NL8700122A

NL8700122A - Werkwijze voor het samenstellen van metalen drijfriemen en een inrichting voor het monteren.

Info

Publication number: NL8700122A
Application number: NL8700122A
Authority: NL
Original assignee: Doornes Transmissie Bv
Priority date: 1987-01-20
Filing date: 1987-01-20
Publication date: 1988-08-16
Also published as: DE3863653D1; AU1015888A; EP0279473A1; JPH0830515B2; JPS63190953A; KR880009229A; EP0279473B1

Description

4 N717/JS/as

Van Doorne's Transmissie B.V.

Tilburg

Werkwijze voor het samenstellen van metalen drijfriemen en 5 een inrichting voor het monteren.

De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het monteren van een samengestelde drijfriem met een in hoofdzaak trapeziumvormige dwarsdoorsnede voor toepas-10 sing op V-vormige poelies, bestaande uit een eindloze drager in de vorm van ten minste een metalen band of bandenpakket en uit een aantal platte verschuifbaar op de band aangebrachte dwarsschakels die met de hoofdzijden tegen elkaar aanliggen en zijdelingse uitsparingen hebben om 15 de band(en) op te nemen, welke schakels zijn voorzien van koppelingsmiddelen in de vorm van ten minste een uitstulping aan een hoofdzijde en een in hoofdzaak overeenkomstige uitsparing aan de andere hoofdzijde, waarbij: a. schakels met éên van de uitsparingen eerst 20 worden gemonteerd op een (hulp)-montagemal; b. daarna het uiteindelijk vereiste aantal schakels respectievelijk passchakels wordt gemonteerd, dat benodigd is voor de aktuele diameter van de eindloze band {bandenpakket); 25 c. tenslotte de band(en) of bandenpakket(ten), in de sleuf (sleuven) gevormd door de zijdelingse uitsparing(en) van de schakels definitief worden gemonteerd.

De uitvinding heeft ook betrekking op een inrichting voor het monteren van een samengestelde drijfiem van 30 de soort als boven beschreven.

Een samengestelde drijfriem als in de aanhef bedoeld is beschreven in EP. 8020035.6. Meer in het bijzonder, doch niet hiertoe beperkt heeft de uitvinding betrekking op een werkwijze voor het monteren van een drijfriem 35 zoals beschreven in US-A-3.949.621 (fig. 7) en in US-A-4.080.841 (fig. 3). Deze drijfriem is voorzien van een 10-12-1986 c “ λ ; · , C* i w v . ~ * ' N717/JS/as -2- drager die bestaat uit twee eindloze banden of bandenpakketten, die aan weerszijden in uitsparingen van dwars-schakels worden geschoven. Tijdens gebruik van de drijfriem worden de banden of bandenpakketten behoed voor het zijde-5 lings uit de schakels te schuiven door de konische schijf-helften van een poelie waartussen de drijfiem loopt, welke schijfhelften in aanraking zijn met de flanken van ieder dwarselement, terwijl aan elkaar grenzende schakels nog ten opzichte van elkaar worden gefixeerd door een uitstulping 10 van de ene schakel, die past in een overeenkomstige holte van de andere.

Probleem bij het samenstellen van een drijfriem van bedoelde soort is, dat bij het (met de hand) stellen van de elementen met hun zijdelingse uitsparingen op de 15 band of het bandenpakket, de laatste schakel (of passchakel) moeilijk is aan te brengen, omdat de aanwezige uitstulping de vereiste ruimte wegneemt. Bovendien wordt een werkwijze verlangd, waarmee de drijfriemen snel, nauwkeurig en zonder veel handenarbeid kunnen worden samengesteld. Een 20 oplossing wordt beschreven in octrooiaanvrage nummer 8501507.

