NL1025057C2

NL1025057C2 - Voertuigband.

Info

Publication number: NL1025057C2
Application number: NL1025057A
Authority: NL
Inventors: Shut Chen Hsu
Original assignee: Shut Chen Hsu
Priority date: 2002-12-19
Filing date: 2003-12-18
Publication date: 2004-07-28
Also published as: US6926052B2; AU2003257927A1; CH697029A5; DE10307605B4; ES2253048B1; KR100653377B1; CA2447837A1; PT103054A; ES2253048A1; DE10307605A1; SE0303024D0; CA2447837C; GB0316142D0; JP2004196278A; PT103054B; KR20040054475A; TW200410843A; NL1025057A1; SE0303024L; ITMI20032499A1

Description

I. 1 v ,

Voertuigband 1. Gebied van de uitvinding

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op voer-tuigbanden en meer in het bijzonder op een zodanige band die ondersteund is om gedurende een bepaalde tijd normaal te 5 functioneren wanneer deze door een ongeluk is beschadigd.

2. Beschrijving van de stand van de techniek

Om veilig te kunnen rijden moet regelmatig de toestand van de banden van een voertuig worden geverifieerd. Op 10 bestaande voertuigen worden twee soorten banden gebruikt, banden met een binnenband en banden zonder binnenband. Bij de klassieke soort banden wordt een metalen rooster van metaaldraden in de dwarsrichting en metaaldraden in de langsrich-ting geplaatst tussen het karkas en het loopvlak. De twee la-15 gen metaaldraden zijn geplaatst op 17 tot 26°. Het metalen draadwerk kan slechts de constructieve sterkte van de band vergroten. Het kan niet het doorboren van de band verhinderen door een uitwendig snijdend voorwerp. Wanneer een spijker of een soortgelijk voorwerp zich heeft geboord door de lege 20 ruimte van het metalen draadwerk, loopt de band leeg en kan zich het ongeluk van een klapband voordoen.

Samenvatting van uitvinding

De onderhavige uitvinding is tot stand gekomen onder 25 de weergegeven omstandigheden. Volgens één aspect van de onderhavige uitvinding omvat de voertuigband een hoofdbanddeel met twee inwendige lippen en twee aanvullende ringvormige bandelementen die respectievelijk zijn bevestigd aan de inwendige lippen van het hoofdbandonderdeel en dienen om het 30 hoofdbandonderdeel zijn vorm te laten behouden wanneer deze door een ongeluk is beschadigd. Volgens een ander aspect van de onderhavige uitvinding zijn de aanvullende onderdelen van de band elk voorzien van twee halfcirkelvormige aanvullende bandonder del en die elk zijn voorzieri van een reeks verster- 1025057 Η ι I kingsribben in de dwarsrichting, een bovenste potionerings- I groef en een reeks boutgaten voor de montage in de verster- I kingsribben die zich bevinden bij de twee verre uiteinden van I het onderdeel, een serie bouten geschroefd in de bevesti- I 5 gingsgaten van de aanvullende halfcirkelvormige bandonderde- I len en aangedraaid om de halfcirkelvormige aanvullende band- I onderdelen en een ringvormig aanvullend bandonderdeel samen I te voegen, en een bekledingselement gemonteerd in de bovenste I positioneringsgroef van het aanvullende element dat hoort bij 10 de band om in aangrijping te komen met een inwendige lip van I het hoofdelement van de band. Volgens weer een ander aspect I van de onderhavige uitvinding zijn intrekbare afstandhouders I gemonteerd tussen de aanvullende bandonderdelen om deze op de I inwendige lippen van het hoofdbandonderdeel te houden.

I 15 I Korte beschrijving van de tekeningen I Figuur 1 is een uitgebroken weergave van een hoofd- I onderdeel voor een voertuigband volgens de onderhavige uit- I vinding.

I 20 Figuur 2A is een aanzicht van een deel van een aan- I vullend bandonderdeel voor een voertuigband volgens de onder- I havige uitvinding.

I Figuur 2B toont een andere vorm van een aanvullend I bandonderdeel volgens de onderhavige uitvinding.

