NL8403785A - Voertuigbumper. - Google Patents

Voertuigbumper. Download PDF

Info

Publication number
NL8403785A
NL8403785A NL8403785A NL8403785A NL8403785A NL 8403785 A NL8403785 A NL 8403785A NL 8403785 A NL8403785 A NL 8403785A NL 8403785 A NL8403785 A NL 8403785A NL 8403785 A NL8403785 A NL 8403785A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
foam
shelf
support member
bumper according
vehicle bumper
Prior art date
Application number
NL8403785A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Ladney M Jr
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Ladney M Jr filed Critical Ladney M Jr
Publication of NL8403785A publication Critical patent/NL8403785A/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B60VEHICLES IN GENERAL
    • B60RVEHICLES, VEHICLE FITTINGS, OR VEHICLE PARTS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • B60R19/00Wheel guards; Radiator guards, e.g. grilles; Obstruction removers; Fittings damping bouncing force in collisions
    • B60R19/02Bumpers, i.e. impact receiving or absorbing members for protecting vehicles or fending off blows from other vehicles or objects
    • B60R19/18Bumpers, i.e. impact receiving or absorbing members for protecting vehicles or fending off blows from other vehicles or objects characterised by the cross-section; Means within the bumper to absorb impact
    • B60R19/22Bumpers, i.e. impact receiving or absorbing members for protecting vehicles or fending off blows from other vehicles or objects characterised by the cross-section; Means within the bumper to absorb impact containing mainly cellular material, e.g. solid foam

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Vibration Dampers (AREA)
  • Secondary Cells (AREA)

