BE1020315A3 - - Google Patents

Download PDF

Info

Publication number
BE1020315A3
BE1020315A3 BE2010/0578A BE201000578A BE1020315A3 BE 1020315 A3 BE1020315 A3 BE 1020315A3 BE 2010/0578 A BE2010/0578 A BE 2010/0578A BE 201000578 A BE201000578 A BE 201000578A BE 1020315 A3 BE1020315 A3 BE 1020315A3
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
container
coupling piece
coupling
valve
applicator
Prior art date
Application number
BE2010/0578A
Other languages
English (en)
Inventor
Bart Vervoort
Peter Geboes
Original Assignee
Soudal
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Soudal filed Critical Soudal
Application granted granted Critical
Publication of BE1020315A3 publication Critical patent/BE1020315A3/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B67OPENING, CLOSING OR CLEANING BOTTLES, JARS OR SIMILAR CONTAINERS; LIQUID HANDLING
    • B67CCLEANING, FILLING WITH LIQUIDS OR SEMILIQUIDS, OR EMPTYING, OF BOTTLES, JARS, CANS, CASKS, BARRELS, OR SIMILAR CONTAINERS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; FUNNELS
    • B67C3/00Bottling liquids or semiliquids; Filling jars or cans with liquids or semiliquids using bottling or like apparatus; Filling casks or barrels with liquids or semiliquids
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B05SPRAYING OR ATOMISING IN GENERAL; APPLYING FLUENT MATERIALS TO SURFACES, IN GENERAL
    • B05BSPRAYING APPARATUS; ATOMISING APPARATUS; NOZZLES
    • B05B9/00Spraying apparatus for discharge of liquids or other fluent material, without essentially mixing with gas or vapour
    • B05B9/03Spraying apparatus for discharge of liquids or other fluent material, without essentially mixing with gas or vapour characterised by means for supplying liquid or other fluent material
    • B05B9/04Spraying apparatus for discharge of liquids or other fluent material, without essentially mixing with gas or vapour characterised by means for supplying liquid or other fluent material with pressurised or compressible container; with pump
    • B05B9/08Apparatus to be carried on or by a person, e.g. of knapsack type
    • B05B9/0805Apparatus to be carried on or by a person, e.g. of knapsack type comprising a pressurised or compressible container for liquid or other fluent material
    • B05B9/0833Apparatus to be carried on or by a person, e.g. of knapsack type comprising a pressurised or compressible container for liquid or other fluent material comprising a compressed gas container, e.g. a nitrogen cartridge
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B05SPRAYING OR ATOMISING IN GENERAL; APPLYING FLUENT MATERIALS TO SURFACES, IN GENERAL
    • B05BSPRAYING APPARATUS; ATOMISING APPARATUS; NOZZLES
    • B05B9/00Spraying apparatus for discharge of liquids or other fluent material, without essentially mixing with gas or vapour
    • B05B9/03Spraying apparatus for discharge of liquids or other fluent material, without essentially mixing with gas or vapour characterised by means for supplying liquid or other fluent material
    • B05B9/04Spraying apparatus for discharge of liquids or other fluent material, without essentially mixing with gas or vapour characterised by means for supplying liquid or other fluent material with pressurised or compressible container; with pump
    • B05B9/08Apparatus to be carried on or by a person, e.g. of knapsack type
    • B05B9/0894Gun with a container which, in normal use, is located above the gun
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65DCONTAINERS FOR STORAGE OR TRANSPORT OF ARTICLES OR MATERIALS, e.g. BAGS, BARRELS, BOTTLES, BOXES, CANS, CARTONS, CRATES, DRUMS, JARS, TANKS, HOPPERS, FORWARDING CONTAINERS; ACCESSORIES, CLOSURES, OR FITTINGS THEREFOR; PACKAGING ELEMENTS; PACKAGES
    • B65D83/00Containers or packages with special means for dispensing contents
    • B65D83/14Containers or packages with special means for dispensing contents for delivery of liquid or semi-liquid contents by internal gaseous pressure, i.e. aerosol containers comprising propellant for a product delivered by a propellant
    • B65D83/16Containers or packages with special means for dispensing contents for delivery of liquid or semi-liquid contents by internal gaseous pressure, i.e. aerosol containers comprising propellant for a product delivered by a propellant characterised by the actuating means
    • B65D83/22Containers or packages with special means for dispensing contents for delivery of liquid or semi-liquid contents by internal gaseous pressure, i.e. aerosol containers comprising propellant for a product delivered by a propellant characterised by the actuating means with a mechanical means to disable actuation
    • B65D83/224Tamper indicating means obstructing initial actuation, e.g. removable
    • B65D83/226Tamper indicating means obstructing initial actuation, e.g. removable preventing initial depression of the actuator
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65DCONTAINERS FOR STORAGE OR TRANSPORT OF ARTICLES OR MATERIALS, e.g. BAGS, BARRELS, BOTTLES, BOXES, CANS, CARTONS, CRATES, DRUMS, JARS, TANKS, HOPPERS, FORWARDING CONTAINERS; ACCESSORIES, CLOSURES, OR FITTINGS THEREFOR; PACKAGING ELEMENTS; PACKAGES
    • B65D83/00Containers or packages with special means for dispensing contents
    • B65D83/14Containers or packages with special means for dispensing contents for delivery of liquid or semi-liquid contents by internal gaseous pressure, i.e. aerosol containers comprising propellant for a product delivered by a propellant
    • B65D83/38Details of the container body
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65DCONTAINERS FOR STORAGE OR TRANSPORT OF ARTICLES OR MATERIALS, e.g. BAGS, BARRELS, BOTTLES, BOXES, CANS, CARTONS, CRATES, DRUMS, JARS, TANKS, HOPPERS, FORWARDING CONTAINERS; ACCESSORIES, CLOSURES, OR FITTINGS THEREFOR; PACKAGING ELEMENTS; PACKAGES
    • B65D83/00Containers or packages with special means for dispensing contents
    • B65D83/14Containers or packages with special means for dispensing contents for delivery of liquid or semi-liquid contents by internal gaseous pressure, i.e. aerosol containers comprising propellant for a product delivered by a propellant
    • B65D83/16Containers or packages with special means for dispensing contents for delivery of liquid or semi-liquid contents by internal gaseous pressure, i.e. aerosol containers comprising propellant for a product delivered by a propellant characterised by the actuating means
    • B65D83/20Containers or packages with special means for dispensing contents for delivery of liquid or semi-liquid contents by internal gaseous pressure, i.e. aerosol containers comprising propellant for a product delivered by a propellant characterised by the actuating means operated by manual action, e.g. button-type actuator or actuator caps
    • B65D83/201Lever-operated actuators
    • B65D83/202Lever-operated actuators combined with a hand grip

Landscapes

  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Dispersion Chemistry (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Containers And Packaging Bodies Having A Special Means To Remove Contents (AREA)
  • Closures For Containers (AREA)
  • Coating Apparatus (AREA)

