BE1022412B1 - Transversaal gerichte koelmodule voor een oogstmachine - Google Patents

Transversaal gerichte koelmodule voor een oogstmachine Download PDF

Info

Publication number
BE1022412B1
BE1022412B1 BE2014/0848A BE201400848A BE1022412B1 BE 1022412 B1 BE1022412 B1 BE 1022412B1 BE 2014/0848 A BE2014/0848 A BE 2014/0848A BE 201400848 A BE201400848 A BE 201400848A BE 1022412 B1 BE1022412 B1 BE 1022412B1
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
harvesting machine
cooling
grain
housing
door
Prior art date
Application number
BE2014/0848A
Other languages
English (en)
Inventor
Lode A. Demonie
Frank R.G. Duquesne
Original Assignee
Cnh Industrial Belgium Nv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Cnh Industrial Belgium Nv filed Critical Cnh Industrial Belgium Nv
Priority to BE2014/0848A priority Critical patent/BE1022412B1/nl
Priority to EP15808205.7A priority patent/EP3230567B1/en
Priority to PCT/EP2015/079357 priority patent/WO2016092056A1/en
Priority to BR112017012439-4A priority patent/BR112017012439B1/pt
Priority to US15/535,340 priority patent/US11549426B2/en
Application granted granted Critical
Publication of BE1022412B1 publication Critical patent/BE1022412B1/nl

Links

Classifications

    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F01MACHINES OR ENGINES IN GENERAL; ENGINE PLANTS IN GENERAL; STEAM ENGINES
    • F01PCOOLING OF MACHINES OR ENGINES IN GENERAL; COOLING OF INTERNAL-COMBUSTION ENGINES
    • F01P3/00Liquid cooling
    • F01P3/20Cooling circuits not specific to a single part of engine or machine
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F02COMBUSTION ENGINES; HOT-GAS OR COMBUSTION-PRODUCT ENGINE PLANTS
    • F02BINTERNAL-COMBUSTION PISTON ENGINES; COMBUSTION ENGINES IN GENERAL
    • F02B29/00Engines characterised by provision for charging or scavenging not provided for in groups F02B25/00, F02B27/00 or F02B33/00 - F02B39/00; Details thereof
    • F02B29/04Cooling of air intake supply
    • F02B29/045Constructional details of the heat exchangers, e.g. pipes, plates, ribs, insulation, materials, or manufacturing and assembly
    • F02B29/0475Constructional details of the heat exchangers, e.g. pipes, plates, ribs, insulation, materials, or manufacturing and assembly the intake air cooler being combined with another device, e.g. heater, valve, compressor, filter or EGR cooler, or being assembled on a special engine location
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01DHARVESTING; MOWING
    • A01D41/00Combines, i.e. harvesters or mowers combined with threshing devices
    • A01D41/12Details of combines
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F01MACHINES OR ENGINES IN GENERAL; ENGINE PLANTS IN GENERAL; STEAM ENGINES
    • F01PCOOLING OF MACHINES OR ENGINES IN GENERAL; COOLING OF INTERNAL-COMBUSTION ENGINES
    • F01P11/00Component parts, details, or accessories not provided for in, or of interest apart from, groups F01P1/00 - F01P9/00
    • F01P11/06Cleaning; Combating corrosion
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F01MACHINES OR ENGINES IN GENERAL; ENGINE PLANTS IN GENERAL; STEAM ENGINES
    • F01PCOOLING OF MACHINES OR ENGINES IN GENERAL; COOLING OF INTERNAL-COMBUSTION ENGINES
    • F01P11/00Component parts, details, or accessories not provided for in, or of interest apart from, groups F01P1/00 - F01P9/00
    • F01P11/12Filtering, cooling, or silencing cooling-air
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F01MACHINES OR ENGINES IN GENERAL; ENGINE PLANTS IN GENERAL; STEAM ENGINES
    • F01PCOOLING OF MACHINES OR ENGINES IN GENERAL; COOLING OF INTERNAL-COMBUSTION ENGINES
    • F01P3/00Liquid cooling
    • F01P3/18Arrangements or mounting of liquid-to-air heat-exchangers
    • F01P2003/185Arrangements or mounting of liquid-to-air heat-exchangers arranged in parallel
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F01MACHINES OR ENGINES IN GENERAL; ENGINE PLANTS IN GENERAL; STEAM ENGINES
    • F01PCOOLING OF MACHINES OR ENGINES IN GENERAL; COOLING OF INTERNAL-COMBUSTION ENGINES
    • F01P5/00Pumping cooling-air or liquid coolants
    • F01P5/10Pumping liquid coolant; Arrangements of coolant pumps
    • F01P2005/105Using two or more pumps
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F01MACHINES OR ENGINES IN GENERAL; ENGINE PLANTS IN GENERAL; STEAM ENGINES
    • F01PCOOLING OF MACHINES OR ENGINES IN GENERAL; COOLING OF INTERNAL-COMBUSTION ENGINES
    • F01P11/00Component parts, details, or accessories not provided for in, or of interest apart from, groups F01P1/00 - F01P9/00
    • F01P11/06Cleaning; Combating corrosion
    • F01P2011/061Cleaning or combating corrosion using filters
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F01MACHINES OR ENGINES IN GENERAL; ENGINE PLANTS IN GENERAL; STEAM ENGINES
    • F01PCOOLING OF MACHINES OR ENGINES IN GENERAL; COOLING OF INTERNAL-COMBUSTION ENGINES
    • F01P11/00Component parts, details, or accessories not provided for in, or of interest apart from, groups F01P1/00 - F01P9/00
    • F01P11/06Cleaning; Combating corrosion
    • F01P2011/063Cleaning
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F02COMBUSTION ENGINES; HOT-GAS OR COMBUSTION-PRODUCT ENGINE PLANTS
    • F02BINTERNAL-COMBUSTION PISTON ENGINES; COMBUSTION ENGINES IN GENERAL
    • F02B29/00Engines characterised by provision for charging or scavenging not provided for in groups F02B25/00, F02B27/00 or F02B33/00 - F02B39/00; Details thereof
    • F02B29/04Cooling of air intake supply
    • F02B29/0406Layout of the intake air cooling or coolant circuit
    • F02B29/0412Multiple heat exchangers arranged in parallel or in series
    • YGENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y02TECHNOLOGIES OR APPLICATIONS FOR MITIGATION OR ADAPTATION AGAINST CLIMATE CHANGE
    • Y02TCLIMATE CHANGE MITIGATION TECHNOLOGIES RELATED TO TRANSPORTATION
    • Y02T10/00Road transport of goods or passengers
    • Y02T10/10Internal combustion engine [ICE] based vehicles
    • Y02T10/12Improving ICE efficiencies