Description

- 1 - N.0. 32919 .
Voertuigbumpér.
De uitvinding heeft betrekking op een energie-absorberen-· de bumper voor voertuigen.
De laatste jaren zijn vele ontwerpen van voertuigbumpers voorgesteld, die bestemd zijn om gematigde stootkrachten te 5 absorberen zonder beschadiging van de bumper of het voertuig, waarop de bumper is gemonteerd. Eén benadering is geweest het gebruik van fluidumstootdempers gemonteerd op het onderstel van het voertuig. In het geval van bumpers vervaardigd van kunststof, zijn sommige in de vorm van een gevormde holle 10 plank met een gevormd kunststofsteunorgaan of staaf lineair vastgelast of op andere wijze mechanisch bevestigd aan de plank. Bij sommige van dergelijke bumpers is een kunststof-schuimorgaan ingébracht tussen de plank en het steanorgaan, waarbij het steunorgaan een middel verschaft om de bumper op 15 het frame van een voertuig te monteren, zie bijvoorbeeld Amerikaanse octrooischrift 3.721.*33; 3.860.279; 3.866.963; *.106.804; *.109.951; *.116.893; *.13*.6IQ; *.213.6**; *.268.079; *.325.57*; *.328.986; *.350.378; en *.361.352. ‘
Hoewel deze en andere typen bumpers, die geheel of ge-20 deeltelijk zijn vervaardigd van kunststofsamenstellingen een zekere mate van energie-absorptie verschaffen, zijn zij duur wat vervaardiging en assemblage betreft, maar bovendien heeft de ervaring geleerd dat hun vermogen voor het absorberen van krachten die optreden bij een betrekkelijk matige stoot, 25 in vele gevallen onvoldoende is om beschadiging van de bumper of het voertuig te verhinderen.
De onderhavige uitvinding heeft in de eerste plaats tot doel een voertuigbumper te verschaffen, die grotere stootkrachten kan absorberen zonder beschadiging van de bumper 30 of het voertuig.
Een ander doel van ceouitvinding is het verschaffen van een stootdempende bumper die economisch vervaardigd en geassembleerd kan worden.
Nog een ander doel van de uitvinding is het verschaffen 35 van een stootdempende bumper met voldoende energieverwerkings-capaciteit om de noodzaak van het gebruik van fluidum-stoot-dempinrichtingen in bepaalde gevallen te vermijden.
8403785 11 % -2 -
Meer in het bijzonder heeft de onderhavige uitvinding betrekking op een bumper met een half-stijve veerkrachtige plank, bij voorkeur gevormd uit kunststof en een steun-of bevestigingsorgaan voor de bumper op afstand van het voor-5 vlak van de plank, waarbij de afstand daartussen wordt opgevuld met een veerkrachtig samendrukbaar, kunststofschuim-orgaan met integrale huid, dat ter plaatse is gevormd en integraal is gehecht aan de plank en het steun- of bevestigings-orgaanv Bij de bumper volgens de onderhavige uitvinding 10 wordt de verhoogde energie-absorptie primair toegeschreven aan de samendrukbaarheid van de schuimstofkern, de hechting van de integrale huid van de schuimstofkern aan de bumper-organen en de verlengings- en scheursterkte van de integrale huid bij spanning. Wanneer een bumper van de onderhavige 15 uitvinding wordt onderwerpen aan een stootkracht, wordt de plank vervormd en wordt de schuimstofkern gecomprimeerd.
Dit veroorzaakt spanning in secties van de schuimstofkern en de integrale huid. Aangezien de schuimstof is gehecht aan de bumperelementen, heeft deze spanning de neiging vervorming 20 af te remmen en verhoogt dus de energie die wordt geabsorbeerd door de bumper zelf door achterwaartse en zijdelingse verdeling van de stootbelasting over de bumper.
Een ander voordeel van de onderhavige uitvinding is dat de bumper zijn vorm en dimensies behoudt, wanneer zij wordt 25 verwarmd bij een verfproces.
Andere doeleinden, kenmerken en voordelen van de onderhavige uitvinding zullen blijken uit de nu volgende beschrijving aan de hand van de tekeningen, waarin:
Fig. 1-5 en 10 zijn vertikale doorsneden van verschillende 30 uitvoeringsvormen van bumpers volgens de uitvinding, waarbij het bovendeel van ieder aanzicht de bumpercomponenten toont in de normale stand en het benedendeel de bumpercomponenten toont in de op stoot belaste toestand;
Fig. é, 7, 8 en 11 zijn doorsneden die verdere wijzi-35 gingen van de onderhavige uitvinding tonen; en
Fig. 9 is een horizontale detaildoorsnede van een andere uitvoeringsvorm volgens de uitvinding.
8403785 - 3 - * i 4