Naast de in genoemde octrooiaanvrage beschreven werkwijze kan ook een andere worden gevolgd die minder problemen oplevert namelijk als de te monteren banden of 25 bandenpakketten een wat ruime tolerantie hebben waarbij de volgorde van handelingen zodanig is dat diverse montage-organen elkaar niet hinderen en de montage wat sneller kan gebeuren. Deze werkwijze vormt een reëel alternatief op die volgens de octrooiaanvrage nummer 8501507.

30 Volgens de uitvinding wordt het samenstellen van schakelbanden van de soort als in de aanhef vermeld verbeterd onder behoud van de mogelijkheid van volledig gemechaniseerde (geautomatiseerde) montage door: a. de elementen met één van hun overeenkomstige 35 uitsparingen te monteren op de opstaande rand van een hulp-montagemal die nagenoeg de diameter heeft van de eindloze 10-12-1986 £ *’ /. ' ί·*. <··** jL- . ·'' / 4 4 N717/JS/as -3- band of het bandenpakket in een aantal dat geringer is dan benodigd voor de gerede drijfriem; b. de aldus gemonteerde schakels met geschikte middelen op te nemen van de montagemal en vervolgens in te klemmen tus- 5 sen een inwendige radiaal uitzetbare ring en een uitwendige radiaal uitzetbare ring, zodanig dat de sleuven van de elementen vrij blijven? c. de diameter van beide klemringen met de ingeklemde schakels simultaan te wijzigen, zodanig dat een band of een 10 bandenpakket in een rij overeenkomstige sleuven past (één rij of beide rijen); d. de opening gevormd door nog niet geplaatste schakels op te meten; * e. de band (banden) of bandenpakket(ten) weg te nemen en de 15 diameters van beide klemringen simultaan te vergroten en in de nog resterende opening tussen de reeds gemonteerde schakels en serie geselecteerde schakels te plaatsen, waarvan de gezamenlijke dikte overeenkomt met die opgemeten opening; 20 f. de diameters van beide klemringen nogmaals simultaan te wijzigen tot de onder c genoemde maat, waarbij beide banden of bandenpakketten in de hun toebedeelde sleuven van de schakels worden gemonteerd; g. het geheel van gemonteerde schakels met de banden of 25 bandenpakketten uit de klemringen wegnemen.

Het principe van de uitvinding komt er dus op neer, dat de schakels op een klein aantal na, in de passende vorm en volgorde worden geplaatst. De diameter van de gevormde kring is aangepast aan die van de later definitief 30 in de sleuven te monteren banden of bandenpakketten, in dat stadium de lengte van de opening van nog te monteren schakels te meten en na het weer vergroten van de kring van schakels een serie schakels in te voegen. De lengte van deze serie schakels van bekende dikte moet overeenstemmen met 35 de gemeten lengte van de opening. Hierna wordt de kring , schakels gesloten en de banden (respectievelijk pakketten 10-12-1986 v * 1 V, * * N717/JS/as -4- van banden), in de sleuven van de schakels gemonteerd.

De lengte van de in eerste instantie overblijvende opening in de kring schakels hangt af van de tolerantie in dikte van de schakels en wel zodanig dat uit een 5 populatie schakels waarvan de individuele dikten bekend zijn, een serie van de benodigde lengte kan worden samengesteld. Verschillende mogelijkheden van het samenstellen van dit vulpakket uit gedefinieerde schakels zijn mogelijk, maar vallen buiten het bestek van de onderhavige uit-10 vinding.

De uitvinding heeft ook betrekking op een inrichting voor het uitvoeren van bovenvermelde werkwijze. Deze inrichting voor het monteren van aaneengesloten schakels met twee tegenoverelkaar liggende insparingen in die 15 schakels voor het opnemen van twee banden of bandenpakketten kan als volgt in hoofdzaak worden beschreven:

