NL9002268A - Inbraakvrije inrichting voor voertuig. - Google Patents

Inbraakvrije inrichting voor voertuig. Download PDF

Info

Publication number
NL9002268A
NL9002268A NL9002268A NL9002268A NL9002268A NL 9002268 A NL9002268 A NL 9002268A NL 9002268 A NL9002268 A NL 9002268A NL 9002268 A NL9002268 A NL 9002268A NL 9002268 A NL9002268 A NL 9002268A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
key
tubular member
proof device
burglary
magnetic
Prior art date
Application number
NL9002268A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Kyoyasu Wake
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Kyoyasu Wake filed Critical Kyoyasu Wake
Publication of NL9002268A publication Critical patent/NL9002268A/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B60VEHICLES IN GENERAL
    • B60RVEHICLES, VEHICLE FITTINGS, OR VEHICLE PARTS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • B60R25/00Fittings or systems for preventing or indicating unauthorised use or theft of vehicles
    • B60R25/01Fittings or systems for preventing or indicating unauthorised use or theft of vehicles operating on vehicle systems or fittings, e.g. on doors, seats or windscreens
    • B60R25/04Fittings or systems for preventing or indicating unauthorised use or theft of vehicles operating on vehicle systems or fittings, e.g. on doors, seats or windscreens operating on the propulsion system, e.g. engine or drive motor
    • YGENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y10TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC
    • Y10TTECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER US CLASSIFICATION
    • Y10T70/00Locks
    • Y10T70/70Operating mechanism
    • Y10T70/7051Using a powered device [e.g., motor]
    • Y10T70/7062Electrical type [e.g., solenoid]
    • Y10T70/7068Actuated after correct combination recognized [e.g., numerical, alphabetical, or magnet[s] pattern]
    • Y10T70/7073Including use of a key
    • Y10T70/7079Key rotated [e.g., Eurocylinder]

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Lock And Its Accessories (AREA)