In fig, 1 is de bumper getoond, welke bestaat uit een plankorgaan 10 dat zodanig is gevormd dat het een in hoofdzaak U-vormig voordeel 12 en boven- en onderflenzen 14- heeft, die zich uitstrekken achterwaarts vanaf het voordeel. Een bum-** perstaijg 16 strekt zich in hoofdzaak over de gehele lengte van de plank 10 uit en is verbonden met de flenzen 14, bijvoorbeeld door een lineaire lasnaad bij 18. Het volumes tussen het voordeel 12 van de plank 10 en de bumperstang 16 bevat bevat kunststofschuim. Het schuim is ter plaatse gevormd door de plank 10 en de bumperstang 16 op de gewenste afstand van elkaar te plaatsen en het schuim in de ruimte te voeren, welke tenminste voor het grootste deel wordt begrensd door de plank en de bumperstang. Het oppervlaktegebied dat niet wordt begrensd door de plank en de bumperstang wordt begrensd door 15 kerndelen van geschikte vorm om dé gewenste gedaante van de gevormde schuimgebieden te verkrijgen. De kerndelen zijn voorbehandeld met vormlossende materialen» Een schuimbare kunststof wordt ingebracht in de ruimte en kan expanderen en vervolgens harden tot een half-harde toestand van gewenste veer-20 kracht en samendrukbaarheid. De schuimstof is bij voorkeur een veerkrachtige flexibele urethaan schuimstof, welke verhard; met een integrale huid. De inwendige oppervlakken van de plank 10 en de bumperstang 16 kunnen voor het inbrengen van de schuimbare kunststof een voorbehandeling hebben ondergaan 25 om hechting te bevorderen. Afhankelijk van de gekozen materialen, kunnen deze voorbehandelingen van het oppervlak omvatten het aanbrengen van kleefstof, vlambehandeling, aanbrengen van grondverf en dergelijke.
Het schuimstoforgaan 20 heeft dus een veerkrachtig 30 samendrukbare kern 22 en een integrale huid 24, De plank 10 en de bumperstang 16 zijn gevormd van materialen waaraan het schuimstoforgaan 20 stevig hecht marineer* het daarin wordt gevormd. De integrale huid 24 op de schuimstofkern 22 en de sterke hechting tussen de huid 24 en de aangrenzende opper-35 vlakken van de organen 10 en 16 zijn kritische kenmerken van de onderhavige uitvinding. Wanneer de bumper is gemonteerd op het frame van een voertuig, bijvoorbeeld· met bouten 26, 8403785 ’ V - 4 - en wordt onderworpen aan een stootkracht, dan vervormt, zoals-' hierboven is vermeld, het plaatselijke gebied van de plank, waar deze kracht wordt uitegeoefend, in het algemeen tot de gedaante getoond in het benedendeel van fig. 1. Het centrale 5 deel van de schuimstofkern 22 comprimeert zoals aangegeven met 22’ en aangezien de bumperstang 16 stijf bevestigd is aan de flenzen 14-, wordt het afgeronde voordeel 12 van de plank 10 vervormd tot een platte vertikale sectie 12*. Het plat worden van het voorvlak is er de oorzaak van dat zijn 10 boven- en onderdelen naar buiten buigen in een vertikale richting zoals aangegeven met 12’. De compressie van de schuimstof kern 22 zal een aanzienlijk deel van. de stootenergie absorberen, maar tegelijkertijd wordt de energieabsorptie vergroot door het feit dat delen van de huid 24, die ge-15 hecht zijn aan de plank 10 onder spanning worden gebracht.
Het rekken of verlengen van de integrale huid 24 met hogere dichtheid absorbeert extra stootenergie en deze spanning heeft de neiging vervorming van de plank tegen te gaan, waardoor de energie-absorptie verder wordt vergroot. Boven-20 dien heeft spanning in de huid de neiging de plank te doen terugkeren naar zijn oorspronkelijke vorm.
De bumper getoond in fig. 2 verschilt slechts weinig van die getoond in fig. 1, doordat de verbinding tussen het voordeel 12 en flenzen 14 is gevormd als een V-vormige inke-25 ping 28, waarin de naar voren gerichte flenzen 29 van de bumperstang zijn opgenomen om plank 10 en bumperstang 16 mechanisch met elkaar te vergrendelen. Deze verbinding heeft in het algemeen dezelfde funktie als lineaire lasnaden 18, doordat.zij verhindert dat de plank als een geheel naar 30 achteren verschuift ten opzichte van de bumperstang 16 en verhindert dat de flenzen 14 vertikaal naar boven buigen, wanneer een stootkracht wordt uitgeoefend op de bumper. Bij deze uitvoeringsvorm (zoals ook het geval is voor de uitvoeringsvormen van fig. 3-6, 8, 10 en 11) kan de bumperstang 35 echter worden gevormd uit een niet-kunststofmateriaal, bijvoorbeeld staal, daar vele kunststofschuimstoffen goed hechten aan metaal. Het schuimstoforgaan met de integrale huid 24 8403785 - 5 - ' absorbeert stootkrachten die worden uitgeoefend op dé bumper ~ op in hoofdzaak dezelfde wijze als hierboven beschreven met verwijzing naar fig. 1.
Bij de bumper volgens fig. 3 werken de flenzen 14 5 van de plank 10 verschuifbaar samen met de tegenoverliggende gefTfert^le..-einden van de bumper stang 16, zodat bij het uitoefenen van een stootkracht de plank als geheel naar achteren kan verschuiven ten opzichte van de bumperstang. Wanneer een stoot optreedt wordt de vormkern 22 gecomprimeerd zoals 10 aangegeven met 22' en worden de boven- en benedendelen daarvan naar buiten en naar achteren gextrudeerd zoals aangegeven met 22'. Dit zorgt ervoor dat de integrale huid 24 naast de naar buiten gebogen delen 14’ van de plank wordt gerekt.
Om afscheuren van de schuimstof en de huid te verhinderen 15 wordt een vormlosmiddel aangebracht op het binnenoppervlak van de plank langs de gebieden aangegeven met 30.
