BE1024692A1 - Rooimachine - Google Patents

Rooimachine Download PDF

Info

Publication number
BE1024692A1
BE1024692A1 BE20165976A BE201605976A BE1024692A1 BE 1024692 A1 BE1024692 A1 BE 1024692A1 BE 20165976 A BE20165976 A BE 20165976A BE 201605976 A BE201605976 A BE 201605976A BE 1024692 A1 BE1024692 A1 BE 1024692A1
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
hinge
pivot
arm
frame
travel
Prior art date
Application number
BE20165976A
Other languages
English (en)
Other versions
BE1024692B1 (nl
Inventor
Boe Gert De
Iseghem Joeri Van
Original Assignee
Dewulf Nv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Dewulf Nv filed Critical Dewulf Nv
Publication of BE1024692A1 publication Critical patent/BE1024692A1/nl
Application granted granted Critical
Publication of BE1024692B1 publication Critical patent/BE1024692B1/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01DHARVESTING; MOWING
    • A01D33/00Accessories for digging harvesters
    • A01D33/14Lifting or lowering mechanisms for the tools
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01BSOIL WORKING IN AGRICULTURE OR FORESTRY; PARTS, DETAILS, OR ACCESSORIES OF AGRICULTURAL MACHINES OR IMPLEMENTS, IN GENERAL
    • A01B63/00Lifting or adjusting devices or arrangements for agricultural machines or implements
    • A01B63/02Lifting or adjusting devices or arrangements for agricultural machines or implements for implements mounted on tractors
    • A01B63/10Lifting or adjusting devices or arrangements for agricultural machines or implements for implements mounted on tractors operated by hydraulic or pneumatic means
    • A01B63/111Lifting or adjusting devices or arrangements for agricultural machines or implements for implements mounted on tractors operated by hydraulic or pneumatic means regulating working depth of implements
    • A01B63/114Lifting or adjusting devices or arrangements for agricultural machines or implements for implements mounted on tractors operated by hydraulic or pneumatic means regulating working depth of implements to achieve a constant working depth
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01DHARVESTING; MOWING
    • A01D17/00Digging machines with sieving and conveying mechanisms
    • A01D17/10Digging machines with sieving and conveying mechanisms with smooth conveyor belts, lath bands or rake bands

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Environmental Sciences (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Soil Sciences (AREA)
  • Harvesting Machines For Root Crops (AREA)
  • Lifting Devices For Agricultural Implements (AREA)

Abstract

Deze uitvinding betreft een rooimachine voor het rooien van hakvruchten bij verplaatsing van de rooimachine volgens een rijrichting (X), omvattende een frame (1) en een rooieenheid (2) die bevestigd is aan het frame (1) met behulp van een eerste verbindingsmechanisme (3), scharnierbaar rond een eerste scharnieras (R) dwars op de rijrichting (X) en dwars op een hoogterichting (H) en met behulp van een tweede verbindingsmechanisme (4), weg van de eerste scharnieras (R) verplaatsbaar aan het frame (1), met een bovenste scharnierarm (5) en een onder de bovenste scharnierarm (5) opgestelde onderste scharnierarm (6), die elk scharnierend zijn opgesteld rond respectievelijke eerste scharnierpunten (7, 8) die naar het frame (1) toe zijn opgesteld en rond respectievelijke tweede scharnierpunten (9, 10) die naar de rooieenheid (2) toe zijn opgesteld.