Description

Inbraakvrije inrichting voor voertuig.
De uitvinding heeft betrekking op een inbraakvrije inrichting voor een voertuig.
Als een bekende inrichting van deze soort is er een uitvoering onthuld in bijvoorbeeld de ter inzage gelegde Japanse octrooiaanvrage Nr. 5621/89. Deze uitvoering omvat in wezen een sleutelschakeleenheid met een sleutelschakelaar, aangebracht in een stuurkolom aan het voertuig, een regeleenheid voor het regelen van het starten van een motor, en een sleuteleenheid, uitgevoerd om te worden ingestoken in de sleutelschakeleenheid, teneinde het mogelijk te maken dat de motor wordt gestart.
De bovengenoemde uitvoering heeft evenwel de volgend nadelen.
In de sleuteleenheid en de regeleenheid zijn zenders geïncorporeerd, die elk respectievelijk een CPU voor het memoriseren van een stel specifieke codes voor elk voertuig omvatten. Zodoende zijn dergelijke eenheden in hun geheel van gecompliceerde constructie.
Elke sleuteleenheid heeft daarin opgenomen een CPU, een lichtemitterend element, een aantal contacten, enz., en deze elektronische elementen zijn op gecompliceerde wijze in de sleuteleenheid gecombineerd. Om deze reden bestaat er een grote kans, dat de sleuteleenheid buiten bedrijf geraakt.
Indien de sleuteleenheid zelf buiten bedrijf geraakt is, kan zich het ongemak voordoen, dat de motor niet kan worden gestart op enige wijze met behulp van de sleutel.
Met de bovengenoemde nadelen van de bekende techniek voor ogen, is het een doel van de uitvinding om een inbraakvrije inrichting voor een voertuig te verschaffen, welke voorkomt, dat een motor wordt gestart met valse of illegale middelen zoals een duplicaatsleutel of rechtstreeks met elkaar verbinden van elektrische draden enz. De uitvinding kan het ongemak elimineren, dat de motor niet kan worden gestart vanwege problemen in de sleutel zelf en/of problemen in het sleutelcilinderslot.
Een inbraakvrije inrichting voor een voertuig volgens de uitvinding omvat een juiste magneetsleutel, uitgevoerd om te worden ingestoken in een sleutelcilinderslot voor een voertuig, een schakelaarorgaan, aangebracht in het sleutelcilinderslot, welke schakelaar wordt geopend en gesloten in reactie op het insteken en wegtrekken van de magneetsleutel, en ingangssignaalonderscheidings-middelen voor het afsnijden van uitgangssignalen aan elementen, die wezenlijk zijn voor de werking van een motor van een voertuig in het geval van een sleutel, verschillend van de juiste magneetsleutel, onder gebruikmaking van een vermogensvoedingssignaal, geleverd van een vermogensvoeding via het schakelaarorgaan.
In een andere uitvoering is er voorzien in een centrale verwerkingseenheid (CPU) werkzaam om te onderscheiden tussen de aanwezigheid en afwezigheid van vermogensvoe-dingssignalen, respectievelijk geleverd vanaf een aantal schakelaarorganen, aangebracht in het sleutelcilinderslot voor het afgeven van uitgangssignalen voor het voeden van elementen, die essentieel zijn voor de werking van de voertuigmotor alleen dan, wanneer de bovengenoemde juiste magneetsleutel is ingestoken in het sleutelcilinderslot.
De uitvinding zal nader worden toegelicht aan de hand van uitvoeringsvoorbeeld onder verwijzing naar de tekeningen, waarin:
De fig.1-14 een eerste uitvoering tonen van de uitvinding, waarbij meer in het bijzonder fig.l een model-aanzicht is van de inrichting van de eerste uitvoering van de uitvinding;
De fig.2-5 schematische verklarende aanzichten zijn, waarin essentiële delen van de uitvinding getoond zijn;
De fig.6 en 7 verklarende aanzichten zijn, waarin schakelaarorganen van de uitvinding getoond zijn,
Fig.8 een elektrisch schakelschema is van de eerste uitvoering,
De fig.9-14 verklarende aanzichten zijn, waarin verschillende modificaties van de eerste uitvoeringsvorm getoond zijn,
De fig.15-20 een tweede uitvoering tonen van de uitvinding, waarbij meer in het bijzonder fig.15 een modelaanzicht is, waarin een inrichting getoond is van de tweede uitvoering,
De fig.16-19 schematische verklarende aanzichten zijn, waarin essentiële onderdelen van de tweede uitvoering getoond zijn, en
Fig.20 een elektrisch schakelschema is van de tweede uitvoeringsvorm, getoond in fig.15.
Er zullen nu voorkeursuitvoeringen van de uitvinding in detail worden beschreven met verwijzing naar de tekeningen.
De fig.1-14 tonen een eerste uitvoeringsvorm van de uitvinding.
In fig.l is met verwijzingscijfer 1 een sleutel-cilinderslot aangegeven, dat een deel vormt van een ont-stekingsspoel of een sleutelschakelaar IA voor een schakelaar, aangebracht op de stuurkolom van een auto. Dit sleutelcilinderslot 1 is opgebouwd bijvoorbeeld zoals getoond in de fig.2-5.
Daarbij geeft verwijzingscijfer 2 een buitenste buisvormig orgaan aan met een voorbepaalde lengte. Een buitenopening 3 en een binnenopening 4, die met elkaar in verbinding staan en elkaar snijden, zijn aangebracht in het buitenste buisvormige orgaan 2 vanaf een geschikt gedeelte van het buitenomtreksgedeelte in de radiale richting. In deze uitvoering zijn twee penetratie-openingen, elk bestaande uit een buitenopening 3 en een binnenopening 4 gevormd met een vereist interval over de lengte van het buitenste huisorgaan 2.
Het verwijzingscijfer 5 geeft een binnenste buisvormig orgaan aan, dat over een voorvastgesteld hoekbereik roteerbaar is opgenomen in het buitenste buisvormige orgaan 2. Groeven 6 van een geschikte grootte zijn gevormd aan gedeelten, die corresponderen met de bovengenoemde penetratieopeningen van het buitenomtrekgedeelte van het binnenste buisvormige orgaan 5. Aan het centrale gedeelte van het binnenste buisvormige orgaan 5 is een sleutelgat 8, corresponderende met een sleutellichaam 7 van een magneetsleutel 7, getoond in fig.4, aangebracht.
Het verwijzingscijfer 9 geeft beweegbare ob-structieelementen aan, elk opgenomen binnen zowel de binnenopening 4 van het buitenste buisvormige orgaan 2 en de groef 6 van het binnenste buisvormige orgaan 5. Bij deze uitvoering worden een aantal magneetpentuime-laars 9a en 9b gebruikt. Elk beweegbaar obstructieelement 9 is voorgespannen naar de groef 6 van het binnenste buisvormige orgaan door middel van een veerorgaan 10 met een relatief zwakke veerkracht, aangebracht in de binnenopening 4 van het buitenste buisvormige orgaan in een vergrendelde toestand of voordat de magneetsleutel 7 is ingestoken. Deze magneetsleutel 7 bestaat uit een sleutellichaam 7a, dat wordt ingestoken in het sleutelgat, en een sleutelhoudgedeelte 7b, integraal gevormd met het sleutellichaam 7a. Zoals getoond in fig.4, zijn een aantal magneten gl en g2 ingebed aan de bovenzijgedeelte van het sleutellichaam 7a met voorbepaalde onderlinge afstand daartussen. De polariteiten van deze plurale magneten gl en g2 kunnen facultatief worden gecombineerd.
Met het verwijzingscijfer 11 is een schakelorgaan aangegeven, dat is aangebracht in het sleutelcilinder-slot 1 van de sleutelschakelaar IA voor een ontstekings-schakelaar, en dat wordt geopend en gesloten in afhankelijkheid van het insteken in het sleutelgat 8 van de magneetsleutel 7 en het verwijderen van de sleutèl daaruit. Bij deze uitvoering, zoals getoond in fig.4, is hiertoe voorzien in een magnetisch gevoelige schakelaar 11, welke detecteert, dat het beweegbare obstructieelement 9 omhoog springt tegen de veerkracht van het veerorgaan 10 uit de groef 6 van het binnenste buisvormige orgaan door insteken van de magneetsleutel 7 en dicht bij de schakelaar komt, waardoor de magnetisch gevoelige schakelaar 11 in een gesloten' toestand wordt gebracht. Als magnetisch gevoelige schakelaar 11 kan bijvoorbeeld worden gebruikt een schakelorgaan 11A, bestaande uit een vast contactstuk 11a als een vast contact en een beweegbare contactstuk 11b als een beweegbaar contact, zoals getoond in fig.6, of een magnetisch gevoelige tongschakelaar 11B, zoals getoond in fig.7.
Bij deze uitvoering zijn schakelorganen 11, welke een magnetisch gevoelige schakelaar gebruiken, op geschikte wijze geassembleerd in een aantal buitenopeningen 3 van het buitenste buisvormige orgaan 2, zoals getoond respectievelijk in fig.2-4. Respectievelijke schakelorganen 11 en 11 zijn in serie verbonden en worden beschermd door een afdekorgaan (niet getoond).
Het verwijzingscijfer 12 geeft ingangssignaal-onderscheidingsmiddelen aan, werkzaam voor het afsnijden van uitgangssignalen voor het voeden van elementen, essentieel voor de werking van een voertuig, in het geval, dat een ander sleutel dan de juiste magneetsleutel wordt ingestoken in het sleutelgat. Als ingangssignaaldiscrimi-natiemiddel 12 kan bijvoorbeeld een EN-schakeling worden gebruikt.
Bij deze uitvoering, zoals getoond in fig.8, is de EN-schakeling 12 verbonden tussen het schakelorgaan van het sleutelcilinderslot 1 en een regeleenheid 14, welke een hoofd CPU 13 omvat, zoals getoond in fig.l, voor het regelen van de aandrijving van de motor. Eén ingangsklem van de EN-schakeling 12 is verbonden met de zijde van het schakelorgaan 11, en de andere ingangsklem ervan is verbonden met de aansluitzijde van de ont-stekingsspoel of de ontstekingsschakelaar. Verder is de uitgangsklem van de EN-schakeling 12 verbonden met de ingangsklem van de hoofd CPU 13.
Met het verwijzingscijfer 15 is een brandstof-inspuitingseenheid aangegeven, met verwijzingscijfer 16 een motorontstekingseenheid, en verwijzingscijfer 17 geeft respectievelijk essentiële elementen zoals een condensator aan. Deze onderdelen zijn verbonden met de CPU 13 van de regeleenheid 14 respectievelijk. Zo lang de uitgangen van de bovengenoemde essentiële voedings-elementen niet worden geleverd aan de motor, werkt de motor niet. Verder geeft het verwijzingscijfer 18 een essentieel element aan zoals een brandstofinspuitings- pomp, verbonden tussen de EN-schakeling en de regeleenheid 14 voor het voertuig in het bijzonder in het geval van een dieselmotor. Zo lang dit element niet wordt geactiveerd, kan de motor niet werken.
In toevoeging geeft, zoals getoond in de fig.l en 8, het verwijzingscijfer 19 een startermotor aan, verbonden tussen de sleutelschakelaar IA en de magneet-schakelaar, en geactiveerd door rotatie van de magneet-sleute1 7 onder gebruikmaking van de accu 20, gemonteerd in het voertuig als vermogensvoeding.
In de boven gegeven constructie van de eerste uitvoering, zoals getoond in fig.2 en 3, zijn, voordat de magneetsleutel 7 wordt ingestoken in het sleutelgat 8 van het sleutelcilinderslot 1, een aantal magneetpen-tuimelaars 9a en 9b, elk dienende als een beweegbaar obstructieelement, door de veerorganen 10 wegdrukt, zodat zij geplaatst zijn binnen de groeven 6, en een aantal magnetisch gevoelige schakelaars 11, elk dienende als een schakelorgaan, zijn respectievelijk in open toestand.
Daarentegen, zoals getoond in de fig.4 en 5, worden, wanneer de juiste magneetsleutel 7 is ingestoken in het sleutelgat 8 van het sleutelcilinderslot 1, magnetische krachten van de magneten gl en g2, ingebed in de magneetsleutel 7, uitgeoefend op corresponderende magneetpentuimelaars 9a en 9b, die respectievelijk dezelfde polariteit hebben. Als gevolg springen de magneetpentuimelaars 9a en 9b naar boven tegen de veerkracht van de veerorganen 10 uit de groeven 6, en komen dicht bij de magnetisch gevoelige schakelaars 11 respectievelijk. Zodoende detecteren de respectievelijke magnetisch gevoelige schakelaars 11 dergelijke veranderingen, en worden respectievelijk in een gesloten toestand gebracht. Als gevolg wordt een vermogensvoedingssignaal geleverd vanaf de accu 20, gemonteerd in het voertuig, als vermogensvoeding aan de EN-schakeling 12 via deze magnetisch gevoelige schakelaars 11.
Er dient te worden opgemerkt, dat, zo lang de magneetsleutel is ingestoken in het sleutelgat, zelfs indien de magneetsleutel 7 roteerbaar wordt bewogen, de bovengenoemde gesloten toestand wordt aangehouden, aangezien de respectievelijke magneetpentuimelaars 9a en 9b worden gedragen op het buitenomtreksvlak van het binnenste buisvormige orgaan 5.
Een uitgangssignaal, voortgebracht als gevolg van het feit, dat de magneetsleutel 11 roterend wordt bewogen, zodat de sleutelschakelaar IA gaat door de "AAN" stand, getoond in fig.8, wordt ingevoerd aan de EN-schakeling 12. Deze EN-schakeling 12 onderscheidt, dat beide signalen tegelijk worden ingevoerd voor het afgeven van een uitgangssignaal aan de regeleenheid 14 voor de motor. Zodoende drijft en regelt de regeleenheid 14 de ontstekings-eenheid 16, de brandstofinspuiteenheid 15 voor de motor, en dergelijke om de startermotor 19 in de stand "ST” te zetten, waardoor de startermotor 19 wordt geroteerd en de motor gestart.
In het geval, dat een andere sleutel dan de juiste magneetsleutel 7 wordt ingestoken in het sleutelgat 8 van het sleutelcilinderslot 1, beweegt het beweegbare obstructieelement 9 niet helemaal, of springen niet alle magneetpentuimelaars 9a en 9b omhoog. Als gevolg wordt de magnetisch gevoelige schakelaar 11 niet volledig in een gesloten stand gebracht, of worden alle magnetisch gevoelige schakelaars 11 niet in een gesloten stand gebracht. Dienovereenkomstig wordt geen vermogensvoedingssignaal afgegeven vanaf de vermogensvoeding 20 aan de EN-schakeling 12 via het schakelorgaan 11. Daardoor wordt, zelf indien een procedure wordt ondernomen voor het roteren van de magneetsleutel 7 om de startmotor 19 te starten, geen uitgangssignaal geleverd vanaf de EN-schakeling 12 aan de regeleenheid 14, met als gevolg, dat de motor niet start.
Een verschillende, gemodificeerde uitvoering van de bovengenoemde eerste uitvoering van de uitvinding zal nu worden beschreven. Dezelfde of overeenkomstige verwijzingscijfers zijn toegekend aan dezelfde onderdelen als die van de eerste uitvoering respectievelijk, en de herhaalde uitleg daarvan zal worden weggelaten.
In de uitvoering getoond in de fig.9 tot 14, verschilt de constructie van een sleutelcilinderslot la van die van de boven beschreven uitvoering van de uitvinding in het volgende.
Namelijk, het verwijzingscijfer 1B geeft een sleutelschakelaar aan voor een ontstekingsschakelaar en verwijzingscijfer la een sleutelcilinderslot. Dit sleutelcilinderslot la omvat in wezen een buitenste buisvormig orgaan 2a, een binnenste buisvormig orgaan 5a, roteerbaar aangebracht binnen het buitenste buisvormige orgaan 2a, en drijverpennen 26, uitgevoerd voor het wegdrukken van beweegbare pennen 25, aangebracht in het buitenste buisvormige orgaan 2a, en aangebracht in het binnenste buisvormige orgaan 5a, door middel van veer-organen 10a in een radiale richting van het sleutelgat 8a voor een magneetsleutel 7a te allen tijde. Op geschikte delen van geringe dikte van het buitenste buisvormige orgaan 2a zijn een aantal penetratieopeningen 27 gevormd, zo uitgevoerd, dat een aantal magnetisch gevoelige schakelaars 11a, elk dienende als een schakelorgaan, daarin kan worden aangebracht.
Zoals te zien in fig.ll, omvat de juiste gecodeerde magneetsleutel 7A bij deze uitvoering zowel mechanische als magnetische codering. De bovenrand van de sleutel heeft uitgesneden gedeelten, die corresponderen met de speciale lengtes van beweegbare pennen 25. De bodemrand van de sleutel heeft een aantal magneten gl en g2 ingebed in de sleutel. De polariteiten van deze magneten zijn zodanig gekozen, dat wordt samengewerkt met de magnetisch gevoelige schakelaars 11c (SI) en 11C (S2) . Er valt in te zien, dat, op.dat een sleutel juist werkt bij deze uitvoering, zij zowel mechanisch als magnetisch juist moet zijn gecodeerd.
Een verder verschillend punt is, dat, zoals getoond in de fig.13 en 14, een signaalhoudorgaan 28 voor het tijdelijk vasthouden van een uitgangssignaal, geleverd aan de EN-schakeling, als ingangssignaalonderscheidings-orgaan 12a is aangebracht tussen de sleutelschakelaar 1B en de EN-schakeling 12a.
In de boven vermelde constructie worden, wanneer de juiste magneetsleutel 7A wordt ingestoken in het sleutelgat 8a van het sleutelcilinderslot la, respectievelijke magnetische gevoelige schakelaars 11C (SI) en 11C (S2) van de sleutelschakelaar 1B AAN gezet. Zodoende wordt het relais van het signaalhoudorgaan 28 AAN gezet.
Wanneer de magneetsleutel 7 wordt geroteerd^worden deze schakelaars, aangezien de magneten gl en g2 van de magneetsleutel 7A dan weg zijn van de magnetisch gevoelige schakelaars 11C (SI) en 11C (S2), UIT gezet, maar het relais van het signaalhoudorgaan 28 houdt een uitgangssignaal vanaf de magnetisch gevoelige schakelaar 11C zijde zoals dit is. Zoals tevoren beschreven met verwijzing naar fig.8, wordt de schakelaar S3, wanneer de sleutelschakelaar 1B gaat door de stand van "AAN", AAN gezet. Zoals getoond in fig.14 is de onderzijde van sleutel S3 rechtstreeks verbonden met EN-schakeling 12a.
Als gevolg van de stroom aan de zijde van het signaalhoudorgaan 28 en een stroom in de schakelaar S3 aan de zijde van de sleutelschakelaar 1B wordt de EN-schakeling 12A werkzaam om haar uitgangssignaal af te geven aan een regeleenheid 14a voor de motor.
Wanneer daarentegen een drukknop 29 voor het uittrekken van een sleutel, aangebracht in de stuurkolom, getoond in de fig.13 en 14 ten tijde van het uittrekken van de magneetsleutel 7A uit het sleutelcilinderslot la, omlaag gedrukt wordt, wordt de schakelaar S4, die gekoppeld is met de drukknop 29, AAN gezet. Als gevolg wordt het relais van het signaalhoudorgaan 28 UIT gezet. Totdat de juiste magneetsleutel 7A weer wordt ingestoken in het sleutelcilinderslot la en de magnetisch gevoelige schakelaars SI en S2 opnieuw worden AAN gezet, wordt het relais van het signaalhoudorgaan 28 gehouden in UIT toestand.
Dienovereenkomstig wordt ook in deze uitvoering van fig.9-14, wanneer de juiste magneetsleutel 7A gebruikt wordt, een uitgangssignaal geleverd vanaf de EN-schakeling aan de regeleenheid 14a voor de motor. Zodoende wordt, wanneer de startmotor wordt geactiveerd, de motor gestart. Daarentegen, in het geval van een sleutel, die verschilt van de juiste magneetsleutel 7A, wordt de motor, zelfs indien de startmotor wordt geactiveerd, niet gestart.
Er valt op te merken, dat de voedingselementen, die essentieel zijn voor de werking van de motor, dienen te worden beschouwd als eenheden of organen, die zouden tekortschieten om de motor normaal te bedienen, indien er êên van hen ontbreekt, zoals bijvoorbeeld de ont-stekingseenheid, de brandstofinspuiteenheid voor de motor, de brandstofpomp, die startmotor, en dergelijke.
Dienovereenkomstig kan een arrangement worden toegepast, zodanig, dat een EN-schakeling 12 is aangebracht in de elektrische schakeling tussen het schakelorgaan 11 van het sleutelcilinderslot 1 en de startmotor 19, opdat de startmotor 19 niet worden geactiveerd, zelfs indien de magneetsleutel wordt geroteerd en zodoende een uitgangssignaal wordt geleverd aan de regeleenheid.
Een tweede uitvoering van de uitvinding, getoond in de fig.15 tot 20 zal nu in detail worden beschreven.
Bij het toelichten van deze uitvoering zullen de gedeelten overeenkomstig die van de bovengenoemde eerste uitvoering kort worden beschreven.
Het verwijzingscijfer 51 geeft een sleutelcilinderslot aan. Het verwijzingscijfer 52 geeft een buitenste buisvormig orgaan aan, omvattende een buitenopening 53 en een binnenopening 54. Vijf penetratieopeningen in totaal, elk bestaande uit een buitenopening 53 en een binnenopening 54, zijn gevormd. Het verwijzingscijfer 55 geeft een binnenste buisvormig orgaan aan, dat groeven 56 heeft en een sleutelgat 58, corresponderende met een sleutellichaam 57a van een magneetsleutel 57. Het verwijzingscijfer 59 geeft een beweegbaare obstructieelement aan. Bij deze uitvoering zijn drie magneetpentuimelaars 59a, 59b en 59c gebruikt. Voor het gemak van de toelichting zijn de penetratieopeningen respectievelijk gelabelleerd "1", "2", "3", "4" en "5", van de volgorde vanaf links, wanneer de toestand van fig.16 als criterium wordt genomen. De magneetpentuimelaar 59a is ingestoken in de penetratreopening "1", er is geen magneetpentuimelaar ingestoken in de penetratieopeningen "2" en "3", en de andere magneet- pentuimelaars 59b en 59c zijn ingestoken respectievelijk in de penetratieopeningen "4" en "5".
Aldus worden specifieke codes, opgeslagen en ingesteld in een specifieke codegeheugenschakeling, die later zal worden beschreven, bepaald in afhankelijkheid ervan, of magneetpentuimelaars alle ingestoken zijn in respectievelijke penetratieopeningen, danwel welke pene-tratieopening of openingen daarin een magneetpentuimelaar of tuimelaars dienen te bevatten, en welke penetratie-opening of openingen leeg dienen te zijn. Er valt op te merken, dat, aangezien de magneetpentuimelaar dient als een beweegbaar obstructieelement, het gewenst is, om een arbitrair element in te steken in elk van de respectievelijk penetratieopeningen. Intussen zijn deze beweegbare obstructieelementen 59 voorgespannen naar de groeven 56 van het binnenste buisvormige orgaan door veerorganen 60 met een relatief zwakke veerkracht, aangebracht in de binnenopeningen 54 van het buitenste buisvormige orgaan. Daardoor is het sleutelcilinderslot 51 in gegrendelde toestand, voordat de juiste magneetsleutel 57 is ingestoken.