Description

Verbeterde klik-en-fix koppeling
TOEPASSINGSGEBIED VAN DE UITVINDING
De huidige uitvinding heeft betrekking op containers, blikken of bussen bevattende een stof onder druk, meer specifiek wegwerpblikken, en die kunnen worden gekoppeld aan een spuitapparaat, bijvoorbeeld een spuitpistool, voor het aanbrengen van de stof. De stof kan één of meerdere actieve componenten bevatten, en kan geschikt zijn om bijvoorbeeld een afdichtingsmiddel te vormen (bv. een siliconen pasta), een polyurethaan (PU) schuim, of een één of een twee componenten lijm. De uitvinding heeft meer specifiek betrekking op verbeteringen in de stukken die de koppeling vormen tussen de container en het spuitapparaat, en/of de container met een geschikte handbediening applicator.
ACHTERGROND VAN DE UITVINDING
Containers onder druk, bevattende stoffen zoals pastas, schuimen of lijmen, worden steeds meer gebruikt in de bouwindustrie evenals in doe-het-zelf (DHZ) toepassingen. Deze containers zijn meestal wegwerpcontainers. Algemeen worden binnen de huidige toepassing twee types van applicatoren gebruikt. Occasionele en DHZ gebruikers geven algemeen de voorkeur aan een eenvoudige handbediening applicator, meestal eveneens wegwerpbaar, dat typisch wordt vastgeschroefd op de steel van het ventiel van de container en meestal een buis of tube omvat voor het geleiden van de stroom van de stof naar zijn bedoelde locatie, en een kanteladapter of hendel. Dergelijke handbediening applicatoren worden gekenmerkt doordat ze zelf geen klep omvatten voor het stoppen of controleren van de stroom van de stof, maar voor deze doeleinden inwerken op het ventiel dat voorzien is op de container. Als gevolg hiervan wordt elke stof die het containerventiel gepasseerd is en de handbediening applicator is binnengekomen, blootgesteld aan de atmosfeer en kan deze, indien ze hier gevoelig aan is, verder reageren en worden omgezet in zijn uiteindelijke en meestal vaste consistentie. Omwille van deze redenen, zijn deze applicatoren eenvoudig wat betreft design en productie, goedkoop, maar meestal slechts éénmalig bruikbaar, en dus wegwerpbaar. Typisch resulteert een handeling op de kanteladapter of hendel voorzien als deel van de handbediening applicator in een kantelen of een naar beneden duwen van de steel van het containerventiel, zoals in zijn omringende rubberen afdichting of grommet in het geval van een conventionele klep, relatief ten opzichte van de ventielplaat, zodanig dat één of meerdere openingen in de ventielsteel worden vrijgemaakt in de inhoud van de container, waarbij het containerventiel wordt geopend. Het samenstel is zodanig dat de gebruiker de container kan vasthouden tijdens het induwen van de kanteladapter, wat onprecieze middelen voorziet voor het controleren en doseren van de stroom van de stof. US octrooi 4165825 beschrijft geschikte ventielen voor dergelijke toepassingen in de hand. Het doseren van de stof met dergelijke handbediening systemen is echter vrij inaccuraat, en een dergelijk systeem is daarom meer geschikt voor het vullen van grote spleten of holtes, zoals deze breder dan 2 cm.
De meer intensieve gebruikers, zoals professionelen of meer ervaren DHZ gebruikers, geven typisch de voorkeur aan een meer gesofisticeerd spuitapparaat,·. zoals een spuitpistool, voor het aanbrengen van de stof. Met dergelijke spuitapparaten houdt de gebruiker het schuimspuitende apparaat of spuitpistool vast en manipuleert hij het, met de stofcontainer vastgehecht aan het spuitpistool. Dergelijke spuitpistolen worden gekenmerkt doordat ze hun eigen klep omvatten, bij voorkeur een naaldklep voor hogere precisie en een betere afsluiting, voor het stoppen of controleren van de stroom van de stof, en deze klep bevindt zich meestal aan de tip van de loop van het pistool en is veel meer gesofisticeerd dan het containerventiel. Typisch laat deze klep een betere controle van de stofstroom toe vergeleken met het containerventiel. Omdat deze klep zich aan de tip van de loop bevindt, blijft er na gebruik weinig tot geen volume van de stof over welke werd blootgesteld aan de atmosfeer en kan reageren en hard worden. De stof binnenin het spuitpistool blijft onder druk en afgesloten van de atmosfeer, met uitzondering van de korte tijd benodigd voor het verwisselen van de container op het spuitpistool. Deze tijd is meestal kort, en het spuitpistool wordt typisch onmiddellijk na het verwisselen opnieuw gebruikt, zodat de stof binnenin het spuitpistool ververst wordt en na gebruik blijft deze nieuwe stof onder druk en vers in zijn vloeibare toestand. Deze spuitpistolen zijn meestal complexer en duurder en worden typisch verschillende malen hergebruikt na het vervangen van de vorige lege container met een vers en vol exemplaar. Het gebruik van deze spuitpistolen is comfortabeler voor de gebruiker, en laat een hogere precisie en een betere dosering toe bij het aanbrengen van de stof dan het handbediening systeem. Aan spuitpistolen wordt dan ook de voorkeur gegeven voor het opvullen van smallere spleten, zoals deze kleiner dan 2 cm breed. De hogere doseerprecisie laat toe te werken met minder overdaad van stof, die meestal later moet verwijderd worden en eindigt als afval. Dit reduceert de hoeveelheid van nazorg die nodig is en brengt een hogere efficiëntie in materiaalgebruik. Deze beide voordelen zijn van groot belang voor de professionele of intensieve gebruiker.
Containers bedoeld voor de intensieve gebruiker zijn voor dit doel conventioneel voorzien van een eerste koppelstuk, meestal gemaakt uit een kunststof materiaal, dat de container geschikt maakt voor bevestiging aan het spuitpistool of spuitapparaat, en dat samen past met een verbindingselement geïntegreerd in het spuitapparaat of spuitpistool, of met een tweede koppelstuk dat is bevestigd aan het spuitapparaat of spuitpistool, eveneens een pistooladapter genoemd, meestal gemaakt uit metaal, zoals aluminium of brons, voor het maken van de koppeling met het spuitapparaat of het spuitpistool. Een geschikt schuimspuitpistool wordt bijvoorbeeld beschreven in US octrooi 5.271.537, waarbij het apparaat een schroefverbinding omvat waarin een container kan worden geschroefd die een geschikte schroefverbinding heeft, meestal door middel van een geschikt koppelingsstuk op de container.
Deze schroefverbinding of eerste koppelstuk omringt typisch het ventiel dat de container afsluit. De schroefkoppeling is meestal zodanig voorzien dat, wanneer de schroefverbinding tot stand wordt gebracht, meestal door manueel de schroef aan te spannen totdat de stoppositie wordt bereikt, tezelfdertijd het ventiel van de container in de open positie wordt gebracht en doorstroming van de stof in de container wordt mogelijk gemaakt van de container in het spuitpistool, waar het kan worden gestopt en/of worden gecontroleerd door de klep in het spuitpistool. Voor dit doel is meestal een centrale interne extensie voorzien op het spuitpistool, of als deel van het tweede koppelstuk of de pistool adapter, die bij het tot stand brengen van de koppeling samenwerkt met de steel van het containerventiel en de ventielsteel naar beneden duwt in de open positie, waarbij tegelijkertijd meestal eveneens een afdichting wordt voorzien rond de steel van het containerventiel zodanig dat de stof enkel wordt toegelaten om door het spuitpistool te stromen via het boHrip>IHp> kanaal an alka wriina\/a \/an Hp ctnf nn nnnpwpnüt Inratipc waar hat X" w v N·* s-s ^ 1 1 WI»%W iUm « WfcWI wf/ . w w v. w , * ..w» de koppelstukken of het spuitapparaat zou bevuilen, wordt vermeden. Een dergelijke schroefkoppeling heeft een veelheid van volledige windingen nodig in meerdere stappen van manuele handelingen teneinde de koppeling tot stand te brengen, en dit is tijdrovend voor de intensieve gebruiker en kan leiden tot een onopzettelijke verspilling van de stof.
WO 98/43894 beschrijft een eveneens roteerbaar verbindend, alternatief bajonettype koppelingssysteem voor een dergelijk samenstel van een container en een spuitpistool. Dit systeem wordt algemeen een “Klik-en-fix” systeem genoemd en brengt het voordeel vergeleken met de schroefverbinding dat de koppeling tot stand wordt gebracht in maximaal één draai, bij voorkeur in minder dan één volledige draai, en bij voorkeur slechts in een halve of zelfs ongeveer een kwart draai, en daarbij dus in een veel kortere tijd. Bij voorkeur kan de koppeling worden afgesloten in één enkele vlotte beweging. In dit systeem zijn de twee koppelstukken bij voorkeur gemaakt van kunststof zoals nylon 6 of polypropyleen, en optioneel een met vezel versterkt plastiek. Dit koppelsysteem is veel eenvoudiger en sneller om te gebruiken, en heeft minder handelingen van de gebruiker nodig vergeleken met de verschillende windingen die noodzakelijk zijn om de hierboven besproken schroefkoppeling tot stand te brengen. Omwille van het feit dat de koppeling zo snel gesloten wordt, is er een verminderd risico op een accidenteel of onopzettelijk lek van de inhoud van de container, dat op het spuitpistool kan eindigen of op het tweede koppelstuk, en dus wordt het risico gereduceerd dat het spuitpistool of het koppelstuk schoongemaakt moet worden alvorens een nieuwe container erop kan worden gekoppeld. Deze voordelen zijn bijzonder nuttig, vooral voor de intensieve gebruiker.
Het moet worden opgemerkt dat in al deze ontwerpen, het eerste koppelstuk stevig aan de container vastgehecht dient te worden, omdat de verbinding de kracht moet weerstaan nodig voor het openen van het ventiel, evenals de kracht uitgevoerd door de onder druk staande inhoud van de container van het spuitpistool wanneer het ventiel wordt geopend. Het moet eveneens de torsiekracht weerstaan wanneer de verbinding tot stand wordt gebracht.
Zoals deze commercieel wordt aangeboden met zijn inhoud onder druk, is de container of de bus bedoeld voor gebruik met het spuitpistool typisch verschillend van de container voor gebruik in handbediening, bv. voor gebruik met een handbediening applicator. De container voor professioneel gebruik wordt dus meestal voorzien van een eerste koppelstuk dat zo sterk aan de container wordt vastgehecht dat zijn verwijdering, die nodig zou zijn om het bevestigen van het handbediening apparaat voor gebruik in handbediening toe te laten, een buitengewoon sterke kracht zou vereisen van de typische occasionele of DHZ gebruiker. Het zou eveneens leiden tot onveilige situaties, bv. het creëren van een risico voor het onopzettelijk afscheuren van het ventiel. Als gevolg hiervan houdt de toeleveringsketen twee types container aan, geleverd met verschillende ontwerpen, één bedoeld voor gebruik met het spuitpistool, en de andere voor gebruik met de handbediening applicator.
De containers zelf worden typisch gemaakt van metaal en zijn cilindrisch van vorm. De bodem wordt meestal gevormd door een plaat die aan de cilinder wordt omgeflensd en typisch concaaf is om beter aan de interne druk te kunnen weerstaan terwijl toch de mogelijkheid wordt behouden voor de container om recht te staan op een plat oppervlak. De top wordt meestal voorzien van een containerkop, eveneens op de cilinder omgeflensd, en die typisch convex is om dezelfde reden van hogere drukweerstand. Een vulopening wordt meestal centraal in de cilinderkop voorzien. Bij het voorbereiden van de container voor verkoop, wordt de lege container typisch gevuld met de stof door deze centrale vulopening in de kop, die vervolgens afgesloten kan worden door het omflensen van het containerventiel in de vulopening. Vele stoffen kunnen worden gevuld in de container onder atmosferische druk, en een hogere druk kan vervolgens opgebouwd worden of worden ingebracht in de container, meestal nadat deze is afgesloten zoals beschreven. Een voorbeeld waarin druk wordt opgebouwd na afsluiten van de container zijn de stoffen voor polyurethaan schuim, meer specifiek het één-component-schuim (OCF), waarin, na vullen van de container, een exotherme chemische reactie tussen de stoffen kan worden geïnitieerd, zoals door het schudden van de container, en de reactie warmte produceert en een druk opbouwt door de productie en/of verdamping van drijfgassen. Drijfgassen voor het opbouwen van de druk kunnen eveneens worden ingebracht op het moment van de vulling van de container, zoals een koude vloeistof die dan wordt toegelaten om te verdampen na het afsluiten van de container.
