NL8602900A - Werkwijze voor het toevoeren van een vloeistof aan een zich bewegende strook. - Google Patents

Werkwijze voor het toevoeren van een vloeistof aan een zich bewegende strook. Download PDF

Info

Publication number
NL8602900A
NL8602900A NL8602900A NL8602900A NL8602900A NL 8602900 A NL8602900 A NL 8602900A NL 8602900 A NL8602900 A NL 8602900A NL 8602900 A NL8602900 A NL 8602900A NL 8602900 A NL8602900 A NL 8602900A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
liquid
strip
accumulation
edge
supplied
Prior art date
Application number
NL8602900A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Fuji Photo Film Co Ltd
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Fuji Photo Film Co Ltd filed Critical Fuji Photo Film Co Ltd
Publication of NL8602900A publication Critical patent/NL8602900A/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B05SPRAYING OR ATOMISING IN GENERAL; APPLYING FLUENT MATERIALS TO SURFACES, IN GENERAL
    • B05DPROCESSES FOR APPLYING FLUENT MATERIALS TO SURFACES, IN GENERAL
    • B05D1/00Processes for applying liquids or other fluent materials
    • B05D1/26Processes for applying liquids or other fluent materials performed by applying the liquid or other fluent material from an outlet device in contact with, or almost in contact with, the surface
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B05SPRAYING OR ATOMISING IN GENERAL; APPLYING FLUENT MATERIALS TO SURFACES, IN GENERAL
    • B05CAPPARATUS FOR APPLYING FLUENT MATERIALS TO SURFACES, IN GENERAL
    • B05C5/00Apparatus in which liquid or other fluent material is projected, poured or allowed to flow on to the surface of the work
    • B05C5/02Apparatus in which liquid or other fluent material is projected, poured or allowed to flow on to the surface of the work the liquid or other fluent material being discharged through an outlet orifice by pressure, e.g. from an outlet device in contact or almost in contact, with the work
    • B05C5/0254Coating heads with slot-shaped outlet
    • GPHYSICS
    • G11INFORMATION STORAGE
    • G11BINFORMATION STORAGE BASED ON RELATIVE MOVEMENT BETWEEN RECORD CARRIER AND TRANSDUCER
    • G11B5/00Recording by magnetisation or demagnetisation of a record carrier; Reproducing by magnetic means; Record carriers therefor
    • G11B5/84Processes or apparatus specially adapted for manufacturing record carriers
    • G11B5/842Coating a support with a liquid magnetic dispersion

Landscapes

  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Dispersion Chemistry (AREA)
  • Application Of Or Painting With Fluid Materials (AREA)
  • Coating Apparatus (AREA)
  • Manufacturing Of Magnetic Record Carriers (AREA)