Description

(71) Aanvrager(s) :
DEWULF NV 8800, ROESELARE België (72) Uitvinder(s) :
DE BOE Gert 9080 LOCHRISTI België
VAN ISEGHEM Joeri 8770 INGELMUNSTER België (54) ROOIMACHINE /
X*,,/ (57) Deze uitvinding betreft een rooimachine voor het rooien van hakvruchten bij verplaatsing van de rooimachine volgens een rijrichting (X), omvattende een frame (1) en een rooieenheid (2) die bevestigd is aan het frame (1) met behulp van een eerste verbindingsmechanisme (3), scharnierbaar rond een eerste schamieras (R) dwars op de rijrichting (X) en dwars op een hoogterichting (H) en met behulp van een tweede verbindingsmechanisme (4), weg van de eerste schamieras (R) verplaatsbaar aan het frame (1), met een bovenste scharnierarm (5) en een onder de bovenste scharnierarm (5) opgestelde onderste scharnierarm (6), die elk scharnierend zijn opgesteid rond respectievelijke eerste scharnierpunten (7, 8) die naar het frame (1) toe zijn opgesteid en rond respectievelijke tweede scharnierpunten (9, 10) die naar de rooieenheid (2) toe zijn opgesteid.
' ' Λ'.''
14'
Fig. 1
B E2016/5976
ROOIMACHINE
Deze uitvinding betreft een rooimachine voor het rooien van hakvruchten bij verplaatsing van de rooimachine voigens een rijrichting, omvattende een frame en een rooieenheid die bevestigd is aan het frame:
met behulp van een eerste verbindingsmechanisme, waarmee de rooieenheid scharnierbaar is opgesteld rond een eerste scharnieras dwars op de rijrichting en dwars op een hoogterichting;
met behulp van een tweede verbindingsmechanisme, waarmee de rooieenheid weg van de eerste scharnieras verplaatsbaar aan het frame is opgehangen.
Rooimachines voor hakvruchten zijn in verschillende uitvoeringsvormen bekend, dit bijvoorbeeld als constructies die voorgetrokken worden door bijvoorbeeld een tractor of als gedragen constructies of als zogenoemde zelfrijders. Hiermee kunnen allerhande hakvruchten, zoals bijvoorbeeld aardappelen, rapen, worteis, enz. gerooid worden.
Dergelijk rooimachines omvatten een transportinrichting voor het voortijden van de rooimachine op een ondergrond, met één of meerdere wielen en/of één of meerdere rupsbanden. Deze transportinrichting draagt het genoemde frame. Aan dit frame is een opneeminrichting opgehangen. Deze opneeminrichting kan één of meerdere genoemde rooieenheden omvatten. Typisch omvatten rooimachines een opneeminrichting die één enkele rooieenheid vormt. Dergelijke rooieenheden omvatten één of meerdere rooiaggregaten. Deze rooiaggregaten omvatten typisch een rooischaar en een steunelement, zoals bijvoorbeeld een diabolo, of andere middelen voor het rooien van de hakvruchten. De één of meerdere rooieenheden kunnen in de rooimachine geduwd worden of getrokken worden.
De opneeminrichting is typisch met behulp van een genoemde eerste verbindingsmechanisme rond een eerste schamieras schamierend bevestigd aan het frame en met behulp van een genoemd tweede verbindingsmechanisme op een
B E2016/5976 afstand van deze eerste schamieras verplaatsbaar opgehangen aan dit frame. Het is echter ook mogelijk om de rooieenheden afzonderlijk met een dergelijk eerste verbindingsmechanisme en een dergelijk tweede verbindingsmechanisme aan het frame te bevestigen.
De eerste schamieras zorgt ervoor dat de opneeminrichting of de rooieenheden ervan kan/kunnen Scharnieren waardoor de rooischaren op en neer kunnen bewegen. Het optillen of neerlaten van de rooieenheid gebeurt typisch met behulp van één of meerdere actuatoren, die typisch hydraulische cilinders zijn.
Een nadeel bij het uitvoeren van deze scharnierbeweging is echter dat het tweede verbindingsmechanisme geen cirkelbeweging van het corresponderende deel van de rooieenheid weg van de schamieras toelaat. Typisch laat dit tweede verbindingsmechanisme slechts een verplaatsing van dit deel in een vlak dwars op de rijrichting en volgens de hoogterichting toe, zodat de rooischaren op en neer beweegbaar zijn volgens deze hoogterichting. Om de scharnierbeweging rond de eerste schamieras te kunnen combineren met de verplaatsingsbeweging die met behulp van het tweede bewegingsmechanisme mogelijk is, is de eerste schamieras steeds verplaatsbaar in de rooimachine opgesteld, dit volgens de rijrichting. In de rooieenheid is echter een zeefband opgenomen die bij verplaatsing van de eerste schamieras meer of minder gespannen wordt. Voor deze verplaatsing dient extra zeefbandlengte voorzien te worden. Deze extra zeefbandlengte heeft als nadeel dat de zeefband in werkstand dicht tegen de bodem komt, zodat de reinigingswerking ervan beperkt wordt, of zelfs tegen de bodem aansleept.
Het doel van deze uitvinding is ervoor te zorgen dat deze zeefband in de rooieenheid minder dicht bij de bodem hoeft te komen.
Dit doel van de uitvinding wordt bereikt door te voorzien in een rooimachine voor het rooien van hakvruchten bij verplaatsing van de rooimachine volgens een rijrichting, omvattende een frame en een rooieenheid die bevestigd is aan het frame:
B E2016/5976 met behulp van een eerste verbinding smechanisme, waarmee de rooieenheid scharnierbaar is opgesteld rond een eerste schamieras dwars op de rijrichting en dwars op een hoogterichting;
met behulp van een tweede verbindingsmechanisme, waarmee de rooieenheid weg van de eerste schamieras verplaatsbaar aan het frame is opgehangen;
met het kenmerk dat het tweede verbindingsmechanisme een bovenste scharnierarm omvat en een onder de bovenste scharnierarm opgestelde onderste scharnierarm omvat voor het verbinden van de rooieenheid aan het frame, waarbij deze scharnierarmen elk scharnierend zijn opgesteld rond respectievelijke eerste scharnierpunten die naar het frame toe zijn opgesteld en rond respectievelijke tweede scharnierpunten die naar de rooieenheid toe zijn opgesteld.
Dankzij een dergelijke bovenste scharnierarm en een dergelijke onderste scharnierarm laat dit tweede verbindingsmechanisme nu bij het optillen en neerlaten van de rooieenheid toe dat deze ook vooruit en achteruit beweegt, zodat de beweging van het deel van de rooieenheid ter hoogte van dit tweede verbindingsmechanisme nu voigens een cirkelbeweging gebeurt. Deze cirkelbeweging kan men door een geschikte positionering van deze scharnierarmen dicht laten aansluiten op de scharnierbeweging van dit deel van de rooieenheid rond de eerste schamieras. Dit betekent dat de rooieenheid ter hoogte van de eerste schamieras niet langer of minder voigens de rijrichting dient te verplaatsen tijdens het optillen en neerlaten van de rooieenheid. Door het beperken van de voor- en achtemitbeweging van de eerste schamieras, wordt ook de nodige extra zeefbandlengte beperkt. Deze zeefband hoeft dus minder dicht tegen de bodem te komen dan bij de stand van de techniek, waardoor de reinigende werking ervan geoptimaliseerd wordt.
Het tweede verbindingsmechanisme omvat verder bij voorkeur een verbindingsscharnierarm, waarbij de bovenste scharnierarm en de onderste scharnierarm in de tweede scharnierpunten aan deze verbinding sscharnierarm zijn bevestigd en waarbij deze verbinding sscharnierarm in een derde scharnierpunt scharnierend aan de rooieenheid is bevestigd. Met behulp van een dergelijke
B E2016/5976 verbinding s scharnierarm is het eenvoudiger om de verschillende Scharnieren zo te positioneren dat het corresponderende deel van de rooieenheid de gewenste beweging s vrijheid meekrijgt.
Bij voorkeur is het genoemde derde schamierpunt daarbij uitgevoerd als een afzonderlijk schamierpunt, waarbij dit derde schamierpunt bij voorkeur onder het tweede schamierpunt van de onderste scharnierarm is opgesteld.
Een genoemde verbinding s scharnierarm is verder bij voorkeur in de rooimachine verplaatsbaar in een vlak volgens de rijrichting en volgens de hoogterichting.
Daarnaast is een dergelijke verbinding s scharnierarm bij voorkeur nagenoeg in het midden van de rooieenheid opgesteld, dit dwars op de rijrichting en dwars op de hoogterichting gezien.
