NL9100993A - Machine voor het verwerken van halmachtige gewassen. - Google Patents

Machine voor het verwerken van halmachtige gewassen. Download PDF

Info

Publication number
NL9100993A
NL9100993A NL9100993A NL9100993A NL9100993A NL 9100993 A NL9100993 A NL 9100993A NL 9100993 A NL9100993 A NL 9100993A NL 9100993 A NL9100993 A NL 9100993A NL 9100993 A NL9100993 A NL 9100993A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
machine
crop
conditioner
conical
rollers
Prior art date
Application number
NL9100993A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Lely Nv C Van Der
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Lely Nv C Van Der filed Critical Lely Nv C Van Der
Priority to NL9100993A priority Critical patent/NL9100993A/nl
Priority to EP19920201631 priority patent/EP0524668B1/en
Priority to DE1992628506 priority patent/DE69228506T2/de
Publication of NL9100993A publication Critical patent/NL9100993A/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01DHARVESTING; MOWING
    • A01D82/00Crop conditioners, i.e. machines for crushing or bruising stalks
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01DHARVESTING; MOWING
    • A01D43/00Mowers combined with apparatus performing additional operations while mowing
    • A01D43/10Mowers combined with apparatus performing additional operations while mowing with means for crushing or bruising the mown crop

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Environmental Sciences (AREA)
  • Harvester Elements (AREA)

