<Desc/Clms Page number 1>
Steen voor het vormen van ccn bestrating.
Deze uitvinding heeft betrekking op een steen voor hec vormen van een bestrating.
Met"bestrating"wordt hierbij ledere bodembedekking door middel van stenen bedoeld, ongeacht of het nu om openbare werken gaat voor het vormen van bijvcorbeeld straten en pleinen, of voor toepassingen in de privesector, bijvoorbeeld voor de aanleg van opritten, terrassen en dergelijke. Het is ook niet uitgesloten om zulke bestrating in overdekte ruimtes toe te passen.
In de eerste plaats heeft de uitvinding becrekking op betonstenen, hetzij gegoten betonstenen, hetzij getrild betonstenen, doch meer algemeen kan zij ook worden toegepast bij stenen uit andere basismateriaien.
Het is bekend dat dergelijke bestrating kan worden uitgevoerd met natuursteen, zoals kasseien. Door de onregelmatige vorm van dergelijke kasseien, vertonen zij het nadeel dat zij moeilijker te leggen zijn dan stenen met een regelmässige vorm en dat bijgevolg de personen die de bestrating moeten uitvoeren een degelijk vakkennis moeten bezitten om zulke kasseien enigszins ordelijk aan te brengen.
Het is eveneens bekend dat dergelijke bestratingen kunnen worden uitgevoerd uit klassieke betonstenen, meer speciaal klinkers, die zoals bekend, een regelmatige vorm vertonen.
Een voordeel van dergelijke klinkers bestaat erin dat hiermee gemakkelijk een bestrating kan worden gerealiseerd, eenvoudig door ze op een voorbereide ondergrond,
<Desc/Clms Page number 2>
bijvoorbeeld een vlak zandbed, naast en tegen elkaar neer te leggen. Een nadeel evenwel bestaat erin dat met dergelijke klinkers geen bestrating kan worden gerealiseerd die een natuurlijk uitzicht heeft.
De uitvinding beoog, volgens een eerste aspect, een steen die enerzijds, aan de bovenzijde een onregelmatig of speciaal gevormd uitzicht kan vertonen, bijvoorbeeld een onregelmatige vorm bezic die een imitatie is van nacuursteen, en, anderzijds, coch even gemakkelijk, kan worden gelegd als regelmässig gevormde klinkers, zodanig dat hiertoe geen ervaren en gespecialiseerde vakman noodzakelijk is.
Hietoe betreft de uitvinding een steen voor het vormen van een bestrating, met als kenmerk dat hij, enerzijds, een onregelmatig of bijzonder gevormd bovenste gedeelte bezit en, anderzijds, is voorzien van middelen die toelaten om zulke sceen, samen met andere gelijkaardige stenen, op een regelmatige wijze te leggen. Het leggen van de stenen wordt dan bepaald door middel van de voornoemde middelen en niet door het onregelmatig of bijzonder gevormd bovenste gedeelte, zodanig dat door een gepaste vormgeving van deze middelen, de stenen alsnog eenvoudig op een ordelijke wijze tegen elkaar kunnen worden gelegd.
Bij voorkeur bestaan de voornoemde middelen uit contactgedeelten die zieh aan de zijkant van de steen bevinden, lager dan de bovenzijde van de steen, welke een gelijkmatige contour bepalen. Zodoende kunnen de sienen bij het leggen eenvoudig met deze contactgedeelten tegen elkaar worden aangebracht, waardoor steeds een juiste onderlinge positionering van de stenen kan worden gerealiseerd zonder dat enige bijzondere vakkennis vereist is.
<Desc/Clms Page number 3>
Praktisch zal, in bovenaanzicht gezien, de omtrek van het voornoemde bovenste onregelmatig gevormde gedeelte binnen de voornoemde gelijkmatige contour zijn gelegen. Zodoende kunnen de stenen steeds met hun onderste gelijkmatig uitgevoerde gedeelten ordelijk tegen elkaar worden gelegd zonder dat zij daarbij gehinderd worden door de onregelmatige vormgeving aan de bovenste gedeelten.