De magneetsleutel 57 bestaat uit een sleutel-lichaam 57a, dat wordt ingestoken in het sleutelgat, en een sleutelhoudgedeelte 59b, integraal gevormd met het sleutellichaam 57a. Zoals getoond in fig. 18, zijn aan het bovenzijgedeelte van het sleutellichaam 57a een aantal magneten, in totaal vijf magneten gl, g2, g3, g4 en g5 in deze uitvoering, ingebed met een voorbepaalde onderlinge afstand daartussen. De polariteiten van deze plurale magneten gl tot g5 kunnen facultatief worden gecombineerd.
Met het verwijzingscijfer 61 is een aantal schakel-organen aangegeven, elk omvattende tenminste een magnetisch gevoelige schakelaar, aangebracht in het sleutelcilinderslot 51 van de sleutelschakelaar 1C, en geopend en gesloten in afhankelijkheid van het insteken in het sleutelgat 58 van de juiste magneetsleutel 57 respectievelijk het wegnemen daarvan. Bij deze uitvoering, zoals getoond in fig.18, zijn deze schakelorganen aangebracht in over eenstemming met het aantal buitenopeningen 53 van het buitenste buisvormige orgaan 52 en op geschikte wijze in de buitenopeningen 53 geassembleerd. Wanneer een beweegbaar obstructieelement 59 omhoog springt tegen de veerkracht van het veerorgaan 60 uit de groef 56 van het binnenste buisvormige orgaan en dicht komt bij de magnetisch gevoelige schakelaar, detecteert de magnetische gevoelige schakelaar dit, waardoor zij in een gesloten stand gebracht wordt. De magnetisch gevoelige schakelaar heeft dezelfde structuur als die bij de eerste uitvoering van de uitvinding. Namelijk de schakelaar 11A, welke een vast contact-stuk 11a gebruikt als vast contact en een beweegbaar contactstuk 11b als een beweegbaar contact zoals getoond in fig.6, of een magnetisch gevoelige tongschakelaar 11B, zoals getoond in fig.7 kan worden gebruikt.
In deze uitvoering zijn schakelorganen 61, die tenminste magnetisch gevoelige schakelaar 11B gebruiken, op geschikte wijze geassembleerd in een aantal buitenopeningen 53 van het buitenste buisvormige orgaan, zoals getoond in fig.16 of 18, en respectievelijke schakel-organen 61 zijn parallel verbonden met een informatie-ontvangonderscheidingsschakeling, die later zal worden beschreven, en worden beschermd door een afdekorgaan (niet getoond).
Met het verwijzingscijfer 62 is een informatie-ontvangonderscheidingsschakeling aangegeven, parallel verbonden met de plurale schakelorganen 61, zoals getoond in fig.20, en voor het uitvoeren van een ontvangst-onderscheiding ten opzichte van aanwezigheid en afwezigheid van vermogensvoedingssignalen, respectievelijk vanaf deze schakelorganen 61. Deze informatieontvangstonder-scheidingsschakeling 62 kan onderscheiden tussen aanwezigheid en afwezigheid van een vermogensvoedingssignaal door zogenaamde binaire rotatie onder gebruikmaking van logische waarden, die respectievelijk twee logische toestanden aangeven, bijvoorbeeld "1", wanneer de schakeling 62 een vermogensvoedingssignaal ontvangen heeft, en "O", wanneer zij geen vermogensvoedingssignaal ontvangt. Dienovereenkomstig worden in het geval van deze uitvoering elektrische signalen met de waarden "1", "O", "O", "1" en "1" geleverd door verbindingskanalen vanaf de schakel-organen 61 aan de informatieontvangstonderscheidings-schakeling 62 respectievelijk. Derhalve onderscheidt de informatieontvangstonderscheidingsschakeling 62 "een specifieke waarde" op basis van deze elektrische signalen.
De respectievelijke schakelorganen 61 zijn elektrisch verbonden met een accu 63, gemonteerd in een voertuig. Zodoende worden de bovengenoemde vermogensvoedingssignalen geleverd onder gebruikmaking van de accu 63, gemonteerd in het voertuig als vermogensvoeding.
Met het verwijzingscijfer 64 is een specifieke codegeheugenschakeling aangegeven voor het memoriseren van specifieke codes, corresponderende met combinaties van open en gesloten toestanden van de boven beschreven schakelorganen 61. Deze specifieke codes van de specifieke codegeheugenschakeling 64 worden gememoriseerd en ingesteld in overeenstemming met de functie, dat de informatie-ontvangstonderscheidingsschakeling 62 "een bepaalde specifieke waarde" onderscheidt door twee logische waarden van "1" en "0".
Dienovereenkomstig worden, aangezien de magneet-pentuimelaars 59a, 59b en 59c, geassembleerd in de pene-tratieopeningen van het sleutelcilinderslot 51, de eerste, vierde en vijfde tuimelaars zijn, indien geteld vanaf links in fig.18 in deze uitvoering, elektrische signalen van "1", "0", "0", "1" en "1" geleverd vanaf de respectievelijke schakelorganen 61 aan de informatieontvangst-onderscheidingsschakeling 62. Zodoende wordt "een specifieke waarde", gebaseerd op een dergelijke binaire notatie, aangeduid als een specifieke code.
Het verwijzingscijfer 65 geeft een informatie-verifiëringsschakeling aan voor het maken van een vergelijking als beoordeling of al dan niet "een specifieke warde" als informatiesignaal, dat de informatieontvangst-onderscheidingsschakeling 62 heeft onderscheiden, en "een specifieke code" als geheugeninformatie, dat de specifieke codegeheugenschakeling daarin opslaat, in overeenstemming met elkaar zijn.
De specifieke codegeheugenschakeling 64 kan een read only geheugenschakeling (ROM) omvatten voor het opslaan van plurale binaire bits, die specifiek zijn voor het specifieke voertuig. De informatieverifiërings-schakeling 65 kan een aantal EN en NIET-EN-schakelingen hebben voor het vergelijken van de binaire code, opgeslagen in de specifieke codegeheugenschakeling 64, met de binaire codeinformatie, ontvangen van de magneetsleutel 57.
Het verwijzingscijfer 66 geeft een centrale ver-werkingseenheid (CPU) aan, die werkzaam is voor het leveren van uitgangssignalen aan respectielijke voedingselementen, die essentieel zijn voor de werking van de voertuigmotor alleen, wanneer zij van de informatieverifiëringsschakeling 68 het correspondentiesignaal ontvangen heeft, dat een informatiesignaal en de geheugeninformatie met elkaar in overeenstemming zijn. Zoals getoond in de fig.15 en 20, is een EN-schakeling 67 verbonden met de CPU 66.
Bij deze uitvoering is één ingangsklem van de EN-schakeling 67 zo aangesloten, dat deze een correspondentiesignaal kan ontvangen van de informatieverifiëringsschakeling 65 op basis van informatiesignalen aan de zijde van respectievelijke schakelorganen 61, en de andere ingangsklem van de EN-schakeling 67 is zo verbonden, dat deze een uitgangssignaal kan ontvangen van een ontstekingsspoel van de sleutelschakelaar 1C of een ontstekingsschakelaar via de verbindingsdraad 68.
Het verwijzingscijfer 69 geeft een brandstofin-spuitingseenheid aan, het verwijzingscijfer 70 een motor-ontstekingseenheid, en het verwijzingscijfer 71 respectievelijk essentiële elementen zoals een condensator.
Deze onderdelen zijn respectievelijk aangesloten op de CPU 66. Verder is met het verwijzingscijfer 72 een startmotor aangegeven.
In de boven gegeven constructie, zoals getoond in fig.16 en 17, zijn, voordat de magneetsleutel 57 wordt ingestoken in het sleutelgat 58 van het sleutelcilinder-slot 51, een aantal magneetpentuimelaars 59a, 59b en 59c, elk dienende als het beweegbare obstructieelement 59, weggedrukt door de veerorganen 60, zodat zij zijn geplaatst binnen de groeven 56 van het binnenste buisvormige orgaan respectievelijk, en een aantal magnetisch gevoelige schakelaars 11B elk dienende als schakel-orgaan 61, zijn in open toestand.
Zodoende worden, zoals getoond in de fig.18 en 19, wanneer de juiste magneetsleutel 57 wordt ingestoken in het sleutelgat 58 van de sleutelcilinder 51, magnetische krachten van magneten gl, g4 en g5, ingebed in de magneetsleutel 57, uitgeoefend op corresponderende magneetpen-tuimelaars 59a, 59b en 59c, die dezelfde polariteit hebben, respectievelijk. Als gevolg springen de magneetpentuime-laars 59a, 59b, 59c naar boven tegen de veerkracht van de veerorganen 60 in uit de groeven 56 van het binnenste buisvormige orgaan 55, en komen ze dicht bij de magnetisch gevoelige schakelaars 11B respectievelijk. Zodoende detecteren deze magnetisch gevoelige schakelaars 11B dergelijke veranderingen, waardoor zij respectievelijk in een gesloten toestand worden gebracht. Als gevolg worden vermogensvoedingssignalen geleverd vanaf de accu 63, gemonteerd in het voertuig, als een vermogensvoeding aan de informatieontvangstonderscheidingsschakeling 62 via deze magnetisch gevoelige schakelaars 11B respectievelijk.
In reactie hierop wordt "een specifieke waarde", die de informatieontvangstonderscheidingsschakeling 62 heeft onderscheiden, geleverd aan de informatieverifiërings-schakeling 65 via de CPU 66. De informatiever!fiërings-schakeling 65 vraagt de specifieke codegeheugenschakeling 64 af, of al dan niet het corresponderende informatie-signaal in overeenstemming is met de geheugeninformatie daarin, teneinde een vergelijkende verificatie te maken om een uitgangssignaal te léveren aan de CPU 66 alleen dan, wanneer beide informaties met elkaar in overeenstemming zijn. Wanneer de CPU 66 een correspondentiesignaal ontvangt van de informatieverifiëringsschakeling 65, levert zij uitgangssignalen aan respectievelijke voedings-elementen 69, 70 en 71, die essentieel zijn voor de bewerking van de voertuigmotor.
Wanneer de magneetsleutel 57 roterend bewogen wordt zodat de sleutelschakelaar 1C gaat door de "AAN" stand, wordt een uitgangssignaal aan de zijde van de ontstekingsspoel ingevoerd aan de EN-schakeling 67, enz., via de verbindingsdraad 68 en de CPU 66. De EN-schakeling 67 onderscheidt, dat het uitgangssignaal aan de zijde van de ontstekingsspoel en het correspondentiesignaal aan de zijde van de informatieverifiëringsschakeling 65 tegelijk worden ingevoerd, teneinde een uitgangssignaal te leveren aan de motorontstekingseenheid 70.
Een regelaar 73, welke de CPU 66 als centraal onderdeel heeft, drijft en regelt de motorontstekingseenheid 70, de brandstofinspuitingseenheid 69, en zetelt verder de magneetsleutel 57 zodanig, dat deze gelegen is in de stand van "ST", waardoor de startmotor 72 wordt gedraaid, zodat de motor wordt gestart.
Daarentegen, wanneer een andere sleutel dan de juiste magneetsleutel 57 wordt ingestoken in het sleutelgat 58 van het sleutelcilinderslot 51, worden de beweegbare obstructieelementen 59 niet helemaal verplaatst, of springen niet alle magneetpentuimelaars 59a, 59b en 59c omhoog,zodat respectievelijke magnetisch gevoelige schakelaars 11B niet helemaal in een gesloten toestand gebracht worden, of één of sommige magnetisch gevoelige schakelaars 11B niet in een gesloten toestand worden gebracht. Zodoende wordt, zelfs indien voedingssignalen worden geleverd vanaf de vermogensvoeding 63 aan de infor-matieontvangstbeoordelingsschakeling 62 via respectievelijke schakelorganen 61, uiteindelijk bij de informatie-verifiëringsschakeling 65 beoordeeld, dat een informatie-signaal onderscheiden door een schakeling 62 niet in overeenstemming is met geheugeninformatie van de specifieke codegeheugenschakeling 64. Als gevolg wordt geen uitgangssignaal geleverd aan de EN-schakeling 67. Zelfs, indien de startmotor 72 wordt geactiveerd, wordt dienovereenkomstig de motor niet gestart.
Er dient te worden opgemerkt, dat, hoewel ook bij de tweede uitvoering een aantal schakelorganen 61 zijn aangebracht in het sleutelcilinderslot 51, een verandering van ontwerp kan worden gemaakt zodanig, dat een arrangement overeenkomstig aan dat van de gemodificeerde uitvoering van de eerste uitvoering wordt voortgebracht.
Zoals duidelijk is uit de in het voorgaande gegeven beschrijving, geeft de uitvinding de hieronder aangegeven voordelen.
Er wordt voorkomen, dat de motor wordt gestart door valse middelen zoals een duplicaatsleutel, het direct met elkaar verbinden van elektrische draden, of dergelijke.
Omdat de juiste magneetsleutel wordt ingestoken in het sleutelcilinderslot van een voertuig en schakel-organen zijn aangebracht in het sleutelcilinderslot, dat wordt geopend en gesloten in reactie op insteken en wegnemen van de magneetsleutel, is er geen mogelijkheid, dat de magneetsleutel wordt beschadigd en er is een uiterst geringe mogelijkheid, dat het mechanische sleutelcilinderslot buiten bedrijf geraakt. Daarom is er weinig kans, dat de motor niet kan worden gestart door beschadiging aan de magneetsleutel of problemen in de sleutelcilinder.
In het geval van de eerste uitvoering is het voldoende om gebruik te maken van een schema om vermogens-voedingssignalen, geleverd door de vermogensvoeding, te benutten als informatie, en aan een geschikt gedeelte van de elektrische schakeling te zorgen voor ingangs-signaalonderscheidingsmiddelen voor het afsnijden van uitgangssignalen voor het voeden van elementen, die wezenlijk zijn voor de werking van de voertuigmotor in het geval van een andere sleutel dan de juiste magneetsleutel.
Daarom is installatie erg gemakkelijk.
In het geval van de tweede uitvoering is het, omdat het sleutelcilinderslot en de regelaar met CPU kunnen worden aangebracht op plaatsen weg van elkaar, en aangezien de informatieontvangstonderscheidingsschake-ling, de specifieke codegeheugenschakeling, en de informa-tieverifiëringsschakeling, enz. verbonden zijn met de CPU, mogelijk om op betrouwbare wijze een verkeerde aktie, zoals bijvoorbeeld het geval, dat een dief rechtstreeks draden met elkaar verbindt om de motor aan te drijven, te voorkomen.
Door het aantal of de relatie van geassembleerde plaatsen van beweegbare obstructieelementen, opgenomen in een aantal penetratieopeningen van het sleutelcilinder-slot is het mogelijk om uitzonderlijk gemakkelijk in te stellen welk schakelorgaan of aantal schakelorganen dient te worden geopend of gesloten.
In het geval van de uitvoering, waarbij een sleutel-cilinderslot gebruikt wordt, waarin magnetisch gevoelige schakelaars als respectievelijke schakelorganen worden gebruikt, en de magnetisch gevoelige schakelaars in een gesloten toestand worden gebracht door opspringen van magneetpentuimelaars door het insteken van de magneet-sleutel in het sleutelgat, blijft een gesloten toestand gehandhaafd, zo lang de magneetsleutel is ingestoken in het sleutelgat, aangezien respectievelijke magneetpentuimelaars worden gedragen op het buitenomtreks-oppervlak van het binnenste buisvormige orgaan, zelfs indien de magneetsleutel roterend wordt bewogen.
Daarom is er geen noodzaak om andere organen zoals signaalhoudmiddelen te gebruiken.
-conclusies-

Claims (20)

  1. 2. Inbraakvrije inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het eerste schakelorgaan een magnetische gevoelige schakelaar heeft, die gebracht wordt in een gesloten toestand door het insteken van de juiste gecodeerde magneetsleutel in het binnenste buisvormige orgaan.
  2. 3. Inbraakvrije inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het eerste schakelorgaan een aantal schakelaars omvat, die afzonderlijk worden geopend en gesloten in reactie op het insteken en wegnemen van de magneetsleutel.
  3. 4. Inbraakvrije inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de ingangssignaalonder-scheidingsmiddelen een EN-schakeling omvatten.
  4. 5. Inbraakvrije inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat deze verder een extra schakelorgaan heeft, dat gesloten wordt alleen, wanneer de magneetsleutel wordt ingestoken in het binnenste buisvormige orgaan en geroteerd.
  5. 6. Inbraakvrije inrichting volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat genoemde ingangssignaal-onderscheidingsmiddelen omvatten een EN-schakeling, die ingangen ontvangt van het eerste schakelorgaan en van het extra schakelorgaan.
  6. 7. Inbraakvrije inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de magneetsleutel een aantal magneten daarin ingebed heeft, op afstand verdeeld over de lengte van de sleutel, waarbij de polariteiten van de magneten gecombineerd is voor het vóórtbrengen van een binaire code.
  7. 8. Inbraakvrije inrichting volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat het eerste schakelorgaan een aantal schakelaars heeft, waarvan de onderlinge afstand over genoemd buitenste buisvormige orgaan correspondeert met de onderlinge afstand van genoemde magneten in genoemde magneetsleutel.
  8. 9. Inbraakvrije inrichting volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat elk afzonderlijk schakelorgaan wordt geopend en gesloten door een beweegbaar obstructieelement.
  9. 10. Inbraakvrije inrichting volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat de obstructie-elementen magneetpentuimelaars zijn, die naar buiten bewogen worden in het buitenste buisvormige orgaan door corresponderende magneten van het aantal magneten, ingebed in de magneetsleutel.
  10. 11. Inbraakvrije inrichting volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat de obstructieelementen in de buitenwaartse positie worden gehouden door het buitenoppervlak van het binnenste buisvormige orgaan, wanneer het binnenste buisvormige orgaan wordt geroteerd door de juist gecodeerde magneetsleutel.
  11. 12. Inbraakvrije inrichting voor een voertuig, gekenmerkt door: een sleutelcilinderslot voor het voertuig, omvattende een buitenste buisvormig orgaan en een binnenste buisvormig orgaan, roteerbaar aangebracht binnen het buitenste buisvormige orgaan, een juiste gecodeerde magneetsleutel, uitgevoerd om te worden ingestoken in het binnenste buisvormige orgaan, een aantal schakelorganen, aangebracht in het buitenste buisvormige orgaan, welke worden geopend en gesloten in reactie op het insteken en wegnemen van de magneetsleutel, een informatieontvangstonderscheidingsschakeling voor het uitvoeren van een onderscheiding ten opzichte van aanwezigheid en afwezigheid van vermogensvoedings-signalen, respectievelijk geleverd vanaf genoemde schakelorganen, een informatieverifiëringsschakeling, uitgevoerd voor het ontvangen van een informatiesignaal van de in-formatieontvangstonderscheidingsschakeling voor het maken van een vergelijkende verificatie tussen geheugeninformatie, verkregen door te refereren aan een specifieke code-geheugenschakeling, waarin specifieke codes, die corresponderen met combinaties van open en gesloten toestanden van genoemde schakelorganen, tevoren opgeslagen zijn, en genoemd informatiesignaal, en een centrale verwerkingseenheid, die werkzaam is voor het afgeven van uitgangssignalen om elementen te voeden, die essentieel zijn voor de werking van een motor voor het voertuig alleen dan, wanneer zij van de informatieverifiëringsschakeling een correspondentie-signaal ontvangt, dat aangeeft, dat genoemde geheugen- informatie en genoemd informatiesignaal met elkaar in overeenstemming zijn.
  12. 13. Inbraakvrije inrichting volgens conclusie 12, met het kenmerk, dat het schakelorgaan bestaat uit een magnetisch gevoelige schakelaar, en in een gesloten toestand wordt gebracht rechtstreeks of door opspringen van een magneetpentuimelaar door het insteken van de magneetsleutel in het binnenste buisvormige orgaan.
  13. 14. Inbraakvrije inrichting voor een voertuig, gekenmerkt door: een sleutelcilinderslot voor het voertuig, omvattende een buitenste buisvormig orgaan en een binnenste buisvormig orgaan, roteerbaar aangebracht binnen het buitenste buisvormige orgaan, een juist gecodeerde magneetsleutel, uitgevoerd om te worden ingestoken in het binnenste buisvormige orgaan, welke magneetsleutel een mechanische codering heeft langs één rand van de sleutel en een magnetische codering langs tegenovergestelde rand van de sleutel, een eerste schakelorgaan, aangebracht in het buitenste buisvormige orgaan, dat wordt geopend en gesloten in reactie op het insteken en wegnemen van de magneetsleutel, een extra schakelorgaan, dat gesloten wordt in reactie op het roteren van de magneetsleutel in het binnenste buisvormige orgaan, en ingangssignaalonderscheidingsmiddelen voor het afsnijden van uitgangssignalen voor het met vermogen voeden van elementen, die essentieel zijn voor de werking van een motor voor het voertuig in het geval, dat geprobeerd wordt een andere sleutel te gebruiken dan de juist gecodeerde magneetsleutel, welke ingangssignaal-onderscheidingsmiddelen omvatten een EN-schakeling, die ingangen omvat van het eerste schakelorgaan en van het extra schakelorgaan.
  14. 15. Inbraakvrije inrichting volgens conclusie 14, met het kenmerk, dat een eerste schakelorgaan een magnetisch gevoelige schakelaar omvat, die in een gesloten toestand wordt gebracht door het insteken van de juist gecodeerde magneetsleutel in het binnenste buisvormige orgaan.
  15. 16. Inbraakvrije inrichting volgens conclusie 14, met het kenmerk, dat het eerste schakelorgaan een aantal schakelaars heeft, die afzonderlijk worden geopend en gesloten in reactie op het insteken en wegnemen van de magneetsleutel.
  16. 17. Inbraakvrije inrichting volgens conclusie 14, met het kenmerk, dat de magneetsleutel een aantal magneten heeft ingebed daarin, op onderlinge afstand verdeeld over de lengte van de sleutel, waarbij de polariteiten van de magneten gecombineerd zijn voor het vóórtbrengen van een binaire code.
  17. 18. Inbraakvrije inrichting volgens conclusie 14, met het kenme'rk, dat het eerste schakelorgaan een aantal schakelaars heeft, waarvan de afstandsverdeling over genoemd buitenste buisvormig orgaan correspondeert met de afstandsverdeling van de magneten in de magneetsleutel.
  18. 19. Inbraakvrije inrichting volgens conclusie 18, met het kenmerk, dat de schakelaars worden geopend en gesloten door beweegbare obstructieelementen.
  19. 20. Inbraakvrije inrichting volgens conclusie 19, met het kenmerk, dat de obstructie-elementen magneetpentuimelaars zijn, die buitenwaarts bewogen worden in het buitenste buisvormige orgaan door corresponderende magneten van het aantal magneten, ingebed in de magneetsleutel.
  20. 21. Inbraakvrije inrichting volgens conclusie 20, met het kenmerk, dat de obstructie-elementen in de buitenwaartse positie worden gehouden door het buitenoppervlak van het binnenste buisvormige orgaan, wanneer het binnenste buisvormige orgaan wordt geroteerd door de juiste gecodeerde magneetsleutel.
NL9002268A 1990-06-25 1990-10-18 Inbraakvrije inrichting voor voertuig. NL9002268A (nl)

Applications Claiming Priority (6)

Application Number Priority Date Filing Date Title
AU5777090 1990-06-25
AU57770/90A AU5777090A (en) 1990-06-25 1990-06-25 Burglarproof device for vehicle
EP19900307284 EP0464278B1 (en) 1990-06-25 1990-07-03 Burglarproof device for vehicle
EP90307284 1990-07-03
US58264090 1990-09-12
US07/582,640 US5289177A (en) 1990-06-25 1990-09-12 Burglarproof device for vehicle

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL9002268A true NL9002268A (nl) 1992-05-18

Family

ID=27155155

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL9002268A NL9002268A (nl) 1990-06-25 1990-10-18 Inbraakvrije inrichting voor voertuig.

Country Status (4)

Country Link
US (1) US5289177A (nl)
EP (1) EP0464278B1 (nl)
AU (1) AU5777090A (nl)
NL (1) NL9002268A (nl)

Families Citing this family (22)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
JP2548894Y2 (ja) * 1993-05-14 1997-09-24 株式会社ホンダロック 車両用キースイッチ
DE4317352A1 (de) * 1993-05-25 1994-12-01 Telefunken Microelectron Diebstahlsicherungssystem für motorangetriebene Fortbewegungsmittel
US5551267A (en) * 1994-04-15 1996-09-03 Briggs & Stratton Corporation Anti-magnetic tampering system for automobile ignition lock
US5659291A (en) * 1994-11-28 1997-08-19 Ford Motor Company Key-in-ignition lock reminder system
US5600723A (en) * 1994-12-23 1997-02-04 Alliedsignal Inc. Cryptographically secure electric fuel pump system
WO1997027533A1 (en) * 1996-01-22 1997-07-31 Tesar Gerald T Vehicle security system
JP2001503825A (ja) * 1996-11-05 2001-03-21 フフ ヒユルスベツク ウント フユルスト ゲゼルシヤフト ミツト ベシユレンクテル ハフツング ウント コンパニー コマンデイトゲゼルシヤフト 閉鎖シリンダ及び種々の電気的機能のための切換え装置を有する装置、とくに自動車のための点火スイッチ
US5841344A (en) * 1997-06-30 1998-11-24 Advance Security Inc. Vehicle security system with anti-robbery function
US6442986B1 (en) 1998-04-07 2002-09-03 Best Lock Corporation Electronic token and lock core
DE19957046A1 (de) 1998-12-01 2000-06-15 Daimler Chrysler Ag Schließsystem, insbesondere für Kraftfahrzeuge
US6223571B1 (en) 1999-03-26 2001-05-01 Caterpillar Inc. Magnetically coupled keystart switch
US6457337B1 (en) * 2000-06-14 2002-10-01 Motorola, Inc. Key, lock, and key and lock system
HU223698B1 (hu) * 2001-07-02 2004-12-28 Vilmos Orczifalvi Elektronikusan vezérelt hozzáférést biztosító berendezés és ehhez tartozó nyomáskódot tartalmazó kulcs
US6722172B2 (en) * 2002-02-26 2004-04-20 Albert Pinkhasov Method and apparatus for decoding locks
US7949541B2 (en) 2002-12-12 2011-05-24 Performance Analytics, Inc. Vehicle activity module
US7340400B2 (en) * 2002-12-12 2008-03-04 Performance Analytics, Inc. Vehicle activity module
JP2007023686A (ja) * 2005-07-20 2007-02-01 Toyota Motor Corp 解錠制御装置
US9567770B1 (en) * 2013-01-22 2017-02-14 Amazon Technologies, Inc. Lock that electronically detects tampering
US9394723B1 (en) 2013-01-22 2016-07-19 Amazon Technologies, Inc. Lock that mechanically detects tampering
ES2538020B1 (es) * 2015-03-03 2016-01-25 Seat, S.A. Dispositivo de identificación para unidad de control y procedimiento de identificación para unidad de control
EP3438383A1 (en) * 2017-07-31 2019-02-06 Vestel Elektronik Sanayi ve Ticaret A.S. Secure magnetic key and lock system
FR3126265B1 (fr) * 2021-08-18 2023-12-08 Nexialiste Normand Système multi contacts électriques à goupilles avec clef

Family Cites Families (19)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US2689279A (en) * 1949-09-21 1954-09-14 Maurice J Noregaard Electric switch
US3842629A (en) * 1973-06-18 1974-10-22 Instrument Systems Corp Remotely programmable lock
US4050063A (en) * 1975-07-14 1977-09-20 Schull George R Key actuated electronic lock for auto ignitions
US4176782A (en) * 1977-06-03 1979-12-04 Matsu Kyu Kabushiki Kaisha Contactless digital key switch
DE2726737A1 (de) * 1977-06-14 1978-12-21 Bernd Dipl Ing Ambrosius Sicherungs- oder schlossvorrichtung
DE2824892C2 (de) * 1978-06-07 1987-04-30 Sachs Systemtechnik Gmbh, 8720 Schweinfurt Codierbare Sicherheitseinrichtung
DE2847730A1 (de) * 1978-11-03 1980-05-14 Sachs Systemtechnik Gmbh Magnetschaltschloss
FR2451438A1 (fr) * 1979-03-13 1980-10-10 Motobecane Ateliers Serrure de securite
US4229959A (en) * 1979-03-30 1980-10-28 Easley Thomas E Method and apparatus for opening a lock
DE2928913C2 (de) * 1979-07-18 1988-03-24 Bayerische Motoren Werke AG, 8000 München Diebstahl-Sicherungsvorrichtung für Kraftfahrzeuge
US4296402A (en) * 1980-04-02 1981-10-20 Szczepanski Slawomir Z Vehicle anti-theft device
SE424568B (sv) * 1980-05-20 1982-07-26 Gkn Stenman Ab Cylinderlas-nyckelkombination
FR2486888A1 (fr) * 1980-07-18 1982-01-22 Dupille Claude Antivol electro-magnetique aux vehicules
GB2055951B (en) * 1980-08-04 1983-03-16 Day H V Locks
JPS5789076A (en) * 1980-11-22 1982-06-03 Motohiro Gotanda Lock device
FR2503425A1 (fr) * 1981-04-03 1982-10-08 Barbier Jacques Systeme de securite integre dans une cle, dont le transfert s'effectue par une bague positionnee sur une serrure
DE3426508A1 (de) * 1984-07-18 1986-01-23 Sachs Systemtechnik Gmbh, 8720 Schweinfurt Schaltschlossanlage
GB8529222D0 (en) * 1985-11-27 1986-01-02 Yale Security Prod Ltd Keys
US4803467A (en) * 1988-02-23 1989-02-07 George Peters Magnetic key lock provided with an alarm system

Also Published As

Publication number Publication date
US5289177A (en) 1994-02-22
AU5777090A (en) 1992-01-02
EP0464278A1 (en) 1992-01-08
EP0464278B1 (en) 1995-03-01

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL9002268A (nl) Inbraakvrije inrichting voor voertuig.
US3660831A (en) Electronic antitheft device using an electronic safety lock
US6275141B1 (en) Single-key security system
US5554891A (en) Antitheft device for a vehicle
US5841361A (en) Keyless locking system
US5186031A (en) Self-destruct electrical interlock for cylinder lock and key set
US4991683A (en) Anti-theft vehicle system
US6201317B1 (en) Device with a key-operated lock cylinder and with an electrical switching device, in particular an electronic lock for preventing a vehicle from being driven away
US4993627A (en) Electronically controlled locking mechanism
JPH0220781A (ja) 光学式電子制御装置
NO852422L (no) Tyveriforhindrende tenningssystem, og dertil egnet sole-noide-anordning
JP3344185B2 (ja) コード判別装置
US5965955A (en) Steering locking device
KR960006512B1 (ko) 차량의 도난 방지장치
US5641998A (en) Simplified vehicle engine control device for mounting on a vehicle without anti-theft function exhibiting an immobilizing function if used to replace a more complicated engine control device mounted on a vehicle with anti-theft function
CN106939736B (zh) 电子锁及电子锁的控制方法
KR960006513B1 (ko) 차량의 도난방지장치
US7196432B2 (en) Device and method for protecting a motor vehicle against theft
NL9002267A (nl) Beveiligingsinrichting voor het geven van alarm, wanneer vergeten wordt de contactsleutel uit het contact van een voertuig te trekken.
JPS6052012B2 (ja) 自動車のエンジン始動装置
JPH08268229A (ja) 車両用エンジン制御装置
JPH08216836A (ja) 車両の表示灯コントローラ及びこれを使用した車両の施錠確認システム
AU644510B2 (en) Anti-theft vehicle system
RU2084361C1 (ru) Способ предупреждения угона транспортного средства и противоугонная система транспортного средства
EP0366201A1 (en) Theft protection device

Legal Events

Date Code Title Description
BA A request for search or an international-type search has been filed
BB A search report has been drawn up
BC A request for examination has been filed
BV The patent application has lapsed