NL1018692C2

NL1018692C2 - Velg voor een fietswiel met een binnenbandloze band.

Info

Publication number: NL1018692C2
Application number: NL1018692A
Authority: NL
Inventors: Maurizio Passarotto
Original assignee: Campagnolo Srl
Priority date: 2000-08-03
Filing date: 2001-08-02
Publication date: 2002-02-05
Also published as: CZ298007B6; FR2812587A1; ITTO20000775A0; FR2812587B1; ITTO20000775A1; US6588474B2; JP2002087004A; CZ20013971A3; CN1221413C; CN1337325A; BE1015382A3; US20040021368A1; PT102654A; US20020014293A1; PT102654B; IT1320582B1; TW495449B; US6820668B2

Description

Velg voor een fietswiel met een binnenbandloze band.

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op velgen voor fietswielen met binnenbandloze banden.

5 In het bijzonder beschrijft de uitvinding een velg voor een fietswiel met een bin nenbandloze band, van het type omvattende: een radiale binnenomtrekswand; - een radiale buitenomtrekswand; twee in de omtreksrichting lopende zijwanden welke samen zijn bevestigd met 10 die buitenwand en die binnenwand, waarin die zijwanden zich in radiale richting naar buiten uitstrekken voorbij die buitenste omtrekswand, zodat twee verankeringsribben gevormd worden voor een binnenbandloze band; en een kleppenlichaam dat op vaste wijze verbonden is aan die binnenste en buitenste wanden om op opblaaslucht te blazen in de kamer die getoond wordt tussen de band 15 en die buitenste omtrekswand van de velg.

Een velg volgens het hierboven gespecificeerde type is, bijvoorbeeld, getoond in fig. 2 in de Europese octrooiaanvrage EP-A-0.790.141. In deze bekende oplossing is het ventiellichaam op directe wijze verbonden aan de binnenste en buitenste omtreks-wanden van de velg.

20 Het doel van de onderhavige uitvinding is te voorzien in een velg van het hierbo ven genoemde type welke een relatief eenvoudige en goedkope constructie omvat, welke het mogelijk maakt door middel van eenvoudige en snelle handelingen de band te assembleren, welke een perfecte dichtheid van de kamer bewerkstelligt tussen de band en de buitenste omtrekwand van de velg, en, tenslotte, welke de mogelijkheid 25 heeft om als ventiellichaam een standaardventiellichaam te gebruiken dat normaal gebruikt wordt voor fietswielen met banden welke voorzien zijn van binnenbanden.

Met het oog op het bereiken van de hierboven genoemde doelen, is het onderwerp van de onderhavige uitvinding een velg van het type zoals beschreven aan het begin van de onderhavige beschrijving, verder gekenmerkt doordat dat ventiellichaam een 30 standaardtype ventiellichaam is dat gebruikt wordt voor fietswielen met banden voorzien van binnenbanden, en doordat dat ventiellichaam is verbonden aan die binnen- en buitenwanden van de velg door middel van een tussenliggend buisvormig element dat is bevestigd in twee naar elkaar toe gekeerde gaten die zijn gemaakt in die binnen- en ¥018692· 2 buitenwanden en welke een deel toont dat op radiale wijze uitsteekt buiten die binnenwand in de richting van de as van de velg, terwijl het ventiellichaam is bevestigd aan dat deel.

Bij voorkeur heeft het ventiellichaam een buitenoppervlak met een van scbroef-5 draad voorzien deel geschroefd aan de binnenzijde van een van schroefdraad voorzien einddeel van het interne oppervlak van het tussenliggend buisvormige element.

In een eerste uitvoeringsvorm is de radiale buitenzijde van het tussenliggende buisvormige element verbonden of gelast aan de buitenomtrekswand van de velg. Meer in detail is in deze uitvoeringsvorm het tussenliggende buisvormige element hermetisch 10 afgesloten bevestigd of gelast aan de omtreksrand van het gat in de buitenomtrekswand van de velg, maar ook tegen de omtreksrand van het gat in de binnenomtrekswand. Verder heeft het radiale buitenste uiteinde van het tussenliggende buiselement een voorzijdeoppervlak dat hoofdzakelijk vlak is naar het externe oppervlak van de buitenomtrekswand.

15 In een tweede uitvoeringsvorm is het tussenliggende buisvormige element in plaats daarvan bevestigd in een losmaakbare wijze aan de velg. In een eerste voorbeeld van een implementatie van deze tweede uitvoeringsvorm heeft het tussenliggende buisvormige element een radiaal buitenste einddeel dat op wegneembare wijze bevestigd is in een lagerdraagbus waarvan de einden vast zijn, bij voorkeur gelijmd of gelast, in de 20 hiervoor genoemde naar elkaar toe gekeerde gaten van de buitenomtrekswand en binnenomtrekswand van de velg. Bovendien zijn tussen het tussenliggende buiselement en de hiervoor genoemde draagbus afsluitmiddelen geplaatst, bijvoorbeeld omvattende één of meer O-ringen welke bevestigd zijn in omtreksgroeven van het tussenliggende buisvormige element en welke door te drukken in contact gebracht worden met het interne 25 oppervlak van de hiervoor genoemde draagbus. In het hiervoor genoemde eerste voorbeeld van implementatie van de tweede uitvoeringsvorm is het tussenliggende buisvormige element ingeschroefd in de binnenzijde van de draagbus en heeft een ringvormig contrastoppervlak dat aangrijpt aan het radiale binnenuiteindeoppervlak van de draagbus.

30 In een tweede implementatievoorbeeld van de tweede uitvoeringsvorm van de uitvinding heeft het tussenliggende buisvormige element een wijde kop die rust op het buitenoppervlak van de buitenomtrekswand van de velg en een van schroefdraad voorzien deel dat uitsteekt uit de binnenomtrekswand, in de richting van de as van de velg, *1*018692· 3 waarop een moer is geschroefd, om de hiervoor genoemde kop tegen het rustoppervlak daarvan aan te trekken.

In een tweede implementatievoorbeeid van de tweede uitvoeringsvorm is de hiervoor genoemde draagbus niet aanwezig, en wordt het tussenliggende buisvormige ele-5 ment vastgehouden door de hiervoor genoemde naar elkaar toe gekeerde gaten van de binnen- en buitenomtrekswanden van de velg en heeft een vergroot kops uiteinde dat rust op het buitenoppervlak van die buitenomtrekswand en heeft een van schroefdraad voorzien deel dat uitsteekt in de binnenomtrekswand, in de richting van de as van de velg, en waarop een moer is geschroefd om de hiervoor genoemde kop tegen het rust-10 oppervlak daarvan te trekken. Bij voorkeur zijn tussen die kop en dat rustoppervlak afsluitmiddelen geplaatst, bijvoorbeeld omvattende een kleefstof, of anders een O-ring bevestigd in een ringvormige groef aan de voorzijde, gemaakt in het buitenoppervlak van de buitenomtrekswand, langs de rand van het respectieve gat.

Dankzij de hierboven genoemde kenmerken, biedt de uitvinding vele voordelen. 15 Ten eerste kan het ventiellichaam dat in de velg volgens de uitvinding gebruikt wordt een standaardtype ventiellichaam zijn dat gebruikt wordt voor velgen met banden voorzien van binnenbanden. Ten tweede is de constructie van de velg eenvoudig en goedkoop en maakt het een eenvoudige en snelle handeling mogelijk bij het assembleren van de band en bij het assembleren van het ventiellichaam. Uiteindelijk, in het geval 20 van de tweede uitvoeringsvorm, waarin het hiervoor genoemde tussenliggende buis-element op losneembare wijze is bevestigd aan de velg, maakt de uitvinding een eenvoudige en snelle conversie van de velg mogelijk op een dusdanige wijze dat deze aanpasbaar is aan een band voorzien van een binnenband. In dit geval zal het in feite voldoende zijn om het tussenliggende buisvormige element te verwijderen en de binnen-25 band met het corresponderende ventiellichaam op traditionele wijze bevestigen, door het insteken van het ventiellichaam door de twee naar elkaar toe gekeerde gaten die zijn gemaakt in de buiten- en binnenomtrekswanden van de velg, alsmede ook door de hiervoor genoemde draagbus in de uitvoeringsvoorbeelden waar deze aanwezig is.

Verdere kenmerken en voordelen van de onderhavige uitvinding zullen blijken uit 30 de volgende beschrijving, welke refereert aan de bijgevoegde tekeningen, en welke slechts bij wijze van niet limiterend voorbeeld opgenomen zijn, waarin:

Fig. 1 een dwarsdoorsnedeaanzicht is van de velg volgens de uitvinding, in een vlak omvattende de as van de velg en in het punt waar het opblaasventiel is geplaatst, 9018692· 4 volgens een eerste uitvoeringsvorm van de uitvinding;

Fig. 2 een eerste voorbeeld van de tweede uitvoeringsvorm van de uitvinding toont;

Fig. 3 en 4 twee verdere voorbeelden van die tweede uitvoeringsvorm tonen.