In de meest voorkeurdragende uicvoeringsvorm bestaan de voornoemde middelen uit een geliJkmatig gevormd gedeelte dat zich onder het voornoemde onregelmatig gevormde bovenste gedeelte bevindt en meer speciaal in de vorm van een sokkel is uitgevoerd.
Als een gevolg van het voorgaande, vertoont de steen bij voorkeur ook een bovenste gedeelte, meer speciaal het voornoemde onregelmatig gevormde gedeelte, dat ten opzichte van het eronder gelegen gedeelte zijdelings inspringt, één en ander zodanig dat bij het leggen van deze steen zegen gelijkaardige stenen, nabij de bovenste gedeelten van deze stenen een voeg ontstaat die geëigend is om te worden gevuld met een vulmiddel, zoals zand of een ander vulspecie. Hierdoor wordt het regelmatig gevormde onderste gedeelte aan het zieht onttrokken door de gevulde voegen.
Ook'ontstaat de indruk dat de stenen los van elkaar liggen, terwijl zij in werkelijkheid loch vast tegen elkaar gepositioneerd zijn, waardoor onderlinge verschuiving uitgesloten wordt.
Het inspringend gedeelte vertoont bij voorkeur een ondersnijding, met als voordeel dat het in de voornoemde voeg aangebrachte vulmiddel beter wordt vastgehouden.
<Desc/Clms Page number 4>
Meer speciaal geniet het de voorkeur dat de ondersnijding zodanig is uitgevoerd dat bij het leggen van zulke steen samen mec gelijkaardige stenen, als het ware een omgekeerd wigvormige voegopening ontstaat, waardoor erin aangebracht vulmiddel, bijvoorbeeld zand, of zelfs een uithardende vulspec-e, bl : zonder goed wordt vastgehouden in deze vcegopening.
In een bijzondere ultvoenngsvorrn is de steen aan de zikan voorzien van gedeelten die, wanneer meerdere van dergelijke stenen zijdelings tegen elkaar worden gelegd, een doorlaat verzekeren voor water, welke gedeelten van boven naar onderen toe aanvangen onder het onregelmatig gevormde gedeelte en/of vanaf de onderrand van het inspringend gedeelte.
Doordat dit gedeelte zodoende pas op een afstand onder het bovenoppervlak van de stenen aanvangt en het gedeelte erboven bedoeld is om te worden gevuld met zand of dergelijke, zijn de gedeelten die de doorlaat voor water moeten verzekeren steeds aan het zieht onctrokken, met als voordeel dat deze gedeelten geen storende factor vormen in het uitzicht van het bekomen bestratingsoppervlak, wat wel het geval zou zijn Indien zulke gedeelten zieh specifiek zouden uitstrekken tot in het zichtbare bovenoppervlak van de steen.
In een praktische uitvoeringsvorm zullen de gedeelten die een doorlaat vormen voor het water, bestaan uit een of meer gleuven die in één of meer zijkanten van de voornoemde sokkel zijn gevormd.
Opgemerkt wordz dat de aanwending van een inspringend gedeelte, zodanig dat een met zand of een andere vulspecie vulbare voeg ontstaat, ook voordelig kan zijn in combinatie met uitvoeringen van stenen waarvan het bovenste gedeelte
<Desc/Clms Page number 5>
niet noodzakelijk, zoals voornoemd, een onregelmatig or
EMI5.1
bijzondere vorm vertoont. i Volgens een tweede aspect van de uitvinding betreft de uitvinding dan ook een steen voor heL vormen van een bestrating, met als kenmerk dat hij een bovenste gedeelte bezit met een zodanige contour dat langsheen de zijkant :
van he bovenste gedeelte, ten opzichte van een door het eronder gelegen gedeelte gevormde contour, een inspringend gedeelte wordt gevormd, zodanig dat bij het eggen van deze steen zegen gelrjkaardige scenen, nabij de bovensce gedeelten van deze stenen, een voeg ontstaat. die geëigend is orr. te worden gevuld met een vulmiddel.