I 25 Figuur 3A is een doorsnede van een aanvullend band- I onderdeel voor een voertuigband volgens de onderhavige uit- I vinding.

I Figuur 3B is een vergrote weergave van een deel van I figuur 3A.

I 30 Figuur 3C is een aanzicht van een andere uitvoe- I ringsvorm van een aanvullend bandonderdeel volgens de onder- I havige uitvinding.

I Figuur 3D is een weergave op een grotere schaal van I een deel van figuur 3C.

I 35 Figuur 4A is een aanzicht van een deel van weer een andere uitvoeringsvorm van een aanvullend bandonderdeel vol- gens de onderhavige uitvinding.

I 1025057 I f 3

Figuur 4B is een doorsnede van een aanvullend band-onderdeel dat is weergegeven in figuur 4A.

Figuur 5 is een dwarsdoorsnede van een voertuigband volgens de onderhavige uitvinding.

5 Figuur 6 is een dwarsdoorsnede van een andere uit voeringsvorm van een voertuigband volgens de onderhavige uitvinding .

Gedetailleerde beschri-ivina van de voorkeursuitvoe-10 ringsvorm

In figuren 1, 2A, 2B, 3A; 3B en 5 is een voertuigband weergegeven volgens de onderhavige uitvinding, die een hoogdbandonderdeel 10, twee aanvullende bandonderdelen 200, bekledingselementen 205 en 206 en intrekbare afstandhouders 15 30 omvat.

In het hoofdonderdeel van de band 10 zijn verster-kingsonderdeleri in roostervorm verzonken, en het hoofdonderdeel van de band 10 heeft twee inwendige lippen 101 die naar binnen uitsteken van de twee tegenover elkaar liggende wangen 20 (zie fig. 1). De aanvullende bandonderdelen 200 omvatten elk twee aanvullende bandonderdelen 20 (zie fig. 3A, 3B en 5). De twee aanvullende bandonderdelen 20 zijn elk voorzien van verst erkings ribben 202 in de dwarsrichting, van dwarse bevesti-gingsgaten 203 en van een bovenste positioneringsgroef 204 in 25 de lengterichting (zie fig. 2A en 2B). De omtrek van de positioneringsgroef 204 van elk aanvullend bandonderdeel 20 kan één geheel vormen (zie fig. 2A) of getand zijn (zie fig. 2B). De eerste en laatste versterkingsgroeven 202 van de aanvullende bandonderdelen 20 zijn voorzien van boutgaten 202a.

30 Bouten 60 die aangrijpen in de boutgaten 202a verbinden op stevige wijze de twee aanvullende bandonderdelen 20 en een cirkelvormig aanvullend bandonderdeel 200 (zie fig. 3A en 3B). De bekledings onderdel en 205 zijn bevestigd aan de bovenste positioneringsgroeven 204 in de lengterichting van de 35 halfcirkelvormige delen 20 van de aanvullende bandonderdelen 200. De bekledingsonderdelen 206 zijn aan de aanvullende bandonderdelen 20 van de aanvullende cirkelvormige bandonderdelen 200 bevestigd aan de binnenzijde (liggend tegenover de 1 02 50 5 7 H bovenste positioneringsgroeven 204). De intrekbare afstand- houders 30 zijn bevestigd tussen de aanvullende bandonderde- len 200. Elke intrekbare af standhouder 30 omvat twee delen die in elkaar schuiven. Elk deel van elke intrekbare afstand- 5 houder 30 is in een gat 203 bevestigd van de aanvullende cir- H keivormige bandonderdelen 200. Eén deel van elke intrekbare afstandhouder 30 is voorzien van een vergrendelingstang die wordt gedragen door een veer 300 en het andere deel is voor- zien van positioneringsgaten 301 en 302 die in de lengterich- 10 ting op één lijn liggen en dienen om op selectieve wijze de vergrendelingstang ondersteunt door veer 300 te ontvangen.

Een elastisch element kan zijn aangebracht in elke intrekbare H afstandhouder 30 en zijn bevestigd tussen de twee delen daar- van, om deze twee delen op afstand van elkaar te houden.