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Combustion & Propulsion (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • General Engineering & Computer Science (AREA)
  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Environmental Sciences (AREA)
  • Physics & Mathematics (AREA)
  • Thermal Sciences (AREA)
  • Combines (AREA)

Abstract

Een oogstmachine (10) bevat een inwandige verbrandingsmotor (32), een graantank (28) en een vloeistofkoelsysteem (70) voor minstens één onderdeel (32, 87) aan boord van de oogstmachine (10). Het vloeistofkoelsysteem (70) is gekenmerkt doordat een koelmodule (71, 100) gepositioneerd is tussen de inwendige verbrandingsmotor (32) en de graantank (28). De koelmodule (71, 100) bevat een huis (72, 102), en een reeks koeleenheden (74) die zij-aan-zij aangebracht zijn in het huis (72,102), dwars ten opzichte van een voorwaartse-achterwaartse richting (76) van de oogstmachine (10).

Description

TRANSVERSAAL GERICHTE KOELMODULE VOOR EEN OQGSTMACHINE
ACHTERGROND VAN DE UITVINDING
Deze uitvinding heeft betrekking op oogstmachines voor gebruik in de landbouw (verder kortweg oogstmachine(s) genoemd), en meer bepaald op vloeistofkoelsystemen die gebruikt worden met zulke oogstmachines.
Een in de landbouw gebruikte oogstmachine staat bekend als een "maaidorser", een historisch gegroeide term aangezien zij meerdere maai- en dorstaken in één enkele machine combineert, zoals plukken, dorsen, scheiden en reinigen. Een maaidorser bevat een maaier die het gewas van een veld verwijdert en een toevoerhuis dat het gewas tot in een dorsrotor transporteert. De dorsrotor draait binnen in een geperforeerd huis dat de vorm kan hebben van verstelbare dorskorven en een dorsbewerking op het gewas uitvoert om het graan te verwijderen. Eens het graan gedorst is, valt het door perforaties in de dorskorven op een graanschaal. Vanaf de graanschaal wordt het graan gereinigd met behulp van een reinigingssysteem, en wordt daarna getransporteerd naar een graantank aan boord van de maaidorser. Een reinigingsventilator blaast lucht door de zeven om kaf en andere deeltjes vuil naar de achterkant van de maaidorser af te voeren. Oogstmateriaal dat geen graan is, zoals stro afkomstig van de dorssectie, beweegt doorheen een restantensysteem dat gebruik kan maken van een strohakselaar om het materiaal dat geen graan is te verwerken en dit te richten naar de achterkant van en uit de maaidorser. Wanneer de graantank vol raakt, wordt de maaidorser gepositioneerd in de buurt van een voertuig waarin het graan ontladen zal worden, zoals een oplegger, zelflosser, een gewone vrachtwagen of dergelijke, en wordt een ontlaadsysteem op de maaidorser bediend om het graan naar het voertuig over te brengen.
Meer bepaald bevat een roterend dors- of scheidingssysteem één of meer rotoren die zich axiaal (van de voorkant naar de achterkant) of in de dwarsrichting binnen het lichaam van de maaidorser kunnen uitstrekken, en die gedeeltelijk of volledig omgeven worden door een geperforeerde dorskorf. Het oogstmateriaal wordt gedorst en gescheiden door de rotatie van de rotor binnen in de dorskorf. Grover oogstmateriaal dat geen graan is zoals stengels/halmen en bladeren worden naar de achterkant van de maaidorser getransporteerd en weer op het veld gelost. Het afgescheiden graan wordt samen met een deel van het fijnere oogstmateriaal dat geen graan is zoals kaf, stof, stro en andere oogstrestanten, ontladen via de dorskorven en valt op een graanschaal waar het naar het reinigingssysteem getransporteerd wordt. Als alternatief kan het graan en fijner oogstmateriaal dat geen graan is ook rechtstreeks op het reinigingssysteem zelf vallen.
Een reinigingssysteem scheidt vervolgens het graan van het oogstmateriaal dat geen graan is, en bevat typisch een ventilator die een luchtstroom omhoog en achterwaarts richt door verticaal aangebrachte zeven, die in de lengterichting van de * machine heen-en-weer bewegen. De luchtstroom heft het lichtere oogstmateriaal dat geen graan is op en voert het naar het achterste uiteinde van de maaidorser om het op het veld te lossen. Schoon graan, dat zwaarder is, en grotere stukken oogstmateriaal dat geen graan is die niet door de luchtstroom worden weggevoerd, vallen op een oppervlak van een bovenste zeef (ook bekend als kortstrozeef) waar een deel van het schone graan of al het schone graan door passeert naar een onderste zeef (ook bekend als reinigingszeef). Graan en oogstmateriaal dat geen graan is die op de bovenste en de onderste zeven blijven liggen, worden fysiek gescheiden door de heen-en-weer bewegende actie van de zeven naarmate het materiaal achterwaarts beweegt. Al het graan en/of oogstmateriaal dat geen graan is die op het oppervlak van de bovenste zeef achterblijven, worden aan de achterkant van de maaidorser ontladen. Graan dat door de onderste zeef valt, belandt op een onderste schaal van het reinigingssysteem, waar het verder naar een schoongraanvijzel getransporteerd wordt.
De schoongraanvijzel transporteert het graan naar een graantank voor tijdelijke opslag. Het graan hoopt zich op tot op het moment waarop de graantank vol is en ontladen wordt in een naburig voertuig zoals een oplegger, zelflosser, een gewone vrachtwagen of dergelijke door een ontlaadsysteem op de maaidorser dat bediend wordt om graan naar het voertuig over te dragen.
Maaidorsers hebben de neiging om mettertijd groter en ingewikkelder te worden. Als de grootte van de maaidorsers toeneemt, nemen ook de energievereisten toe. Meer energie betekent dat meer hitte wordt opgewekt aan boord van de maaidorser.
Onderdelen aan boord, zoals een inwendige verbrandingsmotor, hydraulische kringen, een airconditioningkring enz. bevatten inwendige vloeistoffen die gekoeld moeten worden. Daartoe bevatten maaidorsers gewoonlijk verscheidene afzonderlijke vloeistofkoelers die op verschillende daarvoor geschikte locaties aan boord van de maaidorser gelegen zijn. Bijvoorbeeld is de radiator voor de inwendige verbrandingsmotor gewoonlijk gelegen langs een zijkant van de maaidorser, met een draaiend rooster dat zich in de verticale zijwand van de maaidorser bevindt. Als een ander voorbeeld kan de aircokring in het dak van de cabine voor de operator geplaatst worden. Zulke koelers zijn efficiënt voor het koelen van de respectieve onderdelen, maar nemen extra ruimte in beslag aan boord van de maaidorser en zijn wellicht niet op de beste plaats gelegen om te vermijden dat kaf, stof enz. het rooster of de radiator verstoppen.
Wat vereist is in de stand van de techniek, is een koelsysteem voor een oogstmachine dat effectief verschillende vloeistoffen aan boord van de oogstmaehine koelt, gemakkelijk te installeren is, en kaf, stof enz. vermijdt.
SAMENVATTING VAN DE UITVINDING
Deze uitvinding verschaft een koelsysteem met een reeks koeleenheden die zijwaarts overdwars in de maaidorser zijn aangebracht, tussen de inwendige verbrandingsmotor en de graantank.
In één vorm is de uitvinding gericht op een oogstmachine die het volgende bevat: een inwendige verbrandingsmotor, een graantank en een vloeistofkoelsysteem voor minstens één onderdeel aan boord van de oogstmachine. Het vloeistofkoelsysteem is gekenmerkt doordat er een koelmodule gepositioneerd is tussen de inwendige verbrandingsmotor en de graantank. De koelmodule bevat een huis en een reeks koeleenheden die in een zij-aan-zij opstelling binnen in het huis zijn aangebracht, dwars ten opzichte van een voorwaartse-achterwaartse richting van de oogstmachine.
Een voordeel van deze uitvinding is dat het koelsysteem als een integrale eenheid aan boord van de maaidorser geïnstalleerd kan worden.
Een ander voordeel is dat het koelsysteem zo geconfigureerd is en aan boord van de maaidorser gelegen is dat opstopping van kaf, vuil enz. aan de inlaat van het koelsysteem zo efficiënt mogelijk vermeden wordt.
Nog een ander voordeel is dat het koelsysteem het algemene esthetische uitzicht van de maaidorser niet beïnvloedt.
Een verder voordeel is dat luchtstroom vanaf de uitgang van het koelsysteem gebruikt kan worden om onderdelen aan boord van de maaidorser te reinigen.
KORTE BESCHRIJVING VAN DE TEKENINGEN
De bovenvermelde en andere kenmerken en voordelen van deze uitvinding en de manier om ze te bereiken, zullen duidelijker worden en de uitvinding zal beter begrepen kunnen worden door verwijzing naar de volgende beschrijving van uitvoeringsvormen van de uitvinding samen met de bijbehorende tekeningen, waarbij:
Figuur 1 een zijaanzicht is van een uitvoeringsvorm van een oogstmachine in de vorm van een maaidorser, die een uitvoeringsvorm van een koelsysteem volgens deze uitvinding bevat;
Figuur 2 een zijaanzicht is van een gedeelte van de inwendige onderdelen van de maaidorser zoals weergegeven in Figuur 1, met inbegrip van de graantank, de inwendige verbrandingsmotor en hët koelsysteem zoals weergegeven in Figuur 1 ;
Figuur 3 een zijaanzicht is van de inwendige onderdelen die weergegeven zijn in Figuur 2;
Figuur 4 een ander zijaanzicht is van de inwendige onderdelen die weergegeven zijn in Figuren 2 en 3 gezien vanaf de linkerkant van het aanzicht dat weergegeven is in Figuur 3;
Figuur 5 een aanzicht is van het uiteinde van de koelmodule die deel uitmaakt van het koelsysteem dat weergegeven is in Figuren 2-4;
Figuur 6 een ander aanzicht is van het uiteinde van de koelmodule die weergegeven is in Figuur 5, met de afdekking van het draaiende rooster in een omhooggeheven positie;
Figuur 7 een zijaanzicht is van de koelmodule die weergegeven is in de Figuren 5 en 6;
Figuur 8 een zijdelingse doorsnede is door een andere uitvoeringsvorm van een koelmodule die vergelijkbaar is met de uitvoeringsvorm die weergegeven is in de Figuren 5-7, waarbij de inlaatkant lichtjes gekanteld is;
Figuur 9 een deelaanzicht weergeeft van het uiteinde van een andere uitvoeringsvorm van een koelmodule van deze uitvinding; en
Figuur 10 een zijaanzicht is van de koelmodule die weergegeven is in Figuur 9, met de deur in een gedeeltelijk geopende positie.
Overeenkomstige verwijzingen (nummers en/of letters) geven door alle verschillende aanzichten heen overeenkomstige onderdelen aan. De hier uiteengezette voorbeelden illustreren uitvoeringsvormen van de uitvinding en zulke voorbeelden mogen niet geïnterpreteerd worden alsof ze de reikwijdte van de uitvinding op enige wijze zouden beperken.
GEDETAILLEERDE BESCHRIJVING VAN DE UITVINDING
De termen "graan", "stro" en "niet-gedorste aren" worden over heel deze specificatie voornamelijk gebruikt voor het gemak, maar er dient verstaan te worden dat deze termen niet beperkend bedoeld zijn. Dus verwijst "graan" naar dat deel van het oogstmateriaal dat gedorst en gescheiden wordt van “het weg te gooien deel van het oogstmateriaal waarnaar verwezen wordt als oogstmateriaal dat geen graan is, MOG (materiaal dat geen graan is) of stro. Onvolledig gedorst oogstmateriaal wordt "niet-gedorste aren" genoemd. Ook de termen "voorwaarts", "achterwaarts", "links" en ‘ "rechts", wanneer ze gebruikt worden in verband met de oogstmachine en/of onderdelen ervan worden gewoonlijk bepaald met verwijzing naar de voorwaartse rijrichting van de oogstmachine tijdens de werking ervan, maar nogmaals, ze mogen niet geïnterpreteerd worden als beperkende termen. De termen "in de lengte" en "dwars" zijn bepaald ten opzichte van de voorwaartse-achterwaartse richting van de oogstmachine en mogen evenmin als beperkend gezien worden.
Met verwijzing naar de tekeningen en meer bepaald naar Figuur 1, wordt een oogstmachine weergegeven in de vorm van een maaidorser 10, die over het algemeen een chassis 12, wielen 14 en 16 die met de grond contact maken, een maaier 18, een toevoerhuis 20, een operatorcabine 22, een dors- en scheidingssysteem 24, een reinigingssysteem 26, een graantank 28, en een ontlaadtransportsysteem 30 bevat. Het ontlaadtransportsysteem 30 is geïllustreerd als een ontlaadvijzel, maar kan ook geconfigureerd zijn als een bandtransporteur, een kettingelevator, enz.
De voorwielen 14 zijn grotere wielen van het flotatietype en de achterwielen zijn 16 kleinere bestuurbare wielen. De aandrijfkracht wordt selectief aangebracht op de voorwielen 14 door een krachtbron in de vorm van een dieselmotor 32 en een transmissie (niet weergegeven). Hoewel maaidorser 10 weergegeven is met wielen moet ook begrepen worden dat de maaidorser 10 ook rupsbanden kan bevatten, bv. volledige of halve rupsbanden.
Maaier 18 is aangebracht op de voorkant van de maaidorser 10 en bevat een maaibalk 34 voor het afsnijden van gewassen van een veld tijdens het vooruitbewegen van de maaidorser 10. Een draaibare haspel 36 voert gewas toe aan de maaier 18, en een dubbele vijzel 38 voert het afgesneden gewas lateraal naar binnen toe aan elke kant van het toevoerhuis 20. Toevoerhuis 20 transporteert het afgesneden gewas naar het dors- en scheidingssysteem 24, en is selectief verticaal beweegbaar met behulp van geschikte actuators, bv. hydraulische cilinders (niet weergegeven).
Het dors- en scheidingssysteem 24 is van het type met axiale stroming en bevat over het algemeen een rotor 40 die ten minste gedeeltelijk omsloten wordt door en draaibaar is binnen een overeenkomstige geperforeerde dorskorf 42. De afgesneden gewassen worden gedorst en gescheiden door de rotatie van de rotor 40 binnen in dorskorf 42, en grotere elementen; zoals stengels, ‘bladeren en dergelijke worden vanaf de achterkant van maaidorser 10 ontladen. Kleinere elementen van het oogstmateriaal, met inbegrip van graan en oogstmateriaal dat geen graan is, inclusief deeltjes die lichter zijn dan graan, zoals kaf, stof en stro, worden ontladen via de perforaties van dorskorf 42.
Graan dart gescheiden werd door het dors- en scheidingsgeheel 24 valt op een graanschaal 44 en wordt verder getransporteerd naar reinigingssysteem 26. Reinigingssysteem 26 kan een facultatieve voorreinigingszeef 46 bevatten, een bovenste zeef 48 (ook bekend als kortstrozeef), een onderste zeef 50 (ook bekend als reinigingszeef), en een reinigingsventilator 52. Graan op zeven 46, 48 en 50 wordt onderworpen aan een reinigingsactie door ventilator 52 die een luchtstroom opwekt door de zeven om kaf en andere onzuiverheden zoals stof uit het graan te verwijderen door ervoor te zorgen dat dit materiaal in de lucht zweeft om het te ontladen via de strokap 54 van de maaidorser 10. De graanschaal 44 en de voorreinigingszeef 46 bewegen heen-en-weer in de lengterichting van de machine om het graan en fijner oogstmateriaal dat geen graan is naar het bovenste oppervlak van de bovenste zeef 48 te transporteren. De bovenste zeef 48 en de onderste zeef 50 zijn ten opzichte van elkaar verticaal aangebracht, en bewegen ook heen-en-weer in de lengterichting van de machine om het graan over zeven 48, 50 te laten passeren, waarbij gereinigd graan onder invloed van de zwaartekracht door de openingen kan vallen van de zeven 48, 50.
Gereinigd graan valt op een schoongraanvijzel 56 die overdwars onder en vooraan een onderste zeef 50 is geplaatst. Schoongraanvijzel 56 ontvangt schoon graan vanaf elke zeef 48, 50 en vanaf de onderste schaal 58 van reinigingssysteem 26. Schoongraanvijzel 56 transporteert het schone graan lateraal naar een over het algemeen verticaal aangebrachte graanelevator 60 om het naar graantank 28 te transporteren. Niet-gedorste aren vallen uit reinigingssysteem 26 op een vijzeltrog voor niet-gedorste aren 62. De niet-gedorste aren worden via een vijzel voor niet-gedorste aren 64 en terugvoervijzel 66 getransporteerd naar het stroomopwaarts gelegen uiteinde van het reinigingssysteem 26 voor een herhaalde reinigingsactie. Dwarse vijzels 68 op de bodem van de graantank 28 transporteren het schone graan in de graantank 28 naar ontlaadvijzel 30 om het uit de maaidorser 10 te ontladen.
Volgens een aspect van deze uitvinding bevat maaidorser 10 een koelsysteem 70 voor het koelen van minstens één onderdeel aan boord van de maaidorser 10 (Figuren 2- 7). Bijvoorbeeld kan het koelsysteem 70 gebruikt worden voor het koelen van de inwendige verbrandingsmotor 32, de uitlaat- en verbrandingsgassen die gepaard gaan met ' de inwendige verbrandingsmotor 32, een hydraulische kring (niet weergegeven), een airconditioningkring die verbonden is met de (niet weergegeven) operatorcabine 22, en/of andere vloeistofVervoerende onderdelen aan boord van de maaidorser 10.
Het koelsysteem 70 heeft de vorm van een integrale koelmodule 71 die gepositioneerd tussen'de inwendige verbrandingsmotor 32 en de graantank 28. De koelmodule 71 bevat een huis 72, een reeks koeleenheden 74 die in een zij-aan-zij opstelling binnen in het huis 72 zijn aangebracht, dwars op de voorwaartse-achterwaartse richting 76 van de maaidorser 10. Elke koeleenheid 74 bevat over het algemeen een rooster 78, een vloeistofkoeler 80 en een ventilator 82. Het rooster 78 bevindt zich aan de inlaat 84 van de overeenkomstige koeleenheid 74 in de buurt van de graantank 28, en de ventilator 82 bevindt zich aan de uitlaat 86 van de overeenkomstige koeleenheid 74 in de buurt van de inwendige verbrandingsmotor 32. Via de inlaat 84 kan lucht naar de respectieve koeleenheid 74 wordt gezogen en via de uitlaat 86 kan lucht uit de respectieve koeleenheid 74 worden afgevoerd.
In de geïllustreerde uitvoeringsvorm is de inwendige verbrandingsmotor 32 achter de graantank 28 opgesteld. Dus is de inlaat 84 gelegen aan het voorste vlak (niet genummerd) van de koelmodule 71 dat naar het achterste vlak van de graantank 28 wijst. Omgekeerd is de uitlaat 86 aan het achterste vlak (niet genummerd) van de koelmodule 71 gelegen, die naar het voorste vlak van de inwendige verbrandingsmotor 32 wijst. In de veronderstelling dat de inwendige verbrandingsmotor 32 zich onder of vóór de graantank 28 bevindt, kan de inlaat / het voorste vlak van de koelmodule 71 respectievelijk naar het onderste of het voorste vlak, van de graantank 28 gericht zijn.
Elke vloeistofkoeler 80 is geconfigureerd om een overeenkomstig type vloeistof te koelen, zoals een koelvloeistof voor een inwendige verbrandingsmotor, hydraulische olie in een hydraulische vermogenkring, een koelvloeistof gebruikt in een airconditioningkring enz. De vloeistofkoelers kunnen geconfigureerd worden met eender welke combinatie van koelkringen, en kunnen allemaal dezelfde zijn, gedeeltelijk dezelfde zijn, of allemaal verschillend van elkaar zijn. In de veronderstelling dat één of meer vloeistofkoelers 80 verschillend van elkaar geconfigureerd zijn, zijn deze koelkringen waarschijnlijk onafhankelijk van elkaar. Als echter bepaalde vloeistofkoelers gelijk geconfigureerd zijn, dan kunnen deze koelkringen onafhankelijk van elkaar zijn of in serie of parallel met elkaar verbonden worden. In de geïllustreerde uitvoeringsvorm worden de drie vloeistofkoelers 80 elk verondersteld van elkaar verschillend geconfigureerd te zijn en onafhankelijk van elkaar te zijn. Eén vloeistofkoeler 80 is geconfigureerd als een radiator voor de inwendige verbrandingsmotor 32, een andere vloeistofkoeler 80 is geconfigureerd als een oliekoeler voor een hydraulische kring, en de derde vloeistofkoeler 80 is geconfigureerd als een warmtewisselende spiraal voor een airconditioning ring 87 die verbonden is met de operatorcabine 22. De vloeistofkoelers 80 kunnen öök geconfigureerd worden als andere types vloeistofkoelers, zoals een tussenkoeler of een nakoeler.
Elk rooster 78 werkt als een grove filter om stof, kaf enz. te beletten om de overeenkomstige koeleenheid 74 binnen te komen. In de geïllustreerde uitvoeringsvorm is elk rooster 78 geconfigureerd als een draaiend rooster dat over het algemeen verticaal gepositioneerd is (Figuren 3-7) of onder een scherpe hoek ten 'opzichte van de verticale (Figuur 8). Elk draaiend rooster 78 kan een reinigingstoestel 88 bevatten voor het verwijderen van kaf, vuil enz. uit het rooster als het draait. Elk rooster 78 kan ook geconfigureerd zijn om te bewegen naar en weg van de respectieve koeleenheid 74 om de respectieve koeleenheid 74 te kunnen reinigen en toegankelijk te maken (zie Figuur 6). Het rooster 78 kan manueel beweegbaar zijn of door gebruik te maken van een geschikte aangedreven actuator, zoals een pneumatische actuator of een opstelling met een elektromotor en tandwielen.
Elke ventilator 82 is geconfigureerd om lucht te bewegen door de respectieve koeleenheid 74 voor een efficiënte vloeistof-luchtkoeling. Het toerental, de spoedhoek van de rotorbladen enz. kunnen natuurlijk variëren, afhankelijk van de bijzondere vereiste van de koeleenheid 74. De luchtstroom aan de uitlaatkant van de koeleenheid 74 kan gebruikt worden voor het koelen en/of reinigen van een gebied aan boord van de maaidorser 10. Bijvoorbeeld kan lucht uit de uitlaat 86 van de koeleenheid 74 die geconfigureerd is als een radiator gebruikt worden om zowel te koelen en te reinigen als om het ophopen van vuil en kaf op de inwendige verbrandingsmotor 32 te voorkomen.
Een of meer ventilatoren 82 kunnen ook geconfigureerd worden voor het omkeren van de stromingsrichting van de lucht door de overeenkomstige koeleenheid 74. Dit kan verwezenlijkt worden d.m.v. een omkeerbare motor, ofwel kunnen de bladen een variërende spoedhoek hebben om de stromingsrichting van de lucht te veranderen. Wanneer de lucht dan in de tegenovergestelde richting stroomt, zodat de inlaat 84 in feite de uitlaat van de koeleenheid 74 wordt, kan dit luchtdebiet dan gebruikt worden om het rooster 78 te reinigen. Als alternatief kan de omgekeerd blazende lucht gebruikt worden om andere delen van de maaidorser 10 te reinigen en/of te koelen. Bijvoorbeeld, met verwijzing naar de Figuren 2 en 3, kan lucht die in de een omgekeerde richting 90 blaast ' onder de graantank 28 gericht worden naar de'buitenkant van de dorskorven om dit gebied binnen de maaidorser 10 te reinigen. De roosters kunnen van de koeleenheid 74 weg worden bewogen, zoals weergegeven in Figuur 6, zodat de lucht met een hoger debiet en/of hogere snelheid kan stromen voor een betere reiniging. De omgekeerd • blazende lucht kan Ook gebruikt worden om een ander gekozen gebied binnen de maaidorser 10 te reinigen. Daartoe kunnen geschikte plénums, kanalen, geleidingen enz. (niet weergegeven) gebruikt worden om de lucht naar een gekozen plaats aan boord van de maaidorser 10 te richten.
Nu met verwijzing naar de Figuren 9 en 10 wordt een andere uitvoeringsvorm van een koelmodule 100 weergegeven die vergelijkbaar is met het koelsysteem 70 dat hierboven weergegeven en beschreven werd. Koelsysteem 100 bevat over het algemeen een huis 102, en een reeks koeleenheden (niet specifiek weergegeven) die zij-aan-zij binnen het huis 102 zijn aangebracht. Elke koeleenheid 104 bevat over het algemeen een rooster 78, een vloeistofkoeler (niet specifiek weergegeven) binnen het huis 102 en een ventilator 106. Een deur 108 draagt de roosters 104 en is tussen een gesloten positie (Fig. 9) en een open positie (Figuur 10) beweegbaar om de reiniging door een operator mogelijk te maken. De deur 108 is afgedicht ten opzichte van het huis 102 en bevat een afdichting 110 die een passend contact maakt met een overeenkomstige flens 112 van het huis 102 wanneer de deur 108 in de gesloten positie staat. De deur 108 bevat een schamieras 114 die zo gelegen is dat er een spleet 116 is tussen de deur 108 en het huis 102 zodat deeltjes vuil en ander materiaal door de spleet 116 kunnen vallen ten behoeve van de reiniging wanneer de deur 108 in de open positie staat.
Hoewel deze uitvinding werd beschreven met betrekking tot minstens één uitvoeringsvorm, kan ze verder gewijzigd worden binnen de geest en de reikwijdte van deze onthulling. Deze octrooiaanvraag is dan ook bedoeld om alle variaties en gebruiken of aanpassingen van de uitvinding te dekken door gebruik te maken van haar algemene principes. Verder is deze octrooiaanvraag bedoeld om zulke afwijkingen van deze onthulling te dekken die mogelijk zijn binnen bekende of gebruikelijke praktijken volgens de stand van de techniek waarop deze uitvinding betrekking heeft en die binnen de grenzen van de bijgevoegde conclusies vallen.

Claims (13)

  1. CONCLUSIES:
    1. EenOogstmachineflO), bestaande uit: een inwendige verbrandingsmotor (32); een graantank (28); en een vloeistofkoelsysteem (70) voor het koelen van minstens één onderdeel (32, 87) aan boord van de oogstmachine (10), waarbij de oogstmachine (10) gekenmerkt is doordat: het koelsysteem (70) een koelmodule (71, 100) bevat die gepositioneerd is tussen de inwendige verbrandingsmotor (32) en de graantank (28), waarbij de koelmodule (71, 100) een huis (72, 102) bevat, en een reeks koeleenheden (4) die zij-aan-zij aangebracht zijn in het huis (72, 102), dwars ten opzichte van een voorwaartse-achterwaartse richting (76) van de oogstmachine (10).
  2. 2. Oogstmachine (10) volgens conclusie 1, gekenmerkt doordat elke koeleenheid (74) een rooster (78), een vloeistofkoeler (80) en een ventilator (82) bevat.
  3. 3. Oogstmachine (10) volgens conclusie 2, gekenmerkt doordat de vloeistofkoeler (80) op het vlak van de vloeistof onafhankelijk is van een andere vloeistofkoeler (80).
  4. 4. Oogstmachine ( 10) volgens conclusie 2, gekenmerkt doordat elk rooster (78) een draaiend rooster is dat ruwweg verticaal gepositioneerd is onder een kleine hoek ten opzichte van de verticale.
  5. 5. Oogstmachine (10) volgens conclusies 2 tot 4, waarbij elk rooster (78) beweegbaar is weg van de respectieve koeleenheid (74) om de respectieve koeleenheid (74) te kunnen reinigen en toegankelijk te maken.
  6. 6. Oogstmachine (10) volgens conclusie 2, gekenmerkt doordat elke vloeistofkoeler (80) één van de volgende elementen bevat: een radiator voor de inwendige verbrandingsmotor (32); een oliekoeler voor een hydraulisch kring; een tussenkoeler; een nakoeler; en een warmtewisselende spiraal voor een airconditioningtoestel (87) in een operatorcabine (22).
  7. 7. Oogstmachine (10) volgens conclusie 2, gekenmerkt doordat tenminste een van de ventilatoren (82) ook geconfigureerd is om de stromingsrichting van de lucht door de overeenkomstige koeleenheid (74) om te keren.
  8. 8. Oogstmachine (10) volgens conclusie 2, gekenmerkt doordat minstens één van de ventilatoren (82) geconfigureerd is om een luchtstroom op te wekken voor het reinigen van een gebied binnen de oogstmachine (10).
  9. 9. Oogstmachine (10) volgens conclusie 1 of 2, gekenmerkt doordat elke koeleenheid (74) een inlaat (84) heeft in de buurt van de graantank (28) en een uitlaat (86) in de buurt van de inwendige verbrandingsmotor (32).
  10. 10. Oogstmachine (10) volgens conclusies 2 tot 5, gekenmerkt doordat de koelmodule (100) een deur (108) bevat die scharnierend is aangebracht op het huis (102) en beweegbaar is tussen een gesloten positie tegen het huis (102) en een open positie om reiniging van een inwendige ruimte van de koelmodule (100) mogelijk te maken.
  11. 11. Oogstmachine ( 10) volgens conclusie 10, gekenmerkt doordat de deur ( 108) een schamieras (114) bevat die aangebracht is om de deur (108) weg van het huis (102) te laten scharnieren, en daarbij een spleet (116) doet ontstaan voor de reiniging wanneer de deur (108) zich in een minstens gedeeltelijk open positie bevindt.
  12. 12. Oogstmachine (10) volgens conclusie 11, gekenmerkt doordat de deur (108) afgedicht is opzichte van het huis (102) wanneer de deur (108) zich in de gesloten positie bevindt.
  13. 13. Oogstmachine (10) volgens conclusie 1, met gekenmerkt doordat dat de oogstmachine 10 een maaidorser bevat.
BE2014/0848A 2014-12-12 2014-12-12 Transversaal gerichte koelmodule voor een oogstmachine BE1022412B1 (nl)

