BE1024333A1

BE1024333A1 - Maaibordsteun voor een oogstmachine

Info

Publication number: BE1024333A1
Application number: BE20165462A
Authority: BE
Inventors: Rik Vandendriessche; Bart M A Missotten; Frederik Tallir; Overschelde Pieter Van
Original assignee: Cnh Ind Belgium Nv
Priority date: 2016-06-23
Filing date: 2016-06-23
Publication date: 2018-01-25
Also published as: EP3269224B1; EP3269224A1; BE1024333B1; US20170367266A1; BR102017013195A2; BR102017013195B1; US10349581B2

Abstract

De uitvinding betrekking op een maaibordsteun (20). De maaibordsteun (20) steunt het maaibord tijdens het transport over de weg van een oogstmachine (1) met een maaibord erop aangebracht om de belasting op de vooras van de oogstmachine (1)te verminderen. Tijdens het oogsten zijn de steunwielen (25) van de maaibordsteun (20) omhoog geklapt zodat ze de grond niet raken tijdens het oogsten. De rotatieas (27) van het steunwiel (25) strekt zich uit in een in wezen verticaal vlak tijdens het oogsten. Dit maakt een eenvoudige constructie mogelijk van de maaibordsteun (20) en vermindert de belastingen door trillingen op de lagers van het steunwiel (25) tijdens het oogsten.

Description

(30) Voorrangsgegevens :

(71) Aanvrager(s) :

CNH Industrial Belgium nv 8210, ZEDELGEM België (72) Uitvinder(s) :

VANDENDRIESSCHE Rik 8480 EERNEGEM België

MISSOTTEN Bart M.A.

3020 HERENT België

TALLIR Frederik 8600 ESEN België

VAN OVERSCHELDE Pieter 8200 SINT-ANDRIES België (54) Maaibordsteun voor een oogstmachine (57) De uitvinding betrekking op een maaibordsteun (20). De maaibordsteun (20) steunt het maaibord tijdens het transport over de weg van een oogstmachine (1) met een maaibord erop aangebracht om de belasting op de vooras van de oogstmachine (l)te verminderen. Tijdens het oogsten zijn de steunwielen (25) van de maaibordsteun (20) omhoog geklapt zodat ze de grond niet raken tijdens het oogsten. De rotatieas (27) van het steunwiel (25) strekt zieh uit in een in wezen verticaal vlak tijdens het oogsten. Dit maakt een eenvoudige constructie mogelijk van de maaibordsteun (20) en vermindert de belastingen door trillingen op de lagers van het steunwiel (25) tijdens het oogsten.

53161

BE2016/5462

Maaibordsteun voor een oogstmachine

De uitvinding heeft betrekking op een maaibordsteun ( verder kortweg maaibordsteun genoemd) die een maaibord van een oogstmachine voor gebruik in de landbouw (verder kortweg oogstmachine genoemd) ondersteunt tijdens het transport over de weg, en op een combinatie van een oogstmachine met zo'n maaibordsteun.

Moderne oogstmachines, zoals maaidorsers en veldhakselaars, zijn zware machineonderdelen, die in vele gevallen via de openbare weg van het ene veld naar het andere moeten rijden. In veel landen bestaan er voorschriften die een maximale belasting per as voorschrijven voor voertuigen die op de openbare weg rijden. De huidige ontwikkelingen op het vlak van oogstmachines leiden tot een verhoging van de belasting per as van deze oogstmachines. Meer bepaald kan, wanneer er een maaibord aan de oogstmachine is bevestigd tijdens het transport over de weg, de belasting op de vooras waarden bereiken die de maximaal toegestane belasting per as voor de openbare weg benaderen of zeifs overschrijden.

Volgens de stand van de techniek is het bekend om één of meer steunwielen aan te brengen op de voorste delen van de oogstmachine. Deze steunwielen zijn over het algemeen verbonden met het maaibord of met het toevoersysteem van de oogstmachine.

Het is bekend om steunwielen te gebruiken die contact maken met de grond, zowel tijdens het transport over de weg als tijdens het oogsten op het veld, en als alternatief, om steunwielen te gebruiken die contact maken met de grond tijdens het transport over de weg of tijdens de oogstbewerking op het veld.

Over het algemeen is het een nadeel als de steunwielen tijdens het oogsten contact maken met de grond, dus wanneer de oogstmachine over het veld rijdt. Steunwielen die contact maken met de grond tijdens het oogsten moeten relatief groot zijn om het ongewenst samendrukken van de grond en de ongewenste vorming van sporen in het veld te vermijden, wat onpraktiseh en duur is.

Als de steunwielen zo ontworpen zijn dat ze in contact komen met de grond tijdens zowel het transport over de weg als tijdens het oogsten (wanneer met de oogstmachine over het veld wordt gereden), moeten bepaalde schikkingen worden genomen om het contact met de grond van de steunwielen te vermijden wanneer dit contact met de grond niet gewenst is.

Octrooi EPI 046329 onthult een werkwijze waarbij de steunwielen volledig verwijderd worden wanneer de oogstmachine klaargemaakt wordt voor het oogsten en

53161

BE2016/5462 waarbij de steunwieien opnieuw worden aangebracht wanneer de oogstmachine klaargemaakt wordt voor het rijden op de weg.

Octrooi WO2010/130745 onthult een oogstmachine die het gebruik vereist van steunwieien tijdens het oogsten, maar niet tijdens het transport over de weg. ln deze oogstmachine zijn de steunwieien aangebracht op een frame dat schamierend naar binnen wordt bewogen, d.w.z. naar de aslijn van de oogstmachine evenwijdig met de rijrichting van de oogstmachine, wanneer de oogstmachine klaargemaakt wordt voor het transport over de weg. in deze wegtransportmodus strekt de as van de steunwieien zieh in wezen evenwijdig uit met de hoofdrijrichting van de oogstmachine, in een in wezen horizontaal vlak. De hoofdrijrichting van de oogstmachine is recht vooruit.

Het verwijderen van de steunwieien na gebruik en ze weer aanbrengen wanneer ze weer nodig zijn, is erg onpraktisch en arbeidsintensief. Er is maar een beperkte ruimte beschikbaar voor een frame in de buurt van het maaibord en/of het toevoersysteem, en er kan een geavanceerde beweging nodig zijn om de steunwieien vanuit hun positie voor het transport over de weg te verplaatsen tot in hun positie voor het werken op het veld en/of vice versa. Daamaast kunnen de lagers van de steunwieien vatbaar zijn voor schade veroorzaakt door trillingen wanneer de steunwieien geen contact maken met de grond.

De uitvinding heeft ais oogmerk een verbeterde maaibordsteun voor een oogstmachine te verschaffen.

Volgens de uitvinding wordt dit oogmerk verwezenlijkt met een maaibordsteun die een maaibord van een oogstmachine tijdens het transport over de weg ondersteunt, waarbij de maaibordsteun het volgende bevat;

een frame, waarbij dit frame het volgende bevat:

een oogstmachine-interface 22, die verbonden kan worden met een oogstmachine, een eerste arm, waarbij deze arm scharnierbaar verbonden is met de oogstmachine-interface, een eerste steunwiei dat een eerste rotatieas en een loopvlak bevat, waarbij het eerste steunwiei rond de eerste rotatieas kan draaien, een eerste wielverbindingsstuk, dat geschikt is om het eerste steunwiei met de eerste arm van het frame te verbinden, en daarbij het eerste steunwiei in staat stelt rond de eerste rotatieas te draaien,

53161

-t

BE2016/5462 een armaandrijvmg, die geschikt zijn om de eerste arm ten opzichte van de oogstmachine-interface te doen schamieren, waarbij de maaibordsteun een wegtransportmodus en een operationeie veldmodus heeft, en de armaandrijving geschikt is om de maaibordsteun te verplaatsen van de wegtransportmodus naar de operationeie veldmodus en/of vice versa, waarbij, in de wegtransportmodus, het eerste steunwiel in een wegtransportpositie staat die het eerste steunwiel in staat stelt ten minste een deei van het gewicht van het maaibord te dragen, en waarbij, in deze wegtransportpositie, de eerste rotatieas van het eerste steunwiel zieh in een in wezen horizontaal vlak uitstrekt, en waarbij, in de operationeie veldmodus, het eerste steunwiel zieh in een operationeie veldpositie bevindt waarin het eerste steunwiel vrij is van het gewicht van het maaibord en waarbij in de operationeie veldpositie de eerste rotatieas van het eerste steunwiel zieh in een in wezen verticaal vlak uitstrekt.