Bij de opstelling volgens de fig. 2 en 3 en bij de hierna beschreven opstellingen worden de plank en het steunorgaan of de bumperstang uitsluitend in gemonteerde relatie gehouden 20 door de hechting tussen de integrale huid op de schuimstof-kern en de bumperstang. Dit vermindert aanzienlijk de vervaar-digings- en assemblagefcosten van. de gehele bumper. De kon-struktie getoond in fig. 3 kan gebruikt worden bij die voertuigen, waarbij een achterwaartse verplaatsing en vertikale 25 uitbuiging van de flenzen 14 van de plank geen hindernis vormen voor andere componenten van het voertuigframe of koetswerk.
Bij de opstelling volgens fig. 4 is de bumperstang 16 voorzien van openingen 32 en is het schuimstoforgaan 20 aan-vankelijk zo gevormd dat een extrudaat zich uitstrekt door de openingen 32 en hecht aan de binnenvlakken van de flenzen 14 zoals aangegeven met 34. Een losmaakmiddel is aangebracht op de gebieden 35 bij openingen 32. Bij een stoot worden de delen 36 van het schuimstoforgaan 20, met inbegrip van de 35 integrale huid daarop, gerekt zoals getoond in het benedendeel van fig. 4. Dit vermindert de mate waarin de flenzen 14 vertikaal zullen uitbuigen en vergroot ook de hoeveelheid 8403785 - 5 - % * energie die wordt geabsorbeerd bij stoot, aangezien een deel van deze ej?rg.ie wordt gebruikt om het deel 36 en de integrale huid daarop te rekken.
In het geval van het blootgestelde oppervlak van 5 het extrudaatf bij de uitvoeringsvorm van fig. 4 en bij andere uitvoeringsvormen, waarin oppervlakte delen van de schuim-stof zijn blootgesteld, kunnen de blootgestelde gebieden worden afgedicht met een elastomeer dichtmiddel, zoals door het opsproeien of dompelen om de blootgestelde gebieden 10 ondoorlaatbaar te maken voor het binnentreden van water.
In het geval waarin er een neiging bestaat dat de huid en de schuimstof afscheuren in de gebieden 22" van de opstelling volgens fig. 3, kan deze neiging in grote mate worden verminderd door de opstelling volgens fig. 5. De op-15 stelling volgens fig. 5 kan een hogere stootbelasting weerstaan zonder dat het schuimstoforgaan 20 afscheurt. Bij de bumper volgens fig. 5 heeft plank 38 een plat voordeel 40, in tegenstelling tot het afgeronde deel 12 van de plank 10 volgens fig. 1-4. Dit verschil betreft slechts de vorm en heeft 0 20 geen invloed op de enrgie-absorberende eigenschappen van de bumper. Bij de bumper volgens fig. 5 eindigt de bumper-stang 16 echter langs zijn boven- en benedeneinden binnenwaarts van de flenzen 14 van de plank en is het schuimstoforgaan 20 gevormd tussen de plank en de bumperstang, zodat het zich 25 naar achteren uitstrbkt voorbij de bumperstang 16 langs de boven- en onderranden daarvan, zoals aangegeven met 42. De vertikale afstand tussen de bumperstang 16 en de flenzen 14 heeft de neiging de vertikale verplaatsing van de flenzen s bij stoot op de bumper te verminderen* Wanneer het voorvlak 30 van de plank onderworpen is aan een stootkracht, wordt de schuimstofkern gecomprimeerd, zoals aangegeven met 22' en worden de delen 42, t.ezamen met de integrale huid daarop, gerekt tot de gedaante aangeduid met 42’. Evenals in de eerder beschreven uitvoeringsvormen absorbeert de aanwezigheid van 35 de integrale huid op de schuimstofkern en zijn hechting aan de bumperorganen een zeer aanzienlijk deel van de stoot-energie zonder de bumper te beschadigen. De spanning die 8403785 * # ί -7-.
wordt ontwikkeld in de kern en de integrale huid heeft ook de neiging de plank naar zijn originele vorm terug te brengen nadat de stootkracht is opgeheven.
De opstelling volgeas fig. 6 is enigszins gelijk aan die 5 van fig. 5, behalve dat de bumperstang 44 is uitgevoerd als een hol orgaan, dat zich in hoofdzaak over de gehele lengte van de bumper uitstrekt. De bumperstang 44 kan geëxtrudeerd zijn uit een half-stijve kunststof of kan gevormd zijn uit een enigszins veerkrachtig plaatmateriaal. In ieder geval 10 heeft de bumperstang de integrale huidschuimstof 4-6 die daarin tegelijkertijd met het vormen van het schuimstoforgaan 20 in de plank is gevormd. De integrale huidschuimstof 4-6 kan zodnaig gekozen worden, dat zij een andere samendrukbaarheid heeft dan de schuimstof 20 evenals andere middelen voor het 15 beheersen van de absorptie en verdeling van stootbelastingen op de plank 10. De bumperstang ¢4- en de plank 10 worden samengevoegd gehouden door de integrale huid 24- van het schuimstoforgaan 20. De delen 4-2 van het schuimstoforgaan 20, die achterwaarts uit de boven- en benedenranden van de bum-20 perstang 4-4- uitsteken.hebben hetzelfde doel als de delen ¢2 getoond in fig. 5. De holle bumperstang-vergroot de dwars-doorsnedemodulus en vergroot verder de energie-absorberende eigenschappen van de bumper.