Inrichting bestaande uit: a. een hulp- montagemal met een opstaande rondgaande rand, waarop schakels met één van hun gleuven (of met hun 20 gleuf) geplaatst kunnen worden, waarvan de diameter (of lengte) nagenoeg gelijk is aan die van de te monteren banden of bandenpakketten; b. middelen om alle op de hulp- montagemal geplaatste schakels tegelijk op te nemen en te verplaatsen; 25 c. twee concentrische ringen, waarvan de grotere inwendig uitzetbaar is en de andere kleinere uitwendig uitzetbaar is, zodanig dat een volgens a gemonteerde serie schakels tussen deze ringen kan worden geklemd en de ringen simultaan onder behoud van inklemming van de schakels hun 30 in-, respectievelijk uitwendige maat kunnen veranderen tot gedefinieerde standen; d. een orgaan of organen die één of twee banden of bandenpakketten tijdelijk dan wel definitief in de sleuven van de ingeklemde schakels kunnen plaatsen door axiale 35 beweging ten opzichte van de klemringen; e. middelen om de opening, ontstaan door nog niet geplaatste 10-12-1986 8 7 o ' ' f: ? . i N717/JS/as -5- schakels te kunnen opmeten; f. middelen om in dikte gesorteerde schakels zodanig te verenigen, dat de totale dikte van de verenigde schakels overeenkomt met de volgens e opgemeten ruimte en middelen 5 om deze schakels met de andere schakels te verenigen.

De middelen die de op de hulpmal geplaatste schakels kunnen opnemen bestaan bij voorkeur uit een elektromagneet, die na verplaatsing van de rij opgenomen schakels tot tussen de uitzetbare ringen, wordt ontkracht.

10 De middelen om de serie voorgemonteerde schakels vast te houden en op te sluiten onder te veranderen diameter kunnen bestaan uit radiaal simultaan werkende vast-houdorganen. Bij voorkeur zijn het twee concentrische metalen ringen, die aan de naar elkaar toegerichte zijden voor-15 zien zijn van uitzetbare, bijvoorbeeld opblaasbare, rubber delen die zo gevormd zijn, dat zij de schakels inklemmen zonder de sleuven te bedekken.

De middelen om de banden of bandenpakketten te manipuleren tot boven en tot in de sleuven van de schakels 20 bestaan eveneens bij voorkeur uit elektromagneten, die na montage van de banden worden ontkracht.

De uitvinding wordt niet beperkend en vereenvoudigd toegelicht met een tekening.

Deze toont met: 25 fig. 1: een aanzicht van een schakel met twee sleuven; fig. 2: een zijaanzicht van deze schakel; fig. 3: een dwarsdoorsnede van de hulpmal met een er op geplaatste schakel; fig. 4: een schematische doorsnede van een ingeklemde voor- 30 gemonteerde serie schakels alsmede van de banden pakketten die in de naar boven en naar onderen gerichte sleuven van de schakels kunnen worden geplaatst; fig. 5: een dwarsdoorsnede van de kleminrichting voor de 35 voorgemonteerde schakels.

10-12-1986 C ' ’* ' .? > ' Φ -7' ♦»·.·. k * N717/JS/as -6-

Figuur 1 toont een vooraanzicht en figuur 2 een zijaanzicht van een te monteren schakel in de nader te beschrijven inrichting. De overgang tussen het met de hoofdzijde 2 evenwijdige deel van de hoofdzijde 1 en de afschui-5 ning 3 wordt gevormd door de afrolzone ofwel kantellijn 4. Metalen banden of bandenpakketten worden opgenomen in de twee tegenover elkaar liggende zijdelingse uitsparingen 5; tijdens het gebruik wordt zijdelings uitschuiven behoed door de konische schijfhelften van een poelie waartussen de 10 drijfriem loopt en die in aanraking zijn met de schuine flanken 8 van iedere schakel. Voorts zijn de schakels voorzien van onderlinge koppelingsmiddelen in de vorm van een uitstulping 6 die samenwerkt met een overeenkomstige uitsparing 7 van een naastliggende overeenkomstige schakel. 15 Figuur 3 toont de opstaande rand 1 0 van de hulp- montagemal 11. De opstaande rand 10 past in sleuf 5 van op deze randen geplaatste schakels volgens figuur 1 en figuur 2.