In overeenstemming met de uitvinding bevat de maaibordsteun een frame dat een oogstmachine-interface en een eerste arm bevat. De oogstmachine-interiace kan verbonden worden met een oogstmachine. De eerste arm is scharnierbaar verbonden met de oogstmachine-interface. Optioneel is de oogstmachine geschikt om verbonden te worden met een toevoersysteem en/of een maaibord van de oogstmachine.

De maaibordsteun bevat verder een eerste steunwiel. Het eerste steunwiel is draaibaar rond een eerste rotatieas. Het eerste steunwiel bevat een loopvlak, dat geschikt is contact te maken met de grond wanneer het eerste steunwiel wordt gebruikt tijdens het transport over de weg. Het frame is geschikt om het eerste steunwiel met de oogstmachine te verbinden.

De maaibordsteun bevat verder een eerste wielverbindingsstuk, dat geschikt is om het eerste steunwiel met de eerste arm van het frame te verbinden. Het eerste wielverbindingsstuk stelt het eerste steunwiel in staat rond de eerste rotatieas te draaien.

Het eerste wielverbindingsstuk bevat bijvoorbeeld een eerste as met een lager, waarbij dit lager een binnenring bevat die bevestigd is aan de as en een buitenring die bevestigd is in een centrale opening van het eerste steunwiel. Als alternatief bevat het eerste steunwiel een as die bevestigd is in het middelpunt van het steunwiel, en bevat het eerste steunwiel minstens één lager, maar bij voorkeur twee lagers. Elk lager bevat een binnen- en een buitenring. De binnenring is bevestigd aan de as van het eerste steunwiel.

De maaibordsteun bevat verder een armaandrijving, die geschikt is om de eerste arm ten opzichte van de oogstmachine-interface te laten schamieren.

53161

BE2016/5462

De maaibordsteun heeft een wegtransportmodus en een operationele veldmodus.

De armaandrijving is geschikt om de maaibordsteun Λ/an de wegtransportmodus te verplaatsen naar de operationele veldmodus en/of vice versa. Optioneel brengt dit het bewegen, bv. Scharnieren, van de eerste arm van het frame ten opzichte van de oogstmachine-interface met zieh mee. In een mogelijke uitvoeringsvorm is de armaandrijving zowel geschikt om de maaibordsteun te verplaatsen vanuit de wegtransportmodus naar de operationele veldmodus als om deze vanuit de operationele veldmodus te verplaatsen naar de wegtransportmodus. Als alternatief gebeurt één van deze verplaatsingen gedeeltelijk of volledig door de zwaartekracht.

In de wegtransportmodus bevindt het eerste steunwiel zieh in een wegtransportpositie. De wegtransportpositie stelt het eerste steunwiel in staat om ten minste een deel van het gewicht van het maaibord te dragen. Dit vermindert de belasting op de vooras van de oogstmachine. In de wegtransportpositie zal het loopvlak van het eerste steunwiel gewoonlijk contact maken met de grond. In de wegtransportmodus strekt de eerste rotatieas van het eerste steunwiel zieh in een in wezen horizontaal vlak uit.

In de operationele veldmodus bevindt het eerste steunwiel zieh in een operationele veidposifie waarin het eerste steunwiel vrij is van het gewicht van het maaibord en waarbij in de operationele veldpositie de eerste rotatieas van het eerste steunwiel zieh in een in wezen verticaal vlak uitstrekt.

Zodoende, wanneer de maaibordsteun van de oogstmachine van de wegtransportmodus verplaatst is naar de operationele veldmodus of vice versa, wordt het eerste steunwiel gekanteld rond een kantelas die zieh in de horizontale richting uitstrekt, in wezeo evenwijdig met de hoofdrijrichting van de oogstmachine - waarbij de hoofdrijrichting van de oogstmachine recht vooruit is. Een voordeel van deze opstelling is dat het frame heel eenvoudig en robuust gehouden kan worden. Een enkelvoudig scharnier in het frame per steunwiel volstaat om de maaibordsteun in staat te stellen verplaatst te worden vanuit de wegtransportmodus naar de operationele veldmodus of vice versa. Dit maakt het ook mogelijk om de armaandrijving eenvoudig en goedkoop te houden.

Bovendien is, in overeenstemming met de uitvinding, het eerste steunwiel zo opgesteid dat de eerste rotatieas opgesteid is in een in wezen verticaal vlak wanneer de maaibordsteun zieh in de operationele veldmodus bevindt. In de operationele veldmodus is het eerste steunwiel vrij van hei gewicht van het maaibord, en gewoonlijk zal het niet in contact komen met de grond. Als gevolg daarvan moet het eerste steunwiel nauwelijks

53161

BE2016/5462 gewicht dragen, zodat het lager (of de lagers) van het eerste steunwiel en/of het eerste wielverbindingsstuk die de rotatie van het eerste steunwiel rond de eerste rotatieas mogeiijk maken niet onder spanning staat (of staan) en kunnen alle rollen erin binnen de lagerspeling bewegen.

Tijdens het oogsten wordt met de oogstmachine over een veld gereden, bv. een maïs- of een tarweveid, en veroorzaakt het oneffen terrein van het veld trillingen in de verticale richting. Met de maaibordsteun aangebracht op een oogstmachine, worden deze trillingen ook op het eerste steunwiel overgebracht. Doordat de eerste rotatieas zieh in een in wezen verticaal vlak uitstrekt, wordt deze verticale trilling verdeeld over aiie rollen van het lager, en wordt niet enkel gedragen door enkele ervan zoals het geval zou zijn als de rotatieas van het wiel in een horizontaal vlak zou iiggen. Bijgevolg vermindert de opsteiling met de eerste rotatieas die zieh in een in wezen verticaal vlak uitstrekt wanneer de maaibordsteun zieh in de operationele veldmodus bevindt, het risico op de vorming van putjes (pitting”) en spoorvorming in het lager of lagers van het eerste steunwiel en/of het eerste wielverbindingsstuk. Daarnaast vermindert dit de behoefte voor het gebruik van voorgespannen lagers voor het eerste steunwiel en/of het eerste wielverbindingsstuk, wat de kosten vermindert van de maaibordsteun.

De oogstmachine kan bijvoorbeeld een maaidorser of een veldhakseîaar zijn.

In een mogelijke uitvoeringsvorm is het eerste wielverbindingsstuk geschikt om. het eerste steunwiel in staat te stellen rond een scharnieras te Scharnieren, waarbij de scharnieras zieh in de wegtransportmodus in een in wezen verticaal vlak uitstrekt. Dit stelt het eerste steunwiel in staat om stuurbewegingen van de oogstmachine waarmee de maaibordsteun tijdens het gebruik verbonden is op de weg te volgen. Dit vermindert de slijtage van het loopvlak van het eerste steunwiel, en als het loopvlak een deel is van een band, vermindert dit de siijtage van die band.

Optioneel is het eerste wielverbindingsstuk geschikt om het eerste steunwiel in staat te stehen te scharmieren rond de scharnieras over een schamierhoek die 10^e of minder bedraagt, bij voorkeur 5^e of minder, optioneel 3° of minder.