Bij de opstelling volgens fig. 7 is de hierboven getoonde 25 en beschreven bumpersstang vervangen door een dunne metalen spanningstrip 48, die zich in lengterichting van de bumper uitstrekt tenminste tussen de twee bumperbevestigingskolommen of beugels(niet getoond) op het voertuigframe.De spannings-strip 48 is voorzien van een aantal openingen 50 daarin en het schuimstoforgaan 20 is ter plaatse zodanig gevormd, dat de spanningsstrip 48 in hoofdzaak volledig is ingebed in de schuimstof behalve in het gebied dat de bevestigingsschroef 26 omgeeft. Evenals bij de opstelling volgens fig. 5 en 6 worden de spanningsstrip 48 en de plank 10 uitsluitend bij __ elkaar gehouden door de integrale huid 24 op het schuimstof-orgaan 20. Evenals bij de fig. 5 en 6 strekt het schuimstoforgaan 20 zich naar achteren uit buiten de boven- en onderranden van de spanningsstrip 48, zoals getoond bij 52. Door het inkapselen van de spanningsstrip 48 in het schuimstof- 8403765 - 8 - orgaan 20 wordt een betere hechting verkregen tussen deze organen. Het kan gunstig zijn het oppervlak van de strip 48 een voorbehandeling te geven om hechting te bevorderen.
Bij de bumper volgens fig. 8 is de bumperstang 54 5 volledig ingebed in het schuimstoforgaan 20 en hellen de boven» en onderranden , die op afstand liggen van de flenzen van de plank, naar achteren zoals aangegeven bij 56. Met deze opstelling wordt het vertikale centrale deel 58 van het schuimstoforgaan 20 onderworpen aan compressie, wanneer de 10 plank wórdt onderworpen aan een stootkracht, maar bij de delen 60 van het schuimstof orgaan 20 naast':de naar achteren hellende delen 56 worden de krachten op het schuimstoforgaan 20 geleidelijk omgezet van compressiekrachten naar trekkrachten. Deze naar achteren hellende delen vermijden dus een 15 plotselinge overgang van compressie- naar trekkrachten in het orgaan 20 en verhinderen verder het afscheuren van de schuimstof in deze delen. In fig. 8 is ook één van de twee bevestig ingsko lommen of beugels 62 op het voertuigframe getoond, waarop de bumper is gemonteerd. Behalve de bumpersstang 54 20 toont fig. 8 het gebruik van een afzonderlijke dunne metalen plaat 64 bij ieder van de twee bevestigingspunten .van de bumperstang op het voertuigframe.
Fig. 9 toont een speciale toepassing van de bumper volgens de onderhavige uitvinding, waarbij de bumper geschikt 25 is om te worden gemonteerd op een voertuig, dat reeds is uitgerust met een steunorgaan* In het bij> : nder gebruikt ! t deze uitvoeringsvorm individuele metalen platen 64, die zijn ingebed in het schuimstoforgaan 20 en geplaatst naast ieder van de bevestigingsbeugels voor hét monteren van de bumper 30 op het voertuigframe. Bij deze opstelling dient een metalen strip 66, die zich uitstrekt tussen.de twee bumperbevestigings-beugels op het voertuigframe, om de vereiste steun te verschaffen voor compressie van de schuimstof 20. De strip 66 heeft twee afstandsorganen 68 die daarop zijn bevestigd door lassen 35 of dergelijke, zoals aangegeven met 70. Bij deze opstelling bestaat de bumper zelf eenvoudig uit de plank 10, het schuim-stoforgaan 20 en de twee platen 64 die zijn ingekapseld in de schuimstof, zoals weergegeven.
8403785 ** 9 — *
Fig. 10 toont een andere uitvoeringsvorm van de uitvinding met het toegevoegde kenmerk van een ribbe 72 die integraal gevormd is met de bumperstang 16. Het aanzicht toont ook de schuimstof 20 die voorwaarts is verdiept in 5 het gebied 74- in de nabijheid van het vertikale einde van de bumperstang.
De ribbe 72 is gevormd als een integrale verlenging van de bumperstang 16 om bij te dragen aan de stijfheid.
In zijn ontspannen toestand kan deze worden gekanteld ten 10 opzichte van de vertikale dimensie van de bumperstang om deflectie bij stootkracht op de plank 10 te vergemakkelijken, zoals is weergegeven in fig. 10.
De verdieping in het gebied 74· verschaft een andere compressie en stromingspatroon voor het kunststofschuim 20 15 om stootbelastingen op de plank 10 te absorberen en te verdelen.
Fig. 11 is een dwarsdoorsnede van een andere bumperuit-voering die twee extra kenmerken van de uitvinding toont.
De doorsnede of snijvlak lijn van fig. 11 is verplaatst in 20 het vertikale middelpunt van de bumper om de onderbreking van de schuimstofhuid nabij de bevestiging te tonen.
Eerst is de benedenflens 14· van de plank 10 getoond, die uitsteekt in een in het algemeen benedenwaartse richting voorwaarts van de bumperstang 16.
25 In de tweede plaats is de schuimstof vervaardigd uit twee samenstellingen om een dwarsdoorsnede te geven van variërende dichtheid en stijfheid. Bij de uitvoeringsvorm van fig. 11 is een voorgevormd broodje 76 van kunststofschuim van één bepaalde dichtheid of stijfheid ingebed binnen een 30 schuimstofmatrix 78 die ter plaatse is gevormd met een andere dichtheid of stijfheid. Dit kenmerk van variërende dichtheid van de schuimstof in dwarsdoorsnede geeft extra controle over het opnemen van energie. De uitvinding beoogt ook hetzelfde resultaat te verkrijgen door gebruik van een homogene 35 kunststofschuim van continu variërende of gegradueerde dichtheid over het dwarsdoorsnede gebied van de schuimstof.
8403785