De bovenste scharnierarm en de onderste scharnierarm zijn bij voorkeur in de eerste schamierpunten scharnierbaar aan het frame bevestigd of aan een tussenverbindingselement bevestigd, dat vast aan het frame is bevestigd.
De bovenste scharnierarm en de onderste scharnierarm kunnen elk één of meerdere genoemde eerste schamierpunten omvatten en kunnen elk één of meerdere genoemde tweede schamierpunten omvatten.
Voorkeurdragend omvatten deze scharnierarmen twee eerste schamierpunten en één tweede schamierpunt. Alternatief kunnen deze ook één eerste schamierpunt en twee tweede schamierpunten omvatten. Minder voorkeurdragend kunnen ze uiteraard ook meerdere eerste en/of tweede schamierpunten omvatten.
Het aantal eerste en/of tweede schamierpunten van de bovenste scharnierarm en de onderste scharnierarm wordt bij voorkeur overeenstemmend gekozen. Dit aantal kan echter ook afwijken tussen de bovenste scharnierarm en de onderste scharnierarm.
B E2016/5976
Wanneer een scharnierarm meerdere eerste schamierpunten omvat, dan zijn deze in een richting dwars op de rijriehting en dwars op de hoogterichting gezien bij voorkeur nagenoeg symmetrisch ten opzichte van het midden van de rooieenheid opgesteid. Wanneer een scharnierarm meerdere tweede schamierpunten omvat, dan zijn deze eveneens bij voorkeur nagenoeg symmetrisch ten opzichte van het midden van de rooieenheid opgesteid, dit dwars op de rijriehting en dwars op de hoogterichting gezien.
In een bijzondere uitvoeringsvorm zijn de bovenste scharnierarm en de onderste scharnierarm hoofdzakelijk vorkvormig uitgevoerd.
De bovenste scharnierarm en de onderste scharnierarm zijn verder bij voorkeur in elk van hun schamierpunten roteerbaar rond een respectievelijke schamieras, die zieh dwars op de rijriehting en dwars op de hoogterichting uitstrekt.
In een bijzonder voorkeurdragende uitvoeringsvorm van een rooimachine volgens deze uitvinding is de rooieenheid met behulp van het tweede verbindingsmechanisme schamierbaar opgesteid rond een tweede schamieras volgens de rijriehting.
Door de rooimachine met behulp van het tweede verbindingsmechanisme schamierbaar op te stellen rond een tweede schamieras volgens de rijriehting (lengterichting van de rooimachine), kan ervoor gezorgd worden dat wanneer het frame vlak gehouden wordt, de helling van de rooieenheid de helling van het veld in hellende of glooiende percelen kan blijven volgen.
Dit schamierbaar rond een tweede schamieras volgens de rijriehting uitvoeren van het tweede verbindingsmechanisme kan in uitvoeringsvormen met een genoemde verbinding s scharnierarm bijvoorbeeld eenvoudig uitgevoerd worden door deze verbinding s scharnierarm in het derde schamierpunt scharnierend aan de rooieenheid te bevestigen met behulp van een kogelscharnier.
B E2016/5976
Bij voorkeur wordt een dergelijke tweede schamieras dwars op de rijrichting en dwars op de hoogterichting gezien, nagenoeg in het midden van de rooieenheid opgesteld.
Door de tweede schamieras nagenoeg in het midden van de rooieenheid op te stellen, dit gezien in breedterichting van de rooimachine (dwars op de rijrichting en dwars op de hoogterichting), zal de rooieenheid ter hoogte van dit tweede verbindingsmechanisme niet of slechts beperkt links of rechts kunnen bewegen.
Bij bestaande tweede verbindingsmechanismen liet dit tweede verbindingsmechanisme typisch een zijdelingse beweging van de rooieenheid toe ter hoogte van dit tweede verbindingsmechanisme (beweging volgens de breedterichting). Een dergelijke zijdelingse beweging heeft echter een negatieve invloed op de werking van de rooieenheid. Via extra Scharnieren en armen in het verbindingsmechanisme werd deze zijdelingse beweging zo goed mogelijk beperkt, maar nooit helemaal vermeden. Indien de rooieenheid opgetild werd of neergelaten werd, maakte de rooieenheid bij deze stand van de techniek ook een verplaatsing volgens de breedterichting van de rooimachine, waardoor de rooiaggregaten niet meer centraal over het te oogsten oogstgoed gepositioneerd stonden. Hierdoor moest de rooimachine naar de overeenkomstige richting volgens de breedterichting van de rooimachine gezien gestuurd worden om de rooiaggregaten temg op de gewenste positie te plaatsen. Deze negatieve effecten zijn nu beperkt of zelfs verholpen door deze zijdelingse beweging te beperken of zelfs te verhinderen.
Een bijkomend voordeel van een dergelijk tweede verbindingsmechanisme is dat het zieht op de opneeminrichting aanzienlijk minder belemmerd wordt dan bij de stand van de techniek. Wordt er vanuit een positie voor de opneeminrichting gekeken naar de rooiaggregaten, dan belemmert dit verbindingsmechanisme aanzienlijk minder het zieht achter de rooiaggregaten, wat bijvoorbeeld het geval is bij constructies die voortgetrokken worden door een tractor of dergelijke. Wordt er vanuit een positie achter de opneeminrichting gekeken naar de rooiaggregaten, dan belemmert dit verbindingsmechanisme het zieht aanzienlijk minder op het nog te oogsten
B E2016/5976 oogstgoed nog voor de opneeminrichting, wat bijvoorbeeld het geval is bij zogenoemde zelfrijders.
Deze uitvinding wordt nu nader toegelicht aan de hand van de hierna volgende gedetailleerde beschrijving van een rooimachine voigens deze uitvinding. De bedoeling van deze beschrijving is uitsluitend verduidelijkende voorbeelden te geven en om verdere voordeien en bijzonderheden van deze uitvinding aan te duiden, en kan dus niet geïnterpreteerd worden als een beperking van het toepassingsgebied van de uitvinding of van de in de conclusies opgeëiste octrooirechten.
In deze gedetailleerde beschrijving wordt door middel van referentiecijfers verwezen naar de hierbij gevoegde tekeningen, waarbij in figuur 1 een frame en een hieraan met behulp van een eerste verbindingsmechanisme en een tweede verbindingsmechanisme bevestigde opneeminrichting van een rooimachine voigens deze uitvinding in perspectief is afgebeeld;
figuur 2 het tweede verbindingsmechanisme uit figuur 1 afzonderlijk in perspectief is afgebeeld;
figuur 3 het deel van de rooimachine uit figuur 1 in vooraanzicht is weergegeven;
figuur 4 het deel van de rooimachine uit figuur 1 in zijaanzicht is weergegeven.
De figuren geven delen van een rooimachine weer, die een frame (1) omvat, dat verrolbaar is met behulp van een wielas (19) met wielen (20). Bij het rooien, rijdt de rooimachine in de aangeduide rijrichting (X).
Een opneeminrichting (2) is met behulp van een eerste verbindingsmechanisme (3) en een tweede verbindingsmechanisme (4) aan het frame (1) bevestigd.
De opbouw van de overige, niet afgebeelde delen van de rooimachine en hoe deze aansluiten op de afgebeelde delen, zijn gekend, zodat hier niet dieper op ingegaan wordt.
B E2016/5976
De afgebeelde opneeminrichting (2) is als een enkele rooieenheid (2) uitgevoerd, die twee rooiaggregaten (17) omvat. Een dergelijke opneeminrichting (2) zou ook meerdere rooieenheden (2) kunnen omvatten, die elk één of meerdere rooiaggregaten (17) omvatten. Elk afgebeeld rooiaggregaat (17) omvat een rooischaar (15) en een diabolo (6). Dit zouden ook alternatieve middelen kunnen zijn om hakvruchten, zoals aardappelen, rapen, wortelen of soortgelijk oogstgoed te rooien.
Met behulp van het eerste verbindingsmechanisme (3) is de opneeminrichting (2) scharnierbaar rond een eerste schamieras (R) volgens de breedteriehting van de rooimachine. Met behulp van deze schamieras (R) kan de opneeminrichting (2) schamieren zodat de rooiaggregaten (17) op en neer kunnen bewegen. De gehele opneeminrichting (2) kan hiertoe opgetild worden of neergelaten worden met behulp van de hydraulische cilinders (14), waarmee de opneeminrichting (2) aan weerszijden aan het frame (1) is opgehangen. Deze hydraulische cilinders (14) zijn scharnierend aan het frame (4) bevestigd. Alternatief zou hiertoe bijvoorbeeld ook een enkele hydraulische cilinder voorzien kunnen zijn, of meerdere hydraulische cilinders, of andere actuatoren.
Met behulp van het tweede verbindingsmechanisme (4) is de opneeminrichting (2) aan het frame (1) bevestigd, zodat de opneeminrichting (2) ter hoogte van dit tweede verbindingsmechanisme (4) bewegingen kan uitvoeren in een vlak volgens de hoogterichting (H) en volgens de rijrichting (X), maar niet dwars op deze richtingen. Dit verbindingsmechanisme omvat hiertoe een bovenste scharnierarm (5), een onderste scharnierarm (6) en een verbinding s scharnierarm (11).
De bovenste scharnierarm (5) is vorkvormig uitgevoerd en is in twee eerste scharnierpunten (7) scharnierend aan een verbindingselement (13) bevestigd, dat vast aan het frame (1) is bevestigd. Aan de andere zijde is de bovenste scharnierarm (5) in een tweede scharnierpunt (9) scharnierend aan de verbindingsscharnierarm (11) bevestigd.
De onderste scharnierarm (6) is eveneens vorkvormig uitgevoerd en is in twee eerste scharnierpunten (8) aan dezelfde verbindingselementen (13) bevestigd als de
B E2016/5976 bovenste scharnierarm (6). Aan de andere zijde is de onderste scharnierarm (6) in een tweede schamierpunt (10) scharnierend aan de verbinding s scharnierarm (11) bevestigd.
De bovenste scharnierarm (5) is in de afgebeelde uitvoeringsvorm voliedig boven de onderste scharnieras (6) opgesteid. De bovenste scharnierarm (5) en de onderste scharnierarm (6) zijn in elk van hun schamierpunten (7, 8, 9, 10) telkens roteerbaar rond een respectievelijke scharnieras (Tl, T2, T3, T4) die zieh dwars op de rijrichting (X) en dwars op de hoogterichting (H) uitstrekt.
De verbindingsscharnierarm (11) is in een derde schamierpunt (12) met behuip van een kogelscharnier scharnierend aan de opneeminrichting (2) bevestigd, zodat de opneeminrichting (2) met behuip van het tweede verbinding smechanisme (4) scharnierbaar is opgesteid rond een tweede scharnieras (S), die nagenoeg volgens de rijrichting (X) gelegen is.
De verbindingsscharnierarm (11) is dwars op de rijrichting (X) en dwars op de hoogterichting (H) gezien nagenoeg in het midden van de rooieenheid opgesteid. Deze verbindingsscharnierarm (11) is daarbij verplaatsbaar in een vlak (A) volgens de rijrichting (X) en volgens de hoogterichting (H), dat in figuur 3 werd aangeduid. Het volledige tweede verbindingsmechanisme (4) is nagenoeg symmetrisch ten opzichte van dit vlak (A) opgesteid.
Met behuip van dit tweede verbindingsmechanisme (4) is de opneeminrichting (2) ter hoogte van dit verbindingsmechanisme (4) verplaatsbaar volgens het genoemde vlak (A) en kan geen zijdelingse bewegingen dwars op dit vlak (A) maken. De negatieve effecten van een dergelijke zijdelingse beweging worden via dit verbindingsmechanisme (4) dus vermeden.
Er is dus een op en neer beweging van de opneeminrichting (2) volgens de hoogterichting (H) mogelijk en een vooruit en achtemit beweging volgens de rijrichting (X). Door de geometrie van het verbindingsmechanisme (4) wordt deze beweging geleid volgens een cirkelbeweging, die dicht aanleunt bij de scharnierbeweging omheen de eerste scharnieras (R). Hierdoor is er slechts een
B E2016/5976 minimale vooruit en achteruit beweging (volgens de rijrichting (X)) van de opneeminrichting (2) ter hoogte van de eerste schamieras (R) nodig bij optillen of neerlaten van de opneeminrichting (2). Hierdoor wordt de zeefband (18) in de opneeminrichting (2) slechts beperkt minder of meer gespannen, waardoor geen extra zeefbandlengte voorzien dient te worden. In werkstand kan deze zeefband (18) hierdoor verder van het veld hangen dan bij de stand van de techniek.
Een bijkomend voordeel van dit tweede verbindingsmechanisme (4) is dat het zieht op de opneeminrichting (2) aanzienlijk minder belemmerd wordt. Wordt er vanuit een positie voor de opneeminrichting (6) gekeken naar de rooiaggregaten (9), dan belemmert dit verbindingsmechanisme (4) aanzienlijk minder het zieht achter de rooiaggregaten (17).
B E2016/5976