Optionee! strekt de hoofdrijrichting zieh längs de bissectrice van de schamierhoek uit. Zodoende, aïs de schamierhoek bijvoorbeeld 10° bedraagt, kan het eerste steunwiel 5^e naar links en 5^e naar rechts Scharnieren ten opzichte van de hoofdrijrichting.

Ais de wegtransportpositie van het eerste steunwiel van de maaibordsteun bij gebruik op een oogstmachine zieh dichtbij het voorwiel of de voorste rupsband van de

53161

BE2016/5462 oogstmaehine bevindt, is dit voldoende om de stuurbewegingen van de oogstmachine te volgen. Deze uitvoeringsvorm maakt een eenvoudige en robuuste constructie mogelijk.

In een mogeiijke uitvoeringsvorm bevat de armaandrijving een hydraulisch geheel, waarbij het hydraulische geheel een hydraulische cilinder bevat en een vloeistofleidingsysteem voor het toevoeren van hydraulische vioeistof aan de hydraulische cilinder en het ontvangen van hydraulische vioeistof van de hydraulische cilinder. Het vloeistofleidingsysteem 32 bevat optioneel een reeks vloeistofleidingen. Het vloeistofleidingsysteem. bevat een hydraulische koppeling, waarbij deze hydraulische koppeling geschikt is om het vloeistofleidingsysteem met een hydraulische systeem van de oogstmachine te verbinden.

Een oogstmachine heeft gewoonlijk een hydraulisch systeem aan boord. In deze uitvoeringsvorm kan het hydraulische systeem van de oogstmachine gebruikt worden om de armaandrijvmg van de niaaibordsteun te bedienen. Op die manier wordt de behoefte aan fysieke behandeling van de maaibordsteun, meer bepaald van het eerste steunwiel ervan, door de bestuurder of operator van de oogstmachine verminderd of komt zeifs te vervallen.

In een mogeiijke uitvoeringsvorm bevat het frame verder een tweede arm, die scharnierbaar verbonden is met de oogstmachine-interface. In deze uitvoeringsvorm bevat de maaibordsteun verder:

een tweede steunwiel, dat een tweede rotatieas heeft en een loopvlak bevat, waarbij het tweede steunwiel draaibaar is rond de tweede rotatieas, een tweede wielverbindingsstuk, dat geschikt is om. het tweede steunwiel te verbinden met de tweede arm van het frame, en daarbij het tweede steunwiel in staat stelt rond de tweede rotatieas te draaien, en waarbij in de wegtransportmodus het tweede steunwiel zieh in een wegtransportpositie bevindt waarin het tweede steunwiel in staat gesteld wordt ten minste een deel van het gewicht van het maaibord te dragen, en waarbij, in de wegtransportpositie, de tweede rotatieas van het tweede steunwiel zieh in een in wezen horizontaal vlak uitstrekt, en waarbij, in de operationele veldmodus, bet tweede steunwiel in een operationele veldpositie staat waarin het tweede steunwiel vrij is van het gewicht van het maaibord en de tweede rotatieas van het tweede steunwiel zieh in een in wezen verticaal vlak uitstrekt.

53161

BE2016/5462

In deze uitvoeringsvonn bevat de maaibordsteun twee steunwielen, die tijdens bet gebruik bijvoorbeeld aangebraeht kunnen worden op de tegenoverliggende zijden van een maaibord of toevoersysteem van de oogstmachine.

Optioneel is het tweede wielverbindingsstuk geschikt om het tweede steunwiel in staat te stellen te schamieren rond een schamieras, waarbij de schamieras zieh in de wegtransportmodus in een in wezen verticaal vlak uitstrekt. Dit stelt het tweede steunwiel in staat om stuurbewegingen van de oogstmachine op de weg te voigen waarmee de maaibordsteun tijdens het gebruik verbonden is. Optioneel is het tweede wielverbindingsstuk geschikt om het tweede steunwiel in staat te stellen te schamieren rond de schamieras over een schamierhoek die 10° of minder bedraagt, bij voorkeur 5° of minder, optionee! 3° of minder.

Optioneel bedraagt de afstand tussen het eerste steunwiel in de wegtransportpositie en het tweede steunwiel maximaal 3,5 meter.

Optioneel is de afstand tussen het eerste steunwiel en het tweede steunwiel in de operationele veldmodus groter dan de afstand tussen het eerste steunwiel en het tweede steunwiel in de wegtransportmodus.

Optionee! bedraagt de afstand tussen het eerste steunwiel en het tweede steunwiel in de wegtransportpositie en in de operationele veldpositie maximaal 3,5 meter, waarbij de afstand tussen het eerste steunwiel en het tweede steunwiel groter is dan de afstand tussen het eerste steunwiel en het tweede steunwiel in de wegtransportmodus.

De uitvinding heeft verder betrekking op een combinatie van een oogstmachine en een maaibordsteun volgens de uitvinding. De oogstmachine heeft een voorwiel of voorste rupsband, en de maaibordsteun is met de oogstmachine verbonden. In de wegtransportmodus is het eerste steunwiel aangebraeht voor het voorwiel of vôôr de voorste rupsband van de oogstmachine. De indicaties “vôôr”, voorkant” en voorste moeten gezien worden in de hoofdrijriehting van de oogstmachine, waarbij de hoofdrijrichting recht vooruit is.

Optioneel bevat de oogstmachine een toevoersysteem, en is de maaibordsteun verbonden met het toevoersysteem.

Optionee! bevat de oogstmachine een maaibord, en is de maaibordsteun met het maaibord verbonden.

De oogstmachine kan bijvoorbeeld een maaidorser of een veldhakseiaar zijn.

In een mogelijke uitvoeringsvorm van de combinatie van een oogstmachine en de maaibordsteun volgens de uitvinding, bevat de oogstmachine een hydraulisch systeem en

53161

BE2016/5462 bevat de armaandrijving van de maaibordsteun een hydraulisch geheel. Het hydraulische geheel van de armaandrijving bevat een hydraulische cilinder en een vloeistofleidingsysteem voor het toevoeren van hydraulische vloeistof aan de cilinder en het ontvangen van hydraulische vloeistof van de hydraulische cilinder. Het vloeistofleidingsysteem bevat een hydraulische koppeling, waarbij die hydraulische koppeling verbonden is met het hydraulische systeem van de oogstmachine.

Een oogstmachine heeft gewoonlijk een hydraulisch systeem aan boord. In deze uitvoeringsvorm kan het hydraulische systeem van de oogstmachine gebruikt worden om de armaandrijving van de maaibordsteun te bedienen. Op die manier wordt de behoefte aan fysieke behandeling van de maaibordsteun, meer bepaaid van het eerste steunwiel ervan, door de bestuurder of operator van de oogstmachine verminderd of komt zelfs te vervallen.

Optioneel bevat de oogstmachine een vouwbaar maaibord. Het vouwbare maaibord kan twee toestanden aannemen, een opengevouwen modus waarin het vouwbare maaibord bediend kan worden voor het oogsten van gewas en een dichtgevouwen modus waarin het vouwbare maaibord geschikt is voor vervoer over de weg. Het vouwbare maaibord bevat een vouwtoestel om het vouwbare maaibord vanuit de opengevouwen modus in de opengevouwen modus te bewegen en/of vice versa. Het hydraulische systeem van de oogstmachine bevat een regelkiep voor het vouwen van het maaibord die geschikt is om het vouwtoestel te bedienen. In deze variant is de hydraulische koppeling verbonden met het hydraulische systeem van de oogstmachine op een plaats tussen de regelklep voor het vouwen van het maaibord en het vouwtoestel.