Description

VO 8468
Werkwijze voor het toevoeren van een vloeistof aan een zich bewegende strook.
De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het toevoeren van een vloeistof aan een zich bewegende strook en meer in het bijzonder op een werkwijze voor het toevoeren van een magnetisch© opnamesubstantie naar een bewegende strook.
5 Er zijn tot nu toe verschillende methoden voor het aanbrengen van een magnetisch registratiemateriaal op een zich bewegende strook (hierna dikwijls eenvoudig betiteld als een ''strook") gebruikt» waarbij gebruik wordt gemaakt van het aanbrengen met rollen» het aanbrengen door gravure» het aanbrengen door extrusie en het aanbrengen door glij-10 kralen, combinaties van deze met rakelstelsels, enz.
Recentelijk zijn een werkwijze voor het aanbrengen door extrusie en een werkwijze voor het toevoeren van een magnetisch registratiemateriaal aan een strook, waarbij een extrusietoevoerkop naar de strook wordt gedrukt, zonder dat de strook aan de keerzijde daarvan 15 wordt ondersteund, toegepast teneinde de snelheid van het toevoeren van het materiaal in de vorm van een film met geringe dikte te vergroten en defecten» zoals de vorming van een gecoaguleerd uitsteeksel te beletten. Bij laatstgenoemde methode zijn de strook en de extrusietoevoerkop met elkaar in aanraking wanneer een vloeistof, welke het 20 magnetische registratiemateriaal bevat, niet wordt uitgeschonken. Bij deze werkwijze vormt zich evenwel wanneer het toevoeren van vloeistof aan de strook wordt ingeleid, een poel van vloeistof of een vloeistof-accumulatie in de smalle spleet tussen de strook en de extrusietoevoerkop, zodat het toevoeren van vloeistof aan de strook plaatsvindt zonder 25 dat de strook in aanraking wordt gebracht met de extrusietoevoerkop.
Bovengenoemde methoden zijn bekend omdat zij zijn beschreven in de ter visie gelegde Japanese Patent Gazettes 57-84771, (Amerikaans octrooischrift 4.480.588), 58-104666, 59-94657, 58-189070 en 58-202075, enz.
30 Bij de bovenvermelde stand der techniek is het niet duidelijk wat de toestand of omstandigheid van de vloeistofaccumulatie tussen de toe-voerkop en de strook had, welke het toevoeren van de vloeistof aan de strook mogelijk maakte, welke omstandigheden het oppervlak van de toe- 8602900
*- * V
-2- gevoerde vloeistof goedmaakten, enz. Het is evenwel van groot belang om na te gaan welke omstandigheden een juiste toevoer van de vloeistof in verschillende hoeveelheden, zoals 5 cc/m2 tot 100 cc/m2 bij verschillende toevoersnelheden aan stroken met verschillende dikten mogelijk 5 maken.
Er zijn talrijke studies uitgevoerd om de bovengenoemde problemen op te lossen.
Een doel van de uitvinding is het verschaffen van een werkwijze voor het toevoeren van een vloeistof aan een zich bewegende strook, 10 waarbij een extrusietoevoerkop tegen de strook wordt gedrukt zonder dat de zich bewegende strook aan de keerzijde daarvan wordt ondersteund, waarbij zich de bovenstaande problemen niet voordoen.
Om de genoemde oogmerken te verkrijgen voorziet de uitvinding in een werkwijze voor het toevoeren van een vloeistof aan een zich bewe-15 gende strook, waarbij een extrusietoevoerkop tegen de zich bewegende strook wor*dt gedrukt zonder dat de zich bewegende strook aan de keerzijde daarvan wordt ondersteund, waarbij een vloeistofaccumulatie zich in een smalle spleet tussen de strook en de extrusietoevoerkop vormt, waarbij de extrusiekop is voorzien van een achterblad en een voorblad, 20 welke een spleet bepalen, via welke spleet de vloeistof de kop verlaat, omvattende: het toevoeren van de vloeistof aan de strook, terwijl de accumulatie van de vloeistof, welke aan de zich bewegende strook moet worden toegevoerd, wordt onderhouden door (a) de zich bewegende strook en (b) een rand van het achterblad van de extrusietoevoerkop, welke 25 rand wordt bepaald door de snijding van (1) een eerste oppervlak van het achtervlak, dat naar het voorvlak is gekeerd en zich het dichtst bij de strook bevindt, en (2) een tweede oppervlak van het achterblad, dat verder van het voorblad is afgelegen dan het eerste oppervlak, en waarbij de druk van de vloeistof van de accumulatie, welke zich tussen 30 de strook en het uitlaatgedeelte van de spleet van de extrusietoevoerkop bevindt, wordt ingesteld in een gebied van 0,2 kg/cm2 gauge tot 0,8 kg/cm2 gauge per 50 cm breedte van de toegevoerde vloeistof.
Derhalve wordt volgens de uitvinding de vloeistofaccumulatie, zoals aangegeven in de fig. 2, 3, 4 en 5, bij een bovenrand van het 35 achterblad in de nabijheid van de strook en in de nabijheid van de door de bladen bepaalde spleet onderhouden.