We hebben vastgesteld dat de ventielplaat, i.e. het metalen deel van het containerventiel dat op de containerkop geflensd is en dat de ventielsteel mag ondersteunen, of de rubberen grommet waardoor de typisch plastieken steel van het conventionele ventiel steekt, naar buiten toe kunnen worden weggeduwd wanneer de druk opbouwt binnenin de container, vooral wanneer de exotherme reactie tijdelijk eveneens de temperatuur verhoogt. Dit kan als gevolg hebben dat de ventielsteel zich weg van zijn initiële positie beweegt. We hebben eveneens vastgesteld dat de afstand waarover de ventielsteel kan worden bewogen kan variëren van container tot container, en dat deze afstand moeilijk te voorspellen is gezien deze afhangt van o.a. de interne druk in de bus. Dit brengt het gevolg met zich mee dat de ventielsteelpositie verschillend kan zijn van de verwachte positie en niet meer optimaal is voor wanneer de koppeling tot stand moet worden gebracht. Deze herpositionering van het ventiel over een onvoorspelbare afstand kan dus de opening van het ventiel beïnvloeden wanneer de koppeling tussen de container en het spuitpistool gemaakt wordt, zodanig dat, bij sluiten van de koppeling, het ventiel niet altijd een gewenste graad van opening bereikt, of zelfs totaal niet kan openen, of omgekeerd het ventiel te vroeg kan openen en een accidentele verspilling van de stof kan veroorzaken. Zowel de schroefkoppeling en de klik-en-fix koppeling kunnen dit probleem hebben, en wij hebben vastgesteld dat een klik-en-fix koppeling ietwat meer gevoelig kan zijn, meer specifiek hoe kleiner de draaibeweging is die wordt gekozen voor het volledig verbinden van de twee koppelstukken.
Dit probleem van ventielherpositionering kan worden vermeden door het op zijn plaats brengen van het eerste koppelstuk van het klik-en-fix koppelsysteem op de container voordat de druk wordt opgebouwd binnenin de container, en door het voorzien van het eerste koppelstuk met een interne rand (eveneens een “ondersteuningsring” genoemd) die, bij vasthechting van het eerste koppelstuk aan de container, inwerkt op de wontiolrvlaat -yrwHamn Hat He x/antiplQfppl nn 7Ün nlaats wnrHt nfihoildpn Ondanks enige verhoogde druk binnenin de container. WO 98/43894 beschrijft een klik-en-fix koppelsysteem waarvan het eerste koppelstuk wordt voorzien van een dergelijke interne rand voor het vasthouden van de ventielplaat, en daarbij ook de klepsteel, op zijn initiële positie.
De containers uit de huidige uitvinding kunnen, onder druk, stoffen bevatten die nog steeds hoog reactief zijn en uitreageren nadat de stof aangebracht is op zijn uiteindelijke locatie, zoals in een spleet of op een substraat. Contact van de inhoud van de container met de huid, of belangrijker nog met de ogen, moet daarom worden vermeden. Om veiligheidsredenen worden de containers die klaar zijn voor verkoop daarom steeds voorzien van een beschermingsomhulsel, dat het containerventiel en meer specifiek de ventielsteel moet afschermen tegen beschadiging, afscheuren of aanraking, en verschuiving relatief gezien ten opzichte van de ventielplaat, en dus om veiligheidsredenen en ter bescherming tegen een accidentele verspilling. De containers voor gebruik in handbediening worden typisch voorzien zonder een koppelstuk, i.e. met het ventiel volledig bereikbaar. Daarom worden dergelijke containers conventioneel voorzien met een aparte afschermdop die meestal op de flens rond de container wordt geklikt. De containers voor professioneel gebruik worden voorzien van het eerste koppelstuk geklikt op de flens rond de ventielplaat, en met het klik & fix systeem bijkomend eveneens geklikt op de flens rond de containerkop, zoals uitgelegd in W098/43894, wat bijkomende stevigheid voorziet. Toegang tot de ventielsteel door deze eerste koppelstukken wordt dan typisch afgesloten door middel van een aparte afschermdop, die bijvoorbeeld kan klikken op de bovenste rand van het koppelstuk, die op een geschikte wijze kan worden aangepast voor het opklikken van de dop, zoals door het voorzien van een kleine kraag.
Aparte doppen werden ontworpen, en de koppen van de koppelstukken op de containers kunnen geschikt worden gemaakt om deze doppen te accepteren als afsluitingen voor het ventielcompartiment. Dit ontwerp vereist de afzonderlijke productie van een dop en noopt tot een extra stap in het samenstellen van de container, i.e. het plaatsen van de dop op de kr*n wan hpt knnnplQtnk
Deze afschermdop vormt dus een extra element dat afzonderlijk moet worden geproduceerd en moet worden samengesteld met het koppelstuk voor of na het klikken van het koppelstuk op de container. De afschermdop voor de container bedoeld voor gebruik in handbediening vormt eveneens een apart samenstel element. Deze afschermdoppen vormen daardoor een extra last in de toeleveringsketen van de containers, in die zin dat er een behoefte is om twee types containers te leveren en er voor beide types een extra samenstelelement moet worden voorzien en moet worden samengesteld.
Er bestaat daarom een behoefte aan een twee-in-één ontwerp, i.e. een container die geschikt zou zijn voor gebruik met een aanbrengpistool evenals met een handbediening applicator, en/of een handbediening applicator die geschikt zou zijn voor gebruik met het container samenstel bedoeld voor gebruik met het spuitpistool.
WO 2007/112758 beschrijft een handbediening applicator die kan worden vastgehecht op de ventielsteel van een container bedoeld voor gebruik met het spuitapparaat. De handbediening applicator kan vervolgens direct worden “geklikt” op de ventielsteel. De moeilijkheid met dit ontwerp ligt erin dat het aanbrengen van de handbediening applicator op of van de ventielsteel zeer voorzichtig moet worden uitgevoerd, gezien enige kanteling van het ventiel een premature en onbedoelde verspilling van de stof zou veroorzaken, en elke beschadiging aan het ventiel een veiligheidsrisico kan creëren.
US 2007/0181610 A1 beschrijft een handbediening applicator die geschikt is om te worden geklikt op de flens rond het containerventiel. Het nadeel met dit voorstel is dat het eerste koppelstuk, waarmee een container voor gebruik met een spuitpistool meestal wordt verkocht, verwijderd dient te worden van de container voordat de flens beschikbaar is om de handbediening applicator erop te klikken. De moeilijkheden en veiligheidsproblemen van een dergelijke verwijdering werden hierboven besproken.
Andere systemen werden ontwikkeld, waar een handbediening appücator kan worden geschroefd in een met schroefdraad voorziene interne sectie van het koppelstuk bedoeld voor het spuitapparaat. De moeilijkheid met dergelijke problemen is dat het ventiel opent wanneer de applicator op zijn plaats wordt geschroefd, en de graad van schroeven definieert de opening van het ventiel en dus de stroom van de stof. Vooral occasionele gebruikers geven er de voorkeur aan hun beide handen te gebruiken voor het opschroeven van de applicator, en het is zeer moeilijk om tijdens het opschroeven van de applicator, ook een goede en precieze aanbrenging van de stof te bereiken.
Verbeterde koppelstukken werden ook ontworpen voor bevestiging aan de container, waarbij een geïntegreerde dop voorzien is om manueel te worden afgebroken van het koppelstuk, en bij verwijdering toegang te voorzien naar het ventiel van de container. In sommige versies zijn deze geïntegreerde doppen zodanig gemaakt dat de dop, nadat deze is afgebroken, terug op het koppelstuk kan worden herplaatst, zodanig dat het ventielcompartiment terug kan worden gesloten, zodanig dat een gedeeltelijk gebruikte container kan worden getransporteerd en veilig en conventioneel kan worden opgeslagen alvorens terug te worden gebruikt. Verbeterde koppelstukken met deze kenmerken werden ontworpen zodanig dat deze kunnen worden geproduceerd als één enkel product in één enkele productiestap zoals door een enkele spuitgietstap. Het ontwerp van een koppelstuk met geïntegreerde dop voor éénstapsproductie is echter incompatibel met de voorziening van een interne rand, eveneens “ondersteuningsring” genoemd, die gewenst is voor het bieden van bijkomende en externe ondersteuning aan de ventielplaat, zodanig dat de ventielsteel op zijn plaats wordt gehouden wanneer de druk binnenin de container zich opbouwt, zoals een onderdeel van het klik-en-fix systeem beschreven in WO 98/43894.
Er blijft daarom de behoefte aan een verbeterd koppelstuk, voor bevestiging aan een container, die voorzien is van een geïntegreerde dop en eveneens met interne benen die externe ondersteuning voor de containerventielplaat bieden, en dat kan worden geproduceerd als een enkel product in een enkele productiestap. Er blijft verder behoefte aan een twpp-in-één nntwprn i p ρρπ knnnplstnk Hat tp7plfdprtiid de moneliikheid voorziet voor het koppelen van de container met een geschikte handbediening applicator zonder eerst het koppelstuk te moeten verwijderen, dat enkel het ventiel mag openen nadat de handbediening applicator gekoppeld werd aan het koppelstuk en de container.
De huidige uitvinding heeft als doel het vermijden of ten minste verlichten van het boven beschreven probleem en/of algemene verbeteringen te voorzien.
SAMENVATTING VAN DE UITVINDING
Volgens de uitvinding is er een verbeterd koppelstuk voorzien, een samenstel van het koppelstuk met een container bevattende een stof, een apparaat omvattende het samenstel en een spuitpistool voor het aanbrengen van de stof, evenals een proces voor de productie van het koppelstuk, van het samenstel en van het apparaat, zoals gedefinieerd in één der bijhorende conclusies.
De uitvinding voorziet aldus een eerste koppelstuk voor bevestiging aan een container, waarbij het koppelstuk roteerbaar is verbindbaar met een tweede koppelstuk voorzien voor bevestiging aan een spuitpistool voor het aanbrengen van een component aanwezig in de container, waarbij de twee koppelstukken samen een koppeling voorzien tussen de container en het spuitpistool, waarbij de container een ventiel omvat om de container af te sluiten, waarbij het containerventiel een ventielplaat omvat en voorzien is om te worden geopend tijdens het tot stand brengen van de koppeling, waarbij één van de twee koppelstukken voorzien is van een geleider en het andere koppelstuk voorzien is van een uitsteeksel om met deze geleider samen te werken, welk uitsteeksel binnen deze geleider beweegbaar is tussen een eerste positie en een tweede positie, in niet meer dan één volledige 360 graden draai, waarbij de eerste positie overeenstemt met een ongekoppelde toestand van de koppeling en een gesloten positie van het containerventiel, en de tweede positie overeenstemt met een gekoppelde toestand van de koppeling en een geopende positie van het containerventiel, met het kenmerk dat ΠΪ hst pprstp knnnplstuk ppn npïntpnrpprrlp don omvat voorzien om manueel te worden afgebroken en om noodzakelijk verwijderd te moeten zijn teneinde een totstandbrenging van de koppeling mogelijk te maken, (ii) het eerste koppelstuk één of meerdere interne ondersteuningsbenen (6) omvat die een interne rand of secties van een interne rand voorzien om in te werken op de containerventielplaat wanneer het eerste koppelstuk aan de container wordt vastgehecht, (iii) waarbij de geïntegreerde dop is voorzien van open segmenten en (iv) waarbij het gebied bedekt door een eerste projectie, van de open segmenten in de dop en gemaakt langs de rotatie-as van de koppeling en op een vlak loodrecht op deze rotatie-as, het gebied omvat dat wordt bedekt door een tweede projectie, gemaakt langs dezelfde as en op hetzelfde vlak, van de interne oppervlakken van de interne ondersteuningsbenen, welke naar de rotatie-as gericht zijn.
Het koppelstuk volgens de uitvinding voorziet de gecombineerde voordelen dat (a) het voorzien is van een geïntegreerde dop voor het afschermen van het ventiel van de container waaraan deze bedoeld is om te worden verbonden, (b) het voorziet externe ondersteuning voor de containerventielplaat zodanig dat de containerventielsteel op zijn plaats wordt gehouden wanneer de druk binnenin de container verhoogt na bevestiging van het koppelstuk aan de container, en (c) het koppelstuk kan worden geproduceerd als een enkel product in een enkele productiestap, zoals door spuitgieten. Bijkomend stemt het koppelstuk volgens deze uitvinding nog steeds overeen met het “klik-en-fix" tweede koppelstuk voor bevestiging aan het spuitpistool.
De uitvinding voorziet verder een samenstel van een container met het eerste koppelstuk volgens de huidige uitvinding. Dit samenstel brengt het voordeel met zich mee dat de positie van de containerventielsteel relatief gezien ten opzichte van het koppelstuk behouden blijft zelfs wanneer de druk binnenin de container werd verhoogd. Dit resulteert in een meer correcte ventielopening na het tot stand brengen of afQlnitpn van Hp knnnplinn tnsspn dp twpp konnelstukken aldus het risico w. . » w . . · ~·· — — rI-----------------------I" I------------ » vermijdend van een onvoldoende, of omgekeerd van een voortijdige ventielopening.