5 In de figuren zijn overeenkomstige onderdelen aangeduid met dezelfde verwij- zingscijfers.

In fig. 1 toont het verwijzingscijfer 1, als geheel, een velg voor een fietswiel, omvattende een binnenomtrekswand 2, een buitenomtrekswand 3, en twee in de omtreks-richting lopende zijwanden 4,5, welke de twee wanden 2,3 samen verbinden en welke 10 zich in radiale richting naar buiten toe uitstrekken voorbij de wand 3, op zodanige wijze dat twee ribben 6, 7 gevormd worden voor het verankeren van een binnenbandloze band (niet getoond). In het gebied waar het ventiel voor het opblazen van de band bevestigd moet worden, hebben de twee wanden 2, 3 twee tegenover elkaar liggende gaten 8,9, welke een gezamenlijke as hebben in de radiale richting ten opzichte van de as 15 van de velg, aan de einden waarvan, door middel van lassen of andere verbindingsmiddelen S, een tussenliggend buisvormig element 10 bevestigd is. Het buisvormige element 10 heeft een voorzijdeoppervlak dat radiaal naar buiten gekeerd is en aangeduid is door 10a. Het oppervlak 10a is gevormd en vlak geplaatst met het buitenoppervlak 3a van de buitenomtrekswand 3 van de velg. Tevens heeft het tussenliggende buisvormige 20 element 10 een gedeelte 10b, dat uitsteekt in de binnenomtrekswand 2 in de richting van de as van de velg (niet getoond) en dat eindigt met een uiteindedeel 10c dat een binnenschroefdraad lOd heeft. Het verwijzingscijfer 11 toont een ventiellichaam (slechts schematisch getoond) van het standaardtype dat normaal gebruikt wordt voor fietswielen met banden voorzien van binnenbanden. De interne constructie van het 25 ventiellichaam 11 is niet getoond in zoverre dat het van zichzelf bekend is. Het ventiellichaam 11 heeft een tussenliggend van schroefdraad voorzien deel 11a, dat in het van schroefdraad voorziene deel lOd van het buisvormige element 10 geschroefd is.

Fig. 2 toont een tweede uitvoeringsvorm, waarin het tussenliggende buisvormige element 10 op losmaakbare wijze is verbonden met de velg 1. In het geval van het 30 voorbeeld van fig. 2 heeft het tussenliggende buisvormige element 10 een radiale buiteneinddeel 10e, dat van een schroefdraad is voorzien aan de buitenzijde en dat in het interne van schroefdraad voorziene oppervlak van een draagbus 12 geschroefd is, terwijl de uiteinden daarvan zijn verbonden of gelast door middel van lassen of andere 1Θ18692· 5 verbindingsmiddelen S tussen de randen van de gaten 8, 9. Het einddeel 10e van het tussenliggende buisvormige element 10 is verder voorzien van een O-ring 13 die geplaatst is in een omtreksgroef van dat deel 10e en op drukkende wijze in contact is met het binnenoppervlak van de draagbus 12 om dichtheid te garanderen om te voorkomen 5 dat lucht uit de kamer van de band komt, welke kamer is gevormd tussen de band zelf (niet getoond) en de buitenomtrekswand 3 van de velg. Verder heeft het tussenliggende buisvormige element 10 een kraag lOf met een ringvormig contrastoppervlak lOg, dat in contact is met het radiale binnenuiteindeoppervlak van de draagbus 12.

De uitvoeringsvorm getoond in fig. 2 heeft een iets gecompliceerdere constructie 10 dan die van het voorbeeld van fig. 1, maar heeft het voordeel dat het een eenvoudige en snelle conversie van de velg tot een velg die kan worden gebruikt met een band voorzien van een binnenband mogelijk maakt. In dit geval is het in feite voldoende om het tussenliggende buisvormige element 10 los te schroeven om het te verwijderen, waarna de binnenband van de band op een conventionele wijze kan worden bevestigd, waarbij 15 het ventiellichaam dat daarbij hoort door de interne passage van de draagbus 12 gestoken wordt.

Fig. 3 toont een variant van fig. 2, waarin de losneembare verbinding van het tussenliggende buisvormige element 10 in de draagbus 12 op een andere wijze wordt verkregen. In dit geval heeft het tussenliggende buisvormige element 10 in feite aan het 20 radiale uiteinde daarvan een verwijde kop 14, welke rust op het externe oppervlak 3a van de buitenomtrekswand 3. Tevens is het deel 10b van het tussenliggende buisvormige element 10, dat uitsteekt in de binnenomtrekswand 2, voorzien van een schroefdraad om het schroeven van een moer 15 mogelijk te maken, die als functie het zekeren van het tussenliggende element 10 aan de velg heeft, doordat de kop 14 tegen het rust-25 oppervlak 3a getrokken wordt. Verder, in het geval van het voorbeeld van fig. 3, is het tussenliggende buisvormige element voorzien van twee O-ringen 13, die geplaatst zijn in respectieve omtreksgroeven van het tussenliggende buisvormige element 10. Ook maakt de oplossing van fig. 3 een eenvoudige aanpassing van de velg aan een band voorzien van binnenband mogelijk.