Priority Applications (5)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2014/0848A BE1022412B1 (nl) 2014-12-12 2014-12-12 Transversaal gerichte koelmodule voor een oogstmachine
EP15808205.7A EP3230567B1 (en) 2014-12-12 2015-12-11 Transversely oriented cooling package for an agricultural harvester
PCT/EP2015/079357 WO2016092056A1 (en) 2014-12-12 2015-12-11 Transversely oriented cooling package for an agricultural harvester
BR112017012439-4A BR112017012439B1 (pt) 2014-12-12 2015-12-11 Colheitadeira agrícola
US15/535,340 US11549426B2 (en) 2014-12-12 2015-12-11 Transversely oriented cooling package for an agricultural harvester

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2014/0848A BE1022412B1 (nl) 2014-12-12 2014-12-12 Transversaal gerichte koelmodule voor een oogstmachine

Publications (1)

Publication Number Publication Date
BE1022412B1 true BE1022412B1 (nl) 2016-03-24

Family

ID=52946194

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE2014/0848A BE1022412B1 (nl) 2014-12-12 2014-12-12 Transversaal gerichte koelmodule voor een oogstmachine

Country Status (5)

Country Link
US (1) US11549426B2 (nl)
EP (1) EP3230567B1 (nl)
BE (1) BE1022412B1 (nl)
BR (1) BR112017012439B1 (nl)
WO (1) WO2016092056A1 (nl)

Families Citing this family (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US10823039B2 (en) 2018-06-30 2020-11-03 Deere & Company Cooling system
JP6681950B2 (ja) * 2018-07-27 2020-04-15 三桜工業株式会社 冷却装置

Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE10228213A1 (de) * 2002-06-24 2004-02-19 Claas Selbstfahrende Erntemaschinen Gmbh Luftfilteranlage für selbstfahrende Erntemaschine
EP1770255A1 (de) * 2005-09-22 2007-04-04 Deere & Company Kühlanordnung eines Fahrzeugs
EP2368417A1 (de) * 2010-03-24 2011-09-28 Deere & Company Erntemaschine mit einer Siebeinrichtung für Kühlluft
DE102011006350A1 (de) * 2011-03-29 2012-10-04 Behr Gmbh & Co. Kg Lüftungsvorrichtung für ein Kühlmodul insbesondere in einem Fahrzeug, Verfahren zum Betreiben einer Lüftungsvorrichtung und Kühlsystem insbesondere für ein Fahrzeug

Family Cites Families (22)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB727532A (en) 1952-04-05 1955-04-06 August Claas Improvements in and relating to the cleaning of radiators for liquidcooled engines
DD140105A1 (de) 1978-12-27 1980-02-13 Dieter Berth Luftfuehrung am kuehlsystem und antriebsmotor einer selbstfahrenden landmaschine
US4439218A (en) * 1982-07-06 1984-03-27 Sperry Corporation Screen cleaning means
US4514201A (en) * 1983-02-18 1985-04-30 Brown Duane G Air intake anti-fouling stack
US4542785A (en) * 1983-09-23 1985-09-24 Massey-Ferguson Industries Limited Agricultural harvester heat exchanger
EP0269765B1 (en) * 1986-12-05 1992-04-15 Ford New Holland N.V. Air filtering arrangement
DE3842871A1 (de) 1988-12-20 1990-06-21 Gol Specializirovannoe K Bjuro Vorrichtung zur belueftung des kuehlers eines selbstfahrmaschinenmotors
DE4404401A1 (de) 1994-02-11 1995-08-17 Claas Bhohg Selbstfahrende Erntemaschine
JPH08163916A (ja) 1994-12-13 1996-06-25 Yanmar Agricult Equip Co Ltd コンバインのエンジン装置
JPH1089068A (ja) 1996-09-20 1998-04-07 Kubota Corp 農作業車のラジエーター吸気構造
DE19857681C2 (de) 1998-12-14 2001-03-01 Krone Bernhard Gmbh Maschf Landwirtschaftliche Erntemaschine
EP1035308B1 (de) * 1999-03-10 2004-07-14 CLAAS Selbstfahrende Erntemaschinen GmbH Selbstfahrende Erntemaschine
RU2188327C1 (ru) 2000-12-29 2002-08-27 Ляховский Святослав Нестерович Способ охлаждения двигателя внутреннего сгорания
DE10126523C2 (de) 2001-05-30 2003-04-17 Krone Bernhard Gmbh Maschf Selbstfahrende Erntemaschine
DE10139315A1 (de) 2001-08-09 2003-03-06 Deere & Co Kühlsystem für einen Verbrennungsmotor
US7188599B2 (en) 2005-07-11 2007-03-13 Deere & Company Sump for cooling package air intake housing of an agricultural machine
US20070017561A1 (en) 2005-07-19 2007-01-25 Shih-Shin Kuo Automatic collapsible umbrella
DE102008040902B4 (de) 2008-07-31 2017-05-11 Deere & Company Selbstfahrende Erntemaschine mit einer in eine Wartungsposition verschiebbaren Siebeinrichtung
JP2010161996A (ja) 2009-01-19 2010-07-29 Iseki & Co Ltd コンバイン
US8186153B2 (en) 2009-05-01 2012-05-29 Deere & Company Engine compartment arrangement for cleaning diesel particulate filter
US8695741B2 (en) * 2011-04-01 2014-04-15 Agco Corporation Pusher airflow for work vehicle cooling system
US8596396B1 (en) 2012-08-15 2013-12-03 Cnh America Llc Air intake configuration for an agricultural harvesting machine

Patent Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE10228213A1 (de) * 2002-06-24 2004-02-19 Claas Selbstfahrende Erntemaschinen Gmbh Luftfilteranlage für selbstfahrende Erntemaschine
EP1770255A1 (de) * 2005-09-22 2007-04-04 Deere & Company Kühlanordnung eines Fahrzeugs
EP2368417A1 (de) * 2010-03-24 2011-09-28 Deere & Company Erntemaschine mit einer Siebeinrichtung für Kühlluft
DE102011006350A1 (de) * 2011-03-29 2012-10-04 Behr Gmbh & Co. Kg Lüftungsvorrichtung für ein Kühlmodul insbesondere in einem Fahrzeug, Verfahren zum Betreiben einer Lüftungsvorrichtung und Kühlsystem insbesondere für ein Fahrzeug

Also Published As

Publication number Publication date
BR112017012439A2 (pt) 2018-01-02
US11549426B2 (en) 2023-01-10
BR112017012439B1 (pt) 2022-10-18
US20170328264A1 (en) 2017-11-16
WO2016092056A1 (en) 2016-06-16
EP3230567B1 (en) 2019-01-23
EP3230567A1 (en) 2017-10-18

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US10588261B2 (en) Residue handling system for an agricultural harvester
US10653069B2 (en) Residue handling system for an agricultural harvester
BE1022423B1 (nl) Hakselaar en strooier voor een oogstmachine
EP3114918B1 (en) System for directional control of air flow in an agricultural harvester
BE1022544B1 (nl) Vijzel van graanmaaier voor een oogstmachine
EP2368417B1 (de) Erntemaschine mit einer Siebeinrichtung für Kühlluft
US20170332555A1 (en) Agricultural Elevator Supplied by Multiple Cross Augers
BE1022412B1 (nl) Transversaal gerichte koelmodule voor een oogstmachine
US10257984B2 (en) Agricultural harvester with paddles rotated about an axis of rotation that is parallel to a longitudinal axis of the harvester
BE1021147B1 (nl) Dekplaat voor een schoongraanvijzel in een reinigingssysteem van een oogstmachine
EP3395152B1 (en) Agricultural windrow chute with rolling edge
EP3395151B1 (en) Agricultural vehicle with active edge windrow chute
BE1023262B1 (nl) Koelpakket voor een landbouwvoertuig
BE1022077B1 (nl) Stroschudopstelling voor een oogstmachine
CN115380699B (zh) 农业收割机的清洁***中的筛安装布置
BE1025208B1 (nl) Koeler met geschrankte kernen voor een voertuig

Legal Events

Date Code Title Description
MM Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20201231