Claims (15)

  1. CONCLUSIES
    1. Rooimachine voor het rooien van hakvruchten bij verplaatsing van de rooimachine volgens een rijrichting (X), omvattende een frame (1) en een rooieenheid (2) die bevestigd is aan het frame (1):
    - met behulp van een eerste verbindingsmechanisme (3), waarmee de rooieenheid (2) scharnierbaar is opgesteld rond een eerste scharnieras (R) dwars op de rijrichting (X) en dwars op een hoogterichting (H);
    - met behulp van een tweede verbindingsmechanisme (4), waarmee de rooieenheid (2) weg van de eerste scharnieras (R) verplaatsbaar aan het frame (1) is opgehangen;
    met het kenmerk dat het tweede verbindingsmechanisme (4) een bovenste scharnierarm (5) omvat en een onder de bovenste schamierarm (5) opgestelde onderste scharnierarm (6) omvat voor het verbinden van de rooieenheid (2) aan het frame (1), waarbij deze schamierarmen (5, 6) elk scharnierend zijn opgesteld rond respectievelijke eerste schamierpunten (7, 8) die naar het frame (1) toe zijn opgesteld en rond respectievelijke tweede schamierpunten (9, 10) die naar de rooieenheid (2) toe zijn opgesteld.
  2. 2. Rooimachine volgens conclusie 1, met het kenmerk dat het tweede verbindingsmechanisme (4) een verbinding s scharnierarm (11) omvat, dat de bovenste scharnierarm (5) en de onderste scharnierarm (6) in de tweede schamierpunten (9, 10) aan deze verbinding s scharnierarm (11) zijn bevestigd en dat deze verbinding s scharnierarm (11) in een derde schamierpunt (12) scharnierend aan de rooieenheid (2) is bevestigd.
  3. 3. Rooimachine volgens conclusie 2, met het kenmerk dat het derde schamierpunt (12) onder het tweede schamierpunt (10) van de onderste scharnierarm (6) is opgesteld.
    B E2016/5976
  4. 4. Rooimachine volgens conclusie 2 of 3, met het kenmerk dat de verbinding s scharnierarm (11) in de rooimachine verplaatsbaar is in een vlak (A) volgens de rijrichting (X) en volgens de hoogterichting (H).
  5. 5. Rooimachine volgens één van de conclusies 2 tot 4, met het kenmerk dat de verbinding s scharnierarm (11) dwars op de rijrichting (X) en dwars op de hoogterichting (H) gezien nagenoeg in het midden van de rooieenheid (2) is opgesteld.
  6. 6. Rooimachine volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de bovenste scharnierarm (5) en de onderste schamierarm (6) in de eerste scharnierpunten (7, 8) schamierbaar aan het frame (1) zijn bevestigd of aan een tussenverbindingselement (13) zijn bevestigd, dat vast aan het frame (1) is bevestigd.
  7. 7. Rooimachine volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de bovenste schamierarm (5) minstens twee eerste scharnierpunten (7, 8) omvatten.
  8. 8. Rooimachine volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de onderste schamierarm (6) minstens twee eerste scharnierpunten (7, 8) omvatten.
  9. 9. Rooimachine volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de bovenste schamierarm (5) minstens twee tweede scharnierpunten (9, 10) omvatten.
  10. 10. Rooimachine volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de onderste schamierarm (6) minstens twee tweede scharnierpunten (9, 10) omvatten
    B E2016/5976
  11. 11. Rooimachine voigens één van de conclusies 7 tot 10, met het kenmerk dat de bovenste scharnierarm (5) en de onderste scharnierarm (6) hoofdzakelijk vorkvormig zijn uitgevoerd.
  12. 12. Rooimachine voigens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de bovenste scharnierarm (5) en de onderste scharnierarm (6) in elk van hun schamierpunten (7, 8, 9, 10) roteerbaar zijn rond een respectievelijke scharnieras (Tl, T2, T3, T4), die zieh dwars op de rijrichting (X) en dwars op de hoogterichting (H) uitstrekt.
  13. 13. Rooimachine voigens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat dat de rooieenheid (2) met behulp van het tweede verbindingsmechanisme (4) scharnierbaar is opgesteld rond een tweede scharnieras (S) die nagenoeg voigens de rijrichting (X) gelegen is.
  14. 14. Rooimachine voigens conclusie 2 en 13, met het kenmerk dat de verbinding s scharnierarm (11) in het derde scharnierpunt (12) met behulp van een kogelscharnier aan de rooieenheid (2) is bevestigd.
  15. 15. Rooimachine voigens conclusie 13 of 14, met het kenmerk dat de tweede scharnieras (S), dwars op de rijrichting en dwars op de hoogterichting gezien, nagenoeg in het midden van de rooieenheid (2) is opgesteld.
    B E2016/5976
BE2016/5976A 2016-10-24 2016-12-23 Rooimachine BE1024692B1 (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2016/5800 2016-10-24
BE201605800 2016-10-24

Publications (2)

Publication Number Publication Date
BE1024692A1 true BE1024692A1 (nl) 2018-05-22
BE1024692B1 BE1024692B1 (nl) 2018-05-29

Family

ID=57906367

Family Applications (2)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE2016/5948A BE1024691B1 (nl) 2016-10-24 2016-12-19 Rooimachine
BE2016/5976A BE1024692B1 (nl) 2016-10-24 2016-12-23 Rooimachine

Family Applications Before (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE2016/5948A BE1024691B1 (nl) 2016-10-24 2016-12-19 Rooimachine

Country Status (1)

Country Link
BE (2) BE1024691B1 (nl)

Families Citing this family (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
BE1028696B1 (nl) * 2020-10-12 2022-05-10 Avr Rooimachine voor het rooien van plantaardige producten zoals aardappelen waarbij ongewenste rolbewegingen worden beperkt
BE1031033B1 (nl) 2022-11-14 2024-06-10 Avr Bv Een landbouwvoertuig met een verbeterde stabilisatie

Family Cites Families (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE1086079B (de) * 1957-08-10 1960-07-28 John Deere Lanz Ag Gezogene einachsige Wurzelfrucht-erntemaschine
DE1141121B (de) * 1958-08-16 1962-12-13 Stoll Walter Dipl Ing Ruebenroder mit gegenueber dem Maschinenrahmen hoehen- und seitenbeweglich angelenktem Tragrahmen fuer die Hebewerkzeuge
DE2920929A1 (de) * 1979-05-23 1980-11-27 Troester A J Gmbh Co Kg Mehrreihige kartoffel-erntemaschine
DE8817108U1 (de) * 1988-10-12 1992-10-08 Ropa Fahrzeug- und Maschinenbau GmbH, 8301 Herrngiersdorf Vorrichtung zum Ernten von Feldfrüchten, insbesondere Rüben
FR2912596A1 (fr) * 2007-02-21 2008-08-22 Exel Ind Sa Ensemble pour machine a recolter les produits en terre, machine equipee d'un tel ensemble et procede de commande d'une telle machine
DE102011118205A1 (de) * 2011-11-11 2013-05-16 Grimme Landmaschinenfabrik Gmbh & Co. Kg Erntemaschine für insbesondere Hackfrüchte

Also Published As

Publication number Publication date
BE1024692B1 (nl) 2018-05-29
BE1024691B1 (nl) 2018-05-29
BE1024691A1 (nl) 2018-05-22

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US8087224B1 (en) Flexible draper platform with pivot geometry
US7992372B1 (en) Draper platform with breakaway joint
US10076071B2 (en) Machine for harvesting fodder
BE1022551B1 (nl) Oogstmachine voor gebruik in de landbouw
CZ288872B6 (cs) Sklízecí nástavec zemědělských strojů pro sklízení a odvádění stébelnin, například rostlin kukuřice
NL2021519B1 (nl) Zelfrijdende landbouwmachine, bijvoorbeeld een zelfrijdende bandhark
CA2874209A1 (fr) Dispositif d'accouplement perfectionne et machine agricole comportant un tel dispositif
BE1024333B1 (nl) Maaibordsteun voor een oogstmachine
BE1024692A1 (nl) Rooimachine
GB2504093A (en) Support carriage for an agricultural machine
CA2890534C (en) Device for harvesting long agricultural products and agricultural self-propelled unit for harvesting agricultural products comprising the device
FR2717343A1 (fr) Combinaison d'équipements de travail montés sur un véhicule porteur à roues avant directrices.
US1917352A (en) Windrowing machine
NL1006945C2 (nl) Werktuigdrager.
NL2004361C2 (nl) Machine voor het verkrijgen van hooi.
DK3058804T3 (en) hay-making machine
US2909883A (en) Adjustable mounting for implement on tractor
FR2886095A1 (fr) Moissonneuse comportant un support pour montage sur tracteur et des mecanismes de fauchage a droite et a gauche du support
US1736897A (en) Self-propelled rice harvester
US20170318733A1 (en) Anti wobbling castor wheel configuration
RU2447639C1 (ru) Многорядная корнеплодоуборочная машина (варианты)
JP4849293B2 (ja) コンバイン
US1833713A (en) Traction connection and the like
BE1020917A3 (nl) Rupsbandonderstel voor een rooier voor het rooien van hakvruchten.
BE1022260B1 (nl) Zelfrijdende, frontale hakvruchten rooier

Legal Events

Date Code Title Description
FG Patent granted

Effective date: 20180529