8502900 ï <+ -z-
De hier gebruikte uitdrukkingen "onderhouden", "onderhoudende", "houdend" of "gehouden" betekenen dat de vloeistofaccumulatie de boven gedefinieerde bovenrand van het achterblad bereikt doch zich niet voorbij de boven gedefinieerde bovenrand van het achterblad uitstrekt.
5 Het is duidelijk, dat zowel de bovenstaande algemene toelichting als de hierna volgende gedetailleerde toelichting slechts bij voorbeeld en ter toelichting dienen doch voor de uitvinding niet beperkend zijn.
De uitvinding zal onderstaand nader worden toegelicht onder verwijzing naar de tekening. Daarbij toont: 10 fig. 1 een doorsnede van een uitvoeringsvorm volgens de uitvin ding; fig. 2, 3, 4 en 5 doorsneden van vloeistofaccumulaties onder juiste toevoeromstandigheden volgens de uitvinding; fig. 6 een zijaanzicht van een vloeistofaccumulatie, welke niet 15 aan de uitvinding voldoet, en waarbij lucht de vloeistofaccumulatie op * een schadelijke wijze beïnvloedt; fig. 7 een bovenaanzicht van toevoerdefecten, welke tengevolge van lucht op een strook ontstaan; fig. 8 en 9 doorsneden van vloeistofaccumulaties, welke tot dikke 20 stromen leiden; fig. 10 een bovenaanzicht van toevoerdefecten, welke uit dikke stromen op een strook bestaan; en fig. 11 doorsneden van verschillende achterbladen voor een extru-sietoevoerkop volgens de uitvinding.
25 De uitvinding zal nu thans gedetailleerd worden beschreven. Het is van belang, dat de accumulatie van de vloeistof, welke moet worden toegevoerd, zoals boven is beschreven, volgens de uitvinding wordt onderhouden teneinde een bijzonder goede invloed op het toevoeren van de vloeistof aan de strook te verkrijgen. Tenzij de vloeistofaccumulatie 30 wordt onderhouden, zoals boven is beschreven, zal bijv. (a) indien de vloeistofaccumulatie niet voldoende groot is, zoals is weergegeven in de figuren 6 en 7, lucht veroorzaken, dat de kwaliteit van het oppervlak van de toegevoerde vloeistoffilm voor praktisch gebruik te gering wordt of (b) indien de vloeistofaccumulatie te groot wordt en 35 niet, zoals beschreven, kan onderhouden, de vloeistof uitstroomt over en voorbij de rand van het achterblad, als aangegeven in de figuren 8 en 9, en, zoals aangegeven in fig. 10, een onregelmatigheid, een streep 8602900 - ·ν -4- of dergelijke wordt gevormd, die de kwaliteit van het oppervlak van de toegevoerde vloeistoffilm verslechtert.
De omstandigheden, welke het onderhouden van de vloeistofaccumula-tie bij de rand van het achterblad mogelijk maken, zijn evenwel niet 5 eenvoudig. Zo is het uit proeven gebleken, dat bijv. de dikte van de strook, de mechanische spanning van het strookgedeelte waarop de vloeistof wordt aangebracht, de toevoersnelheid, de toegevoerde hoeveelheid vloeistof, het type vloeistof, de viscositeit (op het tijdstip van geringe afschuiving en op dat van grote afschuiving) van de vloeistof, 10 de vorm van de bovenzijde van de extrusietoevoerkop en de hoeken waarmede de strook de bovenzijde van de extrusiekop naderen en verlaten, factoren zijn, welke beïnvloeden of de vloeistofaccumulatie al dan niet wordt onderhouden. Ofschoon de factoren voor het toevoeren als parameters worden beschouwd, konden de omstandigheden, welke het onderhouden 15 van de vloeistofaccumulatie mogelijk maken, niet worden opgehelderd.
Het is evenwel uit de resultaten van verschillende proeven gebleken, dat de vloeistofaccumulatie op een juiste wijze bij de rand van het achterblad wordt onderhouden indien de druk van de vloeistof van de accumulatie, gelegen tussen de bovenzijde van de extrusietoevoerkop en 20 de strook, is gelegen in een gebied van 0,2 kg/cm2 gauge tot 0,8 kg/cm2 gauge per 50 cm breedte van de toegevoerde vloeistof, zelfs indien de andere parameters op verschillende wijzen worden gemodifieerd. Aangezien de druk van de vloeistof van de accumulatie niet direct kan worden gemeten, wordt deze indirect als volgt gemeten: 25 1) Een drukmeter wordt in een pijp tussen een vloeistoftoevoerpomp en de extrusietoevoerkop opgenomen. Het verdient de voorkeur de drukmeter onmiddellijk stroomopwaarts ten opzichte van de extrusietoevoerkop aan te brengen.
2) Er wordt een voorafbepaalde hoeveelheid vloeistof aan de extru- 30 sietoevoerkop toegevoerd, waarbij de vloeistof slechts uit de spleet van de kop wordt gegoten, doch niet op de strook wordt gebracht, waarbij de aflezing van de drukmeter wordt geregistreerd en wordt betiteld als P^ in kg/cm2.
3) Dezelfde voorafbepaalde hoeveelheid vloeistof wordt aan de ex- 35 trusietoevoerkop toegevoerd en met een voorafbepaalde snelheid aan de strook toegevoerd, waarbij de aflezing van de drukmeter 8602900 -5- wordt geregistreerd en wordt betiteld als Pq in kg/cm2.
4) Het verschil Pq-P^ tussexi de aflezingen Pq en P^ wordt als gelijk aan de druk P van de vloeistof van de accumulatie beschouwd.
De uitvinding zal thans gedetailleerd worden beschreven onder 5 verwijzing naar de tekening onder aanname, dat de druk P van de vloeistof van de accumulatie gelijk is aan het verschil Pq-P-^ tussen de aflezingen Pq en Pp
Fig. 1 toont een uitvoeringsvorm volgens de uitvinding. In fig.1 vindt men een strook 1, een extrusietoevoerkop, in het algemeen aange-10 geven met 2, welke is voorzien van een achterblad 3 en een rakelblad 4, en een vloeistof 5, welke moet worden aangebracht. Voor de bovenzijde van elk van deze bladen zijn verschillende vormen voorgesteld en in de toekomst kunnen nog andere vormen worden geconcipieerd. Voor de dikte van deze bladen is een waarde van ongeveer 1 tot 10 mm voorgesteld.
15 Het achterblad 3 en het rakelblad 4 bepalen een spleet 8 via welke spleet de toe te voeren vloeistof uit de extrusiekop 2 stroomt. Tussen de zich bewegende strook 1 en de bovenzijde van de bladen 3 en 4 vormt zich een poel van vloeistof of een vloeistofaccumulatie 6.
De figuren 2, 3, 4 en 5 tonen typerende constructies voor de 20 bladen van de extrusiekop, welke geschikte vormen voor de rand 7 van het achterblad 3 hebben, welke de volgens de uitvinding gebruikte bepaalde rand is, en tonen verschillende toestanden van, of vormen voor de vloeistofaccumulatie, welke volgens de uitvinding wordt onderhouden teneinde een juiste oppervlaktekwaliteit voor de toegevoerde vloeistof-25 film te verkrijgen. Wanneer de vloeistofaccumulatie 6 op een zekere wijze door de rand 7 van het achterblad wordt onderhouden, zoals is aangegeven in de figuren 2, 3, 4 en 5, wordt onafhankelijk van de vorm van het gehele achterblad 3 de juiste oppervlaktekwaliteit verkregen.
In fig. 2 wordt de rand 7 van het achterblad 3 bepaald door de 30 snijding van een eerste oppervlak 18, dat naar het voorblad 4 is gekeerd, en het tweede oppervlak 20, dat verder van het voorblad is gelegen dan het eerste oppervlak 18. In fig. 2 bevindt de rand 7 van het achterblad 3 zich het dichtst bij de spleet en vormt deze tevens de rand van het achterblad, welke zich het dichtst bij de zich bewegen-35 de strook bevindt.
8602900 -6-
In fig. 3 wordt de rand 7 bepaald door een eerste oppervlak 20, dat naar het voorblad 4 is gekeerd, en een tweede oppervlak 24, dat verder van het voorblad is afgelegen dan het eerste oppervlak 22. In fig, 3 ligt de rand 7 het dichtst bij de spleet. Het achterblad 12 5 bezit ook een rand 12, welke dezelfde hoogte heeft als de rand 7, doch de rand 12 is niet de rand, welke het dichtst bij de spleet is gelegen.
In fig, 4 wordt de rand 7 bepaald door een eerste oppervlak 26, dat naar het voorblad 4 is gekeerd, en een tweede oppervlak 28, dat verder van het voorblad is afgelegen dan het eerste oppervlak 26.
10 In fig. 4 ligt de rand 7 van het achterblad 3 het dichtst bij de spleet en is deze tevens de rand van het achterblad, welke het dichtst bij de zich bewegende strook 1 ligt. In de figuren 2, 3 en 4 zijn de eerste oppervlakken 18, 22 resp. 26 de enige oppervlakken van het achterblad 3, welke naar het voorblad 4 zijn gekeerd.
15 In fig. 5 wordt de rand 7 bepaald door een eerste oppervlak 30, dat naar het voorblad 4 is gekeerd, en een tweede oppervlak 32, dat verder van het voorblad is afgelegen dan het eerste oppervlak 30.
In fig. 5 is een oppervlak 34 eveneens naar het voorblad 4 gekeerd doch dit is niet het hoogste oppervlak, dat naar het voorblad 4 is ge-20 keerd, d.w.z., dat het geen oppervlak is, dat naar het voorblad is gekeerd en zich het dichtst bij de strook bevindt. In fig. 5 bevindt de rand 7 van het achterblad 3 zich het dichtst bij de strook en bevindt de rand 14 zich het dichtst bij de spleet.
Wanneer door de rand 7 van het blad 3 de vloeistofaccumulatie 6 25 niet wordt onderhouden doch stroomafwaarts ten opzichte van de rand 7 wordt onderhouden, zoals aangegeven in fig. 6, d.w.z. niet bij de hoogste rand van het blad 3 wordt gehouden, treedt lucht 9 aan het gehele toegevoerde oppervlak van de strook 1 toe en maakt de opper-vlaktekwaliteit van de toegevoerde vloeistoffilm voor praktisch ge-30 bruik te gering, zoals in fig. 7 door de defecten 16 is aangegeven. Wanneer de vloeistofaccumulatie 6 zich voorbij de bepaalde rand 7 van het achterblad, welke zich het dichtst bij de strook bevindt, uitstrekt, als aangegeven in fig. 8, of voorbij de bepaalde rand 7, welke het dichtst bij de spleet is gelegen, als aangegeven in fig. 9, ont-35 staan dikke strepen 10, als aangegeven in fig. 10, welke de oppervlakte-kwaliteit van de aangebrachte vloeistoffilm voor praktisch gebruik te gering maken.
8602900 -7-
Uit de bovenstaande omschrijving blijkt, dat het nodig is de vloei-stofaccumulatie 6 bij de rand 7 van het achterblad 3 te houden, zoals aangegeven in de figuren 2, 3, 4 en 5. Hiertoe verdient de druk van de vloeistof van de accumulatie 6 te worden ingesteld op 0,2 tot 0,8 kg/cm2 5 per 50 cm van de breedte van de toegevoerde vloeistof.
Voorbeelden van de uitvinding vindt men gedetailleerd hieronder. VOORBEELD 1
Een vloeistof, welke een samenstelling heeft, als aangegeven in Tabel 1 en welke wordt gebruikt voor het vervaardigen van een magneti-10 sche laag, wordt op een strook aangebracht onder gebruik van achterbladen waarvan de vormen zijn aangegeven bij (a), (b) en (c) in fig. 11.
De toevoersnelheid, de dikte van de strook, de mechanische spanning van de strook en de breedte van de toevoer worden resp. ingesteld op 100 m/min., 15/u, 20 kg per meter breedte, en 500 mm. De toegevoerde 15 hoeveelheid vloeistof wordt gradueel gevarieerd om de oppervlakken van de toegevoerde vloeistoffilms met elkaar te kunnen vergelijken. De resultaten van de vergelijking ten aanzien van de vorm van de accumulatie van de vloeistof en de druk van de vloeistof van de accumulatie zijn aangegeven in tabel 2.
20 TABEL 1
Samenstelling van de magnetische vloeistof 100 delen van een kobaltbevattend magnetisch ijzeroxide (SgET: 35 m2/g) 10 delen nitrocellulose 8 delen van een polyurethaan hars (in de handel zijnd product "Nipporan 25 2304", vervaardigd door Nippon Polyurethane Co., Ltd.) 8 delen van een polyisocyanaat 2 delen van Cr203 2 delen van roetzwart (gemiddelde korreldiameter: 20/u) 1 deel stearinezuur 30 1 deel van een butylstearaat 300 delen van methylethylketon 3602900
V
-8- TABEL 2
Toege- 'Achterblad (a) Achterblad (k) Achterblad (c) voerde —r———— ———r—————— hoeveelh. T^e , Druk ï Brak Druk stand stand stand (cc./ra2) (kg/cm2) (kg/cra2) (kg/cm2) 5 X 0,08 X 0^ 13 X 0,09 10 X 0,11 O 0,17 X 0,13 20 X 0,15 O 0,28 O 0,20 40 O 0,40 O 0,55 O 0,46 60 O 0,72 O 0,82 O-XX 0,78 80 XX 1,20 XX 1,35 XX 1,25
Toestand: De toevoertoestand
Druk: Druk van de vloeistofaccumulatie X : Een vloeistofaccumulatievorm, aangegeven in fig. 6 en een toege-voerde-vloeistofoppervlaktetoestand, aangegeven in fig. 7. De 5 toevoer is niet goed.
0 : Vloeistofaccumulatievormen, aangegeven in de figuren 2, 3, 4 en 5.
De toestand van het toegevoerde-vloeistofoppervlak is goed.
XX: Vloeistofaccumulatievormen, aangegeven in de figuren 8 en 9 en een toegevoerde-vloeistofoppervlaktetoestand, aangegeven in fig. 10 10. De toevoer is niet goed.
Zoals uit tabel 2 blijkt, varieert het gebied van de hoeveelheid van de vloeistof, welke kan worden aangebracht, in termen van de vorm van de toevoerkop. Dit kan worden toegewezen aan het feit, dat de afmeting van de vloeistofaccumulatie, welke ontstaat tussen de extrusie-15 toevoerkop en de strook, de druk van de strook op de vloeistof accumulatie en de spleet tussen de kop en de strook variëren. Het is duidelijk, dat zolang als de druk van de vloeistof van de accumulatie binnen een gebied is gelegen van ongeveer 0,2 kg/cm2 tot ongeveer 0,8 kg/ cm2, de vloeistofaccumulatie door de rand van het achterblad en de 20 extrusietoevoerkop wordt onderhouden waardoor de kwaliteit van het op pervlak van de toegevoerde vloeistoffilm goed is.
8602900 -9- VÓORBEELD 2
Een blad, aangegeven bij (c) in fig. 11, wordt gebruikt voor het aanbrengen van dezelfde vloeistof als bij voorbeeld 1. De toevoersnel-heid bedraagt 200 m/min. De andere toestanden zijn dezelfde als in voorbeeld 1. De resultaten van de toevoer zijn aangegeven in tabel 3.
TABEL 3
Toegevoerde Toevoersnelheid: 200 m/min.
hoeveelheid " 111 ~
Toestand Drul^ -5---1-2— (cc./nr) (kg/cin) 5 X 0.15 10 X 0,19 12 O 0,22 20 O 0,42 30 O 0,75 40 XX 1,16
Toestand: Toevoertoestand
Druk: Druk van de accumulatievloeistof X : Een vloeistofaccumulatievorm, aangegeven in fig. 6 en een toegevoerde- vloeistof oppervlakte toes tand, aangegeven in 5 fig. 7. De toevoer is niet goed.
0 : De vloeistofaccumulatievormen, aangegeven in fig. 2, 3, 4 en 5. De toegevoerde-vloeistofoppervlaktetoestand is goed.
XX: Vloeistofaccumulatievormen, aangegeven in de fig. 8 en 9 en een toegevoerde-vloeistofoppervlaktetoestand, aangegeven in 10 fig. 10. De toevoer is niet goed.
Wanneer de toevoersnelheid wordt vergroot is de kans, dat lucht problemen bij de geringe stroomsnelheid van de vloeistof veroorzaakt groter dan bij voorbeeld 1. In dat geval behoeft de druk 8602900 -10- van de vloeistof van de accumulatie te worden vergroot in verband met de grotere kans op problemen, welke door lucht worden veroorzaakt.
Het is evenwel uit de resultaten duidelijk, dat een druk van ongeveer 0,2 kg/cm2 of meer op dit moment voldoende groot is om goede resulta-5 ten te verkrijgen.
Zolang als de toegevoerde hoeveelheid vloeistof per eenheid van oppervlak constant is, neemt de druk van de vloeistof van de accumulatie dienovereenkomstig toe wanneer de toevoersnelheid toeneemt. Dit is een gevolg van het feit, dat de drukval, veroorzaakt door de vloei-10 stof langs het rakelblad te voeren, toeneemt. Derhalve moet de druk van de vloeistofaccumulatie bij de hoge toevoersnelheid en de kleine toegevoerde hoeveelheid groter worden gekozen dan bij de kleine toevoersnelheid. Dientengevolge strekt de vloeistofaccumulatie zich in sterke mate vanaf de rand van het achterblad uit en wel stroomopwaarts 15 ten opzichte van de bewegingsrichting van de strook.
VOORBEELD 3
De dikte van een strook wordt ingesteld op 38/u en 75ju. Dezelfde vloeistof als bij voorbeeld 1 wordt op de strook aangebracht.
Er wordt gebruik gemaakt van een achterblad waarvan de vorm is aange-20 geven bij (a) in fig. 11. De andere omstandigheden zijn dezelfde als bij voorbeeld 1. De resultaten van de toevoer zijn aangegeven in tabel 4.
8602900 -11- TABEL 4
Tcegevoarde Strookdikte: 38 H Strookdikte: ^5 H
hoeveelheid i * ----: ;
Toestand Druk Toestand** Druk ' c'" (cc./m2) <kg/ci?)__(kg/cm2) ' ï X 0,09 X 0,17 7 X 0,11 0 0,20 10 X 0,13 0 0,22 ^ O 0, 20 0 0,50 30 0 0,32 . O 0,69 40 0 0,48 0 0Λ70 50 Ö 0,70 XX Oj-95.
60 XX 0/94 —
Toestand: Toevoertoestand
Druk: Druk van de accumulatievloeistof X : Een vloeistofaccumulatievorm» aangegeven in fig. 6 en een toegevoerde-vloeistofoppervlaktetoestand aangegeven in fig.
5 7. De toevoer is niet goed.
Q : Vloeistofaccumulatievonnen weergegeven in fig. 2, 3, 4 en 5.
De toegevoerde-vloeistofoppervlaktetoestand is goed.
XX: Vloeistofaccumulatievormen aangegeven in fig. 8 en 9 en een toegevoerde-vloeistofoppervlaktetoestand, aangegeven in fig. 10 10. De toevoer is niet goed.
Wanneer de dikte van de strook wordt vergroot komt het gebied van een goede toevoer van de vloeistof overeen met een kleinere toegevoerde hoeveelheid dan bij voorbeeld 1. Dit kan worden toegeschreven aan het feit, dat wanneer de dikte van de strook toeneemt, de 15 druk op de vloeistof van de accumulatie wordt vergroot en de druk van de vloeistof van de accumulatie moet derhalve voor de grotere dikte van de strook groter worden gemaakt wanneer de toegevoerde hoeveelheid vloeistof constant is. Het is evenwel weer duidelijk, dat de vloeistof- §602900 -12- accumulatie door de rand van het achterblad kan worden onderhouden en op de juiste wijze kan worden onderhouden zolang als de druk van de vloeistof van de accumulatie binnen het gebied van ongeveer 0,2 kg/cm2 tot ongeveer 0,8 kg/cm2 ligt.
5 De voorbeelden 1, 2 en 3, welke boven zijn beschreven, tonen ver schillende uitvoeringsvormen volgens de uitvinding, die onder verschillende omstandigheden zijn uitgevoerd. Zoals uit de voorbeelden blijkt, beïnvloeden verschillende parameters of de vloeistofaccumulatie al dan niet door de rand van het achterblad kan worden onderhouden en er zijn 10 verschillende proeven uitgevoerd ten aanzien van de parameters. De resultaten van de proeven vindt men hieronder: (1) De kwaliteit van het oppervlak van de aangebrachte film is slechts goed wanneer de vloeistofaccumulatie door de bovenzijde van het achterblad wordt onderhouden.
15 (2) De druk van de vloeistof van de accumulatie ligt binnen het gebied van 0,2 kg/cm2 tot 0,8 kg/cm2 per 50 cm van de breedte van de toegevoerde vloeistof wanneer de vloeistofaccumulatie door de bovenzijde van het achterblad wordt onderhouden.
Zolang als aan de bovenstaande omstandigheden (1) en (2) wordt 20 voldaan, is de kwaliteit van het oppervlak van de aangebrachte vloeistof film goed onafhankelijk van variaties in andere omstandigheden.
Wanneer de toevoer van een vloeistof door extrusie aan een strook plaatsvindt zonder de strook aan de keerzijde daarvan te ondersteunen, wordt de accumulatie van de vloeistof, welke moet worden toegevoerd, 25 door de rand van het achterblad volgens de uitvinding onderhouden.
In verband hiermede kan de vloeistof snel en op een uniforme wijze als een dunne film op de strook worden aangebracht, zonder dat een defect optreedt, zoals een toevoeronregelmatigheid.
8602900

Claims (1)

  1. -13- * CONCLUSIE * Werkwijze voor het toevoeren, van een vloeistof aan een zich bewegende strook, waarbij een extrusietoevoerkop tegen de zich bewegende strook wordt gedrukt zonder dat de zich bewegende strook aan de keerzijde daarvan wordt ondersteund, waarbij de extrusiekop is voor-5 zien van een achterblad en een voorblad, welke een spleet bepalen, via welke spleet de vloeistof de kop verlaat, en waarbij een vloeistof-accumulatie wordt gevormd in een smalle spleet tussen de strook en de extrusietoevoerkop omvattende het toevoeren van de vloeistof aan de strook terwijl de accumulatie van de vloeistof, welke aan de zich be-10 wegende strook wordt toegevoerd, wordt onderhouden door (a) de zich bewegende strook en (b) een rand van het achterblad van de extrusietoevoerkop, waarbij de rand wordt bepaald door de snijding van (1) een eerste oppervlak van het achterblad, dat naar het voorblad is gekeerd en zich het dichtst bij de strook bevindt, en (2) een tweede 15 oppervlak van het achterblad, dat verder van het voorblad is afgelegen dan het eerste oppervlak, en waarbij de druk van de vloeistof van de accumulatie, welke zich bevindt tussen de strook en het uitlaatgedeel-te van de spleet van de extrusietoevoerkop, wordt ingesteld in een gebied van 0,2 kg/cm2 gauge tot 0,8 kg/cm2 gauge per 50 cm breedte van 20 de toegevoerde vloeistof. 8502900-
NL8602900A 1985-11-15 1986-11-14 Werkwijze voor het toevoeren van een vloeistof aan een zich bewegende strook. NL8602900A (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
JP60255011A JPH0640990B2 (ja) 1985-11-15 1985-11-15 塗布方法
JP25501185 1985-11-15

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8602900A true NL8602900A (nl) 1987-06-01

Family

ID=17272954

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8602900A NL8602900A (nl) 1985-11-15 1986-11-14 Werkwijze voor het toevoeren van een vloeistof aan een zich bewegende strook.

Country Status (4)

Country Link
US (1) US4717603A (nl)
JP (1) JPH0640990B2 (nl)
DE (1) DE3639027C2 (nl)
NL (1) NL8602900A (nl)

Families Citing this family (13)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
JP2875543B2 (ja) * 1989-03-08 1999-03-31 コニカ株式会社 塗布方法
FI83490C (fi) * 1989-05-10 1991-07-25 Neste Oy Foerfarande och anordning foer framstaellning av ett fiberstaerkt material.
JP2601365B2 (ja) * 1990-04-13 1997-04-16 富士写真フイルム株式会社 塗布方法
JPH07114998B2 (ja) * 1990-06-14 1995-12-13 松下電器産業株式会社 磁気記録媒体の塗布方法
JP2684448B2 (ja) * 1990-10-19 1997-12-03 富士写真フイルム株式会社 塗布方法
JP2537739B2 (ja) * 1992-07-31 1996-09-25 三菱化学株式会社 ダイコ―タ
US5534065A (en) * 1993-08-23 1996-07-09 Kao Corporation Coating apparatus
DE4429964A1 (de) * 1994-08-24 1996-02-29 Jagenberg Papiertech Gmbh Verfahren und Vorrichtung zum Beschichten von Materialbahnen, insbesondere Papier- oder Kartonbahnen
DE9418925U1 (de) * 1994-11-25 1995-07-06 Kraus, Herbert, 79669 Zell Beschichtungskopf (Kussprinzip) zum Beschichten von Folien (endlos)
JP3168388B2 (ja) * 1994-12-26 2001-05-21 富士写真フイルム株式会社 塗布方法
US8337419B2 (en) * 2002-04-19 2012-12-25 Sanofi-Aventis Deutschland Gmbh Tissue penetration device
US7690637B2 (en) * 2007-02-01 2010-04-06 Toshiba Tec Kabushiki Kaisha Sheet processing apparatus and sheet processing method
EP4029614A4 (en) * 2019-09-10 2023-06-14 Kabushiki Kaisha Toshiba COATING PROCESS, COATING ROD HEAD AND COATING DEVICE

Family Cites Families (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL6909118A (nl) * 1969-06-13 1970-12-15
JPS5695363A (en) * 1979-12-28 1981-08-01 Daicel Chem Ind Ltd Painting method
JPS5784771A (en) * 1980-11-13 1982-05-27 Fuji Photo Film Co Ltd Coater
JPS58104666A (ja) * 1981-12-16 1983-06-22 Fuji Photo Film Co Ltd 塗布装置
JPS6010785A (ja) * 1983-06-30 1985-01-19 Fujitsu Ltd 電界効果トランジスタおよびその製造方法
JPS60150865A (ja) * 1984-01-17 1985-08-08 Konishiroku Photo Ind Co Ltd 塗布方法

Also Published As

Publication number Publication date
DE3639027A1 (de) 1987-05-21
JPH0640990B2 (ja) 1994-06-01
US4717603A (en) 1988-01-05
JPS62117666A (ja) 1987-05-29
DE3639027C2 (de) 1998-03-19

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL8602900A (nl) Werkwijze voor het toevoeren van een vloeistof aan een zich bewegende strook.
US4299186A (en) Method and apparatus for applying a viscous fluid to a substrate
US4142010A (en) Method for applying a viscous fluid to a substrate
EP0788408B1 (en) Method and apparatus for multilayer die coating
US5759274A (en) Die coating apparatus with surface covering
US4324816A (en) Method for forming a stripe by extrusion coating
US6471775B1 (en) Slit nozzle for coating trips of material, especially paper or board strips, with a pigment coating
JPH0677711B2 (ja) 塗布装置
MXPA96005130A (en) Method and apparatus for cladding in combination, by rolling and troquel, with better trimming
CA2162859C (en) Apparatus and methods for two-sided coating of elongated strip articles
JP2007505737A (ja) 実質的に均一な厚さを有するコーティング層を形成するための方法、およびダイコータ
JPH04145977A (ja) 塗布方法
JPH0824872B2 (ja) 塗布装置
JPH02174965A (ja) 重層塗布方法及び装置
EP0426122B1 (en) Coating method
US6153265A (en) Extrusion-type coating equipment for uniformly applying a coating fluid to a support surface
US6833157B2 (en) Coating method and apparatus
WO1995029764A1 (en) Die coating method and apparatus
JPH0829285B2 (ja) 塗布装置
JPS6010785B2 (ja) テ−プ状担体材料を被覆物質で被覆するための流しかけ塗布機
JPH06262117A (ja) ノズルコ−タ型塗装装置
US6436190B1 (en) Coating apparatus and method of coating
JP2000107668A (ja) 塗布装置及び塗布方法
JPH11197576A (ja) 塗布装置及び塗布方法
JP2777094B2 (ja) ダイコータ

Legal Events

Date Code Title Description
A1A A request for search or an international-type search has been filed
BB A search report has been drawn up
BC A request for examination has been filed
BN A decision not to publish the application has become irrevocable