Het bovenste gedeelte kan hierbj dus ook van een regelmatige vormgeving
EMI5.2
zijn. i Dit heeft als voordeel dat, enerzijds, de stenen toch tegen elkaar kunnen worden gelegd, terwijl, anderzijds, een met zand of een andere vulspecie vulbare voeg aan het zichtbaar bovenopperviak kan worden gecreëerd. Nog een voordeel bestaat erin dat het mogelijk wordt om cusses stenen die tegen elkaar gelegd zijn toch nog voegen te creëren, althans aan het bovenoppervlak, die mec een uithardende specie, bijvoorbeeld op basis van cement, kan worden gevuld, waardoor een volledig dicht oppervlak van de bestrating kan worden verwezenlijkt.
Dit is vooral nuttig bij de aanleg van terrassen, daar zodoende heu uitreden van zand van tussenuit de stenen, hetgeen dikwijls voorkomt bij het los naast mekaar leggen van betonstenen, volledig wordt uitgesloten. Ook is dit nuttig in toepassingen waarbij de insijpeling van water moet worden beperkt of worden vermeden en/of het gewenst is dat de kans op de groei van onkruid tussen de stenen wordt geminimaliseerd.
<Desc/Clms Page number 6>
Het is duidelijk dat ook in dit geval het inspringend gedeelte bij voorkeur zodanig is uitgevoerd dat bi heb leggen van deze steen, samen met gelijkaardige stenen, als
EMI6.1
her. ware omgekeerd wigvormige voegopeningen ontstaan.
Opgemerkt wordt dat de aanwending van gedeelten die de doorlaat van water bevorderen tussen de respectieve i ke stenen, welke pas op een lager niveau aanvangen zodat zlj steeds uit het zieht van de bestrating onrokken zijn, ook voordelig kan zijn in combinatie met ultvoeringen van stenen waarvan het bovenste gedeelte niet noodzakelijk, zoals voornoemd, een onregelmatige of bijzondere vorm vertoont.
Volgens een derde aspect van de u-tvinding, betreff deze dan ook een steen voor het vormen van een bestrazz-ng, met als kenmerk dat hij een bovenste gedeelte bezic met een zodanige contour dat rond dit bovenste gedeelte, ten opzichte van een door het eronder gelegen gedeelte gevormde contour, een inspringend gedeelte wordt gevormd, er. dat deze steen aan de zijkant is voorzien van gedeelten die, wanneer meerdere van dergelijke stenen naast elkaar worden gelegd, een doorlaat vormen voor water, welke gedeelten van boven naar onderen toe aanvangen onder het voornoemde bovenste gedeelte om zieh tot onderaan de steen uit te strekken.
In het algemeen geniet het de voorkeur dat het voornoemde onregelmatig gevormde gedeelte en/of het voornoemde inspringend gedeelte zieh over een hoogie, respectievelijk diepte van minstens 0, 5 cm, en beter nog minstens 1 c uitstrekt, zodanig dat met zekerheid een voegvulling kan worden gegarandeerd, zelfs wanneer deze bestaat uit los zand.
<Desc/Clms Page number 7>
Uit het voorgaande is het duidelijk daz de uitvinding vooral tot haar recht komt in het geval van betonstenen.