Deze opstelling maakt het mogelijk om de regelklep voor het vouwen van het maaibord te gebruiken om niet alleen het dichtvouwen en/of openvouwen van het vouwbare maaibord te bedienen, maar ook om de maaibordsteun te verplaatsen van de wegtransportmodus naar de operationele veidmodus en/of vice versa. Op die manier moet er geen aanvullende klep worden aangebracht om de maaibordsteun te verplaatsen van de wegtransportmodus naar de operationele veidmodus en/of vice versa. Deze opstelling maakt het bovendien mogelijk om het vouwbare maaibord gelijktijdig in de dichtgevouwen modus te brengen en de maaibordsteun te verplaatsen vanuit de operationele veidmodus naar de wegtransportmodus waanccr de oogstmachine kiaargemaakt wordt om te rijden op de weg. Eveneens maakt deze opstelling het mogelijk om het vouwbare maaibord gelijktijdig in de opengevouwen modus te brengen

53161

BE2016/5462 en de maaibordsteun van de wegtransportmodus te verplaatsen naar de operationele veldmodus wanneer de oogstmachine klaargemaakt wordt om te oogsten.

In een inogeiijke uitvoeringsvorm van de combinatie van een oogstmachine en een maaibordsteun voigens de uitvinding bevat de combinatie verder een tweede maaibordsteun overeenkomstig de uitvinding. Zodoende zijn er in dit geval in de oogstmachine twee afzonderlijke maaibordsteunen aangebracht, elk met hun eigen frame en een eigen oogstmachine-interfàce.

Optionee! is het eerste steunwiel van de eerste maaibordsteun rechts gelegen van de oogstmachine en is het eerste steunwiel van de tweede maaibordsteun links gelegen van de oogstmachine.

Optioneel zijn zowel het eerste steunwiel ais het tweede steunwiel aangebracht vôôr het voorwiel of vôôr de voorste rupsband van de oogstmachine.

In een mogelijke uitvoeringsvorm van de combinatie van een oogstmachine en een maaibordsteun voigens de uitvinding bevat her frame van de maaibordsteun verder een tweede arm, die scharnierbaar verbonden is met de oogstmachine-interface. In deze uitvoeringsvorm bevat de maaibordsteun verder een tweede steunwiel, dat een tweede rotatieas heeft en een loopvlak bevat, waarbij het tweede steunwiel draaibaar is rond de tweede rotatieas, een tweede wielverbindingsstuk, dat geschikt is om het tweede steunwiel te verbinden met de tweede arm van het frame, en daarbij het tweede steunwiel in staat stelt rond de tweede rotatieas te draaien, en waarbij in de wegtransportmodus het tweede steunwiel zieh in een wegtransportpositie bevindt waarin het tweede steunwiel in staat gesteld wordt ten minste een deel van her gewicht van het maaibord te dragen, en waarbij, in de wegtransportpositie, de tweede rotatieas van het tweede steunwiel zieh in een in wezen horizontaal vlak uitstrekt, en waarbij, in de operationele veldmodus, het tweede steunwiel in een operationele veldpositie staat waarin het tweede steunwiel vrij is van her gewicht van het maaibord en de tweede rotatieas van het tweede steunwiel zieh in een in wezen verticaal vlak uitstrekt.

Zodoende is er in dit geval een enkele afzonderlijke maaibordsteun op de oogstmachine aangebracht, met een enkelvoudige oogstmachine-interface, maar met twee armen. Op eike arm is een afzonderlijk steunwiel aangebracht met behulp van een afzonderlijk wielverbindingsstuk.

53161

BE2016/5462

Optionee! is het eerste steunwiel rechts van de oogstmachine gelegen en is het tweede steunwiel links van de oogstmachine gelegen.

Optioneel zijn zowel het eerste steunwiel als het tweede steunwiel aangebracht vôôr het voorwiel of vôôr de voorste rupsband van de oogstmachine.

De uitvinding heeft verder betrekking op een combinatie van een vouwbaar maaibord van een oogstmachine en een maaibordsteun volgens de uitvinding.

Optionee! heeft het vouwbare maaibord in deze combinatie een opengevouwen modus waarin het vouwbare maaibord geschikt is om bediend te worden voor het oogsten van gewas en een dichtgevouwen modus waarin het vouwbare maaibord geschikt is voor vervoer over de weg. Het vouwbare maaibord bevat een vouwtoestel om het vouwbare maaibord vanuit de dichtgevouwen modus over te brengen naar de opengevouwen modus en vice versa, en een hydraulisch actuatorsysteem voor het bedienen van het vouwtoestel. Het hydraulische actuatorsysteem bevat een regelklep voor het vouwen van het maaibord die geschikt is om het vouwtoestel te bedienen. In deze variant bevat de armaandrijving van de maaibordsteun een hydraulisch geheel. Dit hydraulische geheel bevat een hydraulische ciiinder en een vloeistofleidingsysteem voor het toevoeren van hydraulische vloeistof aan de ciiinder en het ontvangen van hydraulische vloeistof van de hydraulische ciiinder. Het vloeistofleidingsysteem bevat een hydraulische koppeling. De hydraulische koppeling van de maaibordsteun is verbonden met het hydraulische aandrijfsysteem op een plaats tussen regelklep voor het vouwen van het maaibord en het vouwtoestel.

De uitvinding zal hieronder meer in detail worden beschreven met verwijzing naar de tekeningen, waarin op een niet-beperkende wijze, bij wijze van voorbeeld gegeven uitvoeringsvormen van de uitvinding zuilen worden weergegeven.

De tekening in

Figuur I : : illustreert een voorbeeld van een oogstmachine die gebruikt kan worden met een maaibordsteun volgens de uitvinding, in zijaanzicht,

Figuur 2 illustreert een voorbeeld van een combinatie van een oogstmachine met een maaibordsteun volgens de uitvinding, in zijaanzicht, in de wegtransportmodus,

FiguurS: illustreert de combinatie van een oogstmachine met een maaibordsteun van Figuur 2, in zijaanzicht, in de operationele veldmodus,

Figuur 4: illustreert een eerste uitvoeringsvorm. van een maaibordsteun volgens de uitvinding, in de wegtransportmodus, in vooraanzicht,

53161

Figuur 5: illustreert een tweede uitvoeringsvorm van een maaibordsteun voigens de uitvinding, in de wegtransportmodus, in vooraanzicht,

Figuur 6: illustreert de uitvoeringsvorm van Figuur 5, in de operationele veldmodus, in vooraanzicht,

Figuur 7: illustreert een uitvoeringsvorm van een combinatie van een maaibordsteun met een oogstmachine die een vouwbaar maaibord bevat, in bovenaanzicht.

BE2016/5462

Figuur 1 illustreert een voorbeeld van een oogstmachine die gebruikt kan worden met een maaibordsteun volgens de uitvinding, in zijaanzicht.

In dit voorbeeld is de oogstmachine een maaidorser. De oogstmachine 1 bevat een maaibord 3 dat geschikt is om gewas van het veld af te snijden. De oogstmachine 1 bevat verder een toevoertoestel 2 dat geschikt is om gewas te ontvangen van het maaibord 3 en het gewas verder naar de oogstmachine 1 te transporteren. In de oogstmachine 1 wordt het gewas optionee! verwerkt, bv. in kleinere stukjes gesneden en/of gedorst.

De oogstmachine 1 bevat verder twee voorwielen 4, waarvan er één is weergegeven in Figuur 1. In een alternatieve uitvoeringsvorm kan de oogstmachine twee voorste rupsbanden bevatten in plaats van de voorwielen 4.

De oogstmachine 1 is geschikt om ermee over de grond 100 te rijden. De grond 100 kan bijvoorbeeld een weg of een veld zijn. De oogstmachine I heeft een hoofdrijdrichting D, die recht vooruit is.

Figuur 1 toont de maaidorser in de operationele veldmodus, waarbij het maaibord 3 juist boven de grond 100 gelegen is. In deze positie kan het maaibord 3 gebruikt worden om gewas van het veld af te snijden.

Figuur 2 illustreert een voorbeeld van een combinatie van een oogstmachine 1 met een maaibordsteun voigens de uitvinding, in zijaanzicht, in de wegtransportmodus.