I 15 Zoals is aangegeven in figuur 5, zijn de twee aan- I vullende bandonder del en 200 respectievelijk bevestigd aan de I inwendige lippen 101 van het hoofdbandonderdeel 10, en de in- trekbare afstandhouders 30 zijn tussen de aanvullende bandon- I derdelen 200 aangebracht om deze in aangrijping te brengen I 20 met de inwendige lippen 101 en het hoofdonderdeel van de band I 10. De bekledingsonderdelen 205, wanneer zij zich op hun plaats bevinden, zijn respectievelijk geklemd tussen de in- I wendige lippen 101 van het hoofdbandonderdeel 10 en de aan- I vullende bandonderdelen 20 van de aanvullende bandonderdelen I 25 200.

I De figuren 3C en 3D tonen een andere uitvoeringsvorm I van het aanvullende bandonderdeel. In deze uitvoeringsvorm I heeft het aanvullend onderdeel van de band 70 de vorm van een I gespleten ring en omvat een aanvullend bandelement 20 en een I 30 uitwendige rubberlaag 71 die dit element 20 bedekt. De uit- wendige rubberlaag 71 heeft een bovenste positioneringsgroef I 701 in de lengterichting, die bedoeld is om één inwendige lip 101 van het hoofdbandelement 10 aan te grijpen (zie fig. 1).

I Het aanvullend bandonderdeel 20 is voorzien van versterkings- 35 ribben 202 in de dwarsrichting en van boutgaten 202a in deze ribben 202 bij de twee verre uiteinden. Bouten 61 die aan- I grijpen in gaten 202a zijn aangedraaid om de uiteinden van I het aanvullend bandonderdeel 20 te verbinden. Het aanvullend I 1025057 5 bandonderdeel 20 is bij voorkeur van metaallegering of van een massief licht metaal.

De figuren 4A en 4B tonen weer een andere uitvoeringsvorm van een aanvullend bandonderdeel. In deze uitvoe-5 ringsvorm is het aanvullend bandonderdeel 40 een gegoten ringvormig rubberdeel waarin versterkingsmiddelen in rooster-vorm zijn verzonken. Het aanvullend bandonderdeel 40 is voorzien van een reeks dwarsliggende kanalen 401, een rondlopende positioneringsgroef 402 die zich langs de inwendige diameter 10 uitstrekt en bedoeld is om samen te werken met een inwendige lip 101 van het hoofdbandonderdeel 10 (zie fig. 1), en een hoofdgroef 40a aan één zijde van de rondlopende positioneringsgroef 402, voor een eenvoudige montage van het aanvullend bandonderdeel 40 aan een inwendige lip 101 van het 15 hoofdbandonderdeel 10.

Zoals figuur 6 toont, zijn de aanvullende bandonder-delen 40 respectievelijk en tweezijdig bevestigd aan het inwendige van het hoofdbandonderdeel 10 en daaraan bevestigd door schroeven 50, die de rondlopende positioneringsgroeven 20 402 van de aanvullende bandonderdelen 40 in aangrijping hou den met de inwendige lippen 101 van het hoofdbandonderdeel 10.

Wanneer de band 10 is geklapt tengevolge van een ongeluk, houden de aanvullende bandonderdelen 200 of 40 de band 25 10 in de vorm, zodat het voertuig zijn weg veilig kan vervol gen tot aan een reparatiewerkplaats om te worden gerepareerd.

Het is begrijpelijk dat de tekeningen slechts zijn bedoeld om de uitvinding te illustreren en niet om te worden gebruikt om de beperkingen en de reikwijdte van de weergege-30 ven uitvinding te bepalen.