EMI7.1
Met van de uitvinding beter i ; het ; inzicht de kenmerkenzonen zijn hierna als voorbeeld zonder enig beperkend karakter enkele voorkeurdragende uitvoeringsvor. en beschreven, met verwijzing naar de bijgaande tekeningen, waarin : figuur 1 in perspectief een steen volgens de uitvinding weergeeft ; figuren 2 en 3 de steen uit figuur l respeccievelijk in zijaanzicht en bovenaanzicht weergeven; figuur 4 een gedeelte van de bestrating weergeeft gevormd uit stenen zoals weergegeven in de figuren 1 tot 3 ; figuur 5 een doorsnede weergeeft volgens lijn V-V in figuur 4i figuren 6 tou 8 zichten weergeven analocg aan deze van figuren 1 tot 3, voor een variante ; figuren 9 tot 11 nog een andere variante weergeven ;
figuren 12-13 en 14-15 nog twee vordere Varianten weergeven ; figuur 16 een bijzondere uitvoeringsvorm weergeeft.
Zoals weergegeven in de figuren 1 tot 5, heeft de uitvinding betrekking op een steen 1 voor het vormen van een bestrating 2, die, enerzijds, een onregelmatig of bijzonder gevormd bovenste gedeelte 3 bezit en, anderzijds, is voorzien van middelen 4 die toelaten om zulke steen l, samen met andere gelijkaardige stenen l, op een regelmatige wijze te leggen.
<Desc/Clms Page number 8>
De middelen 4 bestaan uit contactgedeelten 5 die zich aan de zijkanten 6 van de steen 1 bevinden, lager dan de bovenzijde 7 van de steen 1, waarbij deze contactgedeelten 5 een gelijkmatige contour 8 bepalen, die in figuur 3 in asiijn is aangeduid.
Deze contactgedeelten 5 bestaan uit de zijwanden van een gelijkmatig gevormd onderste gedeelte 9 dat zieh onder het voornoemde bovenste gedeelte 3 bevindt en dat is uitgevoerd in de vorm van een sokkel.
In bovenaanzicht gezien, bevindt de omtrek van het bovenste gedeelte 3 zieh binnen de voornoemde contour 8, zoals duidelijk blijkt uit figuur 3.
Zodoende vertoont het bovenste gedeelte 3 een ten opzichte van het onderste gedeelte 9 inspringend gedeelte 10.
Zoals duidelijk blijkt uit de figuren 1 en 2, alsook figuur 5, is het inspringend gedeelte 10 bij voorkeur als een ondersnijding uitgevoerd, welke gevormd wordt door een naar onderen toe vernauwende zijkant 11, zodanig dat bij het leggen van dergelijke steen 1 samen met gelijkaardige stenen l, als het ware een wigvormige voegopening 12 ontstaat, zoals zichtbaar in figuur 5.
Verder is de steen 1 bij voorkeur, aan de zijkant, meer speciaal van een of meer zijden, voorzien van gedeelten 13 die, wanneer meerdere van dergelijke stenen 1 zijdelings legen elkaar worden gelegd, een doorlaat 14, zoals aangeduid in figuur 5, verzekeren voor water, welke gedeelten 13 van boven naar onderen toe aanvangen onder het onregelmatig gevormde bovenste gedeelte 3 en/of vanaf de onderrand 15 van het inspringend gedeelte 10.
<Desc/Clms Page number 9>
De gedeelten 13 zijn in dit geval gevormd door verticale gleuven die in de betreffende zijkanten 6 zijn aangebracht.
De hoogte H waarover het bovenste gedeelte 3 en/of het inspringend gedeelte 10 zich uitscrekc, welke ook als diepte van de voegopening 12 kan worden betiteld, bedraagt
EMI9.1
bij voorkeur minimum 0, cm en nog minstens cm. j
5Het gebruik van de stenen 1, meer speciaal de wijze waarop daarmee een bestrating 2 kan worden gevormd, kan eenvoudig
EMI9.2
ui : de voorgaande beschrijving, alsmede 4 en 5 ving, worden afgeleid, doch wordt duidelijkheidshalve hierna nog kort toegelicht.
Zoals weergegeven in figuur 5, worden de stenen 1 op een bijvoorbeeld vlak zandbed 16 aangebrach, zoals dit ook traditioneel gebeurt met klassieke klinkers. Hierbij worden zij eenvoudig met hun contacigedeelten 5 cegen elkaar aangepasc.