Figuur 4 toont nu de toestand die ontstaat als de 20 schakels van de hulpmal 11 zijn afgenomen bijvoorbeeld met een elektromagneet (niet aangegeven) en zijn geklemd tussen twee concentrische in- en uitwendige, opblaasbare rub-berringen (respectievelijk 12 en 13), die bevestigd zijn aan en bemeten worden door metalen ringen (respectievelijk 25 14 en 15). In figuur 5 is dit nader in detail weergegeven met dezelfde verwijzingscijfers.

De banden of bandenpakketten 16 en 17 zijn axiaal gecentreerd en worden vastgehouden op axiaal ten opzichte van de ringen (12 t/m 15) beweegbare elektromagneten (18 en 30 19). Duidelijk zal zijn dat men twee pakketten (16 en 17} tegelijk kan monteren en dat draaiing van het geheel van 'schakels over 180° niet nodig is.

Het manipuleren met de hierboven kort beschreven middelen is reeds in het voorgaande beschreven.

35 In plaats van uitzetbare rubberringen kan men ook 10-12-1986 ε y (; : ? 2 N717/JS/as -7-

gebruik maken van axiaal beweegbare konussen (levert I

diameter variatie) of van diafragmas.

Van belang is dat de resterende opening die blijft bij de voormontage op de hulpmal zo groot is, dat de 5 juiste vulmaat kan worden gekozen uit in dikte opgemeten schakels uit de normale produktiepopulatie en dat deze door juiste keuze van die schakels de juiste lengtemaat verkrijgt. Dit betekent (overigens geheel afhankelijk van de aanwezige maattolerantie), dat een opening van 10 a 15 10 schakels dient te worden opgevuld. Met dit aantal is uit de schakelpopulatie de juiste lengte van een vulpakket meestal samen te stellen.

10-12-1986 f · ' 0 0 - ^ - · - v i.

Claims

1. Werkwij ze voor het monteren van een samengestelde drijfriem met een in hoofdzaak trapeziumvormige 5 dwarsdoorsnede voor toepassing op V-vormige poelies, bestaande uit een eindloze drager in de vorm van ten minste één metalen band of bandenpakket en uit een aantal platte verschuifbaar op de band aangebrachte dwarsschakels die met de hoofdzijden tegen elkaar aanliggen, en zijde-10 lingse uitsparingen hebben om de band(en) op te nemen, welke schakels zijn voorzien van koppelingsmiddelen in de vorm van ten minste een uitstulping aan een hoofdzijde en een in hoofdzaak overeenkomstige uitsparing aan de andere hoofdzijde, waarbij: 15 a. schakels met één van de uitsparingen eerst worden gemonteerd op een (hulp)-montagemal; b. daarna het uiteindelijk vereiste aantal schakels respectievelijk passchakels wordt gemonteerd, dat benodigd is voor de aktuele diameter van de eindloze band (banden- 20 pakket); c. tenslotte de band(en) of bandenpakket(ten), in de sleuf (sleuven) gevormd door de zijdelingse uitsparing(en) van de schakels definitief worden gemonteerd, met het kenmerk, dat: 25 a. de elementen met één van hun overeenkomstige uitsparingen gemonteerd worden op de opstaande rand van een hulpmontagemal die nagenoeg de diameter heeft van de eindloze band of het bandenpakket, in een aantal dat geringer is dan benodigd voor de gerede drijfriem; 30 b. de aldus gemonteerde schakels met geschikte middelen opgenomen worden van de montagemal en vervolgens ingeklemd worden tussen een inwendige radiaal uitzetbare ring, en een uitwendige radiaal uitzetbare ring, zodanig dat de sleuven van de elementen vrij blijven; 35 c. de diameter van beide klemringen met de ingeklemde schakels simultaan gewijzigd wordt, zodanig dat een band of een 10-12-1986 &· W" t»-, *' ··> v 'i7 v ! r... / > "* * N717/JS/as -9- bandenpakket in een rij overeenkomstige sleuven past (een rij of beide rijen); d. de opening gevormd door nog niet geplaatste schakels opgemeten wordt; 5 e. de band (banden) of bandenpakket(ten) weggenomen wordt; f. de diameters van beide klemringen simultaan vergroot wordt en in de nog resterende opening tussen de reeds gemonteerde schakels en serie geselecteerde schakels geplaatst worden, waarvan de gezamenlijke dikte overeenkomt 10 met die opgemeten opening; g. de diameters van beide klemringen nogmaals simultaan gewijzigd worden tot de onder c genoemde maat, waarna beide banden of bandenpakketten in de hun toebedeelde sleuven van ,· de schakels worden gemonteerd; 15 h. het geheel van gemonteerde schakels met de banden of bandenpakketten uit de klemringen weggenomen wordt.

