrieanalyse geschiedde ook met behulp van 35 RP-HPLC-gradiëntwerkwijze voor chromatografische scheiding. Molecuulgewicht-identificatie werd opgenomen met positieve en negatieve electrosprayionizatie (ESI) als 1026027 61" scanmodi. Een Waters/Micromass ESI/MS model ZMD of LCZ massaspectrometer uitgerust met Gilson 215 vloeistofhante-ringssysteem werd gebruikt om de experimenten uit te voe- ·.··.·' ren.
5 In gevallen waar de intensiteiten van chloor- of . broombevattende ionen worden beschreven, werd de verwachtte intensiteitsverhouding waargenomen (ongeveer 3:1 voor 35Cl/37Cl-bevattende ionen en 1:1 for 79Br/81Br-bevattende ionen) en wordt alleen de laagste massa opgegeven. Voor 10 alle voorbeelden worden MS-pieken gerapporteerd.
Optische rotaties werden bepaald op een PerkinElmer"· 241 polarimeter (verkrijgbaar bij PerkinElmer Ine., Welle-sley, MA) met gebruikmaking van de natrium-D-lijn (A 589 nm) bij de aangegeven temperatuur en zijn als volgt weer-15 gegeven [a]DteBp, concentratie (c = g/100 ml), en oplosmid-dël...
Kolomchromatografie werd uitgevoerd met hetzij Bakera' silicagel (40 pm; J.T. Baker, Phillipsburg, NJ) of Silica Gel 50 (EM Sciences”·, Gibbstown, NJ) in glaskolommen of .in 20 Biotage”·- kolommen (ISC, Ine., Shelton, CT) onder lage stikstofdruk.. Radiale chromatografy werd uitgevoerd met., behulp van een Chromatotron”· (Harrison Research) .
Bereiding van cruciale tussenproducten 25 "
Bereiding van het tussenproduct 2-(2-Chloorfenyl)-3-: jood-5-isopropyl-5,6-dihydro-2H-pyrrolo[3.4-c]pyrazool-4-on (I-la) ch 30 HSC^^
^ I
' 35 . . . " W
tls 1026027 62
Een slurry van 1-(2-chloofenylj-5-jood-3-methyl-lH-pyrazool-4-carbonzuur-ethylester (5,7 g), N-broomsuccimide (3,9 g) en 2,2'-azobisisobutyrohitril (1,0 g) in koolstof-5 tetrachloride (73 ml) werd 18 uur gerefluxt. Het reactie-mengsel werd afgekoeld en gefiltreerd, de opgevangen vaste stoffen werden gewassen met koolstoftetrachloride, en de gecombineerde filtraten werden in vacuo geconcentreerd. De resulterende oranje olie werd verder gebruikt zonder ver-10 der zuivering.
Aan een gekoelde . (ijs/water) geroerde oplossing van de hierboven genoemde olie in dimethylformamide (44 ml) werd achtereenvolgens isopropylamine (7,4 ml) en kalium-carbonaat toegevoegd. Na 18 uur roeren werd het mengsel 15 gèpartitioneerd tussen ethylacetaat/water, en de organische fase werd gewassen met pekel en gedroogd (Na2SO«) . Concentratie in vacuo Leverde een rode olie op die in de volgende stap werd gebruikt.
Een oplossing van het hierboven verkregen product en 20 IN kaliumhydroxideoplossing in water (46 ml) in ethanol (90 ml) werd 2 uur op 50eC verwarmd. Het reactiemengsel werd afgekoeld, aangzeuurd tot pH ~ 2 mét geconcentreerd zoutzuur, en in vacuo geconcentreerd tot droogheid. De resulterende vaste stoffen werden gedispergeerd in ethanol 25 . (100 ml) en gefiltreerd. De vaste stoffen werden gewassen met ethanol en de resulterende filtraten werden in vacuo geconcentreerd wat een oranje schuim opleverde, dat zonder verder zuivering in de volgende stap werd gebruikt.
Aan een geroerde oplossing van het in de voorgaande 30 stap verkregen product en triethylamine (4,2 ml) in dichloormethaan (30 ml) werd 1—propaanfosforzuur-cyclisch-anhydride (3,4 ml van een 50%-ige oplossing in ethylacetaat) toegevoegd in een periode van 5 minuten. Na 3 uur werd het reactiemengsel gepartitioneerd tussen 35 diethylethér en 1 N zoutzuur in water. De organische fase werd gewassen met verzadigd natriumbicarbonaat in water, gedroogd (Na2SO<), en in vacuo geconcentreerd wat een vuil- 1026027 63 witte vaste stof opleverde, ~1,95 g. Deze vaste stoffen werden verwarmd in aanwezigheid van cyclohexaan (30 ml)/ethylacetaat (3 ml) waarna men liet afkoelen. Een vaste stof precipiteerde uit de oplossing en werd verzameld 5 door middel van filtratie en in vacuo gedroogd, wat de ti-telverbinding opleverde (I-la), 1,35 g. XH-NMR in CDCI3 (ppm): δ 7,60-7,40 (m, 4H), 4,62 (m, 1H), 4,33 (br s, 2H), 1,25 (d, 6H); ms (LCMS) m/z = 402,2 (M+l).
10 Voorbeeld 1. Bereiding van 2-(2-Chloorfenyl)-5- isopropyl-3-(4-methoxyfenyl)-5,6-dihydro-2H-pyrrolo[3,4-c]pyrazool-4-on (1A-1) 15 | CH3O— 25 1A-1
Een met stikstof doorborrelde oplossing van 2-(2- 30 chloorfenyl)-3-jood*^5-isopropyl-5, 6-dihydro-2H- pyrrolo[3,4-c]pyrazol-4-on I-la (50 mg), cesium fluoride (38 mg), 3-methoxyfenylboorzuur (74 mg) en tetra- kis(triphenylfosfine)palladium(0) (14 mg) in 1,2- dimethóxyethaan (1 ml) werd 7 uur bij 100°C geroerd in een 35 verzegeld flesje. Het reactiemengsel werd gepartitioneerd tussen ethylacetaat/water.. De organische fase werd gedroogd (Na2S04), en in vacuo igeconcentreèrd wat een olie )02 6027- 64 opleverde. .Silicagelchromatografie (25% tot 35% ethylace-taat:hexanen) leverde de titelverbinding (1A-1) op als een vuilwitte vaste stof, 27 mg. XH-NMR in CDCI3 (ppm) : δ 7,56- 7,40 (m, 6H), 6,80 (d, 2H), 4,63 (m,lH), 4,38 (br d, 2H), 5 1,25 (d, 6.H); ms (LCMS) m/z - 382,3 (M+l).
De in Tabel 1 hieronder opgenoemde verbindingen werden bereid volgens werkwijzen analoog aan'de hierboven beschrevene voor de synthese van Verbinding 1A-1, met gebruikmaking van de juiste uitgangsmaterialen die commerci-10 eel verkrijgbaar zijn, of te bereiden volgens in het vakgebied welbekende werkwijzen, of op een wij ze analoog aan de hierboven voor andere tussenproducten beschreven rou- · tes.
Tabel 1 15 ...4 ? - .
WV
20 R°.
Exp. R° R1 R4 LCMS m/z nr.__'__.__-__(M+l) IA-2 2-chloorfenyl 4-cyanofenyl isopropyl__377,1 IA-3 2-chloorfenyl 4-cyanofenyl isopropyl__377,1 25
De in Tabel IA hieronder genoemde verbindingen kunnen worden bereid volgens werkwijze analoog aan de hierboven N beschrevene voor de synthese, van Verbinding 1A-1, of
Schema's I en III met gebruikmaking van de juiste uit-30 gangsmaterialen die commercieel verkrijgbaar zijn, of te bereiden volgens in het vakgebied welbekende werkwijzen, of op een wijze analoog aan de hierboven voor andere tussenproducten beschreven routes.
1-02.60.27^ ; 65
Tabel IA
t 5 οχΝ R N R° 10
Exp. R° R1 R4 nr.___ 1A-1P 2-chloorfenyl__4-chloorfenyl__-CH2CF3_ 1A-2P 2-chloorfenyl 4-chloorfenyl 1A-3P 2,4-dichloorfenyl 4-chloorfenyl__-CH (CH3) 2_ 1A-4P 2/4-dichloorfenyl 4-chloorfenyl -CH2CF3_ 1A-5P 2,4-dichloorfenyl 4-chloorfenyl - -Ki) 1A-6P 3-chloorfenyl__4-chloorfenyl__-CH (CH3) 2_ 1A-7P 3-chloorfenyl 4-chloorfenyl__-CH2CF3 1A-8P 3-chloorfenyl 4-chloorfenyl . Voorbeeld 2
De in Tabel. 2A hieronder genoemde verbindingen kunnen 15 worden. bereid volgens werkwijze analoog aan de hierboven, beschrevene voor de synthese van Verbinding 1A-1 en uiteengezet in Schema II hierboven, met gebruikmaking van de juiste uitgangsmaterialen die commercieel verkrijgbaar 026027- 66 zijn, of te bereiden volgens in het vakgebied welbekende werkwijzen.
Tabel 2A
5 R\ N—v 0=^ )
K N
Exp. R° R1 R4 nr.______ 2A-1P 2-chloorfenyl__4-chloorfenyl__-CH (CH3) 2_ 2A-2P 2-chloorfenyl__4-chloorfenyl__-CH2CF3 2A-3P 2-chloorfenyl 4-chloorfenyl -K3 2A-4P 2, 4-dichloorfenyl 4-chloorfenyl__-CH (CH3) 2_ 2A-5P 2,4-dichloorfenyl 4-chloorfenyl -CH2CF3__ 2A-6P 2,4-dichloorfenyl 4-chloorfenyl 2A-7P 3-chloorfenyl__4-chloorfenyl -CH(CH3)2 2A-8P 3-chloorfenyl 4-chloorfenyl -CH2CF3 2A-9P 3-chloorfenyl 4-chloorfenyl 1026027- 67
Voorbeeld 3. . .
. De in Tabel 3A hieronder genoemde verbindingen kunnen worden bereid volgens werkwijze analoog aan de hierboven beschrevene voor de synthese van Verbinding 1A-1 en uit-5 eengezet in Schema IV hierboven, mét gebruikmaking van de juiste uitgangsmaterialen die commercieel verkrijgbaar zijn, of te bereiden, volgens in het vakgebied welbekende werkwijzen.
Tabel 3A
10 R4 °4Τ r’-Vn 15 t
' R
Exp. R° R1 R4 ' nr.__;_ ; 3A-1P 2-chloorfenyl 4-chloorfenyl__-CH (CH3) 2_ 3A-2P 2-chloorfenyl__4-chloorfenyl__-CH2CF3_ 3A-3P 2-chloorfenyl 4-chloorfenyl tQ- 3A-4P 2,4-dichloorfenyl 4-chloorfenyl -CH(CH3)2 3A-!-5P 2,4-dichloorfenyl 4-chloorfényl__-CH2CF3_ 3A-6P 2,4-dichloorfenyl 4-chloorfenyl _ K3 .
3A-7P 3-chloorfenyl 4-chloorfenyl -CH(CH3)2 3A-8P 3-chloorfenyl, 4-chloorfenyl__-CH2CF3 3A-9P .. 3-chloorfenyl 4-chloorfenyl _ 4 : / 1 i +o j ;026027 68
Voorbeeld 4
De in Tabel 4A hieronder genoemde verbindingen kunnen worden bereid volgens werkwijze analoog aan de hierboven 5 beschrevene voor de synthese van Verbinding 1A-1 en uiteengezet in Schema V hierboven, met gebruikmaking van de juiste uitgangsmaterialen die commercieel verkrijgbaar zijn, of te bereiden volgens in het vakgebied welbekende werkwijzen.
10 -Tabel 4A
R\
15 r’-Ns^N
ï