1025057

Claims

2. Voertuigband volgens conclusie 1, waarin de aan- vullende bandonderdelen (20) bovendien elk zijn voorzien van I een reeks aanvullende bekledingselementen (206) die respec- I tievelijk daaraan zijn bevestigd aan de binnenzijde. I 30 3. Voertuigband volgens conclusie 1, waarin de om- I trek van de positioneringsgroef (204) van elk aanvullend I bandonderdeel (20) van elk van de aanvullende bandonderdelen I (200) getand is.
4. Voertuigband volgens conclusie 1, bovendien voor- I 35 zien van een reeks intrekbare afstandhouders (30) die zijn I i n ? s n s 7 » > aangebracht tussen de aanvullende bandonderdelen (200), waarbij deze intrekbare afstandhouders (30) elk zijn voorzien van een eerste deel en een tweede deel die in elkaar glijden, waarbij het eerste deel en het tweede deel elk met een uit-5 einde aangrijpen in een gat (203) van een aanvullend bandonder deel (20) van één van de aanvullende bandonderdelen (200), en een elastisch middel aangebracht in het eerste deel en het tweede deel en bedoeld om deze delen op afstand te houden, waarbij het eerste deel is voorzien van een vergrendeling-10 stang ondersteunt door een veer (300) en het tweede deel is voorzien van meerdere positioneringsgaten (301) die in de lengterichting op een lijn liggen en die bedoeld zijn om de vergrendelingstang die wordt ondersteund door veer (300) te ontvangen.
5. Voertuigband voorzien van: een hoofdbandonderdeel (10) waarin versterkingsele-menten in roostervorm zijn verzonken en die twee inwendige lippen (101) heeft die naar binnen uitsteken van de twee tegenover elkaar liggende wangen daarvan, en 20 twee aanvullende ringvormige bandonderdelen die res pectievelijk zijn bevestigd aan de inwendige lippen (101) van het hoofdbandonderdeel (10) en die zijn bedoeld om het hoofdbandonderdeel (10) zijn vorm te doen behouden wanneer deze bij een ongeluk is beschadigd, waarbij deze aanvullende band-25 onderdelen elk zijn voorzien van een aanvullend bandonderdeel (70) wat de vorm heeft van een gespleten ring, waarbij dit aanvullende bandonderdeel (70) is voorzien van een reeks dwarsribben ter versterking (202) en een reeks boutgaten voor montage (200a) in de versterkingsribben (202), die zijn gele-30 gen nabij de verre uiteinden daarvan, een reeks bouten (61) die in deze gaten (202) van deze aanvullende halfcirkelvormige bandonderdelen aangrijpen en zijn aangedraaid om de twee verre uiteinden van het aanvullend bandonderdeel (70) samen te voegen, en een deklaag van rubber (71) die is bevestigd 35 aan een buitenwand van het aanvullend bandonderdeel (70), waarbij deze deklaag van rubber (71) is voorzien van een po-sitioneringsgroef (701) die met kracht in aangrijping is ge- 1 0250 57 ' Η bracht met een inwendige lip (101) van het hoofdbandonderdeel I (10).
6. Voertuigband voorzien van: een hoofdbandonderdeel (10) waarin versterkingsele- 5 menten in roostervorm zijn verzonken en die twee inwendige lippen (101) heeft die naar het inwendige van de twee tegen- over elkaar liggende wangen daarvan uitsteken, en twee aanvullende ringvormige bandonderdelen (40) die H respectievelijk zijn bevestigd aan de inwendige lippen (101) 10 van het hoofdbandonderdeel (10) en die bedoeld zijn om het hoofdbandonderdeel (10) zijn vorm te doen behouden wanneer deze door een ongeluk is beschadigd, waarbij de ringvormige aanvullende bandonderdelen (40) uit rubber gegoten zijn waar- in versterkingsmiddelen in roostervorm zijn verzonken, waar- 15 bij elk is voorzien van een reeks dwarskanalen (401), een H rondlopende positioneringsgroef (402) die zich langs de in- wendige diameter daarvan uit strekt en die bedoeld is om te worden bevestigd aan een inwendige lip (101) van het hoofd- I bandonderdeel (10), en een handgroef (40a) aan één zijde van I 20 de rondlopende positioneringsgroef (402), voor een eenvoudige I montage van het aanvullende bandonderdeel (40) aan een inwen- I dige lip (101) van het hoofdbandonderdeel (10).