2. Inrichting voor het monteren van een van een of meer metalen banden of bandenpakketten voorziene, uit dwarsschakels samengestelde drijfriem, volgens de werkwijze 20 van conclusie 1, met het kenmerk, dat deze bestaat uit: a. een hulp- montagemal (11) met een opstaande rondgaande rand (10), waarop schakels (1-8) met één van hun gleuven (5 en 5') (of met hun gleuf) geplaatst kunnen worden, waarvan de diameter (of lengte) nagenoeg gelijk is 25 aan die van de te monteren banden of bandenpakketten; b. middelen om alle op de hulp- montagemal geplaatste schakels tegelijk op te nemen en te verplaatsen; c. twee concentrische ringen, (13 t/m 15) waarvan de grotere (12, 14) inwendig uitzetbaar is en de andere 30 kleinere (13, 15) uitwendig uitzetbaar is, zodanig dat een volgens a gemonteerde serie schakels tussen deze ringen (12 t/m 15) kan worden geklemd en de ringen simultaan onder behoud van inklemming van de schakels hun in-, respectievelijk uitwendige maat kunnen veranderen tot 35 gedefinieerde standen; 15-01-1987 \ i ' vf» 11 N717/JS/as -10- d. een orgaan of organen (18, 19) die êên of twee banden of bandenpakketten tijdelijk dan wel definitief in de sleuven (5, 5') van de ingeklemde schakels (1-8) kunnen plaatsen door axiale beweging ten opzichte van de klem- 5 ringen (12 t/m 15); e. middelen om de opening, ontstaan door nog niet geplaatste schakels, (1-8) te kunnen opmeten; f. middelen om in dikte gesorteerde schakels zodanig te verenigen, dat de totale dikte van de verenigde schakels 10 overeenkomt met de volgens e opgemeten ruimte middelen om deze schakels met de andere schakels te verenigen.

3. Inrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat middelen aanwezig zijn om de op de hulpmal (10, 11) geplaatste schakels (1-8) op te nemen en te ver- 15 plaatsen.

4. Inrichting volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de middelen om de schakels (1-8) op te nemen en te verplaatsen een elektromagneet is.

5. Inrichting volgens conclusie 2, met het ken-20 merk, dat de middelen om de voorgemonteerde schakels vast te houden en op te sluiten bestaan uit twee concentrische metalen ringen (14, 15), die aan de naar elkaar toegerichte zijden voorzien zijn van uitzetbare, bijvoorbeeld opblaasbare, rubber delen (12, 13), die zo gevormd zijn dat zij de 25 schakels (1-8) inklemmen zonder de sleuven (5, 5') te bedekken.

6. Inrichting volgens conclusie 1-5, met het kenmerk, dat de middelen om de banden of bandenpakketten (16 en 17) te manipuleren tot boven en tot in de sleuven (5, 30 5') van de schakels (1-8), bestaan uit elektromagneten (18, 19), die na de montage zijn te ontkrachten.

7. Werkwijze en inrichting zoals hierboven beschreven en met een tekening toegelicht. 10-12-1986 O 7 a .? a f. V! 'f ,f ' ' 1 tut.: