BE1002148A5 - Tensioner. - Google Patents

Tensioner. Download PDF

Info

Publication number
BE1002148A5
BE1002148A5 BE8701270A BE8701270A BE1002148A5 BE 1002148 A5 BE1002148 A5 BE 1002148A5 BE 8701270 A BE8701270 A BE 8701270A BE 8701270 A BE8701270 A BE 8701270A BE 1002148 A5 BE1002148 A5 BE 1002148A5
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
tensioner
tensioner according
drum
lever
levers
Prior art date
Application number
BE8701270A
Other languages
Dutch (nl)
Original Assignee
Wrede & Niedecken Gmbh
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Wrede & Niedecken Gmbh filed Critical Wrede & Niedecken Gmbh
Application granted granted Critical
Publication of BE1002148A5 publication Critical patent/BE1002148A5/en

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B25HAND TOOLS; PORTABLE POWER-DRIVEN TOOLS; MANIPULATORS
    • B25BTOOLS OR BENCH DEVICES NOT OTHERWISE PROVIDED FOR, FOR FASTENING, CONNECTING, DISENGAGING OR HOLDING
    • B25B1/00Vices
    • B25B1/20Vices for clamping work of special profile, e.g. pipes
    • B25B1/205Vices of the chain or strip type
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B25HAND TOOLS; PORTABLE POWER-DRIVEN TOOLS; MANIPULATORS
    • B25BTOOLS OR BENCH DEVICES NOT OTHERWISE PROVIDED FOR, FOR FASTENING, CONNECTING, DISENGAGING OR HOLDING
    • B25B25/00Implements for fastening, connecting or tensioning of wire or strip

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Clamps And Clips (AREA)
  • Basic Packing Technique (AREA)

Abstract

Spanner (10) met een bedieningsgedeelte (12, 14) voor een langwerpig spanmiddel (64) dat tussen zijn einden door een in een richting gedwongen gestuurd bedieningsinrichting (22, 24, 30, 40) bedrijfsmatig verkortbaar is, waarbij een einde van het spanmiddel (64) aan een oprolinrichting (22) scharnierend verbonden is en het andere eindgedeelte (66) van het spanmiddel onmiddellijk of middellijk aan de spanner (10) vastlegbaar is.Tensioner (10) with an actuating portion (12, 14) for an elongated tensioning means (64) which is commercially shortenable between its ends by a directionally actuated actuating device (22, 24, 30, 40), one end of the tensioning means (64) is hinged to a retractor (22) and the other end portion (66) of the tensioning means is directly or indirectly attachable to the tensioner (10).

Description

       

   <Desc/Clms Page number 1> 
 



   Spanner. 



   De uitvinding heeft betrekking op een spanner met een bedieningsgedeelte voor een langwerpig spanmiddel dat tussen zijn einden door een in een richting gedwongen gestuurde bedienings inrichting bedrijfsmatig verkortbaar is. 



   Een voorbeeld van een toepassingsdoel van een dergelijke spanner is het spannen van metaalplaatsegmenten in de bouw van buisleidingen, in het bijzonder voor het bekleden van buizen. 



  Een bekende zogenaamde éénhandspanner heeft een tangachtige opbouw met twee tanghefbomen die een glijvoet bedienen, welke gedwongen gestuurd in een richting een spanband uit metaal verschuift en hierdoor een lus van de spanband, die bijvoorbeeld een buissegment aan de buitenomtrek omgeeft, verkort en deze zodoende spant. Voor het begin van het spannen dient echter de metalen spanband in een bekende spanner eerst ingebracht worden. Een echte   éénhandbediening   is daarom niet mogelijk, aangezien twee delen aangegrepen dienen te worden, namelijk de eigenlijke spanner zelfé en de spanband. 



  Dit leidt dikwijls tot moeilijkheden bij moeilijke montageomstandigheden, bijvoorbeeld op bouwplaatsen. Verder slijt de spanband door de intensieve inwerking van de glijvoet op de spanband betrekkelijk snel en dient daarom dikwijls vernieuwd te worden. Van bijzonder belang is echter dat deze bekende spanner op grond van de wijze van werken van de glijvoet ook betrekkelijk. sterke krachten op een in de spanbandlus gespannen buisdeel in radiale richting naar binnen uitoefent. Zonder verdere maatregelen wordt daarom het bekende buisdeel hervormd of tenminste het oppervlak daarvan beschadigd. Voor het vermijden van dergelijke beschadigingen passen monteuren gewoonlijk onderlegplaten van metaal toe, die onder de spanband op de plaats ingeschoven dienen te worden waar de glijvoet van de spannen inwerkt.

   Hierdoor ontstaan aanzienlijke verzwaringen in de hanteerbaarheid van de bekende spanner, aangezien nog een ander deel voor een doeltreffende werking noodzakelijk is, welke eerst bij het inzetten van de spanwerking vastgehouden wordt en daarom eerder gemakkelijk naar beneden kan vallen, hetgeen in het bijzonder bij werken op grote hoogte tenminste buitengewoon lastig is en de voor het spannen van een gedeelte noodzakelijkertijd aanzienlijk kan vergroten. Tenslotte is de ligging van de 

 <Desc/Clms Page number 2> 

 glijvoet ten opzichte van de bedieningshefboom onveranderbaar. 



  Dit leidt ertoe dat een dergelijke spanner bij nauwe plaatsomstandigheden dikwijls slechts moeilijk of geheel niet inzetbaar is, aangezien de noodzakelijke vrije ruimte voor de bedieningshefboom niet of slechts onvoldoende ter beschikking staat. 



   Een andere bekende spanner is voorzien van twee in een P-vormige opstelling door middel van een draaias ten opzichte van elkaar zwenkbaar verbonden hefbomen. Aan het van de as verwijderde einde van de ene hefboom is een spanband met een einde bevestigd. 



    - Het   vrije einde van de spanband wordt om een gespannen gedeelte geleid en in een om de verbindingsas rondom opgestelde rol binnen geleid. Aan de buitenzijde van de rol is een tandgrendel opgesteld welke met in de hefbomen opgestelde grendelklinken samenwerkt, zodat bij bewegen van de hefbomen ten opzichte van elkaar de oproltrommel in een richting gedraaid wordt en tegen terugdraaien gehinderd wordt. Weliswaar is bij deze spanner de spanband aan de spanner bevestigd, zodat deze niet kan verloren gaan. Het vrije einde van de spanband blijft echter vrij en ongerold en stoort derhalve bijvoorbeeld bij het transport. Een gelijkmatige spanwerking op het te spannen gedeelte wordt slechts bereikt-wanneer de spanband onder verdraaiing slap aan het gedeelte aanligt. 



  Indien daarom desondanks een verdraaiing plaatsheeft, hetgeen in het bijzonder bij delen met grote doorsnede bij het aanleggen van de spanband slechts moeilijk te controleren is, dan dient de spanband weer uit de oproltrommel verwijderd te worden en na ver-   wijdere   van de verdraaiing nieuw ingelegd te worden. Op grond van zijn constructie oefent deze hefboomspanner geen belasting op oppervlakken, maar een in hoofdzaak puntbelasting uit op het te spannen gedeelte en wel   ongevèer   op de plaats van de met de spanband verbonden hefboom waaraan via de draaias de andere hefboom aangrijpt. Ook bij deze spanner bestaat daarom het gevaar van beschadigen van het te ontspannen gedeelte. De beide zwenkbeweging respectievelijk spanbeweging van de vrije greephefboom optredende krachten kunnen niet door de basishefboom tegengehouden worden.

   Van een   éénhandbediening   kan bij deze hefboomspanner zonder meer niet gesproken worden aangezien voor het bedienen eerst de ene hefboom met de ene hand en de andere hefboom met de andere hand aangegrepen dient te worden eerst wanneer de spanbewerking reeds bijna afgesloten is, is de beweging van een arm aan de vrije 

 <Desc/Clms Page number 3> 

 hefboom voldoende voor het bedienen. De werkstand van de bekende spanner ten opzichte van het te spannen gedeelte kan niet veranderd worden, hetgeen de toepassingsmogelijkheden en/of de hanteerbaarheid van de spanner benadeelt. 



   De uitvinding beoogt daarom de bekende spanner verder te ontwikkelen en een spanner ter beschikking te stellen welke universeel inzetbaar is, het te spannen gedeelte minder belast en in het bijzonder in hoge mate een echte éénhandbediening mogelijk maakt. 



   Dit doel wordt door een spanner met een bedieningsgedeelte voor een langwerpig spanmiddel bereikt, welke tussen zijn einden door een in een richting gedwongen gestuurde bedieningsinrichting bedrijfsmatig verkortbaar is, waarbij een einde van het spanmiddel aan een oprolinrichting scharnierend verbonden is en het andere eindgedeelte van het spanmiddel aan de spanner middellijk of on-   middelli. j k   vastlegbaar is. 



   Voor het eerst is nu hierdoor veilig gesteld dat het spanmiddel aan de spanner vastgelegd is en niet verloren kan gaan. 



  Bij niet gebruik van de spanner is het spanmiddel onberispelijk en deugdelijk op de oprolinrichting opgerold, waardoor het altijd onmiddellijk zonder verdere voorbereidende handelingen voor het spannen ter beschikking staat. Voor een spanbewerking wordt het ene einde van het spanmiddel bij voorkeur over een nog nader te beschrijven positioneringsgedeelte uit de oprolinrichting uitgetrokken en met het vrije eindgedeelte bijvoorbeeld via een bruikbaar oog, een haak of dergelijke onmiddellijk aan de spanner of middellijk via een aan de spanner bevestigd tussenstuk vastgelegd. liet positioneringsgedeelte kan een eenvoudige leirol voor de spanband zijn, die ervoor zorgt dat de band zonder mechanische slijtage betrouwbaar aan de spanner gevoerd wordt, maar het kan echter ook uit een gescheiden leibeugel of dergelijke bestaan. 



   Bij voorkeur is de oprolinrichting als om een as van de spanner draaibare trommel uitgevoerd. Op een trommel kan een spanband bijzonder eenvoudig opgenomen worden en weer hiervan afgetrokken worden. Een verder belangrijk voordeel wordt verkregen wanneer volgens een voordelige uitvoeringsvorm van de uitvinding de oprolinrichting voorzien is van een terugvoerinrichting. Hierdoor wordt bereikt dat de spanband, wanneer deze niet ergens bevestigd is, betrouwbaar automatisch op de oprolinrichting opgespoeld wordt. 



  Dit heeft bijzondere voordelen bij het aanleggen van de spanband 

 <Desc/Clms Page number 4> 

 aan een te spannen gedeelte, daartoe wordt namelijk de spanband om dit gedeelte heen geleid en met het vrije einde aan de spanner op de klink gedaan. De speling in de spanband wordt dan automatisch door de van een terugvoerinrichting voorziene oprolinrichting opgenomen en zo wordt bereikt dat onmiddellijk de eigenlijke spanhandeling door bedienen van de bedieningsdelen van de spanner plaats kan hebben. In het bijzonder is zo een echte éénhandbediening mogelijk, aangezien niet meer als bij de stand van de techniek de speling in de spanband door te hulp roepen van de andere hand van de monteur opgeheven dient de worden. Een bijzonder eenvoudige terugvoerinrichting kan worden bereikt door een aan de trommel respectievelijk spanas scharnierend verbonden spiraalveer.

   Vanzelfsprekend is het echter ook mogelijk om de draaibeweging van de trommel bij het afspoelen van de spanband op een andere wijze tegen te werken, bijvoorbeeld door een op de trommelas bij het afrollen opgespoelde kabel waarvan het vrije einde met een schroefveer of een ander lineair veerelement verbonden is, welke de trommel brengt tot terugdraaien en daarmee weer opspoelen van de spanband. 



   Voor het gedwongen sturen is bij voorkeur een tandgrendel een zogenaamd palwerk of ratel, aanwezig. Hierdoor kan zonder grote constructieve inspanning betrouwbaar vermeden worden dat de oprolinrichting ongewild terugspoelt en kan een betrouwbare spanwerking bereikt worden. Het is bijzonder voordelig wanneer volgens een verdere voordelige uitvoeringsvorm van de uitvinding de tanden van de tandgrendel aan de omtrek van tenminste één   zij schijf   van de trommel aangebracht zijn. Bepaald door de afstand van de tanden aan de buitenomtrek van de centrale as ontstaat een betrekkelijk grote hefboomarm, waardoor bij het spannen betrekkelijk grote draaimomenten bereikt kunnen worden en daardoor de spanwerking verhoogd wordt. 



   Bij een verdere voordelige uitvoeringsvorm van de uitvinding is de bedieningsinrichting voorzien van twee in tegengestelde richting ten opzichte van elkaar om de as van de trommel beweegbare hefbomen, bijvoorbeeld in tangvormige opstelling. Bijzonder eenvoudig en goed met een hand hanteerbaar wordt de uitgevonden opstelling wanneer de eerste hefboom en de tweede hefboom elk van een elk door een knop bedienbare grendelklink voorzien zijn, welke elk voor het grijpen in de tandgrendel uitgevoerd is. De door de ene 

 <Desc/Clms Page number 5> 

 hefboom bediende grendelklink schuift de tandgrendel voor en de grendelklink aan de andere hefboom hindert de tandgrendel bij het teruggaan zodra weer een rust van de tandgrendel bereikt is. 



   Worden beide knoppen gelijktijdig bediend, dan heeft hierdoor een losnemen van de beide grendelklinken van de tandgrendel plaats, welke nu vrij is en zo kan de trommel ten gevolge van de werking van de terugvoerinrichting terugdraaien en de spanband (voor) spannen of opspoelen. Een betrouwbaar en eenvoudig losneembaar inwerken van de knop op de grendelklink kan worden bereikt door "dat de eerste knop en/of tweede knop elk voorzien zijn van een veer welke via de tasters de bijbehorende grendelklink in aangrij- ping brengt met de tandgrendel. 



   Bij voorkeur is tussen de hefbomen een drukveer aanwezig. 



   Deze vergemakkelijkt verder een echte éénhandbediening, aangezien de hefbomen niet meer van elkaar bewogen dienen te worden (dit wordt door de tussen de hefbomen opgestelde drukveer bereikt), maar slechts nog een samendrukken van de hefbomen voor het spannen noodzakelijk is. Dit is onder ergonomische gezichtspunten bijzonder gunstig. 



   Bij voorkeur is het positioneerdeel voorzien van een om- keerinrichting voor het spanmiddel, bij voorkeur voor een omkeren van het spanmiddel over ongeveer 900. Hierdoor wordt op eenvoudige wijze bereikt dat het spanmiddel altijd aangrijpt in de omtreks- richting van een te spannen gedeelte en zodoende geen puntstreep drukbelasting op dit gedeelte uitoefend. Bij een bijzondere voor- delige uitvoeringsvorm van de uitgevonden spanner is het positio- neer gedeelte, welke dan bij voorkeur als zelfstandig constructie- deel scharnierend verbonden is met het huis van de spanner, trap- loos rustbaar uitgevoerd. Het positioneerdeel kan op deze wijze altijd in dezelfde opstelling op het te spannen gedeelte gezet worden.

   Op grond van het rusten kan daarbij het aanzienlijk langere bedieningsgedeelte, dus de"tanghefbomen", ten opzichte van het positioneerdeel zwenken ; daardoor is de opstelling van de bedieningshefbomen kiesbaar en het bedienen van de uitgevonden spanner wordt in het bijzonder bij beperkte   ruimteomstandigheden   aanzienlijk vergemakkelijkt zonder dat de spanwerking daaronder leidt of bijvoorbeeld in verschillende opstellingen verschillende belastingen op het te spannen gedeelte uitgeoefend worden. 



   Is volgens een verdere voordelige uitvoering van de uitvin- 

 <Desc/Clms Page number 6> 

 ding de ene hefboom in de buurt van de trommel voorzien van een deze in hoge mate omsluitend huisgedeelte, in het bijzonder aan de zijden, dan wordt de trommel en bijbehorende delen goed tegen invloeden van buitenaf beschermd. De hefbomen en het huisgedeelte worden bij voorkeur als één stuk uitgevoerd. 



   Een bijzonder eenvoudige en goedkope rustinrichting voor het positioneerdeel wordt verkregen wanneer aan het huisgedeelte tenminste aan   één   zijde rustuitsparingen aanwezig zijn waarmee een binnen aan het positioneerdeel opgesteld corresponderend rust- "middel in   ingrijping   brengbaar is. 



   Vanzelfsprekend is ook bijvoorbeeld een omgekeerde opstel- ling mogelijk, waarbij de rustuitsparingen aan het positioneerdeel met een rustmiddel aan het huisgedeelte samenwerken. 



   De uitgevonden spanner kan zonder grote omvormingen ook nog op voordelige wijze ingezet worden voor andere doeleinden, waardoor een werktuig met verscheidene functies ontstaat. 



   Hiertoe kunnen de hefbomen aan hun ten opzichte van de as kortere dingen met tegenover elkaar gelegen snijvlakken uitgevoerd worden voor het vormen van een tang. Be   uitgevonden êênhandspanner   kan op deze wijze ook als tang, bijvoorbeeld voor het doorknippen van binddraad of voor dergelijke doeleinden, toegepast worden. Ook een soortgelijke uitvoering als plaatschaar biedt aanzienlijke voordelen bij de montage, in het bijzonder bij het met metaalplaat bekleden van buisleidingen. 



   De uitvoering van de uitgevonden éénhandspanning vereist geen beperkingen in de materiaalkeuze. Daardoor kan de uitgevonden éénhandspanner goedkoop uit de meest verschillende materialen vervaardigd worden. Al naar gelang extra eisen kunnen hiervoor bijvoorbeeld materialen zoals staalplaat, hetgeen bijzonder goed- koop is, werktuigstaal voor hogere sterkte eisen, of kunststoffen, voor bijzondere sterkteeisen eventueel door extra vezels zoals bijvoorbeeld kolenvezels versterkt, in aanmerking. Hierdoor kan zonder meer een corrosievrije constructie bereid worden. 



   De uitvinding wordt in het volgende aan de hand van in de tekening aangegeven uitvoeringsvoorbeelden nader aangegeven, waaruit verdere voordelen en kenmerken blijken. 



   Figuur 1 is een zijaanzicht van een uitgevonden   êênhandspan-   ner. 



   Figuur 2 is een ander zijaanzicht in sterk schematisch 

 <Desc/Clms Page number 7> 

 weergave
Figuur 3 is een vooraanzicht op een bedieningshefboom van een éénhandspanner volgens de uitvinding met een trommel met daarop gewikkelde spanband,
Figuur 4 is een achteraanzicht van de éénhandspanner volgens de uitvinding volgens figuur 2. 



   Figuur 5 is een vergroot aanzicht van een positioneergedeelte voor het verduidelijken van de geleiding van de spanband. 



   Figuur 6 is een andere uitvoeringsvorm van een éénhandspanner volgens de uitvinding, welke bovendien als tang of draadsnijder uitgevoerd is. 



   Figuur 7 is een vooraanzicht van een positioneerdeel in een ten opzichte van figuur 5 over   900 gedraaide   opstelling. 



   Figuur 8 toont vier verschillende uitvoeringen (a t/m d) van een éénhandspanner met verschillende inrustingen van een positioneerdeel. 



   De in figuur 1 aangegeven uitgevonden éénhandspanner 10 is voorzien van twee op een gemeenschappelijke draaias 20 aangebracht bedieningshefbomen 12 en 14, waarbij de hefboom 12 in hoofdzaak staafvormig is en de hefboom 14 zich in zijn bovenste lager deel voortzet in een huisgedeelte 16 welke grijpt over de bedieningshefboom   12..   



   In het huis 16 is op de as 20 een trommel 22 opgesteld, zoals dat het beste blijkt uit figuur 3. De trommel 22 wordt in zijn breedte begrensd door twee zijschijven 23 die aan hun omtrekoppervlak voorzien zijn van een vertanding 24 in de vorm van een zogenaamde tandgrendel. 



   Eveneens op de as 20 en wel op geringe afstand naast een zijschijf 23 van de trommel 22 is een einde van een spiraalveer 26 scharnierend bevestigd, waarvan het andere einde aan het huis 16 bevestigd is, zoals in het bijzonder blijkt uit figuur 1. 



   Bij een omwenteling van de trommel 22 en daardoor de as 20 volgens de klok (bij de weergave in figuur   1)   wordt de spiraal veer 26 quasi op de as 20 gewikkeld en daardoor gespannen, zoals in het volgende nog nader zal worden beschreven. 



   De bedieningshefboom 14 is aan het kopeinde voorzien van een doorbreking 27 waarin een knop 28 die om een as 32 draaibaar is, opgesteld is. De knop 28 is aan zijn boven, naar binnen gestoken einde voorzien van een grendelklink 30 die corresponderend 

 <Desc/Clms Page number 8> 

 met de tanden van de tandgrendel 24 uitgevoerd is en hiermee (de beide vertandingen 24) in aangrijping brengbaar is. 



   Het van de grendelklink 30 afgekeerde einde van de knop 28 wordt door het vrije einde van een bladveer 34 in de richting naar buiten belast, waarbij de bladveer 34 binnen   aan''de   bedieningshefboom 14 via een klinknagel 36 vastgelegd is. Door de veer 34 wordt op grond van de hefboomwerking om de as 32 de grendelklink 30 tegen de tandgrendel 24 achter de telkens corresponderende tand gelijk. 



  Ten gevolge van de vorm van de tanden kan de trommel 22 ook bij inliggende grendelklink 30 in de tandgrendel 24 in een richting (in figuur 1 tegen de wijzers van de klok) bewegen, waarbij telkens na passeren van een tand de grendelklink 30 hier achterin rust en zo de trommel 20 hindert om in een richting volgens de klok (figuur   1)   de draaien. De werking van de grendelklink 30 kan door bedienen van de knop 28 tegen de werking van de veer 34 opgeheven worden, zoals in het volgende nog nader zal worden beschreven. 



   Op analoge wijze is aan de andere bedieningshefboom 12 een knop 38 met een grendelklink 40 aanwezig. De knop 38 is op een in de bedieningshefboom 12 opgestelde as 42 gelagerd, waarbij de as 42, als de as 32, evenwijdig aan de as 40 opgesteld is. De knop 38 wordt door een bladveer 44 die door een klinknagel 46 in de bedieningshefboom 12 gehouden wordt, analoog aan de beschrijving van de knop 28 en de veer 34 belast. De bovenstaande opmerking in samenhang met de knop 28 en de grendelklink 30 geldt in dezelfde zin eveneens voor de knop 38 met zijn grendelklink 40. 



   De bedieningshefbomen 12 en 14 zijn ten opzichte van elkaar met een veer gespannen, hier via een in de vrije eindgedeelten van de hefboom 12 en 14 via klinknagels 52 en 50 bevestigde en naar binnen omgebogen U-vormige veer 48. Deze veer 48 drukt de beide hefbomen 12 en 14 uit elkaar en vergemakkelijkt zo het hanteren, in het bijzonder de   éénhandige   bediening van de spanner, omdat de hefbomen 12 en 14 nu slechts nog samengedrukt dienen te worden en het uit elkaar drukken, hetgeen bij het met   een   hand bedienen moeilijk te bereiken is, door de veer 48 bewerkt wordt.

   Het bedienen en de functie worden op zodanig in het volgende nog nader beschreven. 1
De as 20 steekt aan weerszijde van het huis 16 uit en dient zo voor het opnemen van een beugelachtige positioneerinrichting 18 

 <Desc/Clms Page number 9> 

 die over het huis 16 grijpt en op de as 20 draaibaar gelagerd is. 



   Het basisbeen van de beugel 18 is in zijn bovenhelft voorzien van een naar binnen omgebogen ombuigplaat 54 alsmede een daaronder opgestelde doorgangsopening 74 van de functie in het volgende nog nauwkeuriger in samenhang met figuur 5 zal worden beschreven. 



   Aan het huisgedeelte 16, dat bij dit   uitvoeringsvoorbeeld   zoals blijkt uit figuur 3, naar boven in verre mate open is, zijn in de vier zijwanden vier, in hoofdzaak radiaal en op afstand ten opzichte van elkaar verlopende rustuitsparingen 56, 58, 60 en 61 aanwezig. 



   Aan het naar de rustuittparingen 56,58, 60 en 61 toegekeerde been van de positioneerbeugel 18 is deze voorzien van een rustuitsteeksel 62 welke in de richting op het huis 16 en daarmee in de richting op de rustuitsparingen uitsteekt. 



   Op de tegenover gelegen huiszijde is tussen het U-vormige been van de beugel 18 en het huis 16 een gegolfde veer 90 opgesteld, die eveneens op de as 20 draaibaar zit en overigens aan het tegenover gelegen einde aan de beugel 18 bevestigd is. Bij axiale druk in de richting van de in figuur 7 aangegeven pijl op de positioneerinrichting 18 tegen de werking van de veer 90 in wordt het rustuitsteeksel 62 uit de bijbehorende rustuitsparing getild en de positioneerinrichting 18 kan nu om de as 20 gezwenkt worden tot 
 EMI9.1 
 het rustuitsteeksel 62 voor een andere rustuitsparing van het huis staat en na wegname van de axialen druk hierin'rust. 



   In zoverre kunnen de verschillende   posities   van de beugel 18 ten opzichte van het huis 16 ingesteld worden (figuur 8). 



   Terwijl de figuren 2 en 4 corresponderende zijaanzichten van de in figuur 1 aangegeven uitgevonden éénhandspanner tonen, toont figuur 3 de bij de figuren 2 en 4 corresponderende vooraanzicht aan het werktuig volgens de uitvinding. Duidelijk zijn in de bovenhelft de op de as 20 draaibare trommel 22 en een op de trommel 22 worden spanband 64 van textiel zichtbaar. Zijdelings, dus axiaal ten opzichte van de as 20, wordt de spanband 64 door de zijschijven 23 van de trommel 22 betrouwbaar geleid. 



   In figuur 5 is het verloop van de spanband 64 verduidelijkt. 



  De spanband 64 is met een eindgedeelte op de as 20 van de trommel 22 vastgelegd, bijvoorbeeld door middel van een schroef 62 en eventueel een onderlegplaat en/of onderlegschijf. Door de trommel 22 komt de spanband 64 uit het naar boven open huis 16 naar een uit- 

 <Desc/Clms Page number 10> 

 sparing 74 in het voorste gedeelte (basisbeen) van het positioneerdeel 18 en wordt daar met behulp   vante   ombuigplaat 54 over ongeveer   900 naar   opzij omgebogen. 



   Een eindgedeelte66, bij voorkeur uit hetzelfde materiaal als de spanband 64 (zeer sterk kunststof-weefselband) is door middel van een lus 68 aan het positioneerdeel 18 op de andere zijde van de uitsparing 74, dus tegenover de ombuigplaat 54 bevestigd. Aan het tegenover gelegen vrije einde is het gedeelte 66 bijvoorbeeld voorzien van een haak, een oog of dergelijke waarin het vrije einde van de spanband 64 naar geleiding om het te spannen constructiedeel over een corresponderend verankeringselement (niet getekend) ingehangen, ingeklonken of ingehaakt wordt. Daarbij wordt gelijktijdig de veer 26 gespannen. 



   In plaats van een afzonderlijk eindgedeelte 66 kan de spanband 64 ook volgens een altenatieve uitvoeringsvorm van de uitvinding onmiddellijk met een overeenkomstig verankeringsdeel in een overeenkomstige opname van de spanner (hierin de positioneerbeugel 18) vastgelegd worden. 



   Na het zodoende tot stand gebrachte omgrijpen van het te spannen bouwgedeelte (bij gedrukte knoppen 28, 38) kunnen de knoppen 28,38 losgelaten worden zodat de trommelbeweging gestopt wordt. Daarna worden de knoppen 28 en 38 weer kort tegelijkertijd gedrukt, zodat de weg van de trommel 22 vrijgegeven wordt en deze, overeenkomstig de terugtrekkracht van de veer 26, tegen de draairichting bij het afwikkelen van de spanband 64 draait en daarbij de spanband 64 reeds zodanig voorspand, dat deze volledig en vlak op het bovenoppervlak van het te spannen bouwgedeelte ligt. Hierin bestaat een aanzienlijk voordeel ten opzichte van de bekende inrichtingen, omdat daarbij de éénhandbediening aanzienlijk vergemakkelijkt wordt. 



   Daardoor wordt ook bereikt dat geen puntstreep drukbelasting van het corresponderende ommantelde bouwgedeelte optreedt omdat, zoals uit figuur 5 zonder meer blijkt, een krachtbelasting, ook bij de aansluitende eigenlijke spanhandeling uitsluitend in tangentiale richting optreedt. 



   Bovendien vervallen tot nu toe volgens de stand van de techniek noodzakelijke maatregelen, zoals bijvoorbeeld onderlegplaten of dergelijke. 



   Na de hierboven aangegeven"voorspanning"heeft de eigen- 

 <Desc/Clms Page number 11> 

 
 EMI11.1 
 j.i) en 14 meervoudig ten opzichte van elkaar bewogen worden. Via de grendelklinken 30 en 40 wordt de trommel (de tandschijf of tandschijven 23), bij de weergave in figuur   1,   tegen de wijzers van 
 EMI11.2 
 de klok bewogen, zodat de spanband 64 op de trommel 22"opgewikkeld" wordt en de veer 26 van de as 20"afgewikkeld"wordt en wel zolang tot dat de gewenste spantoestand bereikt is. 



   Voor het losnemen van de inrichting nadat het te spannen buisgedeelte bijvoorbeeld geklonken is geworden, worden de beide knoppen 28 en 30 tegen de weerstand van de veren 34, 44 gedrukt en de spanband 64 losgenomen. Daarna bewerkt de terugtrekkracht van de veer 26 het oprollen van de spanband 64 op de trommel 22 (in de uitgangsstand). 



   De gewenste gedwongen geleiding van de trommel 22 komt door de gecombineerde werking van de grendelklinken 30 en 40 tot stand. 



  Zolang ook slechts één van de beide grendelklinken 30 en 40 in aangrijping met de tandgrendel van de trommel 22 is, wordt deze tegen een terugwaartse beweging (volgens de klok in figuur   1)   gehinderd. Een gelijktijdige bediening van beide knoppen 28 en 30 maakt echter de beide grendelklinken 30 en 40 los en geeft zo de terugloop van de trommel 22 tengevolge van de werking van de spiraalveer 26 voor het terugspoelen vrij. 



   In figuur 6 is een verdere   éénhandspanner   80 volgens de uitvinding weergegeven,. welke zich ten opzichte van de voor het spannen noodzakelijke onderdelen niet onderscheidt van de hierboven besproken uitvoeringsvormen, waarbij echter een tang- (snij) functie geintegreerd is. 



   Bij deze uitvoeringsvorm is het huisgedeelte van de bedieningshefboom 84 in zijn bovenste voorste gedeelte uitgevoerd met een hoekvormige terugsprong 83 en de bedieningshefboom 82 is voorbij het lage gedeelte om de as 86 in de richting van deze terugsprong 83 verlengd. 



   Daarbij zijn de terugsprong 83 en het korte been van de bedieningshefboom 82 voorzien van corresponderend ten opzichte van elkaar uitgevoerde gedeelten 82a en 84a waaraan elk snijoppervlakken 82b en 84b gevormd zijn. Wanneer de bedieningshefbomen 82 en 84 geopend zijn, opent zich overeenkomstig de ruimte tussen de gedeelte 82a en 84a. Er kan dan bijvoorbeeld een bevestigingsdraad ingestoken worden, welke bij het samendrukken van de hefbomen 82 

 <Desc/Clms Page number 12> 

 en 84 tussen de snijoppervlakken 82b en 84b gesneden wordt. 



   Opdat de snijoppervlakken 82b en 84b niet voortdurend elkaar raken wanneer de uitgevonden éénhandspanner slechts zijn spanfunctie dient uit de oefenen, kan een aanslag tussen de bedieningshefbomen 82 en 84 aanwezig zijn, welke een zekere af- stand tussen de hefbomen in stand houdt en zodoende het elkaar raken van de snijoppervlakken 82b en 84b verhindert. 



   Dient de snijfunctie gebruikt te worden, dat wordt de aanslag verwijderd en de bedieningshefbomen 82 en 84 kunnen volle-   zedig   tot op elkaar bewogen worden. 



   Verschillende posities van de positioneerinrichting 18 van een uitgevonden éénhandspanner zijn bij wijze van voorbeeld in figuur 8 aangegeven. De positioneerbeugel 18 heeft hierbij telkens dezelfde stand ten opzichte van een buissegment 70 van een te verspannen constructiedeel waardoor in elk geval een gelijk- matige spanwerking kan worden bereikt, die meer gedetailleerd reeds boven beschreven. is. De overige delen van de uitgevonden spanner 10 worden door het richten van het positioneerdeel 18 niet betrokken, maar kunnen vrij ten opzichte hiervan gezwenkt worden. 



   Zodoende toont figuur 8a een zwenken van het positioneerdeel 18 over   135 ,   figuur 8b een zwenken over   90 ,   figuur   8e   een zwenken over 450 en figuur 8d de 0  positie. Bij gelijkblijvende spanmate- riaal kan daarom aandacht geschonken worden aan de verschillende plaatsomstandigheden, hetgeen in het bijzonder bij dicht op elkaar gedrongen constructie van de te spannen gedeelten aanzienlijke voordelen biedt. De betrouwbare en eenvoudige handbediening wordt door verschillende instellingen van de positioneerinrichting 18 niet nadelig beinvloed. De spanband legt zich steeds optimaal aan het te spannen constructiedeel aan. Veranderingen van de betrokken krachten op het constructiedeel worden betrouwbaar verhinderd. 



   Een verder aanzienlijk voordeel is dat deze spanner over een variabele overzetting beschikt, die door de vaste lengte van de hefboomarm 12 en de variabele wikkelstraal van de spanner gevormd wordt. Aan segmenten met grote omvang past zich, bepaald door de overeenkomstig verdere afwikkeling van spanband en de hierdoor resulterende kleinere wikkelingsradius, een overeenkomstig grote overzetverhouding aan. Aangezien grotere segmenten grotere span- krachten vereisen, volgt hieruit een uiterst positief effect in de zin van een optimaal gemaakte hantering. 

 <Desc/Clms Page number 13> 

 



   Een uitgevonden spanner wordt bij voorkeur voor bescherming tegen corrosie uit een niet roestend materiaal vervaardigd, bijvoorbeeld een roestvrij staal, kunststof of dergelijke. Hierin ligt een verder voordeel van het uitgevonden werktuig naast de verbeterde montagekwaliteit, de universele inzetbaarheid en vooral de in handbediening.



   <Desc / Clms Page number 1>
 



   Spanner.



   The invention relates to a tensioner with an operating part for an elongated tensioning means which can be shortened commercially between its ends by a directionally controlled operating device.



   An example of an application purpose of such a tensioner is the clamping of metal sheet segments in the construction of pipelines, in particular for the coating of pipes.



  A known so-called one-hand tensioner has a plier-like construction with two plier levers that operate a sliding foot, which forcibly shifts a metal tensioning belt in one direction and thereby shortens a loop of the tensioning belt, which for example surrounds a tube segment on the outer circumference and thus tightens it. Before the start of tensioning, however, the metal tensioning strap must first be inserted into a known tensioner. A real one-hand operation is therefore not possible, since two parts have to be gripped, namely the actual tensioner itself and the tension strap.



  This often leads to difficulties under difficult mounting conditions, for example on construction sites. Furthermore, the tension strap wears relatively quickly due to the intensive action of the sliding foot on the tension strap and therefore often has to be replaced. It is of particular importance, however, that this known tensioner is also relatively small due to the manner of operation of the sliding foot. exerts strong forces on a pipe section stretched in the strap strap in the radial direction. Without further measures, therefore, the known pipe section is reformed or at least its surface is damaged. In order to avoid such damage, fitters usually use metal washers, which must be pushed in under the tension band at the place where the sliding foot of the tension acts.

   This results in considerable increases in the maneuverability of the known tensioner, since yet another part is necessary for effective operation, which is first held when the clamping action is initiated and can therefore fall down more easily, which is particularly the case when working on high height is at least extremely difficult and can considerably increase the time necessary for clamping a section. Finally, the location of the

 <Desc / Clms Page number 2>

 sliding foot unchangeable relative to the operating lever.



  This leads to the fact that such a tensioner is often difficult or not at all usable under narrow location conditions, since the necessary free space for the operating lever is not available or only insufficiently available.



   Another known tensioner is provided with two levers pivotally connected in a P-shaped arrangement by means of a rotary axis. A lashing strap with one end is attached to the end of one lever remote from the shaft.



    - The free end of the strap is guided around a tensioned section and is fed into a roller arranged around the connecting axis. A toothed lock is arranged on the outside of the roller, which cooperates with locking latches arranged in the levers, so that when the levers move relative to each other, the roll-up drum is rotated in one direction and is prevented from turning back. It is true that the tensioning strap is attached to the tensioner with this tensioner, so that it cannot be lost. However, the free end of the strap remains free and unrolled and therefore interferes with transport, for example. A uniform tensioning effect on the part to be tensioned is only achieved when the tensioning belt is slack on the part under rotation.



  Therefore, if a twisting nevertheless takes place, which is difficult to check in particular with large cross-sections when the tensioning strap is being applied, the tensioning strap must again be removed from the winding drum and reinserted after the twist has been removed. turn into. Due to its construction, this lever tensioner does not exert a load on surfaces, but an essentially point load on the part to be tensioned, and approximately at the location of the lever connected to the tensioning strap, on which the other lever engages via the rotary shaft. This tension therefore also poses a risk of damaging the part to be relaxed. Both forces pivoting or tensioning movement of the free-grip lever cannot be restrained by the basic lever.

   One-hand operation is absolutely not possible with this lever tensioner, because before operating one lever with one hand and the other lever with the other hand must first be engaged, when the clamping operation is almost complete, the movement of a poor to free

 <Desc / Clms Page number 3>

 lever sufficient for operation. The working position of the known tensioner relative to the part to be tensioned cannot be changed, which adversely affects the application possibilities and / or the handling of the tensioner.



   It is therefore an object of the invention to further develop the known tensioner and to provide a tensioner which can be used universally, less stresses the part to be tensioned and, in particular, allows a high degree of one-hand operation.



   This object is achieved by a tensioner having an operating portion for an elongated clamping means, which can be shortened commercially between its ends by a directionally controlled actuating device, one end of the clamping means being hingedly connected to a reel and the other end portion of the clamping means to the tensioner indirectly or indirectly. j k is recordable.



   For the first time, this has ensured that the clamping means is fixed to the tensioner and cannot be lost.



  When the tensioner is not used, the clamping means is rolled up flawlessly and properly on the retractor, so that it is always immediately available for tensioning without further preparatory actions. For a tensioning operation, one end of the tensioning means is preferably pulled out of the retractor over a positioning section to be described in more detail and with the free end section, for example, immediately attached to the tensioner via a usable eye, a hook or the like, or indirectly via a tensioner intermediate piece recorded. The positioning section can be a simple guide roller for the tension belt, which ensures that the belt is reliably fed to the tensioner without mechanical wear, but it can also consist of a separate guide bracket or the like.



   The winding device is preferably designed as a drum rotatable about an axis of the tensioner. A lashing strap can be picked up very easily on a drum and pulled off again. A further important advantage is obtained when, according to an advantageous embodiment of the invention, the winding device is provided with a return device. This ensures that the tensioning strap, when not fastened somewhere, is reliably automatically wound onto the reel.



  This has special advantages when applying the strap

 <Desc / Clms Page number 4>

 on a section to be tensioned, for this purpose the tensioning strap is guided around this section and put on the latch with the free end on the tensioner. The play in the tensioning strap is then automatically taken up by the retractor provided with a return device, and this is achieved in such a way that the actual tensioning operation can immediately take place by operating the operating parts of the tensioner. In particular, such a real one-hand operation is possible, since the play in the tensioning strap no longer has to be eliminated as in the state of the art by calling the mechanic's other hand. A particularly simple return device can be achieved by means of a coil spring hingedly connected to the drum or clamping shaft.

   Obviously, however, it is also possible to counteract the rotary movement of the drum when the tensioning belt is rinsed in another way, for example by means of a cable spooled onto the drum shaft during unreeling, the free end of which is connected to a coil spring or another linear spring element. which causes the drum to turn back and thus rewind the strap.



   For forced steering, a toothed lock, a so-called ratchet or ratchet, is preferably present. As a result, it can be reliably avoided without great constructional effort that the winding device unwinds backwards and a reliable tensioning action can be achieved. It is particularly advantageous if, according to a further advantageous embodiment of the invention, the teeth of the dental bolt are arranged on the periphery of at least one side disc of the drum. Determined by the spacing of the teeth on the outer circumference of the central shaft, a relatively large lever arm is created, whereby relatively large torques can be achieved during clamping and, therefore, the clamping action is increased.



   In a further advantageous embodiment of the invention, the operating device is provided with two levers movable in opposite direction relative to each other about the axis of the drum, for instance in a tang-like arrangement. The invented arrangement is particularly simple and easy to handle with the hand when the first lever and the second lever are each provided with a latch handle which can each be operated by a button, each of which is designed for gripping in the tooth latch. The one by the one

 <Desc / Clms Page number 5>

 lever-operated locking latch pushes the tooth latch forward and the locking latch on the other lever interferes with the tooth latch when returning as soon as rest of the tooth latch is reached.



   If both knobs are operated simultaneously, this releases the two locking latches of the toothed lock, which is now free, so that the drum can turn back as a result of the operation of the return device and (pre) tension or wind up the tensioning belt. A reliable and easily detachable action of the knob on the locking latch can be achieved by "the first knob and / or second knob each being provided with a spring which, via the probes, engages the associated locking latch.



   A compression spring is preferably present between the levers.



   This further facilitates true one-hand operation, since the levers no longer have to be moved apart (this is achieved by the compression spring arranged between the levers), but only a further compression of the levers is required for tensioning. This is particularly beneficial from ergonomic points of view.



   The positioning part is preferably provided with a reversing device for the clamping means, preferably for reversing the clamping means by approximately 900. This ensures in a simple manner that the clamping means always engages in the circumferential direction of a section to be clamped and thus does not apply a dot mark pressure load to this section. In a particularly advantageous embodiment of the invented tensioner, the positioning part, which is then hingedly connected as an independent construction part to the housing of the tensioner, is designed to be infinitely adjustable. In this way, the positioning part can always be placed on the part to be tensioned in the same arrangement.

   Due to the rest, the considerably longer operating part, i.e. the "plier levers", can pivot relative to the positioning part; therefore, the arrangement of the operating levers is selectable and the operation of the invented tensioner is considerably facilitated, especially in limited room conditions, without the clamping action leading thereto or, for example, in different arrangements, different loads are exerted on the tensioning part.



   According to a further advantageous embodiment of the invention

 <Desc / Clms Page number 6>

 If the one lever in the vicinity of the drum is provided with a housing part which encloses it to a great extent, in particular on the sides, the drum and associated parts are well protected against external influences. The levers and the housing part are preferably designed as one piece.



   A particularly simple and inexpensive resting device for the positioning part is obtained when resting recesses are provided on the housing part on one side with which a corresponding resting means arranged inside the positioning part can be brought into engagement.



   It is of course also possible, for example, to have a reverse arrangement, in which the rest recesses on the positioning part cooperate with a rest means on the housing part.



   The invented tensioner can also be used advantageously for other purposes without large conversions, thus creating a tool with various functions.



   To this end, the levers on their shorter objects relative to the axis can be formed with opposing cutting surfaces to form pliers. The invented one-handed tensioner can also be used in this way as a pair of pliers, for example for cutting binding wire or for such purposes. A design similar to sheet metal shears also offers considerable advantages during installation, in particular when lining pipe lines with metal sheet.



   The implementation of the invented one-handed voltage does not require any restrictions in the choice of material. As a result, the invented one-handed tensioner can be manufactured inexpensively from the most different materials. Depending on additional requirements, materials such as steel sheet, which is particularly cheap, tool steel for higher strength requirements, or plastics, for special strength requirements, possibly reinforced by additional fibers such as, for example, coal fibers, may be suitable for this. This makes it possible to prepare a corrosion-free construction.



   The invention is explained in more detail below with reference to illustrative embodiments shown in the drawing, from which further advantages and features appear.



   Figure 1 is a side view of an invented one-hand clamp.



   Figure 2 is another side view in highly schematic

 <Desc / Clms Page number 7>

 display
Figure 3 is a front view of an operating lever of a one-handed tensioner according to the invention with a drum with tensioning strap wound thereon,
Figure 4 is a rear view of the one-handed tensioner according to the invention according to Figure 2.



   Fig. 5 is an enlarged view of a positioning section for explaining the guidance of the strap.



   Figure 6 is another embodiment of a one-handed tensioner according to the invention, which is additionally designed as a pliers or a wire cutter.



   Figure 7 is a front view of a positioning member in an arrangement rotated through 900 relative to Figure 5.



   Figure 8 shows four different versions (a to d) of a one-handed tensioner with different devices of a positioning part.



   The invented one-handed tensioner 10 shown in Figure 1 is provided with two operating levers 12 and 14 mounted on a common rotary shaft 20, the lever 12 being substantially rod-shaped and the lever 14 continuing in its upper lower part into a housing portion 16 which engages over the operating lever 12 ..



   In the housing 16, a drum 22 is arranged on the shaft 20, as can best be seen from figure 3. The drum 22 is bounded in its width by two side discs 23 which are provided on their circumferential surface with a toothing 24 in the form of a so-called dental bolt.



   Also on the shaft 20, at a small distance next to a side disc 23 of the drum 22, one end of a coil spring 26 is hinged, the other end of which is attached to the housing 16, as appears in particular from figure 1.



   With a revolution of the drum 22 and therefore the shaft 20 clockwise (in the representation in Figure 1), the spiral spring 26 is wound almost on the shaft 20 and thereby tensioned, as will be described in more detail below.



   The operating lever 14 is provided at the head end with an opening 27 in which a knob 28 rotatable about an axis 32 is arranged. The button 28 is provided at its upper, inwardly-inserted end with a locking latch 30 correspondingly

 <Desc / Clms Page number 8>

 with the teeth of the tooth lock 24 and can be brought into engagement with it (both teeth 24).



   The end of the knob 28 remote from the locking latch 30 is loaded in the outward direction by the free end of a leaf spring 34, the leaf spring 34 being secured inside the operating lever 14 via a rivet 36. Due to the spring action around the shaft 32, the spring 34 makes the locking latch 30 against the tooth lock 24 behind the respective corresponding tooth equal.



  As a result of the shape of the teeth, the drum 22 can also move in the direction of the locking bolt 30 in the tooth lock 24 in the direction (counterclockwise in Figure 1), the locking lever 30 resting in the rear after each tooth has passed and thus prevents the drum 20 from rotating in a clockwise direction (figure 1). The operation of the locking latch 30 can be canceled by operating the button 28 against the action of the spring 34, as will be further described hereinafter.



   Analogously, on the other operating lever 12, there is a button 38 with a locking latch 40. The knob 38 is mounted on a shaft 42 arranged in the operating lever 12, the shaft 42, as the shaft 32, being arranged parallel to the shaft 40. The button 38 is loaded by a leaf spring 44 held by a rivet 46 in the operating lever 12, analogous to the description of the button 28 and the spring 34. The above remark in connection with the button 28 and the locking latch 30 likewise applies to the button 38 with its locking latch 40 in the same sense.



   The operating levers 12 and 14 are tensioned relative to one another, here via a U-shaped spring 48 mounted in the free end portions of the levers 12 and 14 via rivets 52 and 50. This spring 48 presses both levers 12 and 14 apart and thus facilitate handling, especially the one-handed operation of the tensioner, since levers 12 and 14 now only need to be compressed and pressed apart, which is difficult to operate with one hand is reached by the spring 48.

   The operation and function are described in more detail below. 1
The shaft 20 protrudes on either side of the housing 16 and thus serves to receive a bracket-like positioning device 18

 <Desc / Clms Page number 9>

 which grips over the housing 16 and is rotatably mounted on the shaft 20.



   The base leg of the bracket 18 is provided in its upper half with an inwardly bent deflector plate 54 as well as a passage opening 74 of the function disposed below it, the function of which will be described in more detail below in connection with Figure 5.



   On the housing part 16, which in this exemplary embodiment, as is shown in Fig. 3, is open to a large extent upwards, four resting recesses 56, 58, 60 and 61, which are substantially radial and spaced relative to each other, are present in the four side walls .



   On the leg of the positioning bracket 18 facing the rest recesses 56, 58, 60 and 61, it is provided with a rest projection 62 which protrudes in the direction on the housing 16 and thus in the direction on the rest recesses.



   On the opposite housing side, between the U-shaped leg of the bracket 18 and the housing 16, a corrugated spring 90 is arranged, which is likewise rotatable on the shaft 20 and is otherwise attached to the bracket 18 at the opposite end. At axial pressure in the direction of the arrow shown in Figure 7 on the positioning device 18 against the action of the spring 90, the resting projection 62 is lifted out of the associated resting recess and the positioning device 18 can now be pivoted about the axis 20 to
 EMI9.1
 the rest protrusion 62 stands in front of another rest recess of the housing and pressure rests in it after the axials have been removed.



   To this extent, the different positions of the bracket 18 relative to the housing 16 can be adjusted (Figure 8).



   While Figures 2 and 4 show corresponding side views of the invented one-handed tensioner shown in Figure 1, Figure 3 shows the front view corresponding to Figures 2 and 4 to the tool according to the invention. Clearly in the upper half the drum 22 rotatable on the shaft 20 and a textile tensioning strap 64 on the drum 22 are visible. Laterally, i.e. axially with respect to the shaft 20, the tensioning belt 64 is reliably guided through the side discs 23 of the drum 22.



   Figure 5 illustrates the course of the tensioning strap 64.



  The tensioning strap 64 is fixed with an end portion on the shaft 20 of the drum 22, for example by means of a screw 62 and optionally a washer and / or washer. The tensioning strap 64 exits from the housing 16, which is open at the top, through a drum 22 to a

 <Desc / Clms Page number 10>

 recess 74 in the front part (base leg) of the positioning part 18 and is bent over it by about 900 by means of the bending plate 54.



   An end portion 66, preferably of the same material as the tensioning strap 64 (very strong plastic fabric strap), is attached by means of a loop 68 to the positioning part 18 on the other side of the recess 74, i.e. opposite the bending plate 54. At the opposite free end, the portion 66 is provided, for example, with a hook, an eye or the like, in which the free end of the tensioning strap 64 is guided, riveted or hooked in, over the corresponding construction element to be tensioned over a corresponding anchoring element (not shown). The spring 26 is thereby simultaneously tensioned.



   Instead of a separate end portion 66, the tensioning strap 64 can also, according to an alternative embodiment of the invention, be immediately secured with a corresponding anchoring part in a corresponding receptacle of the tensioner (herein the positioning bracket 18).