Description

MACHINE VOOR HET VERWERKEN VAN HALMACHTIGE GEWASSEN
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een machine voor het verwerken van halmachtige gewassen, in het bijzonder een machine die is voorzien van een kneusorgaan. In een dergelijk kneusorgaan wordt gemaaid gewas gekneusd om een snellere droging van het gemaaide gewas te bewerkstelligen. Het aldus gekneusde gewas wordt daarna in een zwad zonder samenhangende structuur afgelegd, hetgeen de hanteerbaarheid van het zwad, in het bijzonder bij het oprapen, niet ten goede komt. Overeenkomstig de uitvinding omvat de machine een kneusorgaan, waardoor althans delen van het gewas in een richting schuin op de draaiingsas van het kneusorgaan worden geperst. Op deze. wijze worden de door het kneusorgaan te voeren gewashalmen, zeker als deze voldoende lang zijn, met elkaar vervlochten en kan een zwad met een samenhangende gewasstructuur worden verkregen, waardoor dit zwad gemakkelijker hanteerbaar wordt gemaakt en minder verliezen zullen optreden bij het oprapen. Dit effect kan in het bijzonder worden gerealiseerd door het kneusorgaan uit te voeren met twee conische, met elkaar samenwerkende kneusrollen. Hierbij is het van voordeel wanneer deze conische kneusrollen met verschillende rotatiesnelheden, bijvoorbeeld met behulp van wisselwielen, aandrijfbaar zijn.
Een goede vervlechting van het gemaaide gewas kan worden verkregen wanneer, overeenkomstig de uitvinding, de machine middelen omvat, waarmee een gedeelte van de halmen verplaatsbaar is in een richting die een hoek maakt met de richting waarin een ander deel van de halmen verplaatsbaar is. Dit wordt in het bijzonder mogelijk wanneer deze middelen worden gevormd door naast en tegenover elkaar gelegen delen van de conische kneusrollen, waarvan de in de afzonderlijke kneusrollen naast elkaar gelegen delen en de tegenover elkaar gelegen delen van de verschillende conische kneusrollen een onderling tegengesteld conisch verloop bezitten in een in hoofdzaak horizontale richting dwars op de rijrichting.
Het kneusorgaan, zoals hiervoor omschreven, wordt bij voorkeur toegepast in een machine die tevens een maaibalk omvat, alsmede ten minste één gewasverplaatsingsorgaan dat draaibaar is om een ongeveer in de rijrichting gelegen as, welk gewasverplaatsingsorgaan nabij het achtereinde van de maaibalk is aangebracht. In het bijzonder wanneer twee van dergelijke gewasverplaatsingsorganen aan weerszijden achter de maaibalk en op enige afstand van de uiteinden daarvan zijn aangebracht, wordt het mogelijk dat de gewasverplaatsingsorganen het gemaaide gewas dwars op de rijrichting werpen op in de rijrichting neervallende gewashalmen in het gebied achter de maaibalk tussen de beide gewasverplaatsingsorganen. Er vindt dan reeds voor het kneuzen een zekere mate van vervlechting van de gewashalmen plaats, waardoor deze na kneuzing tussen de conische kneusrollen meer met elkaar zullen zijn verstrengeld en een zwad kan worden gevormd met een nog meer samenhangende gewasstructuur.
Volgens een ander aspect van de onderhavige uitvinding omvat de machine middelen waarmee het gewas zodanig in een zwad op de grond aflegbaar is dat onder het zwad in de rijrichting één of meer tunnelvormige ruimten ontstaan. Door het zwad op deze wijze af te leggen, wordt de droging van het gekneusde gewas verder bevorderd. Door de specifieke vorm van de conische kneusrollen is de samenhangende gewasstructuur, zoals deze uit de kneusrollen komt, zodanig dat de mogelijkheid om deze gewas structuur op de grond af te leggen met één of meer tunnelvormige ruimten potentieel reeds aanwezig is. Om een dergelijk zwad op de gewenste wijze daadwerkelijk te realiseren, is de machine bij voorkeur voorzien van tunnelvormige elementen, die zodanig zijn aangebracht dat een zwad vanuit het kneusorgaan in tunnelvorm over de tunnelvormige elementen kan worden afgelegd. Deze tunnelvormige elementen reiken dan ook in het bijzonder tot nabij de grond.
De uitvinding zal nu nader worden toegelicht aan de hand van de bijgaande figuren.
Figuur 1 toont een bovenaanzicht van een machine voor het verwerken van halmachtige gewassen overeenkomstig de uitvinding;
Figuur 2 toont een zijaanzicht van deze machine;
Figuur 3 toont op meer gedetailleerde wijze en op vergrote schaal het in figuur 1 afgebeelde bovenaanzicht van de machine overeenkomstig de uitvinding met weglating van de afdekkap van de machine;
Figuur 4 toont een doorsnede van de in figuur 3 afgebeelde machine volgens de lijn IV-IV;
Figuur 5 toont het zwad zoals dit door de machine overeenkomstig de uitvinding wordt afgelegd.
De machine volgens het weergegeven uitvoerings-voorbeeld stelt een maai-kneuzer voor met een maaibalk 1, opgebouwd uit een ondersteuningsbalk 2 en maaiorganen 3. De maaiorganen 3 zijn elk om een zich in hoogterichting.uitstrekkende draaiingsas 4 draaibaar met de ondersteuningsbalk 2 verbonden. Op de buitenste maaiorganen 3 is een gewas-geleidingstrommel 5 aangebracht. De maaibalk . is aan weerszijden voorzien van een steunplaat 6 welke zich in opwaartse richting uitstrekt. Met behulp van deze steunplaten 6· en verbindingsarmen 7 is de maaibalk 1 verbonden met een dwars op de rijrichting,, parallel aan de.maaibalk 1 verlopende drager 8. Deze drager 8 vormt met aan de uiteinden hiervan vast verbonden, naar beneden lopende balken 9 een draagraam 10. De maaibalk 1 is aan de onderzijde draaibaar met het draagraam 10 verbonden onder tussenkomst van steunelementen 11. Aan de bovenzijde is in elk van de steunplaten 6 een opening 12 aangebracht die ten opzichte van de zwenkas 13 cirkelsegmentvormig verloopt, een en ander zodanig dat de maaibalk 1 ten opzichte van de steunelementen 11 in beperkte mate kan worden verdraaid, waarbij een tussen de verbindingsarmen 7 aangebrachte as 14 door de opening 12 beweegt. Het draagraam 10 is met behulp van een tijdens bedrijf zich in de rijrichting uitstrekkende zwenkas 15> verbonden met een draagbalk 16. De draagbalk 16 is met behulp van een verticale zwenkas 17 en een steun 1*8' verbonden met een bok 19. De bok 19 is voorzien van koppelpunten 20, waarmede deze kan worden gehangen in de driepuntshefinrichting van een trekker. Tijdens normaal bedrijf is de draagbalk 16 dwars op de rijrichting gelegen, terwijl, wanneer de maaibalk 1 een sterk verhoogde tegendruk ondervindt, de maaibalk 1 met het draagraam 10 en de draagbalk 16 om de zwenkas 17 naar achteren kan bewegen tegen de druk van een verend element in een uitslag-beveiliging 21 in. Het draagraam 10 kan ten opzichte van de draagbalk 16 omhoog, in de transportstand, worden bewogen met behulp van een niet in de figuren weergegeven bedienings-cilinder. Op de draagbalk 16 is een tandwielkast 22 aangebracht, waarvan de ingaande as 23 met behulp van een kruiskoppeling kan worden aangesloten op de af takas van een trekker en waarvan een eerste uitgaande as 24 onder tussenkomst van kruiskoppelingen is aangesloten op de aandrijving voor de maaiorganen 3 in de maaibalk 1. Nabij het achtereinde van de maaibalk zijn gewasverplaatsingsorganen 25 aangebracht, welke draaibaar zijn rond een ongeveer horizontaal in de rijrichting gelegen as 26. Achter deze gewasverplaatsingsorganen 25 strekken zich met het draagraam 10 verbonden afschermingsplaten 27 uit, terwijl zich achter de maaibalk 1 en tussen de gewasverplaatsingsorganen 25 een eerste gewasgeleidingsplaat 28 uitstrekt. Deze gewas-geleidingsplaat 28 is naar achteren toe enigszins schuin oplopend aangebracht. De gewasverplaatsingsorganen 25 worden gevormd door rond de as 26 radiaal naar buiten lopende, verend aangebrachte tandenparen, een en ander zodanig dat deze gewasverplaatsingsorganen 25 de halmen van het door de buitenste maaiorganen gemaaide gewas dwars op de rijrichting werpen op de in de rijrichting neervallende halmen van het door de binnenste maaiorganen gemaaide gewas. Op deze wijze wordt een zekere mate van vervlechting van de halmen verkregen. De aldus gevormde gewasstroom, die een breedte heeft die kleiner is dan de maaibalk 1, wordt over de eerste gewasgeleidingsplaat 28 toegevoerd aan een kneusorgaan 29. Dit kneusorgaan is aangebracht tussen twee zich verticaal in de rijrichting uitstrekkende draagplaten 30, die vast zijn verbonden met de afschermingsplaten 27. Het kneusorgaan 29 omvat een eerste kneuseenheid 31, die is opgebouwd uit kneusrollen 32 en 33, en een tweede kneuseenheid 34, die kneusrollen 35 en 36 omvat.
De kneusrollen 32 en 33 zijn cilindrisch uitgevoerd, lopen onderling parallel en zijn in hoofdzaak boven elkaar aangebracht. De bovenste kneusrol 32 is aandrijfbaar aangebracht tussen de draagplaten 30 en wordt met behulp van een tweede uitgaande as 37 van de tandwielkast 22 over kruiskoppelingen rechtstreeks aangedreven. De onderste kneusrol 33 is vrij draaibaar aangebracht tussen strips 38, welke strips in scharnierpunten 39 draaibaar ten opzichte van en met de draagplaten 30 zijn verbonden. De slag die de strips 38 daarbij kunnen maken, wordt bepaald door sleufvormige uitsparingen 40 in de draagplaten 30, in welke uitsparingen de as 41 van de kneusrol 33 beweegbaar is aangebracht. Door middel van tussen de draagplaten 30 en de desbetreffende strips 38 aanwezige veerelementen 42 wordt de onderste kneusrol 33 hetzij tegen de bovenste kneusrol 32, hetzij tegen de tussen de kneusrollen 32 en 33 doorgevoerde halmen gedrukt. De met behulp van de tweede uitgaande as 37 aangedreven bovenste kneusrol 32 is aan weerszijden voorzien van een tandwielkast 43, respectievelijk 44, waarin met behulp van een conische tandwieloverbrenging de beweging van de as 37 wordt overgebracht op de draaiingsassen 26.van de gewas-verplaatsingsorganen 25. De reeds enigszins met elkaar vervlochten halmen welke over de eerste gewasgeleidingsplaat 28 aan de eerste kneuseenheid 31 worden toegevoerd, worden tussen de beide kneusrollen 32 en 33 hiervan geperst en over een achter de eerste kneuseenheid 31 aangebrachte tweede gewasgeleidingsplaat 45 toegevoerd aan de tweede kneuseenheid 34. Ook deze tweede gewasgeleidingsplaat 45 is naar achteren toe enigszins schuin oplopend aangebracht. De kneusrollen 35 en 36 van de tweede kneuseenheid 34 zijn opgebouwd uit conisch verlopende delen 46 en 47. Zowel naast elkaar gelegen delen 46 en 47 van één conische kneusrol als tegenover elkaar gelegen delen 46 en 47 van de beide kneusrollen 35 en 36 hebben een onderling-tegengesteld conisch verloop. Voorts zijn de aldus gevormde conische kneusrollen .35 en 36 zodanig ten opzichte van elkaar aangebracht dat een deel van de ene conische rol nagenoeg boven een deel met een in tegengestelde richting conisch verloop van de andere kneusrol is gelegen, en wel op zodanig geringe afstand dat de beide conische kneusrollen 35 en 36 in elkaar grijpen en een, in de rijrichting gezien, zig-zagvormige spleet tussen beide rollen te zien geven, door welke spleet de uit de eerste kneuseenheid 31 komende gewasstroom wordt geleid. Door het conisch verloop worden althans delen van het gewas in een richting schuin op de draaiingsas van de kneusrollen 35 en 36 geperst. Doordat naast elkaar gelegen delen 46 en 47 van een conische kneusrol een tegengesteld conisch verloop bezitten, is een gedeelte van de halmen verplaatsbaar in een richting die een hoek maakt met de richting waarin een ander deel van de halmen verplaatsbaar is. Het reeds enigermate aan de ingang van de tweede kneuseenheid 34 vervlochten gewas wordt na doorvoer door de kneusrollen 35 en 36 verder met elkaar vervlochten, zodat de uit de tweede kneuseenheid 34 komende gewasstroom een relatief sterke onderling samenhangende structuur bezit. Aangezien de tweede gewasgeleidingsplaat 45 tot aan de onderste conische kneusrol 36 loopt, is de achterzijde van deze gewasgeleidingsplaat 45 voorzien van een profiel -dat overeenkomt met dat van de onderste conische kneusrol 36. De bovenste kneusrol 35 is aangebracht tussen een strip 48 aan de ene zijde en een kettingkast 49 aan de andere zijde. De strip 48 en de kettingkast 49 zijn draaibaar ten opzichte van de draagplaten 30 aangebracht, en wel in draaiingspunten die samenvallen met de hartlijn van de bovenste rol 32 van de eerste kneuseenheid 31. In de kettingkast 49 is een aandrijfketting 50 aangebracht rond een eerste, rond de as van de kneusrol 32 aangebracht tandwiel 51 en een tweede, rond de as van de kneusrol 35 aangebracht tandwiel 52. De as van de kneusrol 35 is beweegbaar in een in de draagplaten 30 aangebrachte sleufvormige opening 53. Achter en tussen de draagplaten 30 is aan de onderzijde een door de draagplaten 30 heen aangebrachte verbindingsbalk 54 aanwezig, aan elk van de uiteinden waarvan een hoekstuk 55 is aangebracht. Tussen een hoekstuk 55 en een aangrijpingspunt van de strip 48, respectievelijk de tandwielkast 49 is een veer 56 aangebracht, welke ervoor zorgt dat de as van de bovenste kneusrol 35 van de tweede kneuseenheid 34 naar de laagste positie in de sleuf vormige opening 53 in de draagplaten 30 wordt getrokken. Op deze wijze wordt de bovenste kneusrol 35 tegen de onderste kneusrol 36 of tegen de tussen de kneusrollen 35 en 36 heen doorgevoerde gewashalmen gedrukt. Tussen de genoemde verbindingsbalk 54 en de beide naar beneden lopende balken 9 zijn verder schoren 57 aangebracht, terwijl de machine aan de bovenzijde is voorzien van een de kneusrollen 35 en 36 grotendeels afdekkende, vast tussen de draagplaten 30 aangebrachte beschermingsplaat 58 (in figuur 3 weggenomen). De aandrijving van de onderste kneusrol 36 van de tweede kneuseenheid 34 geschiedt vanuit de tandwielkast 44. Deze aandrijving omvat een tandwiel 59 dat is aangebracht rond de as van de bovenste kneusrol 32 van de eerste kneuseenheid 31, alsmede hierdoor achtereenvolgens aangedreven tandwielen 60 en 61; om de as van het laatste tandwiel 61 is een eerste wisselwiel 62 aangebracht dat samenwerkt met een rond de as van de onderste kneusrol 36 van de tweede kneuseenheid 34 aan gebracht tweede wisselwiel 63. Door de beide wisselwielen 62 en 63 onderling te verwisselen, kan de onderste kneusrol 36 met twee verschillende snelheden worden aangedreven. Zo is het derhalve mogelijk de beide kneusrollen 35 en 36 zowel met dezelfde snelheid aan te drijven dan wel met verschillende snelheden. Aansluitend op de onderste kneusrol 36 van de tweede kneuseenheid 34 zijn vast met de verbindingsbalk 54 verbonden tunnelvormige elementen 64 aanwezig. Deze tunnelvormige elementen 64 sluiten aan op die delen van de onderste kneusrol 36 die de grootste diameter bezitten en lopen vandaar schuin achterwaarts en omlaag tot nabij de grond, een en ander zodanig dat zij de in zig-zagvorm uit de spleet tussen de beide rollen 35 en 36 komende gewasstroom in deze zig-zagvorm ondersteunen en naar de grond geleiden tijdens de voorwaartse beweging van de machine, zodat de gewasstroom uiteindelijk wordt afgelegd in een zwad als’afgebee'ld in'figuur 5.' Het’in -dit- zwad’-^afgelegde gewas heeft een sterk samenhangende structuur als gevoTgrvan'de vorm van de conische kneusrollen 35 en 36 en kan door.de holle ruimten die tijdens het afleggen tussen het zwad en de grond waarop het zwad wordt afgelegd relatief snel drogen, terwijl het gemakkelijk hanteerbaar is voor bijvoorbeeld opraapwagens. De machine is voorts voorzien van wielen 65 welke aan weerszijden met behulp van steunplaten 66 met het draagraam 10 of, zoals aangegeven in de figuren, met de afschermingsplaten 27 zijn verbonden.
De uitvinding heeft niet alleen betrekking op het hiervoor beschreven uitvoeringsvoorbeeld, doch tevens op alle details, al dan niet beschreven, van de bijgaande figuren en zoals aangegeven in de bijgaande conclusies. Hierbij zij opgemerkt dat het mogelijk is om de machine niet als maaier-kneuzer uit te voeren, doch bijvoorbeeld alleen als kneus-machine, waarbij dan weer volstaan zou kunnen worden met alleen toepassing van de tweede kneuseenheid 34. Anderzijds kan een machine met de tweede kneuseenheid 34, dat wil zeggen een machine met conische kneusrollen, ook worden geïncorporeerd in andere machines dan maaimachines. Evenzo zouden de gewasverplaatsingsorganen 25 weggelaten kunnen worden, alhoewel die in samenwerking met een maaibalk toch reeds voor een eerste vervlechting van de te kneuzen gewasstroom zorg dragen. Bij al deze toepassingsmogelijkheden en denkbare uitvoeringsvoorbeelden dient echter het gebruik van conische kneusrollen centraal te staan.

Claims (22)

1. Machine voor het verwerken van halmachtige gewassen, met het kenmerk, dat de machine een kneusorgaan omvat, waardoor althans delen van het gewas in een richting schuin op de draaiingsas van het kneusorgaan worden geperst.
2. Machine volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het kneusorgaan een eerste kneuseenheid met conische rollen omvat.
3. Machine volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat het kneusorgaan een tweede kneuseenheid met cilindrische rollen omvat.
4. Machine volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de tweede kneuseenheid, gezien in de rijrichting van de machine, vóór de eerste kneuseenheid is aangebracht.
5. Machine volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het kneusorgaan twee conische, met elkaar samenwerkende kneusrollen omvat, die met verschillende rotatiesnelheden aandrijfbaar zijn.
6. Machine voor het verwerken van halmachtige gewassen, met het kenmerk, dat de machine is voorzien van een kneusorgaan, dat twee conische, met elkaar samenwerkende kneusrollen omvat, die met verschillende rotatiesnelheden aandrijfbaar zijn.
7. Machine volgens conclusie 5 of 6, met het kenmerk, dat de twee conische kneusrollen door wisselwielen met twee verschillende rotatiesnelheden aandrijfbaar zijn.
8. Machine volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de machine middelen omvat, waarmee een gedeelte van de halmen verplaatsbaar is in een richting, die een hoek maakt met de richting waarin een ander deel van de halmen verplaatsbaar is.
9. Machine voor het verwerken van halmachtige gewassen, met het kenmerk, dat de machine middelen omvat, waarmee een gedeelte van de halmen verplaatsbaar is in een richting, die een hoek maakt met de richting waarin een ander deel van de halmen verplaatsbaar is.
10. Machine volgens conclusie 8 en 9, met het kenmerk. dat de middelen worden gevormd door naast en tegenover elkaar gelegen delen van de conische kneusrollen, waarvan de in de afzonderlijke kneusrollen naast elkaar gelegen delen en de tegenover elkaar gelegen delen van de verschillende conische kneusrollen een onderling tegengesteld conisch verloop bezitten in een in hoofdzaak horizontale richting dwars op de rijrichting.
11. Machine volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat de conische kneusrollen zodanig ten opzichte van elkaar zijn aangebracht dat een deel van de ene conische rol nagenoeg boven een deel met een in tegengestelde richting conisch verloop van de andere conische rol is gelegen.
12. Machine volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de machine een maaibalk omvat, alsmede ten minste één gewasverplaatsingsorgaan dat draaibaar is om een ongeveer in de rijrichting gelegen as, welk gewasverplaatsingsorgaan nabij het achtereinde van de maaibalk is aangebracht.
13. Machine voor het verwerken van halmachtige gewassen, met het kenmerk, dat de machine een maaibalk omvat alsmede ten minste één gewasverplaatsingsorgaan dat draaibaar is om een ongeveer in de rijrichting gelegen as, welk gewasverplaatsingsorgaan nabij het achtereinde van de maaibalk is aangebracht.
14. Machine volgens conclusie 12 of 13, met het kenmerk, dat de machine is voorzien van twee gewas-verplaatsingsorganen, die draaibaar zijn om een ongeveer in de rijrichting gelegen as die aan weerszijden van de maaibalk achter de maaibalk en op enige afstand van de uiteinden daarvan zijn aangebracht.
15. Machine volgens een der conclusies 12 - 14, met het kenmerk, dat een gewasverplaatsingsorgaan zodanig is uitgevoerd, dat dit gewashalmen werpt dwars op de in de rijrichting neervallende gewashalmen.
16. Machine volgens conclusie 15, met het kenmerk, dat het kneusorgaan zodanig achter de maaibalk en een gewasverplaatsingsorgaan is aangebracht dat de in de rijrichting neervallende gewashalmen met de dwars op de rijrichting op deze neervallende gewashalmen na kneuzing vast met elkaar zijn verstrengeld.
17. Machine volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de machine middelen omvat waarmee het gewas zodanig in een zwad op de grond aflegbaar is dat onder het zwad in de rijrichting een of meer tunnelvormige ruimten ontstaan.
18. Machine voor het verwerken van halmachtige gewassen, met het kenmerk, dat de machine middelen omvat waarmee het gewas zodanig in een zwad op de grond aflegbaar is dat onder het zwad in de rijrichting een of meer tunnelvormige ruimten ontstaan.
19. Machine volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de machine is voorzien van tunnelvormige elementen, die zodanig zijn aangebracht, cdatJiei.. zwad vanuit de conische kneusrollen in tunnelvorm· over" 'de- tunnelvormige elementen wordt afgelegd.
20. Machine voor het verwerken van halmachtige gewassen, met het kenmerk, dat de machine is voorzien van een kneusorgaan en tunnelvormige elementen, die zodanig zijn aangebracht dat een zwad vanuit het kneusorgaan in tunnelvorm over de tunnelvormige elementen kan worden afgelegd.
21. Machine volgens conclusie 19 of 20, met het kenmerk, dat de tunnelvormige elementen vanuit de machine tot nabij de grond reiken.
22. Machine volgens een of meer der voorgaande conclusies en/of zoals weergegeven in de bijgaande beschrijving met tekeningen.
NL9100993A 1991-06-10 1991-06-10 Machine voor het verwerken van halmachtige gewassen. NL9100993A (nl)

Priority Applications (3)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL9100993A NL9100993A (nl) 1991-06-10 1991-06-10 Machine voor het verwerken van halmachtige gewassen.
EP19920201631 EP0524668B1 (en) 1991-06-10 1992-06-05 A machine for processing haulm-like crops
DE1992628506 DE69228506T2 (de) 1991-06-10 1992-06-05 Maschine zum Bearbeiten von halmähnlichen Gewächsen

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL9100993 1991-06-10
NL9100993A NL9100993A (nl) 1991-06-10 1991-06-10 Machine voor het verwerken van halmachtige gewassen.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL9100993A true NL9100993A (nl) 1993-01-04

Family

ID=19859347

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL9100993A NL9100993A (nl) 1991-06-10 1991-06-10 Machine voor het verwerken van halmachtige gewassen.

Country Status (3)

Country Link
EP (1) EP0524668B1 (nl)
DE (1) DE69228506T2 (nl)
NL (1) NL9100993A (nl)

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CN109005928A (zh) * 2018-09-03 2018-12-18 东北农业大学 玉米秸秆田间捡拾粉碎均布还田专用机

Families Citing this family (9)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE4324686A1 (de) * 1993-07-22 1995-01-26 Franz Simon Verfahren und Vorrichtung zum Aufbereiten von Halmgut
DE4327592A1 (de) * 1993-08-17 1995-02-23 Kloeckner Humboldt Deutz Ag Erntemaschine zur Grünfutteraufbereitung
DE4331648A1 (de) * 1993-09-17 1995-03-23 Kloeckner Humboldt Deutz Ag Erntemaschine, insbesondere Mähdrescher, bei der am rückwärtigen Ende eine Aufbereitungseinrichtung angeordnet ist
DE4344585A1 (de) * 1993-12-24 1995-06-29 Kloeckner Humboldt Deutz Ag Vorrichtung zur Halmgutaufbereitung
DE10151246B4 (de) * 2001-10-17 2005-10-27 Stefan Dornseifer Nachzerkleinerungseinrichtung für einen Häcksler
US8434290B2 (en) 2007-09-13 2013-05-07 Macdon Industries Ltd. Rotary disk crop harvesting header with an auger for transferring the crop
US8006469B2 (en) 2007-09-13 2011-08-30 Macdon Industries Ltd Crop harvesting header with rotary disks and impellers for transferring the crop inwardly to a discharge opening
US7726108B1 (en) 2009-01-14 2010-06-01 Agco Corporation Wide cut rotary harvester having cut crop feeder mechanism
CA2706706C (en) 2009-07-08 2014-05-27 Macdon Industries Ltd. Rotary disk crop harvesting header with an auger for transferring the crop

Family Cites Families (7)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE2235041A1 (de) * 1972-07-17 1974-01-31 Krone Bernhard Gmbh Maschf Kreiselmaehwerk mit stengelquetschvorrichtung
SU919632A1 (ru) * 1980-08-05 1982-04-15 Vozovik Igor S Косилка
US4446678A (en) * 1980-09-24 1984-05-08 Smith Teddy V Material processing machinery
SU1007595A1 (ru) * 1981-07-02 1983-03-30 Казанский Сельскохозяйственный Институт Им.Горького Косилка
NL8400818A (nl) * 1984-03-15 1985-10-01 Lely Nv C Van Der Maaimachine.
DE3512300C2 (de) * 1985-04-04 1994-03-03 Eggenmueller Alfred Verfahren und Vorrichtung zum Aufbereiten von Halmgut
FR2617003B1 (fr) * 1987-06-26 1991-06-28 Kuhn Sa Faucheuse-conditionneuse perfectionnee

Cited By (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CN109005928A (zh) * 2018-09-03 2018-12-18 东北农业大学 玉米秸秆田间捡拾粉碎均布还田专用机
CN109005928B (zh) * 2018-09-03 2021-04-30 东北农业大学 玉米秸秆田间捡拾粉碎均布还田专用机

Also Published As

Publication number Publication date
EP0524668A2 (en) 1993-01-27
EP0524668A3 (en) 1993-04-14
DE69228506T2 (de) 1999-10-07
DE69228506D1 (de) 1999-04-08
EP0524668B1 (en) 1999-03-03

Similar Documents

Publication Publication Date Title
DE102010040870B4 (de) Sich hin- und herbewegende Messeranordnung für ein landwirtschaftliches Gerät
US3979889A (en) Freely rotatable shield for rotary mower
EP0092805B1 (de) Mähdrescher
DE2424377A1 (de) Scheibenmaeher
US3772865A (en) Drum type mower
CA2313579C (en) Self-propelled mowing vehicle and conveyor
NL9100993A (nl) Machine voor het verwerken van halmachtige gewassen.
EP1111985A1 (de) Vorrichtung zum ernten von landwirtschaftlichem halmgut
EP0934690B1 (de) Schwadeinrichtung
DE10138445A1 (de) Vorrichtung mit einem Aufnehmer, einem Förderer und einem Anschlussmittel zur Verbindung mit einem Fahrzeug
US6421994B1 (en) Mowing implement
DE69332279T2 (de) Kombination von Mähmaschinen für Gewächs
NL193967C (nl) Machine voor het zijwaarts verplaatsen van op de grond liggend gewas.
DE19620063C2 (de) Aufhängung und Antriebsanordnung für ein- oder beidseitig an einem Trägerfahrzeug angebrachte Arbeitsaggregate
GB2098046A (en) Mower-conditioners
DE3604691A1 (de) Maehwerk mit querfoerderband
EP0558436B1 (en) Mower for harvesting grass crops
DE2905478C2 (nl)
NL8204270A (nl) Landbouwmachine.
DE3033299C2 (de) Antrieb für eine Schneidvorrichtung
EP2055174B1 (de) Selbstfahrende landwirtschaftliche Erntemaschine
DE2001374A1 (de) Maehwerk
EP3058804B1 (de) Heuwerbungsmaschine
EP0262743A1 (en) A mowing machine
NL8602125A (nl) Landbouwmachine voor het bewerken van gewas.

Legal Events

Date Code Title Description
A1B A search report has been drawn up
BV The patent application has lapsed