Claims (29)

1. Voertuigbumper, omvattende een plank met een voordeel dat is ingericht voor het opnemen van stootkrachten en bovenen onderflenzen, die zich naar achteren uitstrekken vanaf het voordeel, een steunorgaan geplaatst achter het voordeel 5 van de plank <fat zich vertikaal uitstrekt ten opzichte van de boven- en onderflenzen, welk orgaan middelen bevat om de bumper op. het voertuig te bevestigen, en een veerkrachtige samendrukbare kunststofschuim gevormd ter plaatse in tenminste een belangrijk deel van het volume, dat wordt begrensd door 10 het steunorgaan en de plank, welke schuimstof een integrale huid heeft die gehecht is aan aangrenzende oppervlakken van de plank en het steunorgaan.
2. Voertuigbumper volgens conclusie 1, met het k e n m e r k, dat de boven-enr.onderf lenzen verbonden zijn 15 met aangrenzende segmenten van het steunorgaan.
3. Voertuigbumper volgens conclusie 1, met het k e n m e r k, dat de boven- en onderflenzen mechanisch verbonden zijn met respektievelijke eindsegmenten van het steunorgaan.
4. Bumper volgens conclusie 1, met het ken merk, dat de kunststofschuimstof is een polyurethaan-schuim met integrale huid,
5. Voertuigbumper volgens conclusie 1, m e t het k e n m e r k , dat de plank en het steunorgana gevormde 25 delen zijn.
6. Voertuigbumper volgens conclusie 1, met het k e n m e r k, dat de plank en het steunorgaan kunststof-organen zijn.
7. Voertuigbumper volgens conclusie 6, met het 30 kenmerk, dat de plank en het steunorgaan bestaan uit kunststoforganen, die door spuitgieten zijn gevormd.
8. Voertuigbumper volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het steunorgaan tenminste één integrale rib bevat om bij te dragen aan de stijfheid van het steun- 35 orgaan. 8403785 * - 11 - * m
9. Voertuigbamper volgens conclusie 8, met het k e n m e r k , dat de ribbe in zijn ontspannen toestand gekanteld is tèn opzichte van de vertikale dimensie van het steunorgaaa om doorbuiging bij stootkracht van de plank te 5 vergemakkelijken. '
10. Voertuigbumper volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de kunststofschuimstof een variërende dichtheid heeft binnen zijn dwarsdoorsnedegebied.
11. Voertuigbumper volgens conclusie 1, m ert het 10 kenmerk, dat de kunststofschuimstof een centraal broodje van schuimstof bevat met een eerste dichtheid, dat is ingebed in een schuimstofmatrix met een tweede dichtheid, welke schuimstofmatrix de gehechte integrale huid bevat.
12. Voertuigbumper volgens conclusie 1, met het 15 kenmerk, dat het steunorgaan is gevormd uit métaal.
13. Voertuigbumper volgens conclusie 1, m e t het kenmerk, dat de schuimstof een integrale huid heeft die in het algemeen is gehecht aan de binnenoppervlakken van het omsloten volume, maar niet gehecht is nabij de verbinding 20 van het steunorgaan en de ftleinzen, waardoor het mogelijk is dat de bumper beantwoord: aan een stootkracht op de plank door gecontroleerde scheiding van het steunorgaan en de flenzen om stroming daardoor van de veerkrachtige samendrukbare kunststofschuimstof mogelijk te maken.
14. Voertuigbumper volgens conclusie 13, met. het kenmerk, dat het steunorgaan tenminste één opening daarin gevormd heeft en de veerkrachtig samendrukbare kunst-stofschuim verder omvat een integraal extrudaat dat zich uitstrekt door ieder van - de openingen en bevestigd is 30 aan een binnenoppervlak van de plank om te reageren op stootkracht op de plank door verlenging.
15. Voertuigbumper volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de bumper als een eenheid bijeen wordt gehouden uitsluitend door de hechting van de integrale 35 kunststofhuid aan de plank en het steunorgaan. 8403785 v c - 12 - 16.Voertuigbumper volgens conclusie 1, m e t het. kenmerk, dat het steunorgaan zich vertikaal uitstrekt ten opzichte van de boven- en onderflenzen en op afstand daarvan ligt en de veerkrachtig samendrukbare kunststofschuim 5 zich achterwaarts uitstrekt door tenminste één van de ruimtes tussen het steunorgaan en de boven- en onderflenzen. 17* Voertuigbumper volgens conclusie 16, met het kenmerk, dat de schuimstof een naar voren verdiept deel bevat nabij één of beide vertikale einden van het steun- 10 orgaan.
18. Voertuigbumper volgens conclusie 1, m e t h e t k e n m e r k , dat tenminste een deel van het steunorgaan is ingebed in de veerkrachtig samendrukbare kunststofschuim-stof.
19. Voertuigbumper volgens conclusie 18, met het k e n m e r k , dat het steunorgaan een kanaalvormige gedaante heeft.
20. Voer-stuigbumper volgens conclusie 19, met h et k e n m e r k , dat de kanaalvorm een inwendig volume heeft 20 dat gevuld is met schuimstof.
21. Voertuigbumper volgens conclusie 20, met het ken. merk, dat de schuimstof binnen het kanaalvolume een andere samendrukbaarheid heeft dan de schuimstoff die het steunorgaan inbedt.
22. Voertuigbumper volgens conclusie 18, m e t h e t k e n m e r k , dat de steunstrip een metalen spansstrip bevat.
23. Voertuigbumper volgens conclusie 1, met het k e n m e r k , dat het steunorgaan eindigt aan zijn boven- 30 en ondereinden in naar achteren hellende segmenten om de achterwaartse stroming van schuimstof in : reactie op stootkracht van de plank te geleiden.
24. Voertuigbumper volgens conclusie 1, m e t het kenmerk , dat het steunorgaan tenminste één opening 35 daarin gevormd heeft om achterwaartse stroming van schuimstof daardoor moge lijk te maken. 8403785 ï» τ* - 13 -
25. Bumper bestemd voor gebruik bij een voertuig met een steunorgaan, well% bumper omvat een plank met een voordeel dat geschikt is voor het opnemen van stootkrachten en boven» en onderflenzen die zich achterwaarts uitstrekken 5 vanaf het voordeel, een veerkrachtig samendrukbare kunststofschuimstof gevormd ter plaatse binnen tenminste een belangrijk deel van het volume dat wordt begrensd door de plank, welke schuimstof een integrale huid heeft die gehecht is aan aangrenzende oppervlakken van de plank, en middelen 10 voor het bevestigen van de bumper' op het voertuig.
26. Bumper volgens conclusie 25, m e t het kenmerk, dat de bevestigingsmiddelen bestaan uit tenminste één plaat die bevestigd is aan de schuimstof en die geschikt is om verbonden te worden met het steunorgaan.
27. Bumper volgens conclusie 26, met het ken merk, dat iedere plaat is ingebed in de schuimstof. 2S. Bumper volgens conclusie 25, m e t het kenmerk, dat de kunststofschuimstof bestaat uit een polyure-thaan-schuirostof met integrale huid.
28. Bumper volgens conclusie 25, met het ken merk, dat de plank een gevormd orgaan is*
30. Bumper volgens conclusie 29, m e t h e t kenmerk, dat de plank gevormd is uit kunststof.
31. Voertuigbumper omvattende een plank met een voor- 25 deel , dat geschikt is om stootkrachten op te nemen en bovenen onderflenzen die zich achterwaarts vanaf het voordeel uitstrekken, en energie verwerkende middelen geplaatst achterwaarts van de plank en tenminste terjöele ter plaatse gevormd voor het reageren op stootkrachten die door de plank worden 30 overgebracht door gecontroleerde veerkrachtige compressie en het uitoefenen van spanning in een integrale huid die verbonden is met het inwendige oppervlak van de plank en het ter plaatse gevormde deel.
32. Voertuigbumper volgens conclusie 31, met het 35 kenmerk, dat de energie verwerkende middelen bestaan uit een veerkrachtige samendrukbare kunststofschuimstof met een integrale huid, die verbonden is met het inwendige oppervlak van de plank. 8403785
NL8403785A 1983-12-30 1984-12-13 Voertuigbumper. NL8403785A (nl)

Applications Claiming Priority (4)

Application Number Priority Date Filing Date Title
US56821583A 1983-12-30 1983-12-30
US56821583 1983-12-30
US06/624,202 US4616866A (en) 1983-12-30 1984-06-25 Vehicle bumper
US62420284 1984-06-25

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8403785A true NL8403785A (nl) 1985-07-16

Family

ID=27074709

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8403785A NL8403785A (nl) 1983-12-30 1984-12-13 Voertuigbumper.

Country Status (16)

Country Link
US (1) US4616866A (nl)
AU (1) AU571911B2 (nl)
BE (1) BE901392A (nl)
BR (1) BR8406762A (nl)
CA (1) CA1241981A (nl)
DE (1) DE3447424A1 (nl)
DK (1) DK160197C (nl)
ES (1) ES291898Y (nl)
FR (1) FR2557523B1 (nl)
GB (1) GB2151993B (nl)
IT (1) IT1178336B (nl)
MX (1) MX161152A (nl)
NL (1) NL8403785A (nl)
NO (1) NO159150C (nl)
PT (1) PT79775A (nl)
SE (1) SE8406637L (nl)

Families Citing this family (20)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB8519432D0 (en) * 1985-08-02 1985-09-11 Ford Motor Co Vehicle bumper
GB2185714B (en) * 1986-01-25 1989-12-20 Ford Motor Co Vehicle bumper assembly with mounting bracket connecting strap
GB2187682A (en) * 1986-03-12 1987-09-16 Ford Motor Co Bumper bar for a motor vehicle
GB2213786B (en) * 1987-12-23 1992-05-27 Bothwell P W Vehicle
US5389316A (en) * 1991-08-13 1995-02-14 Woodbridge Foam Corporation Process for producing an energy absorbing panel
US5269574A (en) * 1992-02-10 1993-12-14 Exxon Chemical Patents Inc. High performance vehicle bumper
DE4432082A1 (de) * 1994-09-09 1996-03-14 Bayer Ag Stoßfänger auf Basis energieabsorbierender Schaumstoffe
US6308999B1 (en) 1998-07-21 2001-10-30 Alcoa Inc. Multi-material hybrid bumper
US6209935B1 (en) 1999-07-23 2001-04-03 Daimlerchrysler Corporation Front bumper adjustable fascia
US6416094B1 (en) * 2001-07-27 2002-07-09 Talfourd-Jones Inc. Energy absorbing bumper
GB0119357D0 (en) 2001-08-08 2001-10-03 Dow Chemical Co Energy absorption unit
US20040140691A1 (en) * 2001-10-29 2004-07-22 Toshiyuki Horimatsu Shock absorbing material
DE10211734A1 (de) 2002-03-14 2003-10-02 Arvinmeritor Gmbh Verbundbauteil, insbesondere Fahrzeuganbauteil oder Fahrzeugpaneel
USRE44893E1 (en) 2004-03-26 2014-05-13 Hanwha Azdel, Inc. Fiber reinforced thermoplastic sheets with surface coverings
US20060005868A1 (en) * 2004-07-12 2006-01-12 Fenton Timm J Umbrella having an elastomeric strap
DE102004041505A1 (de) * 2004-08-27 2006-03-16 Audi Ag Deformationselement mit einem energieabsorbierenden Schaumkörper
JP5035658B2 (ja) * 2006-01-12 2012-09-26 いすゞ自動車株式会社 車両のアンダーランプロテクタ取付構造
US9725060B1 (en) 2015-09-03 2017-08-08 Waymo Llc Reducing surface rigidity of a vehicle
JP7139026B2 (ja) 2020-07-28 2022-09-20 本田技研工業株式会社 緩衝構造
ES1288895Y (es) * 2021-09-22 2022-06-27 Stark Future S L Placa de proteccion contra impactos

Family Cites Families (23)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3494607A (en) * 1967-10-02 1970-02-10 Ford Motor Co Impact energy absorbing fluid cushion structure
US3721433A (en) * 1969-11-21 1973-03-20 Collision Devices Inc Deformable shock-absorbing guard
US3666310A (en) * 1971-01-11 1972-05-30 Gulf & Western Ind Prod Co Shock absorbing bumper
DE2216324A1 (de) * 1972-04-05 1973-10-25 Gulf & Western Ind Prod Co Stossdaempfer, insbesondere stosstange fuer kraftfahrzeuge u.dgl
US3787083A (en) * 1972-06-06 1974-01-22 Raymond Lee Organization Inc Safety vehicle bumper
US3856613A (en) * 1972-08-28 1974-12-24 Mccord Corp Compressible energy absorbing article
US3860279A (en) * 1973-01-15 1975-01-14 Mccord Corp Resilient energy absorbing bumper assembly
US3866963A (en) * 1973-08-13 1975-02-18 Mccord Corp Energy absorbing bumper assembly
IT1035789B (it) * 1974-06-21 1979-10-20 Mccord Corp Schiuma uretanica che assorbe energia d urto in particolare per paraurti di autoveicoli
GB1545098A (en) * 1975-12-29 1979-05-02 Berol Kemi Ab Polyurethane foams their preparation and use
US4106804A (en) * 1976-02-26 1978-08-15 Mccord Corporation Energy absorbing bumper assembly
US4070052A (en) * 1976-11-15 1978-01-24 Chun Wing Ng Resilient vehicle bumper
CA1076748A (en) * 1976-12-02 1980-04-29 Kirby E.L. Flanagan Impact energy-absorbing urethane foam
US4109951A (en) * 1977-08-18 1978-08-29 Mccord Corporation Lightweight bumper guards
US4328986A (en) * 1978-04-07 1982-05-11 Ex-Cell-O Corporation Multi-media energy absorbers (flex straddle)
US4268079A (en) * 1978-05-30 1981-05-19 Toyota Jidosha Kogyo Kabushiki Kaisha Shock absorbing bumper
US4213644A (en) * 1978-08-17 1980-07-22 Mccord Corporation Energy-absorbing bumper assembly
JPS55155936A (en) * 1979-05-21 1980-12-04 Aisin Seiki Co Ltd Bumper for vehicle
JPS5636553U (nl) * 1979-08-29 1981-04-08
JPS607248Y2 (ja) * 1979-09-26 1985-03-11 トヨタ自動車株式会社 車輛の衝撃吸収バンパ構造
JPS5766047A (en) * 1980-10-06 1982-04-22 Nissan Motor Co Ltd Bumper with cushion
DE3125687C2 (de) * 1981-06-30 1984-09-13 Daimler-Benz Ag, 7000 Stuttgart Stoßfänger für Kraftfahrzeuge
PT77536B (en) * 1982-10-21 1986-02-14 Macchi International Spa Procedure for the production of shaped bodies for vehicles and shaped bodies produced with said procedure

Also Published As

Publication number Publication date
AU3640884A (en) 1985-07-04
CA1241981A (en) 1988-09-13
SE8406637L (sv) 1985-07-01
GB2151993A (en) 1985-07-31
DE3447424C2 (nl) 1993-02-18
FR2557523B1 (fr) 1989-12-01
PT79775A (en) 1985-01-01
GB2151993B (en) 1988-01-27
NO845259L (no) 1985-07-01
FR2557523A1 (fr) 1985-07-05
SE8406637D0 (sv) 1984-12-28
US4616866A (en) 1986-10-14
ES291898Y (es) 1987-08-16
ES291898U (es) 1987-01-01
IT1178336B (it) 1987-09-09
DK621784D0 (da) 1984-12-21
BE901392A (fr) 1985-04-16
DK160197C (da) 1991-07-15
BR8406762A (pt) 1985-10-22
DK621784A (da) 1985-07-01
DE3447424A1 (de) 1985-07-11
MX161152A (es) 1990-08-08
GB8430648D0 (en) 1985-01-16
AU571911B2 (en) 1988-04-28
DK160197B (da) 1991-02-11
NO159150C (no) 1988-12-07
IT8449368A0 (it) 1984-12-28
NO159150B (no) 1988-08-29

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL8403785A (nl) Voertuigbumper.
US4613177A (en) Vehicle bumper
US4941701A (en) Vehicle bumper
US5100187A (en) Vehicle bumper
KR101829678B1 (ko) 에너지 흡수 시스템
US5746419A (en) Energy absorbing device
US4460205A (en) Energy absorbing vehicle bumper assembly
US7810858B2 (en) Hybrid energy absorber for automobile bumper
US4413856A (en) Hardbar energy absorbing bumper system for vehicles
DE69903417T2 (de) Fahrzeugstossdämpfer
US5385375A (en) Reinforced impact beam for a bumper assembly and method of manufacture
US5836641A (en) Structure of absorbing impact energy using interior material of automobile
US6485072B1 (en) Bumper system for motor vehicles
US6595502B2 (en) Bumper system for vehicles
US6746061B1 (en) Bumper beam with interference-fit energy absorber
US4586739A (en) Vehicle bumper
JPH0423137B2 (nl)
US3197189A (en) Dock fenders
US5441296A (en) Shock absorbing device for skis
GB2537990A (en) Front section for a motor vehicle
JPS5926635A (ja) 再使用可能な衝撃減衰装置
CN111094075B (zh) 用于车辆的用于吸收冲击的聚合物元件和保险杠结构
GB2304651A (en) Side frame extension structure for a vehicle
WO2004043744A1 (en) Hybrid bumper system
EP2014516A2 (de) Vorbau eines Kraftfahrzeugs

Legal Events

Date Code Title Description
BA A request for search or an international-type search has been filed
BB A search report has been drawn up
BC A request for examination has been filed
BV The patent application has lapsed