   After the gripping of the building part to be tensioned in this way (with pressed buttons 28, 38), the buttons 28, 38 can be released so that the drum movement is stopped. Then, the buttons 28 and 38 are pressed again briefly at the same time, so that the path of the drum 22 is released and, according to the retraction force of the spring 26, it rotates against the direction of rotation when the tensioning belt 64 is unwound, thereby already tensioning the belt 64 such make sure that it lies completely and flat on the top surface of the construction section to be tensioned. This offers a considerable advantage over the known devices, because the one-hand operation is thereby considerably facilitated.



   Thereby it is also achieved that no dot stripe pressure load of the corresponding jacketed construction part occurs because, as can be seen from Figure 5, a force load also occurs only in tangential direction during the subsequent actual clamping operation.



   Moreover, measures which have been necessary according to the prior art, such as, for example, washers or the like, have hereby lapsed.



   After the "pretension" indicated above, the

 <Desc / Clms Page number 11>

 
 EMI11.1
 j.i) and 14 are moved multiple times relative to each other. Via the locking latches 30 and 40, the drum (the toothed wheel or toothed wheels 23), when shown in figure 1, is turned counterclockwise
 EMI11.2
 the clock is moved so that the tensioning strap 64 is "wound" on the drum 22 and the spring 26 is "unwound" from the shaft 20 until the desired tensioning condition is reached.



   To detach the device after the tube section to be tensioned has been riveted, for example, the two knobs 28 and 30 are pressed against the resistance of the springs 34, 44 and the tensioning strap 64 is released. Thereafter, the retraction force of the spring 26 effects the winding of the tensioning strap 64 onto the drum 22 (in the home position).



   The desired forced guidance of the drum 22 is achieved by the combined action of the locking latches 30 and 40.



  As long as only one of the two locking latches 30 and 40 is engaged with the toothed lock of the drum 22, it is prevented from moving backward (clockwise in Figure 1). Simultaneous actuation of both buttons 28 and 30, however, releases both latching latches 30 and 40, thus releasing the return of drum 22 due to the action of coil spring 26 for rewinding.



   Figure 6 shows a further one-handed tensioner 80 according to the invention. which does not differ from the embodiments discussed above with respect to the components necessary for clamping, but a tang (cutting) function is integrated.



   In this embodiment, the housing portion of the operating lever 84 in its upper front portion is formed with an angular rebound 83 and the operating lever 82 is extended beyond the low portion about the axis 86 in the direction of this rebound 83.



   In addition, the recoil 83 and the short leg of the operating lever 82 are provided with corresponding portions 82a and 84a, each of which is formed on cutting surfaces 82b and 84b. When the operating levers 82 and 84 are opened, the space between the portions 82a and 84a opens correspondingly. It is then possible, for example, to insert a fastening wire which is pressed when the levers 82 are compressed

 <Desc / Clms Page number 12>

 and 84 is cut between the cutting surfaces 82b and 84b.



   In order that the cutting surfaces 82b and 84b do not constantly touch each other when the invented one-handed tensioner only has to exert its clamping function, a stop can be provided between the operating levers 82 and 84, which maintains a certain distance between the levers and thus the one another hitting the cutting surfaces 82b and 84b.



   If the cutting function is to be used, the stop is removed and the operating levers 82 and 84 can be fully moved together.



   Different positions of the positioning device 18 of an invented one-handed tensioner are shown by way of example in figure 8. The positioning bracket 18 herein always has the same position with respect to a pipe segment 70 of a construction part to be machined, so that in any case a uniform clamping action can be achieved, which has already been described in more detail above. is. The other parts of the invented tensioner 10 are not involved by aligning the positioning part 18, but can be freely pivoted relative to them.



   Thus, Figure 8a shows a pivot of the positioning member 18 over 135, Figure 8b a pivot over 90, Figure 8e a pivot over 450, and Figure 8d the 0 position. Therefore, with the same clamping material, attention can be paid to the different positioning conditions, which offers considerable advantages, in particular when the construction of the parts to be clamped is pressed closely together. The reliable and simple manual operation is not adversely affected by different settings of the positioning device 18. The tensioning belt always optimally adheres to the constructional part to be tensioned. Changes of the forces involved on the construction part are reliably prevented.



   A further considerable advantage is that this tensioner has a variable transfer, which is formed by the fixed length of the lever arm 12 and the variable winding radius of the tensioner. Determined by the corresponding further unwinding of the tensioning belt and the resulting smaller winding radius, large segments adapt to a correspondingly large transfer ratio. Since larger segments require greater clamping forces, this has an extremely positive effect in terms of optimized handling.

 <Desc / Clms Page number 13>

 



   An invented tensioner is preferably manufactured from a non-rusting material, for example a stainless steel, plastic or the like, for protection against corrosion. Herein lies a further advantage of the invented tool besides the improved mounting quality, the universal usability and especially the manual operation.


    

Claims (16)

Konklusies. EMI14.1 ---------- 1.-Spanner () 0) met een bedieningsgedeelte (12, 14) voor een langwerpig spanmiddel (64), dat tussen de uiteinden door een in één richting gedwongen gestuurde bedieningsinrichting (22,24, 30,40) in de vorm van een tandgrendel (24) (een palwerk) bedrijfsmatig te verkorten is, waarbij het ene uiteinde van het spanmiddel (64) aan een oprolinrichting met een automatische terugvoerinrichting (26) scharnierend verbonden is en het andere éindstuk (68) van het spanmiddel indirect of direct aan de spanner (10) te bevestigen is.   Conclusions.  EMI14.1  ---------- 1.-Tensioner () 0) with an operating part (12, 14) for an elongated clamping means (64), which is between the ends by a unidirectionally controlled operating device (22,24 , 30,40) in the form of a toothed bolt (24) (a ratchet) can be shortened commercially, one end of the tensioning means (64) being hingedly connected to a retractor with an automatic return device (26) and the other end piece (68) of the clamping device can be attached indirectly or directly to the tensioner (10). 2.-Spanner volgens konklusie I, daardoor gekenmerkt dat het spanmiddel (64) via een positioneergedeelte (18) uit de oprolinrichting (22) wordt geleid.   Tensioner according to Claim I, characterized in that the tensioning means (64) is guided out of the retractor (22) via a positioning section (18). 3.-Spanner volgens konklusie 1 of 2, daardoor gekenmerkt dat de prolinrichting als om een as (20) van de spanner (10) draaibare trommel (22) is uitgevoerd.   Tensioner according to Claim 1 or 2, characterized in that the spinning device is designed as a drum (22) rotatable about an axis (20) of the tensioner (10). 4.-Spanner volgens een van de konklusies 1 tot 3, daardoor gekenmerkt dat de terugvoerinrichting (26) een veerinrichting is.   Tensioner according to any one of claims 1 to 3, characterized in that the return device (26) is a spring device. 5.-Spanner volgens konklusie 4, daardoor gekenmerkt dat de terugvoerinrichting voorzien is van een aan de trommel (22) en/of as (20) scharnierend verbonden spiraalveer (26).   Tensioner according to claim 4, characterized in that the return device is provided with a spiral spring (26) hingedly connected to the drum (22) and / or shaft (20). 6.-Spanner volgens één van de konklusies I tot 5, daardoor gekenmerkt dat de tanden (24) van de tandgrendel aan de omtrek van tenminste één zijschijf van de trommel (22) zijn geplaatst.   Tensioner according to any one of claims 1 to 5, characterized in that the teeth (24) of the tine lock are placed on the periphery of at least one side disc of the drum (22). 7.-Spanner volgens één van de konklusies 3 tot 5, daardoor gekenmerkt dat de'bedieningsinrichting is voorzien van twee in tegengestelde richting ten opzichte van elkaar om de as (20) van de trommel (22) bewegende hefbomen (12, 14). <Desc/Clms Page number 15>   Tensioner according to any one of claims 3 to 5, characterized in that the operating device is provided with two levers (12, 14) moving in opposite directions about the axis (20) of the drum (22).  <Desc / Clms Page number 15>   8.-Spanner volgens konklusie 7, daardoor gekenmerkt dat de eerste hef- boom (12) en de tweede hefboom (14) beide voorzien zijn van een door een knop (38,28) bedienbare, bij de tandgrendel (24) behorende, grendelklink (40, 30).   8. Tensioner according to claim 7, characterized in that the first lever (12) and the second lever (14) are both provided with a locking latch, which can be actuated by the knob (38, 28) associated with the toothed bolt (24). (40, 30). 9.-Spanner volgens konklusie 8, daardoor gekenmerkt dat de knop of knoppen (28,38) voor de ingrijpingspositie in de tandgrendel (24) veerbelast zijn gelagerd.   9.-Tensioner according to claim 8, characterized in that the knob or knobs (28,38) for the engagement position in the toothed lock (24) are spring loaded. 10. - Spanner volgens één van de konklusies 7 tot 9, daardoor gekenmerkt dat tussen de hefbomen (12, 14) een drukveer (48) zit.   10. - Tensioner according to one of claims 7 to 9, characterized in that a compression spring (48) is located between the levers (12, 14). 11. - spanner volgens één van de konklusies 2 tot 10, daardoor gekenmerkt dat het positioneergedeelte (18) is uitgerust met een omkeerinrichting (54) voor het spanmiddel (64), waarbij een omkerende beweging van ongeveer 900 kan worden gemaakt.   Tensioner according to any one of claims 2 to 10, characterized in that the positioning section (18) is provided with a reversing device (54) for the tensioning means (64), whereby a reversing movement of about 900 can be made. 12. - Spanner volgens één van de konklusies 2 tot 11 daardoor gekenmerkt dat het positioneergedeelte (18) ten opzichte van de oprolinrichting (22) zwenkbaar is.   Tensioner according to any one of claims 2 to 11, characterized in that the positioning section (18) is pivotable relative to the retractor (22). 13. - Spanner volgens één van de konklusies 2 tot 12 daardoor gekenmerkt dat het positioneergedeelte (18) trapsgewijze vergrendelbaar is uitgevoerd.   13. The tensioner according to any one of claims 2 to 12, characterized in that the positioning section (18) is designed to be lockable in steps. 14.-Spanner volgens één van de konklusies 7 tot 13 daardoor gekenmerkt dat de ene hefboom (14) bij de trommel (22) is voorzien van een deze voor het grootste gedeelte omsluitend behuizingsgedeelte (16).   Tensioner according to any one of claims 7 to 13, characterized in that the one lever (14) at the drum (22) is provided with a housing part (16) enclosing it for the most part. 15.-Spanner volgens konklusie 14, daardoor gekenmerkt dat aan het behuizingsgedeelte (16) tenminste aan één zijde vergrendelingsuitsparingen (56, 58,60, 61) zitten waardoor een binnen aan het positioneergedeelte (. 18) geplaatst vergrendelingsmiddel (62) in ingrijpingspositie kan worden gebracht.   Tensioner according to claim 14, characterized in that the housing section (16) has locking recesses (56, 58, 60, 61) on at least one side, so that a locking means (62) placed inside the positioning section (. 18) can engage are being brought. 16.-Spanner volgens één van de konklusies 7 tot 15, daardoor gekenmerkt dat de hefbomen (82,84) aan hun, met betrekking tot hun gemeenschappelijke lageras (86) kortere gedeelten zijn uitgerust met tegenover elkaar liggende en tegen elkaar in bewegende snijvlakken (82b, 84b).   Tensioner according to any one of claims 7 to 15, characterized in that the levers (82, 84) on their shorter sections, with respect to their common bearing axis (86), are provided with opposing and opposing cutting surfaces ( 82b, 84b).
BE8701270A 1986-11-14 1987-11-12 Tensioner. BE1002148A5 (en)