Doordat de bovenste gedeelten 3 zich telkens binnen de contour 8 van het onderste gedeelte 9 bevinden, vorm¯ de onregelmatige vormgeving van de bovenste gedeelten 3 geen hindernis om de stenen 1 op een regelmatige wijze te verleggen.
Hierbij ontstaan dan relatief diepe voegopeningen 12, die zoals voornoemd, bij voorkeur omgekeerd wigvormig zijn, 0 : juister gedefinieerd een zwaluwstaartvorm vertonen. Door de relatief diepe voegopeningen 12 wordt verkregen dat, nadat zij opgevuld zijn met zand 17 of dergelijke, dit zand 17 nog moeilijk de voegopeningen 12 kan verlaten, zodat het onderste gedeelte 9 gegarandeerd aan het zicht onttrokken
<Desc/Clms Page number 10>
EMI10.1
bint. Door de wigvorm blijft het zand
17 bovendien nogbeter in de voegopeningen 12 aanwezig.
Doordat de voornoemde gedeelten 13 ook op een relatief grote afstand, namelijk een afstand die overeenstem met de hoogte H, onder de bovenzijde 7 van de steen l aanvangt, zal ook sceeds zand 17 of dergelijke hierboven aanwezig zijn, waardoor bekomen wordt dat de gedeelten 13 het uiczicht aan het bovenoppervlak onmogelijk kunnen verstoren wanneer de voegopeningen 12 op een normale wijze gevuld zijn.
Hec is duidelijk dat de uitvinding zieh niet beperkt cot een bepaalde vormgeving van steen. Bij wijze van voorbeeld zijn in de figuren 6 tot 16 een aantal varianten afgebeeld van een dergelijke steen 1.
Figuren 6 cot 8 toont hierbij een sien 1 die gebogen en splevormig is.
Figuren 9 tot 11 tonen een Variante waarbij het onderste gedeelte 9 een relacief geringe hoogte vertoont en waarbij het inspringend gedeelte 10 is uitgevoerd als een zich langs de omtrek uitstrekkende uitholling.
Figuren 12 en 13 geven een variante weer waarbij het bovenste onregelmatig gevormd gedeelte 3 bovenaan een rechte zijkant vertoont, doch meer naar onder toe een schuine zijkant 11 die dan een werkelijke ondersnijding vorm.
In de figuren 14 en 15 is nog een variante weergegeven, waarbij het bovenste gedeelte 3 bij zijn basis aansluit op het onderste gedeelte 9, dit in tegenstelling tot de
<Desc/Clms Page number 11>
uitvoeringen van figuren 1 tot 13, waarbij de overgang tussen het bovenste gedeelte 3 en he. onderste gedeelte 9 trapvormigis.
Figuur 16 aan dat de contactgedeelten 5 niet noodzakelijk uit een massieve sokkel hoeven te bestaan, doch ook als plaatselijk aanwezige elementen kunnen
EMI11.1
uitgevoerd zijn, in dit geval op de onderste hoeken van de steen l.
Tenslotte wordt er nogmaals op gewezen het gebruik van een inspringend gedeelte 10 en/of het gebruik van gedeelten 13 die pas op een lager niveau aanvangen, ook mogelijk is in combina-ie met stenen 1 waarvan het bovenste gedeelte geen onregelmatige vormgeving vertoont, doch bijvocrbeeld regelmatig is uitgevoerd, hetzij met rechte zijden, hetzij met zijden die een regelmatig gevormd profiel vertonen.
De huidige uitvinding is geenszins beperkt tot de als voorbeeld beschreven en in de figuren weergegeven uitvoeringsvormen, doch dergelij. ke steen kan in verschillende vormen en afmetingen worden verwezenll-jkt zonder buiten het kader van de uitvinding te treden.