Exp. R° R1 R4 nr. _- - ' ____ 4A-1P 2-chloorfenyl__4-chloorfenyl_-CH (CH3) 2_ 4A-2P 2-chloorfenyl 4-chloorfenyl__-CH2CF3_ 4A-3P 2-chloorfenyl 4-chloorfenyl _ ·.. +0 4A-4P 2,4-dichloorfenyl 4-chloorfenyl__-CH(CH3)2 . . 4A-5P 2,4-dichloorfenyl 4-chloorfenyl__-CH2CF3_ 4A-6P: 2,4-dichloorfenyl 4-chloorfenyl V +^): 4A-7P 3-chloorfenyl__4-chloorfenyl -CH(CH3)2 4A-8P 3-chloorfenyl 4-chloorfenyl _-CH2CF3 4A-9P 3-chloorfenyl 4-chloorfenyl r—\ 1 ! 1 Kj 1026027 69
. FARMACOLOGISCHE TESTEN
De bruikbaarheid van de verbindingen van de onderhavige uitvinding in de uitoefening van de onderhavige uit-5 vinding kan worden aangetoond door activiteit in ten minste één van de hieronder beschreven werkwijzen. De volgende afkortingen worden gebruikt in de hieronder beschreven werkwijzen.
BSA - runderserumalbumine 10 DMSO - dimethylsulfoxide EDTA - ethyleendiamine-tetra-azijnzuur PBS- fosfaatgebufferde zoutoplossing EGTA - ethyleenglycol-bis(β-aminoethylether)- N,N,N',N'-tetra-azijnzuur 15 GDP - guanosinedifosfaat sc - subcutaan, po - oraal ip - intrapèritoneaal icv - intracerebroventriculair 20 iv - intraveneus [3H]SR141716A - radiogelabeld N-(piperidin-l-yl)-5- (4-chloorfenyl) -1- (2, 4-dichloorfenyl) -4-methyl-lH-pyrazool-3-carboxamide-hydrochloride verkrijgbaar bij Amersham Biosciences, Piscataway, NJ.
25 [3H]CP-55940 - radiogelabeld S-il/l-dimethylheptyl)- 2-[5-hydroxy-2-(3-hydroxypropyl)-cyclohexyl]-fenol verkrijgbaar bij NEN Life Science Products, Boston, MA.
AM251 -N-(piperidine-l-yl)-l-(2,4-dichloorfenyl)-5-(4-joodfenyl)-4-methyl-lH-pyrazool-3-carboxamide verkrijg-30 baar bij Tocris*·, Ellisville, MO.
Verbindingen met een activiteit <20 nM worden in het algemeen getest met het hieronder in het Biologische Bin-dingsassaygedeelte beschreven CB-l-GTPy-[35S]-
Bindirigsassay en CB-2-bindingsassay. Uitgekozen verbindin-35 gen worden vervólgens in vivo getest met behulp van één of meer van de hieronder in het Biologische Functionele As-saygedeelte beschreven functionele assays. Voor Voorbeel- 1026027 70 den IA-2 en 1A-3 werden CBl-bindingsactiviteiten van respectievelijk 4 riM en 2 nM waargenomen.
In Vitro Biologische Assays 5 Bioassaysystemen voor het bepalen van de CB-1- en CB- 2-bindingseigenschappen en de farmacologische activiteit van cannabinoïdreceptorliganden worden beschreven door Ro-ger G. Pertwee in "Pharmacology of Cannabinoid Receptor Ligands" Current Medicinal Chemistry, 6, 635-664 (1999) en 10 in WO 92/02640 (Amerikaanse octrooiaanvrage. 07/564,075 ingediend op 8 augustus, 1990, hier bij referentie opgenomen) .
De volgende assays werden ontworpen om verbindingen te detecteren die de binding van [3H]SR141716A (selectief 15 radiogelabelde CB-l-ligand) en [3H]5-(l,l-dimethylheptyl)- 2-[5-hydroxy-2-(3-hydroxypropyl)-cyclohexyl]-fenol; radio-gelabeld CB-l/CB-2-ligand) aan hun respectievelijke receptoren remmen.
Ratten-CB-l-Receptorbindingsprotocol 20 PelFreeze hersenen (verkrijgbaar bij Pel Freeze Bió- logicals, Rogers,. Arkansas) werden in stukjes gesneden en in weefselbereidingsbuffer (5 mM Tris-HCl, pH = 7,4 en 2 mM EDTA) geplaatst, bij hoge snelheid gepolytrond en 15 minuten op ijs gehouden. Het homogenisaat werd vervolgens 25 5 minuten bij 4°C afgedraaid bij 1000 X g. Het supernatant werd gewonnen en 1 uur bij 4eC gecentrifugeerd bij 100000 X g. De pellet werd vervolgens geresuspendeerd in 25 ml TME (25 nM Tris, pH = 7,4, 5 mM MgCli, en 1 mM EDTA) per gebruikte hersenen. Een eiwitassay werd uitgevoerd en 2Ö0 30 μΐ weefsel, overeenkomend met 20 pg, werd aan het assay toegevoegd.
De testverbindingen werden verdund in geneesmiddel-buffer (0,5% BSA, 10% DMSO en TME) en vervolgens werd 25 μΐ overgebracht in een polypropyleenplaat met diepe put-35' jes. [3H]SR141716A werd verdund in een ligandbuffer (0,5% BSA plus TME) en 25 μΐ werd toegevoegd aan de plaat. Een BCA-eiwitassay werd gebruikt om de juisteweefselconcen- 1026027- 71 tratie te bepalen en vervolgens werd 200 μΐ rattenhersenweefsel met de juiste concentratie toegevoegd aan de plaat. De platen werden bedekt en 60 minuten bij 20°C in een incubator geplaatst. Aan het einde van de incubatiepe-5 riode werd 250 μΐ. stopbuffer (5% BSA plus TME) toegevoegd aan de reactieplaat. De platen werden vervolgens met behulp van een skatron geoogst op GF/B-filtermatten die waren voorgeweekt in BSA (5 mg/ml) plus TME. Elk filter werd tweemaal gewassen. De filters werden overnachts gewassen. 10 De volgende ochtend werden de filters geteld op een Wallac Betaplate^-teller (verkrijgbaar bij Perkin Elmer Life Sci-ences", Boston, MA).
Humane-CB-l-Receptorbindingsprotocol
Humane embryonale nier-293 (HEK 293) cellen getrans-15 fecteerd met CB-l-receptor-cDNA (verkregen van Dr. Debra Kendall, üniversity of Connecticut) werden geoogst in ho-mogenisatiebuffer (10 mM EDTA, 10 mM EGTA, 10 mM natriumbicarbonaat, proteaseremmers; pH * 7,4), en gehomogeniseerd net een Dounce homogenisator. Het homogenisaat werd 20 vervolgens 5 minuten bij 4°C afgedraaid bij 1000 X g. Het supernatant werd gewonnen en 20 minuten bij 4°C gecentri-fugeerd; bij 25000 X g. De resulterende pellet werd gere-suspendeerd in 1 ml TME (25 mM Tris buffer (pH = 7,4) met 5 mM MgCl2 en 1 mM EDTA). Een eiwitassay werd uitgevoerd en 25 200 μΐ weefsel, overeenkomend met 20 pg, werd aan het as- say toegevoegd.
De testverbindingen werden verdund in geneesmiddel-buffer (0,5% BSA, 10% DMSO en TME) en vervolgens werd 25 μ1 overgebracht in een polypropyléenplaat met diepe put-30 jes. [3H]SR141716A werd: verdund in een ligandbuffer (0,5% BSA plus TME) en 25 μΐ werd toegevoegd aan de plaat. De platen werden bedekt en 60 minuten bij 30°C in een incubator geplaatst. Aan het einde van de incubatieperiode Werd 250 μΐ stopbuffer (5% BSA plus TME) toegevoegd aan de re-35 actieplaat. De platèn werden vervolgens met behiilp van een skatron geoogst op GF/B-filtermatten die waren voorgeweekt in BSA (5 mg/ml) plus TME. Elk filter werd tweemaal gëwas- 1026027 72 . sen. De filters werden overnachts gewassen. De volgende ochtend werden de filters geteld op een Wallac Betaplate**-teller (verkrijgbaar bij Perkin Elmer Life Sciences*·, Boston, MA) .
5 CB-2-Receptorbindingsprotocol
Chinese-hamstér-ovarium-Kl- (CH0-K1) cellen getrans-fecteerd met CB-2-cDNA (verkregen van Dr. Debra Kendall, University of Connecticut) werden geoogst in weefselberei-dingsbuffer (5 mM Tris-HCl-buffer (pH » 7,4) met 2 mM
10. EDTA), bij hoge snelheid gepolytrond en 15 minuten op ijs gehouden. Het homogenisaat werd vervolgens 5 minuten bij 4 °C afgedraaid bij 1000 X g. Het supernatant werd gewonnen en 1 uur bij 4°C gecentrifugeerd bij 100000 X g. De pellet werd vervolgens geresuspendeerd in 25 ml TME (25 mM Tris 15 (pH - 7,4) met 5 mM MgCl2, en 1 mM EDTA) per gebruikte hersenen. Een eiwitassay werd uitgevoerd en 200 μΐ weefsel, overeenkomend met 10 pg, werd aan het assay toegevoegd.
De testverbindingen werden verdund in geneesmiddel-buffer (0,5% BSA, 10% DMSO en 80,5% TME) en vervolgens 20 werd 25 μΐ overgebracht in een polypropyleenplaat met diepe putjes. [3H]5-(l,l-Dimethyl-heptyl)-2-[5-hydroxy-2-(3-hydroxy-propyl)-cyclohexyl]-fenol werd verdund in een li-gandbuffer (0,5% BSA en 99,5% TME) en 25 μΐ werd toegevoegd aan elk putje in een concentratie van 1 nM. Een BCA-25 ' eiwitassay werd gebruikt om de juiste weefselconcentratie te bepalen en vervolgens werd 200 μΐ weefsel met de juiste concentratie toegevoegd aan de plaat. De platen werden bedekt en 60 minuten bij 30°C in een incubator geplaatst. Aan het einde van de incubatieperiode werd 250 μΐ stopbuf-30 fer (5% BSA plus TME) toegevoegd aan de reaetieplaat. De platen werden vervolgens met behulp van een skatron geoogst op GF/B-filtermatten die waren voorgeweekt in BSA (5 mg/ml) plus TME. Elk filter werd tweemaal gewassen. De filters werden overnachts gewassen. De volgende ochtend 35 werdende filters geteld op.een Wallac Betaplate^-teller. CB-l-GTPY[35S]Bindinqsassay 1026027- 73
Membranen werden bereid uit CHO-Kl-cellen die stabiel waren getransfecteerd met humaan-CB-l-receptor-cDNA. Membranen werden bereid uit cellen zoals beschreven door Bass et al, in "Identification and characterization of novel soma-5 tostatin antagonists," Molecular Pharmacology, 50, 709-715 (1996). GTPy[35S]-bindingsassays werden uitgevoerd in een 96-putS-FlashPlatee‘-formaat in duplo met gebruikmaking van 100 pM GTPy[35S] en 10 pg membraan per putje in assaybuffer bestaande uit 50 mM Tris-HCl, pH 7,4, 3 mM MgCl2, pH 7,4, 10 10 mM MgCl2, 20 mM EGTA, 100 mM NaCl, 30 μΜ GDP, 0,1 % run- derserumalbumine en de volgende proteaseremmers: 100 pg/ml bacitracine, 100 pg/ml benzamidine, 5 pg/ml aprotinine, 5 pg/ml leupeptine. Het assaymengsel werd vervolgens 10 minuten geïncubeerd met toenemende concentraties aan antago-15 nist (10~10 M tot 10"5 M) en getest met de canabinoïde ago-nist 5-(l,l-dimethyl-heptyl)-2-[5-hydroxy-2-(3-hydroxy-propylj-cyclohexylj-fenol (10 μΜ) . Assays werden bij 30eC uitgevoerd gedurende één uur. De FlashPlates*' werden vervolgens. 10 minuten gecentrifugeerd bij 2000 X g. Stimula-20 tie van GTPy[35S]-binding werd vervolgens gekwantificeerd met behulp van een Wallac Microbeta. ECso-berekeningen werden uitgevöerd met Prism*· van Graphpad.
Inverse agonisme werd gemeten in afwezigheid van ago- nist.
25 CB-l-FLIPR-gébaseerd Functioneel Assayprotocol
Voor dit assay wérden met humaan CB-l-receptor-cDNA (verkregen van Dr. Débra Kendall, Oniversity of Connecti-cut) en het promiscue G-eiwit G16 gecotransfecteerde CHO-Kl-cellen gebruikt. Cellen werden 48 uur van te voren uit-30 geplaat bij een concentratie van 12500 cellen per putje op mét . collageen bedekte 384-puts-zwart-heldere-assayplateri. De cellen werden gedurende één uur geïncu-beerd met 4 μΜ Fluo-4 AM (Molecular Probes) in DMEM (Gib-co) met 2,5 mM probenecide en pluronzuur (0,04%) . De pla-35 ten werden vervolgens driemaal gewassen met HEPES-. gebufferde zoutoplossing (met probenecide; 2,5 mM) om overmaat kleurstof te verwijderen. Na 20 min werden de 1026027- 74 platen afzonderlijk aan het FLIPR toegevoegd en fluores-centieniveaus werden continu gevolgd gedurende een periode van 80 s. Toevoegingen van verbindingen werden simultaan uitgevoerd aan alle 384 putjes na 20 s achtërgrondmeting.
5 Assays werden in triplo uitgevoerd en uit 6 punten bestaande concentratie-respons-curves werden gegenereerd. Antagonistische verbindingen werden vervolgens getest met 3 μΜ WIN55212-2 (agonist). Gegevens werden geanalyseerd mèt GraphPad Prism.
1Ö Detectie van inverse agonisten
Het volgende cyclisch-AMP-assayprotocol waarbij intacte cellen worden gebruikt werd gebruikt om inverse ago-nistactiviteit te bepalen.
Cellen werden uitgeplaat in een 96-putsplaat bij een 15 uitplaatdichtheid van 10000-14000 cellen per putje in een concentratie van 100 μΐ per putje. De platen werden 24 uur geïncubeerd in een incubator van 37°C. Het medium' werd verwijderd en medium zonder serum (100 μΐ) werd toegevoegd. De platen werden vervolgens 18 uur bij 37°C geïncu-20 beerd.
Serumvrij medium met 1 mM IBMX werd aan elk putje toegevoegd gevolgd door 10 μΐ testverbinding (1:10 stock-oplossing (25 mM verbinding in DMSO) in 50% DMSO/PBS) 10 X verdund in PBS met 0,1% BSA. Na 20 minuten incubatie bij 25 37°C, werd 2 μΜ Forskoline toegevoegd waarna nog 20 minu ten werd geïncubeerd bij 37°C. Het medium werd verwijderd, 100 μΐ 0,01 N HC1 werd toegevoegd waarna 20 minuten werd geïncubeerd bij kamertemperatuur. Cellysaat (75 μΐ) plus 25 μΐ assaybuffër (geleverd in de FlashPlate”* cAMP-30 assaykit verkrijgbaar bij NEN Life Science Products Boston, MA) in een FlashPlate. cAMP-standaarden en cAMP-tracer werden toegevogd volgens de werkwijze van de kit. De FlashPlate werd vervolgens 18 uur bij 4eC geïncubeerd. De inhoud van de putjes werd af gezogen en geteld in een 35 Scintillatieteller.
Biologische Assays In Vivo 1026027- 75
Er is aangetoond dat anhabinoïde agonisten zoals Δ9-tetrahydrocannabinol (A9-THC) en 5-(l,l-dimethyl-heptyl)- 2-[5-hydroxy-2-(3-hydroxy-propyl)-cyclohexyl]fenol vier karakteristieke gedragingen in muizen beïnvloeden, welke 5 gezamnelijk bekend staan als dé Tretrade. Zie voor een beschrijving van deze gedragingen: Smith, P.B., et al. in "The pharmacological activity of anandamide, a putative endogenous cannabinoid, in mice", J. Pharmacol. Exp. Ther., 270(1), 219-227 (1994) en Wiley, J., et al. in 10 "Discriminative stimulus effects of anandamide in rats", Eur. J. Pharmacol., 276(1-2), 49-54 (1995). Omkering van deze activiteiten in de hieronder beschreven Locomotorac-tiviteit-, Catalepsie-, Hypothermie-, en Hete- Plaat-assays verschaft een test voor in vivo activiteit van CB-15 1-antagonisten.
Alle data zijn weergegeven als S omkering ten opzichte van alleen agonist, met gebruikmaking van de volgende formule: (5-(l,l-dimethylheptyl)-2-[5-hydroxy-2-(3- hydroxy-propyl.)-cyclöhexyl] fenol/agonist - vehi- 20 cle/agonist)/(vehicle/vehicle - vehicle/agonist). Negatieve getallen duiden op een versterking van de agonistacti-viteit of non-antagonist-activiteit. Positieve getallen duiden op een omkering van de activiteit voor die specifieke test.
25 Locomotoractiviteit
Mannelijke ICR-muizen (n=6) (17-19 g, Charles River
Laboratories, Ine., Wilmington, MA) werden voorbehandeld met testverbinding (sc,. po, ip, of icv). Vijftien minuten later, wérden de muizen getest met 5-(1,1-dimethyl-30 heptyl)-2-[5-hydroxy-2-(3-hydroxypropyl)-cyclohexyl]-fenol (sc). Vijfentwintig minuten na de agonist-injectie, werden . de muizen in doorzichtige acrylaatkooien (431,8 cm x 20,9 cm x 20,3 cm) met schoon zaagsel geplaatst. De subjecten kregen in totaal ongeveer 5 minuten de gelegenheid om de .* 35 omgeving te verkenen en de activiteit werd vastgelegd met behulp van infrarood-beweginsgdetectoren (verkrijgbaar bij Coulbourn Instruments**, Allentown, PA) die bovenop de 1 02 6027- 76 kooien waren geplaatst. De gegevens werden met behulp van de computer verzameld en uitgedrukt als "bewegingseenhe-den".
Catalepsie 5 Mannelijke ICR-muizen (n=6) (17-19 g bij aankomst) werden voorbehandeld met testverbinding (sc, po, ip, of icv). Vijftien minuten later, werden de muizen getest met 5-(1,1-dimethylheptyl)-2-[5-hydroxy-2-(3-hydroxypropyl)-cyclohexyl]-fenol (sc). Negentig minuten na injectie, wer-10 den de muizen op een stalen ring van 6,5 cm geplaats, die was gekoppeld aan een ringstandaard op een hoogte van ongeveer 12 inch. De ring was in een horizontale oriëntatie geplaatst en de muisn werd in de holte van de ring gehangen waarbij de voor en achterpootjes de omtrek vastgre-15 pen. De tijdsduur dat de mius volledig bewegingsloos bleef (met uitzondering van ademhalingsbewegingen) werd vastgelegd gedurende een periode van 3 minuten. De gegevens werden gepresenteerd als een procentuele immobiliteitswaarde. φ De waarde werd berekend door het aantal seconden dat de 20 muis bewegingsloos blijft te delen door de totale tijdsduur van de observatiepreiode en het résultaat te vermenigvuldigen met 100. Een percentage omkering van de ago-nist werd vervolgens berekend.
Hypothermie 25 Mannelijke ICR-muizen (n=5) (17-19 g bij aankomst) werden voorbehandeld met testverbinding (sc, po, ip, of icv). Vijftien minuten later, werden de muizen: getest met de cannabinoïde agonist 5-(l,l-dimethylheptyl)-2-[5- hydroxy-2-(3-hydroxypropyl)-cyclohexyl]-fenol (sc). Vijf-30 enzestig minuten na: agonistinjectie, werden rectale lichaamstemperaturen gemeten. Dit werd gedaan door een kléine thermostaatsonde ongeveer 2-2,5 cm in het rectum te in-serteren. Temperaturen werden vastgelegd met een nauwkeurigheid van eentiende graad.
35 Hete Plaat
Mannelijke ICR-muizen (n=7) (17-19 g bij aankomst) worden voorbehandeld met: testverbinding (sc, po, ip, of 1026027 77 icv) . Vijftien minuten later, werden de muizen getest met een cannabinoïde agonist 5-(l,l-dimethyl-heptyl)-2-[5-hydroxy-2-(3-hydróxypropyl)-cyclohexyl]-fenol (sc). Vijfenveertig minuten later werd elke muis getest op reversie 5 van analgesie met behulp van een standaard hete-plaat-meter (Columbus Instruments). De hete plaat was 10" x 10" x 0,75" met een omringende doorzichtige acrylaatwand. Latentie in trappen met, likken aan of schudden met de achterpoten of van het platform te springen werd vastgelegd 10 met een nauwkeurigheid van eentiende seconde. De tijdmeter werd door de experimentator geactiveerd en elke test had een afbreekwaarde van 40 seconden. Data werden weergegeven als percentage reversie van de door de agonist geïnduceerde analgesie.
15 Voedselconsumptie
De volgende screening werd gebruikt om de efficiëntie van testverbindingen voor het remmen van voedselconsumptie in Sprague-Dawley-ratten na overnachts vasten te evalueren.
20 Mannelijke Sprague-Dawley-ratten werden verkregen van
Charles River Laboratories, Ine. (Wilmington, MA). De rat-tenw erden individueel gehuisvest en gevoed met verpoederd voeder. Zij werden in een 12 uur licht/donkercyclus gehouden en ontvingen voedsel en water ad libitum. De dieren 25 werden gedurende een preiode van één wek voorafgaand aan testen aan het vivaruim geacclimatiseerd. Testen werden uitgevoerd tijdens het lichtgedeelte van de cyclus.
Voor het uitvoèren van de voedseliname- efficiëntiescreening uit te voeren werden ratten de middag 30 voorafgaand aan het testen overgebracht in individuele testkooien zonder voedsel, en werden de ratten overnachts onderworpen aan vasten. Na het overnachtse vasten werd aan de ratten de volgende morgen vehikel of testverbindingen toegediend. Een bekende antagonist (3 mg/kg) werd toege-35 diend als een . positieve controle, en een controlegroep ontving alleen vehikel (geên verbinding). De testverbindingen werden gedoseerd in het bereik tussen 0,1 en 100 1026027- 78 mg/kl afhankelijk van de verbinding. Het standaardvehikel . was 0,5% (w/v) methylcellulose in water en de standaard- . toedieningsroute was oraal. Indien nodig werden echter verschillende vehikels en toedieningsroutes gebruikt om 5 verschillende verbindingen te accomoderen. Voedsel werd . 30 minuten na toediening aan de ratten verschaft en het
Oxymax geautomatiseerd voedselconsumptiesysteem (Columbus Instruments, Columbus, Ohio) werd gestart. Voedselconsump-tie van individuele ratten werd continu vastgelegd met een 10 interval van 10 minuten gedurende een periode van twee uur. Indien nodig werd voedselconsumptie handmatig vastgelegd met behulp van een elektronische weegschaal; het voedsel werd iedere dertig minuten gewogen vnadtat het voedsel was verschaft tot vier uur nadat het voedsel was 15 verschaft. Effectiviteit van de verbindingen werd bepaald door het voedselinamepatroon van met verbinding behandelde ratten te vergelijken met ratten behandeld met vehikel en met de standaard positieve controle.
Alcoholconsumptie 20 Het volgende protocol evalueert het effect van alco holconsumptie in alcoholprefererende (P) vrouwelijke ratten rats (gekweekt aan de Indiana üniversity) met een langdurige geschiedenis van drankgebruik. De navolgende referenties verschaffen gedetailleerde beschrijvingen van 25 P-rattén: Li, T.-K., et al., "Indiana selection studies on alcohol related behaviors", in Development of Animal Models as Pharmacogenetic Tools (red. McClearn C. E., Dei-trich R. A. en Erwin V. G.), Research Monograph 6, 171-192 (1981) NIAAA, ADAMHA, Rockville, MD; Lumeng, L, et al., 30 "New strains of rats with alcohol preference and nonprefe-rence", Alcohol And Aldehvde Metabolizing Systems, 3, Academie Press, New York; 537-544 (1977); én Lumeng, L, et al., "Different sensitivities to ethanol in alcohol-preferring and -non preferring rats", Pharmacol. Biochem 35 Behav., 16, 125-130 (1982).
.Vrouwelijke ratten kregen dagelijks bij het begin van de donkercyclus 2 uur toegang tot alcohol (10% v/v en wa- 1026027- 19 ter, 2-flessen-keuze) . De ratten werden gehouden bij een reverse cyclus om experiamentatorwisselwerkingen te vereenvoudigen. De dieren werden aanvankelijk ingedeeld in vier vergelijkbare groepen voor alcoholconsumptie: Groep 1 5 - vehikel (n - 8); Groep 2 - positieve controle (bv. 5,6 mg/kg. AM251; n = 8); Groep 3 - lage dosis testverbinding (n = 8); en Groep 4 - hoge dosis testverbinding (n * 8) . Testverbindingen werden in het algemeen gemengd in een vehikel van 30% (w/v) β-cyclodextrine in gedestilleerd water 10 met een volume van 1-2 ml/kg. Vehikelinject'ies werden aan alle groepen gegeven gedurende de eerste twee dagen van het experiment. Dit werd gevolgd door twee dagen van geneesmiddelinjectie (aan de betreffende groepen) en een afsluitende dag van vehikelinjectie. Op de geneesmid-15 delinjectiedagen, werden geneesmiddelen sc gegeven 30 minuten voorafgaand aan een 2-urige periode van toegang tot alcohol. Alcoholconsumptie voor alle dieren werd gemeten tijdens de testperiode en er werd een vergelijking gemaakt tussen met geneesmiddel en met vehikel behandelde dieren 20 om de effecten van de verbindingen op alcoholdrinkgedrag te bepalen.
Aanvullend drinkonderzoek werd gedaan met behulp van vrouwelijke C57BI/6-muizen (Charles River). Verschillende onderzoeken hebben aangetóond dat deze stam graag alcohol 25 consumeert zonder dat enige manipulatie noodzakelijk is (Middaugh et al., "Ethanol Consumption. by C57BL/6 Mice: Influence of Gender and Procedural Variables", Alcohol, 17 (3), 175-183, 1999; Le et al., "Alcohol Consumption by C57BL/6, BALA/c, and DBA/2 Mice in a Limited Access Para-30 digm", Pharmacology Biochemistry and Behavior, 47, 375- 378, 1994) .
Voor onze doeleinden werd muizen (17-19 g) bij aankomst afzonderlijk gehuisvest en kregen zij onbeperkte toegang tot verpeoderd rattenvoeder, water en een 10% 35 (w/v) alcoholoplossing. Na 2-3 weken onbeperkte toegang werd. water dagelijks gedurende 10 uur beperkt en werd alcohol beperkt tot slechts 2 uur toegang per dag. Dit werd t 02 6027 80 op zodanige wijze gedaan dat de toegangsperiode bestond uit de laaste twee uur van het donkere deel van de licht-cyclus.
Zodra het drinkgedrag gestabiliseerd was, werd begon-5 nen met de testen. Muizen werden stabiel beschouwd wanneer de gemiddelde alcoholconsumptie gedurende 3 dagen ± 20% van het gemiddelde van alle drie dagen bedroeg. Dag 1 van de test bestond eruit dat alle muizen een vehikelinjectie (sc of ip) ontvingen. Dertig tot 120 minuten na injecte 10 werd toegang gegeven tot alcohol en water. Alcoholconsump-. tie voor die dag werd berekend (g/kg) en groepen werden zodanig samengesteld dat alle groepen een gelijkwaardige alcoholconsumptie hadden. Op dag 2 en 3 werden de muizen geïnjecteerd et vehikel of geneesmiddel en werd hetzelfde 15 protocol gevolgd als de vorige dag. Dag 4 was een wash-out en werden er geen injecties gegeven. Data werden geanalyseerd met gebruikmaking van herhaalde-meting-ANOVA. Verandering in water- of alcoholconsumptie werd vergeleken terug naaf vehikel gedurende elke dag van de test. Posi-20 tiève resultaten zou worden geïnterpreteerd als een verbinding die in staat was de alcoholconsumptie significant te reduceren zonder effect te hebben op water.
Zuurstofverbruik
Werkwijzen: 25 Zuurstofverbruik door het hele lichaam wordt gemeten met behulp van een indirecte calorimeter (Oxymax van Colu-mus Instruments, Columbus, OH) in mannelijke Sprague-Dawley-ratten (indien een andere rattenstèun of vrouwelijke ratten wordne gebruikt zal dit worden aangegeven). Ratten 30 (300-380 g lichaamsgewicht) worden in de calorimeterkamers geplaatst en de kamers worden in activiteitsmonitoren geplaatst. Dit onderzoek wordt gedaan gedurende de lichtcy-clus. Voorafgaand aan de meting van zuurstofverbruik worden de ratten ad libitvm gevoederd met standaardvoeder. 35 Tijdens de meting van zuurstofverbruik staat geen voedsel ter beschikking. Basaal pre-dosis-zuürstofverbruik en loopactiviteiten worden elke 10 minuten gemeten gedurende 1 02 6Q27- 81 .
2,5 tot 3 uur. Aan het einde van de basale predoseringspe-riode worden de kamers geopend en wordt aan de dieren een enkelvoudige dosis verbinding.toegediend (het gebruikelijke dosisbereik is 0,001 tot 10 mg/kg) door middel van ora-5 le gavage (of andere toedieningsroute zoals aangegeven, ie. s.c., i.p., i.v.) Geneesmiddelen worden bereid in methyl cellulose, water of een ander aangegeven vehikel (voorbeelden zijn onder meer PEG400, 30% beta-cyclo- dextran en propyleenglycol). Zuurstofverbruik en loopacti-10 viteiten worden nog 1-6 na dosering iedere 10 minuten gemeten.
De Oxymax-calorimeterprogrammatuur berekent het zuurstofverbruik (ml/kg/h) gebaseerd op de stroomsnelheid van lucht door de kamers en het verschil in zuurstofgehalte 15 aan de inlaat- en uitlaatpóorten; De actlviteitmonitoren hebben 15 infrarode lichtstralen met een tussen ruimte van één inch op elke as, loopactiviteit wordt geregistreerd wanneer twee opeenvolgende stralen worden verbroken en de resultaten worden geregistreerd als tellingen.
20 Zuurstofverbruik in rust, rijdens pre- en post- dosering, wordt berekend door de 10-min O2- verbruikswaarden te middelen, met uitsluiting van perioden van hoge loopactiviteit (loopactiviteitstelling > 100) en met uitsluiting van de eerste 5 waarden van de pre-dosis-25 periode en de eerste waarde van de post-dosis-periode. Verandering in zuurstofverbruik is weergegeven als percentage en wordt berekend door het post-dosering-zuurstofverbruik in rust te delen door het pre-dosering-zuurstofverbruik in rust *100. Experimenten worden typi-30 scherwijs gedaan met n * 4-6 ratten en gerapporteerde resultaten zijn gemiddelden ± SEM.
Interpretatie:
Een toename in zuurstofverbruik van >10% wordt beschouwd als een positief resultaat. Uit eerdere metingen 35 is gebleken, dat met vehikel. behandelde ratten geen verandering in zuurstofverbruik vertonen ten opzichte van de pre-dosis-basiswaarde. .
1026027 ;

Claims (11)

1. Verbinding met de Formule (I) of (II) o K . . ..CO ' W · 15 waarbij A staat voor stikstof en B voor koolstof, of A staat voor koolstof en B voor stikstof; R° staat voor een aryl, eventueel gesubstitueerd met één of meer substituenten, of een heteroaryl, eventueel 20 gesubstitueerd met één of meer substituenten; R1 staat voor aryl, eventueel gesubstitueerd met één of meer substituenten, heteroaryl, eventueel gesubstitueerd met één of meer substituenten, -CH=CH-Rla, of -CH2CH2-Rla, waarbij Rla staat voor waterstof of een chemische groep 25 gekozen uit (Ci-Ce)alkyl, 3- tot 8-ledige gedeeltelijk of geheel verzadigde carbocyclische ring(en), 3- tot 6-ledige gedeeltelijk of geheel verzadigde heteroring, aryl, heteroaryl, waarbij de chemische groep eventueel is gesubstitueerd met één of meer substituenten; 30. staat voor een binding of -C(R2a) (R2b), waarbij R2a en R2b onafhankelijk van elkaar staan voor waterstof, (Ci-C4)alkyl, of halogeengesubstitueerd (C1-C4)alkyl; R3a en R3b onafhankelijk van elkaar staan voor waterstof, (C1-C4) alkyl, of halogeengesubstitueerd (C1-C4) alkyl; 35 en R4 staat voor een chemische groep gekozen uit (Ci-Ce) alkyl, aryl, heteroaryl, aryl (C1-C4) alkyl, een 3- tot 8- 1028027/* ledige gedeeltelijk of geheel verzadigde carbocyclische ring(en), heteroaryl(C1-C3)alkyl, 5-6-ledig lacton, 5- tot 6-ledig lactam, en een 3- tot 8-ledige gedeeltelijk of geheel verzadigde heteroring, waarbij de chemische groep 5 eventueel is gesubstitueerd met één of meer substituenten; een farmaceutisch aanvaardbaar zout daarvan, een voorloper-geneesmiddel van de verbinding of het zout, of een solvaat of hydraat van de verbinding, het zout of de het voorlopergeneesmiddel; 10 met dien verstande dat, wanneer de verbinding een verbinding met de Formule (II) is, R3a en R3b niet beide waterstof zijn wanneer X is een binding is.
2. Verbinding volgens conclusie 1, waarbij de verbin-15 ding een verbinding is met de Formule (III) of (IV) . 0a R08 R» R 3aR \/X\^N V- (R )n W > R 25 . (III) . (,V) ' waarbij A staat voor stikstof en B voor koolstof, of A staat 30 voor koolstof en B voor stikstof; R0a, R0b, Rla, en Rlb onafhankelijk van elkaar staan voor halogeen, (C1-C4)alkoxy, (C1-C4) alkyl, halogeengesub-stitueerd (C1-C4) alkyl, of cyano; n en m onafhankelijk van elkaar 0, 1 of 2 zijn; 3.5 X staat voor een binding of -C(R2a) (R2b), waarbij R2a en R2b onafhankelijk van elkaar staan voor waterstof, (Ci-C4) alkyl, of halogeengesubstitueerd (C1-C4) alkyl; 1028027* R3a en R3b onafhankelijk van elkaar staan voor waterstof, (C1-C4) alkyl, of halogeengesubstitueerd (C1-C4) alkyl; en R4 staat voor een chemische groep gekozen uit (Ci-5 Ce) alkyl, aryl, heteroaryl, aryl (C1-C4) alkyl, een 3- tot 8-ledige gedeeltelijk of geheel verzadigde carbocyclische ring (en), heteroaryl (C1-C3) alkyl, 5-6-ledig lacton, 5- tot 6-ledig lactam, en een 3- tot 8-ledige gedeeltelijk of geheel verzadigde heteroring, waarbij de chemische groep 10 eventueel is gesubstitueerd met één of meer substituenten; een farmaceutisch aanvaardbaar zout daarvan, een sol-vaat of hydraat van de verbinding of het zout; met dien verstande dat, wanneer de verbinding een verbinding met de Formule (IV) is, R3a en R3b niet beide wa- 15 terstof zijn wanneer X is een binding is.
3. Verbinding volgens conclusie 1, waarbij R1 staat voor -CH=CH-Rla, of -CH2CH2-Rla, waarbij Rla staat voor waterstof of een chemische groep gekozen uit (Ci-Ce)alkyl, 3- 20 tot 8-ledige gedeeltelijk of geheel verzadigde carbocyclische ring(en), 3- tot 6-ledige gedeeltelijk of geheel verzadigde heteroring, aryl, heteroaryl, waarbij de chemische groep eventueel is gesubstitueerd met één of meer substituenten; 25 een farmaceutisch aanvaardbaar zout daarvan, of een solvaat of hydraat van de verbinding of het zout.
4. Verbinding volgens conclusie 1, 2 of 3, waarbij R4 staat voor een chemische groep gekozen uit de groep be- 30 staande uit (Ci-Ce) alkyl, aryl (C1-C4) alkyl, en 3- tot 8-ledige gedeeltelijk of geheel verzadigde carbocyclische ring(en), en 3- tot 8-ledige gedeeltelijk of geheel verzadigde heteroring, waarbij de chemische groep eventueel is gesubstitueerd met één of meer substituenten; 35 een farmaceutisch aanvaardbaar zout daarvan, of een solvaat of hydraat van de verbinding of het zout. 1026027”
5. Verbinding volgens conclusie 4, waarbij R4 staat voor (Ci-Ce) alkyl, halogeengesubstitueerd (Ci-Ce) alkyl, cy-clopentyl, cyclohexyl, piperidine-l-yl, pyrrolidine-l-yl, of morfoline-l-yl; 5 een farmaceutisch aanvaardbaar zout daarvan, of een solvaat of hydraat van de verbinding of het zout.
6. Verbinding volgens conclusie 1, 2, 3, 4 of 5, waarbij X staat voor een binding; 10 een farmaceutisch aanvaardbaar zout daarvan, of een solvaat of hydraat van de verbinding of het zout.
7. Verbinding volgens conclusie 1, 2, 3, 4 of 5, waarbij X staat voor -C(R2a) (R2b)-; 15 een farmaceutisch aanvaardbaar zout daarvan, of een solvaat of hydraat van de verbinding of het zout.
8. Verbinding volgens conclusie 7, waarbij R2a en R2b staan voor waterstof; 20 een farmaceutisch aanvaardbaar zout daarvan, of een solvaat of hydraat van de verbinding of het zout.
9. Farmaceutisch preparaat omvattende (1) een verbinding volgens één van voorgaande conclusies, of een solvaat 25 of hydraat van de verbinding of het zout; en (2) een farmaceutisch aanvaardbare excipiënt, verdunningsmiddel of drager.
10. Preparaat volgens conclusie 9, voorts omvattende 30 ten minste één ander farmaceutisch middel.
11. Gebruik van een verbinding volgens conclusie 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7 of 8 bij de vervaardiging van een geneesmiddel voor het behandelen van een ziekte, aandoening of 35 stoornis die wordt gemoduleerd door een cannabinoïdrecep-torantagonist. -o-o-o- 102602718
NL1026027A 2003-04-23 2004-04-23 Cannabinoïdreceptorliganden en toepassingen daarvan. NL1026027C2 (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
US46490803P 2003-04-23 2003-04-23
US46490803 2003-04-23

Publications (2)

Publication Number Publication Date
NL1026027A1 NL1026027A1 (nl) 2004-10-27
NL1026027C2 true NL1026027C2 (nl) 2005-07-05

Family

ID=33310977

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1026027A NL1026027C2 (nl) 2003-04-23 2004-04-23 Cannabinoïdreceptorliganden en toepassingen daarvan.

Country Status (31)

Country Link
US (1) US20040214856A1 (nl)
EP (1) EP1622903B1 (nl)
JP (1) JP2006524225A (nl)
KR (1) KR20060006048A (nl)
CN (1) CN1809566A (nl)
AP (1) AP2005003427A0 (nl)
AR (1) AR044037A1 (nl)
AT (1) ATE409700T1 (nl)
AU (1) AU2004232552A1 (nl)
BR (1) BRPI0409791A (nl)
CA (1) CA2521538A1 (nl)
CL (1) CL2004000827A1 (nl)
CO (1) CO5640084A2 (nl)
DE (1) DE602004016839D1 (nl)
EA (1) EA200501504A1 (nl)
EC (1) ECSP056117A (nl)
ES (1) ES2309517T3 (nl)
GT (1) GT200400076A (nl)
IS (1) IS8054A (nl)
MA (1) MA27766A1 (nl)
MX (1) MXPA05011454A (nl)
NL (1) NL1026027C2 (nl)
NO (1) NO20055516L (nl)
OA (1) OA13047A (nl)
PA (1) PA8600601A1 (nl)
PE (1) PE20050419A1 (nl)
TN (1) TNSN05272A1 (nl)
TW (1) TW200510419A (nl)
UY (1) UY28276A1 (nl)
WO (1) WO2004094421A1 (nl)
ZA (1) ZA200508568B (nl)

Families Citing this family (58)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
ES2294330T3 (es) * 2002-08-02 2008-04-01 MERCK &amp; CO., INC. Derivados de furo(2,3-b)piridina sustituidos.
AU2003275242B2 (en) 2002-09-27 2010-03-04 Merck Sharp & Dohme Corp. Substituted pyrimidines
EP1603585A2 (en) * 2003-03-14 2005-12-14 Bristol-Myers Squibb Company Polynucleotide encoding a novel human g-protein coupled receptor variant of hm74, hgprbmy74
US7145012B2 (en) 2003-04-23 2006-12-05 Pfizer Inc. Cannabinoid receptor ligands and uses thereof
US7141669B2 (en) * 2003-04-23 2006-11-28 Pfizer Inc. Cannabiniod receptor ligands and uses thereof
US7268133B2 (en) 2003-04-23 2007-09-11 Pfizer, Inc. Patent Department Cannabinoid receptor ligands and uses thereof
MXPA05011922A (es) * 2003-05-07 2006-02-17 Pfizer Prod Inc Ligandos del receptor de cannabinoides y sus usos.
US7232823B2 (en) * 2003-06-09 2007-06-19 Pfizer, Inc. Cannabinoid receptor ligands and uses thereof
US20050026983A1 (en) * 2003-07-30 2005-02-03 Pfizer Inc Imidazole compounds and uses thereof
JP2007510649A (ja) * 2003-11-04 2007-04-26 メルク エンド カムパニー インコーポレーテッド 置換ナフチリジノン誘導体
US7151097B2 (en) * 2003-11-07 2006-12-19 Pfizer Inc. Bicyclic pyrazolyl and imidazolyl compounds and uses thereof
DE602005010698D1 (de) 2004-06-09 2008-12-11 Glaxo Group Ltd Pyrrolopyridinderivate
US20060025448A1 (en) 2004-07-22 2006-02-02 Cadila Healthcare Limited Hair growth stimulators
CA2585925C (en) * 2004-10-27 2014-04-22 Janssen Pharmaceutica, N.V. Tetrahydro-pyridinyl pyrazole cannabinoid modulators
BRPI0519124A2 (pt) * 2004-12-17 2008-12-23 Lilly Co Eli composto, mÉtodo para tratar, prevenir ou melhorar obesidade e doenÇas relacionadas e/ou sintomas das mesmas, composiÇço farmacÊutica, uso de composto, e, combinaÇço
US20060223798A1 (en) 2005-03-31 2006-10-05 Fina Liotta Tetrahydrothiopyrano pyrazole cannabinoid modulators
EP1874779A1 (en) * 2005-04-20 2008-01-09 Pfizer Products Inc. Acylaminobicyclic heteromatic compounds as cannabinoid receptor ligands
CA2609783A1 (en) * 2005-05-27 2006-12-07 Pfizer Products Inc. Combination of a cannabinoid-1- receptor-antagonist and a microsomal triglyceride transfer protein inhibitor for treating obesity or mainataining weight loss
CA2618165A1 (en) * 2005-08-09 2007-02-15 Glaxo Group Limited Imidazopyridine derivatives as cannabinoid receptor ligands
US7872006B2 (en) 2005-10-21 2011-01-18 Mitsubishi Tanabe Pharma Corporation Pyrazole compounds having cannabinoid receptor (CB1) antagonizing activity
WO2007102999A2 (en) * 2006-02-21 2007-09-13 Ampla Pharmaceuticals Inc. Cb1 antagonists and inverse agonists
AU2007283113A1 (en) 2006-08-08 2008-02-14 Sanofi-Aventis Arylaminoaryl-alkyl-substituted imidazolidine-2,4-diones, processes for preparing them, medicaments comprising these compounds, and their use
WO2008039863A2 (en) * 2006-09-27 2008-04-03 Braincells, Inc. Composition comprising a melanocortin receptor (mcr) modulating agent alone or in combination with a second neurogenic agent for treating nervous system disorders
PE20090142A1 (es) * 2007-04-11 2009-02-19 Merck & Co Inc Derivados de furo[2,3-b] piridina sustituidos como moduladores del receptor canabinoide-1
EP2025674A1 (de) 2007-08-15 2009-02-18 sanofi-aventis Substituierte Tetrahydronaphthaline, Verfahren zu ihrer Herstellung und ihre Verwendung als Arzneimittel
EP2242745A1 (de) * 2008-02-07 2010-10-27 Sanofi-Aventis Neue phenyl-substituierte imidazolidine, verfahren zu deren herstellung, diese verbindungen enthaltende arzneimittel und deren verwendung
UY31968A (es) 2008-07-09 2010-01-29 Sanofi Aventis Nuevos derivados heterocíclicos, sus procesos para su preparación, y sus usos terapéuticos
JO2870B1 (en) * 2008-11-13 2015-03-15 ميرك شارب اند دوهم كورب Amino Tetra Hydro Pirans as Inhibitors of Peptide Dipeptide IV for the Treatment or Prevention of Diabetes
WO2010068601A1 (en) 2008-12-08 2010-06-17 Sanofi-Aventis A crystalline heteroaromatic fluoroglycoside hydrate, processes for making, methods of use and pharmaceutical compositions thereof
CA2771278A1 (en) 2009-08-26 2011-03-03 Sanofi Novel crystalline heteroaromatic fluoroglycoside hydrates, pharmaceuticals comprising these compounds and their use
WO2011037793A1 (en) 2009-09-25 2011-03-31 Merck Sharp & Dohme Corp. Substituted aminopiperidines as dipeptidyl peptidase-iv inhibitors for the treatment of diabetes
EP2582709B1 (de) 2010-06-18 2018-01-24 Sanofi Azolopyridin-3-on-derivate als inhibitoren von lipasen und phospholipasen
US8828994B2 (en) 2011-03-08 2014-09-09 Sanofi Di- and tri-substituted oxathiazine derivatives, method for the production thereof, use thereof as medicine and drug containing said derivatives and use thereof
EP2683699B1 (de) 2011-03-08 2015-06-24 Sanofi Di- und trisubstituierte oxathiazinderivate, verfahren zu deren herstellung, ihre verwendung als medikament sowie sie enthaltendes arzneimittel und deren verwendung
WO2012120052A1 (de) 2011-03-08 2012-09-13 Sanofi Mit carbozyklen oder heterozyklen substituierte oxathiazinderivate, verfahren zu deren herstellung, diese verbindungen enthaltende arzneimittel und deren verwendung
WO2012120058A1 (de) 2011-03-08 2012-09-13 Sanofi Mit benzyl- oder heteromethylengruppen substituierte oxathiazinderivate, verfahren zu deren herstellung, ihre verwendung als medikament sowie sie enthaltendes arzneimittel und deren verwendung
US8809325B2 (en) 2011-03-08 2014-08-19 Sanofi Benzyl-oxathiazine derivatives substituted with adamantane and noradamantane, medicaments containing said compounds and use thereof
WO2012120053A1 (de) 2011-03-08 2012-09-13 Sanofi Verzweigte oxathiazinderivate, verfahren zu deren herstellung, ihre verwendung als medikament sowie sie enthaltendes arzneimittel und deren verwendung
US8809324B2 (en) 2011-03-08 2014-08-19 Sanofi Substituted phenyl-oxathiazine derivatives, method for producing them, drugs containing said compounds and the use thereof
US8871758B2 (en) 2011-03-08 2014-10-28 Sanofi Tetrasubstituted oxathiazine derivatives, method for producing them, their use as medicine and drug containing said derivatives and the use thereof
WO2012120057A1 (de) 2011-03-08 2012-09-13 Sanofi Neue substituierte phenyl-oxathiazinderivate, verfahren zu deren herstellung, diese verbindungen enthaltende arzneimittel und deren verwendung
US9365576B2 (en) 2012-05-24 2016-06-14 Novartis Ag Pyrrolopyrrolidinone compounds
US9556180B2 (en) 2013-01-22 2017-01-31 Novartis Ag Pyrazolo[3,4-d]pyrimidinone compounds as inhibitors of the P53/MDM2 interaction
WO2014115077A1 (en) 2013-01-22 2014-07-31 Novartis Ag Substituted purinone compounds
MX2015016344A (es) 2013-05-27 2016-03-01 Novartis Ag Derivados de imidazo-pirrolidinona y su uso en el tratamiento de enfermedades.
PL3004112T3 (pl) 2013-05-28 2018-02-28 Novartis Ag Pochodne pirazolo-pirolidyn-4-onu oraz ich zastosowanie w leczeniu choroby
MX2015016421A (es) 2013-05-28 2016-03-03 Novartis Ag Derivados de pirazolo-pirrolidin-4-ona como inhibidores de bet y su uso en el tratamiento de enfermedades.
EP3071571A1 (en) 2013-11-21 2016-09-28 Novartis AG Pyrrolopyrrolone derivatives and their use as bet inhibitors
SG10202006688RA (en) * 2016-03-11 2020-08-28 Ac Immune Sa Bicyclic compounds for diagnosis and therapy
CN105878251B (zh) * 2016-04-22 2019-04-09 上海市同济医院 帕金森病动物模型的制备方法及其用途
KR102586710B1 (ko) 2017-05-31 2023-10-10 케모센트릭스, 인크. C5a 억제제로서의 5-5 융합 고리
EP3630775B1 (en) 2017-05-31 2022-12-14 ChemoCentryx, Inc. 6-5 FUSED RINGS AS C5a INHIBITORS
WO2019126431A1 (en) 2017-12-22 2019-06-27 Chemocentryx, Inc. DIARYL SUBSTITUTED 5,5-FUSED RING COMPOUNDS AS C5aR INHIBITORS
JP7254082B2 (ja) 2017-12-22 2023-04-07 ケモセントリックス,インコーポレイティド C5aR阻害剤としてのジアリール置換6,5-縮合環化合物
MX2020010390A (es) * 2018-04-02 2021-01-15 Chemocentryx Inc Profarmacos de antagonistas de c5ar biciclicos fusionados.
CN115515961A (zh) * 2020-05-07 2022-12-23 Ac免疫有限公司 用于诊断的新化合物
CN117460731A (zh) * 2021-06-11 2024-01-26 劲方医药科技(上海)有限公司 杂环内酰胺类化合物,其制法与医药上的用途
KR20240046550A (ko) * 2021-08-11 2024-04-09 란도스 바이오파마, 인크. Nlrx1의 테트라히드로피라졸로피리딘-유사체 리간드 및 그의 용도

Family Cites Families (35)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3365459A (en) * 1964-09-08 1968-01-23 Ciba Geigy Corp Certain tetrahydro pyrazolo-pyridine and pyrazolo-piperidine derivatives
US3340269A (en) * 1964-09-08 1967-09-05 Ciba Geigy Corp 1-substituted 4-acyl-2, 3-dioxo-piperidine
GB8613591D0 (en) * 1986-06-04 1986-07-09 Roussel Lab Ltd Chemical compounds
DE3775527D1 (de) * 1986-10-22 1992-02-06 Ciba Geigy Ag 1,5-diphenylpyrazol-3-carbonsaeurederivate zum schuetzen von kulturpflanzen.
PH27357A (en) * 1989-09-22 1993-06-21 Fujisawa Pharmaceutical Co Pyrazole derivatives and pharmaceutical compositions comprising the same
FR2665898B1 (fr) * 1990-08-20 1994-03-11 Sanofi Derives d'amido-3 pyrazole, procede pour leur preparation et compositions pharmaceutiques les contenant.
FR2692575B1 (fr) * 1992-06-23 1995-06-30 Sanofi Elf Nouveaux derives du pyrazole, procede pour leur preparation et compositions pharmaceutiques les contenant.
FR2714057B1 (fr) * 1993-12-17 1996-03-08 Sanofi Elf Nouveaux dérivés du 3-pyrazolecarboxamide, procédé pour leur préparation et compositions pharmaceutiques les contenant.
US5596106A (en) * 1994-07-15 1997-01-21 Eli Lilly And Company Cannabinoid receptor antagonists
FR2741621B1 (fr) * 1995-11-23 1998-02-13 Sanofi Sa Nouveaux derives de pyrazole, procede pour leur preparation et compositions pharmaceutiques en contenant
FR2742148B1 (fr) * 1995-12-08 1999-10-22 Sanofi Sa Nouveaux derives du pyrazole-3-carboxamide, procede pour leur preparation et compositions pharmaceutiques les contenant
WO1998031227A1 (en) * 1997-01-21 1998-07-23 Smithkline Beecham Corporation Novel cannabinoid receptor modulators
FR2758723B1 (fr) * 1997-01-28 1999-04-23 Sanofi Sa Utilisation des antagonistes des recepteurs aux cannabinoides centraux pour la preparation de medicaments
FR2761266B1 (fr) * 1997-03-28 1999-07-02 Sanofi Sa Composition pharmaceutique formee par granulation humide pour l'administration orale d'un derive du n-piperidino-3- pyrazolecarboxamide, de ses sels et de leurs solvates
KR100652994B1 (ko) * 1998-09-11 2006-11-30 아방티 파르마 소시에테 아노님 아제티딘 유도체, 이의 제조방법 및 이를 함유하는 약제
FR2789079B3 (fr) * 1999-02-01 2001-03-02 Sanofi Synthelabo Derive d'acide pyrazolecarboxylique, sa preparation, les compositions pharmaceutiques en contenant
CA2399791A1 (en) * 2000-02-11 2001-08-16 Bristol-Myers Squibb Company Cannabinoid receptor modulators, their processes of preparation, and use of cannabinoid receptor modulators in treating respiratory and non-respiratory diseases
US6479479B2 (en) * 2000-03-03 2002-11-12 Aventis Pharma S.A. Azetidine derivatives, their preparation and pharmaceutical compositions containing them
US6355631B1 (en) * 2000-03-03 2002-03-12 Aventis Pharma S.A. Pharmaceutical compositions containing azetidine derivatives, novel azetidine derivatives and their preparation
US6566356B2 (en) * 2000-03-03 2003-05-20 Aventis Pharma S.A. Pharmaceutical compositions containing 3-aminoazetidine derivatives, novel derivatives and their preparation
UA74367C2 (uk) * 2000-03-23 2005-12-15 Сольве Фармас'Ютікалз Б.В. ПОХІДНІ 4,5-ДИГІДРО-1Н-ПІРАЗОЛУ, ЩО ВИЯВЛЯЮТЬ АНТАГОНІСТИЧНУ АКТИВНІСТЬ ЩОДО СВ<sub>1</sub>, СПОСІБ ЇХ ОДЕРЖАННЯ, ФАРМАЦЕВТИЧНА КОМПОЗИЦІЯ ТА СПОСІБ ЇЇ ВИГОТОВЛЕННЯ, СПОСІБ ЛІКУВАННЯ ЗАХВОРЮВАНЬ (ВАРІАНТИ)
US20020019421A1 (en) * 2000-07-05 2002-02-14 Roni Biberman Compositions and therapy for substance addiction
US20020091114A1 (en) * 2000-10-04 2002-07-11 Odile Piot-Grosjean Combination of a CB1 receptor antagonist and of sibutramine, the pharmaceutical compositions comprising them and their use in the treatment of obesity
AU2002319627A1 (en) * 2001-07-20 2003-03-03 Merck And Co., Inc. Substituted imidazoles as cannabinoid receptor modulators
US6509367B1 (en) * 2001-09-22 2003-01-21 Virginia Commonwealth University Pyrazole cannabinoid agonist and antagonists
US20030139386A1 (en) * 2001-12-21 2003-07-24 Sophie Cote Pharmaceutical compositions based on azetidine derivatives
US6825209B2 (en) * 2002-04-15 2004-11-30 Research Triangle Institute Compounds having unique CB1 receptor binding selectivity and methods for their production and use
JP2006506366A (ja) * 2002-10-18 2006-02-23 ファイザー・プロダクツ・インク カンナビノイド受容体リガンドおよびその使用方法
US7129239B2 (en) * 2002-10-28 2006-10-31 Pfizer Inc. Purine compounds and uses thereof
US7247628B2 (en) * 2002-12-12 2007-07-24 Pfizer, Inc. Cannabinoid receptor ligands and uses thereof
US7329658B2 (en) * 2003-02-06 2008-02-12 Pfizer Inc Cannabinoid receptor ligands and uses thereof
US7176210B2 (en) * 2003-02-10 2007-02-13 Pfizer Inc. Cannabinoid receptor ligands and uses thereof
US7145012B2 (en) * 2003-04-23 2006-12-05 Pfizer Inc. Cannabinoid receptor ligands and uses thereof
US7268133B2 (en) * 2003-04-23 2007-09-11 Pfizer, Inc. Patent Department Cannabinoid receptor ligands and uses thereof
US7141669B2 (en) * 2003-04-23 2006-11-28 Pfizer Inc. Cannabiniod receptor ligands and uses thereof

Also Published As

Publication number Publication date
PE20050419A1 (es) 2005-06-18
IS8054A (is) 2005-09-29
CN1809566A (zh) 2006-07-26
GT200400076A (es) 2004-12-16
UY28276A1 (es) 2004-11-30
CA2521538A1 (en) 2004-11-04
TNSN05272A1 (fr) 2007-07-10
NL1026027A1 (nl) 2004-10-27
NO20055516L (no) 2005-11-22
CO5640084A2 (es) 2006-05-31
OA13047A (en) 2006-11-10
US20040214856A1 (en) 2004-10-28
ES2309517T3 (es) 2008-12-16
AP2005003427A0 (en) 2005-12-31
PA8600601A1 (es) 2005-05-24
CL2004000827A1 (es) 2005-03-04
BRPI0409791A (pt) 2006-05-30
ECSP056117A (es) 2006-03-01
WO2004094421A1 (en) 2004-11-04
AU2004232552A1 (en) 2004-11-04
JP2006524225A (ja) 2006-10-26
EP1622903B1 (en) 2008-10-01
EP1622903A1 (en) 2006-02-08
MA27766A1 (fr) 2006-02-01
KR20060006048A (ko) 2006-01-18
ATE409700T1 (de) 2008-10-15
AR044037A1 (es) 2005-08-24
ZA200508568B (en) 2007-04-25
EA200501504A1 (ru) 2006-04-28
TW200510419A (en) 2005-03-16
MXPA05011454A (es) 2005-12-12
DE602004016839D1 (de) 2008-11-13

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL1026027C2 (nl) Cannabinoïdreceptorliganden en toepassingen daarvan.
US7354929B2 (en) Cannabinoid receptor ligands and uses thereof
NL1026028C2 (nl) Cannabinoïdreceptorliganden en toepassingen daarvan.
NL1026030C2 (nl) Cannabinoïdreceptorliganden en toepassingen daarvan.
US7232823B2 (en) Cannabinoid receptor ligands and uses thereof
US7329658B2 (en) Cannabinoid receptor ligands and uses thereof
US7176210B2 (en) Cannabinoid receptor ligands and uses thereof
WO2006111849A1 (en) Acylaminobicyclic heteromatic compounds as cannabinoid receptor ligands
WO2005103052A1 (en) Pyrazolo [1,5-a] pyrimidin-7-one compounds and uses thereof
US20050026983A1 (en) Imidazole compounds and uses thereof
WO2005061507A1 (en) Bicyclic pyrazol-4-one cannabinoid receptor ligands and uses thereof
WO2005061506A1 (en) Bicyclic pyrazolyl and imidazolyl compounds as cannabinoid receptor ligands and uses thereof
WO2005061505A1 (en) Bicyclic imidazolyl pyrimidin-4-one cannabinoid receptor ligands and uses thereof
WO2005061504A1 (en) Bicyclic pyridazinone cannabinoid receptor ligands and uses thereof
US20070213334A1 (en) Cannabinoid receptor ligands and uses thereof

Legal Events

Date Code Title Description
AD1A A request for search or an international type search has been filed
RD2N Patents in respect of which a decision has been taken or a report has been made (novelty report)

Effective date: 20050301

PD2B A search report has been drawn up
VD1 Lapsed due to non-payment of the annual fee

Effective date: 20081101