In een andere uitvoeringsvorm voorziet de uitvinding in een proces voor het produceren van het koppelstuk volgens de huidige uitvinding, omvattende een stap van spuitgieten. Het eerste koppelstuk volgens de uitvinding kan worden geproduceerd als één enkel product in één enkele productiestap, met een mal die geschikt voor dat doel is ontworpen, en die een veelheid van malelementen kan omvatten die in staat zijn om samen te werken om het eerste koppelstuk te vormen met de geïntegreerde dop en de interne ondersteuningsbenen voor het ondersteunen van de containerventielplaat van de container waaraan het zal worden bevestigd of vastgehecht.
In een voorkeuruitvoeringsvorm omvat het koppelstuk van de huidige uitvinding verder eerste middelen geschikt voor het koppelen met een geschikte handbediening applicator voor het aanbrengen van de component aanwezig in de container, welke handbediening applicator is voorzien van tweede complementaire samenwerkende middelen voor het voorzien van de koppeling tussen het eerste koppelstuk en de handbediening applicator, en geschikt is om, in een samenstel van de container en het eerste koppelstuk samen met de handbediening applicator, de opening van het ventiel tot stand te brengen door een actie op de handbediening applicator.
Deze uitvoeringsvorm brengt het voordeel met zich mee dat het koppelstuk een dubbele functie heeft, i.e. het kan gebruikt worden in combinatie met het tweede koppelstuk voor een toepassing omvattende een aanbrengapparaat of een spuitpistool, zoals voor intensief gebruik door bijvoorbeeld een professioneel of een intensieve DHZ gebruiker of voor smallere spleten, holtes of scheuren, maar het is tezelfdertijd eveneens geschikt voor gebruik in handbediening, met een geschikte handbediening applicator, zoals voor minder intensief gebruik of voor grotere spleten, holtes of scheuren. Dit brengt het aanzienlijke voordeel met zich mee dat de toeleveringsketen slechts één type producten moet aanhouden, i.e. het samenstel van een volle container met het koppelstuk volgens deze I liti/Aorinnewnrm om ToWnonrlo rlo Kohooffon \/on rlo +\*too oohruiUün r\f txmoe UIIV WVI IIIV^OVUI lil, Will Ä-WWWWI iww ww WW I I ww I l W I I vuil ww ivvww ^wui UIINWI I wi lypwu gebruikers te bevredigen.
Voor de details van een handbediening applicator die geschikt is om te worden gekoppeld met het eerste koppelstuk volgens de huidige uitvinding, of met het samenstel hiervan met een container, verwijzen de aanvragers naar de eveneens hangende octrooiaanvraag met als referentie 8025110 bij dezelfde gemachtigde.
De uitvinding voorziet verder tevens het gebruik van het koppelstuk of het samenstel van de huidige uitvinding met een handbediening applicator geschikt voor gebruik in handbediening.
KORTE BESCHRIJVING VAN DE TEKENINGEN
Figuur 1 toont een bovenperspectiefaanzicht van een eerste koppelstuk volgens de huidige uitvinding, klaar om op de container te worden geklikt.
Figuur 2 toont een onderperspectiefaanzicht van het koppelstuk uit Figuur 1.
Figuur 3 toont een bovenperspectiefaanzicht van hetzelfde koppelstuk, nu met de dop eraf gescheurd, in een explosie aanzicht, en 90° rond een verticale as geroteerd, klaar om terug op het koppelstuk te worden geplaatst.
Figuur 4 toont een bovenperspectiefaanzicht van hetzelfde koppelstuk uit Figuur 3, zonder de dop en vanuit een positie die een beter zicht geeft op het binnenste van het koppelstuk.
Figuur 5 toont een onderperspectiefaanzicht van de situatie uit Figuur 3.
Figuur 6 toont een perspectiefaanzicht van de helft van hetzelfde koppelstuk als in Figuren 1 tot 5, met de dop afgebroken en klaar om terug te worden bevestigd op het koppelstuk, waarbij het samenstel in het midden is doorgesneden doorheen de centrale symmetrie-as van het koppelstuk en door het midden van de buitenste lip (de zogenaamde “klik”) om de koppeling met het tweede koppelstuk te verzegelen.
Figuur 7 toont een volledig bovenzicht van het eerste knnnpktnk mpt r|p npïntpnrpprrlp Hnn afnphrnkpn pn vprwiiriprr) • *"’ r r ...... *------— —r — z>--------- — · — ” ’j—r· — ·
Figuur 8 toont een dwarsdoorsnede doorheen de centrale symmetrie-as van het koppelstuk en loodrecht op het snijvlak uit Figuur 6, van het eerste koppelstuk uit Figuur 6 geklikt op een container die afgesloten is met een ventiel (waarvan de steel niet in volledig detail wordt getoond, noch enige afdichting) en met de dop terug op het koppelstuk geplaatst.
GEDETAILLEERDE BESCHRIJVING
De containers voor stoffen onder druk worden typisch ontworpen als cilinders. De bodem wordt meestal afgesloten door het omflenzen van een concave bodemplaat op de cilinder. De bovenkant van de cilinder wordt typisch afgesloten door het omflenzen op een convexe kopplaat, met daarin een centrale opening waardoorheen de container kan worden gevuld met zijn inhoud. Zoals hierboven reeds uitgelegd kan deze opening na vulling worden afgesloten door een ventiel waardoor de containerinhoud kan worden vrijgelaten gebruik makende van de druk die is opgebouwd binnenin de container. Bij kamertemperatuur is de druk binnenin een gevulde container typisch rond 5 bar overdruk. De containers zijn typisch in staat om intact te blijven tot aan een overdruk van 18 bar, en worden ontworpen om niet open te barsten tot bij een overdruk beneden de 21,6 bar. Het containerventiel wordt typisch ontworpen om aan een overdruk te weerstaan tot minstens 22 bar. Andere containers bestaan, die slechts in staat zijn om intact te blijven tot aan een overdruk van 12 of 15 bar. Het containerventiel omvat meestal een ventielplaat, i.e. een ronde metalen beker die rond zijn omtrek kan worden geflensd of gekrompen in de centrale vulopening van de container, waarbij optioneel bijkomend een rubberen afdichting wordt gebruikt. In het conventionele ventielontwerp ondersteunt de ventielplaat een centrale rubberen afdichting of grommet waardoorheen een meestal plastieken ventielsteel steekt. De steel is stevig en heeft typisch een centraal kanaal dat zich zijdelings draait, juist voordat de steel aan zijn laagste uiteinde eindigt in een blinde flens, in één of meer, typisch vier zijopeningen. Het ventiel kan worden geopend door het kantelen van de steel of door het naar beneden
HrnlçUon wan Ha ctaoj rojgtiof na^jon ton QpZÎChtS wgn Ho SfcÜChtinCJ Of Γθ!3ίΐθί gezien ten opzichte van de ventielplaat, en waarbij ten minste één van de zijopeningen in de ventielsteel beschikbaar wordt voor de container inhoud.
Omdat het rubber van de afdichting of grommet van het conventionele ventiel, vooral indien koolstofpoeder als vulstof in het rubber is gebruikt, diffusie van water toelaat, wat vervolgens kan reageren met verscheidene stoffen in de container om een plakkerige vaste stof te vormen, heeft het conventionele ventiel het nadeel dat de ventielsteel kan worden geblokkeerd na verloop van tijd, of wanneer de container gedurende een bepaalde tijd in een horizontale positie is gebleven. Een verder nadeel is dat het rubber van de afdichting eveneens diffusie van drijfgassen uit de container toelaat, zodanig dat de container na een tijdje al zijn druk kan verliezen. Omwille van deze redenen, werden andere types ventielen ontworpen, die geen rubberen afdichting omvatten. Dergelijke containerventielen kunnen eveneens bekend staan als "feststof ventielen, en geschikte varianten hiervan worden bijvoorbeeld beschreven in WO 2009/004097, US 5.014.887, WO 03/062092, of Verenigde Staten octrooien 5.215.225, 5.549.226 en 6.058.960. Deze ventielen hebben geen rubberen afdichting of grommet meer, of hebben slechts een afdichting of grommet op het buitenste deel van het ventiel dat niet in contact staat met de inhoud van de container, maar hebben nog wel een ventielplaat en een steel. De ventielplaat kan nog steeds onderhevig zijn aan vervorming onder de interne druk binnenin de container. Deze ventielen worden typisch voorzien van een afdichtingssectie aan de buitenzijde van de ventielsteel, geschikt voor het vormen van een afdichting indien in contact gebracht met een pistooladapter, een spuitpistool, of een handbediening applicator.
Het eerste koppelstuk volgens de huidige uitvinding is roteerbaar verbindbaar met een tweede koppelstuk als deel van een samenstel zoals beschreven in WO 98/43894. Dit tweede koppelstuk is voorzien van een geleider, typisch twee geleiders, bij voorkeur twee groeven die zich aan tegenovergestelde zijden van het tweede koppelstuk bevinden. Het eerste koppelstuk wordt vervolgens bij voorkeur voorzien van een uitsteeksel, typisch twee uitsteeksels, en bij voorkeur twee pennen die zich h^v/inHe»n aan tpnannvarnPQtalHa 7ÜHpn \/an hat aarcta knnnalQtnk nm caman ^ . w. . * ~. · _ r r w . w v w, . , , w. , , w~...w..
te werken met de geleider of groeven voorzien in het tweede koppelstuk, waarbij het uitsteeksel beweegbaar is binnenin de geleider tussen een eerste positie en een tweede positie, in niet meer dan één volledige 360 graden draai, waarbij de eerste positie overeenstemt met een ongekoppelde toestand van de koppeling en, indien het eerste koppelstuk wordt vastgehecht aan een container omvattende een ventiel voor het afsluiten van de container, een gesloten positie van het ventiel, en de tweede positie overeenstemmend met een gekoppelde toestand van de koppeling en overeenstemmend met een geopende positie van het ventiel. We geven er de voorkeur aan dat de koppeling kan worden gemaakt met niet meer dan een halve of 180 graden draai, en bij voorkeur met niet meer dan een kwart of 90 graden draai.
Met een dergelijk samenstelling kan de koppeling tot stand worden gebracht in één continue beweging, waarbij het containerventiel tegelijkertijd wordt geopend in één continue beweging. Omdat de actietijd die uitgeoefend wordt op het ventiel kort is, is het risico op lekken van het ventiel gedurende het tot stand brengen van de koppeling zeer klein. Een dergelijke continue beweging in één enkele draai laat bijgevolg toe het lekken van het ventiel tijdens het tot stand brengen van de koppeling te minimaliseren. De koppeling kan eveneens vloeiend worden gemaakt in één continue en korte beweging, wat tijdsbesparend is en zeer handig voor de gebruiker, meer specifiek voor een intensieve gebruiker zoals een professioneel.
Verder worden volgens de huidige uitvinding de eerste en tweede koppelstukken voorzien van middelen voor het vergrendelen van genoemde koppeling. Dit is voordelig gezien het een middel voorziet voor het verhinderen van een vrijkomen van de koppeling in het geval de container een op druk gebrachte stof bevat. In het alternatief van de schroefverbinding hierboven besproken, wordt dit bereikt door de schroefdraden met elkaar te laten samenwerken over een veelheid van windingen, wat resulteert in de hierboven reeds aangehaalde nadelen.
De middelen voor het vergrendelen van de koppeling zijn bij voorkeur omkeerbaar, zodat de koppeling verschillende keren kan worden hergebruikt, i.e. opnieuw en opnieuw geopend en gesloten worden, en dit verschillende malen. Het laat eveneens toe een lege container te vervangen door een andere met het eerste koppelstuk daaraan vastgemaakt.
Verder omvatten volgens de huidige uitvinding de middelen voor het vergrendelen van de koppeling bij voorkeur een knipslot. Een dergelijk knipslot wordt typisch automatisch vergrendeld wanneer de koppeling tot stand wordt gebracht.
Het uitsteeksel en de geleider volgens de uitvinding omvatten bij voorkeur ten minste één pen-en-groef verbinding.
Met een dergelijke pen-en-groef verbinding kan de koppeling tot stand worden gebracht in één korte beweging. Daarbij kan een grote tolerantie worden voorzien, om zo het inbrengen van de pen in de groef te vereenvoudigen, zonder dat daarbij het ventiel wordt geopend en een risico op lekken van het ventiel ontstaat. Het ventiel wordt slechts effectief geopend bij de beweging van de pen in de groef, wanneer het koppelstuk dat voorzien is voor bevestiging aan het spuitpistool inwerkt op en een actie uitoefent op het containerventiel.
De pen-en-groef verbinding omvat bij voorkeur twee diametraal tegenover elkaar liggende pennen, en twee diametraal tegenover elkaar liggende groeven, welke groeven voorzien zijn om samen te werken met de pennen, om zo te verhinderen dat de koppelstukken, bij het tot stand brengen van de koppeling, met betrekking tot elkaar zouden kunnen gekanteld worden.
Het eerste koppelstuk volgens de huidige uitvinding is voorzien voor bevestiging aan de container, bij voorkeur omvattende middelen voor de bevestiging van het koppelstuk aan de kraag of de flens waar de containerventielplaat zich verbindt met de containerkop, meestal door op de containerkop te worden “gekrompen”, meer bij voorkeur aan de flens die de containerkop met de cilinder verbindt, en nog meer bij voorkeur omvattende middelen voor het bevestigen of vasthechten van het koppelstuk aan deze beide flenzen.
In het alternatief van de schroefverbinding die hierboven beschreven is, wordt het koppelstuk voor bevestiging aan de container typisch vastgemaakt aan de flens van de ventielplaat met de
rnn+oinorl/An ΓΜ+ Krannt hot norlanl rv»o+ *7Ïr*h maa Hot hût 7ûûr mnciitiik Iran UV/I II&4IIIOI Uil tlWl IIUUV/VI I I IUI A-IUI I i I IVV UUl I IWl «.WVI IIIVl/IMjIV l\WI I
zijn, vaak zelfs onmogelijk, om de koppeling los te schroeven. Het kan verder gebeuren dat, bij het vast- of losschroeven van de koppeling, wanneer enige kracht wordt uitgeoefend op het koppelstuk, de koppeling kan bewegen met betrekking tot de container, rondschuivend op de ventielplaat. Dit kan bijvoorbeeld gebeuren wanneer de schroefdraad eerder stevig vastgehecht is, of wanneer een deel van de stof uit de container de schroefdraad bevuild heeft en zich als een kleefstof kan gedragen. Dit kan resulteren in een koppeling die niet terug kan worden ontkoppeld, zodanig dat het tweede koppelstuk of zelfs het spuitpistool nutteloos wordt en moet worden weggegooid.
Door het vasthechten van het koppelstuk aan de twee flenzen, zoals mogelijk is met het koppelstuk van een voorkeuruitvoeringsvorm van de huidige uitvinding, kan het contactoppervlak tussen het koppelstuk en de container aanzienlijk worden vergroot. Het vergrote contactoppervlak resulteert in een verhoogde wrijvingsweerstand zodanig dat een hoger moment moet worden overwonnen om toe te laten dat het koppelstuk ten opzichte van de container beweegt. Dit biedt een verbeterde vasthechting van het koppelstuk met de container, en helpt te verhinderen dat het koppelstuk beweegbaar is met betrekking tot de container. Dit resulteert eveneens in een lager aantal afkeuringen van gebruikte tweede koppelstukken.
In een uitvoeringsvorm van de huidige uitvinding is het eerste koppelstuk gemaakt van een plastieken of kunststof materiaal, en kan dit voorzien zijn van vezelachtig versterkend materiaal. Het koppelstuk wordt bij voorkeur gemaakt uit polyamide (PA), bijvoorbeeld uit nylon 6, of polypropyleen (PP). Andere geschikte materialen zijn hoge dichtheid polyethyleen (HDPE), polycarbonaat (PC) of acrylonitrile butadieen styreen rubber (ABS), of mengsels van één van de genoemde materialen. Bij voorkeur wordt ook het tweede koppelstuk gemaakt uit een gelijkaardig of identiek constructiemateriaal. Dit brengt het voordeel met zich mee dat de intrinsieke veerkracht van het plastieken materiaal nuttig is voor het vergrendelen en ontgrendelen van het knipslot.
In een uitvoeringsvorm van de huidige uitvinding strekt het grootste van de twee projecties in (iv) zich bij voorkeur maximaal 2 mm, meer bij voorkeur maximaal 1 mm uit buiten de omtrek van de kleinere projectie. Meer bij voorkeur overlappen de twee projecties zo volledig en exact als mogelijk is, met een kleine tolerantie van maximaal 0,6 mm, bij voorkeur maximaal 0,4 mm, meer bij voorkeur maximaal 0,2 mm en nog meer bij voorkeur maximaal 0,1 mm. Dit brengt het gecombineerde voordeel met zich mee dat het afschermend effect van de dop voor het ventiel kan worden gemaximaliseerd, terwijl tegelijkertijd het inwerkend gebied van de interne rand van het eerste koppelstuk, of de secties van een dergelijke interne rand, met de ventielplaat eveneens kunnen worden gemaximaliseerd, terwijl de mogelijkheid behouden blijft om het koppelstuk te produceren als één enkel product in één enkele productie stap.
In een uitvoeringsvorm van de huidige uitvinding omvat de dop een buitenste ring en een centraal stuk dat zich langs één diameter uitstrekt. De buitenste ring van de dop voorziet plaats voor een veelheid aan zwakke verbindingen tussen de dop en het koppelstuk en die kunnen worden gevormd in de enkele productiestap. Dit dopontwerp laat eveneens toe twee segmenten in de dop open te laten binnen de uiterste ring en aan beide zijden van het centraal stuk dat zich over de ronde dop langs één diameter uitstrekt, waardoor delen van de mal, bij voorkeur één enkel deel van de mal, i.e. het deel of de delen bedoeld voor het vormen van de interne oppervlakken van één of bij voorkeur twee interne ondersteuningsbenen terug uit zijn of hun positie kunnen bewegen ingenomen tijdens de spuitgietstap, en bijgevolg eenvoudig het geproduceerde koppelstuk kunnen loslaten na de spuitgietstap. De interne benen voorzien dus bij voorkeur twee secties van een interne rand voor het inwerken op de ventielplaat. De aanvragers hebben vastgesteld dat deze uitvoeringsvorm één mogelijke manier is waarin de secties van de interne rand samen ten minste 30%, bij voorkeur ten minste 35%, meer bij voorkeur ten minste 40%, meer bij voorkeur ten minste 45 en met de meeste voorkeur 50% voorzien van de volledige cirkel interne rand zoals deze die werd voorzien in het conventionele ontwerp zoals beschreven in WO 98/43894. De aanvragers hebben vastgesteld dat twee secties die samen een dergelijke portie van een volledige cirkel interne rand voorzien, een voldoende externe ondersteuning aan de ventielplaat bieden om de ventielsteel in zijn gewenste positie vast te zetten.
In één uitvoeringsvorm van de huidige uitvinding wordt het koppelstuk verder voorzien van ten minste één eerste element en de geïntegreerde dop wordt voorzien met ten minste één tweede element om samen te werken met het eerste element om de dop verwijderbaar te herbevestigen en/of de dop te hersluiten op het eerste koppelstuk, i.e. om de dop vast te hechten op het eerste koppelstuk nadat het werd afgebroken van het koppelstuk. Dit maakt van de dop een hersluitbare dop. Dit kenmerk brengt het voordeel dat het ventielcompartiment kan worden hersloten met de dop tussen opeenvolgende gebruiken van dezelfde container. In een voorkeuruitvoeringsvorm wordt het koppelstuk voorzien met ten minste twee dergelijke eerste elementen en wordt de dop voorzien van ten minste twee dergelijke tweede elementen, wat het voordeel brengt van ten minste twee aanhechtingspunten voor de dop op het koppelstuk, wat een sterkere aanhechting van de dop voorziet en bijgevolg een lager risico op een onopzettelijk losmaken van de dop. In een voorkeuruitvoeringsvorm wordt de dop voorzien met twee mannelijke elementen, zoals cilindrische inklikbenem. die naar beneden toe uitsteken, en is het koppelstuk voorzien van twee vrouwelijke elementen, zoals overeenkomstige hulzen, waarbij de benen en de hulzen voorzien zijn om zodanig samen te werken dat de benen verwijderbaar kunnen worden ingebracht in de hulzen en voldoende samenwerken om de dop op zijn plaats te houden. Wij geven er de voorkeur aan om de mannelijke elementen naar beneden te laten uitsteken van onderuit het centrale stuk van de dop, en waarbij de hulzen voorzien zijn als een deel van de interne benen van het eerste koppelstuk die de secties voorzien van de interne rand voor het samenwerken met de ventielplaat. Dit brengt het voordeel dat deze elementen op het zelfde moment kunnen worden gevormd als het eerste koppelstuk inclusief zijn geïntegreerde dop, en dat het volledige koppelstuk kan worden gemaakt in één enkele productiestap, zoals een spuitgietstap. Nadat de dop van het koppelstuk is afgebroken, kunnen de elementen zodanig voorzien worden dat ze overeenkomen en in staat zijn om samen te werken wanneer de dop gedraaid is, zoals over de symmetrie-as van het koppelstuk, over een hoek zoals ongeveer 90°, uit zijn oorspronkelijke positie.
Rii vnnrkpur hppft Hp Hnn ppn lin nf hpnHpl \/nnr hpf ~"J . w w . . . w w . WW wwr WW.. r W. ..W..WW. .WW.
vereenvoudigen van het hanteren van de dop, zoals het manueel afbreken van de dop uit zijn geïntegreerde positie op het koppelstuk en/of de verwijdering van de dop uit zijn hersloten positie.
In de voorkeuruitvoeringsvorm waarin het koppelstuk verder werd voorzien van de eerste middelen geschikt voor het koppelen met de geschikte handbediening applicator, geven we er de voorkeur aan dat de twee middelen geschikt voor het voorzien van een koppeling tussen het koppelstuk en de handbediening applicator een geleider omvat en ten minste één uitsteeksel om samen te werken met de geleider, bij voorkeur een pen-en-groef verbinding, welk uitsteeksel beweegbaar is binnen de geleider tussen een eerste positie en een tweede positie, in niet meer dan één volledige 360 graden draai, waarbij de eerste positie overeenstemt met een ongekoppelde toestand van de koppeling tussen het koppelstuk en de handbediening applicator en een gesloten positie van het containerventiel, en de tweede positie overeenstemt met een gekoppelde toestand van de koppeling tussen het koppelstuk en de handbediening applicator en een positie van het containerventiel die gesloten is en klaar is om te worden geopend door de actie op de handbediening applicator. In deze uitvoeringsvorm heeft het koppelstuk twee functies en kan het eveneens dienen voor gebruik in handbediening zoals hierboven beschreven. We geven er de voorkeur aan dat de koppeling met de handbediening applicator kan worden gemaakt met niet meer dan een halve of 180 graden draai, en bij voorkeur met niet meer dan een kwart of 90 graden draai.
Met een dergelijk extra kenmerk kan de koppeling met de handbediening applicator tot stand worden gebracht in één continue en korte beweging die tijdsbesparend is en erg handig voor de gebruiker.
Het uitsteeksel en geleider voor de koppeling met de handbediening applicator volgens de huidige uitvinding omvatten bij voorkeur ten minste één pen-en-groef verbinding. Met een dergelijke pen-en-groef verbinding kan de koppeling tot stand worden gebracht in één korte beweging. Daarbij kan een grote tolerantie worden voorzien, om zo het inbrengen van de pen in de groef te vereenvoudigen. We geven er de voorkeur aan dat de groef of rjo grnowan een breder© openincj hsbbsn vvssrin de pin most binnenkomen, en die nauwer uitlopen naar hun einde of stoppunt toe. Dit maakt het gemakkelijker om een correcte positie van de pen of pennen te verkrijgen bij het inbrengen in hun respectievelijke groef, maar tezelfdertijd om te verzekeren dat de gekoppelde positie van de twee stukken zo accuraat is als gewenst.
De pen-en-groef verbinding omvat bij voorkeur twee diametraal tegenover elkaar gelegen pennen, en twee diametraal tegenoverliggende groeven, waarbij de groeven voorzien zijn om samen te werken met de pennen. Dit vermindert het risico dat de handbediening applicator, wanneer deze gekoppeld wordt met het eerste koppelstuk, onopzettelijk zou kantelen of de ventielsteel naar beneden zou duwen met betrekking tot de rubberen afdichting of grommet, en een onopzettelijke opening van het ventiel zou veroorzaken.
In een uitvoeringsvorm geven we er de voorkeur aan dat de eerste middelen geschikt voor het voorzien van een koppeling tussen het koppelstuk en de handbediening applicator twee uitsteeksels omvatten intern aan het koppelstuk en diametraal tegenover elkaar gelokaliseerd met betrekking tot de positie van het containerventiel in het samenstel van de container, het eerste koppelstuk en de handbediening applicator, bij voorkeur omvatten de eerste middelen twee pennen om samen te werken met twee groeven in de handbediening applicator.
Handbediening applicatoren die geschikt zijn om te worden gekoppeld aan het eerste koppelstuk volgens de huidige uitvinding, inclusief de specifieke uitvoeringsvormen hiervan waaraan de aanvragers de voorkeur geven, worden volledig beschreven in de eveneens hangende octrooiaanvraag met als referentie 8025110 bij dezelfde gemachtigde. De aanvragers verwijzen naar dat document voor verdere details, voorkeurskenmerken en de verschillende hiermee geassocieerde voordelen ervan.
In een andere uitvoeringsvorm van de huidige uitvinding is het koppelstuk verder voorzien van een extern vlak oppervlak, en bij voorkeur is het extern vlak oppervlak voorzien op de geïntegreerde dop. Dit ΚγλπλΙ Κλ+ »ιλλι·/4λλΙ τιλ^ rv*nn rl<—i+ Uni l/nnnnlofi rl/ ΛηΛίΛηοΙ/Ι Uon »»ιαγγΙλπ υι^ιι^ι I ici vwuiucci 11 id i-iui I inde vicu lid i\w^|Jcioiur\ up^ejjarxi rvai i vvisiudi door middel van een vacuüm toegepast door een zuignap die aangrijpt op het externe vlak oppervlak voorzien op het koppelstuk, bij voorkeur op de geïntegreerde dop, en het koppelstuk opnieuw losgelaten kan worden door het vacuüm te verbreken nadat het koppelstuk in een positie op de container werd gebracht welke positie geschikt is voor het koppelstuk om op de container te worden geklikt. Dit externe vlakke en gladde oppervlak laat een zeer handige werkwijze toe om het koppelstuk in contact te brengen met een container alvorens het stuk op de container te klikken en het samenstel van de twee delen te produceren.
Het koppelstuk volgens de huidige uitvinding is bij voorkeur voorzien van een veelheid aan stabiliseerpennen geschikt voor het stabiliseren van de positie van het koppelstuk op de container en/of de containerkop voordat het op de container kan geklikt worden. Dit maakt het beter om het koppelstuk beter in de correcte positie vast te houden om te worden geklikt op de flens of flenzen van de container en/of de ventielplaat, zoals hierboven uitgelegd. We geven er de voorkeur aan deze stabiliseerpennen te voorzien als zwakke naar beneden toe gerichte verlengingen van de ondersteuningsbenen, en die voldoende zwak zijn zodanig dat ze in elkaar zakken wanneer het eerste koppelstuk op de container wordt gedrukt. Op deze manier, bieden de pennen extra contact oppervlak en een weerstandskracht op de ventielplaat tegen een interne opbouw van druk.
In een andere uitvoeringsvorm is het koppelstuk volgens de huidige uitvinding bij voorkeur verder voorzien van een veelheid aan stabiliseerstompen, om in te werken op de flens van de containerkop met de cilinder, bijkomend aan de conventionele uitstekende randen voorzien om over ten minste één en bij voorkeur beide flenzen te grijpen. Dergelijke stabiliseerstompen creëren uiteindelijk extra contactoppervlak met de container, wat de vasthechting aan de container verstevigt vergeleken met het enkel hebben van de kragen of uitstekende randen die conventioneel worden voorzien voor het verzekeren van de vasthechting. Zo stabiliseren de stabiliseerstompen verder de positie van het koppelstuk op de container nadat krtl λλ i*J λ ΛΛηΙηίηΛΡ 1 a (λ nnl/lil/+ uci υρ uc na h ις?ι vvciu ycr\nr\i.
Het proces voor het produceren van het koppelstuk volgens de huidige uitvinding omvat bij voorkeur één enkele spuitgietstap. De mal kan worden gevormd door bijvoorbeeld ten minste vier bij elkaar passende malstukken te gebruiken, bij voorkeur slechts vier malstukken. Twee van deze malstukken werken bij voorkeur samen met elkaar, door elkaar te benaderen volgens de richting van de rotatie-as van de koppeling, en kunnen dan samen de binnenkant vormen, inclusief de interne ondersteuningsbenen, van het koppelstuk en de dop, waarbij één malstuk het bovenste oppervlak van de dop kan begrenzen en, door de open segmenten in de dop, eveneens de interne oppervlakken van de ondersteuningsbenen die naar de rotatie-as gericht zijn, kan begrenzen. Het tweede en samenwerkende malstuk kan op een geschikte wijze het onderste oppervlak van de delen van de dop afgrenzen die zich bevinden tussen de open segmenten in de dop, evenals de onderste oppervlakken van de rest van het koppelstuk inclusief enige perifeer gelegen rand en enige opening en klikrand die kunnen worden voorzien in de binnenste zijde van de perifere rand. Het derde en het vierde malstuk kunnen vervolgens samenwerken om de zijoppervlakken van het koppelstuk af te grenzen, om de uitsteeksels of geleider te vormen benodigd voor het tot stand brengen van de koppeling, de lip die kan worden voorzien als deel van de dop, de lip of het knipslot die kan worden voorzien op de perifere rand van het koppelstuk voor het vergrendelen van de koppeling, en de ten minste één zwakke verbinding tussen de dop en het koppelstuk.
In het proces volgens de huidige uitvinding kan de mal daardoor ten minste 4 delen omvatten die in staat zijn om relatief gezien ten opzichte van elkaar te bewegen, bij voorkeur loodrecht en/of evenwijdig met elkaar, zoals geschikt, voor het sluiten en openen van de mal.
In een voorkeuruitvoeringsvorm omvat het proces verder de stap voor het samenstellen van het eerste koppelstuk met een container.
In deze uitvoeringsvorm geven wij er de voorkeur aan dat het eerste koppelstuk wordt opgepakt door middel van een vacuüm toegepast door een zuignap die aangrijpt op het externe vlakke oppervlak dat hjj voorkeur is voorzien op het koppelstuk, meer bij voorkeur op de geïntegreerde dop, en kan worden losgelaten door het verbreken van het vacuüm nadat het koppelstuk in een positie op de container gebracht is, welke positie geschikt is voor het koppelstuk om op de container te worden geklikt.
In het samenstel volgens de huidige uitvinding omvattende een container en een eerste koppelstuk, kan de container een samenstelling omvatten geschikt voor het vormen van een siliconen pasta, een polyurethaan (PU) schuim, of een lijm.
Het samenstel volgens de huidige uitvinding kan verder een handbediening applicator omvatten, zoals deze beschreven in de eveneens hangende octrooiaanvraag met als referentie 8025110 bij dezelfde gemachtigde. Als alternatief kan het samenstel verder het tweede koppelstuk omvatten of de pistooladapter van het klik-en-fix koppelsysteem, voor het koppelen van de container met een spuitpistool, en kan vervolgens verder een spuitpistool omvatten geschikt voor het aanbrengen van de component of stof aanwezig in de container. Dit tweede koppelstuk of pistooladapter is bij voorkeur dezelfde als beschreven in WO 98/43894.
Een voorkeuruitvoeringsvorm van het eerste koppelstuk volgens de huidige uitvinding wordt getoond in de bijhorende tekeningen, waarin gelijke elementen worden aangeduid door dezelfde numerieke referentie.
In Figuur 1 wordt een eerste koppelstuk 1 getoond zoals geproduceerd in één enkele stap door middel van spuitgieten. In Figuur 1 is één van de twee pennen 4 zichtbaar die bedoeld is om te worden opgenomen in een groef voorzien in het tweede koppelstuk (niet getoond). Een andere gelijkaardige pen 4 is aanwezig aan de achterzijde van het koppelstuk 1, en tegenoverliggend aan de pen 4 getoond in Figuur 1. Het koppelstuk 1 in Figuur 1 wordt getoond met zijn geïntegreerde dop 5 in de positie waarin het koppelstuk de mal verlaat uit de spuitgietmachine. De dop 5 is voorzien met een buitenste ring en een centraal stuk dat langs één diameter loopt, alzo twee open segmenten 8 creërend. De dop 5 wordt verder voorzien van een vlak extern oppervlak 16 en met een hendellip 28, eveneens de doplip genoemd. Verder is in Figuur 1 de lip of klik 25 zichtbaar die voorzien is voor hot hontaran wgn hot knipSÏOt VOOT höt βί^ΓΘΠόΘΪΘΠ V3H 0Θ KOppSÜnS ΓΤΊθί hst tweede koppelstuk, zoals in de werkwijze beschreven in WO 98/43894.
In Figuur 2 wordt hetzelfde koppelstuk 1 getoond vanuit een bodemperspectief. De lip of klik 25 van het knipslot is duidelijk zichtbaar. Van dop 5 is slechts een klein buitenste deel zichtbaar, evenals één van twee cilindrische inklikbenen 11 die naar onderen uitsteken van onder het centraal stuk van de dop. Figuur 2 toont eveneens de twee interne ondersteuningsbenen 6 om in te werken op de ventielplaat van de container. Verder worden op Figuur 2 verschillende zwakke stabiliseerpennen getoond en stabiliseerstompen 20 (niet allemaal met referentie) voor het stabiliseren van de positie van het koppelstuk 1 bovenop een container voordat het erop kan worden geklikt en voor het versterken van de vasthechting van het koppelstuk aan de container tegen een torsiekracht.
In het bovenperspectiefaanzicht voorzien in Figuur 3 is de dop 5 afgebroken van de rest van het koppelstuk 1 en wordt deze getoond in een geëxplodeerde positie. Zichtbaar zijn de twee open segmenten 8 in de dop, het vlakke bovenoppervlak 16 en één van de inklikbenen 11 van de dop. Op het hoofdgedeelte van het koppelstuk 1 is opnieuw één van de pennen 4 en de lip 25 zichtbaar. Verder worden twee pennen 15 gezien, intern aan het koppelstuk, voor het bewerkstelligen van de koppeling met een geschikte handbediening applicator (niet getoond) op een wijze volledig beschreven in de medehangende octrooiaanvraag met als referentie 8025110 bij dezelfde gemachtigde. Eveneens getoond is het bovenste gedeelte van een intern ondersteuningsbeen 6 en één van de twee hulzen 10 voor het inbrengen van de inklikbenen 11 van de dop.
Figuur 4 toont een hoger perspectief aanzicht van het koppelstuk 1 zonder de dop 5. Getoond worden de lip of klik 25, nu twee pennen 4 voor de klik-en-fix koppeling met een tweede koppelstuk, een bijna volledig zicht van één intern ondersteuningsbeen 6 en een huls 10, en eveneens twee interne pennen 15 tegenoverliggend aan elkaar voor het koppelen met de handbediening applicator zoals hierboven beschreven.
In figuur 5 wordt de dop 5 getoond in een afgescheurde en geëxplodeerde positie, 90 graden gedraaid zodanig dat de υθΠΘΠι 11 ZiCu υΟνθΠ de πϋΐΖΘΠ 10 (iïïêt y6iö0nd gCZicH u6Z6 υίΠΠΘΓιίΠ het koppelstuk verstopt zitten) bevinden en de dop zo verlaagd kan worden om de dop te hersluiten op het koppelstuk. Eveneens getoond zijn lip 25, één pin 4 en verschillende zwakke stabiliseerpennen en stabiliseerstompen 20 als een deel van het koppelstuk, en de open segmenten 8 als deel van de dop.
In de perspectief dwarsdoorsnede in Figuur 6 van het koppelstuk 1 met de dop 5 klaar om te worden herplaatst, worden één open segment 8 getoond en een deel van het vlakke en gladde externe oppervlak 16 op de dop, twee benen 11 van de dop klaar om te worden ingebracht in twee samenwerkende hulzen 10 voorzien in het koppelstuk zelf, die worden voorzien als deel van de interne ondersteuningsbenen 6. Verder getoond zijn één pen 15 intern in het koppelstuk, een aantal zwakke stabiliseerpennen 20 als deel van de ondersteuningsbenen 6 en stabiliseerstompen 20 als deel van het koppelstuklichaam, en de lip of klik 25 van het knipslot.
In het bovenaanzicht in Figuur 7 van koppelstuk 1 met de geïntegreerde dop afgebroken getoond, worden de lip 25, de twee pennen 4, en de twee interne pennen 15 eveneens getoond. Het bovenaanzicht voorziet een volledig bovenaanzicht van de interne ondersteuningsbenen 6 waarin de mouwen of hulzen 10 zijn geïntegreerd. Het vlak van de tekening in Figuur 7 is een vlak loodrecht op de rotatie-as van de koppeling van het eerste koppelstuk met het tweede koppelstuk, welke as het vlak van Figuur 7 doorkruist in het middelpunt van koppelstuk 1. Van de interne ondersteuningsbenen 6 zijn dus duidelijk de projecties zichtbaar van de interne oppervlaken daarvan die gericht zijn naar de rotatie-as en gemaakt zijn volgens of langs deze rotatie-as. Deze projectie is volgens de huidige uitvinding volledig omvat met een zeer kleine tolerantie in een projectie van de open segmenten 8 in de dop 5 (niet getoond) gemaakt volgens of langs dezelfde as en op hetzelfde vlak van de tekening in Figuur 7.
Figuur 8 toont een deel van de dwarsdoorsnede van een samenstel van het koppelstuk 1 met een container 2 inclusief zijn klep 3 met een ventielplaat 7. De dop werd afgebroken uit zijn originele positie geïntegreerd met het koppelstuk, en werd herplaatst op het koppelstuk om opnieuw het ventielcompartiment af te sluiten. De dop wordt daarom in de + /λIη λλπ ηη^ίΙ^οηΙ/ΛΐιιΙ/ onrlorr in iy yciuui iu αιο i \ji iciii icii ii\<^njr\ wujcui, 11 it?i ut? uvvai ouuui oi ic?uc αι lut^i o gearceerd dan deze van het koppelstuklichaam. De dwarsdoorsnede snijdt door de open segmenten 8 in de dop, en het bovenste gedeelte van één inklikbeen 11 kan ook worden opgemerkt, geklikt in een samenwerkende mouw of huls 10. De dwarsdoorsnede getoond in Figuur 8 snijdt eveneens door de twee tegenoverliggende interne pennen 15 die voorzien zijn voor de koppeling met de handbediening applicator en eveneens door de twee externe pennen 4 die voorzien zijn voor de koppeling met het tweede koppelstuk of pistooladapter. De dwarsdoorsnede getoond in Figuur 8 snijdt verder door twee van de stabiliseerstompen 20 die samenwerken met de flens die de containerkop 9 met de containercilinder 2 verbindt, en de vasthechting van het koppelstuk 1 met deze flens werd verder conventioneel vastgemaakt met uitstekende rand 26 die in de kraag van de flens wordt geklikt. Op gelijkaardige wijze snijdt de dwarsdoorsnede door uitstekende rand 27 die geklikt is in de kraag of de flens die de ventielplaat 7 met de containerkop 9 verbindt, zoals met elke “krimpventiel”, i.e. ofwel een conventioneel of een zogenaamd “feststof ventiel. Eveneens zichtbaar is één intern ondersteuningsbeen 6 achter het ventiel 3, dat inwerkt op de ventielplaat 7.
Nu deze uitvinding volledig beschreven is, zal de vakman beseffen dat de uitvinding kan worden uitgevoerd binnen een brede waaier aan parameters binnen wat wordt geclaimd, zonder daarom af te wijken van de geest en de omvang van de uitvinding. Zoals begrepen door de vakman, omvat de algemene uitvinding, zoals gedefinieerd door de conclusies, andere voorkeuruitvoeringsvormen die niet specifiek vernoemd worden.

Claims (18)

1. Een eerste koppelstuk (1) voor bevestiging aan een container (2), waarbij het koppelstuk roteerbaar is verbindbaar met een tweede koppelstuk, voorzien voor bevestiging aan een spuitpistool voor het aanbrengen van een component aanwezig in de container, waarbij de twee koppelstukken samen een koppeling voorzien tussen de container en het spuitpistool, waarbij de container een ventiel (3) omvat om de container af te sluiten, waarbij het containerventiel een ventielplaat (7) omvat en voorzien is om te worden geopend tijdens het tot stand brengen van de koppeling, waarbij één van de twee koppelstukken voorzien is van een geleider en het andere koppelstuk voorzien is van een uitsteeksel (4) om met deze geleider samen te werken, welk uitsteeksel binnen deze geleider beweegbaar is tussen een eerste positie en een tweede positie, in niet meer dan één volledige 360 graden draai, waarbij de eerste positie overeenstemt met een ongekoppelde toestand van de koppeling en een gesloten positie van het containerventiel, en de tweede positie overeenstemt met een gekoppelde toestand van de koppeling en een geopende positie van het containerventiel, met het kenmerk dat (i) het eerste koppelstuk een geïntegreerde dop (5) omvat voorzien om manueel te worden afgebroken en om noodzakelijk verwijderd te moeten zijn teneinde een totstandbrenging van de koppeling mogelijk te maken, (ii) het eerste koppelstuk één of meerdere interne ondersteuningsbenen (6) omvat die een interne rand of secties van een interne rand voorzien om in te werken op de containerventielplaat (7) wanneer het eerste koppelstuk aan de container wordt vastgehecht, (iii) waarbij de geïntegreerde dop is voorzien van open segmenten (8) en (iv) waarbij het gebied bedekt door een eerste projectie, van de open segmenten in de dop en gemaakt langs de rotatie-as van de koppeling en op een vlak loodrecht op deze rotatie-as, het gebied omvat dat wordt bedekt door een tweede projectie, gemaakt langs dezelfde as en op hetzelfde vlak, van de interne oppervlakken van de interne ondersteuningsbenen, welke naar de rotatie-as gericht zijn.
2. Het koppelstuk volgens conclusie 1 dat verder is voorzien met ten minste één eerste element (10) en waarbij de geïntegreerde dop voorzien is van ten minste één tweede element (11) waarbij het tweede element voorzien is voor samenwerking met het eerste element teneinde de dop (5) verwijderbaar terug te kunnen vasthechten op het eerste koppelstuk (1) nadat deze afgebroken werd van het koppelstuk.
3. Het koppelstuk volgens conclusie 1 of 2 dat verder is voorzien met eerste middelen (15) geschikt voor het koppelen met een handbediening applicator voor het aanbrengen van de component aanwezig in de container, welke handbediening applicator voorzien is van tweede complementaire samenwerkingsmiddelen voor het voorzien van de koppeling tussen het eerste koppelstuk (1) en de handbediening applicator, en geschikt is om, in een samenstel van de container en het eerste koppelstuk samen met de handbediening applicator, de opening van het ventiel (3) tot stand te brengen door een actie op de handbediening applicator.
4. Het koppelstuk volgens conclusie 3 waarbij de twee middelen geschikt voor het voorzien van een koppeling tussen het koppelstuk en de handbediening applicator een geleider omvatten en ten minste één uitsteeksel (15) om samen te werken met de geleider, bij voorkeur een pen-en-groef verbinding, welk uitsteeksel beweegbaar is binnen de geleider tussen een eerste positie en een tweede positie, in niet meer dan één volledige 360 graden draai, waarbij de eerste positie overeenstemt met een ongekoppelde toestand van de koppeling tussen het koppelstuk en de handbediening applicator en een gesloten positie van het containerventiel, en de tweede positie overeenstemt met een gekoppelde toestand van de koppeling tussen het koppelstuk en de handbediening applicator en een positie van het containerventiel (3) dat gesloten is en klaar om te worden geopend door de actie op de handbediening applicator.
5. Het koppelstuk volgens conclusie 3 of 4 waarbij de eerste middelen (15) geschikt voor het voorzien van een koppeling tussen het koppelstuk en de handbediening applicator twee uitsteeksels (15) bevatten intern aan het koppelstuk en die zich diametraal tegenover elkaar bevinden ten opzichte van de positie van het containerventiel (3) in het samenstel van de container (2), het eerste koppelstuk (1) en de handbediening applicator, bij voorkeur bevatten de eerste middelen twee pennen (15) om samen te werken met twee groeven in de handbediening applicator.
6. Het koppelstuk volgens één der voorgaande conclusies verder voorzien van een extern plat oppervlak (16), waarbij het extern plat oppervlak (16) bij voorkeur voorzien is op de geïntegreerde dop (5).
7. Het koppelstuk volgens één der voorgaande conclusies verder voorzien van een veelheid aan stabiliseerpennen en/of -stompen (20) geschikt voor het stabiliseren van de positie van het koppelstuk (1) op de container (2) en/of de containerkop voor en/of na op de container te worden geklikt.
8. Het koppelstuk volgens conclusie 7 waarin de stabiliseerpennen (20) worden voorzien als zwakke pennen om in te werken op de kraag of flens waar de ventielplaat (7) zich verbindt met de containerkop (9), meer bij voorkeur op de flens van de containerkop (9) met de cilinder (2), en nog meer bij voorkeur op deze beide flensen, en/of om over ten minste één en bij voorkeur deze beide flensen te grijpen.
9. Het koppelstuk volgens één der voorgaande conclusies gemaakt uit polyamide (PA), bij voorbeeld nylon 6, polypropyleen (PP), polyethyleen met hoge dichtheid (HDPE), polycarbonaat (PC) of acrylonitrile butadieen styreen rubber (ABS), of mengsels hiervan.
10. Een samenstel van een container (2) en het eerste koppelstuk (1) volgens één der voorgaande conclusies.
11. Het samenstel volgens conclusie 10, waarbij de container een samenstelling omvat geschikt voor het vormen van een siliconen pasta, een polyurethaan (PU) schuim, of een lijm.
12. Het samenstel volgens conclusie 10 of 11 verder omvattende een handbediening applicator.
13. Het samenstel volgens conclusie 10 of 11 verder omvattende het tweede koppelstuk en het spuitpistool geschikt voor het aanbrengen van de component aanwezig in de container.
14. Een proces voor de productie van het koppelstuk (1) volgens één der conclusies 1 tot 9, omvattende de stap van spuitgieten.
15. Het proces volgens conclusie 14 waarin de mal ten minste 4 delen omvat die relatief ten opzichte van elkaar kunnen bewegen, bij voorkeur loodrecht en/of evenwijdig ten opzichte van elkaar, zoals het schikt, voor het sluiten en openen van de mal, bij voorkeur slechts vier delen.
16. Het proces volgens één der conclusies 14 of 15 verder omvattende de stap van het samenstellen van het koppelstuk (1) met een container (2).
17. Het proces volgens conclusies 16 waarbij het koppelstuk (1) opgepakt wordt door middel van een vacuüm toegepast door een zuignap die inwerkt op het externe platte oppervlak (16) voorzien op het koppelstuk (1). bij voorkeur op de geïntegreerde dop (5). en het koppelstuk (1) opnieuw wordt losgelaten door het verbreken van het vacuüm nadat het koppelstuk in een positie op de container (2) is gebracht, welke positie geschikt is voor het koppelstuk (1) om op de container te worden geklikt (2).
18. Gebruik van het koppelstuk volgens één der voorgaande conclusies 1 tot 9 of het samenstel volgens één der conclusies 10 tot 12 met een handbediening applicator geschikt voor gebruik in handbediening.
BE2010/0578A 2010-06-04 2010-09-30 BE1020315A3 (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
EP10164927A EP2392407B1 (en) 2010-06-04 2010-06-04 Click-and-fix coupling piece for interchangeable dispensing tools
EP10164927 2010-06-04

Publications (1)

Publication Number Publication Date
BE1020315A3 true BE1020315A3 (nl) 2013-08-06

Family

ID=43032911

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE2010/0578A BE1020315A3 (nl) 2010-06-04 2010-09-30

Country Status (7)

Country Link
US (1) US9181073B2 (nl)
EP (1) EP2392407B1 (nl)
BE (1) BE1020315A3 (nl)
ES (1) ES2401702T3 (nl)
PL (1) PL2392407T3 (nl)
RU (1) RU2577704C2 (nl)
WO (1) WO2011151296A2 (nl)

Families Citing this family (10)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
SI2780384T2 (sl) 2011-11-16 2020-09-30 Soudal Izboljšani sestavek poliuretanske pene
PL2800834T3 (pl) 2012-01-04 2018-11-30 Soudal Wypełnianie ubytków przy budowie i naprawie dróg
EP2909410B1 (en) 2012-08-29 2023-09-27 Soudal Improved window insulation
EP2893239B1 (en) * 2012-09-06 2019-03-20 Kemkey LLC Material transfer system and method of transferring material
BE1026617B1 (nl) 2018-12-20 2020-04-08 Soudal Verbeterde vulling van drijfgas in polyurethaan spuitbussen
BE1026905B1 (nl) * 2018-12-20 2020-07-22 Soudal Verbeterde vulling van vloeistoffen in polyurethaan spuitbussen
US10965001B2 (en) * 2019-05-30 2021-03-30 Rosemount Inc. Universal industrial transmitter mounting
BE1027892B1 (nl) 2019-12-20 2021-07-26 Soudal Verbeterde vulkop voor de vulling van een vloeistof in bussen
BE1027885B1 (nl) 2019-12-20 2021-07-26 Soudal Verbeterd Vulstation voor het Vullen van Drijfgassen in Bussen
BE1027902B1 (nl) 2019-12-20 2021-07-26 Soudal Verbeterd Vulstation voor het Vullen van Vloeistoffen in Bussen

Citations (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE3518627A1 (de) * 1985-05-23 1986-11-27 Ehrensperger C Ag Einrichtung zum verbinden einer spritzpistole mit einer aerosoldose
DE9001274U1 (de) * 1990-02-05 1990-04-12 Czewo Plast Kunststofftechnik GmbH, 8402 Neutraubling Vorrichtung zur Kupplung eines unter Druck stehenden Vorratsbehälters mit einer Ausgabeeinrichtung
WO1997007032A1 (en) * 1995-08-11 1997-02-27 Insta-Foam Products, Inc. Attachment system for fluent product dispensers
WO1998043894A1 (en) * 1997-04-01 1998-10-08 Soudal Coupling
WO2009004097A1 (en) * 2007-07-05 2009-01-08 Aster De Schrijver Aerosol valve
WO2010044865A1 (en) * 2008-10-15 2010-04-22 S. C. Johnson & Son, Inc. Attachment mechanism for a dispenser

Family Cites Families (14)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3549053A (en) * 1968-03-04 1970-12-22 Dave Chapman Goldsmith & Yamas Resealable closure
US4165825A (en) 1977-08-15 1979-08-28 Southern Can Company Tiltable valve member for pressurized containers
CH676354A5 (nl) 1988-07-14 1991-01-15 Ehrensperger C Ag
CH683515A5 (de) 1990-10-26 1994-03-31 Ehrensperger C Ag Vorrichtung zum Ausbringen einer aus mindestens zwei Komponenten bestehenden Mischung.
US5271537A (en) 1992-08-14 1993-12-21 Johnson Charles W Foam dispensing device
DE4313319B4 (de) 1993-04-23 2006-09-28 C. Ehrensperger Ag Vorrichtung für Betätigungsvorrichtungen für Treibmitteldosen
DE19710541A1 (de) 1997-03-14 1998-09-17 Ehrensperger C Ag Als Ventileinsatz für unter Druck stehende Fluidbehälter dienende Vorrichtung
US6631820B2 (en) * 2000-12-22 2003-10-14 Seaquist Closures Foreign, Inc. Tamper-evident dispensing closure with partial breakaway cover
WO2003062092A1 (de) 2002-01-24 2003-07-31 Rathor Ag Ventil
ITMI20021108A1 (it) * 2002-05-22 2003-11-24 Lumson Spa Tappo erogatore con sigillo di garanzia per contenitori di sostanze fluide
US8016159B2 (en) * 2003-10-27 2011-09-13 Portola Packaging, Inc. Twist open closure having inclined frangible membrane
DE102004003264A1 (de) 2004-01-21 2005-08-18 Fazekas, Gàbor Adapter für Aerosoldosen
EE05028B1 (et) 2006-03-31 2008-06-16 O� Krimelte K„siaplikaatori kinnitus
DE102007040296A1 (de) 2007-08-24 2009-02-26 Fazekas, Gàbor Feststoffventil

Patent Citations (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE3518627A1 (de) * 1985-05-23 1986-11-27 Ehrensperger C Ag Einrichtung zum verbinden einer spritzpistole mit einer aerosoldose
DE9001274U1 (de) * 1990-02-05 1990-04-12 Czewo Plast Kunststofftechnik GmbH, 8402 Neutraubling Vorrichtung zur Kupplung eines unter Druck stehenden Vorratsbehälters mit einer Ausgabeeinrichtung
WO1997007032A1 (en) * 1995-08-11 1997-02-27 Insta-Foam Products, Inc. Attachment system for fluent product dispensers
WO1998043894A1 (en) * 1997-04-01 1998-10-08 Soudal Coupling
WO2009004097A1 (en) * 2007-07-05 2009-01-08 Aster De Schrijver Aerosol valve
WO2010044865A1 (en) * 2008-10-15 2010-04-22 S. C. Johnson & Son, Inc. Attachment mechanism for a dispenser

Also Published As

Publication number Publication date
RU2012157569A (ru) 2014-07-20
WO2011151296A2 (en) 2011-12-08
EP2392407B1 (en) 2012-12-26
ES2401702T3 (es) 2013-04-23
EP2392407A1 (en) 2011-12-07
PL2392407T3 (pl) 2013-05-31
US20130167977A1 (en) 2013-07-04
WO2011151296A3 (en) 2013-01-17
RU2577704C2 (ru) 2016-03-20
US9181073B2 (en) 2015-11-10

Similar Documents

Publication Publication Date Title
BE1020315A3 (nl)
BE1020534A5 (nl) Schroefkoppelstuk met dubbele functie.
EP0410858B1 (fr) Ensemble de distribution d&#39;au moins un produit fluide, notamment cosmétique ou pharmaceutique
US5284264A (en) Toggle-action dispensing closure with slide lock
US4805814A (en) Container for liquids having a mounting boss for storage of a removable dispenser
BE1020419A5 (nl) Handbediening applicator geschikt voor pistoolklep containers.
US20050016622A1 (en) Pressurizing system for a dispensing container
CA2026831A1 (fr) Dispositif de distribution comportant au moins un flacon a embout cassable
US5341960A (en) Toggle-action dispensing closure with capture structure for severable actuation-prevention abutment
JPS63501069A (ja) エアロゾル用弁作動装置
DE4334740A1 (de) Verschlußanordnung für eine Tropfenausgabespitze
US9060586B1 (en) Applicator having a lid usable as a handle
NZ204280A (en) Dispensing valve and spout for bag-in-box container
JP7123524B2 (ja) 分注可能な収容容器及び分注システム
FR2806271A1 (fr) Dispositif pour le melange extemporane d&#39;au moins deux produits
US5346100A (en) Toggle-action dispensing closure with an actuation-prevention abutment and a fracture control surface
JP4082492B2 (ja) 定量吐出が可能な二液注出容器
JP2599763Y2 (ja) 2種類の収納物を混合するための容器
FR2824539A1 (fr) Dispositif pour le conditionnement separe de deux produits, et leur distribution sous pression, de maniere separee ou en melange
US6405904B1 (en) Dispensing head including an outlet
US20050226677A1 (en) Liquid applicator
US10722019B2 (en) Hinged applicator for a cosmetic product and associated packaging and application assembly
KR101977567B1 (ko) 브레이크 앤 믹스 스파우트 및 이를 이용한 액상 파우치
BE1029771B1 (nl) Handbedieningsapplicator voor polyurethaan (pu) schuim
JPS6138492Y2 (nl)