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
DE19863638882 DE3638882A1 (en) 1986-11-14 1986-11-14 Tensioner

Publications (1)

Publication Number Publication Date
BE1002148A5 true BE1002148A5 (en) 1990-07-31

Family

ID=6313918

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE8701270A BE1002148A5 (en) 1986-11-14 1987-11-12 Tensioner.

Country Status (4)

Country Link
BE (1) BE1002148A5 (en)
CH (1) CH673614A5 (en)
DE (1) DE3638882A1 (en)
NL (1) NL189752C (en)

Families Citing this family (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR2749791B1 (en) * 1996-06-14 1998-09-18 Virax Sa VISE DEVICE, PARTICULARLY FOR HOLDING A TUBE OR THE LIKE
DE10349229B4 (en) * 2003-10-23 2013-05-29 Wolfcraft Gmbh Belt tensioner and associated jaws
DE102005025448B4 (en) * 2005-06-02 2007-03-15 Han-Ching Huang Belt tensioner

Citations (9)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE181133C (en) * 1900-01-01
FR412487A (en) * 1910-02-10 1910-07-13 Nicolas Djounkofsky Instrument for tying bundles or bales of goods by hand
GB191509197A (en) * 1915-06-22 1915-12-23 Harold Wade Improvements in or relating to Strap-tightening Implements.
FR782673A (en) * 1934-12-13 1935-06-08 Apparatus and assembly sleeve for tensioning the strapping straps and securing their superimposed ends
DE691408C (en) * 1938-10-11 1940-06-04 Otto Pannicke Clamping and sealing device
GB579517A (en) * 1944-05-10 1946-08-07 Signode Ltd Improvements in or relating to bale-tie straining tools
FR2078513A5 (en) * 1970-02-14 1971-11-05 Zenses Carl
DE2315330A1 (en) * 1972-03-28 1973-11-15 Irvin Great Britain Ltd RATCHET FOR LATCH LINKS
EP0302185A2 (en) * 1987-08-06 1989-02-08 kabelmetal electro GmbH Apparatus for applying pressure during the manufacture of a welded joint between the extremities of two thermoplastic pipes

Family Cites Families (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US2882934A (en) * 1953-09-21 1959-04-21 Gerrard & Co A J Strapping tool
DE1804293U (en) * 1959-09-19 1960-01-14 Rudolf Vogel WIRE COLLET.
CH583089A5 (en) * 1975-04-30 1976-12-31 Konrad Albert
US3998429A (en) * 1976-02-19 1976-12-21 Signode Corporation Strap tensioning tool with load-sensing handle
US4252158A (en) * 1979-07-06 1981-02-24 Fmc Corporation Strap tensioning tool
DE3114094A1 (en) * 1981-04-08 1982-10-28 Gábor 2050 Hamburg Lénárt Tightening tool

Patent Citations (9)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE181133C (en) * 1900-01-01
FR412487A (en) * 1910-02-10 1910-07-13 Nicolas Djounkofsky Instrument for tying bundles or bales of goods by hand
GB191509197A (en) * 1915-06-22 1915-12-23 Harold Wade Improvements in or relating to Strap-tightening Implements.
FR782673A (en) * 1934-12-13 1935-06-08 Apparatus and assembly sleeve for tensioning the strapping straps and securing their superimposed ends
DE691408C (en) * 1938-10-11 1940-06-04 Otto Pannicke Clamping and sealing device
GB579517A (en) * 1944-05-10 1946-08-07 Signode Ltd Improvements in or relating to bale-tie straining tools
FR2078513A5 (en) * 1970-02-14 1971-11-05 Zenses Carl
DE2315330A1 (en) * 1972-03-28 1973-11-15 Irvin Great Britain Ltd RATCHET FOR LATCH LINKS
EP0302185A2 (en) * 1987-08-06 1989-02-08 kabelmetal electro GmbH Apparatus for applying pressure during the manufacture of a welded joint between the extremities of two thermoplastic pipes

Also Published As

Publication number Publication date
NL189752B (en) 1993-02-16
CH673614A5 (en) 1990-03-30
DE3638882A1 (en) 1988-05-26
NL8702655A (en) 1988-06-01
DE3638882C2 (en) 1988-08-25
NL189752C (en) 1993-07-16

Similar Documents

Publication Publication Date Title
JP4795678B2 (en) Ratchet binding tool
US6609275B1 (en) Strap tightener with an auto-pulling device
US5551647A (en) Cable storage and feeding device
US6195848B1 (en) Slidable ratchet tensioning device and tie-down assembly
US5943742A (en) Strap tightening/loosening device
AU667087B2 (en) Strap collector
JP2000509679A (en) Tightening lock
US20100044490A1 (en) Hand held cable reel
US7258324B2 (en) Ratcheting winch with a magnetically biased pawl
US20160207440A1 (en) Large heavy duty ratchet
SE408695B (en) DEVICE FOR BODY FOR TENSIONING AND LOADING OF SLING OR LOADING
JP2007529321A (en) Cable bundling tool with variable trigger link mechanism
JP2586976B2 (en) Tension mechanism for cable tie tool
US20140345097A1 (en) Ratcheting tie-down with strap quick release feature
US8458859B2 (en) Strap tensioner and associated gripping jaws
EP1062886A1 (en) Buckle device
BE1002148A5 (en) Tensioner.
US7574805B1 (en) Rotating branch trimmer
US20030071251A1 (en) Belt reel assembly for fastening goods on a truck
US4671304A (en) Automatic hair curler
US2944788A (en) Wire stretcher
US2721037A (en) Wire winding tool
US4003551A (en) Winch-hoist
JP2594214Y2 (en) Lashing machine
JP2520603B2 (en) String breaking device for binding unit of grain culm

Legal Events

Date Code Title Description
RE Patent lapsed

Owner name: DIPL.-ING. WREDE & NIEDECKEN G.M.B.H.

Effective date: 19951130