30 Het voorbeeld van fig. 4 verschilt van dat van fig. 3 slechts in het weglaten van de draagbus 12. In dit geval wordt de afdichting verzekerd door een enkele O-ring 16 die is geplaatst in een omtreksgroef 17 aan de voorzijde gemaakt in het oppervlak 3a langs de rand van het gat 9. De laatste oplossing heeft de voorkeur in het geval dat de 1018692· 6 velg gemaakt is van een composietmateriaal, bijvoorbeeld versterkt met kunststofve-zels, of in het geval dat een velg gemaakt is van een lichtere legering, vanwege de afwezigheid van lassen of andere verbindingsmiddelen. In plaats van de O-ring 16 kan elk ander afdichtingsmiddel worden gebruikt, bijvoorbeeld in de vorm van een kleef-5 stof. Tevens kan de kop 14 zo worden gevormd om op een harmonieuze wijze aan te passen aan het profiel van het oppervlak 3a.

Uit de voorgaande beschrijving is het duidelijk dat de velg volgens de uitvinding een constructie heeft die relatief eenvoudig en goedkoop is, terwijl tegelijkertijd een perfecte dichtheid binnen de kamer van de band gegarandeerd wordt. Verder wordt 10 mogelijk gemaakt dat de handelingen voor het assembleren en deassembleren op eenvoudige en snelle wijze uitgevoerd kunnen worden, en, tenslotte, wordt mogelijk gemaakt dat, in het geval van de hiervoor genoemde tweede uitvoeringsvorm waarnaar verwezen wordt in de voorbeelden van fig. 2,3 en 4, een snelle en eenvoudige aanpassing aan de velg van een band is die een binnenband heeft mogelijk.

15 Uiteraard kunnen, zonder afbreuk te doen aan het principe van de uitvinding, de uitvoeringsdetails en de uitvoeringsvormen ruim variëren ten opzichte van wat is beschreven en hierin slechts bij wijze van voorbeeld is getoond, zonder daarbij de be-schermingsomvang van de onderhavige uitvinding te verlaten.

$018692«

Claims

1. Velg voor een fietswiel met een binnenbandloze band, omvattende: een radiale binnenomtrekswand (2); 5. een radiale buitenomtrekswand (3); en twee zijomtrekswanden (4, 5), welke die binnen- en buitenwanden (2, 3) met elkaar verbinden, waarbij die zijwanden (4, 5) zich op radiale wijze naar buiten uitstrekken tot voorbij die buitenomtrekswand (3), vormende twee ribben (6,7) voor het voorzien van 10 een verankering voor een binnenbandloze band, en een ventiellichaam (11) dat op vaste wijze verbonden is met de binnen- en buitenwanden (2, 3) voor het blazen van opblaaslucht in de kamer die gevormd wordt tussen de band en die buitenomtrekswand (3) van de velg, met het kenmerk, dat dat ventiellichaam (11) een standaardtype ventiellichaam 15 is dat gébruikt wordt bij fietswielen met banden voorzien van binnenbanden, en dat dat ventiellichaam (11) is verbonden met die binnen- en buitenwanden (2, 3) van de velg door middel van een tussenliggend buisvormig element (10), dat bevestigd is in twee naar elkaar toe gekeerde gaten (8,9) van die binnen- en buitenwanden (2,3) en dat een gedeelte (10b) heeft dat op radiale wijze uitsteekt voorbij die binnenwand (2), in de 20 richting van de as van de velg, terwijl het ventiellichaam (11) bevestigd is aan dat deel (10b).

2. Velg volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat dat ventiellichaam (11) een extern oppervlak heeft met een van schroefdraad voorzien deel (1 la) geschroefd op een 25 van schroefdraad voorzien deel (lOd) van het interne oppervlak van het tussenliggende buisvormige element (10).

3. Velg volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat het van schroefdraad voorziene deel (1 la) van het interne oppervlak van het tussenliggende buisvormige element 30 (10), waarin het ventiellichaam (11) is geschroefd, is gevormd aan het uiteinde van het tussenliggende buisvormige element (10).

4. Velg volgens één van de conclusies 1 t/m 3, met het kenmerk, dat het radiale 1018692* Λ externe uiteinde (10a) van het tussenliggende buisvormige element (10) bevestigd of gelast is aan de buitenomtrekswand (3) van de velg.

5. Velg volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat het hiervoor genoemde ra- 5 diale externe uiteinde (10a) van dat tussenliggende buisvormige element (10) op hermetische wijze is verbonden of gelast aan de omtreksrand van de respectieve gaten (9) in de buitenomtrekswand (3) van de velg.

6. Velg volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat dat tussenliggende buisvor- 10 mige element (10) eveneens is bevestigd of gelast aan de binnenomtrekswand (2) van de velg.

7. Velg volgens één van de conclusies 4 t/m 6, met het kenmerk, dat het radiale externe uiteinde (10a) van dat tussenliggende buisvormige element (10) een voorzijde- 15 oppervlak heeft dat hoofdzakelijk vlak is ten opzichte van het buitenoppervlak (3a) van de buitenomtrekswand (3) van de velg.

8. Velg volgens één van de conclusies 1 t/m 3, met het kenmerk, dat het tussenliggende buisvormige element (10) op losneembare wijze is verbonden met de velg. 20

9. Velg volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat het tussenliggende buisvormige element (10) een radiaal buiten-einddeel (10e) heeft, dat op losneembare wijze bevestigd is in een draagbus (12), waarvan de uiteinden bevestigd zijn in die naar elkaar toe gekeerde gaten (8, 9) van de buitenomtrekswand (3) en van de binnenom- 25 trekswand (2) van de velg.

10. Velg volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat het radiale buiteneinddeel (10e) van die draagbus (12) hoofdzakelijk vlak is ten opzichte van het buitenoppervlak (3 a) van de buitenomtrekswand (3) van de velg. 30

11. Velg volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat die draagbus (12) is bevestigd of gelast aan de omtreksranden van die naar elkaar toe gekeerde gaten (8,9). 1018692«

12. Velg volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat tussen het tussenliggende buisvormige element (10) en die draagbus (12) afsluitmiddelen (13) zijn voorzien.

13. Velg volgens conclusie 12, met het kenmerk, dat de afsluitmiddelen (13) één 5 of meerdere O-ringen (13) omvatten.

14. Velg volgens conclusie 13, met het kenmerk, dat de O-ring of -ringen (13) zijn bevestigd in omtreksgroeven van het tussenliggende buisvormige element (10) en op drukkende wijze in contact zijn met het binnenoppervlak van die draagbus (12). 10

15. Velg volgens één van de conclusies 9 t/m 14, met het kenmerk, dat dat tussenliggende buisvormige element (10) is geschroefd op die draagbus (12).

16. Velg volgens conclusie 15, met het kenmerk, dat dat tussenliggende buis- 15 vormige element (10) een ringvormig contrastoppervlak (lOg) heeft, dat ontworpen is om aan te grijpen met het radiale binnenuiteindeoppervlak van die draagbus (12).

17. Velg volgens één van de conclusies 9 t/m 14, met het kenmerk dat dat tussenliggende buisvormige element (10) een verwijde kop (14) heeft die rust op het bui- 20 tenoppervlak (3a) van de buitenomtrekswand (3) van de velg en dat een van schroefdraad voorzien gedeelte (10b) uitsteekt voorbij de binnenomtrekswand (2), in de richting van de as van de velg, waarop een moer (15) is geschroefd om op deze wijze de hiervoor genoemde kop (14) tegen het rustoppervlak daarvan te trekken.

18. Velg volgens conclusie 8, met het kenmerk dat dat tussenliggende buisvor mige element (10) op directe wijze wordt aangegrepen door die naar elkaar toe gekeerde gaten (8,9) en dat deze een wijd kops uiteinde (14) heeft dat rust op het buitenoppervlak (3a) van die buitenomtrekswand (3) en welke een van schroefdraad voorzien deel (10b) heeft dat uitsteekt voorbij de binnenomtrekswand (2), in een richting van de 30 as van de velg, en waarop een moer (15) is geschroefd om op deze wijze de hiervoor genoemde kop (14) tegen het rustoppervlak daarvan te trekken.

19. Velg volgens conclusie 18, met het kenmerk dat tussen die kop (14) en het 1018692· rustoppervlak daarvan afsluitmiddelen (16) geplaatst zijn.

20. Velg volgens conclusie 19, met het kenmerk, dat die afsluitmiddelen een O-ring (16) omvatten welke bevestigd is aan de binnenzijde van een ringvormige groef 5 (17) aan de voorzijde, welke gemaakt is in het buitenoppervlak (3a) van de buitenom- trekswand (3) van de velg, langs de rand van het respectieve gat (9). ******** 1018692·