In de uitvoeringsvorm van Figuur 2 wordt het maaibord 3 in de wegtransportmodus boven de grond 100 getild door het opwaarts kantelen van het toevoersysteem 2 ten opzichte van de positie van het toevoersysteem 2 zoals weergegeven in Figuur I.

In de uitvoeringsvorm van Figuur 2 is de maaibordsteun 20 verbonden met het toevoersysteem 2. De maaibordsteun 20 bevat een frame 21 dat een oogstmachineinterface 22 en een eerste arm 23 bevat. De eerste arm. 23 is scharnierbaar verbonden met de oogstmachine-interface 22.

53161

BE2016/5462

De maaibordsteun 20 bevat verder een eerste steunwiel 25. Het eerste steunwieî 25 is draaibaar rond een eerste rotatieas. De eerste rotatieas is in deze uitvoeringsvorm evenwijdig met het vlak van de grond, en loodrecht op het vlak van de tekening gericht. Het eerste steunwiel 25 bevat een loopvlak 26, dat geschikt is om contact te maken met de grond 100 wanneer het eerste steunwiel 25 wordt gebruikt tijdens het transport over de weg. Het frame 21 is geschikt om het eerste steunwiel 25 met de oogstmachine 1 te verbinden.

De maaibordsteun 20 bevat verder een eerste wielverbindingsstuk 24, dat geschikt is om het eerste steunwiel 25 met de eerste arrn 23 van het frame 21 te verbinden. Het eerste wielverbindingsstuk 24 stelt het eerste steunwiel 25 in staat rond de eerste rotatieas te draaien.

De maaibordsteun bevat verder een armaandrijving 30, die geschikt is om de eerste arm 23 ten opzichte van de oogstmachine-interface 22 te doen Scharnieren. De armaandrijving 30 is geschikt om de maaibordsteun van de wegtransportmodus 20 te verplaatsen naar de operationeie veidmodus en/of vice versa. Optioneel brengt dit het bewegen bv. schamieren, van de eerste arm 23 van het frame 21 ten opzichte van de oogstmachine interface 22 met zieh mee. In een mogelijke uitvoeringsvorm is de armaandrijving 30 zowel in Staat om de maaibordsteun vanuit de wegtransportmodus te verplaatsen naar de operationeie veidmodus ais om deze vanuit de operationeie veidmodus naar de wegtransportmodus te verplaatsen. Als alternatief gebeurt één van deze verplaatsingen gedeeltelijk of volledig door de zwaartekracht.

In de wegtransportmodus bevindt het eerste steunwiel 25 zieh in een wegtransportpositie. De wegtransportpositie stelt het eerste steunwiel 25 in staat ten minste een deel van het gewicht van het maaibord 3 te dragen. In de wegtransportpositie zal het îoopvîak 26 van het eerste steunwiel 25 gewoonlijk met de grond 100 contact maken. In de wegtransportmodus strekt de eerste rotatieas van het eerste steunwiel zieh in een in wezen horizontaal vlak uit. Figuur 2 toont het eerste steunwiel 25 in de wegtransportpositie.

Figuur 3 iliustreert de combinatie van een oogstmachine 1 met een maaibordsteun 20 van Figuur 2, in zijaanzicht, in de operationeie veidmodus.

In de operationeie veidmodus staat het eerste steunwiel 25 in een operationeie veldpositie waarin het eerste steunwiel vrij is van het gewicht van het maaibord 3. In de operationeie veldpositie strekt de eerste rotatieas 27 van het eerste steunwiel 25 zieh in een in wezen verticaal vlak uit.

53161

BE2016/5462

Figuur 4 illustreert een eerste uitvoeringsvorm van een maaibordsteun volgens de uitvinding, in de wegtransportmodus, in vooraanzicht.

In de uitvoeringsvorm van Figuur 4 is de maaibordsteun 20 weergegeven in een situatie waarin hij verbonden is met een zijwand van het toevoersysteem 2. De maaibordsteun 20 bevat een frame 21 dat een oogstmachine-interfece 22 en een eerste arm 23 bevat. De eerste arm 23 is scharnierbaar verbonden met de oogstmachineinterfece 22 via schamier 28.

De maaibordsteun 20 bevat verder een eerste steunwiel 25. Het eerste steunwiel 25 is draaibaar rond een eerste rotatieas 27. Het eerste steunwiel 25 bevat een loopvlak 26, dat geschikt is om contact te maken met de grond 100 wanneer het eerste steunwiel 25 wordt gebruikt tijdens het transport over de weg. Het frame 21 is geschikt om het eerste steunwiel 25 met de oogstmachine 1 te verbinden.

De maaibordsteun 20 bevat verder een eerste wielverbindingsstuk 24, dat geschikt is om het eerste steunwiel 25 met de eerste arm 23 van het frame 21 te verbinden. Het eerste wielverbindingsstuk 24 stelt het eerste steunwiel 25 in staat rond de eerste rotatieas 27 te draaien.

De maaibordsteun bevat verder een armaandrijving 30, die geschikt is om de eerste arm 23 ten opzichte van de oogstmachine··interface 22 te doen Scharnieren. De armaandrijving 30 is geschikt om de maaibordsteun 20 van de wegtransportmodus te verplaatsen naar de operationele veidmodus en/of vice versa. Optioneel brengt dit het bewegen bv. het Scharnieren, van de eerste arm 23 van het frame 21 ten opzichte van de oogstmachine-interfece 22 via schamier 28 met zieh mee. In een mogelijke uitvoeringsvorm is de armaandrijving 30 zowel in staat om de maaibordsteun vanuit de wegtransportmodus te verplaatsen naar de operationele veidmodus als om deze vanuit de operationele veidmodus naar de wegtransportmodus te verplaatsen. Als alternatief gebeurt één van deze verplaatsingen gedeeltelijk of volledig door de zwaartekracht.

ln de wegtransportmodus bevindt het eerste steunwiel 25 zieh in een wegtransportpositie. De wegtransportpositie stell het eerste steunwiel 25 in staat ten minste een deel van het gewicht van het maaibord 3 te dragen. ln de wegtransportpositie zal het loopvlak 26 van het eerste steunwiel 25 gewoonlijk met de grond 100 contact maken. In de wegtransportmodus strekt de eerste rotatieas van het eerste steunwiel 25 zieh in een in wezen horizontaal vlak uit. Figuur 4 toont het eerste steunwiel 25 in de 'wegtransportpositie.

53161

BE2016/5462

In de uitvoeringsvorm van Figuur 4 is het eerste wielverbindingsstuk 24 geschikt om het eerste steunwiei 25 in staat te stellen rond een scharnieras 269 te Scharnieren, In de wegtransportmodus die weergegeven is in Figuur 4 strekt de scharnieras zieh in een in wezen verticaal vlak uit. Dit stelt het eerste steunwiei 25 in Staat om stuurhewegingen van de oogstmachine waarmee de maaibordsteun tijdens het gebruik verbonden is op de weg te volgen.

Optionee! is het eerste wielverbindingsstuk 24 geschikt om het eerste steunwiei 25 in Staat te steilen rond de scharnieras 29 te Scharnieren over een schamierhoek die 10° of minder bedraagt, bij voorkeur 5° of minder, optioneel 3° of minder.

In de uitvoeringsvorm van Figuur 4 bevat de armaandrijving 30 een hydraulisch geheei 35. Het hydraulische geheei 35 bevat een hydraulische cilinder 31 en een vloeistofleidingsysteem 32 om hydraulische vloeistof toe te voeren aan de hydraulische cilinder 31 en om hydraulische vloeistof van de hydraulische cilinder 31 te ontvangen.

Het vloeistofleidingsysteem 32 bevat optioneel een reeks vloeistofleidingen. Het vloeistofleidingsysteem. 32 bevat een hydraulische koppeling 33. De hydraulische koppeling 33 is geschikt om het vloeistofleidingsysteem 32 te verbinden met een hydraulisch systeem 5 van de oogstmachine, dat alleen schematisch weergegeven is in Figuur 4.

Een oogstmachine heeft gewoonlijk een hydraulisch systeem 5 aan boord. In deze uitvoeringsvorm kan het hydraulische systeem 5 van de oogstmachine gebruikt worden om de armaandrijving 30 van de maaibordsteun 20 te bedienen.

Figuur 5 iliustreert een tweede uitvoeringsvorm van een maaibordsteun 20 voigens de uitvinding, in de wegtransportmodus, in vooraanzicht.

In de uitvoeringsvorm van Figuur 5 is de maaibordsteun 20 weergegeven in een situatie waarin hij verbonden is met een bovenwand van het toevoersysteem 2. De maaibordsteun 20 bevat een frame 21 dat een oogstmachine-interfece 22 en een eerste arm 23 bevat. De eerste arm 23 is scharnierbaar verbonden met de oogstmachineinterfece 22 via schamier 28.

De maaibordsteun 20 bevat verder een eerste steunwiei 25. Het eerste steunwiei 25 is draaibaar rond een eerste rotatîeas 27. Het eerste steunwiei 25 bevat een loopvlak 26, dat geschikt is om contact te maken met de grond 100 wanneer het eerste steunwiei 25 wordt gebruikt tijdens het transport over de weg. Het frame 21 is geschikt om het eerste steunwiei 25 met de oogstmachine 1 te verbinden.

53161

BE2016/5462

De maaibordsteun 20 bevat verder een eerste wielverbindingsstuk 24, dat geschikt is om het eerste steunwiel 25 met de eerste arm 23 van het frame 21 te verbinden. Het eerste wielverbindingsstuk 24 stelt het eerste steunwiel 25 in staat rond de eerste rotatieas te draaien.

De maaibordsteun bevat verder een armaandrijving 30, die geschikt is om de eerste arm 23 ten opzichte van de oogstmachine-interface 22 te doen Scharnieren. De armaandrijving 30 is geschikt om de maaibordsteun 20 van de wegtransportmodus te verplaatsen naar de operationeie veldmodus en/of vice versa. Optionee! brengt dit het bewegen bv. het Scharnieren, van de eerste arm 23 van het frame 21 ten opzichte van de oogstmachine-interfaee 22 via schamier 28 met zieh mee. In een mogelijke uitvoeringsvorm is de armaandrijving 30 zowei in staat om de maaibordsteun vanuit de wegtransportmodus te verplaatsen naar de operationeie veldmodus ais om deze vanuit de operationeie veldmodus naar de wegtransportmodus te verplaatsen. Ais alternatief gebeurt één van deze verpiaatsingen gedeeltelijk of volledig door de zwaartekracht.

In de wegtransportmodus bevindt het eerste steunwiel 25 zieh in een wegtransportpositie. De wegtransportpositie stell het eerste steunwiel 25 in Staat een deei van het gewicht van het maaibord 3 te dragen. In de wegtransportpositie zal het loopvlak 26 van het eerste steunwiel 25 gewoonlijk met de grond 100 contact maken. In de 'wegtransportmodus strekt de eerste rotatieas van het eerste steunwiel 25 zieh in een in wezen horizontaal vlak uit. Figuur 5 toont het eerste steunwiel 25 in de wegtransportpositie.

ln de uitvoeringsvorm van Figuur 5 bevat het frame 21 verder een tweede arm 43, die scharnierbaar verbonden is met de oogstmachine-interfaee 22.

In de uitvoeringsvorm van Figuur 5 bevat de maaibordsteun 20 verder een tweede steunwiel 45. Het tweede steunwiel 45 heeft een tweede rotatieas 47 en bevat een loopvlak 46. Het tweede steunwiel 45 is draaibaar rond de tweede rotatieas 47.

In de uitvoeringsvorm van Figuur 5 bevat de maaibordsteun 20 verder een tweede wielverbindingsstuk 44. Het tweede wielverbindingsstuk 44 is geschikt om het tweede steunwiel 45 met de tweede arm 43 van het frame 21 te verbinden, en stelt daarbij het tweede steunwiel 45 in Staat rond de tweede rotatieas 47 te draaien,

In de wegtransportmodus bevindt het tweede steunwiel 45 zieh in een wegtransportpositie die het tweede steunwiel 45 in Staat stelt een deel van het gewicht van het maaibord te dragen. ln de wegtransportpositie strekt de tweede rotatieas 47 van het tweede steunwiel 45 zieh in een in wezen horizontaal vlak uit. Figuur 5 toont het

53161

BE2016/5462 tweede steunwiel in de wegtransportpositie. In de wegtransportpositie zai het loopvlak 46 van het tweede steunwiel 45 gewoonlijk contact maken met de grond 100,

In de uitvoeringsvorm van Figuur 5 is het eerste wielverbindingsstuk 24 geschikt om het eerste steunwiel 25 in Staat te stellen rond de schamieras 29 te Scharnieren. In de wegtransportmodus die weergegeven is in Figuur 5 strekt de schamieras 29 zieh in een in wezen verticaal vlak uit. Dit stelt het eerste steunwiel 25 in Staat om stuurbewegingen van de oogstmachine waarmeer de maaibordsteun 20 tijdens het gebruik verbonden is op de weg te volgen.

Optioneel is het eerste wielverbindingsstuk 24 geschikt om het eerste steunwiel 25 in Staat te stellen rond de schamieras 29 te Scharnieren over een scharnierhoek die 10° of minder bedraagt, bij voorkeur 5° of minder, optioneel 3° of minder.

Zo ook is het tweede wielverbindingsstuk 44 geschikt om het tweede steunwiel 45 in Staat te stellen rond de schamieras 49 te Scharnieren. In de wegtransportmodus die weergegeven is in Figuur 5 strekt de schamieras 49 zieh in een in wezen verticaal vlak uit. Dit stell het t'weede steunwiel 45 in Staat om stuurbewegingen van de oogstmachine op de weg te volgen waarmee de maaibordsteun 20 tijdens het gebruik verbonden is.

Optioneel is het tweede wielverbindingsstuk 44 geschikt om het tweede steunwiel 45 in Staat te steilen rond de schamieras te 49 Scharnieren over een scharnierhoek die 10° of minder bedraagt, bij voorkeur 5° of minder, optionee! 3° of minder.

In de uitvoeringsvorm van Figuur 5 bevat de armaandrijving 30 een hydraulisch geheel 35. Het hydraulische geheel 35 bevat een eerste hydraulische cilinder 31, een tweede hydraulische cilinder, een eerste vloeistofleidingsysteem 32 voor het toevoeren van hydraulische vloeistof aan de eerste hydraulische cilinder 31 en bet ontvangen van hydraulische vloeistof van de hydraulische cilinder 31, en een tweede vloeistofleidingsysteem 52 voor het toevoeren van hydraulische vloeistof aan de tweede hydraulische cilinder 51 en het ontvangen van hydraulische vloeistof van de tweede hydraulische cilinder 51. De vloeistofleidingsystemen 32, 52 bevatten elk optionee! een reeks vloeistofleidingen. Het eerste vloeistofleidingsysteem 32 bevat een hydraulische koppeling 33, en het tweede vloeistofleidingsysteem 52 bevat een hydraulische koppeling 53. De hydraulische koppelingen 33,53 zijn geschikt om de vloeistofleidingsystemen 32, 52 met een hydraulisch systeem 5 van de oogstmachine te verbinden, dat alleen schematisch weergegeven is in Figuur 5.

53161

BE2016/5462

Optioneel bedraagt in de uitvoeringsvorm van Figuur 5 in de wegtransportpositie de afstand tussen het eerste steunwiel en bet tweede steunwiel 3,5 meter of minder.

Figuur 6 illustreert de uitvoeringsvorm van Figuur· 5 in de operationele veldmodus in vooraanzicht.

ln de operationele veldmodus staat het eerste steunwiel 25 in een operationele veldpositie waarin het eerste steunwiel vrij is van het gewicht van het maaibord. In de operationele veldpositie strekt de eerste rotatieas 27 van het eerste steunwiel 25 zieh in een in wezen verticaal vlak uit. In deze uitvoeringsvorm maakt het eerste steunwiel 25 geen contact met de grond 100. In de operationele veldpositie is het eerste steunwiel 25 aangebracht op een afstand boven de grond 100.

Zo ook bevindt het tweede steunwiel 45 zieh in een operationele veldpositie waarin het tweede steunwiel 45 vrij is van het gewicht van het maaibord. In de operationele veldpositie strekt de tweede rotatieas 47 van het tweede steunwiel 45 zieh in een in wezen verticaal vlak uit. In deze uitvoeringsvorm maakt het tweede steunwiel 45 geen contact met de grond 100. In de operationele veldpositie is het tweede steunwiel 45 op een afstand boven de grond 100 aangebracht.

Figuur 7 illustreert een uitvoeringsvorm van een combinatie van een maaibordsteun 20 met een oogstmachine 1 die een vouwbaar maaibord 60 bevat, in bovenaanzicht. De maaibordsteun 20 is weergegeven in de operationele veldmodus, en de vouwbare maaier in opengevouwen modus.

In de uitvoeringsvorm van Figuur 7 bevat de oogstmachine 1 een vouwbare maaier 60. De vouwbare maaier 60 bevat een centraal deel 61 en twee zijdelen 62, één ervan is aan de rechterkant aangebracht en de andere is aan de linkerkant van het centrale deel 61 aangebracht. De zijdelen 62 zijn scharnierbaar verbonden met het centrale deel 61.

De vouwbare maaier 60 heeft een opengevouwen modus en een dichtgevouwen modus. In de opengevouwen modus is de vouwbare maaier 60 geschikt om bediend te worden voor het oogsten van gewas. De zijdeîen 62 strekken zieh in lijn uit met het centrale deel 61 en het maaibord 60 is tamelijk breed. In de dichtgevouwen modus is de vouwbare maaier geschikt voor vervoer over de weg en strekken de zijdeîen 62 zieh niet in lijn uit met het centrale deel 61. De zijdelen 62 Scharnieren bijvoorbeeld opwaarts. In

53161

BE2016/5462 de diehtgevouwen modus is het maaibord minder breed dan in de opengevouwen modus.

Dit vergemakkelijkt het transport over de weg.

De vouwbare maaier 60 bevat een vouwtoestel 65 om de vouwbare maaier van de diehtgevouwen modus naar de opengevouwen modus en/of vice versa te bewegen, en een hydraulisch aetuatorsysteem 66 om het vouwtoestel 65 te bedienen, ln de uitvoeringsvorm van Figuur 7 zijn twee hydraulische cilinders aangebracht in het hydraulische aetuatorsysteem.

Ofwel bevat het hydraulische systeem van de oogstmachine 1 ofwel het hydraulische aetuatorsysteem 66 van de vouwbare maaier 60 een regelklep 70 voor het vouwen van het maaibord 70 die geschikt is om het vouwtoestel te bedienen.

In de uitvoeringsvorm die weergegeven is in Figuur 7 is een uitvoeringsvorm van de maaibordsteun 20 zoals weergegeven in Figuur 5 en Figuur 6 toegepast.

Zoals weergegeven in Figuur 5 en Figuur 6 bevat de armaandrijving 30 van de maaibordsteun een hydraulisch geheel 35, waarbij dit hydraulische geheel een hydraulische ciiinder 31, 51 en een vloeistofleidingsysteem 32, 52 bevat voor het toevoeren van hydraulische vloeistof aan de hydraulische cilinder 31,51 en het ontvangen van hydraulische vloeistof van de hydraulische cilinder 31,51. Het vloeistofleidingsysteem 32, 52 bevat een hydraulische koppeling 33, 53.

In de uitvoeringsvorm. van Figuur 7 zijn de hydraulische koppelingen 33,53 van de maaibordsteun 20 verbonden met het hydraulische aandrijfsysteem op een piaats tussen de regelklep voor het vouwen van het maaibord 70 en het vouwtoestel 65.

53161

BE2016/5462

Claims

CONCLUSIES:

1. Maaibordsteun voor een oogstmachine voor het ondersteunen van een maaibord van een oogstmachine (1) tijdens het transport over de weg, waarbij de maaibordsteun (20) het volgende bevat:

een frame (21), waarbij dit frame (21) het volgende bevat:

een oogstmachine-interface (22), die verbonden kan worden met een oogstmachine (1 ), een eerste arm (23), waarbij deze arm scharnierbaar verbonden is met de oogstmachine-interfece (22), een eerste steunwiel (25) dat een eerste rotatieas (27) en een loopvlak (26) bevat, waarbij het eerste steunwiel (25) rond de eerste rotatieas (27) kan draaien, een eerste wielverbindingsstuk (24), dat geschikt is om het eerste steunwiel (25) met de eerste arm (23) van het frame (21) te verbinden, en daarbij het eerste steunwiel (25) in staat stell rond de eerste rotatieas (27) te draaien, en een arm aandrijving (30), die geschikt is om de eerste arm (23) ten opzichte van de oogstmachine-interfece (22) te doen Scharnieren.

waarbij de maaibordsteun (20) een wegtransportmodus en een operationele veldmodus heeft, en de armaandrijving (30) geschikt is om. de maaibordsteun (20) te verplaatsen van de wegtransportmodus naar de operationele veldmodus en/of vice versa, waarbij, in de wegtransportmodus, het eerste steunwiel (25) in een wegtransportpositie staat die het eerste steunwiel (25) in staat stelt ten minste een deel van het gewicht van het maaibord (3) te dragen, en waarbij, in deze wegtransportpositie, de eerste rotatieas (27) van het eerste steunwiel (25) zieh in een in wezen horizontaal vlak uitstrekt, en waarbij, in de operationele veldmodus, het eerste steunwiel (25) zieh in een operationele veldpositie bevindt waarin het eerste steunwiel (25) vrij is van het gewicht van het maaibord (3) en de eerste rotatieas (27) van het eerste steunwiel (25) zieh in een in wezen verticaal vlak uitstrekt.
2. Maaibordsteun voor een oogstmachine volgens conclusie 1, waarbij het eerste wielverbindingsstuk (24) geschikt is om het eerste steunwiel (25) in staat te stellen rond een schamieras (29) te Scharnieren, waarbij de schamieras (29) zieh in de wegtransportmodus in een in wezen verticaal vlak uitstrekt.

53161

BE2016/5462
3. Maaibordsteun voor een oogstmachine volgens conclusie 2, waarbij het eerste wielverbindingsstuk (24) geschikt is om het eerste steunwiei (25) in staat te stellen te Scharnieren rond de scharnieras (29) over een schämierhoek die 10° of minder bedraagt, bij voorkeur 5° of minder, optioneel 3° of minder.
4. Maaibordsteun voor een oogstmachine volgens conclusie 1, waarbij de armaandrijving (30) een hydraulisch geheel (35) bevat, waarbij dit hydraulische geheel (35) een hydraulische cilinder (31, 51) en een vloeistofleidingsysteem (32, 52) bevat voor het toevoeren van hydraulische vioeistof aan de hydraulische cilinder (31, 51) en voor het ontvangen van hydraulische vioeistof van de hydraulische cilinder (31,51), waarbij het vloeistofleidingsysteem (32, 52) een hydraulische koppeling (33, 53) bevat, waarbij die hydraulische koppeling (33, 53) geschikt is om het vloeistofleidingsysteem (32, 52) te verbinden met een hydraulisch systeem (5) van de oogstmachine (1).
5. Maaibordsteun voor een oogstmachine volgens conclusie 1, waarbij het frame (21) verder een tweede arm (43) bevat, die scharnierbaar verbonden is met de oogstmachine-interface (22), en waarbij de maaibordsteun (20) verder het volgende bevat:

een tweede steunwiei (45), dat een tweede rotatieas (47) heeft en een loopvlak (46) bevat, waarbij het tweede steunwiei (45) draaibaar is rond de tweede rotatieas (47), en een tweede wielverbindingsstuk (44), dat geschikt is om het tweede steunwiei (45) te verbinden met de tweede arm (43) van het frame (21), en daarbij het tweede steunwiei (45) in staat stelt rond de tweede rotatieas (47) ie draaien, en waarbij in de wegtransportmodus het tweede steunwiei (45) zieh in een wegtransportpositie bevindt waarin het tweede steunwiei (45) in staat gesteld wordt ten minste een deel van het gewicht van het maaibord (3) te dragen, en waarbij, in de wegtransportpositie, de tweede rotatieas (47) van het tweede steunwiei (45) zieh in een in wezen horizontaal vlak uitstrekt, en waarbij, in de operationele veldmodus, het tweede steunwiei (45) in een operationele veldpositie staat waarin het tweede steunwiei (45) vrij is van het gewicht van het maaibord (3) en de tweede rotatieas (47) van het tweede steunwiei (45) zieh in een in wezen verticaal vlak uitstrekt.

53161

BE2016/5462
6. Maaibordsteun voor een oogstmachine volgens conclusie 5, waarbij de afstand tussen het eerste steunwiel (25) en het tweede steunwiel (45) in de wegtransportpositie en in de operationele veldpositie maximaal 3,50 meter bedraagt, en waarbij in de operationele veldpositie, de afstand tussen het eerste steunwiel (25) en het tweede steunwiel (45) groter is dan de afstand tussen het eerste steunwiel (25) en het tweede steunwiel (45) in de wegtransportmodus.
7. Combinatie van een oogstmachine (1) en een maaibordsteun (20) van een oogstmachine volgens conclusie 1, waarbij de oogstmachine (1) een voorwiel (4) of voorste rupsband heeft, en waarbij de maaibordsteun (20) verbonden is met de oogstmachine (1) en in de wegtransportmodus het eerste steunwiel (25) aangebracht is vôôr het voorwiel (4) of vôôr de voorste rupsband van de oogstmachine (1).
8. Combinatie volgens conclusie 7, waarbij de oogstmachine (i) een hydraulisch systeem (5) bevat, en waarbij de armaandrijving (30) van de maaibordsteun (20) een hydraulisch geheel (35) bevat, waarbij dit hydraulische geheel (35) een hydraulische cilinder (31, 51) en een vloeistofleidingsysteem (32, 52) bevat voor het toevoeren van hydraulische vloeistof aan de hydraulische cilinder (31, 51) en het ontvangen van hydraulische vloeistof van de hydraulische cilinder (31, 51), waarbij het vloeistofleidingsysteem (32, 52) een hydraulische koppeling (33, 53) bevat, waarbij die hydraulische koppeling (33, 53) verbonden is met het hydraulische systeem (5) van de oogstmachine (i).
9. Combinatie voigens conclusie 8, waarbij de oogstmachine (1) een vouwbare maaier (60) bevat, waarbij het vouwbare maaibord (60) twee toestanden kan aannemen, een opengevouwen modus waarin het vouwbare maaibord (60) geschikt is om bediend te worden voor het oogsten van gewas en een dichtgevouwen modus waarin het vouwbare maaibord (60) geschikt is voor vervoer over de weg. waarbij het vouwbare maaibord een vouwtoestel (65) bevat om het vouwbare maaibord (60) vanuit de opengevouwen modus naar de opengevouwen modus te bewegen en/of vice versa., en

53161

BE2016/5462 waarbij het hydraulische systeem van de oogstmachine (1) een regelklep (70) voor het vouwen van het maaibord bevat die geschikt is om het vouwtoestel (65) te bedienen, en waarbij de hydraulische koppeling (33, 53) verbonden is met het hydraulische systeem (5) van de oogstmachine (1) op een plaats tussen de regelklep (70) voor het vouwen van het maaibord en het vouwtoestel (65).
10. Combinatie volgens conclusie 7, waarbij de combinatie verder een tweede maaibordsteun (20) bevat volgens conclusie 1, en waarbij het eerste steunwiel (25) van de eerste maaibordsteun rechts geiegen is van de oogstmachine (1) en het eerste steunwiel (25) van de tweede maaibordsteun links gelegen is van de oogstmachine (1).
11. Combinatie volgens conclusie 7, waarbij het frame (21) van de maaibordsteun (20) verder een tweede arm (43) bevat die scharnierbaar verbonden is met de oogstmachine-interfece (22), en waarbij de maaibordsteun (20) verder het volgende bevat:

een tweede steunwiel (45), dat een tweede rotatieas (47) heeft en een loopvlak (46) bevat, waarbij het tweede steunwiel (45) draaibaar is rond de tweede rotatieas (47), en een tweede wielverbindingsstuk (44), dat geschikt is om het tweede steunwiel (45) te verbinden met de tweede arm (43) van het frame (21), en daarbij het tweede steunwiel (45) in staat stelt rond de tweede rotatieas (47) te draaien, en waarbij in de wegtransportmodus het iweede steunwiel (45) zieh in een wegtransportpositie bevindt waarin het tweede steunwiel (45) in staat gesteid wordt ten minste een deel van het gewicht van het maaibord te dragen, en waarbij, in de wegtransportpositie, de tweede rotatieas (47) van het tweede steunwiel (45) zieh in een in wezen horizontaal vlak uitstrekt, waarbij, in de operationele veldmodus, het tweede steunwiel (45) in een operationele veldpositie staat waarin het tweede steunwiel (45) vrij is van het gewicht van het maaibord en de tweede rotatieas (47) van het tweede steunwiel (45) zieh in een in wezen verticaal vlak uitstrekt. en waarbij het eerste steunwiel (25) rechts van de oogstmachine (1) gelegen is en het tweede steunwiel (45) links van de oogstmachine (1) gelegen is.

53161

BE2016/5462
12. Combinatie van een vouwbaar maaibord van een oogstmachine en een maaibordsteun voigens de uitvinding conclusie 1, waarbij het vouwbare maaibord (60) twee toestanden kan aannemen: een opengevouwen modus waarin het vouwbare maaibord (60) bediend kan worden voor het oogsten van gewas en een dichtgevouwen modus waarin het vouwbare maaibord (60) geschikt is voor vervoer over de weg, waarbij het vouwbare maaibord (60) een vouwtoestel (65) bevat om het vouwbare maaibord (60) vanuit dichtgevouwen modus over te brengen naar de opengevouwen modus en vice versa, en een hydraulisch actuatorsysteem (66) voor het bedienen van het vouwtoestel (65), waarbij het hydraulische actuatorsysteem (66) een regelklep (70) bevat voor het vouwen van het maaibord die geschikt is om het vouwtoestei (65) te bedienen, en waarbij de artnaandrijving (30) van de maaibordsteun (20) een hydraulisch geheel (35) bevat, waarbij dit hydraulische geheel (35) een hydraulische cilinder (31, 51) en een vloeistofleidingsysteem (32, 52) bevat voor het toevoeren van hydraulische vloeistof aan de hydraulische cilinder (31, 51 ) en het ontvangen hydraulische vloeistof van de hydraulische cilinder (31,51), waarbij het vloeistofleidingsysteem een hydraulische koppeling (33, 53) bevat waarbij de hydraulische koppeling (33, 53) van de maaibordsteun (20) verbonden is met het hydraulische aandrijfsysteem (66) op een plaats tussen regelklep (70) voor het vouwen vn het maaibord en het vouwtoestel (65).

53161

BE2016/5462 'X-'X’S

Ί >. y Λ V'kJsI^c'